Magnitude

Page 1



Magnitude, eenheid van helderheid van sterren.

Vanaf nu ook het verslag van een heel projectjaar waarin zoveel leerlingen en leerkrachten schitter(d)en. Of ze nu bijgedragen hebben aan de 380.000km naar de maan, werkjes hebben gemaakt voor de tentoonstelling, in de spotlights stonden van de show of achter de schermen veel van hun tijd hebben gegeven… Sommigen zagen sterretjes, sommigen vallen straks misschien in een zwart gat..., maar toch ‘Chapeau’! In 2009 werd er voor het eerst gesproken over een project, op vraag van de directeur. Èn met een enthousiaste werkgroep onder leiding van Erwin die, na de vele vergaderingen en repetities, met trots kan opkijken naar de nachtelijke hemel en kan zeggen: ‘We hebben ook een ster verdiend!’. Op 5 & 6 mei is het eindelijk zover: de grote apotheose, de supernova, de totale zonsverduistering, een nieuwe oerknal in de geschiedenis van OLVA. In dit magazine vind je geen indeling. Blader heen en terug, ontdek mooie werkjes van eerstejaars, sprekende gedichten, interviews met enkele (oud-)leerlingen die elk op hun manier ‘schitteren’, een horoscoop, foto’s van het voorbije jaar, lijstjes met sterrenfilms en –muziek, een doolhof, een woordzoeker…. Ik dank iedereen die heeft bijgedragen aan dit magazine, in het bijzonder Pieter D‘Hoop, voor de vlotte samenwerking en de prachtige grafische indeling van Magnitude! Erik Devlies

3


FC BARCELONA - FC OLVA : 3-3 Sterren heb je in alle maten en gewichten. Er zijn sterren die schitteren en sterren die glitteren. Sommige sterren glinsteren, andere flikkeren of knipperen. Je hebt mediasterren, filmsterren.en sportsterren. Jongeren kijken vooral op naar voetbalsterren en muziekidolen. Een grootschalige enquête wees onlangs uit dat de twee populairste toekomstdromen van jongeren zijn: een carrière als voetballer en een carrière als muzikant. Maar het is niet al goud wat blinkt. Soms zegt men ‘ it’s lonely at the top’. Recentelijk hebben we het nog kunnen vernemen via de media: eenzaamheid en de tol van de roem ruïneerde de levens van Amy Winehouse en Withney Houtston. Het sterrenpredikaat is niet alleen voor idolen voorbehouden. Je hebt ook sterrenrestaurant, sterrenclubs en … sterrenscholen. Een artikel in de krant De Tijd over de sterrenploeg van FC Barcelona gaf me inspiratie over hoe een school als OLVA kan proberen te schitteren. FC Barcelona wordt wel eens het beste voetbalteam ter wereld genoemd. De afgelopen zeven seizoenen werd Barcelona vijf keer kampioen in eigen land, won het liefst drie keer de Champions League en pakte het twee keer de wereldtitel voor clubs. Het logo ‘Mes que un club’ - Catalaans voor ‘meer dan een club – is niet zomaar een loze slogan, maar een echte missie van de ploeg. FC Barcelona is duidelijk een club die van waarden doordrongen is. Die waarden zijn: artistiek voetbal, een versmelting van de Catalaanse identiteit met kosmopolitisme en directe democratie. Om met dat laatste te beginnen: wat FC Barcelona anders maakt dan de meeste andere clubs, is zijn democratische karakter. In tijden waar rijke eigenaars uit Rusland en de Golfstaten het Europese voetbal domineren, is FC Barça nog altijd in handen van zijn bijna 180.000 aangesloten leden. Die hebben allemaal stemrecht bij nieuwe voorzittersverkiezingen. Bovendien moet het management tijdens een jaarlijkse algemene vergadering verantwoording afleggen aan de honderd oudste leden en aan duizend via loting willekeurig aangeduide leden. Iets anders waar we als school zeker kunnen van leren is de opleiding van jonge spelers bij FC Barcelona. De meeste trainers in andere ploegen trainen een jeugdspeler op wat hij nog niet goed kan. Wie niet goed kan dribbelen, krijgt extra dribbeloefeningen, wie moeite heeft met het veranderen van de richting bij balaanname traint daarop, enzovoort. Maar bij FC Barça ziet men dit anders … Ooit deden sportpsychologen een onderzoekje waarbij ze deze trainingstechniek vergeleken met een andere trainingsvorm die gebaseerd was op de omgekeerde aanpak. Die bestaat erin dat men een jeugdspeler traint op waar hij goed in is! Wie goed kan dribbelen, wordt dus getraind op dribbelen. De omgekeerde wereld als het ware. Nochtans stelden deze sportpsychologen vast dat trainers die werkten volgens deze laatste methode veel betere


resultaten haalden. FC Barcelona had dat dus goed gezien. Reeds jarenlang kiezen de trainers van deze Catalaanse ploeg voor de aanpak om de talenten van elke speler verder te ontwikkelen. Opvallend is verder dat deze topclub duidelijk kiest voor artistiek voetbal. Geen resultaatvoetbal (willen winnen tegen alle regels van mooi voetbal in) maar het spel om het spel. Intrinsieke motivatie dus. En dit wordt vertaald in een visie op artistiek voetbal. Beroemd is hun tiqua taca: een erg aanvallende manier van voetballen waarbij positiespel, balbezit, het zoeken van de vrije ruimte en het onder druk zetten van de tegenspeler bij balverlies centraal staan. Bovendien kiest men in Barcelona duidelijk voor de teamaanpak. Geen uitzinnige transferbedragen voor superhero’s (concurrent Real Madrid betaalde ooit 93 miljoen euro voor de Braziliaan Ronaldo). Barcelona besteedt het grootste bedrag van alle clubs in de jeugdopleiding. Als ze al buitenlandse spelers aantrekken, doen ze dat op jeugdige leeftijd. De huidige superster van het eerste elftal, Lionel Messi, werd op zijn dertiende weggeplukt bij het Argentijnse Rosario. Door in te zetten op de jeugd, kan FC Barça gemakkelijker de spelers doordringen van de eerder genoemde drie waarden. Bovendien kan men op die manier de kaart van de teamgerichtheid trekken In hun voetbalschool staan de drie waarden en de teamgerichtheid centraal. Van mij krijgen ze vier sterren voor hun jeugdschool. Wat ik er bijzonder aan waardeer is dat zij beseffen dat niet elke jeugdspeler het tot profvoetballer brengt. Daarom wil de club zijn jonge spelers die het niet halen, voorbereiden op een leven buiten het voetbal. Schoolresultaten zijn even belangrijk als de prestaties op het veld. Te laat komen is een doodzonde. Seksuele opvoeding, drugs, omgaan met roem, het staat allemaal op het curriculum van de opleiding. Bij FC Barcelona wil men van de jeugdspelers niet alleen betere voetballers maken, maar ook betere mensen. Daarom hameren ze op respect, werkethiek, doorzettingsvermogen en teamgeest. Opvallend is dat Barcelona spelers niet laat vallen, want elke jongere heeft talent. Omwille van de teamgeest houden ze de spelers zo lang mogelijk samen. Niet te verwonderen dat er bij Barcelona meer dan bij andere ploegen jeugdspelers doorstromen naar de A-ploeg. Maar ook de mindere goden vinden hun weg naar kwaliteitsploegen. En ook dat verdient een pluim. Sterren laten ons dromen. Maar sterren kunnen ons ook de weg wijzen. FC Barcelona leert ons waar een school moet op inzetten: bijbrengen van waarden, teamgeest, democratie, een eigen identiteit, accent op talent, intrinsieke motivatie (‘het spel om het spel’, leren uit interesse), elke leerling laten schitteren. Laten we van dit alles samen werk maken in OLVA. Samen kunnen we OLVA laten schitteren! Danny Van De Velde directeur OLVA

5


Historiek STARS @ OLVA 13 november 2009: eerste brainstorm

augustus 2010: tweede brainstorm

Weekend 5-6 mei 2012: Stars @ OLVA


Alle leerlingen en leerkrachten op OLVA hebben samen de 380000 km naar de maan afgelegd door te fietsen, wandelen, ...

oktober 2011: het project krijgt een naam

november 2011: Start audities

april 2011: startmoment in de sporthal

februari 2012: start van de repetities

september 2011: sportieve startactiviteit Bloso

7


20/04 - 20/05 Het sterrenbeeld Stier is tegenwoordig nauwelijks te zien. als je je dus wat minder voelt is dat volstrekt normaal. Over enkele maanden zou alles weer okĂŠ moeten zijn. Nog even volhouden dus. wees voorzichtig met het eten van teveel La Vache qui rit. Stijn Meuleman (1D)

Emma Vansieleghem (1D)

20/05 - 20/06 Tweelingen, leef niet boven je stand, goedkoper leven is gezond. Bespaar door uitjes naar sterrenrestaurants te schrappen en sla het voorstel om het volgende rondje te trakteren af. Het zijn immers altijd twee mondjes te voeden.


‘ik ben ook maar gewoon naar OLVA gegaan.’ intervieuw met Chris Dusauchoit door Loes en Marjan Jij hebt hier nog op OLVA gezeten, hoe kijk je terug op die tijd? Met bovenal warme gevoelens. Ik had soms veel mededogen met leraren, soms geen greintje. Veel hing af van hun vakkennis. Mijn leraar Latijn/Grieks en Esthetica was iemand waarvoor ik grenzeloos veel respect had, hij kende zijn vak. Mijn leraar Nederlands was een idioot. Zo gedroeg ik me ook : bij de nozems als een varken, bij de connoisseurs als een voorbeeldig leerling.

Wat is je beste/leukste/grappigste herinnering aan OLVA? Ik was mederedacteur van het schoolkrantje ‘Boemerang’ (samen met Peter Slabbinck van Red Zebra, die in mijn kleine klasje zat) Om de oplage op te drijven staken we een keer ad random een lok haar van de enige lerares in een boekje, of een stuk van twintig frank. We noteerden ook ooit alles wat in de houten banken gekrast was. We bliezen condooms vol lucht en legden ze tussen de planten voor het kantoortje van de directeur. De meest droevige ervaring was toen ik een oudstudieopzichter (als dat woord nog bestaat) mijnheer Slabbynck jaren later terugzag. Hij zat in een instelling, en was helemaal het Noorden kwijt. Goede leraren zijn een beetje zoals ouders, ze zetten je op weg, en als hen iets overkomt dan doet dan pijn. Zelfs al lach je je intussen kreupel met de nitwits.

Wij kunnen er ons iets bij voorstellen, maar wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen “naar school gaan”, vroeger en nu? Toen was het potverdikke ongemengd! Wij begaapten de meisjes toen ze voorbij fietsten richting Sint-André, in hun blauwe uniformpjes. Wat waren ze mooi en onbereikbaar. En er bestond geen internet. Als je een vertaling wilde van je Griekse tekst kon je die misschien vinden in de Brugse stadsbibliotheek, als je er heel beleefd om vroeg. Bovendien kreeg je twee uur strafstudie (op zaterdagmorgen - god weet dat ik er veel heb gekregen-) voor het minste.

9


Kun je studeren voor televisiegezicht? Nee, toch? Hoe ben je het dan geworden? Daar kan je niet voor studeren inderdaad. Mijn vak zit helaas vol klunzen, als is dat eigen aan alle beroepen. Maar gelukkig zijn er ook een paar terechte sterren. Hoe je er voor kunt studeren? Zoals voor elk vak/ beroep : door je best ervoor te doen, door niet te rusten op je lauweren. Door te leren dat er veel meer te leren valt buiten je leerstof. Door niet te denken dat leren stopt na je studies. Dat bijleren iets is van elke dag.

Dieren zijn onvoorspelbaar. Ooit iets gevaarlijks meegemaakt? Wat is voor jou de meest memorabele herinnering aan “Dieren in nesten”? Natuurlijk is het soms gevaarlijk geweest. Olifanten staan dan misschien op chocoladewikkels, ze kunnen je zo doodrammen. Nijlpaarden kunnen je doormidden bijten. Leeuwen ook natuurlijk, struisvogels kunnen je trouwens ook doodtrappen en reigers kunnen je ogen uitpikken. En stomme boekjes zoals Story en Dag Allemaal zijn nog veel gevaarlijker dan eender welk roofdier.

Je doet nu al heel lang mee met Dieren in nesten (ruim 100 afleveringen (honderd hoor!!!)), is dit je droomjob? Of zou je nog graag eens iets anders doen? Veel collega’s zijn jaloers op mij. Ze trekken elke week naar een studio rond de hoofdstad om een programma in te blikken. Ik zit minstens twee weken per jaar in Zuid-Afrika. Daar is niemand, geen kapster of schminkster, alleen beesten en natuur, niemand heeft zo’n job als ik.

Ben je voor je vrienden en familie ook de eerste aan wie ze hun vragen over dieren stellen? Of voor mensen op straat? Helaas denken mensen op straat dat ik op alles aan antwoord weet. Dat is niet zo, ik ben ook maar gewoon naar OLVA gegaan.

Wat maakt jouw dag goed?

Dat durf ik niet zeggen in dit interview!


11


laureaten poëziewedstrijd Stars@Olva Zullen onze leerlingen enthousiast reageren of halen ze hun neus op voor poëzie? Zitten er eigenlijk wel dichters op Olva en durven ze het aan om deel te nemen aan een poëziewedstrijd? Samen met mijn collega’s Bieke De Clercq en Katrien Olivier tobde ik over deze vragen. Al dat gepieker was helemaal niet nodig, want maar liefst 347 leerlingen kropen in hun pen en schreven een gedicht rond het thema ‘sterren’. Het was een hele klus om de beste gedichten te selecteren, want heel wat leerlingen beschikken, misschien zonder het zelf goed te beseffen, over een flinke dosis dichttalent. Dat vond ook de professionele jury. Drie auteurs en dichters gingen in op onze vraag om de inzendingen te beoordelen . Daniël Billiet, Hilde Van Cauteren en David Van Reybrouck bogen zich over het dichtwerk van onze leerlingen en kozen de winnende gedichten. We zijn heel fier op alle deelnemers en stellen nu graag de negen winnende gedichten aan u voor. De drie hoofdwinnaars worden bekendgemaakt tijdens de prijsuitreiking aan het begin van de show. Barbara Decoster Namens de werkgroep poëzie Dwalend door dit donker doolhof, blies ik wolkjes naar de sterren. Dansend in de wind van wervelende gedachten, stond ik op het dak van de wereld, aangestaard door duizend ogen. Dromend van witte wollen warmte, wiegde ik op een zee van herinneringen, sprong van ster tot ster, zag mezelf weerspiegeld in haar breekbare blik. Gevangen in haar glimlach, in de zang van dingen die eens zo duidelijk waren, in hoop, dwalend door dit donker doolhof. En ik vroeg haar: Wat gebeurt er? Ze keek naar de horizon en zei: Je wordt ouder. Ewoud Goethals (5A)

tekening: Dries Abelshausen 1A


Op zoek naar sterren

Sterrendauw

Sterren verblijven op een geheim adres, wat zit hierachter? Ik vlieg de ruimte in op zoek naar het magische moment. Ik voel me vrij. Een heldere streep in de lucht, Een ring van licht. De deuren gaan open, vallende sterren, Stippen fonkelen. Dragen een roze mantel en hoge hakken. Ik kan alles aan.

Een tijd donker Uren in de kou Wolken verdwalen in de verduistering Ik droom weg Samen met de wind Ik schreeuw het uit en voel me vrij Een glimp versmelt in een heldere streep in de lucht Gouden ringen geven veel licht Haar ogen flitsen door mijn gedachten Deuren in de hete bol gaan open Sterren komen binnen De maan neemt een hap uit de zon Sterren fonkelen aan de hemel Een vallende ster vertelt het grootste geheim Een magisch moment Een kus rond de maan Sterren aan de donkere hemel Maken een tocht rond de wereld Samen naar de sterren kijken Voltooit mijn kindertijd.

Lize Van Meenen (2A) Harry (in het licht) Je bent zo smakeloos mooi zo fonkelend beroemd waar men naar opkijkt vanuit de ruimte een lachwekkend beroep in het licht kan ik je zien. ChloĂŠ Borrizee (2D)

Eva Huysentruyt (3C) Ik speel frisbee met de ringen van saturnus omdat ik moet sporten van mijn moeder omdat voetballen met uranus niet leuk is omdat zwemmen in de zeeĂŤn van mars pijn doet omdat golven voor oude mannen is omdat ik het kan Thomas Calleeuw (4A)

tekening: Janne Tuts 1A

13


Volg me weg van hier Want als daar de hemel een plek op aarde wordt de sterren als appels aan de boom groeien wil ik op de eerste rij staan Dan zal ik me laten vallen in je woorden en vertrouwen op je glimlach Kijk de hemel is nog altijd boven ons Sofie Lamote (6A) Subtiliteit Een ster in de slaapkamer, onverantwoord interessant. Een glinsterende schemering vergezeld door gezonde lust. Ik ben toch niet gek? Trompetgeschal, frontale aanval! Ik doe het met Flair. Verblind door het snijdende licht, ploeterend want u bent het waard. De glinsterende schemering vergezeld door zelfvoldaanheid geeft je vleugels. De aftocht wordt geblazen, I’m lovin it! Alexander Van Hulle (5D)

Elke nacht De zon is klaar met componeren hij is tevreden over zijn werk. Het concert is reeds uitverkocht hij kijkt met een glimlach terug verlaat het podium. Nu is het sterrenorkest in aantocht met de maan als dirigent samen in crescendo de eerste strofe tegemoet. De hemel geeft een concert van licht en ik geniet met volle teugen Ik zou eeuwig blijven kijken heel de nacht lang maar de klok liegt niet en een bisnummer is uitgesloten. De zaal loopt leeg de componist keert terug. Opnieuw schrijft hij om van elke nacht iets nieuws te maken ik krijg het behaaglijk stil. Thomas Parton (2F) Sterrenhemel gluurt doorheen het zolderraam Het glas kleurt roze Uitdovende radiator zorgt voor rust Het voelt donker buiten Midden in de nacht, binnen lekker warm Sterrenhemel gluurt doorheen het zolderraam Gelukkig, het kleurt roze Charlotte Boeckaert (4E)

tekening: Juno Franck 1E


‘Discipline is goed, maar het moet plezant blijven’ Als ze hun hiphopoutfit aantrekken, worden ze concurrenten maar naast het podium zijn het de beste vriendinnen. Sanne Callant (21) en Karolien Bassens (18) hebben allebei de titel ‘Belgisch kampioen hiphop’ op zak. Een gesprek over jury’s verleiden, ‘fifteen minutes of fame’ op televisie en dansen tot je erbij neervalt. Sarah Vankersschaever (journaliste van De standaard)

Sanne studeerde Latijn-Wiskunde in Olva en Karolien Economie-Moderne Talen. De twee oud-studenten dansen zich ondertussen een weg binnen de hiphopwereld en doen er nog eens hogere studies bovenop. Niet slecht voor twee jonge vrouwen voor wie de toekomst nog moet beginnen. Belgisch kampioen hiphop worden klinkt veel spannender dan blokken voor de examens. Kunnen jullie passie en studies vlot combineren? Sanne: ‘Ik heb er even aan gedacht om mijn studies kinesitherapie in Gent op te geven. Maar het leek me toch verstandiger om eerst een diploma te halen en daarna te beslissen of ik professioneel verder wil met dansen.’ Karolien: ‘Zodra je een evenwicht vindt, lukt het wel. Ik train nu zeven uur in de week maar met mijn studie Lichamelijke opvoeding en bewegingsrecreatie in het KATHO Reno Torhout valt zoiets goed te combineren.’ Sanne: ‘Bij mij blijft het voorlopig bij drie uur per week. Bovendien moeten we realistisch blijven: je brood verdienen met hiphop in Vlaanderen, dat zit er niet meteen in. Zowel bij Karolien als bij mij is het begonnen als een onschuldige hobby op vrijdagavond. Maar meer dan een fanatieke hobby zal het waarschijnlijk nooit worden.’

15


Is de hiphopwereld een stoere mannenwereld waar je als vrouw je mannetje moet staan? Sanne: ‘Het is een stoere wereld maar er zijn vreemd genoeg meer meisjes dan jongens die aan hiphop doen. Vooral in het buitenland is de concurrentie bikkelhard: in Rusland worden jongeren gedrild om te winnen. In Vlaanderen geldt: discipline is goed, maar het moet plezant blijven.’ Karolien: ‘Je mag je vooral niet laten imponeren. Binnen de hiphop is uitstraling ontzettend belangrijk: je moet zelfzeker overkomen. Dat doe je via je mimiek, je houding en zelfs je kleren.’ Sanne (knikt): ‘Kledij is ontzettend belangrijk. Als je een meer vrouwelijke choreografie danst, trek je al sneller een kort t-shirt aan en een spannende broek. Dans je stoerder, dan mag het allemaal iets meer baggy en ruiger.’ Is uitstraling iets wat je hebt of niet hebt? Of kun je eraan werken? Sanne: ‘Onze trainers laten ons oefenen voor een spiegel. Dan geeft hij ons als opdracht ‘doe alsof er een mannelijke jury op de tribune zit die je een voor een moet verleiden’ (lacht).’ Karolien: ‘We moeten bovendien vaak alleen dansen waardoor de trainer en de groep meteen zien waar je fouten maakt. Bijvoorbeeld wanneer je je arm onvoldoende strekt of je naast het ritme zit. Er is kortom niets waar je niet aan kunt werken.’ Hoe reageren mensen als jullie hen vertellen dat jullie hiphopsters zijn? Sanne: ‘Iedereen vindt het leuk en stoer. De meesten willen dan dat ik ‘een kunstje toon’ (grinnikt).’ Karolien: ‘Of dat je hen iets aanleert. Sanne en ik hebben dat trouwens een paar keer gedaan op Olva: toen er een scholenwedstrijd dans was, hebben we een groepje studenten een choreografie aangeleerd. Ik heb veel mooie herinneringen aan Olva maar dat was toch een van de hoogtepunten.’ Sanne: ‘Ik vond het vooral leuk dat de leerkrachten wisten dat we met hiphop bezig waren. Ze stimuleerden ons door ernaar te vragen en hadden we een wedstrijd gewonnen, dan kregen we de volgende dag gegarandeerd een complimentje. En moesten we eens naar het buitenland voor een wedstrijd dan vormde dat nooit een probleem.’ Karolien, jij doet naast disco en hiphop ook ballet. Dat lijken twee verschillende werelden? Karolien: ‘Dat is ook zo. Ik moet nog elke keer in mijn hoofd een klik maken: bij ballet moet je voorzichtig zijn en je moet altijd met rechte rug dansen. Bij hiphop dans je net gebogen en gaat het er allemaal iets heftiger aan toe.’ Hebben jullie er nooit aan gedacht om jullie in te schrijven voor de danswedstrijd ‘So you think you can dance’ op televisie? Sanne: ‘Ja, maar ik denk dat ik daar nog niet goed genoeg voor ben. Enkele meisjes uit de club hebben zich ingeschreven maar zijn niet geselecteerd. De jury is best streng.’ Karolien: ‘Ik zou me graag volgend jaar kandidaat stellen. Wie niet waagt… We hebben nog tijd.’


21/06 - 22/07 Kreeft, je zou wel eens een dipje kunnen kennen. Vergeet dan niet dat je niet alleen bent. Er zijn altijd mensen die de uitgedoofde vonk willen omtoveren tot een echte heldere ster. Zet je schaar in het verleden. Jozefien Dobbelaere (1A)

CĂŠleste Blondelle (1F)

23/07 - 22/08 Leeuw: Onthoud dit goed! Haast en spoed zijn zelden goed! Met de snelheid van het licht door het leven flitsen zorgt ervoor dat je niet meer achterom kan kijken. Oude vriendschappen dreigen te verwateren. Loop niet achter elke lekkere hinde aan.

17


Jolien Brouwer is Advisor bij Lindenaar & Co. Voor haar

start bij Lindenaar & Co heeft Jolien International Business gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam met Masters in Finance & Investments en Strategic Business Management. Tijdens haar studie schreef ze haar scriptie over de effecten van joint venture aankondigingen in West-Europa. Sinds haar start bij Lindenaar & Co in 2010 is Jolien betrokken geweest bij verschillende M&A transacties, waarderingen en marktonderzoeken. Zware kost, maar niet voor haar, en dat voor een stuk dankzij OLVA. Erik Devlies

Jolien Brouwer, ik zie je nog zo voor me zitten, 13 jaar oud, een onmiskenbaar Hollands accent en toen al assertief. Hoe ben jij op OLVA verzeild geraakt? Wij waren net vanuit Polen naar Brugge verhuisd. Mijn vader werkte toen voor Cargill en werd telkens naar een ander land gestuurd om daar het bedrijf te gaan leiden dat was overgenomen. In België was dat een bedrijf dat de plastic flessen maakte voor zonnebloemolie, Gezien mijn ouders niet zo wisten hoe het systeem werkte werden mijn zus en ik ingeschreven in Immucalata, dus geen ASO school. Toen woonden we nog aan de andere kant van Brugge. Uiteindelijk hebben mijn ouders een huis gevonden in St-Kruis, en raadde de directeur van de school mijn ouders aan om mij naar OLVA te sturen. Mijn zussen gingen naar het Mariawende. Je woont en werkt nu in Amsterdam, heb je altijd geweten dat leven in Vlaanderen geen optie was? Ja, ik ben op mijn 18de naar Rotterdam gegaan om daar te gaan studeren. Toen studeerde mijn zus al in Utrecht, en ze vertelde mij zulke fantastische verhalen over het studeren in Nederland dat ik dat absoluut niet wilde mislopen. Door de vele feestjes in de weekenden had ik zelden de behoefte om terug te gaan naar mijn ouders. Mijn leven speelde zich eigenlijk meteen al af in Rotterdam. Ik woonde ik in wat je noemt een ‘Verenigingshuis’ (cfr. de sororityhouses met Griekse letters als namen in Amerikaanse studentenfilms), dus never a dull moment. Mag ik je een carrièrevrouw noemen? Je werkt in een harde branche, zijn er bepaalde kwaliteiten die je op OLVA hebt ontwikkeld of ontdekt? Ja, dat mag gerust, maar zo zie ik mezelf helemaal niet. Het is niet vanzelfsprekend voor een vrouw om in deze sector te werken, en ik moet zeggen ik loop ook af en toe tegen een muur op. Maar een carrièrevrouw is voor mij iemand die niet beseft dat er naast werken nog een hele wereld is. Dat besef ik mij maar al te goed. Ik maak af en toe weken van 80 uur. Maar ik


vind het ook erg belangrijk om alsnog in de weekenden mijn vrienden te zien, te hockeyen, en naar festivals te gaan. Op OLVA heb ik zeker kwaliteiten geleerd die ik nu nog erg vaak gebruik. Ik heb een ijzeren discipline. In mijn middelbare school tijd hockeyede ik 4 keer per week, (3 keer trainen, 1 dag wedstrijd), ik moest mijn tijd tussen hockey en schooltijd dus goed verdelen. Ik denk dus dat OLVA mij heel goed heeft getraind in het plannen Daarnaast heb ik heel veel profijt gehad van het feit dat ik veel wiskunde en economie kreeg naast al mijn andere vakken. In Nederland laat je tijdens de middelbare school veel vakken “vallen”. Daarom hebben ze in Nederland ook veel kortere schooluren, ze hebben simpelweg minder vakken. Het feit dat je dat in het Belgisch systeem eigenlijk niet kan (je kiest gewoon voor meer uren van de vakken die je leuk vindt) merk ik dat ik duidelijk meer kennis heb van zowel talen als exacte vakken. Een belangrijk aspect wat ik op OLVA heb geleerd, en wat mij nu vooral helpt om de carrièrevrouw te zijn is dat het belangrijk is je te onderscheiden. Vertel je verhaal. Laat zien wie je bent. Wees niet bang iemand jouw kant van je verhaal te vertellen. En wees niet bang om af en toe de David te spelen tegen Goliath. Ik heb al af en toe tegen CEO’s van beursgenoteerde bedrijven moeten vertellen dat hun plannen niet uitvoerbaar zijn. Dat hun ideeën niet goed getimed zijn. Dat hun boekhouding een zootje is. Durven vertellen, het is niet altijd makkelijk. En dat heb ik vooral geleerd door mee te mogen doen aan eXpo. En ik heb geleerd trots te zijn om wie ik ben. De eerste jaren was het niet altijd even gemakkelijk om als “outsider” ineens in een klas te worden geplaatst bij leerlingen die vaak al hun hele leven bij elkaar zaten. Het was niet altijd leuk om op die leeftijd “anders” te zijn. Ik heb me echter voorgenomen dat ik me niet klein zou laten maken door die paar die het nodig vonden om mij keer op keer op een niet al te vriendelijke manier erop te attenderen dat mijn accent anders was. Ik heb dus vooral veel geleerd door de mogelijkheden die mij geschonken waren op OLVA (Goed onderwijs, eXpo) maar minstens zoveel van het naar school gaan als Nederlandse in België. Dit interview kadert in een groots project op OLVA. Zelf heb je nog op het podium gestaan tijdens eXpo. Baby Love.... goeie herinneringen? Ik heb 2 jaar meegedaan aan eXpo, eens in mijn vierde en eens in mijn zesde jaar, dus 2002 en 2004. Ja, alleen maar goede herinneringen, en zoals ik al zei, ook veel ervan geleerd, en ik heb er zoveel gelachen. Ik heb toen inderdaad Baby Love gezongen en het was allemaal live! Enkele jaren later deed ik een imitatie van de juf die Esthetica gaf. Ik voelde mij daar niet zo lekker bij, omdat ik haar lessen wel erg leuk vond. En het was natuurlijk erg leuk om naast Arne (nvdr.: Vanhaecke) te mogen schitteren ;-).

19


Foto’s scharniermomenten.


21



23


Wie binnenkomt in een huis, een loft of een appartement ingericht is door

Geoffroy Van Hulle

, voelt en merkt in een oogopslag de onvoorwaardelijke liefde voor het vak die de familie al generaties lang in het bloed zit. Hij plaatst een zilveren kandelaar zo, dat de zachte gloed van de kaars precies de juiste plek van de grisaille belicht. Hij kiest de kleur van een boeket zo, dat het perfect harmonieert met de muren en het tafelgerei. Een huis van Geoffroy Van Hulle ademt stijl, elegantie en klasse, maar vooral een sfeer van vervlogen tijden. Geoffroy, de inleiding op dit interview komt recht van je website. Heb je die gave verder ontwikkeld door scholing Erik Devlies


Na het college ben ik richting Gent getrokken met de bedoeling binnenhuisarchitectuur te gaan studeren. In mijn tijd was het college nog zeer streng; ik volgde studie en als we een pen lieten vallen moesten we onze vinger opsteken om “de schuldige aan te duiden”... Dit als voorbeeld om aan te tonen dat het contrast tussen de regels van een katholieke, klassieke school enerzijds, en het vrije studentenleven ,waar plotseling alles kon en mocht, anderzijds, een grote aanpassing vergden. Het eerste jaar verliep alles gesmeerd, de “drilling” van het college zat er toen nog in en ik slaagde met onderscheiding. Maar vanaf het tweede jaar liep het wat minder. Ik ontdekte de terrasjes van Gent, het uitgaansleven klonk aantrekkelijk en van naar de les gaan kwam niet veel meer in huis. Gevolg: Niet geslaagd. Ik besloot mij te herpakken bij de tweede kans die ik kreeg van m’n ouders. In het jaar dat ik het tweede, voor de tweede keer deed ,hadden we als eindwerk een opdracht om een -fictieve- tandartsenpraktijk in te richten. Ik deed dat geheel naar de klassieke, landelijk stijl die in die dagen hoogtij vierde. De professoren zagen dat anders, ze wilden minimalisme. Ik kon me daar niet in vinden en weigerde daar aan mee te werken. Toen ik op mijn jurybeoordeling zei tegen een architect-leraar die mijn werk met de grond gelijk maakte, dat hij toch ook niet zo succesvol moest zijn als architect, omdat hij in een school studenten moest jureren wegens waarschijnlijk werk tekort, was het voor mij helemaal te laat... gevolg: Weer niet geslaagd. Toen ben ik op eigen houtje stage gaan lopen bij een Antwerpse decorateur, waar ik volledig in het echte leven werd gegooid. Ik heb in die periode van 9 maanden meer geleerd dan in die drie jaar in Gent. Je noemt Leonardo da Vinci en je moeder als je grote inspiratiebronnen. Je was dus voorbestemd. Je goede smaak zit blijkbaar in het bloed. Had je, toen je nog op OLVA zat, nog andere dromen vooraleer je in de zaak stapte? Als kind wist ik al dat ik iets met interieur ging doen. Ik heb een grote hekel aan lelijkheid en middelmatigheid. Terwijl andere kinderen forten met soldaatjes maakten, maakte ik liever bloemstukjes in de winkel van mijn moeder. Niet echt de meest mannelijke hobby voor een kind van 8, maar het was wat ik het liefste deed. Toen ik 14 was kocht ik zowat alle magazines die ook maar wat met interieur te maken hadden. Ik creëerde in mijn droomwereld heler kastelen, hoeves en landhuizen waar ik in woonde en leefde. Ik heb ook nooit geaarzeld of getwijfeld om iets anders te doen dan “de wereld van het interieur”. Dàt was het, en dàt ging het worden. Een tijdje terug kwam je sporadisch op televisie. Je richtte er de interieurs in van mensen die en make-over wilden. Hoe ziet een gewone werkdag er voor jou uit? De wereld van de televisie is niet aan mij besteed. Het was leuk om een keer mijn kunnen te tonen aan het grote publiek, maar er zijn teveel technische beperkingen die de creativiteit blokkeren. Programmamakers willen een tv-programma maken. Dat is -en terecht- hun grootste zorg. De reacties van de kandidaten, mevrouw huilt, meneer roept, zijn veel belangrijker dan het resultaat van de verandering van het interieur. Daar voelde ik me niet gelukkig bij, en ben er dan maar mee gestopt.

25


Mijn gewone werkdag kan ik eigenlijk niet beschrijven omdat er geen twee dezelfde zijn. Soms heb ik een afspraak in Tielt bij Mevrouw x om haar kleur aan de muur te kiezen, maar soms ben ik in Hong Kong antiek aan ‘t kopen in het midden van de nacht. Dus een regelmaat zit er niet echt in. Je bent ook gekend als de vriend van mediafiguur Jo De Poorter. Jullie brengen samen boeken uit. Die gaan waarschijnlijk over hoe jij “decoratie” ziet? We hebben net een derde boek uitgebracht. ‘The beauty Within’ gaat over schoonheid in zijn puurste vorm. Niet alleen aan de binnenkant van een huis, maar ook aan de binnenkant van een leven. Er staan dingen, plaatsen en gebeurtenissen in het boek die , althans mijn eigen, leven mooier maken. Door dit boek uit brengen wil ik dit ook graag doorgeven aan andere mensen. Je richt soms ook interieurs in in het buitenland. Wat zijn de gekste dingen die je voor je - eerder rijke - clientèle al hebt gedaan? Mijn klanten zijn heus niet allemaal rijk! Het belangrijkste is dat mijn klanten een verbetering aan hun leven willen toevoegen en dat ik daar op mijn manier- bij de keuzes van het interieureen steentje kan aan bijdragen.Je hoeft daar niet rijk voor te zijn! Wat niet wegneemt dat er wel rijke mensen bijzitten natuurlijk. Het gekste wat ik meemaakte was een mevrouw die in de winkel kwam om advies. Zoals steeds ging ik haar opzoeken bij haar thuis om een eerste gevoel te krijgen bij het interieur. Toen ik aanbelde opende ze de deur in lingerie. Ik was verbijsterd, maar ging toch binnen. Toen ze vroeg of ik er problemen mee had dat ze naturiste was en graag naakt rondloopt in huis, terwijl ze steeds dichter tegen me aanschoof en een hand op mijn bil legde, ben ik weggerend. Gillend! Mag ik je stijl een beetje ‘barok’ noemen? Nee. Mijn stijl is Ecclectisch. Ik neem het beste van vroeger, zoals een mooie 17de eeuwse zilveren pronkbeker, en het beste van vandaag, een hedendaags kunstwerk van Arne Quinze, en meng dat met het comfort van morgen (airconditioning die werkt op domotica is fantastisch!). Heb je nog een leuke anekdote van uit je OLVA-tijd? Ik heb alleen maar leuke herinneringen uit mijn schooltijd. Ik was een beetje te braaf, achteraf gezien. Het stoutste wat ik deed was tussen de middagpauzes wegglippen naar de snoepwinkel naast de deur. Ik heb mijn schade later ingehaald... Van Canneyt Home Store Nicole Van Canneyt Geoffroy Van Hulle Noordstraat 143 B-9990 Maldegem http://www.geoffroyvanhulle.be/


23/08 - 22/09 Maagd, in de nabije toekomst zou je wel eens sterretjes kunnen zien. Dierbaren willen altijd dat je goed oplet dus wees waakzaam voor je gezondheid. Eet voldoende fruit en spruitjes. Nee, laat die spruitjes maar vallen. Tilde De Baene (1C)

Nguyen Quynh Nhi (1F)

23/09 - 22/10 Weegschaal: Niet te snel rijden, er staan overal ‘vallende sterren’. Zo dik is je portefeuille ook weer niet, zorg dat de balans blijft kloppen. Het komende jaar zul je iemand nieuws leren kennen…

27


SCHOKKEND

Dries en Emiel zijn eindelijk terug herenigd. foto: Lut VallĂŠ - artikel: Erik Devlies


29


Olivier Neese, geboren op 14 februari 1985 (valentijnsdag),

is nu sportjournalist bij Krant van West-Vlaanderen en zat 6 jaar in OLVA. Hij deed in het 1e en 2e middelbaar modern daarna 2 jaar economiewiskunde en tenslotte nog 2 jaar economie-moderne talen. Hanne De Baene Dag Olivier, schreef je ook al artikels voor de schoolkrant toen je in OLVA zat? Nee, eigenlijk niet, al droomde ik toen al om journalist te worden. Tijdens sportwedstrijden keek ik soms meer naar de fotografen, camera mensen en journalisten op de persbanken dan naar de sporters… Een heel belangrijke factor, misschien wel de belangrijkste, om daarna ook voluit voor de journalistiek te kiezen, is Sylvie Leliaert. Voor ze bij OLVA begon, werkte ze bij Radio 2. Ik schreef voor het plezier af en toe basketbalverslagen, die ik telkens aan haar mocht afgeven. Zij verbeterde die dan in haar vrije tijd, gaf me tips voor een volgend verslag en schonk me vooral heel veel zelfvertrouwen. Zij gaf ook medialessen tijdens OLVA+ aan de 3e graad, maar ik mocht als derde- en vierdejaars van haar al inpikken. Olivier, jij werkt nu bij Krant van West-Vlaanderen. Heb je de ambitie om ooit bij een nationale krant te werken? Na mijn 6 jaar in OLVA heb ik 3 jaar journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent gestudeerd. De laatste maanden moet je een stage doen. Ik heb gekozen voor De Morgen, een nationale krant. Een bewuste keuze, omdat je daar ook écht mocht schrijven. Op andere stages mogen stagiairs bij wijze van spreken enkel koffie zetten of de vuilnisbakken legen, maar bij De Morgen krijg je op de 2e dag al een laptop en mag je schrijven. En het leukste: die artikels werden ook effectief gepubliceerd. Ik heb die daarna allemaal gebundeld in een mapje en toen ik ging solliciteren, gaf ik die bundel af en zei ik: dit heb ik al gepubliceerd, dit kan ik al. Dat heeft een grotere waarde dan een diploma, vind ik. Maar de redactie van De Morgen bevindt zich in Brussel en het pendelen tussen Sijsele en Brussel begon na verloop van tijd toch door te wegen. Omdat ook de redacties van alle andere nationale kranten zich rond de hoofdstad bevinden en ik het niet zie zitten om opnieuw uren in de trein te zitten, uren in de file te staan of zelfs te verhuizen, is die ambitie er voorlopig niet. En ik ben ook trots op wat wij met onze lokale krant doen en bereiken. Wekelijks lezen 350.000 mensen onze krant, terwijl sommige nationale kranten niet zoveel lezers hebben… Wat vind je tot nu toe je beste artikel? De tofste stukken voor mij zijn primeurs, het nieuws dat je als allereerste hebt, of interviews met mensen die je vertrouwen en heel openhartig hun verhaal vertellen. Maar het artikel waar ik de beste herinneringen aan overhoud is eigenlijk geen sportstuk, wat eigenlijk wel vreemd is voor een sportjournalist. (lacht) Een firma uit Zedelgem ontwikkelt al jaren de


revolutionaire televisieschermen van de U2-shows. Toen de tournee twee jaar geleden halt hield in Parijs mochten alle werknemers van dat bedrijf naar de show gaan en kreeg ik de kans om in hun spoor mee te lopen. Zo stond ik opeens backstage bij U2, mijn favoriete groep. Jij spreekt heel veel mensen, jij weet dan ook veel meer dan wat je kan en mag schrijven, hoe ga je daarmee om? De beste stukken van een journalist zijn eigenlijk de artikels die hij niet mag schrijven. Tijdens een interview zeggen mensen soms meer dan er gepubliceerd mag worden. Dan gebruiken ze de woorden “of the record” en dan weet je dat je die informatie niet mag publiceren. Daar moet je je ook wel aan houden. Als je dat toch zou publiceren, ga je misschien 1 keer ‘scoren’ maar ga je daarna nooit meer bij die persoon welkom zijn. En ook andere mensen zullen veel terughoudender worden omdat je vanaf dan het imago van onbetrouwbaar hebt. Maar die informatie is wel handig voor andere artikels, omdat je het nieuws dan beter kan kaderen. Hartelijk dank voor dit interview, Olivier. Het was fijn om te doen.

31


23/10 - 21/11 Schorpioen. Weldra zou een ster voor je kunnen vallen. Eerst zal je je hart volgen maar later zie je in dat je een verkeerde beslissing hebt genomen. Dat roemleventje is toch niets voor jou! Hou je staart in bedwang. Niemand houdt van je prikken. Karen Gilliaert (1E)

Lucas De Naegel (1D)

22/11 - 21/12 Boogschutter. Volgens de stand van de planeet Mars zou je ĂŠĂŠn dezer dagen wel eens een oud geschil kunnen oplossen.. Mars is dan ook de oppergod van de oorlog, maar staat nu laag aan de hemel. Laat je pijlen dus maar achterwege.


Foto’s scharniermomenten.

33


Dries Gyselinck is leerling op OLVA. We hoorden dat hij een passie heeft voor musicals. Het leek me interessant om hem daarover eens aan de tand te voelen.

Amely Callewaert Hoe ben je verzeild geraakt in het musical-wereldje? Op het idee gekomen? Zou Olva er iets mee te maken kunnen hebben? Naar musicals gaan deed ik al toen ik zes jaar was. Dat begon met per toeval naar de musical te gaan van Pinokkio in 2000. Het werd traditie om elk jaar wel eens naar een musical te gaan. Mijn broer, Jonas, had zijn kans in 2009 gewaagd om mee te doen in een musical in Torhout. Hij mocht meedoen en het jaar erna waren er audities voor HET UUR NUL, de musical naar het boek van Dirk Bracke in Knokke. Mijn broer ging sowieso auditie doen en hij zei dat ik mijn kans maar eens moest wagen. Dus in oktober 2009 deed ik auditie en had ik de rol van Robbie II in deze musical. Mijn broer kreeg de hoofdrol Ben. Een jaar later stonden we met die musical op de planken in Knokke. Na dat avontuur kregen we het idee om iets met musical in Brugge te proberen; we richtten TeamJacques vzw op. In februari 2012 brachten wij het stuk De Kast in CC De Dijk, kleinschalig muziektheater, vooral als leerschool. In november 2013 plannen we onze eerste musical, een Andrew Loyd Webber-Klassieker en in het voorjaar van 2015 komen we af met een heel groots project. We zijn nu al bezig met de adaptatie van een heel bekend jeugdboek. Ben je van plan om er iets in de toekomst mee te doen, op professioneel vlak? Nee, want die business is erg onzeker. Het is erg lastig deftige opdrachten te krijgen, je moet eigenlijk al een bekende kop hebben. Muzikaal ben ik ook niet erg geschoold dus een richting in het conservatorium is niet aan mij besteed. Ik ben wel van plan om musical te blijven doen als amateur, misschien zelfs op semiprofessioneel niveau. Zo sta ik in mei 2012 met TeamJacques op de planken met een musicalconcert en in september 2012 vertolk ik de rol van Mr. Mayor in Seussical, een verhaal over de bekende verhalen van dr.Seuss (Horton,...). Dus er is zeker toekomstperspectief, zie ook mijn vorige antwoord. Wat vinden je vrienden van je hobby? Die hebben daar het grootste respect voor en die steunen mij altijd. Komen altijd kijken als er een voorstelling is. En dat is wel fijn, want dat geeft voor mezelf een soort van voldoening. Soms helpen mijn vrienden mee achter de schermen. Valt je hobby goed te combineren met je werk voor school? Dat gaat goed. In een gewone week repeteer ik momenteel twee keer. Ik heb voldoende zelfdiscipline. Ik ben nl. van het principe dat wanneer het examentijd is, liggen de repetitiemomenten voor mij onherroepelijk stil‌ school heeft nog altijd voorrang.


Wat vind je over het verplichte culturele aanbod op OLVA? Ik vind het tof dat we toch zeker minstens drie keer per jaar naar een film of toneel gaan. De kwaliteit van deze voorstellingen zijn zeker niet slecht, je merkt dat dat gedaan wordt met het oog op cultuur-uitbreiding. Dit is zeer belangrijk want de meeste jongeren spenderen de avond of hele dag aan hun computer. (Soms zondig ik mij daar ook aan, ik probeer mij daar bewust van te zijn). Wat ik wel mis tijdens deze activiteiten is ‘muzikaliteit’ in het aanbod, jammer. Wat was het beste advies dat je tot nu toe hebt gekregen van iemand in de musicalwereld? Geduld hebben, zowel op vlak van repeteren, zangrepetities, techniek, organisatie etc. Discipline is ook zeer belangrijk, want voor de mensen waarmee je samenwerkt is het zeer belangrijk dat ze op je kunnen rekenen. Heb je een paar tips voor jonge Olvanen die ook graag met musical zouden willen beginnen? Als je het gevoel hebt dat je musical/toneel wel leuk vind, dan moet je gewoon eens proberen mee te doen aan een auditie. Sinds de laatste twee jaren zijn er in Brugge mogelijkheden om mee te doen met een musical op semiprofessioneel niveau. www.TeamJacques.be en Koté-Koer vzw zijn twee musicalgroepen in Brugge die jaarlijks een musical brengen op dit niveau. Zij werken met zowel jongeren als volwassenen. Voor producties zijn ze heel vaak op zoek naar jongens, voor meisjes is er iets meer concurrentie. Mijn mening is dat je meer leert door zelf aan een productie mee te doen, dan pakweg theaterlessen te volgen. Heb je al bekende mensen ontmoet? Of mee mogen samenwerken? Met wie zou je willen samenwerken. Wat zijn je droomproducties? Bij Het Uur Nul, de musical, hadden we de kans om samen te werken met Jan Schepens. Die kwam regelmatig langs op de repetities en die gaf regelmatig Workshops. Deze waren heel leerrijk en Jan Schepens is ook een zeer vriendelijk persoon. Ook bij diezelfde productie kwam schrijver Dirk Bracke soms eens kijken. Het is de gewoonte om bij elke amateurmusical een peter of een meter aan te trekken en dat zijn dan meestal bekende acteurs. Ik zou het heel leuk vinden om te mogen spelen met Deborah De Ridder. Ik vind dat zij een fantastische stem heeft en bescheiden blijft. Ik zag haar ooit bezig in Daens nog voor Op Zoek Naar Maria, fantastisch. Als ik ooit in Sweeney Todd (verfilmd met Johnny Depp) of Sacco & Vanzetti (met muziek van Dirk Brossé) zou kunnen meespelen, hoh… Als je zou moeten kiezen: acteren of zingen? En welke kan je volgens jou het beste? Ik vind dat zingen nog altijd iets magisch heeft. Maar het is wel een feit dat als je gewoon iets zingt en er niet bij acteert, dat het maar een saai boeltje zou worden. Wat ik het beste kan? Dat is moeilijk. Al bij al heb ik nog veel te leren, en alles wat ik opsteek, negatief en positief, neem ik mee naar volgende producties en probeer ik mezelf constant te verbeteren. Gelukkig heb je dans niet bij de vraag gezet, want dat kan ik totaal niet. :-)

35


Foto’s scharniermomenten.


22/12 - 19/01 Steenbok: Dat zwarte gat waarin je verkeert zal binnenkort oplossen als sneeuw voor de zon. Nog voor de volle maan schittert heb je alles weer op een rijtje. Let op met mosterd! Maud Declerck (1B)

Emilie De Baene (1A)

20/01 - 19/02 Waterman, leef met mate, drink er eens eentje minder, en nee, een grote met stoofvleessaus combineer je best niet met je bezoek aan het toneelstuk ‘Waar de sterre stille bleef staan’. Niet doen!

37


Tom Timmerman is ‘scriptwriter and editor at

D&D’. Hij schrijft dus scenario’s voor televisieprogramma’s. ‘De Bende van Wim’, ‘Tomtesterom’, ‘Het Bourgondsich complot’, ‘Hello Goodbye’. Het zijn maar enkele van de programma’s waaraan hij rechtstreeks heeft meegewerkt. Voor bekende productiehuizen als Kanakna, Eyeworks, Freemantle helpt hij mee programma’s ontwikkelen. Een beer van een vent maar met een fijne pen… Erik Devlies Tom, ik ken je van ons wekelijkse potje voetbal bij FC OLVA. Je blijft verbonden met de school. Waarom? Wel, de vrienden van op OLVA, zijn vrienden gebleven. Naast de school, gingen we ook samen op stap en zaten we samen in de jeugdbeweging. Elke zondagmiddag gingen we vanaf een jaar of 16 ook nog eens voetballen op het pleintje van de Malehoek. In de zomer soms tot de zon onderging. Tijdens de studies zijn we elkaar wat uit het oog verloren: iedereen moest zijn eigen identiteit/zijn eigen weg wat vinden, zeker? Na onze studies, heb ik zelf een voetbalploeg opgericht met een jeugdhuis, een goed excuus om mijn oude maten nog elke week terug te zien. Als je geen nieuwe herinneringen maakt als vrienden, dan bloedt de vriendschap wat dood of wentel je enkel nog in nostalgie. Blijvend herinneringen maken, samen mini-avonturen beleven, samen praten over het leven-van-alledag. Na enkele jaren werd het moeilijk om nog aan 11 man te raken en heeft Jos De Kersgieter (leerkracht lagere afdeling Vivenkapelle) ons voorgesteld om terug te keren naar de échte roots: den Olva.


Je bent, na studies in Gent, London en Brussel, scenarioschrijver geworden. Het lijkt me een leuke job. Hoe ziet jouw doorsnee dag eruit? Toen ik net afstudeerde wou ik een job waarvoor je niet vroeg uit je bed moest. Mijn vader stond elke dag om 6u op om te werken: dat leek me -toen- geen leven. In televisie (en theater) begint een doordeweekse werkdag maar om 10u. Jammer genoeg is dat enkel op een doordeweekse werkdag. Opnamedagen zijn echt zware dagen, waarbij je vroeg op moet en tot laat doorwerkt. Zo’n opnamedag bestaat standaard uit 10u per dag, maar kan uitlopen tot 14u per dag. En met de jaren heb ik ook geleerd dat de meest vruchtbare uren om iets te creëren, heel vroeg in de morgen vallen. Je hersenen maken gensters in de morgenstond. Sta ik dan elke morgen om 6u op? Jammer genoeg niet ; maar het zou wel moeten... In de avond hou ik mezelf up-to-date: ik lees heel wat non-fictie ; bekijk internationale reeksen, documentaires en online-dingen ; ga door mijn blogroll en feeds ; vanaf het moment dat ik niet met mijn gezin bezig ben, ben ik eigenlijk voortdurend -onrechtstreeks- met mijn werk bezig. Associatief vermogen is belangrijk in mijn werk: er valt overal wel een idee te rapen, ook al weet je nooit wat een idee zal worden of niet. Of het nu een doorbraak in de fysica is of een archeologische ontdekking of een nieuw paradigma voor de economie: al die zaken zetten luikjes open in je hoofd, die later misschien nog van pas komen. Al die zaken verruimen ook het kader waarin je denkt. Ik heb geen echte gemiddelde dag, omdat mijn job zo divers is. Ik heb meestal een opdracht van amper enkele maanden ; de ene keer als hoofdredacteur, de andere keer in “Ontwikkeling”. “Ontwikkeling” betekent dat ik dan nieuwe formats, nieuwe televisiereeksen of adaptaties van internationale zaken moet bedenken. Dat betekent “brainstormen” en die ideeën in een bijbel gieten. Dan zou je me veel zien rondlopen, hier en daar, terwijl je je afvraagt wat ik aan het doen ben. Nadenken is dan 80% van het werk. Een idee draaien en keren, tot je alle aspecten en mogelijkheden -hopelijk- doorgrond hebt. Je toetst je eigen ideeën af aan wat er internationaal bestaat en dan ga je die weer aftoetsen aan anderen ; keer je terug naar de schrijftafel of de denkmodus. Ik schrijf bv. zelf geen dialogen of zo ; ik bedenk de “architectuur” van een reeks. Ik geloof nogal in het uitbesteden van creativiteit: collectief weet je meer en weet je het beter. Brainstormen met collega’s is dus belangrijk, maar jij moet wel zelf de “ambacht” hebben om van die losse ideeën iets werkbaars te maken. Ideeën zijn goedkoop en snel te krijgen ; die gieten in iets dat “werkt” is veel moeilijker... Als hoofdredacteur moet je een ploeg aansturen en proberen de vraag van de zender zo goed mogelijk te vertalen in een concreet televisieprogramma. Je stelt de werkmethode van je team op, maakt scenario’s, begeleidt de opnames inhoudelijk (de regisseur verzorgt het beeld, de redacteur de inhoud) en volgt de montage van de regisseur op, zowel naar verhaalstructuur toe als qua look & feel. De ene dag schrijf je aan je bureau ; of heb je een brainstorm ; of ben je op de set ; of heb je een montagedag. Zeer divers dus. En dat pas vanaf 10u in de morgen !

39


Schreef je als kind al verhaaltjes, was je een vat vol fantasie, of overschat ik die vaardigheid om scenarioschrijver te worden? Was je daar eigenlijk op OLVA al mee bezig? Altijd goeie punten gehad voor Nederlands? Ik ben beginnen lezen in de Lagere School, toen er een leesmarathon werd georganiseerd ten voordele van MS-patienten. Per boek gelezen, kreeg je geld van sponsors. Toen heb ik de microbe te pakken gekregen van literatuur. Later heb ik dictie gevolgd aan het conservatorium ; ben als jonge gast naar het theater beginnen gaan - meer dan het acteren, leek de machinerie achter zo’n voorstelling mij het interessantste. Niet in het acteren, ligt de meeste creativiteit, maar in wat maakt dat hij of zij kan schitteren. Mijn opstellen kregen wel altijd hoge punten. Ik probeerde altijd in zo weinig mogelijk alinea’s, zo veel mogelijk, zo goed mogelijk te verwoorden. Talent is echter niet zo belangrijk, vind ik. Het zijn de uren die je er in stopt, die er aan de andere kant weer uitkomen als kwaliteit. Het grootste talent dat je in televisie of als schrijver moet bezitten is om met kritiek om te kunnen. Ten eerste moet je kritisch zijn voor je eigen werk: kan het beter? Moet ik nog een stap verder gaan? Niet te snel tevreden zijn met wat je creëert. Jezelf en je collega’s zo weinig mogelijk sparen: dat is het enige dat op het einde van de rit iets oplevert. En dan zeker: de kritiek van anderen opnemen en verwerken ; nooit defensief worden. Kunnen gedijen in een cultuur van kritische reflectie, is belangrijker dan een scherpe pen. (Er zijn veel, heel goede, scenaristen en auteurs, die helemaal niet “mooi” kunnen schrijven ; maar hun “architectuur” zit wel goed : de verhaalstructuur, de opbouw van de personages, de opbouw van de scènes,... Té veel mooischrijverij kan een remmende voorsprong zijn als schrijver: dan verwaarloos je het échte werk, nl verhalen “maken”). Erg interessant, Tom. Bedankt om ons een inkijk te geven in deze intrigerende wereld van televisieprogramma’s.


20/02 - 20/03 Vissen. De maan schittert mooi in het water. Er zijn dus geen wolken aan jouw hemel. Een zonsverduistering over enkele maanden kan een keerpunt zijn en zorgen voor meer duisternis in je leven. Geniet er dus van, zolang het duurt. Blub! Elke Gevens (1F)

Hannes Morre (1E)

21/03 - 19/04 Ram. Je zit op ramkoers met je levenspartner. Richt je hoofd op en kijk goed rond in plaats van je horens te gebruiken. Het sterrenbeeld Ram staat hoog aan de hemel dus je zou een toffe tijd moeten beleven.

41


De volgende nummers halden de Top 5 niet niet: 6. Here comes the sun - The beatles 7. Vincent (Starry Starry Night) - Don McLean 8. Black Hole Sun - Soundgarden 9. Satellite - Lena 10. Starz In Their Eyes - Just Jack


43


De leerlingen uit klas 2E en 2F maakten kunstwerkjes waarin ze Latijnse woorden rond ‘sterren’ verwerkten. Het resultaat mag gezien worden! Barbara Decoster


Sarah Rutjens, geboren op 8 januari 1992, is

een van de beste sprintsters in België. Ze behaalde reeds 4 Belgische titels. Op de 100, 200 en 60 meter is ze op haar best. Sarah heeft 6 jaar in OLVA gezeten. Ze deed de eerste 2 jaar modern en daarna 4 jaar Wetenschappen-Wiskunde (6). Hanne De Baene

Is de combinatie tussen topsport en studeren mogelijk? Het is moeilijk, maar het is mogelijk. Vorig jaar , mijn eerste jaar kiné, heb ik heel mijn jaar gedaan en nu dit jaar doe ik nog maar 42 in plaats van 60 studiepunten, dus minder vakken want anders ja, dat ging niet. Ik stond op, ging naar school, ging trainen en ging slapen. Ik had am per nog tijd om te studeren en zo kon ik niet verdergaan.

Nu is het wel duidelijk dat je de sprintnummers verkiest om te doen op wedstrijden. Deed je dit vroeger ook al of deed je andere disciplines? vroeger heb ik ook nog horden gedaan maar daar heb ik nu verschrikkelijk schrik van gekregen. Ook deed ik heel graag verspringen maar omdat ik mijn knieën eigenlijk “kapot” aan het springen was ben ik ermee gestopt omdat het te gevaarlijk zou worden als ik nog verder wou sprinten. Natuurlijk heb ik als cadet vooral meerkampen gedaan omdat dat beter is voor je techniek, het jammere daaraan vond ik het laatste nummer: de 1000 meter. Ja, daar kwam ik altijd een hele toer achter. Dat kon ik dus niet! Daarom heb ik dus maar voor de sprintnummers gekozen. (lacht) Behaalde je toen je nog op OLVA zat ook al goeie prestaties of titels? het is pas in het 5e middelbaar dat ik goed ben beginnen worden, toen behaalde ik mijn eerste medaille(e) op een Belgisch kampioenschap. Voordien was ik een middenmoot. Hoe het komt dat ik nu zo goed ben weet ik niet maar ik ben wel zeker dat ik er genoeg voor getraind heb (lacht). Nu heb ik al verschillende titels gewonnen bij de sprintnummers en een paar weken geleden (3 maart) ben ik nog Belgisch kampioene geworden op de 60 en de 200 meter indoor.

45


Rijzende sterren Yasmine Maus uit het vierde jaar, richting weten-

schappen wiskunde, speelt al tal van jaren volleybal. Graag wilden we wat meer te weten komen over haar passie en gingen het haar zelf vragen. - Hoe werd je interesse voor volleybal opgewekt? Er werden op school trainingen gegeven. Al snel werd opgemerkt dat ik balvaardig ben. Ik ben toen gestart in Volley Team Assebroek en speel de dag van vandaag nog altijd in deze club. - Waar op het veld sta je en wat houdt die positie precies in? Ik ben dit seizoen gestart als spelverdeler. Op deze positie moet je een pas geven naar de aanvaller die de bal dan over speelt. Ik train momenteel ook als opposite, dit is een aanvaller. Op deze positie komt mijn lengte goed van pas. - Valt het goed te combineren met je schoolwerk? Het gaat wel, soms ben ik wel wat vermoeid. Het zijn lange dagen, maar ik ben het ondertussen al een beetje gewoon. - Heeft iemand je talent al opgemerkt? Ik werd 2 jaar geleden gevraagd voor de nationale ploeg, maar dit is te zwaar voor mij. Daar wordt elke dag 4 uur training gegeven en het zijn zéér zware trainingen. Mentaal is dat te moeilijk voor mij en er komt nog eens bij dat je op je eten moet letten. Ik heb ook de kans gekregen om dit seizoen bij De Haan te spelen, maar heb dit niet gedaan. De Haan speelt momenteel in de hoogste klasse in België en dat is nog te moeilijk. Ik zou te hard moeten trainen om een beetje te kunnen tippen aan het niveau. - Wil je sowieso verder doorgroeien of hou je het liever als hobby? Ik wil wel nog hoger spelen dan nu, maar ik hou het bij maximum 10 uur trainen in de week. Ik zou graag mijn studies rustig afwerken met niet te veel moeilijkheden en dan zie ik wel. Nog veel succes, Yasmine. Rosalie Solberghe


Michael Goosens, leerling in het tweede jaar Latijn, is nog zo’n rijzende ster.

Hij is soms eens afwezig op school maar dan is ie ergens een of ander kampioenschap aan het afwerken… - Wanneer ben je begonnen met trampoline springen? Ik ben op 9-jarige leeftijd begonnen met trampoline - Heeft Olva je passie gestimuleerd? Olva stond er altijd achter als ik eens naar het buitenland moest voor een wedstrijd en als ik een les gemist had kon ik altijd om extra uitlag vragen. - Waarom heb je gekozen voor trampolinespringen? Het leek altijd al tof en spectaculair en toen ik gewoon toestelturnen deed mochten we eens trampoline doen en ik vond dat super leuk. Dus toen was de stap snel gemaakt. - Welke wedstrijdevaring was het best? Op het WK voor jongeren stond ik al eens in de finale en dat was toch wel super! Ben je al veel bekende sporters tegen gekomen? Van wie was je het meest onder de indruk? Trampoline is niet de bekenste sport dus de ‘bekende’ trampolinespringers zijn niet echt bekend. Maar de Canadees Jason Burnett is wereldrecordhouder moeilijkheid en heeft zilver gesprongen in Peking op de Olympische Spelen! - Heb je een lievelingssprong, wat kan je allemaal? Elke sprong is wel op een of andere manier leuk maar Triffis ( triepelsalto met een halve draai) vind ik toch het leukst. - Hoe was je ervaring met het WK? Als je daar staat kun je je eens meten met de absolute top, met de jongens die op een topsportschool zitten en dus tot 25u per week kunnen trainen. Dan zie je natuurlijk dat de top echt zeer goed is en je nog veel moet leren, maar ik kan men mannetje staan. Nour Ben Chicka en Jolien Morent

47


Cartoon of strip, vraag het aan Maarten Van Praet Erik Devlies Maarten, je hebt ontegensprekelijk tekentalent. Heb je die vaardigheid vaak uitgeprobeerd op de schoolbanken van OLVA? Of verder ontwikkeld tijdens de studie? Heh. Dankje. Ehm, wel, ik ben het middelbaar ingegaan met een fantastische passie voor strips en tekenen. In mijn puberjaren is dat wat verwaterd. Geen idee waarom. Ik denk dat ik te druk bezig was met mij afzetten tegen de gevestigde orde en zo. Maar op een donderdagavond in het zesde middelbaar, na OLVA+, ben ik dat tijdens de studie weer beginnen oprakelen, met het excuus dat ik geen boeken bijhad om uit te studeren. Of ik die boeken per ongeluk expres in mijn locker liet liggen laten we in het midden. Waaraan denk je als je het woord “sterren” hoort? Wel, ik heb er al heel wat aan zitten denken gezien ik fantastische cartoons voor dit boekje probeer te maken,maar het sterkste wat in mij op komt bij sterren is relativeren. Ik maak cartoons, en dat is in essentie de kunst van het relativeren. Voor mij toch. En wanneer je clichématig ééns een nachtje naar de sterren ligt te gapen dan is ’t plots ook veel makkelijker om jezelf te duiden en in een groter geheel te plaatsen. Los daarvan, als je sterren als beroemdheden interpreteert wordt relativeren nog belangrijker, want anders word je een arrogante lul. Dus: sterren is relativeren! Ziezo. Heb ik even mooi die gedachtengang aan elkaar geregen. Waar haal jij je inspiratie? Dat is altijd zo’n moeilijke vraag. Mijn inspiratie haal ik uit enkele verschillende bronnen: uit het alledaagse leven, uit de interactie tussen mensen (en dan vooral hoe dom sommige gewoontes kunnen zijn als je ze gewoon even uit context haalt), uit mijn vroege jeugdherinneringen, … Maar ze worden altijd gemengd met ofwel cynisme, ofwel hyperactiviteit. Vandaar de verzamelnaam van mijn cartoons: Dood, Verderf en Koekjes me Melk! Je hebt een blog. Krijg je vaak reacties? Jap! Ik heb een blog. Op Wordpress. Waar ik wekelijks twee cartoons op drop. Hij heet dus “Dood, Verderf en Koekjes me Melk!” , of DVKM in ’t kort. Sinds midden Januari dit jaar ben ik beginnen tekenen voor de facebookgroep “Moppen voor bij ’t blokken”, en sindsdien heb ik héél wat meer reacties. Mijn facebookfanpagina is ook geëxplodeerd van 400 naar ondertussen zo’n 4000 leden.Dus ja, veel positieve reacties. Nu wordt ’t een kwestie van die positieve reacties te blijven verdienen.


Waar wil je als tekenaar staan over enkele jaren? Wat is jouw droom? Wel, momenteel is het al superdruk. Ik teken maandelijks voor EOS magazine, wekelijks voor gentblogt.be, en nog enkele andere magazinetjes. In Augustus heb ik een hele maand lang een tentoonstelling in Brugge, in de Comptoir des Arts. Tegen die tijd breng ik ook mijn eerste boekje zelf uit, en ten slotte maak ik nog iets in een monument op open monumentendag. Dus eigenlijk ben ik niet echt naar de toekomst aan het kijken nu. Ik denk dat ik het wil houden als een hobby waar ik geld voor krijg, want ’t is volgens mij gevaarlijk om je brood te verdienen met je passie, want dan moet je ook opdrachten aanvaarden die je niet graag doet. Plus, ik heb net mijn psychologiediploma en postgraduaat marketing op zak waar ik ook wel iets mee wil doen. Maar aan de andere kant lijkt mijn eigen baas zijn en hele dagen zitten tekenen en dromen wel fantastisch leuk eigenlijk. Hmm. We zien wel. Take it as it comes.

49


‘hé, jij bent die van vtmkzoom’ interview met Arne Vanhaecke

Sofie Lamote

Arne, ‘Wondermooie liedjes met rare teksten, poëtisch in al hun onnozelheid.’ Zo wordt je muziek omschreven. Ik vind het zeer typerend. Hoe ben je er opgekomen om in het Nederlands te zingen? En waar haal je je inspiratie? In het Nederlands zingen is eigenlijk spontaan gekomen door omstandigheden. Ik werkte als redacteur bij urgent.fm, een studentenradio in Gent, en daar had ik een wekelijkse rubriek: het actualied. Daar zong ik elke week een lied over iets wat in het nieuws gekomen was. Dat is dan opgepikt door radio Donna en veranderd naar “het speedlied”. Toen kreeg ik 30 minuten om een lied te schrijven in het Nederlands over iets actueels. Toen ondervond ik dus dat ik best wel goed was in leuke Nederlandstalige teksten schrijven. Toen ik daarna dan de wedstrijd “schrijf er maar één” won op radio 2 (waar ze op zoek gingen naar een nieuwe nederlandstalige “klassieker) met het liedje “luisje” wist ik wel zeker dat ik daarin verder moest gaan. Mijn inspiratie haal ik vooral uit relaties. In alle vormen en soorten. Niet noodzakelijk romantische relaties. Dat kan ook gaan over mijn verhouding ten opzichte van iemand die ik helemaal niet graag heb. Ik heb al gemerkt dat ik echt over alles een liedjestekst kan schrijven. Maar het moet mij echt raken, anders belandt het in de vuilbak.


Heb je genoten van je tijd op OLVA? Ik heb ongelooflijk veel bijgeleerd op Olva. Mij fantastisch geamuseerd met mijn vrienden, een paar onvergetelijke leerkrachten gehad, mij kunnen uitleven dankzij De Zolder en Expo,.. Daar hangen toch een paar magische momenten aan vast die ik voor de rest van mijn leven zal meedragen. Zat het toen al in je om te zingen & acteren & presenteren? Ik wist vooral dat ik op een podium wou staan. Het was me nog niet precies duidelijk hoe of met wat, dat is pas later gekomen. Maar ik kan het iedereen aanraden om daar naar op zoek te gaan, en zoveel mogelijk te proberen. Ik heb vooral héél goede herinneringen aan De Zolder. Ongelooflijk wat zoiets met je doet. Op een paar maanden tijd een hele productie op poten zetten met een hecht team van dromers. Dat zou ik graag nog es overdoen. Wat herinner je je nog van je tijd op OLVA? (Leerkrachten, anekdotes, liefjes,..) Ik herinner mij vooral de drama die vasthing aan puberen en intussen een lief hebben “waar je voor altijd mee samen zal blijven”. Hartverscheurend naïef :). Ik denk dat ik best een goede leerling was, maar vooral toch ook een dromer. Mijn excuses aan alle leerkrachten wiens lessen ik afwezig voorbijgedroomd heb. Maar dan op de momenten dat ik mocht tonen wat ik kon, dan stond ik er. Voor de rest herinner ik mij vooral de zaken die Olva zo speciaal maakt. OINC, De Zolder, Expo, de sportdagen,... Hoe voelt het om een “ster” te zijn? Het bekend zijn op zich is nu niet bepaald het leukste. Als ik op straat wordt nageroepen: “hé, jij bent die van vtmkzoom”, wat moet ik daar dan op zeggen? “ja, euh, juist”? :D Het is vooral het erkend worden dat mij deugd doet. Als iemand mij aanspreekt omdat een bepaald lied van mij hen geraakt heeft, of omdat ze een bepaalde reportage op tv echt goed vonden, dan kan mijn dag niet meer stuk. Wat was je jongensdroom vroeger? Superheld worden :D! En toen ik iets ouder werd: acteur of regisseur worden. En dan nog iets later: rockster! En dan uiteindelijk een beetje vanalles geworden zeker? Maar stiekem wil ik toch nog steeds een beetje superheld zijn ;).

51


Zoek de poolster.


Licht beweegt in het vacuüm (luchtledige) aan een snelheid van 300 000 000 meter per seconde. Dit is (volgens de relativiteitstheorie van Einstein) meteen ook de hoogst bereikbare snelheid. Niets of niemand beweegt sneller dan het licht. Om vat te krijgen op deze immense snelheid moet je inzien dat een lichtdeeltje in één seconde zevenmaal rond de aarde kan bewegen. Bovendien is deze snelheid constant voor elke waarnemer. Doordat deze snelheid altijd en overal dezelfde blijft is het de perfecte maatstaf om afstanden mee uit te drukken.

Een lichtjaar is de afstand, afgelegd door licht, gedurende de periode van één jaar. Afstanden in het universum worden meestal uitgedrukt in lichtjaren. (a) Bereken hoeveel kilometer een lichtjaar is?

(b) De meest nabije ster (na onze zon natuurlijk) is Alfa Proxima Centauri. Deze ster bevindt zich op ongeveer 4,24 lichtjaren van de zon. De ruimtesonde Voyager 1 (gelanceerd in 1977) is ruim 34 jaar onderweg aan een constant snelheid van ongeveer 64500 kilometer per uur. Hoeveel jaar zou deze ruimtesonde er over doen om Alfa Proxima Centauri te bereiken? Dieter Augustyn oplossingen staan op pagina 54

53


oplossingen vraagstukken pagina 53 a) 60 seconden x 60 minuten x 24 uur x 365 dagen x 300 000 000 meter per seconde = 9460800000000000 = 9460800000000 kilometer b) 4,24 lichtjaar = 4,24 x 9460800000000 kilometer = 40113792000000 kilometer 40113782000000 kilometer / 64500 kilometer per uur = 621919256 uur = 70995 jaar !!!! Make-up makes you happy! www.themakeuproom.be biedt je het meest uitgebreide aanbod aan professionele make-upmerken. Je kan er ook terecht voor individuele make-upsessies mĂŠt kleur- en stijladvies, gezellige workshops, homeparties en cadeaubonnen. Bezoek zeker onze stand op Ladies & Ghent, styliste Marian Denolf verwent je met een korte kleurenanalyse en bijhorende dagmake-up!


De redactie Pieter Annys Arnaud Broes Amely Callewaert Nour Ben Chicka Hanne De Baene Emiel De Kersgieter Erik Devlies Pieter D’Hoop Sofie Lamote Eva Landuyt Jolien Morent Jan Sabbe Rosalie Solberghe Jeroen Vandeputte Marjan Vogelaers

FLICKR @ doug 88888

We bedanken ook Koen Vanmaekelbergh voor de vele foto’s

55



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.