haa-M&W-vt

Page 1

maatschappij & welzijn opleidingen 2011-2012

voltijd Haarlem


over Hogeschool Inholland  –  05 over ons onderwijs  –  06 kies een opleiding die bij je past  –  08

Hogeschool Inholland Haarlem  –  11

maatschappelijk w sociaal pedagogisc praktische informatie  –  30

2


werk & dienstverlening che hulpverlening

–  17

–  23

3



over Hogeschool Inholland Op negen locaties, verspreid over de hele Randstad, biedt Hogeschool Inholland negentig bacheloropleidingen aan op alle vakgebieden: van gezondheidszorg tot economie, van techniek tot onderwijs. Daarnaast hebben we zes Associate-degreeprogramma’s en zeven masteropleidingen in huis. Ook in Paramaribo, Suriname bieden we opleidingen aan. Direct aan de slag  Hogeschool Inholland leidt je op voor een beroep, helpt je verder op weg of een andere weg in te slaan. We helpen je bij het maken van keuzes. We begeleiden jou en je medestudenten tijdens je studie en brengen jullie in contact met bedrijven voor stages en afstudeeropdrachten: een opleiding van A tot Z. Als je afgestudeerd bent, beschik je over veel kennis en kun je direct aan de slag of een volgende stap in je carrière maken. Hogeschool Inholland maakt haar studenten bewust van de kracht van ondernemerschap en innovatie. We leren je dat het erom gaat dat je kennis kunt gebruiken om zaken te veranderen. We leren je echter bovenal allerlei vakbekwaamheden aan. Ook bereiden we je voor op de internationale omgeving waarin je terecht kunt komen. We doen dit door je ook buitenlandse stages aan te bieden. Zo kom je in aanraking met veel culturen.

We leren je dat het erom gaat je kennis te gebruiken om zaken te veranderen.

Een hogeschool met ambitie  Hogeschool Inholland stelt de kwaliteit van haar onderwijs voorop. We bieden intensieve onderwijsprogramma’s. We streven ernaar dat je roosters kloppen en dat je cijfers op tijd bekend zijn. Hoge­school Inholland werkt er voortdurend aan om deze zaken op orde te hebben. Je mag ons daar dan ook op aanspreken.

Als student krijg je bij ons alle mogelijkheden om je te ontwikkelen. Maar Hoge­school Inholland verwacht dan wel dat jij je van je beste kant laat zien. We willen niet dat je bij Hogeschool Inholland de kantjes ervan afloopt. We verwachten van je dat je aanwezig bent bij colleges, actief meewerkt aan groepsmatige projecten en je serieus inzet voor je studie. We gaan er vanuit dat je gemotiveerd bent en dat je

5


een serieuze studiehouding hebt. Studeren bij Inholland betekent studeren bij een ambitieuze instelling. Wij willen met ons onderwijs het beste uit je halen. Geworteld in de praktijk  Praktijkgerichte opleidingen met een solide theoretische basis: dat is het onderwijs van Hogeschool Inholland in een notendop. Wat je van ons leert kun je direct toepassen in je eerste baan. Om dit waar te maken onderhoudt Hogeschool Inholland een breed netwerk van bedrijven en instellingen. Jij en je medestudenten lopen er stage en zorgen zo voor kennisuitwisseling tussen de hogeschool en de praktijk. Met de juiste combinatie van kennis, praktijkervaring en beroepshouding bereiden we je optimaal voor op de arbeidsmarkt. over Hogeschool Inholland

over ons onderwijs Studeren aan Hogeschool Inholland kan in verschillende vormen: voltijd, deeltijd of duaal. Hoewel er grote verschillen zijn tussen de studievormen, ontvangt elke student aan het einde van zijn opleiding hetzelfde diploma. Voltijd studeren  Voltijd studeren betekent dat studenten vier jaar lang veel tijd besteden aan hun studie. Ze volgen colleges, werken in projectgroepen aan praktijkopdrachten en ze studeren zelfstandig. In het derde jaar lopen ze een stage in binnen- of buitenland. Bij de pabo lopen ze gedurende hun hele opleiding stage. In het vierde jaar ronden ze hun opleiding af met een afstudeeropdracht bij een bedrijf of instelling. Deeltijd studeren  Wie al een baan heeft en zich verder wil ontwikkelen, kiest vaak voor een deeltijdopleiding. Als deeltijdstudent besteden ze ongeveer twintig uur per week aan hun studie. De colleges vinden meestal plaats op een doordeweekse avond. Afhankelijk van hun vooropleiding en ervaring duurt de opleiding minimaal drie jaar. Duaal studeren  Een duale opleiding is een combinatie van werk en studie. Wat de studenten leren, brengen ze direct in de praktijk. Aan het begin van de studie sluiten ze een onderwijsarbeidsovereenkomst met hun nieuwe werkgever én de opleiding af. Bachelors en masters  De meeste Europese landen hebben hun hoger onderwijs ingedeeld in bachelors en masters. Dit betekent dat iemand die in Nederland bijvoorbeeld een bachelordiploma Economie behaalt, vergelijkbare kwalificaties heeft als iemand die dat diploma behaalt in Engeland of Frankrijk. 6


Het major-minormodel  Sinds 2004 werkt Hogeschool Inholland met het major-minormodel. De major is de ruggengraat van de opleiding. De verschillende minors zijn gericht op de vaardigheden die studenten later nodig hebben als ze gaan werken. Onderwijsconcept Backbone  Hogeschool Inholland kiest voor competentiegericht onderwijs. Dat krijgt vorm in ons onderwijsconcept Backbone. Daarin is leren een actief proces, is het onderwijs sterk praktijkgericht en lijken de leertaken zoveel mogelijk op de beroepspraktijk. Het basis­curriculum staat vast, maar tussen dezelfde opleidingen op verschillende locaties van Inholland is variatie mogelijk. Zo sluit elke opleiding aan bij de wensen en eisen van de regio en het bedrijfsleven. Studiebegeleiding  Hogeschool Inholland doet er alles aan om je studie vlekkeloos te laten verlopen. De hogeschool heeft speciaal daarvoor medewerkers die je ondersteunen en bij wie je altijd terecht kunt voor informatie of advies: coaches, vakdocenten en studieloopbaanbegeleiders. Modern onderwijs gericht op de praktijk  Je studeert om straks een baan te hebben. Daarom moet het onderwijs goed aansluiten op de beroepspraktijk. Hogeschool Inholland houdt dan ook rekening met de dagelijkse praktijk: individueel of in groepsverband werk je aan praktische projectopdrachten. Net als op de werkvloer stellen de projecten hoge eisen aan zelfstandigheid, gevoel voor verantwoordelijkheid en organisatiever­mogen. Docenten en een studieloopbaanbegeleider coachen daarbij en bewaken het leerproces. Persoonlijk tintje  Hogeschool Inholland werkt met majors en minors. De verschillende minors zijn gericht op de vaardigheden die je later nodig hebt als je gaat werken. Het major-minormodel bij Hogeschool Inholland bestaat uit drie delen: —— De major: in de major leer je de basisvaardigheden die nodig zijn in een bepaald werkveld en voor een aantal beroepen. —— De specialisatieminor: deze minor is gericht op de vaardigheden die nodig zijn in een specifiek beroep en sluit nauw aan bij de major. —— De differentiatieminor: met de differentiatieminor kun je je eigen programma samenstellen. Dit is een onderdeel van het studieprogramma vanaf het derde studiejaar.

“Zo sluit elke opleiding aan bij de wensen en eisen van de regio en het bedrijfsleven”

Je kunt je opleiding dus voor een deel inrichten zoals je zelf wilt. Bij Hogeschool Inholland is het mogelijk om 25% van het onderwijspakket zelf samen te stellen.

7


Studenten met een functiebeperking en topsporters  Voor studenten met dyslexie, een chronische ziekte of een andere fysieke of psychische aandoening, kan studeren lastiger zijn dan voor studenten zonder een functiebeperking. Toch is het heel goed mogelijk. Hogeschool Inholland biedt studenten met een functiebeperking ondersteuning in de vorm van voorzieningen, regelingen en begeleiding. Denk aan: —— aangepast onderwijs; —— aangepaste voorzieningen; —— begeleiding bij het aanvragen van extra tijd voor studiefinanciering. Heb jij een functiebeperking? Maak dan aan het begin van je studie een afspraak met de studentendecaan, ook als je denkt (nog) niets nodig te hebben. Meer informatie vind je op www.inholland.nl/studerenmeteenfunctiebeperking. Ook voor topsporters zijn er regelingen waardoor ze hun intensieve sport kunnen combineren met een studie. Als je hiervan gebruik wilt maken, is het nood­zakelijk dat je de topsportstatus hebt of een erkend topsporter bent. Neem voor meer informatie contact op met een studentendecaan. Topsporter of student met een functiebeperking: Hogeschool Inholland helpt je op weg. over Hogeschool Inholland over ons onderwijs

kies een opleiding die bij je past Weet je al wat je gaat studeren? En waar? Of welke opleiding bij je past? Hogeschool Inholland helpt je op weg. Studiekeuze Adviescentrum  Heb je nog geen idee wat je wilt gaan studeren, of twijfel je nog, dan kun je bij het Studiekeuze Adviescentrum vijf dagen per week terecht met al je vragen. Loop binnen of maak een afspraak voor een studiekeuzegesprek. Kijk op: www.inholland.nl/studiekeuze/studiekeuzeadviescentrum. Studiekeuzetest  Via www.inholland.nl/studiekeuzetest kun je direct een studiekeuzetest doen. Wil je weten welke studiemogelijkheden aan­sluiten op jouw interesses? Ga naar het Studiekeuze Adviescentrum voor een studiekeuzegesprek.

8


Open Dagen  Ben je benieuwd hoe onze gebouwen er van binnen uitzien en wil je informatie verzamelen over opleidingen die bij jou passen? Wil je studenten en docenten ontmoeten? Kom dan naar een van onze Open Dagen. Kijk op www.inholland.nl/opendagen voor het overzicht. Proefstuderen  Weet je al welke opleiding je voorkeur heeft? Dan is een dagje proefstuderen iets voor jou. Je kunt een hele dag meelopen en kennismaken met de lesstof, de docenten, de studenten en de manier waarop je straks je studie gaat volgen. Kijk op www.inholland.nl/proefstuderen voor het overzicht. Van mbo naar hbo  Als je na je mbo-opleiding verder studeert aan het hbo, dan verandert je arbeidsperspectief. In beroepen op mbo-niveau ben je vaak alleen uitvoerend bezig. Bij beroepen op hbo-niveau leer je met meer afstand naar je vakgebied te kijken. Met een hbo-diploma heb je ook meer doorgroeimogelijkheden in je carrière. Het verschil tussen een mbo- en een hbo-opleiding zit vooral in de manier van werken en in de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden. Je krijgt minder uitleg van docenten en gaat meer zelf aan de slag. Gedetailleerde informatie vind je bij de opleidings­informatie op www.inholland.nl. Van havo naar hbo  Als je na de havo naar het hbo gaat, wordt er meer dan voorheen een beroep gedaan op je zelfstandigheid. Je bent zelf verantwoordelijk voor het verloop van je studie. Je moet nog steeds een hoeveelheid theoretische 9


kennis in je opnemen, maar veel vaker gaat het erom dat je dingen leert begrijpen en toepassen. Ook in de organisatie van je studie speel je zelf een belangrijke rol. Een groot deel ervan kun je namelijk zelf invullen. Gedetailleerde informatie vind je bij de opleidingsinformatie op www.inholland.nl. Van vwo naar hbo  Anders dan op het vwo ga je op het hbo meer in projecten werken. In de organisatie van je studie speel je zelf een belangrijke rol. Een groot deel ervan kun je namelijk zelf invullen. In sommige gevallen levert je vwo-diploma vrijstellingen op. Gedetailleerde informatie hierover vind je bij de opleidingsinformatie op www.inholland.nl.

Bij beroepen op hbo-niveau leer je met meer afstand naar je vakgebied te kijken.

21+ toets  Voldoe je niet aan de toelatingseisen en ben je ouder dan 21 jaar? Dan kun je meedoen aan een toelatingstoets. Kijk voor meer informatie op www.inholland.nl/21plustoets.

Intakeprocedure  Je hebt je oog laten vallen op een opleiding aan Hogeschool Inholland. Maar weet je al wat die opleiding precies inhoudt? En heb je enig idee wat die opleiding kan betekenen voor je carrière? Passen jouw capaciteiten bij de opleiding? Weet je wat er van je verwacht wordt en heb je de juiste studie­ houding voor het hbo? Hogeschool Inholland wil graag dat je een antwoord krijgt op al deze vragen. ­Dan weet je waar je aan toe bent als je aan je opleiding begint. Want je zult na een half jaar maar tot de ontdekking komen dat de opleiding die je gekozen hebt, niet aan je verwachtingen voldoet! Om dit te voorkomen neem je, als je bij Hogeschool Inholland komt studeren, deel aan een intakeprocedure. Hiervoor krijg je een uitnodiging zodra je je hebt ingeschreven. De intakeprocedure bestaat uit twee onderdelen: een digitale test en een gesprek. De digitale test maak je op de hogeschool. Die test bestaat uit vragen over onder meer motivatie, zekerheid van studiekeuze en leerstijl. Daarnaast krijg je een aantal capaciteitentesten. De rapportage hiervan krijg je per mail toegestuurd. Als uit de test blijkt dat je mogelijk wat extra hulp nodig hebt om van jouw opleiding een succes te maken, dan krijg je een uitnodiging voor een intakegesprek met een docent. Hulp kan bijvoorbeeld bestaan uit studeertips, doorverwijzing naar een bijspijkercursus op taal- of rekengebied of, in het uiterste geval, het advies om je studiekeuze te heroverwegen. Als uit de test blijkt dat niets een succesvolle start van je opleiding in de weg staat, dan bespreek je het rapport tijdens de eerste studieweken met een docent. Als blijkt dat je bovengemiddeld scoort, dan kun je ook de mogelijkheden voor een verzwaard programma bespreken.

10


over Hogeschool Inholland over ons onderwijs kies een opleiding die bij je past

locatie

Haarlem Soms weet je als kind al wat je later wilt worden. Maar voor de meesten is het lastiger om te bedenken waar je goed in bent. Er is vaak meer mogelijk dan op het eerste gezicht lijkt. Studeren aan Hogeschool Inholland Haarlem betekent kiezen voor een opleiding die goed aansluit op de arbeidsmarkt. Kiezen voor een hogeschool die je de ruimte geeft om jouw wereld vorm te geven. Dus wat je ook wilt worden of waar je ook goed in bent, bij Inholland Haarlem is altijd een opleiding te vinden die je goed voorbereidt op een succesvolle carrière. Inholland Haarlem is een ondernemende hogeschool waar je leert daadkrachtig en doelgericht je eigen ambities waar te maken. We staan in nauw contact met bedrijven en het bedrijfsleven en zijn altijd goed op de hoogte van wat er in de buiten­wereld speelt. Vorm je graag zelf je eigen mening? Dan voel je je vast thuis in de ondernemende en persoonlijke sfeer van Inholland Haarlem. Docenten, studie­loopbaanbegeleiders en studentendecanen geven je alle ruimte om je talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en je ambities waar te maken. De moderne campus van Inholland Haarlem ligt op loopafstand van station Overveen, aan de rand van de duinen. Haarlem is een echte studentenstad met een lange traditie van studentenverenigingen en een levendig bedrijfsleven. De locatie heeft een breed aanbod van opleidingen in voltijd-, deeltijd- en duale vorm. Studieplekken en projectruimten zijn er voldoende. Op de hogeschool worden geregeld interessante beurzen en lezingen gehouden. Inholland Haarlem staat bekend om haar ondernemende onderwijs en inventieve aanpak. Onze hogeschool is de bakermat van unieke opleidingen zoals: —— Media & Entertainment Management (MEM) —— Business Engineering —— Small Business & Retail Management —— Medisch Beeldvormende & Radiotherapeutische Technieken (MBRT) —— Sport & Bewegen —— Sportmanagement (afstudeerrichting Bedrijfskunde, Management, Economie & Recht) 11



Contacten met het onderwijs en bedrijfsleven  Studeren aan de hogeschool is mogelijk met een havo-, vwo- of mbo-diploma op zak. Om het onderwijs aan te laten sluiten bij die vooropleidingen, onderhoudt Inholland Haarlem goede contacten met het voortgezet onderwijs en het mbo uit de regio (bijvoorbeeld het Nova College). Om onze opleidingen af te stemmen op de praktijk, werken we nauw samen met het bedrijfsleven. Je komt daardoor gemakkelijk in contact met opdrachtgevers voor projecten, stages of een interessante afstudeeropdracht. Want studeren is meer dan leren alleen. Al tijdens je opleiding kom je in contact met bedrijven. Ook de rest van je leven zul je waarschijnlijk een goede balans moeten vinden tussen werken en leren: kennis veroudert tegenwoordig snel. Mede daarom hecht Hogeschool Inholland Haarlem veel waarde aan de nauwe banden met het bedrijfsleven.

“Studeren bij Hogeschool Inholland Haarlem betekent studeren op een veelzijdige en gezellige locatie”

Ruimte om je talent te ontwikkelen  Het gebouw van Inholland Haarlem is eind 2006 geopend. Het is een campus voor eigentijds onderwijs, compleet met studentenwoningen. De locatie heeft uitgebreide faciliteiten, zoals een bibliotheek, een boekhandel en een goed restaurant. De ICT-voorzieningen in het gebouw zijn van hoge kwaliteit en afgestemd op de laatste ontwikkelingen. Met een eigen e-mailadres en internetaccount heb je toegang tot ons moderne ICT-netwerk. Inholland maakt gebruik van het draadloos netwerk van Eduroam. Dit is een voor­ ziening die beveiligd draadloos toegang biedt tot het Inhollandnetwerk. zodat opdrachten overal uitgevoerd kunnen worden. In sporthal De Rengelinkhal worden studenten opgeleid in bewegingsonderwijs. Diverse studio’s staan tot de beschikking van studenten van het Conservatorium en de opleiding Media & Entertainment Management. Maar denk ook aan volledig ingerichte röntgen- en echo-onderzoeksruimten voor de opleiding Medisch Beeldvormende & Radiotherapeutische Technieken, een uitzend­bureau en een stilteruimte. Stad en omgeving  Provinciehoofdstad Haarlem heeft een monumentaal stadscentrum met verrassende winkels en goede horeca. Ook kun je er gezellig een avond stappen met je medestudenten: discotheken, bioscopen en kroegen genoeg! Wil je cultuur? Voor theater of klassieke en populaire muziek ga je naar de schouwburg of het concertgebouw. De Toneelschuur, ontworpen door striptekenaar Joost Swarte, biedt een modern aanbod van theater, film en muziek. En vergeet het Patronaat niet: hét Poppodium van Haarlem.

13


Hogeschool Inholland Haarlem sociaal pedagogische hulpverlening

“ Concreet krijg je te die belemmeringen ontwikkeling, mens beperkingen en jon zijn gekomen met ju

14


e maken met mensen n ondervinden in hun sen met verstandelijke ngeren die in aanraking ustitie� Ook werk je met volwassenen die problemen hebben met de opvoeding van hun kinderen of die verslaafd zijn aan alcohol of drugs.

15



over Hogeschool Inholland over ons onderwijs kies een opleiding die bij je past Hogeschool Inholland Haarlem

opleiding

maatschappelijk werk & dienstverlening Als maatschappelijk werker geef je ondersteuning aan mensen die tijdelijk (of voor wat langere duur) zijn vastgelopen op het gebied van financiën, wonen, werk, opvoeding en/of relaties. Problemen bijvoorbeeld op het gebied van wonen, zoals betaling van de huur, verpaupering van de buurt of etnische spanning in de woonomgeving, kunnen aanleiding zijn voor mensen om hulp te vragen om. Andere kwesties, zoals het niet goed kunnen handelen bij de opvoeding van kinderen of last hebben van luidruchtige buren, kunnen evengoed aanleiding zijn om hulp te vragen. Het gaat vooral om kwetsbare groepen waarbij materiële problemen vaak verweven zijn met psychische en/of sociale nood en onmacht. Als maatschappelijk werker lenig je de eerste nood. Je gaat na welke ondersteuning aanvullend kan of moet worden ingeschakeld en je ondersteunt de hulpvrager bij de eigen aanpak. Tenslotte ga je na of de mogelijkheden van de hulpvrager om problemen niet meer te laten optreden, kunnen worden uitgebreid. Iets voor jou?  Ben je geïnteresseerd in het samenleven van mensen? Vind je het belangrijk dat individuen in onze samenleving tot hun recht komen? Wil je graag iets kunnen betekenen voor individuen die in de knel komen? Dan is de opleiding Maatschappelijk Werk & Dienstverlening (MWD) echt iets voor jou. Je leert hulp te bieden aan mensen die problemen hebben of tekort schieten in hun sociaal functioneren. Bijvoorbeeld op het gebied van relaties, financiën of opvoeding. 17


Met de opleiding MWD kun je maatschappelijk werker of maatschappelijk dienst­ verlener worden. Beroepsprofiel  Je helpt mensen met psychosociale en sociale problemen op het gebied van financiën, relaties, huisvesting, werk, opvoeding, criminaliteit of verslaving. Ook kun je in opdracht van instanties of organisaties onderzoek doen naar en adviseren over sociale verhoudingen. Je concrete werk zal onder meer bestaan uit: —— hulpverlening in materiële en immateriële crisissituaties —— het ondersteunen van vluchtelingen —— het begeleiden en ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorg —— het ondersteunen van burgerinitiatieven —— het signaleren van maatschappelijke problematiek —— hulpverlening aan jeugdigen (al dan niet in gedwongen situaties) —— ondersteuning bij re-integratie in de samenleving

“Tijdens mijn studie heb ik een goed beeld gekregen van wat een maatschappelijk werker doet”

Beroepen  Na je opleiding kun je aan het werk als: —— maatschappelijk werker —— gezinscoach —— jeugdhulpverlener —— reclasseringsmedewerker —— trajectbegeleider —— maatschappelijk werker ziekenhuizen —— maatschappelijk werker ouderenzorg

Werkveld  Maatschappelijk werkers zijn werkzaam in allerlei organisaties die hulp en steun bieden aan mensen met lichamelijke, (psycho)sociale, psychiatrische en materiële problemen. Ze werken in teamverband met beroepsgenoten of in multidisciplinaire teams in onder meer de (geestelijke) gezondheidszorg, het onderwijs, de reclassering, de jeugdzorg, de sociale zekerheid, de maatschappelijke opvang, buurthuizen en revalidatiecentra. Wat zijn de studievormen?  Het onderwijs is gericht op de praktijk en het ontwikkelen van competenties: combinaties van kennis, inzicht, houding en vaardigheden. De opleiding maakt gebruik van verschillende studievormen: —— colleges —— werkgroepen —— projectgroepen —— trainingen —— studiebegeleiding —— praktijkopdrachten —— beroepspraktijkvorming (stage) —— supervisie

18


Hoe zit het met studiebegeleiding?  Er is in de opleiding een belangrijke plek ingeruimd voor studiebegeleiding. Met je studieloopbaanbegeleider bespreek je —— de voortgang van je studie —— de verbinding tussen wat je leert en wat je later moet doen in het beroep —— het planmatig organiseren van je studie Je wordt ondersteund bij het actief en bewust bezig zijn met je leerproces, bij het vaststellen van persoonlijke leerdoelen, het uitstippelen van je eigen ontwikkelplan en bij het maken van keuzes met betrekking tot je studieloopbaan. Zo leer je de regie over je ontwikkeling en je studieloopbaan in eigen hand te nemen. Gedurende de hele opleiding houd je een (digitaal) persoonlijk ontwikkelplan en portfolio bij. Dit is een map met alle producten die je tijdens de opleiding maakt, zoals behandelingsplannen en doelstellingen voor je handelen, ontwikkelings­ plannen voor (van) je cliënten, draaiboeken en verslagen. Ook beoordelingen van praktijkbegeleiders, beoordelingen van docenten en medestudenten en toetsresultaten hebben hierin een plek. Major-minor  Het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding Maatschap­pelijk Werk & Dienstverlening bestaat uit drie onderdelen: de major, de specialisatieminor en de differentiatieminor. In het majorprogramma is het onderwijs gericht op het leren van beroepsvaardigheden op het terrein van Social Work. Dat betekent dat je je breed ontwikkelt en algemene beroepsvaardigheden verwerft. Deze zijn te gebruiken in het brede domein van Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maat­schappelijk Werk & Dienstverlening, Culturele & Maatschappelijke Vorming en Pedagogiek. Het majorprogramma beslaat de helft van het onderwijsprogramma en is verdeeld over vier studiejaren.In het programma van de specialisatieminor richt je je op het vakgebied waarin je wilt gaan werken. Je kunt kiezen uit SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) en MWD (Maatschappelijk Werk & Dienstverlening). Het programma van de differentiatieminor kun je naar eigen voorkeur samenstellen. Je kunt bijvoorbeeld een minor kiezen die aansluit op je specialisatie. Je kunt ook een minor van een andere opleiding volgen, mits deze aansluit bij de competenties die je nodig hebt voor het werkveld. Het is ook mogelijk een keus te maken voor een bepaalde afstudeerrichting. Er is sprake van vijf afstudeerrichtingen: —— Werken in de wijk —— Werken in de jeugdzorg —— Werken in de gehandicaptenzorg —— Werken in de GGZ —— Werken in gedwongen kader

19



Het eerste jaar  In het eerste opleidingsjaar doe je algemene kennis en vaardigheden op die voor een maatschappelijk werker en voor aangrenzende beroepen van belang zijn. Een voorbeeld daarvan is het geven van advies. Wanneer je een cliënt goed wilt adviseren, moet je goed kunnen luisteren en je kunnen verplaatsen in de situatie van de cliënt (vaardigheden). Daarnaast is het belangrijk dat je vriendelijk, zakelijk en begripvol bent (houding) en dat je kennis hebt over de betreffende situatie of het betreffende terrein (kennis en inzicht). Je verdiept je in de voor het beroep noodzakelijke kennis uit de psychologie, sociologie, filosofie en recht. Je krijgt theorie over het handelen op een ­methodische manier in relatie tot anderen en je leert ook vaardig te worden in dit handelen. Problematiek op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau leer je te analyseren en je onderzoekt mogelijk of de analyse bruikbaar is in het praktisch handelen. Je leert hoe je gesprekken moet voeren en hoe je rapportages moet schrijven. De beroepspraktijk vormt steeds het uitgangspunt. In dit eerste jaar maak je een begin met het onderwijs in de specialisatieminor. Vanaf november ga je ervaring opdoen in de praktijk. Aan het einde van het eerste jaar moet je voldoende credits hebben behaald om geen negatief bindend studieadvies (BSA) te krijgen. Het tweede jaar  In het tweede jaar ga je door met het verwerven van breed toepasbare kennis en vaardigheden in het majorprogramma. In de specialisatie­ minor ga je verder met de opleidingsrichting die je hebt gekozen en je volgt de door jouw gekozen differentiatie­ minors. In het tweede jaar breng je twee dagen per week door in de praktijk, waar je eenvoudige beroepshandelingen zult uitvoeren.

Je leert hoe je gesprekken moet voeren en hoe je rapportages moet schrijven.

Het derde jaar  Het derde jaar breng je voor het grootste deel in de praktijk door. Onder begeleiding ga je in het (inter)nationale werkveld aan de slag. Er worden dagen gepland op de opleiding om de werkervaringen met groeps­genoten te delen en van ieders ervaringen te leren. Bij de uitvoering van je werk word je ondersteund door een praktijkbegeleider. Binnen de opleiding en op het werk zal een supervisor je begeleiden. Met je praktijkdocent bespreek je de voortgang van je werkzaamheden voor het behalen van de opleidingscompetenties. Het vierde jaar  In het vierde jaar volg je onderwijs in door jou gekozen differentiatieminors. Daarnaast doe je een onderzoek naar een praktijkprobleem en je maakt, met behulp van de theorie, een analyse van je eigen methodisch handelen. Het onderzoek wordt gedaan in de praktijk aan de hand van een opdracht uit het werkveld. Stage  Gedurende de hele opleiding is er veel aandacht voor de beroeps­ praktijk. Stages (of beroepspraktijkvorming) vormen dan ook een belangrijk onderdeel. In het eerste jaar bestaat de stage uit korte contacten met de praktijk, die

21


vooral een oriënterend karakter hebben. Vanaf de tweede periode verricht je één dagdeel in de week nader af te spreken werkzaamheden. In het tweede jaar doe je twee dagen in de week praktijkervaring op. Je past onder begeleiding en met duidelijke instructies toe wat je op de opleiding hebt geleerd. De begeleiders beoordelen of je bepaalde beroepsvaardigheden in voldoende mate beheerst. Het derde jaar bestaat bijna volledig uit stage. Regelmatig bespreek je op de opleiding je werkervaringen en opdrachten met medestudenten. Op je werk word je ondersteund door een praktijkbegeleider en binnen de opleiding door een praktijkdocent. Je persoonlijke studieloopbaanbegeleider houdt zicht op de ontwikkeling van je competenties. Bij het vinden van stageplekken wordt een grote inzet verwacht van studenten. Uiteraard kun je gebruikmaken van het netwerk van de opleiding. De opleiding regelt alleen geen stageplekken. Minors  Binnen je specialisatieminor en differentiatieminor kun je zelf je studieprogramma samenstellen, op basis van je persoonlijke interesse en ontwikkelingsmogelijkheden. Zo zorg je voor je eigen verdieping en specialisatie binnen het werkveld en de beroepsomgeving. Je kunt je bijvoorbeeld richten op een specifiek thema binnen je beroep, zoals: —— jeugd —— management —— complexe communicatie —— de GGZ-agoog —— internationale samenwerking

“Mijn perspectief is breder geworden, zo creëer je een goede basis en dat geeft je een meerwaarde op de arbeidsmarkt”

Een studieloopbaanbegeleider ondersteunt en adviseert je bij het maken van je keuze.

Afstuderen  Het laatste jaar van je opleiding moet je aantonen dat je alle competenties op hbo-niveau hebt verworven. Je plaatst de dagelijkse praktijk in een ­theoretisch kader. Op basis van eigen onderzoek geef je een gefundeerde mening over bepaalde onderwerpen. Je studeert af in een zelfgekozen specialisatie. In overleg met de opleiding bepaal je hoe je gaat bewijzen dat je alle competenties op hbo-niveau hebt verworven. Je laat dit zien door middel van je afstudeeronderzoek, dat je individueel verricht of in een team van maximaal vier studenten. Bij de beoordeling speelt de mening van vertegenwoordigers uit het werkveld een belangrijke rol. Kijk voor meer informatie op www.inholland.nl/mwd

22


over Hogeschool Inholland over ons onderwijs kies een opleiding die bij je past Hogeschool Inholland Haarlem

opleiding

sociaal pedagogische hulpverlening Als sociaal pedagogisch hulpverlener begeleid of ondersteun je mensen in hun woon- en leefsituatie. Vaak gaat het om mensen die door bijzondere omstandigheden, beperkingen of belemmeringen niet (volledig) zelfstandig kunnen functioneren. Zelfstandig wonen, werken, zorgen voor de dagelijkse dingen en samenleven met anderen is voor hen vaak een probleem. Daarom krijgen zij ondersteuning, begeleiding of opvang. Bijvoorbeeld in een jeugdinstelling, in een dagactiviteitencentrum, in een werkproject of bij een begeleidwonenproject. Als SPH’er zorg je voor professionele hulp en ondersteuning. De bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) leidt je op tot sociaal pedagogisch hulpverlener. Tijdens je opleiding leer je wat nodig is om mensen op een professionele manier te ondersteunen en te begeleiden, zodat ze weer verder kunnen. Iets voor jou?  Ben je geïnteresseerd in mensen uit verschillende lagen van de bevolking, van verschillende leeftijden en uit verschillende culturen? Wil je anderen graag ondersteunen bij het creëren van een goede woon- en leefomgeving en ook tijdelijk deel uitmaken van zo’n woon- en leefomgeving? En heb je oog voor sociale verhoudingen en de ontwikkelingen daarin? Dan is de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening echt iets voor jou.

23


Beroepsprofiel  Concreet krijg je te maken met mensen die belemmeringen ondervinden in hun ontwikkeling, mensen met verstandelijke beperkingen, mensen met psychiatrische problematiek en jongeren die in aanraking zijn gekomen met justitie. Ook werk je met volwassenen die problemen hebben met de opvoeding van hun kinderen of die verslaafd zijn aan alcohol of drugs. Je vervult rollen als groepswerker, sociotherapeut, trajectbegeleider of individueel begeleider. Beroepen die je kunt uitoefenen na je hbo Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)  Voorbeelden van functies die je kunt gaan uitoefenen zijn: —— groepsleider in een psychiatrische (TBS-)instelling —— medewerker van een gezinsvervangend tehuis —— mentor in een jeugdinstelling —— medewerker van een instelling voor dak- en thuislozen —— activiteitenbegeleider —— jeugdhulpverlener —— sociotherapeut —— trajectbegeleider (bijvoorbeeld bij resocialisatieprojecten van ex-gedetineerden) —— persoonlijk begeleider in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking Werkveld  Een sociaal pedagogisch hulpverlener helpt mensen – van jong tot oud – hun leven weer zo zelfstandig mogelijk in te richten. Het gaat om tijdelijke, langdurige of permanente hulp bij problemen in relaties, gezin, de opvoeding of de eigen ontwikkeling, maar ook bij handicaps, geestelijke stoornissen of ziekte. De hulp bestaat uit begeleiding, ondersteuning en/of verzorging thuis of in een instelling. Je werkt veel samen met andere specialisten, zoals orthopedagogen, psychologen en verpleegkundigen. SPH’ers werken veel met groepen, maar ook steeds meer met individuen. Wat zijn de studievormen?  De opleiding maakt gebruik van verschillende studievormen zoals: —— colleges —— werkgroepen —— projectgroepen —— trainingen —— studiebegeleiding —— praktijkopdrachten —— beroepspraktijkvorming (stage) —— supervisie Er zijn colleges die bijdragen aan vergroting van je kennis en inzicht nodig om je beroep te kunnen uitoefenen. Er zijn oefen- en trainingsbijeenkomsten waarin je relevante vaardigheden leert en met medestudenten aan analyse en ontwikkeling van beroepsthematiek werkt, die in integrale opdrachten is verwerkt. Je krijgt in 24



kleinere groepen begeleiding bij de voortgang van je studie en de keuzes die je moet maken. Vanaf jaar 1 zul je ook voor een deel van je opleiding in de beroepspraktijk bezig zijn. Het onderwijs is gericht op de praktijk. Je ontwikkelt competenties die je nodig hebt om in de praktijk aan de slag te kunnen: een combinatie van kennis, inzicht, houding en vaardigheden. Door een beroepssituatie te analyseren, krijg je een beeld van de benodigde competenties in die situatie. Als je een cliënt bijvoorbeeld goed wilt adviseren, moet je kunnen luisteren en je kunnen verplaatsen in de situatie van de cliënt (vaardigheden). Daarnaast is het belangrijk dat je vriendelijk, zakelijk en begripvol bent (houding) en dat je kennis hebt over de betreffende situatie (kennis en inzicht). Hoe zit het met studiebegeleiding?  Er is in de opleiding een belangrijke plek ingeruimd voor studieloopbaanbegeleiding. Met je studieloopbaanbegeleider bespreek je de ontwikkeling van: —— de voortgang van je studie —— de verbinding tussen wat je leert en wat je later moet doen in het beroep —— het planmatig werken aan je studie

“Je moet wel voorbereid zijn dat je veel over jezelf moet vertellen en nadenken, zodat je jezelf goed leert kennen”

Je wordt ondersteund bij het actief en bewust bezig zijn met je leerproces, bij het vaststellen van persoonlijke leerdoelen, het uitstippelen van je eigen ontwikkelplan en bij het maken van keuzes met betrekking tot je studieloopbaan. Zo leer je de regie over je ontwikkeling en je studieloopbaan in eigen hand te nemen. Gedurende de hele opleiding houd je een (digitaal) port­folio bij. Dit is een map met alle producten die je tijdens de opleiding maakt, zoals persoonlijke ontwikkelingsplannen, doelstellingen voor je handelen, ontwikkelingsplannen voor (van) cliënten, behandelingsplannen, draaiboeken en verslagen. Ook beoordelingen van praktijkbegeleiders, beoordelingen van docenten en medestudenten en toetsresultaten hebben hierin een plek.

Major/minor  Het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding SPH bestaat uit drie onderdelen: de major Social Work, de specialisatieminor en de differentiatieminor. In het majorprogramma krijg je onderwijs dat je kunt gebruiken in het brede gebied van Social Work. Het majorprogramma beslaat de helft van het onderwijsprogramma en is verdeeld over vier studiejaren. In het programma van de specialisatieminor richt je je op het vakgebied waarbinnen je wilt gaan werken. Je kunt kiezen uit SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) en MWD (Maatschappelijk Werk en Dienstverlening).

26


Het programma van de differentiatieminor kun je naar eigen voorkeur samenstellen. Je kunt bijvoorbeeld een minor kiezen die aansluit op je specialisatie. Je kunt ook een minor van een andere opleiding volgen, mits deze aansluit bij de competenties die je nodig hebt voor het werkveld. Het is ook mogelijk een keus te maken voor een bepaalde afstudeerrichting. Er is sprake van vijf afstudeerrichtingen: —— Werken in de Wijk —— Werken in de Jeugdzorg —— Werken in de Gehandicaptenzorg —— Werken in de GGZ —— Werken in Gedwongen Kader Het eerste jaar  In het eerste opleidingsjaar doe je algemene kennis en vaardigheden op die voor een sociaal pedagogisch hulpverlener en voor aangrenzende beroepen van belang zijn. Je verdiept je in de voor het beroep noodzakelijke kennis uit de psychologie, sociologie, filosofie en recht. Je krijgt theorie over het handelen op een methodische manier in relatie tot anderen en je leert ook vaardig te worden in dat handelen. Problematiek op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau leer je te analyseren en je onderzoekt of de analyse bruikbaar is in het praktisch handelen. Je leert hoe je gesprekken voert en hoe je rapportages schrijft. De beroepspraktijk vormt steeds het uitgangspunt. In dit eerste jaar maak je een begin met het onderwijs in de specialisatieminor. Vanaf november ga je ervaring opdoen in de praktijk. Aan het einde van het eerste jaar moet je voldoende credits hebben behaald om geen negatief bindend studieadvies (BSA) te krijgen. Het tweede jaar  In het tweede jaar ga je door met het verwerven van breed toepasbare kennis en vaardigheden in het majorprogramma. In de specialisatieminor ga je verder met je specialisatie en je maakt een begin met je differentiatieminor. Een aanzienlijk deel van het tweede jaar breng je door in de praktijk, waar je eenvoudige beroepshandelingen uitvoert. Het derde jaar  Het derde jaar breng je voor het grootste deel in de praktijk door. Je werkt onder begeleiding en later zelfstandig. Het vierde jaar  In het vierde jaar volg je onderwijs in door jou gekozen differentiatieminors. Daarnaast doe je een onderzoek naar een praktijkprobleem en je maakt, met behulp van de theorie, een analyse van je eigen methodisch handelen. Het onderzoek wordt gedaan in de praktijk aan de hand van een opdracht uit het werkveld. Stage  Gedurende de hele opleiding is er veel aandacht voor de beroeps­ praktijk. Stages (of beroepspraktijkvorming) vormen dan ook een belangrijk onderdeel. In het eerste jaar bestaat de stage uit korte contacten met de praktijk, die vooral een verkennend karakter hebben. Vanaf de tweede periode verricht je één 27



dagdeel in de week werkzaamheden. In de eerste helft van het tweede jaar doe je wekelijks praktijkervaring op. Onder begeleiding en met duidelijke instructies pas je dan toe wat je op de opleiding hebt geleerd. Je begeleiders beoordelen of je bepaalde beroepsvaardigheden in voldoende mate beheerst. Het derde jaar bestaat bijna volledig uit stage, waarbij je regelmatig op de opleiding je werkervaringen en opdrachten met medestudenten bespreekt. Op je werk word je ondersteund door een praktijkbegeleider en binnen de opleiding door een praktijkdocent. Je persoonlijke studieloopbaanbegeleider houdt zicht op de ontwikkeling van je competenties. De opleiding regelt geen stageplek voor je. Bij het vinden van stageplekken wordt dan ook een grote inzet van je verwacht. Uiteraard kun je gebruikmaken van het netwerk van de opleiding. Afstudeerrichtingen en differentiatieminors  Binnen je specialisatie­ minor en differentiatieminor kun je zelf je studieprogramma samenstellen, op basis van je persoonlijke interesse en ontwikkelingsmogelijkheden. Zo zorg je voor je eigen verdieping en specialisatie binnen het werkveld en de beroepsomgeving. Je kunt je bijvoorbeeld richten op een specifiek thema binnen je beroep, zoals: —— Jeugd —— Management —— Complexe Communicatie —— GGZ-agoog —— Internationale Samenwerking Een studieloopbaanbegeleider ondersteunt en adviseert je bij het maken van je keuze. Afstuderen  Het laatste jaar van je opleiding moet je aantonen dat je alle competenties op hbo-niveau hebt verworven. Je plaatst de dagelijkse praktijk in een theoretisch kader. Op basis van eigen onderzoek geef je een gefundeerde mening over bepaalde onderwerpen. Je studeert af in een zelfgekozen specialisatie. In overleg met de opleiding bepaal je hoe je gaat bewijzen dat je alle competenties op hbo-niveau hebt verworven. Je laat dit zien door middel van je afstudeer­ onderzoek, dat je individueel verricht of in een team van maximaal vier studenten. Bij de beoordeling speelt de mening van vertegenwoordigers uit het werkveld een belangrijke rol. Kijk voor meer informatie op www.inholland.nl/sph

29


over Hogeschool Inholland over ons onderwijs kies een opleiding die bij je past Hogeschool Inholland Haarlem opleidingen

praktische informatie Online inschrijven hbo  Inschrijven doe je via de site van Studielink. Kijk voor meer informatie, uitleg en de link om je direct in te schrijven op: www.inholland.nl/inschrijven of ga direct naar www.studielink.nl. Titulatuur  Als je bent afgestudeerd aan een hbo-opleiding mag je jezelf bachelor noemen. Daarnaast blijven de Nederlandse titels bc. (baccalaureus) of ing. (ingenieur) bestaan. Je kiest zelf of je de internationale bachelortitel of de Nederlandse titel voert. Studiekosten  Het collegegeld in het studiejaar 2011-2012 zal iets hoger liggen dan in 2010-2011. Houd in het eerste jaar van je opleiding rekening met de kosten voor boeken, readers en syllabi: die kunnen oplopen tot duizend euro. Veel boeken van het eerste jaar gebruik je ook in de volgende studiejaren. In die jaren zijn de kosten dus lager. Per opleiding kunnen de kosten verschillen. Kijk voor het actuele overzicht van de studiekosten op: www.inholland.nl/studiekosten. Wat zijn de toelatingseisen?  Je hebt minimaal een havo- of vwo-diploma nodig, of een mbo-opleiding niveau 4. Soms is een bepaald vakkenpakket of profiel verplicht. Als dat zo is, staat het vermeld bij de toelatingseisen van de desbetreffende opleiding op de website. De doorstroomprofielen vind je op: www.inholland.nl/doorstroomprofielen. 21+ toets  Voldoe je niet aan de toelatingseisen en ben je ouder dan 21 jaar, dan kun je meedoen aan een toelatingstoets. Aanmelden voor de 21+ toets verloopt via Studielink. De inhoud van de toets verschilt per opleiding. Kijk voor meer informatie op: www.inholland.nl/21plustoets. Taal- en schakelcursus  Heb je een buitenlands diploma, een geldige verblijfsstatus en wil je een Nederlandstalige hbo-opleiding bij Inholland volgen? Doe dan mee aan de Taal- en Schakelcursus (TSC). De cursus richt zich op de Nederlandse taal en het vakgebied van je keuze. Meer informatie over de taal- en schakelcursus vind je op: www.inholland.nl/taalenschakelcursus.

30


Studiefinanciering  Op de site van Studielink is een link opgenomen naar de DUO-IB-Groep om studiefinanciering en een OV-studentenkaart te regelen. Deze vind je op de persoonlijke pagina, nadat je je hebt aangemeld voor een opleiding. Vergeet niet om tijdig je studiefinanciering aan te vragen. Aftrekbare studiekosten  Volg je een opleiding of studie voor je beroep of toekomstige beroep en heb je geen recht op studiefinanciering? Dan kun je studiekosten, zoals collegegeld en de uitgaven voor boeken, opgeven als aftrekpost bij de Belastingdienst. Meer informatie hierover krijg je via de Belastingtelefoon: 0800 - 0543 of kijk op: www.belastingdienst.nl. Starten in februari  Een aantal opleidingen geeft je de mogelijkheid om behalve in september ook in februari te beginnen met je studie. Kijk voor de voorwaarden en mogelijkheden op: www.inholland.nl/februaristart. Inholland Honours  Dit programma is speciaal ontwikkeld voor talentvolle studenten die meer willen en kunnen. Je wordt uitgedaagd het maximale uit jezelf te halen. Het programma bestaat uit twee delen: —— in het eerste en tweede jaar volg je het voorbereidende prehonoursprogramma, —— in het derde en vierde jaar een honoursprogramma dat aansluit bij jouw opleiding. Het honoursprogramma leidt op tot een hoger competentieniveau dan de reguliere bacheloropleiding. Voor beide onderdelen doorloop je een strenge selectieprocedure. Meer informatie vind je op: www.inholland.nl/honours. Meer informatie  Het Studiekeuze Adviescentrum is het inlooppunt voor iedereen die een hbo-opleiding wil gaan volgen in voltijd, deeltijd of duaal. Onze medewerkers staan klaar om je te helpen met je studiekeuze. Natuurlijk zijn ook je ouders welkom, net zoals zittende studenten en andere belangstellenden. Kijk op: www.inholland.nl/studiekeuze/studiekeuzeadviescentrum. Voor vragen met betrekking tot een specifieke opleiding van één van de locaties van Hogeschool Inholland kun je contact opnemen met het Studieinformatiepunt, tel: 0900 Inholland (0900 464 65 52 63, lokaal tarief) of per e-mail via: info@ inholland.nl.

31


Tekst Hogeschool Inholland Fotografie en coördinatie afdeling Marketing & Communicatie Hogeschool Inholland, René Castelijn, Raphael Drent en Shutterstock Basisontwerp Studio Dumbar, Rotterdam Productie Jurriaans Lindenbaum Grafimedia, Amsterdam Zuidoost Hoewel deze brochure met grootste zorgvuldigheid is samengesteld kunnen er geen rechten worden ontleend aan de inhoud. Voor eventuele opmerkingen over deze brochure kun je contact opnemen met: Hogeschool Inholland afdeling Marketing & Communicatie, postbus 558, 2003 RN Haarlem

HAA–M&W–VT


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.