Jg20nr1 april 17

Page 1

U

Š kentarcajuan

Multimediaal magazine van de Professionele Bachelor Journalistiek - Erasmushogeschool Brussel

WWW.ERASMIX.BE

magazine JAARGANG 20, NR 1 APRIL 2017

Europe we love you Europe we hate you Europe we tried to translate you


INHOUD

REDACTIONEEL

03 06 08

Ze zeiden dat er cake zou zijn. De EU wordt zestig jaar en dat moet gevierd worden. Op sommige momenten lijkt ze meer een zestiger met kinderziektes. Dan weer ziet ze er onweerstaanbaar uit. En die EU probeerden we in al haar facetten weer te geven in dit digitale en papieren magazine. Gewapend met veel voorkennis en een camera vetrokken onze reporters naar een school waar ze een bende 11-jarigen probeerden uit te leggen wat de EU is. In de papieren editie schuwen we de grotere journalistieke thema’s niet. U leest hier over wapenhandel en het niet-afdwingbare wetgevend kader errond, over EU-stagiairs die niet uitbetaald worden en over de verdoken kanten van de afschaffing van de roamingkosten. Voor onze nieuwsgaring spaarden we kosten noch moeite: EUrasmix zond journalisten uit naar Straatsburg, Parijs en Roemenië. Verdient dat geen plakje cake? Ook op de redactie zou er cake zijn. Het EUrasmixmagazine, met zijn illustere voorganger Het Communiqué, blaast na-

10 12 14 16 19 20 22 25 28 30 32

34

EU schiet met losse flodders EU machteloos na Dieselgate Studeren en werken in Europa: grenzen blijven Spookmedewerkers in de EU? Corrupte politici boven wet De macht(eloosheid) van de EU ‘Als de EU overleeft, dan is dat met de Balkanlanden’ ‘Uw parlement is van glas, breek het!’ Europa gaat strijd aan met homofobie in het voetbal Waarom het nog steeds slecht gaat met de EU-vogels De Europese Unie: kerkhof of springplank? Unity in diversity, maar niet voor holebi’s in de EU Uitgeperst en uitgebuit: stagiairs bij de EU ‘Niemand is geïnteresseerd in het terugvinden van vluchtelingenkinderen’ Gratis roaming kost telecombedrijven miljoenen

melijk twintig kaarsjes uit. En dat mogen we vieren met een unieke bende. Uniek omdat we elkaar op een geheel andere manier leerden kennen tijdens de aanslagen van 22/03 in Brussel. Op die dag begrepen we dat ook het gruwelijkste nieuws een gezicht moet krijgen, zoals dat van de Indiase stewardess Nidhi Chaphekar die in de luchthaven van Zaventem, bebloed en onder het stof, verweesd voor zich uit zat te staren. En een gezicht geven, dat is wat we proberen te doen in deze EUrasmix. In dit multimediale magazine duiken onder andere de gezichten op van vrachtwagenchauffeur Cedric die dagelijks winkels bevoorraadt zonder daarbij de EU-regelgeving uit het oog te verliezen, en van dragqueen La Diva die in Hongarije enkel onder politie-escorte kan optreden. Met 39 studenten journalistiek probeerden we conform de EU eenheid in verscheidenheid te brengen in deze porseleinen jubileumeditie van het EUrasmixmagazine. En die noeste arbeid verdient meer dan alleen maar felicitaties. Ruikt u de cake al?

Annemie Vermeulen Hoofdredactrice

COLOFON Hoofdredactie Annemie Vermeulen

Kernredactie

Arnaud De Decker Meike de Roest Lilith Geeraerts Stefanie Tirtichnik Stijn Van Hove Margo Verhasselt Katrien Vermeulen

Redactie

Zohra Benhammou Astrid Bodequin Aline Brugmans Laura Brusselaers Helena Coen Xander Crokaert Alix Cruyt Multimediaal magazine: lees, luister, bekijk en beleef op

ERASMIX.BE

ERASMIX magazine

2

Floris Cup Bjarne De Smedt Jacob Delabastita Roxane Dupont Chava Dzjamaldaeva Daphné Frigeni Laura Gerard Mari Goossen Lore Kimps Chris Lanssens Jolien Lelièvre Jules Lemmens Simone Maas Casper Mazijn Alexandra Omey Delphine Peeters Babette Plessers Quinten Rasking

Yannick Ravoux Nine Soontjens Carlos Van Dal Lieselotte Van Hemelrijck Yorick Vande Plas Sophie Wellens

Begeleidingsteam Zitta Breemersch Karin Coremans Guy Delforge André Lapeere Dirk Mampaey Peter Mast Stefan Moens Patrick Pelgrims Steve Thielemans Linda Van Ginckel

Erasmix Magazine - tot 2010 Het Communiqué - is al 20 jaar het multimediale publicatieplatform van de BA Journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel. Audio- en videobijdragen en extra online content via www.erasmix.be en via de sociale (opleidings)media. Alle bijdragen zijn van de hand van studenten, die tevens instaan voor de foto’s, de audio en video, de vormgeving en de lay-out. De tekstredactie van dit magazine werd afgesloten op 17/03/2017.


© Jolien Lelièvre

Gemeenschappelijk wapenbeleid ver te zoeken

EU SCHIET MET LOSSE FLODDERS Elke EU-lidstaat beslist zelf of hij een vergunning voor wapenexport toekent. Toch heeft de Europese Unie een bindende richtlijn met acht criteria waaraan wapenexport moet voldoen. Een ‘klein’ detail: die criteria kunnen niet afgedwongen worden. Bovendien is van 70 % van alle wapens die binnen de EU worden uitgevoerd, de eindbestemming onbekend. ‘De belangrijkste wetgeving ter wereld is niet afdwingbaar,’ zegt Lena Jacobs van Vredesactie. Carlos Van Dal, Babette Plessers en Helena Coen

D

e Europese Unie is niet bevoegd voor het afleveren van wapenexportvergunningen. Daardoor is er een grote verscheidenheid binnen de EU en kan je moeilijk van een gemeenschappelijk beleid spreken. België is in dat verhaal nog een geval apart. Het is namelijk het enige land waar wapenexport is overgeheveld naar de regio’s en zowel Vlaanderen als Wallonië exporteren wapens. In Wallonië worden vooral de ‘bommen en granaten’ gemaakt en Vlaanderen levert technologisch materiaal dat ook militair ingezet kan worden. Een voorbeeld daarvan zijn beeldschermen die verwerkt kunnen worden in gevechtsvliegtuigen. Naast die nationale wetgeving, heeft de Europese Unie wel acht criteria opgesteld waaraan wapenexport moet voldoen (zie kader). Die criteria zijn bindend en werden in de meeste landen ook in de nationale wetgeving opgenomen, maar ze zijn niet afdwingbaar. Een land kan met andere woorden niet gestraft worden als het een van de criteria naast zich neerlegt. Steven Luys, woordvoerder van Esterline, moederbedrijf van Barco dat zulke beeldschermen maakt, reageert op de wetgeving: ‘De strenge Vlaamse wetgeving en de acht Europese criteria zorgen ervoor dat export van strategische goederen blijft dalen. Dat zal er in de toekomst toe leiden dat we moeten stoppen of verhuizen.’ Vredesactie is een beweging die destijds is ontstaan vanuit dienstplichtigen die zich verzetten tegen hun legerdienst. ‘Wanneer je dan toch een wetgeving maakt, zorg dan tenminste dat je ze kan afdwingen,’ zegt Lena Jacobs.

‘Dat wil niet zeggen dat een Europese regelgeving altijd beter is dan de nationale wetgeving. In Vlaanderen was de wetgeving rond wapenexport vrij sterk. Door het invoeren van die acht Europese criteria is de wetgeving verzwakt. Dat is dan ook het grote probleem wanneer je spreekt over een wetgeving die in alle lidstaten gelijk moet zijn. Welke wetgeving moet je dan overnemen? Neem je de wetgeving over van het land met de strengste normen of die van het land met de zwakste, waardoor je in heel de Europese Unie ook automatisch een zwakkere wetgeving krijgt?’ De Raad van de Europese Unie is bevoegd voor de wapenexport. Ondanks onze herhaalde vragen wensten zij geen commentaar te geven.

Voor interpretatie vatbaar

Diederik Cops is onderzoeker aan het Vlaams Vredesinstituut. Dat is een onderzoeksinstelling die het parlementaire debat voedt. Cops begrijpt de kritiek. Hij pleit er voor om de strengste wapenwetgeving in iedere lidstaat toe te passen. ‘Die criteria zijn goed, maar er zou meer gewerkt moeten worden op Europees niveau om in elke lidstaat een gelijkvormige wetgeving te maken. En het zou beter zijn als dit gebeurt op basis van het land dat het strengst is. Jammer genoeg is die kans eigenlijk nihil, want de lidstaten willen hun wetgeving niet uit handen geven omdat ze deel uitmaakt van hun buitenlands beleid.’ ‘Het probleem met die criteria is niet zozeer dat ze niet afdwing-

ERASMIX magazine

3


baar zijn, maar wel dat ze heel open geformuleerd zijn en dat iedereen ze anders kan interpreteren,’ zegt Cops. Een van die criteria is dat een land rekening mag houden met zijn eigen economie, maar dat het ethische aspect altijd moet primeren. ‘Wat ethiek is, bepaalt natuurlijk elk land voor zichzelf en het gaat er maar over hoe je “ethisch” interpreteert.’ In Vlaanderen geeft een administratieve dienst binnen het departement Buitenlandse Zaken de vergunningen voor wapenexport. Die dienst valt onder de bevoegdheid van Vlaams ministerpresident Geert Bourgeois (N-VA). Bourgeois laat zich eerst inlichten door een adviesraad voor het dossier naar Buitenlandse Zaken gaat. ‘Een vergunning wordt geweigerd wanneer er een groot risico is dat de wapens gebruikt worden bij mensenrechtenschending,’ gaat Cops verder. Dat is voor interpretatie vatbaar en elke lidstaat beslist zelf hoe nauw ze het nemen met de Europese richtlijnen. ‘Het is niet mogelijk om in de toekomst te kijken en de beslissingen die landen nemen, kunnen erg verschillen van elkaar.’ Volgens Cops zou een verdergaande Europese samenwerking beter zijn bij conflictpreventie en in de strijd tegen de schending van mensenrechten. ‘Europa is een belangrijke speler op de internationale wapenmarkt. Zo’n vijfentwintig à dertig procent van de internationale wapenhandel komt vanuit Europa. Wanneer je als één blok die handel mee gaat sturen, kan je wereldwijd wel een bepaalde invloed uitoefenen.’ ‘Ook op het vlak van veiligheid en economie zou zo’n samenwerking interessant zijn. Als je meer op Europese defensie gaat inzetten, ga je meer collectieve veiligheid ontwikkelen en economisch kan je dan beter samenwerken en de concurrentie tussen de Europese landen wegwerken,’ zegt Cops.

Intereuropese vergunningen

Wapens kunnen terecht komen in landen waarvoor geen vergunning was afgeleverd. Zo kan België bijvoorbeeld wapenonderdelen verkopen aan een ander EU-lidstaat zoals Tsjechië, een land met een zwakke regelgeving. De Tsjechen verwerken die onderdelen in hun wapens en verkopen ze aan een land zonder verdere inspraak van België. ‘Op die manier krijgt zeventig procent van de wapens die uit de EU komen een onbekende eindbestemming,’ zegt Lena Jacobs van Vredesactie. ‘Het maakt dus niet zoveel uit wie de regelgeving maakt, zolang er maar een wetgeving is die ervoor zorgt dat we van ieder wapen weten waar het naartoe gaat.’ Cops nuanceert de kritiek van Vredesactie. ‘Die zeventig procent waar Vredesactie het over heeft klopt, maar dat cijfer kan ook verkeerd begrepen worden. Ten eerste slaat dat “onbekend” op een onbekend eindgebruik. Wanneer België wapens of onderdelen die voor wapens gebruikt kunnen

ERASMIX magazine

4

worden uitvoert, dan weten wij altijd aan wie we verkopen. Meestal is dat de defensie-industrie of een handelaar die deze wapens dan weer doorverkoopt. Wij weten dus wel wie de wapens van ons koopt, maar wie de wapens achteraf afneemt, dat is een andere zaak. Daar is inderdaad meer onduidelijkheid over.’ ‘In het geval van Vlaanderen is dat nog eens extra onduidelijk omdat wij vooral onderdelen verkopen. Wallonië verkoopt dan weer meer afgewerkte vuurwapens en daar is het makkelijker te achterhalen waar die wapens naartoe gaan,’ zegt Cops. Er zijn nog andere aspecten aan dit verhaal. ‘Ten eerste zijn er bedrijven die van de wapenhandel leven en die mensen tewerkstellen,’ legt Cops uit. ‘Als dat bedrijf niet meer kan exporteren gaat het failliet en staan er een heleboel mensen op straat. Ten tweede is Vlaanderen ook een toeleveringsindustrie. Wij verhandelen veel met onze internationale coalitiepartners zoals Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Er is wederzijds vertrouwen tussen die landen en wanneer wij zouden zeggen dat we geen onderdelen meer leveren omdat we hen niet vertrouwen, voel je automatisch aan dat je met grote diplomatieke problemen zit.’ Het bekendste voorbeeld in België is de wapenexport naar Saoudi-Arabië. FN Herstal, de Waalse wapenfabrikant, verkoopt de helft van zijn goederen aan de Saoudi’s. Een land waarvan nochtans bekend is dat het de mensenrechten schendt en dat het wapens doorverkoopt aan Syrische oppositiegroepen. ‘Ook die situatie is niet zwart-wit,’ zegt Cops. ‘Vlaanderen heeft onlangs nog een vergunning gegeven voor het exporteren van wapenvizieren naar Saoudi-Arabië, maar die vizieren dienden voor civiel gebruik, voor de jacht. Dat is geen enkel probleem volgens de EU-criteria. Die richtlijn zegt immers niet: “Wanneer een land de mensenrechten schendt, mag je geen wapens leveren.” Maar wel: “Er mag geen link zijn tussen je product en het schenden van de mensenrechten.” Dat is een belangrijke nuance die vredesbewegingen vaak over het hoofd zien.’

Wapenindustrie

Wapenhandel maakt onderdeel uit van buitenlands beleid en is onlosmakelijk verbonden met defensie. ‘Het is dan ook de wapenindustrie die enorm uit is op een Europees leger, waarvan al langer sprake, maar moeiljk te realiseren door dat gebrek aan politieke consensus,’ hekelt Jacobs. ‘De wapenindustrie wil natuurlijk dat dit er wel komt omdat ze dan een grote markt hebben waaraan ze kunnen verkopen en die kan concurreren met andere grote wapenmarkten zoals de Verenigde Staten of China. In die landen zie je dat er een groot aanbod is aan wapens en ook veel vraag, meer dan vandaag in Europa.’

De belangrijkste wetgeving ter wereld is niet afdwingbaar.”

Lena Jacobs

Het is de wapenindustrie die enorm uit is op een Europees leger.”


‘Het is gevaarlijk om in zo’n situatie te verkeren. Wanneer je met een politiek beleid zit dat geen consensus kan bereiken, maar tegelijkertijd wel met een sterk draaiende economische motor, dan verlies je de draagkracht van je bevolking. De Europese bevolking is trouwens een heel erg moeilijke bevolking, met 500 miljoen inwoners die niet verenigd zijn in een land. Wanneer je de economie van een land en de politiek niet verenigd krijgt, dan heb je te maken met een democratisch deficit.’

Diederik Cops heeft begrip voor de economie en voor de diplomatieke moeilijkheden die wapenhandel met zich meebrengt. ‘Het is makkelijk om verheven taal over pakweg Saoudi-Arabië en dergelijke te spreken, als je er geen economische belangen bij hebt,’ voegt hij nog toe. Voor Vredesactie is een ding heel duidelijk: ‘Zolang Europa geen visie heeft over hoe het in de wereld moet ageren, mag Vlaanderen zijn sterke wapenwetgeving niet afgeven.’

De 8 Europese criteria voor het beoordelen van vergunningsaanvragen voor wapenexport 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Een uitvoervergunning wordt geweigerd indien die in strijd is met internationale verbintenissen van lidstaten Lidstaten evalueren de houding van het ontvangende land ten opzichte van de eerbiediging van de mensenrechten Lidstaten staan geen uitvoer toe van militair materieel waardoor gewapend conflict wordt uitgelokt of verergerd Lidstaten verlenen geen uitvoervergunning wanneer er een duidelijk risico bestaat dat het ontvangende land het materieel voor agressie tegen een ander land zou inzetten Lidstaten nemen de defensie- en veiligheidsbelangen van EU-lidstaten en andere bondgenoten mee in rekening Lidstaten houden rekening met het gedrag van het aankopende land tegenover de internationale gemeenschap, met name de houding van dat land tegenover terrorisme, het gebruik van geweld, en non-proliferatie Lidstaten onderzoeken het risico dat de goederen via interne ontduiking of het ongewenst opnieuw uitvoeren van wapens, een ongewenst eindgebruik krijgen Lidstaten beoordelen of de wapenuitvoer afgestemd is op de technische en economische capaciteit van het ontvangende land, en de hoogte van de militaire uitgaven ten opzichte van de sociale uitgaven

© Helena Coen

L’Union européenne a créé huit critères pour l’exportation des armes au sein de l’Europe et vers les pays non-européens. Le seule problème, c’est que les directives sont contraignantes mais en même temps elles sont non-exécutoires. Par conséquent, il est estimé que septante pour cent des armes ont une destination finale inconnue. L’organisation Vredesactie lutte pour une législation européenne stricte qui ne laisse aucune place à une libre interprétation. L’organe consultatif du parlement flamand, Vlaamse Vredesinstituut, de son côté dit qu’il faut nuancer la situation.

There are eight criteria for arms exports in and outside of Europe. These criteria are made by the European Union. The sole problem is that the guidelines are binding but not enforceable on the member states. Because of this, 70 % of the arms have an unknown final destination. The organization ‘Vredesactie’ is fighting for a European law that leaves no room for misinterpretation. The advisory committee of the Flemish parliament, ‘Vlaamse Vredesinstituut’ adds nuances to the situation.

ERASMIX magazine

5


‘Europa heeft laten begaan...’ Kathleen Van Brempt (sp.a) Europarlementslid en voorzitster enquêtecommissie Emissiemetingen Automobielsector

© Deme

egdsg

© European Union

Europees talmen kan tienduizenden levensjaren kosten

EU MACHTELOOS NA DIESELGATE Autobedrijven zijn in Europa nog steeds niet gestraft voor Dieselgate. Nadat is gebleken dat de autosector sjoemelt met de opgestelde Europese uitstootnormen, is de situatie maar weinig veranderd. Anderhalf jaar na Dieselgate onderzoeken we waarom autobedrijven onbestraft blijven en of het schandaal echt tot verandering heeft geleid. Chris Lanssens en Alix Cruyt

I

n september 2015 komt aan het licht dat auto’s van Volkswagen veel meer uitstoten dan aangegeven. Wereldwijd waren er zo’n 11 miljoen auto’s op de baan die meer schadelijk fijnstof uitstoten dan toegestaan. Na Volkswagen moet ook Renault toegeven dat ze in de fout zijn gegaan: ze roepen 15.000 auto’s terug. Mitsubishi volgt en geeft toe verbruikscijfers van 625.000 auto’s te hebben vervalst. Uiteindelijk blijkt ook Opel te sjoemelen. Volkswagen was dus nog maar het topje van de ijsberg. Gemiddeld kostte Dieselgate Europa al 45.000 levensjaren. Tot vandaag bestaat er nog geen wettelijk kader om het schandaal aan te pakken. Hierdoor riskeren we nog eens 72.000 extra levensjaren kwijt te raken. Na het Dieselgateschandaal is een Europese onderzoekscommissie opgericht om

ERASMIX magazine

6

de situatie uit te klaren. ‘Europa heeft laten begaan’, dat is de conclusie van Kathleen Van Brempt (sp.a), voorzitster van de onderzoekscommissie en Europarlementslid. Zowel de lidstaten als de Europese Commissie hadden Dieselgate kunnen vermijden, maar er bestaat twijfel over of het doelbewust is gebeurd. ‘Er was al eerder een groeiende kloof vastgesteld tussen labotesten en testen op de weg. Elke normale mens hoort zich hierbij dan vragen te stellen.’

Europa staat erbij en kijkt ernaar

De onderzoekscommissie veroordeelt wel wat er gebeurd is, maar concrete wetten of veranderingen zijn hier niet uitgekomen. Dat kan ook niet, zegt Van Brempt: ‘Het Europees Parlement zelf mag geen wetten voorstellen. Dat is een bevoegdheid van de Europese Commissie. Het is

een enorme tekortkoming waarvoor we verdragswijzigingen nodig zouden hebben. Ooit zullen we een parlement hebben waar dat kan, maar nu is dat nog niet mogelijk.’ Een centraal agentschap dat controles uitoefent op de uitstoot zou volgens Van Brempt een goede zaak zijn. Dat kon de onderzoekscommissie niet meenemen in haar rapport omdat er hiervoor nog te veel tegenstanders zijn. De Europese Commissie stelt landen met een belangrijke auto-industrie zoals Duitsland en Groot-Brittannië in gebreke. Deze landen schreven geen boetes uit aan autoconstructeurs voor het installeren van sjoemelsoftware. ‘Onze Belgische overheid wilde wel weten hoe deze software werkte en viel binnen in verschillende garages. De software werd opengebroken en aan de autobedrijven werd inzage


Europese autotesten zijn bij elkaar gelobbyd én gefinancierd door de autoindustrie.”

in de gegevens gevraagd. De firma’s weigerden omdat ze niet onder de Belgische wet vielen en daarom kon de overheid dus geen druk uitoefenen’, zegt VRT-journalist Luc Pauwels. Als onderzoeksjournalist en milieu-expert is Luc Pauwels gebeten om Dieselgate tot op de bodem uit te spitten en in de media aan te kaarten. Met de steun van onderzoeksfonds Pascal Decroos testte hij zelf een Zafira en kwam tot de conclusie dat Opel net hetzelfde deed als Volkswagen. In de Verenigde Staten kwam er onmiddellijk een veroordeling door het EPA, het ‘Environmental Protection Agency’, de Amerikaanse overheidsdienst die toezicht houdt op de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Volkswagen werd verplicht om de auto’s terug te roepen en de consumenten een schadevergoeding te betalen, maar in Europa bleef het stil. ‘Hier kan dat niet zo rechtstreeks als in de VS’, vertelt Kathleen Van Brempt: ‘Het EPA kan zelf straffen maar in Europa ligt die bevoegdheid bij de lidstaten. Die voeren de controles uit en kunnen de autoconstructeurs beboeten. Het Europees Parlement kan dan ook nooit onderzoeken wat er bij Volkswagen is misgelopen. Wij zijn er om te kijken wat fout is gelopen binnen de Europese Unie. In Europa geraken we er niet door en dat moet in de toekomst veranderen.’

Samen naar de rechter Luc Pauwels

Volgens Opel mogen hun auto’s nog zoveel uitstoten dat er mensen zouden doodvallen, dan zou het nog steeds wettelijk zijn.”

De Europese Unie kan dus op dit moment niets ondernemen tegen multinationals die een loopje nemen met de wetgeving. ‘Volkswagen en andere autoconstructeurs zouden hier weleens mee kunnen wegkomen,’ zegt Van Brempt, ‘maar in sommige lidstaten zijn er wel rechtszaken lopende, zoals in België.’ De consumentenorganisatie Test-Aankoop is gestart met een groepsvordering waarbij mensen met een sjoemelwagen zich kunnen aansluiten om een schadevergoeding te eisen. In de Verenigde Staten kregen 475.000 mensen van Volkswagen een schadevergoeding van 5.000 tot 10.000 dollar. ‘Volkswagen kan de sjoemelsoftware niet herstellen in de Verenigde Staten’, zegt Jean-Marc Pontville, persverantwoordelijke van D’ieteren, de importeur van Volkswagen. ‘Omdat hun auto nu minder waard is, krijgen de Amerikaanse klanten een schadevergoeding. In Europa kan de software wel worden aangepast.’ Volgens Test-Aankoop heeft de door Volkswagen aangeboden herstelling geen resultaat. Bovendien bleef de VW-groep weigeren een schadevergoeding te betalen en daarom begon de consumentenorganisatie vanaf 30 juni 2016 met een groepsvordering. Ondertussen nemen al meer dan 10.300 personen deel aan de actie. ‘Sinds het Dieselgateschandaal beweren vele

“pseudo”-specialisten de kennis te hebben om onze auto’s te onderwerpen aan testen. TestAankoop baseerde zijn onderzoek op één auto, terwijl Volkswagen honderden auto’s heeft getest’, reageert Pontville. ‘Zodra de update van de sjoemelsoftware is uitgevoerd, krijgt de klant een Europees certificaat dat verklaart dat de auto voldoet aan de Europese normen.’

Lidstaten zelf op de rem

‘De huidige Europese autotesten zijn zwak en artificieel. Ze zijn bij elkaar gelobbyd door de auto-industrie en geven de reële omstandigheden niet weer’, zegt Pauwels. ‘Lidstaten met een grote auto-industrie hebben nooit zin gehad om die tests te moderniseren en daarom liggen ze voortdurend dwars. Het zijn ook vaak de bedrijven zelf die de testen financieren.’ Kathleen Van Brempt is het eens met Luc Pauwels: ‘Het is een hele zware strijd want de landen met een belangrijke auto-industrie spelen een grote rol in het tegenhouden van te strenge normen. De ironie in dit verhaal is dat die regeringen het belang van de industrie naar voren schuiven en niet bezig zijn met de luchtkwaliteit.’ Momenteel voorziet de Europese Commissie enkel wetgeving voor tests in een laboratorium. ‘Volgens Opel mogen hun auto’s nog zoveel uitstoten dat er mensen van zouden doodvallen, dan zou het nog steeds wettelijk zijn. Er zijn gewoon geen regels die het hebben over de uitstoot op de weg. De wet omschrijft gewoon dat de testen in de laboratoria in orde moeten zijn. Als journalist kan ik hen zelfs niet aanvallen omdat ik gewoonweg geen punt heb.’ Opel zelf was niet bereid om commentaar te geven op de uitspraak van Pauwels.

Binnenkort opnieuw Dieselgate?

‘Ik denk dat Dieselgate in de toekomst niet te vermijden valt omdat industrieën veel te veel geld stoppen in het ontwikkelen van hoogtechnologische sjoemelsoftware. Ik blijf wel optimistisch dat er in het Europees Parlement zal worden gestemd voor een centraal agentschap dat controles uitvoert. In welke vorm dan ook is een minimum aan controle nodig’, zegt Kathleen Van Brempt. VRT-journalist Luc Pauwels vindt ook dat een Europees controleorgaan een stap vooruit is. ‘Zo onttrek je de controle aan de lidstaten, ook die met een uitgebreide auto-industrie. De afstandelijkheid wordt zo groter.’ Maar komt zo’n agentschap er ooit? Van Brempt uit haar bezorgdheid: ‘Als we voorstellen om meer macht aan Europa te geven, zijn er telkens meer tegenstanders dan voorstanders. De conclusie is dat we vaker moeten samenwerken met lidstaten, anders is de auto-industrie ons altijd te snel af.’

ERASMIX magazine

7


© Roxane Dupont

STUDEREN EN WERKEN IN EUROPA: GRENZEN BLIJVEN De Raad van de Europese Unie stelde in 1999 de Bolognaverklaring op, die de mobiliteit van studenten in Europa moest vergroten. Een deel daarvan is het populaire ERASMUS-programma om uitwisselingen tussen studenten te bevorderen. Een volwaardige opleiding volgen in een andere Europese lidstaat of een vaste job zoeken met een Europees diploma brengt echter nog problemen met zich mee. En dat ondanks de Lissabon Erkenningsconventie, een verdrag van dat andere Europese samenwerkingsverband, de Raad van Europa, dat stelt dat er wederzijds vertrouwen moet zijn in de onderwijssystemen van andere Europese landen en dat in het buitenland behaalde diploma’s volledig erkend moeten worden. Mari Goossen

M Marwan Azzouz ERASMIX magazine

8

arwan Azzouz groeide op in Parijs en maakte daar zijn middelbare school af. Op zijn 18 jaar wou hij weg uit Parijs en omdat hij naar een land wou waarvan hij de taal begreep, kwam hij naar België. Hier wou hij sociologie studeren aan de ULB (Université Libre de Bruxelles), maar daar vertelden ze hem dat hij eerst zijn diploma moest laten valideren in België. Hij klopte aan bij de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Gewest en kreeg te horen dat zijn diploma niet gelijkwaardig was aan het Belgische diploma, omdat hij geen Nederlandse les had gekregen. Hij moest het laatste jaar van de middelbare school opnieuw doen in België en extra Nederlandse les volgen alvorens hij aan de Franstalige

universiteit in Brussel kon verder studeren. Vlamingen die een attest nodig hebben om in het buitenland te gaan studeren of werken en buitenlanders die naar Vlaanderen willen komen, kloppen vaak aan bij NARIC. Dat is het centrum voor academische en professionele erkenning van diploma’s. Daniël De Schrijver, coördinator van NARIC, vertelt ons wat er allemaal kan foutlopen bij het homologeren van diploma’s: ‘Er zijn nog landen die een masterdiploma uitschrijven zonder dat er een thesis geschreven moet worden. Dan kunnen wij hun diploma niet gelijkwaardig verklaren aan een Vlaams diploma. Voor professionele bacheloropleidingen gebeurt het soms dat de afgestudeerde nooit een stage heeft moeten doen, dat is voor ons toch een zeer cruciaal gebrek’ Maar soms zijn het ook kleinere ver-


schillen die voor de afwijzing van een diploma kunnen zorgen.

Kafkaiaanse toestanden

De Europese wetgeving zegt dat er vertrouwen moet zijn in de onderwijssystemen van de lidstaten, tenzij er een wezenlijk verschil kan worden aangetoond. Lore Aerts werkt bij SOLVIT, een dienst van de Europese Commissie die bemiddelt wanneer een overheidsinstantie de EU-wetgeving niet naleeft. Ze behandelt ook dossiers van mensen die problemen hebben met de erkenning van hun diploma in een andere lidstaat. ‘Ik had onlangs een dossier over een vrouw met een Belgisch diploma van kleuterleidster’, vertelt Lore Aerts. ‘Ze woonde op de grens met Nederland en had daar een job gevonden. In België mag je als kleuterleidster na een opleiding van drie jaar lesgeven aan kinderen van 2,5 tot 6 jaar. In Nederland duurt de opleiding een jaar langer, word je tegelijk onderwijzeres en kleuterleidster en mag je les geven aan kinderen van 4 tot 10 jaar. De school wist van haar Belgische diploma af en wou haar les laten geven aan kinderen tot 6 jaar oud, maar de Nederlandse autoriteit wou haar diploma niet erkennen wegens de verschillen in leeftijdscategorieën. Uiteindelijk hebben we dat met de tussenkomst van SOLVIT kunnen oplossen, maar dat zijn dus het soort kafkaiaanse toestanden die we tegenkomen.’ ‘Er zijn veel administratieve hindernissen,’ aldus Lore Aerts. ‘Het is natuurlijk belangrijk dat een land nagaat of de mensen die er komen werken, wel het juiste diploma hebben volgens de wetgeving. Maar voor de mensen die een aanvraag indienen, is het heel moeilijk om te weten waar ze naartoe moeten. Het is ingewikkeld. Als je naar een andere lidstaat wil verhuizen is het toch aangeraden om eerst eens te bekijken wat je daar kan gaan doen met je diploma. Er is wel heel wat harmonisatie tussen de verschillende lidstaten, maar het is toch nog niet altijd vanzelfsprekend om van het ene naar het andere land te verhuizen en er te mogen werken.’

Niet het enige obstakel

Het verhaal van Alketa en haar man Arben Molla bevestigt dit. Zij zijn geboren en getogen in Albanië en hebben daar hun universitair diploma behaald in de Albanese taal en literatuur. In 1996 vluchtten ze naar België, waar ze opnieuw een leven probeerden op te bouwen. Alketa startte onmiddellijk de procedure om haar diploma te laten homologeren, en kwam bij NARIC terecht. De eigenlijke procedure nam vier maanden in beslag, maar het voorbereidende werk duurde zeker anderhalf jaar. ‘Wanneer je als zwangere vrouw moet vluchten uit je land en alles moet achterlaten, denk je er niet echt aan om allerlei paperassen mee te nemen in verband met je schoolcarrière’, verklaart ze.

Uiteindelijk is het wel gelukt om haar Albanees diploma gehomologeerd te krijgen op masterniveau in België, maar dat bleek niet het enige obstakel. Alketa raakte snel aan een degelijke job, maar heeft nooit op het niveau van haar universitair diploma kunnen werken en dat doet nog steeds pijn. Haar man Arben heeft zijn diploma zelfs nooit laten homologeren omdat hij tijdens sollicitaties merkte dat een universitair diploma veeleer een handicap was. ‘Als immigrant moet je nu eenmaal beginnen met een iets lagergeschoolde job, alleen al omdat je de taal niet volledig beheerst. Ik wou echt werken, ook al was dat niet op universitair niveau en dan merk je dat je diploma je meer in de weg staat dan dat het je vooruit helpt.’

Daniël De Schrijver

Europa is niet één groot blok

‘Mensen denken vaak dat Europa één groot blok is zoals de Verenigde Staten, maar dat is toch nog maar in beperkte mate zo’, aldus Lore Aerts. ‘Er is harmonisatie op heel veel vlakken, maar je kan niet zomaar alles doen in een andere lidstaat wat je in je eigen lidstaat mag. Een jurist in België kan zich bijvoorbeeld niet zomaar als jurist inschrijven in Nederland, omdat het Belgisch recht deels verschilt van het Nederlandse. Als een Belgische jurist naar Nederland gaat zal hij bijvoorbeeld eerst een stage moeten doen om zich in te werken in het Nederlands recht, dat is toch al een drempel waar iemand over moet.’ ‘We zien wel dat er nog altijd een kloof is tussen Europa en de burger,’ gaat Lore Aerts verder. ‘ Veel burgers hebben geen idee wat dat Europa is dat boven hen hangt en wat het allemaal doet. Een mentaliteitswijziging ten opzichte van een Europa zonder grenzen is wel nodig, maar ik denk wel dat we die richting uitgaan’. Zo heb je bijvoorbeeld EURES, het Europese portaal voor beroepsmobiliteit. EURES heeft een netwerk van meer dan 850 consulenten in heel Europa die dagelijks in contact staan met werkzoekenden en werkgevers uit de lidstaten. Zo kunnen ze een land met veel werklozen matchen aan een land waar te weinig gekwalificeerde opgeleiden zijn. ‘Tijdens de financiële crisis in Spanje waren er veel afgestudeerde verplegers die niet aan een job geraakten, terwijl er in Groot-Brittannië een tekort was aan diezelfde verplegers. Toen heeft EURES een project op poten gezet om Spaanse verplegers naar GrootBrittannië te krijgen en dat is ook gelukt’, legt Lore Aerts van SOLVIT uit. ‘Er is ruimte om meer Europees te gaan denken en minder op ons eigen eilandje te blijven zitten. Jammer genoeg zijn sommige landen nog steeds protectionistisch en Europa kan ook maar zoveel veranderen als de lidstaten willen veranderen. Maar de mobiliteit van gekwalificeerde mensen vergroten zou de kansen voor alle afgestudeerden in de lidstaten zeker verhogen,’ besluit Aerts.

Lore Aerts

Alketa Mola

Wanneer je moet vluchten en alles moet achterlaten, denk je niet aan al die paperassen.” ERASMIX magazine

9


SPOOKMEDEWERKERS IN DE EU? Europese geldstromen naar de partijkassen

‘Een politieke aanval van een vijandige justitie.’ Marine Le Pen, Europarlementslid (FN), in Le Monde

© Rémi Noyon

In januari kwam Le Canard Enchainé, het Franse satirische weekblad, met bezwarende onthullingen rond de presidentskandidaat van rechts, François Fillon. Ze sloegen in als een bom. En in het Europees Parlement kwam Marine Le Pen, presidentskandidate voor het Front National in zwaar weer terecht. In beide gevallen gaat het over fictieve tewerkstelling van parlementsmedewerkers. Eurasmix praatte met de hoofdredacteur van Le Canard en met de advocaat van Le Pen. Arnaud De Decker en Yannick Ravoux

Als het geverifieerd en relevant is, dan brengen we het.”

T

wee met elkaar verbonden herenhuizen in de rue Saint-Honoré, naast de mythische avenue de l’Opéra, geprangd tussen het Louvre en het Centre Pompidou. Daar, in het hartje van Parijs, bevindt zich al meer dan veertig jaar de redactie van Le Canard Enchainé. De onthullingen die het weekblad in de loop van zijn honderdjarig bestaan heeft gedaan, hebben Frankrijk al vele keren door elkaar geschud. We bellen aan en worden binnengelaten. Via een grauwe tunnel bereiken we de binnenkoer. Het lijkt alsof we een verborgen stukje Parijs uit het begin van de twintigste eeuw binnenstappen. ‘De trap naar de wachtruimte is in meer dan zestig jaar niet veranderd, maar er volgen binnenkort renovatiewerken’, zegt de 69-jarige hoofdredacteur Louis-Marie Horeau. We volgen hem naar zijn kantoor voor een interview.

Europees geld voor partijkas Louis-Marie Horeau ERASMIX magazine

10

Penelope-gate - François Fillon wordt ervan beschuldigd zijn vrouw Penelope en kinderen fictief tewerkgesteld te hebben - heeft lange tijd

de Franse en West-Europese media beheerst. In België minder bekend, is de schandaalsfeer rond Marine Le Pen, de presidentskandidate van het extreemrechtse Front National. Ze zetelt in het Europees Parlement en zou daar 29 spookmedewerkers hebben aangesteld, die meer dan zeven miljoen euro hebben vergaard. Dat geld kwam terecht in de partijkas van het Front National. ‘Ook al is het illegaal, het choqueert minder dan wanneer het geld in de zakken van een politicus verdwijnt zoals bij Fillon. Het geld blijft in de politiek en de mensen hebben zo minder het gevoel bestolen te worden’, zegt hoofdredacteur Horeau. ‘Die manier om belastinggeld te gebruiken voor de partij is een overblijfsel van de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. Het politieke landschap moest opnieuw vorm krijgen en om de partijen in leven te houden werden medewerkers in het kabinet en het parlement gebruikt om de partijkas weer aan te vullen: hun loon werd rechtstreeks doorgestuurd naar de partijen.’ In het Europees parlement mogen medewerkers niet betaald worden voor werk dat niet gelinkt


is aan de instelling. Gebeurt dit wel, dan is er fraude. Daarnaast moeten parlementaire medewerkers regelmatig aanwezig zijn in Brussel of Straatsburg. In het geval van de medewerkers van Le Pen is dat niet zo. Volgens verschillende Franse media komen ze zelfs amper in Brussel. Op 8 februari van dit jaar onthulde Le Canard Enchainé dat Louis Aliot, de echtgenoot van Marine Le Pen, tewerk werd gesteld in het Europees Parlement tussen 2011 en 2013. Vandaag is hij Europarlementslid. ‘We hebben geen idee wat de gevolgen zullen zijn voor Aliot, en het maakt ons ook niet uit’, verklaart Horeau. ‘Vanaf het moment dat we op iets stoten dat interessant, geverifieerd én politiek of economisch relevant is, dan brengen we het.’

Georganiseerde fraude

In Europa zou het Front National niet de enige sjoemelende partij zijn. ‘Ook parlementsleden uit onder meer Bulgarije, Tsjechië, Italië, Spanje en Polen passen deze praktijken toe’, zegt de advocaat van Marine Le Pen, Marcel Ceccaldi, in een telefonisch interview met onze redactie. ‘Ik heb de bewijzen die bevestigen dat mijn cliënte absoluut niet de enige is die zich hieraan schuldig maakt.’ Hij noemt zelfs twee Europarlementariërs bij naam: de Bulgaren Nikolay Barekov en Angel Dzhambazki. Die waren niet bereikbaar voor commentaar. Op het eerste gezicht lijkt het een vreemde manier om een cliënte zo te verdedigen, maar als Ceccaldi erin slaagt om aan te tonen dat het probleem het Front National overstijgt, dan heeft Europa nog een pak werk. Katarzyna Ochman, de persverantwoordelijke van de Poolse delegatie in het Europees Parlement, ontkent alvast deze beschuldigingen aan het adres van haar land. Het OLAF (Europees Bureau voor fraudebestrijding) wilde geen commentaar geven op onze vraag of er op dit moment soortgelijke gevallen onderzocht worden in het Europees Parlement. Le Monde publiceerde in februari een stuk over de illegale financiering van het Front National. De journalisten van die krant werkten hiervoor samen met het Internationaal consortium voor onderzoeksjournalisten. Uit dat onderzoek blijkt

dat die illegale financiering op alle mogelijke niveaus van het politieke spectrum plaatsvindt: lokaal, regionaal, nationaal én Europees. Opvallend is dat het mechanisme om geld binnen te halen overal hetzelfde blijkt. Het gaat als volgt: de partijtop schakelt vertrouwde, bevriende bedrijven in om een campagne communicatief in goede banen te leiden. Die bedrijven factureren een veel te hoog bedrag dat door de staat wordt terugbetaald aan het Front National indien ze genoeg stemmen behalen bij de verkiezingen. Het geld dat de bedrijven verdienen, wordt volgens Le Monde grotendeels verscheept naar Panama. Er lopen momenteel twee onderzoeken naar het Front National: het eerste werd gestart in oktober van vorig jaar, en behandelt vier voorbije verkiezingen waaronder de Europese. Het andere werd twee maanden later gestart en gaat dieper in op de regionale verkiezingen. ‘Het gaat om een politieke aanval van een vijandige justitie’, verklaart Marine Le Pen in Le Monde. Ondanks de aantijgingen blijven haar kiezers haar trouw. ‘Als Le Pen zegt dat alles één groot complot is, blijven de kiezers haar volgen. Dat komt voornamelijk omdat het leeuwendeel van haar electoraat teleurgesteld is in de traditionele partijen’, zegt hoofdredacteur Horeau.

Bedreigingen

‘Na de aanslagen op Charlie Hebdo heeft de politie gevraagd of we extra bescherming wilden’, vertelt Horeau. ‘Dat hebben we geweigerd, niet alleen omdat we minder geviseerd worden door extremistische groeperingen, maar ook omdat we onze vrijheid willen behouden. En als we de klok rond bewaakt worden, zoals bij onze concullega’s, dan lukt dit niet.’ De receptioniste van Le Canard Enchainé ziet er vermoeid uit. Ze vertelt dat ze in de twaalf jaar dat ze voor de krant werkt nog nooit zoveel dreigementen en scheldbrieven hebben ontvangen als met de affaires Fillon en Le Pen. Maar hoofdredacteur Horeau wil van geen wijken weten: ‘Wat er gebeurt nadat we beschadigende info hebben uitgebracht, is niet ons probleem, zolang het journalistiek verantwoord is.’

A la fin du mois de janvier l’hebdomadaire ‘Le Canard Enchainé’ publia pour la première fois une série d’articles compromettants, mettant le candidat de droite à la présidentielle, François Fillon, dans de mauvais draps. Il aurait embauché des proches en tant qu’assistants. Fillon ne serait pas le seul à avoir fraudé. Marine Le Pen aussi est accusé de fraude, mais cette fois-ci au niveau européen. Ainsi, 29 assistants fantômes au Parlement européen auraient touché plus de sept million d’euros entre 2010 et 2016. En sa défense, l’avocat de la candidate d’extrême droite à la présidentielle affirme que ‘plusieurs pays de l’Est, ainsi que l’Espagne et l’Italie, font la même chose’, et il dit en avoir les preuves.

Ik beschik over de bewijzen dat mijn cliënte niet de enige is die zich aan zulke praktijken schuldig maakt.”

Marcel Ceccaldi

At the end of January the French weekly magazine ‘Le Canard Enchainé’ published a series of compromising articles about right-wing presidential candidate François Fillon for the first time, placing him in a bad light. He seemed to have appointed family members as assistants in the French parliament. He isn’t the only one who is suspected of fraud. Marine Le Pen has allegedly misused European Parliament funds. It is said that 29 assistants have earned more than 7 million euros. According to Le Pen’s lawyer the far right-wing presidential candidate isn’t the only one. ‘I have proof that MEPs from member states like Spain and Italy have also committed fraud,’ says Marcel Ceccaldi, the laywer of Marine Le Pen.

ERASMIX magazine

11


© Casper Mazijn

Onze redactie in Roemenië (1):

CORRUPTE POLITICI BOVEN WET De protesten in Roemenië tegen het wetsvoorstel dat corruptie onbestraft wou laten, duren al twee maanden. Intussen is het voorstel ingetrokken maar nu vragen de demonstranten het ontslag van de regering. Journalist Malin Bot werd ontslagen bij de conservatieve krant Romania Libera nadat hij de protesterende massa had toegesproken in Timisoara, de tweede stad van Roemenië. ‘Corruptie doet bijna net zoveel mensen emigreren als een burgeroorlog.’ Lilith Geeraerts & Casper Mazijn De baas van uw krant is naar Londen gevlucht omdat het Roemeense gerecht hem wil vervolgen voor corruptie. Wat heeft dat met uw ontslag te maken? Hij heeft niet enkel mij ontslagen, maar ook nog een collega. De eigenaar van de krant, Dan Adamescu, was de vader van mijn baas, Alexander Adamescu. Hij werd schuldig bevonden aan omkoping van rechters. Hiermee trachtte hij twee van zijn bedrijven technisch failliet te laten verklaren, om zo zijn schulden te ontlopen. De vader is gestorven aan een bloedvergiftiging in de gevangenis. Dat ik protesteerde tegen corruptie apprecieerde zoon Alexander dus niet. Ik probeerde hem nog uit te leggen dat we journalisten zijn en geen advocaten. Het is niet de bedoeling dat wij zijn zaak verdedigen in de krant, daarvoor moet hij maar advocaten inhuren en voor de rechter verschijnen. Hoe bent u betrokken bij de protesten? Hier in Boekarest loop ik gewoon mee, maar in Timisoara was ik er direct bij betrokken. Doordat ik vijftien jaar als journalist heb gewerkt in Timisoara en mijn mening over de corruptie duidelijk had gemaakt in een editoriaal, werd ik gevraagd om een speech te geven. Ik wilde dat doen en nam het risico om ontslagen te worden. Ik vraag me nu wel af: wat is het verschil tussen een editoriaal schrijven en een speech geven? Waarom stond mijn baas

ERASMIX magazine

12

het ene wel toe, maar het andere niet? Wat is de rol van de Europese Unie in deze protesten? Momenteel houden enkel de mensen die op straat komen en de Europese Unie dit stukje wetgeving tegen. De EU oefent veel druk uit op de Roemeense regering, maar als dat stopt, wordt alle vooruitgang teruggedraaid. We hebben de druk nodig om een echte rechtsstaat zonder al het machtsmisbruik op te bouwen. Niemand zou boven de wet mogen staan, maar de politici die nu aan de macht zijn, proberen dat wel te doen. Ze proberen hun manier van leven te waarborgen. Zonder de hulp van de EU en de Navo is er niets om die politici hiervan te weerhouden. De situatie zal aanzienlijk verergeren als er geen druk meer komt vanuit het Westen. Daarom had ik op Facebook opgeroepen om Europese en Amerikaanse vlaggen mee te brengen naar de protesten. Zo stuurden we een belangrijk signaal uit: we willen absoluut aansluiten bij de westerse familie van landen met een deftig rechtssysteem. Vindt u dat Roemenië een vrije pers heeft? Dat is een moeilijke vraag. Veel eigenaars van de grote Roemeense media hebben problemen met het gerecht. Hierdoor kunnen journalisten niet schrijven wat ze willen. Volgens mij werkt ongeveer tachtig procent van de journalisten voor corrupte media-


eigenaars. Die eigenaars gebruiken dan ook hun televisiezenders, kranten en nieuwssites om justitie in dit land aan te vallen. De mediamagnaten verklaren via nieuwszenders dat de aanklagers zonder aanleiding hun macht misbruiken om hen te veroordelen. Zijn er veel landen in de Europese Unie die gelijkaardige problemen ervaren of is Roemenië een geval apart? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet je eerst het politieke landschap in Roemenië bekijken. Ons slecht parlement stemt stiekem wetten die tegen de democratie in gaan. Onze premier Grindeanu staat wereldwijd bekend voor zijn corruptheid. Hij is lid van de sociaaldemocratische PSD, momenteel de grootste partij, die samen regeert met de liberale ALDE. En uitgerekend deze premier moet ons land vertegenwoordigen op internationaal vlak. Andere Oost-Europese landen die vroeger ook communistisch waren, lijden minder onder corruptie maar die hebben sterke leiders aan het hoofd staan. De enige die nog iets goeds probeert te realiseren, is onze president Klaus Johannis. Hij is lid van de nationaal-liberalen (PNL) en probeerde via een rechtszaak de wetgeving die corruptie gedoogde te laten intrekken. Als deze regering zo slecht en corrupt is als u doet uitschijnen, waarom hebben de mensen dan op deze partijen gestemd? Dat is een goede vraag. In Roemenië is het belangrijkste medium nog steeds de televisie. De huidige verkozenen controleren tachtig procent van de televisiezenders, waardoor ze hun eigen propaganda kunnen verspreiden. Tijdens de verkiezingsperiode sprak de socialistische partij enkel over het verhogen van de salarissen en over het geven van sociale voordelen aan de mensen. Ze hebben met geen woord gerept over het afzwakken van de wetgeving inzake corruptie. Maar na de verkiezingen deden ze dat juist wel, en met hun beloftes hielden ze geen rekening meer.

Is Roemenië klaar om een land te worden zonder corruptie? Op dit ogenblik hebben we twee stromingen in ons land: een van corrupte politici die het status quo willen behouden en een tweede die een andere toekomst wil. Het is al gebeurd dat ondernemers failliet zijn gaan omdat ze eerlijk wilden zijn, dat is allesbehalve een goed teken. We moeten ons land van de corruptie genezen. Ook de EU moet zich afvragen waarom er zo veel mensen het land ontvluchten wegens corruptie. Het is bijna vergelijkbaar met een burgeroorlog. Roemenië valt ook ten prooi aan psychologische aanvallen van Rusland. Poetin weet dat een corrupt land zonder rechtssysteem niet kan functioneren. Hij wil Roemenië dan ook weer onder Russische controle brengen.

Wanneer je naar het ziekenhuis gaat, moet je aan iedereen wat geld geven.”

Waarom denkt u dat? Toen ik op de onlineredactie van een nieuwssite werkte, zag ik talloze nepprofielen op Facebook met allemaal dezelfde reactie op artikels over de Europese Unie: de EU is slecht en de Roemenen moeten kiezen voor het Russische model. U sprak over een wet waarbij omkoping tot 44.000 euro niet met een gevangenisstraf wordt bestraft. Deze werd ondertussen ingetrokken, waarom bent u dan nog altijd aan het protesteren? Corruptie beïnvloedt nog steeds iedereen. Eerst protesteerden we tegen de wet, maar nu tegen de eerste minister en de partijleider van de socialisten. We hebben nog altijd een probleem met groot- en kleinschalige corruptie. Wanneer je naar het ziekenhuis gaat, moet je aan iedereen wat geld geven. Van de man die de deur opendoet, tot de dokter die je behandelt. Nu vragen ze geen geld meer van mij, omdat ze weten dat ik een journalist ben. Toch is er verbetering zichtbaar. Op sommige plaatsen hangen borden uit met het opschrift ‘Hier aanvaarden wij geen steekpenningen’ en de dienst anticorruptie levert goed werk (zie kader).

Het laatste bastion van eerlijkheid Het anticorruptie-agentschap DNA, Directia Nationala Anticoruptie, werd opgericht om de strijd aan te binden met corruptie. Het huidige hoofd van de organisatie, Laura Kövesi, werd aangesteld door de vorige minister van Justitie uit de technocratische regering (bestaande uit niet verkozen experten per onderwerp, nvdr). Het DNA vervolgde en veroordeelde al veel corrupte politici. Dit overheidsorgaan krijgt het vertrouwen van 60% van de bevolking tegenover maar 11% voor het parlement. Tijdens de protesten scandeerden de demonstranten dan ook leuzen om het DNA te steunen. Een van de mensen die worden verdacht van corruptie is Liviu Dragnea. Hij is de voorzitter van de socialistische partij PSD en zou zijn gered door het omstreden wetsvoorstel waarbij omkoping tot 44.000 euro niet wordt bestraft.

Malin Bot

Nu vragen ze geen geld meer van mij, omdat ze weten dat ik een journalist ben.” ERASMIX magazine

13


© Lilith Geeraerts

Onze redactie in Roemenië (2):

DE MACHT(ELOOSHEID) VAN DE EU Roemenië staat in de top vijf van de meest corrupte landen in de Europese Unie. Eurasmix sprak met twee specialisten ter zake. Oana Bogdan, voormalig staatssecretaris van Cultuur in Roemenië, heeft vastgesteld dat corruptie op alle niveaus te vinden is. Carl Dolan, directeur van Transparency International, een onafhankelijk wereldwijd anticorruptieagentschap, noemt de situatie in Roemenië erg zorgwekkend. Astrid Bodequin & Laura Brusselaers

O

m de corruptie uit te roeien is een verandering van mentaliteit nodig, en zoiets vraagt tijd’, zegt Oana Bogdan. De Roemeense woont en werkt al zeventien jaar in België. Vorig jaar maakte ze zes maanden deel uit van de Roemeense technocratische regering en keerde daarna terug naar Brussel om haar baan als architect weer op te nemen. ‘Wij hebben aangetoond dat het met een technocratische regering ook anders kan. De politici die aan de macht zijn, zullen er alles aan doen om hun manier van regeren legaal te maken. Ze regeren alsof het land hun eigendom is. Corruptie is alomtegenwoordig. Het verschil tussen Roemenië en bijvoorbeeld België of GrootBrittannië is dat de corruptie in Roemenië op alle niveaus zichtbaarder is’, zegt Bogdan. ‘Als je in Roemenië bijvoorbeeld in het ziekenhuis ligt, moet je de verpleegster extra geld geven voor ze je verzorgt. Dat is corruptie, dat zou niet mogen.’ De ziekenhuizen hebben niet veel geld en de lonen liggen laag. Daarom is het volgens Bogdan heel moeilijk om neen te zeggen tegen die corruptie.

ERASMIX magazine

14

Corrupte politici

Landen zoals Roemenië hebben ook een probleem met corruptie op gerechtelijk vlak. Zo betaalt de overheid de rechters niet voldoende. Er wordt ook druk op hen uitgeoefend, daardoor zijn ze kwetsbaar voor corruptie. ‘Op politiek vlak zien we ook veel corruptie. De laatste jaren zijn politici van alle politieke partijen al veroordeeld voor corruptie’, zegt Carl Dolan, directeur van Transparency International. ‘Corruptie is moeilijk te meten. Wij hebben een instrument dat het mogelijk maakt om corruptie binnen de publieke sector in verschillende landen te meten.’ Het agentschap publiceerde in januari een lijst waaruit blijkt dat Italië, Griekenland, Roemenië, Bulgarije, Kroatië en Hongarije de meest corrupte landen zijn binnen de Europese Unie. ‘Landen zoals Luxemburg scoren goed op gerechtelijk vlak, maar als je de bankensector van het land bekijkt, zou je een heel ander resultaat kunnen krijgen. In Luxemburg zien we meer belastingontduiking en witwaspraktijken. Je hebt ook landen die op het eerste gezicht heel ‘clean’ lijken zoals Nederland en Groot-Brittannië, maar hun buitenlandse bedrijven kopen ambtenaren

Carl Dolan

De laatste jaren zijn politici van alle politieke partijen al veroordeeld voor corruptie.”


Iemand bood me aan om mij en mijn familie levenslang gratis te laten logeren in een vijfsterrenhotel.”

Oana Bogdan

Roemeense politici parkeren voor de deur en aan de kassa steken ze de rij voorbij.”

om. Dat heb je niet in Roemenië, want daar zijn geen grote multinationals gevestigd’, zegt Dolan. ‘Toen ik zelf als staatssecretaris werkte, werd ik ook geconfronteerd met corruptie’, zegt Bogdan. ‘Iemand bood me aan om mij en mijn familie levenslang gratis te laten logeren in een vijfsterrenhotel. In ruil wilde hij een vergunning om een snelweg aan te leggen. Omdat ik in België woon en niet in Roemenië, was het gemakkelijker voor mij om tijdens mijn verblijf in Roemenië te weigeren. Ik kan me inbeelden dat dat niet altijd even vanzelfsprekend is als je daar leeft.’

Octopus

Bogdan is vragende partij voor opnieuw een technocratische regering. ‘Alles wat wij gedurende die zes maanden realiseerden, willen de huidige politici nu ongedaan maken. De mentaliteit is niet geëvolueerd sinds de val van de Berlijnse Muur. Ik vergelijk de huidige regering met een octopus, corruptie zit overal en op alle niveaus: van burgemeester tot president. Afschuwelijk’, zegt Bogdan geërgerd. Macht en hiërarchie zijn heel belangrijk in Roemenië. ‘Mensen spreken je als politicus aan alsof je God bent. In België hebben we de indruk dat de politici voor het volk werken, in Roemenië is dat andersom. De politici parkeren voor de deur en aan de kassa steken ze de rij voorbij. Zij zijn eersterangsburgers en zien ons als tweederangs. Het is de wereld op zijn kop en dat vind ik heel erg.’ Volgens Bogdan moet je jezelf als lid van een regering vergeten en opofferen omdat het algemeen belang primeert. ‘Ik probeer optimistisch te zijn’, zegt Bogdan. ‘De jonge generatie heeft veel gereisd en is flexibel, daardoor kan ze zich aanpassen aan verschillende situaties en is ze heel kritisch. Dat is wat we vandaag nodig hebben. Als de jonge generatie echt haar best doet, zie ik het land snel evolueren. Persoonlijk ben ik voorstander van meer Europa. We moeten misschien meer kijken naar een mogelijk Verenigde Staten van Europa.’

Oplossingen

‘Sinds Oost-Europese landen autonomer werden na de val van de Sovjet Unie, zagen we een snelle verbetering in het transparant maken van hun manier van regeren. De regeringen werden minder corrupt en die evolutie ging door tot ze lid werden van de Europese Unie. Sindsdien is de vooruitgang stabiel gebleven. Maar landen als Hongarije gaan er opnieuw op achteruit’, vertelt Dolan. De EU heeft niet veel mogelijkheden om landen die afwijken van de Europese wetgeving opnieuw op het juiste pad te brengen. ‘Het zou wel een land zijn stemrecht kunnen schorsen. Dat noemen ze de nucleaire optie. Hiervoor heb je unanimiteit nodig en dat is moeilijk te verkrijgen. Er zijn drie andere opties die de EU kan proberen’, zegt hij.

‘Allereerst kan het landen op de vingers tikken die niet voldoen aan de Europese waarden. Enkele EU-landen worden meer autoritair en verwerpen het model en de waarden waarop de EU is gebaseerd. De Unie zou wetten moeten opstellen waaraan de lidstaten zich moeten houden als ze lid willen blijven. Vroeger publiceerde de Unie een anticorruptierapport over elke lidstaat. Een paar maanden geleden besliste de Europese Commissie om hier niet mee door te gaan, terwijl dat juist nuttig was om de lidstaten te laten zien hoe goed of slecht ze scoren en zo een hervorming uit te lokken. Ook kan Europa kijken naar de financiële middelen voor die landen. Bijvoorbeeld Hongarije, hun economie is afhankelijk van de miljarden euro’s die ze krijgen van de Europese Unie. Dat geld zou alleen beschikbaar mogen zijn op voorwaarde dat het land vooruitgang boekt en corruptie bestrijdt. En ten slotte is er veel dat de Europese Unie kan doen om de transparantie te bevorderen in bijvoorbeeld de overheidssector. Die drie zaken zijn waarschijnlijk het meest haalbaar, waardoor de nucleaire optie niet nodig is’, besluit Dolan.

Vriendjespolitiek

Tijdens de voorbije protesten in tal van Roemeense steden zijn er duizenden mensen op straat gekomen, maar niet zoveel als tijdens de revolutie van 1989. ‘Het is mooi om te zien dat de Roemenen zo gedreven zijn. De emmer is vol, ze kunnen er niet langer tegen. De bevolking heeft natuurlijk gezien dat het vorig jaar anders kon’, vertelt Bogdan. De politica merkt op dat alle televisiezenders in handen van politici. ‘Voor oudere mensen is dat de enige bron van informatie. Zo krijgen mensen ongenuanceerd nieuws. Dolan is het daarmee eens: ‘Persvrijheid onderdrukken werkt corruptie in de hand. Als je een politieke partij hebt die op de meeste staatsinstellingen en de media controle uitoefent, dan krijg je corruptie en vriendjespolitiek. Zolang die trend zich voortzet, moeten we ons zorgen maken over de toekomst van de EU. Daarnaast’, vervolgt Dolan, ‘is er in Roemenië een soort van nepotisme, wat betekent dat politici hun familieleden of vrienden hoge functies toewijzen. Het is dus verbazend om vast te stellen dat we in de Europese Unie nog altijd verschillende ethische normen hebben.’ ‘Tijdens de verkiezingscampagne hebben de politici beloofd om alle pensioenen te verdubbelen, net zoals de lonen van de mensen uit de publieke sector’, zegt Oana Bogdan. ‘Roemenië kan dat niet betalen. Dus moeten ze geld lenen in het buitenland, waardoor het land gigantische problemen zal krijgen op economisch vlak. De democraten hebben de verkiezingen gewonnen met loze beloftes. Dat wist iedereen, maar het is logisch dat die mensen voor hen stemmen. Dat is short time thinking’, besluit ze.

ERASMIX magazine

15


© Lore Kimps

Servisch journalist en EU-kenner Dusan Gajic:

‘ALS DE EU OVERLEEFT, DAN IS DAT MET DE BALKANLANDEN’ BRUSSEL - Dusan Gajic (46) is een Servische journalist die hier in België zijn eigen mediabedrijf uit de grond stampte. Toen Gajic in Brussel terechtkwam zag hij meteen het gat in de markt: berichtgeving in de voormalige Oostbloklanden over de Europese Unie. Eurasmix sprak met hem over de EU als ‘besloten clubje’, het opkomend populisme in zijn geboorteland en de toekomst van ons continent. Lore Kimps en Lieselotte Van Hemelrijck

D

usan Gajic verhuisde in 2003 van Servië naar België en ging hier als correspondent aan de slag. Hij startte samen met enkele collega-journalisten een mediaorganisatie op onder de naam SEETV, South-East Europe TV Exchanges. Hiervoor maakt hij onder andere documentaires over de relatie tussen Oost-Europa en West-Europa. Daarnaast werkt hij als Europacorrespondent bij de Servische openbare omroep RTS en houdt hij zijn geboorteland up to date over de relatie met Europa. Veertien jaar geleden verhuisde u naar België. De val van Joegoslavië onder dictator Milosevic was net achter de rug. Had die beslissing te maken met het einde van de oorlog? ​ De conflicten in Joegoslavië liepen in 1999 officieel ten einde. De laatste fase was de ergste omdat Servië plots door internationale instanties geviseerd werd als boeman. De NAVO, onder leiding van de Verenigde Staten, moest ingrijpen en bombardeerde Servië. Ik had het gevoel dat mijn vaderland nooit meer hetzelfde zou zijn. Mijn hele wereld zoals ik hem kende, stond op zijn kop. Wij hebben nooit een andere leider gekend dan Milosevic, een wrede man met een ijzeren hand. Ik had het gevoel dat Servië

ERASMIX magazine

16

zich op een bepaalde manier afsloot van de buitenwereld en dat vond ik erg beangstigend. Hoe kijkt u terug op die periode?​ Als je mij toen had gezegd dat ik vandaag met twee jonge Belgische journalisten zou praten, had ik je niet geloofd. Nu ben ik hier gesetteld en verwacht ik dat Servië binnen de tien jaar lid zal zijn van de Europese Unie. Daar had ik toen niet van durven dromen. Het land zal zijn plaats vinden tussen de westerse lidstaten. Het was duidelijk dat ik over dat integratieproces wou berichten. Dus koos ik om mijn vaderland te verlaten en naar België te komen. Die keuze was niet evident, maar wel de juiste. Was u altijd al geïnteresseerd in de Europese Unie? ​ Eigenlijk wel. In Servië was ik verantwoordelijk voor buitenlands, en dus ook Europees nieuws. De val van het Milosevic-regime was het grote keerpunt voor Servië. Deuren gingen open, er ontstonden nieuwe perspectieven en steeds meer Balkanlanden zoals Kroatië en Slovenië, werden lid van de Europese Unie. Dat gaf ons hoop om ooit ook toe te treden. Waardoor niet alleen mijn persoonlijke interesse, maar ook die van het Servische volk snel


Bijna 80 procent van de Serviërs was fan van de ‘Europese droom’. Nu is dat nog maar iets meer dan de helft, slechts een nipte meerderheid.”

toenam. Is het idee om toe te treden tot de EU vandaag nog even populair in Servië?​ Het is minder populair dan vroeger. In 2008, toen de eerste stappen werden gezet, was het enthousiasme enorm. Bijna 80 procent van de bevolking was toen fan van de ‘Europese droom’. Nu is dat nog maar iets meer dan de helft, slechts een nipte meerderheid. Dat is te wijten aan de verschillende crisissen waar Europa nu mee kampt en de instabiele situatie binnen Servië zelf. Daarnaast duurt het proces om lid te worden verschrikkelijk lang, waardoor burgers hun motivatie en vertrouwen verliezen. Ze geloven er niet meer in. Er is een fundamenteel probleem van geloofwaardigheid in dat proces. De Europese Unie stond erop dat Servië twee problemen aanpakte: zijn relatie met Kosovo en de uitlevering van oorlogsmisdadigers aan het Europees Strafhof in Den Haag. Vlot het? Het grote struikelblok is inderdaad de Servische relatie met Kosovo, die tot op heden nog niet genormaliseerd is. Kosovo verklaarde zich onafhankelijk in 2008 met de steun van West-Europa. Dat ging regelrecht tegen de Servische belangen in. Althans, dat was hoe de meeste burgers dat zagen. De eurosceptici onder onze politici kiezen ervoor om dat verzet uit te buiten en er zelf voordeel uit te halen. Zo proberen ze het nationalisme nieuw leven in te blazen. Daarom is het moeilijk om het volk te motiveren als je daarbovenop weet dat de Europese Unie helemaal geen nieuwe leden wil. Maar zal Servië dan ooit nog lid worden? ​ Ja, daar geloof ik sterk in. Maar eerst moeten we kijken hoe het huidige Europa het ervan afbrengt. Als Europa overleeft, is dat met de Balkanlanden erbij. We hebben het niet over 80 miljoen mensen, zoals er in 2004 bij kwamen. Niet over 30 miljoen zoals in 2007. We hebben het over 16 miljoen mensen, wat geen onoverkomelijk aantal is. Ik begrijp dat de Europese Unie niet wil dat er kleine landen met grote problemen bij komen, maar het mag ook geen ‘eliteclubje’ worden. Een van de manieren om landen zoals Servië te helpen, is om hen een positief perspectief te bieden. Dat, als zij veranderen, als zij moeite doen, dat zij een gelijke van de anderen worden. Zevenentwintig leden is al veel, dus waarom geen dertig bijvoorbeeld? Welke voordelen haalt Servië uit zijn lidmaatschap van de EU? ​ Je kan kijken naar wat er gebeurde bij andere voormalig communistische staten die nu lid zijn. Over het algemeen is hun situatie fors verbeterd. Ze kunnen wel beweren dat ze hun lidmaatschap betreuren, maar an sich zijn ze erop vooruitge-

gaan. Een mooie vergelijking van dit proces tot lidmaatschap is een schoolloopbaan. Om iets te leren heb je een rolmodel nodig, een voorbeeld waaraan je jezelf kan spiegelen. West-Europa is hier het voorbeeld voor het Oostblok: stuk voor stuk democratische landen met een min of meer stabiele economie. Je volgt net zoals op school een bepaald traject en je legt examens af om naar een volgend jaar, een volgend stadium te gaan. Dit alles met als doel een diploma, een erkenning te krijgen. En dat is niet slecht, integendeel. Het feit dat kandidaat-lidstaten zich moeten ‘omscholen’ om tot het EU-groepje te behoren, verplicht hen om veranderingen door te voeren. In ruil daarvoor krijgen zij een ticket naar een betere economische situatie, wat Balkanlanden aantrekt. Een win-winsituatie, dus.

Populisme

Een groot deel van de Servische bevolking staat dus niet te springen om zich aan te sluiten bij de Europese Unie. Daar zijn twee redenen voor: nationalisme en populisme. De publieke opinie wordt sterk beïnvloed door de Servische media en dat is volgens Dusan Gajic een gevaarlijke tendens. Kunnen de Servische media opgedeeld worden op basis van hun houding tegenover de EU? Zo heb ik de Servische media nog nooit met elkaar vergeleken, maar er valt een duidelijke lijn in te trekken, vooral door de opkomst van de tabloids. Het erge is dat de kwaliteit van deze kranten bijzonder laag is, dat ze op een onethische manier gemaakt worden en dat ze per definitie allemaal anti-Europees zijn. En tegelijk zijn ze ook nog pro-Russisch. De roddelpers vindt haar soulmate in het Kremlin, wat niet echt meer van deze tijd is, zelfs niet voor een land uit de Balkan. Tegenover de tabloids staat de kwaliteitspers, met een opvallend kleine oplage. Deze media zijn nagenoeg allemaal pro-Europees. In het midden zitten de mainstream audiovisuele media, die relatief neutraal zijn. Hun enige probleem is dat ze niet kritisch zijn, maar heel braaf de officiële agenda volgen. Op het vlak van berichtgeving moeten er dus grote veranderingen komen. En daar kan de toetreding tot de EU goed voor zijn. Als Servië al pro-Russisch is, hoe reageerde het land dan op de verkiezing van Donald Trump? Ik denk dat Servië een van de enige Europese landen is die oprecht blij waren toen Trump verkozen werd. Waarom? De Clintons hebben in Servië een barslechte reputatie. Enerzijds door de erkenning van de onafhankelijkheid van Kosovo, anderzijds door het beleid van Bill Clinton in de jaren ’90. Hij stond destijds aan het hoofd van de NAVO en hij liet Servië bormbarderen tijdens de val van Joegoslavië. Clinton zag in mijn land, de booswicht terwijl het in mijn ogen niet meer

ERASMIX magazine

17


in de fout ging dan de anderen. En zo trapte hij heel wat van mijn landgenoten op de tenen. Als puntje bij paaltje komt, is alles beter dan een Clinton, althans voor de modale Serviër. Toen Trump verkozen werd, hebben de Serviërs dus echt staan juichen? ​ Ja, omdat er zo’n sterk populistische sfeer heerst. Dat valt enorm op wanneer je naar de tabloids kijkt. Maar weet je, populisten houden van andere populisten en we zien ook in hoe de Franse bevolking van dit soort figuren houdt. We zien overal op het continent presidentskandidaten opduiken die zichzelf voorstellen als Europese Trumps. Hoe selecteert u uw nieuws als Servië zo verdeeld is?​ Er zijn hier in Brussel heel wat zaken aan de gang waar jullie, Belgen, geen weet van hebben. De Belgische media selecteren nieuws over de Europese Unie met jullie belangen en interesses in het achterhoofd. Dat doe ik ook, maar dan met die van de Servische bevolking. Zaken die ons interesseren zijn niet noodzakelijk interessant voor een Belg of een Fransman. Weinig mensen weten hoeveel bilaterale akkoorden er gesloten worden tussen Servië en de EU. Hier is het onzichtbaar, maar ik word er wel op afgestuurd. Ik blijf zo objectief mogelijk maar durf, in tegenstelling tot anderen, af te wijken van de officiële agenda van de overheid En dat is volgens mij noodzakelijk om aan kwalitatieve journalistiek te doen, ongeacht in welk land je woont. Heeft u bericht over de Brexit? ​ Uiteraard. Dat stond op iedere voorpagina. Een gevolg van de Brexit was dat het debat over de toekomst van Europa op de voorgrond kwam. Het is belangrijk om te weten dat er een land de unie verlaat, zeker als jij er op dat moment graag wil instappen. Het is je toekomst. Dus moet er bericht worden over hoe de EU evolueert.

Kritiek

In 2008 trouwde Dusan Gajic met een vrouw uit Leuven en werd hij ook Belg. Als journalist met

een dubbele nationaliteit kan hij met twee brillen naar de toekomst van de EU kijken. Zowel met die van een correspondent in hartje van Europa, als met die van een Servische burger, die streeft naar verandering. Welke van de vijf toekomstscenario’s van Juncker’s witboek denkt u dat werkelijkheid wordt? Ik denk dat business as usual niet kan werken. Als dat mogelijk was, dan zouden ze de andere scenario’s niet hebben uitgedacht. Een Europa met twee snelheden klinkt me goed in de oren. Er mag geen eerste, tweede en derde klasse gecreëerd worden op basis van het lidmaatschap. Een land zou op vrijwillige basis moeten kunnen beslissen in hoeverre het zich als lidstaat wil integreren. Een tweede zaak die aanlokkelijk is, is dat Europa zich meer concentreert op bepaalde lidstaten zodat ze daar efficiënt werk kan leveren. Ik heb trouwens het gevoel dat er dertig jaar geleden meer duidelijkheid was over waarom de Europese Unie bestond. Het zag er economisch beter uit en de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog zat nog vers in het geheugen. Nu is dat niet meer zo duidelijk. Europa moet zich heruitvinden om aan de actuele eisen van haar lidstaten te voldoen. Heeft u kritiek op de Europese Unie? Natuurlijk. Waar moet ik beginnen? Vanuit een Servisch perspectief vind ik dat ze meer geëngageerd en betrokken had moeten zijn. Vanuit een Europees perspectief is het een ander paar mouwen. Wie is de zondebok voor de problemen die de Europese Unie nu kent? Wie treft schuld? Deels de instellingen die hier in Brussel gevestigd zijn, maar ook alle lidstaten die de problemen niet aanpakken. Niemand neemt de leiding over Europa. Een gemeenschappelijk beleid heeft zoveel voordelen, maar we schuiven de negatieve aspecten naar voren en zetten die op de voorpagina van iedere krant. Als Europa bestaat, is dat omdat de lidstaten dat willen. Neem dan je verantwoordelijkheid op en schaar je achter dat supranationaal gegeven.

Dusan Gajic (46) est un journaliste serbe qui a lancé sa propre entreprise de média, SEETV Exchanges en Belgique. Il y a 14 ans, Dusan est arrivé en Belgique. Dès son arrivée, il a remarqué le manque d’information sur l’Union européenne dans les pays de l’Est. En 2008, la Serbie était prête à entrer dans l’UE, mais aujourd’hui, cet engouement s’est affaibli, probablement parce que le processus d’entrée dans l’UE est très long. L’émergence du nationalisme et du populisme ont aussi joué un rôle. Pourtant Dusan est convaincu que la Serbie entrera dans l’UE dans les dix années à venir. La Serbie et ses pays voisins ont sûrement beaucoup de choses à apprendre de l’UE et inversement.

ERASMIX magazine

18

Dusan Gajic

De Servische roddelpers vindt haar soulmate in het Kremlin.”

Dusan Gajic (46) is a Serbian journalist who started his own media enterprise, SEETV Exchanges, in Belgium. Dusan arrived in Belgium 14 years ago and immediately noticed the gap in the market: a lack of information about the European Union in the Eastern Bloc countries. In 2008, Serbia was keen to enter the EU, but today, the enthusiasm about that has faded away. The long process of entering the EU and the rise of nationalism and populism have played their role. Nevertheless, Dusan is convinced that Serbia will enter the EU in the coming 10 years. Serbia and its neighbouring countries certainly have a lot to learn from the EU and Serbia will be a good asset to the EU.


Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in het EU-parlement

‘UW PARLEMENT IS VAN GLAS, BREEK HET!’

© Aline Brugmans

e i n i

De Europese Unie noemt zichzelf maar al te graag de verdediger van de mensenrechten. Een van die fundamentele rechten is gelijkheid. Man, vrouw, moslim, jood… Allemaal zijn ze evenwaardig. Dat doet mij denken aan iets met een pot en een ketel. Jacob Delabastita

I

k citeer letterlijk uit het handvest van de fundamentele grondrechten van de Europese Unie: ‘De gelijkheid van mannen en vrouwen moet worden gewaarborgd op alle gebieden, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning.’ Wat blijkt nu? Binnen de Europese Unie zelf zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd. Dat vind ik, zelfs als man, onaanvaardbaar. De verhouding man-vrouw in de bevolking van de Europese Unie ligt op 49-51. Dan zou het logisch zijn dat die verhouding zich weerspiegelt in het halfrond. Niet dus. Het Europees Parlement telt 751 parlementairen, waarvan slechts 37% vrouw is. En we zijn aan het stilvallen. Tussen 1979 en 1999 is het percentage aan vrouwen in Brussel verdubbeld. Van 16% naar 30%, we waren dus goed bezig. Maar de laatste 15 jaar is daar amper zeven procent bijgekomen. Dat terwijl het steeds duidelijker wordt dat vrouwen een meerwaarde zijn in de politiek. Het is zeker geen Vlaams, Belgisch of Europees probleem, maar het is er een van op wereldschaal. Wij hebben in Europa wel de sleutel in handen. Personen als Donald Trump, Vladimir Poetin of Recep Tayyip Erdogan, zijn niet bevorderlijk voor de positie van de vrouw. Dus van die landen zal het zeker niet komen. Daarom moet Europa nu haar kans grijpen. Eindelijk kunnen wij opstaan als verdediger van de vrije wereld. Gelijkstellen van de vrouw doe je niet door haar boerkini af te nemen. Nee, zorg voor rolmodellen. Marianne Thyssen, Federica Mogherini, Angela Merkel… Zij bewijzen elke dag dat je geen ballen nodig hebt om een sterke vrouw te zijn. Daarom is het time to shine voor Europa. Een oplossing hiervoor zouden quota kunnen zijn. Zulke vrouwenquota bestaan al in de bedrijfswereld. Daar heeft de EU beslist dat bij alle beursgenoteerde bedrijven 40% van het bestuur vrouwelijk moet zijn. Dit lijkt mij geen ideale oplossing. Een gevolg daarvan kan zijn dat vrouwen op kieslijsten terecht komen

p O

omdat ze vrouw zijn. En niet omdat ze inhoudelijk sterk zijn, of veel politiek talent hebben. We hebben het te ver laten komen, als effectief beslist wordt om die quota in te voeren. Zulke quota doen mij denken aan mijn tijd in de lagere school. Toen vroeg de juffrouw ook om alle kinderen mee te betrekken wanneer we zouden spelen. Want iedereen is gelijk. Je zou toch denken dat mensen van een volwassen leeftijd dat niet meer nodig hebben. Ik heb me hier kennelijk in vergist. Spijtig. Ergens hebben de feministen ook mannen nodig. Niet omdat ze zwak zijn of niet zonder ons kunnen, maar omdat dit ook een mannelijk probleem is. Ernest Urtasun, Spaans Europarlementslid, erkende dit ook al. ‘Mannen moeten meer interesse tonen in vrouwenrechten. Kijk naar onze commissie Gendergelijkheid, daar zitten maar drie mannen in. Dat moeten er veel meer zijn. Daarom doe ik dit. En niet een vrouw van onze fractie, die dan toch maar een stomme feministe wordt genoemd.’ Dat is ook de reden waarom ik als man in mijn pen ben gekropen. De mannen moeten zich mee voor de kar spannen. Het belangrijkste blijft natuurlijk om de vrouwen op de lijst te krijgen. Als zij zich geen kandidaat stellen, wordt het moeilijk ze in het halfrond te krijgen. Zelfvertrouwen is de sleutel hiertoe. Dus vrouwen, fornuizen zijn passé. Breek uit! Eindigen doe ik graag met een quote van voorzitter Jean-Claude Juncker. ‘But if intolerance and chauvinism start to proliferate inside or outside our borders we have to push back twice as hard with a simple and thoroughly European message: gender equality is not an aspirational goal. It is a fundamental right.’ Gendergelijkheid is een recht, geen doel op lange termijn. Ik ben blij dat ook Juncker dit inziet. Het is tijd om te handelen. En liever vandaag dan morgen… Genoeg blabla, tijd voor ‘boemboem’ zou Mieke Vogels zeggen.

ERASMIX magazine

19


EUROPA GAAT STRIJD AAN MET HOMOFOBIE IN HET VOETBAL

© Stijn Van Hove

An De Kock leidt voor de KVBV het project Heroes of Football in goede banen

Homo’s zijn nog steeds taboe in de ‘mannelijke’ voetbalwereld. Daarom steunt de Europese Commissie, via het Erasmus+ Programme, het project Heroes of Football. Daarmee wil Europa bereiken dat voetballers hun geaardheid kunnen uiten met een gerust hart. Twee spilfiguren in dat project zijn Belgen, Mister Gay Europe Raf Van Puymbroeck en An De Kock, projectmedewerkster van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). Xander Crokaert & Stijn Van Hove

E

ind 2016 werd het project Heroes of Football gelanceerd. Dat is een Europese actie die samen met de John Blankenstein Foundation (zie kader) tot doel heeft dat iedereen volledig zichzelf kan zijn in het voetbal. In februari kwam het initiatief in de spotlights dankzij een filmpje met Dries Mertens (Rode Duivel en aanvaller bij Napoli) en Danilo, een Nederlandse voetballer die publiekelijk uit de kast kwam. Mertens werd één van de gezichten van Heroes of Football, nadat hij was gecontacteerd door An De Kock, projectmedewerkster van de KBVB. ‘Wij zijn als enige voetbalbond aangesproken om in het project te stappen.De zes andere partners (zie kader) zijn vooral holebi-organisaties uit verschillende landen. Waarom wij? Wel, omdat we in het verleden al sociale projecten georganiseerd hebben. Vroeger had je bijvoorbeeld de Football+ Foundation, een aparte vzw in het Belgische voetbal, die alle sociale projecten deed. Maar die vzw is ondertussen opgedoekt omdat ons subsidiegeld op was. Nadien was er niets meer. Tot de John Blankenstein Foundation met de vraag kwam of de KBVB partner wilde zijn in hun nieuwe project. En zo zijn we bij Heroes of Football terechtgekomen.’ Om het project uit te breiden mailden

ERASMIX magazine

20

de KBVB en de John Blankenstein Foundation naar de andere Europese voetbalbonden. ‘We hebben reactie gekregen van een tiental bonden. Duitsland toonde wel interesse maar ze wilden het eerst nog intern bespreken. Spanje ging normaal meedoen, maar haakte uiteindelijk af. De Russische voetbalbond heeft niet gereageerd, maar als je de politieke context daar kent, is dat logisch. De bonden die wel reageerden, toonden oprechte interesse. Eerst organiseerden we een conferentie om hen warm te maken voor het project. Vervolgens vroegen we hen om het European Diversity Statement te ondertekenen’, zegt De Kock. Dat statement bestaat slechts uit één zin: Ik beloof dat ik het voetbal tot een verwelkomende omgeving zal maken waar iedereen wordt geaccepteerd, en ik zal mijn best doen om ervoor te zorgen dat iedereen, zowel op als naast het voetbalveld, gelijk en met respect wordt behandeld. ‘Maar niet iedereen die op de conferentie aanwezig was, heeft getekend. Ze hebben wel gezegd dat ze het idee steunen, maar dat ondertekenen was soms nog een stap te ver. Omdat je daar je directie en uitvoerend comité bij moet betrekken, en dat zijn niet altijd de meest progressieve mensen. De Nederlandse voetbalbond

Raf Van Puymbroeck

Mocht Cristiano Ronaldo uit de kast komen, dan zou

dat een dominoeffect veroorzaken.”


Eramus+ Programme

Is het Europese subsidieprogramma voor onderwijs, jeugd en sport. Ze zijn de sponsor van Heroes of Football. De Nederlander, Frans Timmermans, Europees vice-president, is groot voorstander van het project.

De zes andere partners John Blankenstein Foundation Is een organisatie die genoemd is naar de Nederlandse scheidsrechter en activist voor homorechten John Blankenstein. De Foundation is dé grote initiatiefnemer. Pride Sports Was de eerste organisatie in het Verenigd Koninkrijk die streed tegen discriminatie van LGBTI’s (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender, Intersexed) in de sportwereld. Challenges (Universität Vechta) Is een Duits initiatief om mensen in de sport beter te informeren over homofobie. UISP (Unione Italiana Sport Per tutti) Is een Italiaans project dat zich inzet voor gelijkheid in de sportwereld. B.YOURSELF Is een Franse organisatie die programma’s, trainingen en evenementen opzet om aandacht te vragen voor homofobie in het voetbal en andere sporten. European Gay & Lesbian Sport Federation Vecht tegen discriminatie binnen de sport op basis van geslacht en seksuele geaardheid.

bijvoorbeeld is wel volop meegestapt, net als de Engelse, Franse en Italiaanse bond. De vraag is nu wat ze effectief zullen uitrichten. Je kan wel iets tekenen, maar je moet er nog iets mee doen natuurlijk.’

Mister Gay Europe

Sinds kort werkt Heroes of Football samen met Mister Gay Belgium en Europe, Raf Van Puymbroeck. Hij is de contactpersoon voor sporters die zich willen outen. ‘Ik ben in het project gestapt, omdat ik weet hoe het is om anders te zijn en om dat te moeten verzwijgen. Vroeger heb ik jarenlang op een heel hoog niveau gezwommen. Ondertussen heb ik mijn zwemcarrière ingeruild voor dansen. Op 16-jarige leeftijd ben ik uit de kast gekomen, en dat was een van de redenen waarom ik gestopt ben met zwemmen. Want ja, zwemmen, dat was je omkleden in gezamenlijke kleedkamers. Dus ik moest continu tegen mezelf zeggen: “Ik mag niet kijken, ik mag niet kijken.” Dat is gewoon heel vervelend, want je kan jezelf niet zijn. Ik kleedde mij ook altijd om met mijn handdoekje rond mijn heupen. Je kan het vergelijken met een heteroman die zich moet omkleden bij allemaal vrouwen. Dan was het heel snel: “Wat is er, je bent toch geen homo? Wat jij nu doet, is wel wat raar.” Als kind neem je dat wel mee naar school of naar huis.’

Workshops

Om dergelijke situaties te vermijden, organiseert de KBVB workshops voor voetbalclubs. Die maken voornamelijk gebruik van toolkits en testimonials. An De Kock: ‘We hebben bijvoorbeeld een virtual reality game. Zo ervaar je met een 3D-bril hoe het is om in een ploeg als homo of lesbienne uitgesloten te worden. Dat wordt in verschillende settings gedaan. Als je zo’n 3D-bril opzet, heb je echt het gevoel dat je het meemaakt. We sturen informatie naar de Pro Leagueclubs zodat ze bij ons een workshop kunnen aanvragen. Die duurt dan een dik uur en gaat vooral over discriminatie en homofobie. We proberen het interactief te maken door bijvoorbeeld met gele en rode kaarten te werken. Geel is voor wel akkoord en rood voor niet akkoord bij een stelling. Daarnaast maken we gebruik van testimonials zoals bijvoorbeeld het filmpje met Dries Mertens en Danilo. Het is dus effectief de bedoeling dat clubs met dat beeldmateriaal aan de slag gaan. We zijn nu ook bezig met een documentaire, waarin we op zoek gaan naar interessante verhalen uit de deelnemende landen. Die hoeven niet allemaal positief te zijn. We willen gewoon nagaan of het voetbal wel klaar is voor de eerste homo. Met dat initiatief proberen we op een jonger publiek te focussen, want ik heb het gevoel dat ik de mening van een volwassene van dertig jaar niet meer kan veranderen. Terwijl je de mentaliteit van jongeren gemakkelijker

kunt bijstellen. We mikken op een leeftijd vanaf veertien tot eenentwintig jaar. Dat kan ook zeker voor vrouwenteams. We gaan bijvoorbeeld voor de documentaire een groepsgesprek organiseren met de U19 en Aline Zeler van de Red Flames. Hoe is dat bij meisjes? Is het anders dan bij jongens? Wordt het meer aanvaard of niet?’ Op de vraag of het probleem hiermee volledig zal verdwijnen, antwoordt De Kock: ‘Het project zal het probleem zeker niet oplossen, maar ik heb wel de indruk dat er sinds het filmpje van Dries Mertens weer debat rond wordt gevoerd. Toch moet er nog veel meer aandacht aan worden besteed. Dat kan via kleine dingen zoals een voetbalclub die in de communicatie zegt: “beste ouders” en niet “beste mama en papa”. Ik denk ook dat je het als trainer misschien sneller ter sprake moet brengen door te zeggen dat het geen probleem is om holebi te zijn binnen de ploeg. Het debat moet meer geopend worden. Een betere synchronisatie op andere domeinen zoals onderwijs kan ook helpen. Op school kan er ook gemakkelijk aandacht aan besteed worden.’

Rolmodel

Heroes of Football wil een elftal van homoseksuele voetballers samenstellen. De ploeg zal voornamelijk bestaan uit spelers van de landen die aan het project deelnemen. Naast een elftal, willen ze ook een homoscheidsrechter. An De Kock legt uit: ‘Dat zijn rolmodellen die hun verhaal komen doen. Daarom niet noodzakelijk profspelers of een profscheidsrechter, maar gewone mensen die getuigen over hun seksualiteit. Dat kan positief zijn zoals bij Danilo, maar ook negatief zoals bij de Spaanse scheidsrechter Jesús Tomillero. Hij werd zelfs met de dood bedreigd’, zegt An De Kock. Toen de man zich outte, ontving hij doodsbedreigingen via Twitter van supporters die niet akkoord gingen met zijn geaardheid. Ook Raf Van Puymbroeck gelooft in rolmodellen. ‘Er zijn veel sporters uit de kast gekomen sinds Tom Daley zich geout heeft. Hij is een olympische schoonspringer en dat heeft veel losgemaakt. In het voetbal zou dat ook zo zijn mocht een wereldvoetballer als Cristiano Ronaldo (Portugese aanvaller van Real Madrid) uit de kast komen. Dan zou dat een domino-effect veroorzaken, zowel op recreatief als op topniveau. Dan hebben voetballers die worstelen met hun seksualiteit eindelijk iemand om naar op te kijken. Het is moeilijk om het eerste rolmodel te zijn, maar er is nu eenmaal nood aan, zeker bij de jeugd. Als er iemand van dat kaliber voor uitkomt, zullen ze dat wel aanvaarden. Ik hoop echt dat er zo iemand komt. Het zou mooi zijn mocht Heroes of Football dat kunnen waarmaken. Het is niet de bedoeling van Heroes of Football om ze uit de kast te sleuren, maar wel om een gezonde omgeving te creëren in het voetbal zodat mensen zich veilig voelen om voor hun geaardheid uit te komen.’

ERASMIX magazine

21


© Annemie Vermeulen

Beste milieuwetgeving ter wereld maat voor niets?

WAAROM HET NOG STEEDS SLECHT GAAT MET DE EU-VOGELS De Europese Vogelrichtlijn staat al bijna 40 jaar bekend als een van de beste milieuwetgevingen ter wereld. Toch gaat het nog steeds slecht met de vogelpopulaties in Europa. Meer dan een derde van de vogels in Europa is in gevaar. De kwartelkoning, de draaihals, de stormmeeuw, ze dreigen allemaal te verdwijnen. Betrokken natuurorganisaties leggen uit hoe dat kan. Simone Maas

I

Arie Trouwborst ERASMIX magazine

22

n 1979 gebeurde er in het Europees Parlement iets revolutionairs. Voor het eerst werd de bescherming van vogels vastgelegd in een speciale Europese milieuwet: de Vogelrichtlijn. Door het aannemen van deze wet verplichten de lidstaten zich ertoe om alle in het wild levende vogelsoorten in Europa in stand te houden en zo nodig te herstellen. Arie Trouwborst doceert milieurecht aan de Universiteit van Tilburg en deed onderzoek naar de werking van de Vogelrichtlijn. ‘Het belangrijkste verschil met andere internationale verdragen is dat je hiermee veel gemakkelijker naar de rechter kunt stappen als je vindt dat een land in strijd met de richtlijn handelt. Als natuurorganisatie of boze burger kun je een beroep doen op deze wet voor de nationale rechter, of een klacht indienen bij de Europese Commissie.’ Het stokpaardje van de Vogelrichtlijn zijn de Speciale Beschermingszones, beschermde natuurgebieden, waar vogels (en andere diersoor-

ten) kunnen eten, broeden en rusten. Intussen behoort ruim 18% van het Europese grondgebied tot dit zogenaamde Natura 2000-netwerk: het grootste netwerk van beschermde natuurgebieden ter wereld.

Zij in gevaar, wij in gevaar

Maar ondanks de goede wetgeving, gaat het nog steeds slecht met de 530 vogelsoorten op ons continent. In 2015 kwam de meest recente Europese Rode Lijst voor Vogels uit. Michael O’Briain, werkzaam bij de Europese Commissie, schreef in het voorwoord: ‘Dertien procent van de Europese vogelsoorten is met uitsterven bedreigd, en zes procent is het bijna. Dat is vergelijkbaar met de cijfers uit 2004. Veel soorten die een decennium geleden in gevaar waren, zijn er nog steeds niet beter aan toe.’ En dat is een probleem voor ons allemaal. Want behalve dat vogels vaak gezien worden als ‘gemeenschappelijk cultureel erfgoed’ en we over


Wouter Langhout

het algemeen veel plezier beleven aan de fluitende diersoort, zijn vogels ook een belangrijke schakel in ons ecosysteem. Zo verspreiden ze zaden en noten waardoor ze bossen herplanten, en houden ze het aantal insecten en muizen in toom, zodat die niet al onze landbouwgronden kaal eten. Als vogels wegvallen, heeft dat direct effect op onze omgeving. Of zoals de Europese Commissie in 2004 schreef: ‘Omdat vogels hoog in de voedselketen zitten, zijn ze goede indicatoren van de staat van onze biodiversiteit. Als zij beginnen te verdwijnen, dan is er iets aan de hand met ons leefmilieu en dan moeten we actie ondernemen.’

Goede wetgeving, slechte uitvoering

Gerald Driessens

Van het woord ‘natuur’ krijgen politici het vaak benauwd, terwijl eigenlijk hun wereld zou moeten opengaan.”

Waar zit dan het probleem? Wouter Langhout is EU Nature Policy Officer bij BirdLife, de organisatie die de Europese Rode Lijst van Vogels samenstelde. Volgens hem zijn de Europese wetten inderdaad heel goed, maar schort het nogal eens aan de uitvoering ervan. Langhout: ‘De Vogelrichtlijn is juridisch bindend voor de lidstaten, maar als het politiek niet zo goed uitkomt, kijken de landen vaak even de andere kant op. Bijvoorbeeld omdat ze ergens een hotel willen bouwen, een golfbaan willen aanleggen, of een grasveld willen omvormen tot maisveld. Dat gebeurt regelmatig. Soorten in een gunstige staat brengen, kun je ook doen door andere economische sectoren te verduurzamen, en door meer geld vrij te maken om beschadigde natuur te herstellen. Dat is voor de lidstaten nu geen prioriteit.’ Europese natuurherstelprojecten leveren wel steevast goede resultaten op. In een studie van de Europese Commissie naar de staat van de Europese natuur uit 2015 (de meest recente die er is), bleken vogelsoorten waarvoor Speciale Beschermingszones zijn aangewezen, er duidelijk op vooruit te gaan. Bij deze categorie vogelsoorten groeiden de broedpopulaties vaker dan bij soorten die niet in beschermde natuurgebieden terecht konden. Populaties waarvoor bovendien nog aparte individuele actieplannen werden ontwikkeld, groeiden nog sneller aan.

LIFE-projecten

Van zulke gerichte actieplannen, de LIFE-projecten, zijn er nu 35 in Europa. De Europese Unie geeft met LIFE geld aan projecten in de lidstaten die de staat van de natuur gericht verbeteren. Het is het geldpotje om de doelstellingen in de Vogelrichtlijn te verwezenlijken, zou je kunnen zeggen. Een voorbeeld van zo’n LIFE-project is de Kleine Netevallei ten oosten van Antwerpen. De organisatie Natuurpunt kon in 2011 een groot deel van het gebied met geld van de Europese Unie aankopen om er de natuur te herstellen. Dat was nodig ook, want er stonden illegale weekend-

huisjes waar de eigenaren een hoop planten en struiken hadden geplaatst, die het natuurlijke evenwicht in het gebied ernstig verstoorden. Natuurpunt heeft het gebied intussen grotendeels opgeruimd, maar er is nog werk aan de winkel. Gerald Driessens, ornitholoog bij Natuurpunt: ‘De meeste vakantiewoningen zijn intussen gesloopt, maar een aantal staat er nog steeds. Niet alleen omdat de subsidies niet heel riant zijn waardoor we nog steeds grotendeels van vrijwilligers afhankelijk zijn. Maar vooral omdat de gemeentepolitiek roet in het eten gooit. Een aantal van de illegale huisjes staat op het grondgebied van de nabijgelegen gemeente Ranst, en die gedoogt ze. Lokale besturen hebben vaak niet door wat LIFE als keurmerk betekent. En het heeft ook nog economische waarde. De stad Blankenberge heeft dat bijvoorbeeld wel ingezien. De kuststreek is in de winter en het voorjaar leeg. Door daar een natuurgebied van te maken, de Uitkerkse Polder, zijn er in die periodes winterganzen en weidevogels te zien. En dat zorgt voor extra omzet voor de lokale horeca. Van het woord “natuur” krijgen politici het vaak benauwd, terwijl eigenlijk hun wereld zou moeten opengaan.’

‘Te veel geld naar landbouw’

Wouter Langhout van BirdLife vindt dat er te weinig geld van het EU-budget voor projecten als LIFE wordt gebruikt. ‘Van het gehele EU-budget gaat er maar zo’n 0,3% naar LIFE, tegenover 40% naar de landbouw. Dat is buitenproportioneel weinig. Ik begrijp best dat er wat ondersteuning nodig is voor boeren, maar dat geeft een scheve verhouding. We zouden de manier waarop we landbouw financieren, en de manier waarop we aan landbouw doen, volledig moeten heroriënteren. We moeten de landbouwsector verduurzamen, en meer geld vrijmaken voor natuurbehoud.’ Ook ziet BirdLife een probleem in het concept waarop LIFE werkt. Langhout: ‘LIFE geeft maar voor een korte periode subsidies. Projecten duren meestal maar een paar jaar, en dan is er een zwart gat, want er zijn niet veel andere fondsen voor natuur beschikbaar. Natuurbehoud is niet iets dat je een paar jaar kan laten liggen en vervolgens weer kan oppakken. LIFE is een goed initiatief, maar uiteindelijk is voor het herstel en het behoud van de natuur een financiering op permanente basis nodig.’ Natuurpunt hoopt daar ook op voor De Kleine Netevallei. Lokaal voorzitter Marc Vermylen: ‘De Vlaamse overheid draagt natuurbehoud voor een groot deel over aan vrijwilligersverenigingen. Aangezien de LIFE-steun straks wegvalt, heb ik als voorzitter al een paar keer op grote vergaderingen gezegd: we moeten de druk op de politiek opvoeren, want daar zeggen ze allemaal:S “we moeten besparen”. Maar wij hebben intussen onvoldoende budgetten om de Europese doelstellingen te realiseren.’

ERASMIX magazine

23


Illegale jacht

Maar misschien wel de meest cruciale reden dat het nog niet goed gaat met de vogelsoorten: de Vogelrichtlijn heeft alleen effect als élke lidstaat zich inspant. En dat is nog steeds niet het geval. De ‘European turtle dove’, ofwel ‘zomertortel’, maakt elk jaar een tocht tussen het Europese continent en Afrika, waar de kleine duif overwintert. De Britse organisatie The Royal Society for the Protection of Birds volgde de route van duif ‘Titan’ in 2014 door het dier een gps-tracker mee te geven. Titan begon in Engeland, en vloog via België, Frankrijk en Spanje naar Afrika. Dan kom je nogal wat tegen, als vogel. België kent veel verstedelijkt gebied, dus het kan een tijdje vliegen zijn voor je een geschikte plaats vindt om je voedsel te verzamelen. In Frankrijk is het oppassen geblazen dat je niet per ongeluk wordt aangezien voor ortolaan, want die vogelsoort wordt nog steeds gegeten door de Fransen, ook al is het verboden. En als je dat overleefd hebt, kan het zomaar zijn dat je in het Middellandse Zeegebied alsnog beschoten wordt. Daar is illegale jacht op vogels namelijk nog aan de orde van de dag, ondanks de Vogelrichtlijn. Tot nu toe hebben rechtszaken nooit tot echte veranderingen geleid.

Fitness check

We legden dit artikel voor aan de Europese Commissie. Een woordvoerder gaf de volgende reactie: ‘Vorig jaar hebben we een “fitness check” uitgevoerd om te zien of de richtlijnen het gewenste resultaat behalen. Hieruit bleek dat de toepassing van de richtlijn verbeterd moet worden. De Commissie gaat nu een actieplan ontwikkelen.’ In dit plan komt voornamelijk meer aandacht voor samenwerking met de regio’s. Jurist Arie Trouwborst: ‘Het besef dat natuurbehoud belangrijk is, en ook goed voor de economie, is er op papier wel, maar de naleving van de natuurwetgeving is onvoldoende. De Commissie kan veel doen, maar uiteindelijk hangt het er vanaf wat er op nationaal niveau gebeurt. Juristen en natuurbeschermers zouden veel meer moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat de wetten gehandhaafd worden. De expertise ontbreekt nu nog, mensen weten niet goed hoe en wanneer ze de Vogelrichtlijn kunnen inzetten. De wet bevat heel veel krachtige juridische munitie, en die moet veel meer gebruikt worden.’ Eén ding is zeker: als de lidstaten de Europese vogels willen redden, kan dat alleen door een gezamenlijke inzet. Want grenzen, dat kennen vogels niet.

Marc Vermylen

© Simone Maas

Illegale weekendhuisjes verstoren het broedgebied van vogels zoals hier in de Kleine Netevallei

La législation européenne pour la protection des oiseaux (la Directive sur les Oiseaux) est considérée comme une des meilleures du monde. Pourtant, un tiers des espèces ornithologiques est en danger. Les organisations de protection de la nature confirment que le cadre légal existe, mais que le problème se situe au niveau de l’exécution par les pays membres. La Commission promet de remédier à la situation.

ERASMIX magazine

24

The European legislation for the protection of birds, the Birds Directive, is known as one of the best in the world. Nevertheless, a third of all European bird species are in danger. Nature organisations explain that the law is adequate but the execution of the law by the member states is not sufficient. The European Commission is promising improvement.


© Meus

DE EUROPESE UNIE: KERKHOF OF SPRINGPLANK? Vroeger werd het Europees Parlement gezien als een oord waar politici op het einde van hun nationale carrière konden uitbollen. Intussen lijkt dat imago gekanteld en wordt het Europees Parlement eerder beschouwd als een springplank. Een politicus kan zich op Europees niveau laten gelden en zo een sterke positie bemachtigen op nationaal vlak. Klopt dit voor onze 21 Belgische politici die in het Europees Parlement zetelen? Eva Dzjamaldaeva & Alexandra Omey

Gerolf Annemans

Mensen denken soms dat het hier een kerkhof is voor oude politieke knarren.”

M

artin Schulz is een typisch voorbeeld van iemand die de Europese springplank heeft gebruikt om zijn nationale carrière een duw te geven. Door zijn voormalige functie als voorzitter van het Europees Parlement won hij aan naambekendheid en dat is een voordeel bij zijn kandidatuur voor de parlementsverkiezingen in

Duitsland in september. Maar het omgekeerde is ook zeker waar. Zoals Gerolf Annemans, voormalig voorzitter van het Vlaams Belang en Europees Parlementslid, het verwoordt: ‘Mensen denken soms dat het hier een kerkhof is voor oude politieke knarren. Neem Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens bijvoorbeeld, ze kwamen hier figuurlijk en politiek sterven.’

Gerolf Annemans: ‘Nieuw leven in grootste fractie’ Gerolf Annemans (58), Vlaams Belang, valt zelf onder de noemer oude knar, maar ‘mijn Europese functie heeft mijn politieke loopbaan wel nieuw leven ingeblazen’. Annemans was advocaat en freelancejournalist. Op 27-jarige leeftijd rolde hij eigenlijk per toeval in de politiek. Als advocaat was hij vaak in de Wetstraat te vinden en zo leerde hij Karel Dillen kennen, toenmalig Kamerlid voor het Vlaams Blok. Dillen vroeg aan de jonge Vlaamsnationalistische Annemans om zijn opvolger te zijn. ‘Het is een heel mooi verhaal geweest’, blikt Annemans terug op 27 jaar als volksvertegenwoordiger in de Kamer. ‘Door mijn benoeming in

ERASMIX magazine

25


het Europees Parlement kwam ik in iets helemaal nieuw terecht en nu zit ik in de grootste fractie die ik ooit heb gehad.’ (Fractie Europa van Naties en Vrijheid, nvdr) Hoe het er in het Europees Parlement aan toe gaat, is heel verschillend in vergelijking met Annemans’ nationale ervaringen. ‘Je behoort in de Europese politiek niet echt tot een meerderheid of een oppositie. Dat heeft wel een raar effect op de werkwijze, zoals bij het stemmen. Het is moeilijk om mijn stem te laten horen tijdens de grote vergaderingen van het Europees Parlement, maar mijn stevige alliantie met Marine Le Pen en haar strekking, gecombineerd met Geert Wilders geeft mij wel een extra toeter.’

Kris Van Haver

Over zijn visie op Europa zegt hij: ‘Wij gingen akkoord met het Verdrag van Maastricht, maar sindsdien is de Europese integratie te ver gegaan. De Verenigde Staten van Europa, waar sommige politici voor pleiten, is onzin. Diegenen die dat steunen, gaan juist voorbij aan de verscheidenheid die Europa typeert.’ Verdere toekomstplannen in de politiek heeft hij niet. ‘J’ai déjà donné, ik heb mijn best gedaan. Ik ben al bijna dertig jaar parlementslid, dus dat is al een mooie loopbaan op zich.’

Waarom veranderen van niveau?

Politici switchen om diverse redenen van niveau. Marianne Thyssen, Europees commissaris voor Werk en Sociale Zaken maakte op vraag van de partij heel kort de overstap naar de nationale politiek, zeer tegen haar zin. ‘Ze werd uit het Europees Parlement geroepen om de machtsstrijd binnen de CD&V op te lossen en is nu teruggekeerd naar wat haar beter ligt’, vertelt Lieven Taillie, president van de Vereniging van Europese Journalisten.

Ook Europarlementslid Philippe De Backer werd teruggeroepen door zijn partij. Na een herschikking binnen Open VLD is hij aangesteld als staatssecretaris Bestrijding Sociale Fraude, Privacy en Noordzee. Volgens Kris Van Haver, Europaverslaggeefster bij De Tijd, was het duidelijk dat hij gerecupereerd zou worden voor een rol binnen de nationale politiek. ‘Hij heeft al snel getoond dat hij goed kan netwerken. Philippe De Backer heeft zich echt laten opmerken, daar gaan we wel nog van horen.’

Philippe De Backer: ‘De jonge generatie politici gaat anders om met Europa’ Door zijn engagement als jonge liberale student kwam Philippe De Backer (38), Open VLD, terecht bij Jong VLD, waarvan hij nationaal voorzitter werd. Vanaf 2011 zetelde hij vijf jaar in het Europees Parlement. ‘Ik heb de Europese politiek altijd het interessantst gevonden, omdat daar de grote vraagstukken als economische crisis, migratie en klimaat besproken worden.’ Door een verschuiving binnen zijn partij in 2016, kwam hij in een nationale functie terecht. Vandaag is hij staatssecretaris Bestrijding Sociale Fraude, Privacy en Noordzee. Over de verschillen op beide niveaus zegt hij: ‘Vanuit het Europees Parlement kan je zelf geen wetsvoorstellen indienen want je bent afhankelijk van wat de Europese Commissie voorstelt. Toch heb je wel een impact, want als je een dossier goed beheerst in het Europees Parlement, kan je dat in een bepaalde richting duwen. Wat de overstap naar de nationale politiek betreft verschuif je van Europees Parlementslid dat dingen probeert te veranderen naar iemand die echt beleidsverantwoordelijkheid draagt in een nationale regering en administraties aanstuurt.’ Volgens De Backer moeten we naar een sterker Europa dat zich bezighoudt met de kerntaken. ‘Ik zie Europa steeds belangrijker worden. Meer en meer mensen zetelen vijf jaar in het Europees Parlement om hun sporen te verdienen en dossierkennis op te bouwen. Zo bewijzen ze wat ze kunnen en worden ze op nationaal niveau geroepen om in de regering te stappen. De tijd dat politici Europa gebruikten om uit te bollen, is voorbij. Vandaag is het een niveau waarmee ook toppolitici zich bezig willen houden.’ De Backer ziet zijn politieke carrière voornamelijk op Belgisch vlak verder groeien. ‘Ik zal kandidaat zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen. Burgemeester of schepen worden lijkt mij interessant omdat je dan heel dicht bij de mensen staat en toch heel nauw beleid kunt voeren. Maar Europa blijft een heel fascinerend project. Als ik daarna terug naar Europa zou kunnen, is dat natuurlijk ook fijn.’

ERASMIX magazine

26

Lieven Taillie

Vandaag is Europa een niveau waar ook toppolitici zich mee bezig willen houden.”

Philippe De Backer


Op het lijf geschreven

Miet Smet

Aan het andere eind van het spectrum heb je politici zoals Guy Verhofstadt. Hij heeft een lang nationaal politiek verleden en is naar Europees niveau gegaan om ook daar iets te verwezenlijken. ‘Verhofstadt is nog altijd een kanon in het Europees Parlement’, aldus Kris Van Haver. ‘Hij is daar de meest bekende Belg en ook iemand die zijn drive behoudt. Dankzij zijn achtergrond als voormalig premier kon hij snel de touwtjes in handen nemen en dat is zeker niet iedereen gegeven’, gaat Van Haver verder. ‘Je kan veel meer doen op Europees niveau. Het vertrekt vooral vanuit persoonlijke interesse. Het gaat over politici die meestal al zwaargewichten zijn en een nieuwe uitdaging zoeken na een nationale loop-

baan. ‘In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, heeft het Europees Parlement veel meer bevoegdheden om wetten te veranderen. Je hoort vaak de misvatting dat je op Europees niveau niet echt een verschil kan maken. Het is juist op Vlaams en Belgisch niveau dat de inhoudelijke debatten over wetgeving veel magerder zijn door de kleine dagelijkse ruzietjes.’ Miet Smet, voormalig christendemocratische politica, heeft daar een andere mening over. ‘Alle dagen hoor ik in de media spreken over de grote vraagstukken zoals migratie en de vluchtelingen enzovoort. Natuurlijk is men ook bezig met de dagelijkse problemen van de mensen, want dat zijn tegelijkertijd ook de grote problemen binnen onze maatschappij.”

Miet Smet: ’Ik ben een politiek dier’ Miet Smet (73), CD&V, groeide op in een politiek milieu met een vader die senator was. ‘Ik ben een politiek dier, op mijn 26ste was ik al gemeentelijk voorzitter van mijn partij.’

Toen de partij mij vroeg om naar het Europees Parlement te gaan, vond ik het een goed moment voor verandering.”

Smet was in die tijd een van de weinige vrouwelijke stemmen in de Belgische politiek. ‘Ze waren het niet gewend om met politieke vrouwen om te gaan. We werden gemakkelijker aangesproken over onze kledij of ons kapsel dan over een politiek debat. Gelukkig ben ik altijd gesteund geweest door collega’s als Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. Ik heb echt graag in de nationale politiek gewerkt. Ik heb mijn stem kunnen laten horen, maar ik heb er ook hard voor gevochten.’ Na een lange nationale carrière zette ze de stap naar het Europese niveau. ‘Je moet in een politieke loopbaan een stuk verscheidenheid inbouwen. Toen de partij mij vroeg om naar het Europees Parlement te gaan, vond ik het een goed moment voor verandering.’ Het hoogtepunt van haar carrière vindt ze haar veertien jaar als minister van Tewerkstelling en Arbeid. ‘Maar ik heb heel graag het Europees gebeuren leren kennen. Je vrijheid als politicus is een stuk groter op Europees niveau. Al zijn de vriendschappen tussen mensen groter op Belgisch vlak.’

Tevreden over de Belgen

‘In België is er nooit echt sprake geweest van politici die als afdankertje in Europa werden gezet. Dat is een veel te simplistisch beeld’, bevestigt Kris Van Haver. ‘Ik vind dat Belgische politici in het Europees Parlement goed hun werk doen. Ik zie daar niet veel mensen die gewoon op hun stoel zitten te wachten tot het geld binnen komt

Autrefois, le Parlement européen était vu comme un endroit où les politiciens pouvaient conclure leur carrière après leur trajectoire nationale. Mais aujourd’hui cette image semble disparue et le Parlement européen est devenu un tremplin. En se distinguant au niveau européen, un politicien peut renforcer sa position au niveau national. Est-ce que ces suppositions sont valables pour nos vingt-et-un politiciens belges qui sont au Parlement européen? Lieven Taillie et Kris Van Haver échangent leurs points de vues sur le sujet. Les hypothèses seront testées à l’aide de trois politiciens belges, qui ont de l’expérience au niveau européen et national.

stromen.’ Ze heeft wel een punt van kritiek op de werking van de politieke organen: ‘Er is te weinig uitwisseling tussen de verschillende politieke niveaus. Het Europese luik komt gewoon veel te weinig aan bod op onze nationale politieke agenda. Terwijl dit thema juist zo belangrijk is, zien veel mensen wat in Europa gebeurt als een ver-van-mijn-bedshow.’

For a long time the European Parliament was seen as a place where national politicians could go and wait out retirement. In recent years, however, that image seems to have shifted and the European Parliament is seen as a springboard. A politician can make himself stand out using this European platform, and by doing so, obtain a strong position in the politics of his home country. Do these presumptions hold truth for our twenty-one Belgian politicians seated in the European Parliament? Europe specialists Lieven Taillie and Kris Van Haver share their insights on the subject. The assumptions are verified by looking closer at the careers of three renowned Belgian politicians, who have gained experience on both national and European level.

ERASMIX magazine

27


Quote

© Meike de Roest

© Meike de Roest

Europese verrechtsing slecht nieuws voor LGBTI-gemeenschap

UNITY IN DIVERSITY, MAAR NIET VOOR HOLEBI’S IN DE EU ‘Was het moeilijk om uit de kast te komen? Hoe reageerde je omgeving? Denk je niet dat het maar een fase is?’ Deze vragen stelt dragqueen La Diva aan de hetero’s in het Brusselse homocafé La Boule Rouge. Die gieren het uit. Openheid over seksuele geaardheid is in de hoofdstad van Europa een lang verworven recht. Toch is in veel lidstaten de realiteit heel wat minder rooskleurig. ‘Ik kon in Hongarije optreden, maar wel enkel onder politie-escorte, dat was heftig’, zegt La Diva. Sophie Wellens en Meike de Roest

I

n België kan je al vanaf 2004 in het huwelijksbootje stappen met iemand van hetzelfde geslacht. Twee jaar later mochten homokoppels ook kinderen adopteren. Binnen de Europese Unie zijn de verschillen soms toch nog heel groot. In landen als Litouwen, Slowakije, Cyprus en Griekenland geldt enkel een algemene anti-discriminatiewet. Die stelt dat nie­mand mag worden uitgesloten of gediscrimineerd wegens geslacht, huidskleur, etnische origine of seksuele geaardheid. Ho­lebi’s of LGBTI’s (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender en Intersexed) hebben in landen als deze dus geen specifieke beschermende rechten. Ook vrijuit spreken over hun geaardheid ligt er moeilijk.

Solidariteit en betekenis

Er is dus nog veel werk aan de winkel en dat is ook wat Hocine, alias La Diva zegt: ‘Ik heb al in verschillende Europese landen op­getreden, onder meer tijdens de Pride Parade in Litouwen. Ik denk dat dat mijn beste pride was. Er was zo’n groot gevoel van solidariteit en verbondenheid, dat was ongelooflijk. De parade in België betekent ook wel veel, maar in Litouwen is er nog veel

ERASMIX magazine

28

meer om voor te vechten’. Hocine, een man met Frans-Algerijnse roots, treedt sinds 2006 regelmatig op als dragqueen La Diva. Behalve aan zijn mooi geëpi­leerde wenkbrauwen, zie je aan niets dat deze man een vrouwelijk alter ego heeft. In La Boule Rouge spre­ken we met zijn vrouwelijke persona La Diva, en is zij aan het woord: ‘In landen als Slowakije en Litouwen is het organi­seren van een pride enorm belangrijk. Ik heb er ook enkele gedaan in Duitsland, maar dat is toch anders. Het is niet minder beteke­nisvol, want een pride is dat altijd, maar wel minder strijdvaardig. Mensen zoals ik zijn daar minder nodig, omdat holebi’s en transgenders in die landen al hun rechten al hebben verworven’. Europa wordt steeds rechtser en dat is geen goed nieuws voor de LGBTI-gemeenschap. In Frankrijk weet de partij van Marine Le Pen steeds meer kiezers voor zich te winnen. Als het Front National de verkiezingen wint, zal Le Pen waarschijnlijk het homohuwelijk - pas goedgekeurd in 2013 - weer afschaffen. De groeiende populariteit van Marine Le Pen geeft La Diva een déjà-vugevoel. ‘In 2002 deed ik mee aan een parodie op het Eurovisiesong­


festival in Parijs, waarmee we geld inzamelden voor de strijd tegen aids. Die wedstrijd was dat jaar politieker gekleurd dan anders. Het was het jaar waarin Jean-Marie Le Pen, vader van, in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen was geraakt en iedereen was in shock. Bij wijze van politiek statement zong ik een nummer van een Frans-Tunesische zangeres en trad ik op in een jurk met een lange sluier in bleu-blanc-rouge. Grappig, maar het is eigenlijk op die manier dat mijn alter ego geboren is. Een vriend heeft mij toen geschminkt, zette me een pruik op en is uiteindelijk ook met de naam La Diva gekomen. ’

Beperkt ingrijpen

Evert Jan Jacobsen is secretaris van de Parliament Inter­group on LGBTI-rights: ‘Soms gaan we als LGBTI-intergroup naar zo’n gaypride waar een parade niet evident is. Afgelopen jaar waren we in Vilnius, Litouwen. LGBTI-rechten zijn daar nog steeds zwaar bevochten. Als afvaardiging vanuit het parlement proberen we lokale groe­pen te ondersteunen. In Litouwen was dit een succes: er waren ongeveer drieduizend mensen en er was maar een kleine tegendemonstratie.’ De Intergroup on LGBTI-rights is een informele groep binnen het Europees Parlement die bestaat uit 154 parlementariërs en strijdt voor meer en betere rechten voor de LGBTI-ge­meenschap binnen de Europese Unie. Bijna alle politieke groepen uit het Europees Parlement worden vertegen­woordigd, enkel de extreemrechtse partij is geen lid. ‘Ik denk dat dat komt omdat wij het nut van Europa inzien, daar haken zij meestal af’, zegt Evert Jan Jacobsen. Het lastige is dat de EU enkel kan ingrijpen wanneer er op internationaal niveau een conflict plaatsvindt. ‘Onlangs wilde Litouwen bijvoorbeeld een tv-spot met een homokoppel verbieden op televisie. Europa kan hier niets tegen doen, tenzij het bijvoorbeeld een Duitse spot zou zijn die Li­touwen niet wil uitzenden. Europa kan dus enkel op internationaal niveau werken. Binnen je eigen land mag je zo homofoob blijven als je wil, zo­lang je dit maar niet internationaal uitdraagt. De nationale wetgeving telt, dus de EU staat hier in feite machteloos’, zegt Jacobsen.

Zonder EU geen bescherming

Het lastige van besluitvorming binnen de Euro­ pese Unie, is dat er een meerderheid moet zijn om tot een besluit te komen. Als er te veel landen tegen zijn, wordt een wet niet aangenomen. ‘Sinds 2008 sleept er al een voorstel aan dat maar niet door de Raad komt’, legt Ja­cobsen uit. ‘Deze wet zou de situatie van holebi’s en transgenders sterk verbeteren, maar de meerderheid blijft uit.’ De huidige anti-discriminatiewet biedt bescherming tegen discriminatie op de werkvloer en binnen de schoolmuren. Die anti-discriminatie-

wet zou uitgebreid worden met het Horizontal Directive on Equal Treatment, een toevoeging die dan zorgt voor sociale bescherming tegen discriminatie. ‘Ondanks het feit dat Europa nationale wetten niet kan veranderen, zou de goedkeuring van deze Europese richtlijn een grote stap vooruit zijn’, zegt Evert Jan Jacobsen.

Verontrustende cijfers

Uit de Eurobarometer over discriminatie van 2015 blijkt dat een derde van de Europeanen tegen het homohuwelijk is. Toch lopen de gemiddeldes per land ver uiteen. Zo is in Litouwen 71% van de bevraagden tegen het homohuwelijk en vindt de helft van de mensen dat holebi’s niet noodzakelijk dezelfde rechten verdienen als heteroseksuelen. In Hongarije is ruim de helft tegen het homohuwelijk en in Griekenland is dat zelfs 63%. Nederland is dan weer een van de meest vooruitstrevende landen met 91% van de inwoners voor het homohuwelijk. België doet het niet slecht met 77%. Toch vindt La Diva dat we de goede richting uitgaan. ‘In Hongarije trad ik op en werd ik door een politie-escorte begeleid. Dat was nooit gebeurd als Hongarije geen lid was geweest van de Euro­ pese Unie. Nu moet het land onze rechten waar­ borgen.’ ‘Daarnaast zijn er in lidstaten waar de rechten van holebi’s slecht worden be­schermd, vaak delegaties aanwezig uit andere lidstaten. Zo liepen er in de pride van Litouwen afgevaardigden uit Zweden mee in de optocht, terwijl Frankrijk artiesten had geregeld om op te treden. Drie jaar geleden waren er maar een paar honderd deelnemers aan de Litouwse optocht en waren er bijna evenveel tegenbetogers. Dit jaar waren er ongeveer drieduizend mensen aanwezig en er was maar een handjevol demonstranten’, vertelt La Diva zichtbaar tevreden. Terwijl er dit jaar nauwelijks protest was, bestormden demonstranten in 2013 het hoofdpodium van de pride. Een politicus werd in de boeien geslagen en artiesten kregen eieren naar het hoofd gegooid. De verschillen binnen de Europese Unie konden niet groter zijn.

In je eigen land mag je van de EU zo homofoob blijven als je wil, zolang je dit maar niet internationaal uitdraagt.”

Ik ben Brusseleir

‘Ik heb in Algerije, Londen en Parijs gewoond en nu woon ik in Brussel. Ik heb me nooit ergens op mijn plek gevoeld, maar na al die ervaringen kan ik zeggen: ik voel mij “Brusseleir”, Ik zeg niet dat de stad perfect is, verre van, maar iedereen hoort er thuis en dat vind ik echt geweldig. In de hoofdstad van Europa worden de waarden van de holebigemeenschap goed be­schermd’, besluit La Diva. Misschien is dat wel de taak van de hoofd­stad van Europa: een voorbeeld zijn voor haar lidstaten en een vrijhaven voor eenieder die zich wil uiten - met of zonder glitterjurk.

Evert Jan Jacobsen ERASMIX magazine

29


© Pau Petit

© Aline Brugmans

UITGEPERST EN UITGEBUIT: STAGIAIRS BIJ DE EU Pau Petit liep stage voor de EEAS, European External Action Service, de diplomatieke dienst van de EU. ‘Ik viel zeven kilo af in zes maanden tijd, omdat eten kopen te duur was.’ Ook Nuno Loureiro is ervaringsdeskundige. Zeven keer liep de Portugees onbetaald stage vooraleer hij een vaste job binnen de Europese instellingen vond. Hij startte de ngo B!ngo op om de rechten van de EU-stagiairs te verdedigen. Meike de Roest en Aline Brugmans

‘H

ey allemaal, er worden broodjes gebracht naar de vergaderzaal. Laten we snel gaan voor ze op zijn!’ Zo omschrijft Pau Petit de Whatsappberichtjes die onder de stagiairs de ronde deden wanneer er ergens gratis eten was. ‘Dat is stage-solidariteit’, legt Petit uit. De Spanjaard liep zes maanden onbetaald stage bij de Europese delegatie voor de Verenigde Naties. Verspreid over de wereld zijn er delegaties van de EEAS in onder andere New York, Wenen en Genève. ‘Ik moest alles zelf betalen. Mijn vliegtickets, ziektekostenverzekering, huisvesting, eten… Dat laatste probeerden we met alle stagiairs vaak slim aan te pakken door naar evenementen te gaan waar het eten gratis was’, zegt Petit. ‘Het was mijn droom om in de diplomatieke delegatie stage te lopen, maar ik vind het niet kunnen dat niemand betaald wordt. Voor veel jongeren wordt een stage op die manier onmogelijk gemaakt.’

De discussie leeft

Sommige stagiairs worden wel betaald. Deze groep volgt dan vaak een stage via het zogenaamde Blue Book van de Europese Unie. Hierin worden alle stages die de Europese instellingen aanbieden en hun vergoedingen op een rijtje gezet. Toch vallen veel

ERASMIX magazine

30

stages buiten dit zogenaamde Blue Book. Elk departement van de EU is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van zijn stageplan. Er bestaan wel departementen die goede werkomstandigheden proberen te waarborgen voor hun stagiairs, maar andere afdelingen zijn soms aantrekkelijker om op je CV te zetten. Het is dus een vicieuze cirkel, want de stagiairs weten dat ze vaak met die onbetaalde ervaring wél de job zullen vinden die ze graag willen. Het European Parliament Youth Intergroup Forum heeft begin dit jaar de resultaten bekend gemaakt van een enquête onder ruim 230 stagiairs in de kantoren van Europese parlementsleden en de diverse politieke fracties. Bijna de helft van de stagiairs (44%) ontving een vergoeding van meer dan duizend euro per maand. Toch moest een derde het stellen met zeshonderd tot duizend euro en werkte bijna 10% volledig onbetaald. De discussie over betaalde stages ging wel al van start in het Europees Parlement: verschillende parlementariërs tekenden al een petitie voor ‘Fair Internships’. Iemand die ijvert voor betere stages is Nuno Loureiro. Drie jaar leefde hij op het loon van zijn vriendin, terwijl hij zeven onbetaalde stages deed. ‘We stierven niet van de honger, maar we zaten wel krap bij kas. We bezochten onze families die ver weg wonen af en toe, maar we konden nooit op vakantie’, vertelt Loureiro.


Toen hij eenmaal een vaste job had, richtte hij de Brussels Interns NGO ‘B!ngo’ op. Deze organisatie pleit voor kwaliteitsstages. In 2016 startte hij met B!ngo de campagne ‘Just Pay!’. Die stelt een lijst op van werkgevers die zich wel of niet aan de kwaliteitsvoorwaarden houden. ‘De bedoeling is niet om de instellingen neer te halen. We willen meer toelichting geven, zowel aan de stagiairs als aan de werkgevers. Het is een manier om druk uit te oefenen op de instellingen,’ nuanceert Loureiro. Op de lijst, die terug te vinden is op de website van de campagne, heeft B!ngo 56 stageplaatsen onder de loep genomen die niet voldeden. Al 32 ondernemingen antwoordden intussen positief en veranderden hun stagebeleid. De campagne richt zich specifiek op België, waar het niet is toegestaan om afgestudeerden onbetaald stage te laten lopen. Omdat de Europese instellingen voor een groot deel in Brussel gelegen zijn, staan veel van hun stageplaatsen op die lijst.

Vicieuze cirkel

Op 17 februari publiceerde de Europese ombudsvrouw, Emily O’Reilly, een aanbeveling voor de EEAS om al zijn stagiairs te betalen en om verdere discriminatie van minder kapitaalkrachtige mensen te voorkomen. De EEAS zou zo’n 800 onbetaalde stagiairs over de hele wereld hebben. Enkel mensen met genoeg financiële middelen kunnen het zich permitteren om onbetaald stage te lopen. De Europese diplomatieke dienst heeft tot 15 mei tijd om een antwoord te geven. ‘In 2016 werden negen op de tien aanbevelingen van de ombudsvrouw positief beantwoord, maar niemand is gedwongen om die aanbevelingen te volgen,’ zegt Philipp Chaimowicz, juridisch medewerker van O’Reilly. Ook de Europese Commissie biedt jaarlijks 200 onbetaalde stages aan. Het Europees Parlement heeft onbetaalde stages in zijn secretariaat afgeschaft, maar zijn leden kunnen in hun delegatie nog altijd onbetaalde stagiairs tewerkstellen. De ombudsvrouw zei dat ze ook daar onderzoek naar zou doen, maar Chaimowicz blijft op de vlakte: ‘In theorie gebeurt dat, maar het vereist veel tijd en research alvorens we concrete vragen kunnen stellen. Er zijn instanties waarvan we weten dat er onbetaalde stages zijn, maar het is heel moeilijk om accurate informatie te vergaren.’ Iemand die zeer tevreden is met de aanbeveling van de ombudsvrouw, is Pau Petit. ‘Europa gaat door een moeilijke tijd. Er was de crisis, de Brexit en er komen verkiezingen aan in Frankrijk en Duitsland. Jongeren raken hun vertrouwen in Europa kwijt. Deze aanbeveling geeft hoop. Europa staat voor gelijke kansen en de Unie is tegen discriminatie maar tegelijkertijd sluit ze jongeren buiten. Als Europa wil blijven bestaan, zal de Unie dat samen met de jeugd moeten realiseren’, zegt Petit.

De EEAS wilde enkel kort reageren op de aanbeveling. ‘De EEAS heeft al verschillende stappen ondernomen, vooral wat betreft de onduidelijkheid over de stagevoorwaarden. Daarnaast zal de EEAS de onbetaalde stages vanuit financieel oogpunt bekijken’, verklaart woordvoerster Maja Kocijancic.

Juncker en een vliegende violist

‘Tijdens mijn stage in Genève was ik aanwezig bij een van de mooiste culturele evenementen in mijn leven. We waren in een park en er vloog een violist met een ballon door de lucht. De EU was een van de grote sponsors van het evenement. Met slechts een stukje van het budget van een evenement als dit hadden alle stagiairs betaald kunnen worden, dat is toch wel een beetje vreemd’, zegt Petit. ‘Tijdens de Internationale Conferentie over Arbeid in juni vorig jaar,’ gaat hij verder, ‘was Juncker een van de sprekers. De voorzitter van de Europese Commissie zei hoe hij sociale integratie en solidariteit wil versterken binnen de Unie en hoe iedereen, ook de jeugd, een gelijke kans op een job moet krijgen. Tegelijkertijd worden er op dit moment veel jongeren niet betaald voor hun stage bij de EU. Ik hoop dat hij zijn mooie woorden zal omzetten in daden’, vertelt Petit.

Nuno Loureiro

We stierven niet van de honger maar we zaten wel krap bij kas.”

De moeite waard?

Terwijl de ene stagiair sterk vermagerde, overleefde de ander op het loon van zijn vriendin. Toch was het de ervaring zeker waard volgens Petit. ‘Het was een droom die uitkwam. Ik denk dat we als stagiairs moeten opstaan om te spreken voor hen die de kans niet kregen om een stage te lopen. Ik vind het niet kunnen dat door dit beleid een hele grote groep jongeren de kans nooit zal krijgen om een stage te doen voor Europa. Loureiro is het daar alleszins mee eens. Al is hij bang dat het een proces van lange adem zal zijn. ‘Het zal nog een hele poos duren voor er een eerlijk systeem is, waarin iedere jongere dezelfde kans krijgt om een stageplaats te krijgen binnen de verschillende Europese instellingen. Met B!ngo proberen we elke dag een stapje vooruit te zetten door bijvoorbeeld onduidelijke advertenties voor stages te onderzoeken. ‘We hebben stagiairs nodig die willen getuigen, maar het is heel lastig deze groep aan te spreken. Velen zijn bang om hun kans op een job te verliezen,’ zegt Loureiro. ‘Hoe ik de toekomst zie? Ik hoop eigenlijk dat B!ngo ooit zal ophouden. Dat zou betekenen dat er geen onbetaalde of oneerlijke stages meer zijn.’ Zelf heeft hij zijn ‘schulden’ bij zijn vriendin afgelost. ‘Ik heb alles terugbetaald. Tot de allerlaatste cent’, zegt Loureiro fier. Lees meer over de Just Pay! campagne: www.justpay.strikingly.com

Maja Kocijancic

Philipp Chaimowicz ERASMIX magazine

31


© Cristina del Campo

De Bondt pleit voor kwalitatieve opvang in kleine centra

‘NIEMAND IS GEÏNTERESSEERD IN HET TERUGVINDEN VAN VLUCHTELINGENKINDEREN’ De voorbije jaren verdwenen zo’n 10.000 niet-begeleide minderjarige vluchtelingen na hun aankomst in Europa. Dat blijkt uit cijfers van Europol. Arman is er een van. De jonge Afghaan ontvluchtte zijn thuisland en kwam terecht in een Belgisch asielcentrum. Sindsdien ontbreekt van hem elk spoor. Net als Arman verdwijnen jaarlijks talloze niet-begeleide minderjarige vluchtelingen uit asielcentra en vluchtelingenkampen, maar daar liggen - dixit Missing Children Europe - de Europese instanties amper wakker van. Zohra Benhammou

C

hild Focus behandelde vorig jaar 116 dossiers over verdwenen niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in België. Het aantal verdwijningen ligt wellicht veel hoger aangezien er veel niet aangegeven worden. Volgens Wendy De Bondt van het Institute for International Research on Criminal Policy (UGent), is dit geen recent probleem. ‘Deze kinderen vertrekken uit hun thuisland met de boodschap: “Je moet naar niemand luisteren en je mag niemand vertrouwen”. De niet-begeleide minderjarige vluchtelingen zijn zodanig geïndoctrineerd dat zij de aangeboden hulp wantrouwen. Dat maakt het moeilijk om hen te controleren.’ In kleinschalige opvangcentra is er wel een persoonlijke aanpak, maar in de grote centra is dat enkel maar een illusie. ‘Kinderen

ERASMIX magazine

32

die aankomen in een groot asielcentrum met veel bewoners en overal barakken, denken meteen dat ze daar niet gaan blijven en verdwijnen met de noorderzon’, aldus De Bondt. ‘Je kan ze ook niet opsluiten in een cel. Sommigen van deze jongeren willen niet gevonden worden. Zij hebben maar één doel en dat is met hun familie herenigd worden’. Sofia Mahjoub, specialiste Verdwijningen bij Child Focus, nuanceert: ‘Elke case is verschillend. We mogen niet alle minderjarige vluchtelingen over dezelfde kam scheren.’

Weinig animo

De minderjarigen die uit Belgische asielcentra verdwijnen, doen dat niet uit eigen wil. Vaak vallen ze ten prooi aan personen met


slechte bedoelingen. Zo komen zij in handen van mensensmokkelaars, die bij wijze van spreken met een vrachtwagen aan het asielcentrum staan te wachten tot er iemand over het hek springt. Minderjarige meisjes worden tijdens hun omzwervingen aangeklampt door tienerpooiers en komen zo in de prostitutie terecht. ‘Deze kinderen vormen een zeer kwetsbare groep die bijzondere aandacht verdient. Het zijn in de eerste plaats kinderen en zij hebben net zoals anderen recht op bescherming, begeleiding, zorg en onderwijs’, schrijft Heidi De Pauw, algemeen directeur van Child Focus, in een opiniestuk. Bij een onrustwekkende verdwijning van minderjarige vluchtelingen moeten de asielcentra aangifte doen bij de politie. Maar daarmee is het probleem niet ten gronde aangepakt. Omdat de politiek de politie- en opsporingsdiensten aanstuurt, moet ook op dat niveau naar een oplossing gezocht worden. ‘Als er bij de beleidsmakers geen animo is om die minderjarigen op te sporen, dan mag je als individuele politieagent nog zulke grote, nobele doelen hebben; als je hiërarchie je niet steunt, zal het niet lukken’, zegt Wendy De Bondt. Volgens Child Focus verloopt de registratie van de kinderen nog steeds niet naar behoren. Daardoor heeft de organisatie te weinig informatie over de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Dit maakt het voor politie en parket onmogelijk om deze kinderen op te sporen. ‘Er is geen informatiedoorstroom. Als je de info niet persoonlijk vraagt aan de Dienst Vreemdelingenzaken, dan zullen zij die niet doorgeven’, zegt Mahjoub. ‘En nu spreken we enkel over België. Alle Europese lidstaten zouden moeten samenwerken aan een algemene database waarin je een aantal zaken kan registreren’.

Terrorisme vs. mensenrechten

Voor mensensmokkel en -handel heeft de Europese Unie een minimumstraf opgelegd van vijf jaar. Maar het staat de lidstaten vrij om een zwaardere straf op te leggen. ‘Het is de verantwoordelijkheid van de lidstaten om het strafrecht uit te werken’, zegt Wendy De Bondt. Sommige lidstaten vinden echter dat de EU bevoegd moet zijn voor het harmoniseren van de straffen met betrekking tot mensensmokkel. Voorstanders pleiten dan ook voor het gelijktrekken van het strafrecht in de EU-lidstaten. Zo is er geen eenduidige definitie van het begrip ‘mensensmokkelaar’. In sommige Europese landen moet hieraan een financieel voordeel gekoppeld zijn alvorens men kan spreken van mensensmokkel. In andere landen is het vrijwillig helpen van illegalen reeds voldoende om als mensensmokkelaar veroordeeld te kunnen worden. Door die verschillende interpretaties ontstaat er heel wat discussie over het feit of vrijwilligers al dan niet smokkelaars zijn. Zij helpen de

vluchtelingen tenslotte om zonder een geldige verblijfsvergunning een ander land binnen te komen. Vandaar dat de minimumstraffen voor mensensmokkel in de meeste Europese lidstaten zo laag liggen. Doorheen de jaren zagen de gespecialiseerde hulpcentra hun financiële middelen sterk krimpen. De prioriteit lijkt te zijn verschoven naar de strijd tegen andere vormen van criminaliteit: ‘Er wordt alleen nog geld besteed aan het bestrijden van terrorisme en dat is niet correct’, zegt De Bondt. Veiligheid ten koste van mensenrechten. Sommige lidstaten van de EU trekken dan ook aan de noodrem. De Europese Unie kan echter niet bepalen hoeveel geld een land moet vrijmaken voor de begeleiding en ondersteuning van de minderjarige vluchtelingen. Ze kan haar lidstaten wel aanmanen om voldoende inspanningen te leveren. ‘In België probeert onze regering haar begroting in evenwicht te krijgen en daarom zal er bespaard moeten worden. Het hangt van het politieke akkoord af welke sectoren uitgesloten moeten worden’, zegt Wendy De Bondt.

Het aanpakken van de asielproblematiek maakt politici niet populair.”

Kwalitatieve opvang

Missing Children Europe, de Europese Federatie voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen, wil vermijden dat er nog veel vluchtelingenkinderen onder de radar blijven. De organisatie heeft recent aanbevelingen opgesteld rond de aanpak van verdwijningen en de bescherming van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Sofia Mahjoub van Child Focus stelt zich evenwel de vraag of er voldoende belangstelling voor is, want het aanpakken van de asielproblematiek maakt politici niet populair. ‘Vaak passen de aanbevelingen niet in het politiek programma. Om toch maar een oplossing te bieden, wordt ernaar gestreefd om grotere asielcentra te bouwen die minder geld kosten. Maar dan wordt er te weinig gekeken op lange termijn omdat alleen kwalitatieve opvang efficiënt is. Hoe meer begeleiding er is, hoe sneller het vertrouwen van de minderjarige vluchtelingen gewonnen wordt, en hoe kleiner de kans dat de jongeren zullen vertrekken en zelfs verdwijnen’. Een sterk en stabiel Europa is op dit vlak dus ver te zoeken. ‘Kijk naar onze regering, waarin de leden worstelen met het eigen vluchtelingenbeleid. Ook in Nederland is er onenigheid: Geert Wilders wil een Nexit en alle vreemdelingen buiten. Er is niemand in de EU die verantwoordelijkheid durft op te nemen’, aldus De Bondt. ‘Vanuit de Europese Unie is er bewustmaking en druk nodig om de minimumvoorwaarden van registratie te verbeteren. Er is nog veel werk aan de winkel. En niemand lijkt geïnteresseerd om die jongeren terug te vinden. Sommigen willen ook niet gevonden worden en gaan zelf op zoek naar hun verloren familie.’

Sofia Mahjoub

Sommige minderjarige vluchtelingen willen niet gevonden worden.”

Wendy De Bondt ERASMIX magazine

33


© Roxane Dupont

Wie gaat dat betalen? Wie heeft zoveel geld?

GRATIS ROAMING KOST TELECOMBEDRIJVEN MILJOENEN Telecombedrijven zeggen dat ze miljoenen euro’s gaan verliezen door de afschaffing van roaming in de Europese Unie. Orange beweert bijvoorbeeld dat het dit jaar in België 36 miljoen euro is, voor Proximus zou dat oplopen tot 80 miljoen. Goed nieuws voor de consument? Of wordt de factuur via een tariefverhoging gewoon doorgeschoven naar diezelfde consument? ‘Er zijn veiligheidsmechanismen ingebouwd om ervoor te zorgen dat voor mensen die niet op reis gaan de tarieven niet stijgen’. Quinten Rasking en Annemie Vermeulen

D

Annelore Marynissen ERASMIX magazine

34

eze zomer worden de roamingtarieven (de kosten die je betaalt wanneer je in het buitenland belt, sms’t en surft) definitief geschrapt. Vanaf dan kost bellen en surfen in elk land van de Europese Unie evenveel als in eigen land. Goed nieuws zou je denken. Maar telecombedrijven zijn bang dat ze hierdoor vele miljoenen euro’s gaan verliezen. ‘De afgelopen tien jaar heeft roaming ons om en bij de 300 miljoen euro opgebracht’, zegt Annelore Marynissen, perswoordvoerster van telecombedrijf Orange in België. ‘Blij kunnen wij van de afschaffing niet worden.’ In België verwacht Orange dit jaar door de afschaffing van de roamingkosten naar schatting 36 miljoen euro minder omzet te halen. ‘2017 is een kanteljaar’, zegt Marynissen. ‘Wat gaat er juist gebeuren? Dat weten we niet, maar hoe dan ook proberen we onze consumenten tevreden te houden. We snappen dat het voor de klant draaglijker moet zijn op vlak van roaming. We zijn al

jaren bezig om de consumenten te helpen. Als onze klanten mobiele data gebruiken in het buitenland, mogen ze niet thuiskomen met een factuur van 5.000 euro. Maar je kan er niet omheen dat die Europese regelgeving een negatieve impact zal hebben op onze cijfers’.

Weinig impact

Simon Delaere, onderzoeker naar telecommunicatie aan de Vrije Universiteit van Brussel, relativeert een en ander. ‘36 miljoen euro lijkt veel, maar in vergelijking met de omzet die Orange vorig jaar heeft geboekt, is dat net geen 10 procent. Ik vind het vreemd dat Orange zegt dat het hier veel last van zal ondervinden’, zegt Delaere. ‘Ik wil hen graag geloven, maar ze zijn een onderdeel van een internationale groep die in vele landen filialen en verschillende netwerken heeft. Als een Belgische Orange-klant naar Frankrijk gaat, blijft die op een Orange-netwerk zitten. Dus dan heeft die geen extra roamingkosten.’


Delaere maakt graag de vergelijking met Proximus. ‘Het hangt af van operator tot operator. Proximus maakt geen onderdeel uit van een internationale groep. Ze gaan in 2017 80 miljoen euro verliezen door de afschaffing van roaming, maar dit op een omzet van 5,87 miljard euro in 2016. Dat lijkt veel geld, maar dat is het niet. Ik denk dat het nog wel zal meevallen met de impact van die kosten.’ Reinhard Laroy, adviseur van telecomminister Alexander De Croo (Open VLD), begrijpt de frustratie van Orange. ‘Zij hebben de laatste jaren veel geld verdiend aan roaming. Dat stopt nu. Terecht, want de consument moet wel beschermd worden. Als een klant geen internet durft te gebruiken in het buitenland, is dat niet goed voor de economie. Omdat mensen niet snel geneigd zijn om te surfen in het buitenland, gaan ze wel meer bellen. Door de afschaffing van roaming zullen mensen geneigd zijn om meer te surfen. De operatoren krijgen dus meer inkomsten. Dat is ook een pluspunt.’ We hebben Proximus om een standpunt gevraagd, maar het bedrijf had geen tijd voor een interview. Telenet vindt de afschaffing van de roamingkosten een goede zaak voor de consument. ‘We hebben altijd aangegeven dat tegelijkertijd met de afschaffing van de roamingkosten voor de consumenten, ook de kosten voor operatoren onderling moesten dalen. Ook hier zijn nieuwe verlaagde plafonds opgelegd waar wij akkoord mee gaan.’

Hogere factuur?

Gaan de telecomoperatoren dan niet gewoon hun tarieven verhogen en zullen de prijzen van abonnementen in de toekomst stijgen? ‘Daar kan ik geen uitspraken over doen’, zegt Marynissen van Orange. De telecomwereld verandert zo snel. Er kan plots een beslissing vallen op overheidsniveau die de markt helemaal kan hertekenen. Het is koffiedik kijken. Ook Telenet kan niet in de toekomst kijken. ‘Ons prijsbeleid is iets wat we voortdurend bekijken. Er zijn geen plannen om naar aanleiding van de afschaffing de tarieven aan te passen.’ Laroy zou het niet goed vinden als de operatoren de prijzen zouden verhogen. ‘De gewone burger mag niet meebetalen voor het zware reisgedrag van een ander. Je mag geen nadeel ondervinden omdat je niet veel reist. De kosten die telecomoperatoren gaan hebben na 15 juni zullen ook lager liggen dan voorheen’, voorspelt Laroy. ‘Natuurlijk vallen hun inkomsten grotendeels weg, maar er is geen ontwrichting. Zeker niet voor Orange dat een eigen netwerk en veel inkomsten heeft op basis daarvan.’ ‘Als de tarieven verhoogd worden, dan zal dat niet door de afgeschafte roamingkosten zijn’, zegt telecomspecialist Delaere. Het is en blijft een ingrijpende regelgeving, want je legt kosten vast.

Dan betaalt iedereen wat hij nu thuis betaalt. In die zin kan ik begrijpen dat de operatoren dit liever niet zien gebeuren. Maar ik verwacht eigenlijk geen grote prijsstijging. Zeker ook op lange termijn zullen voor de operatoren de voordelen opwegen tegen de nadelen.’ ‘Onze filosofie is dat je betaalt voor wat je nodig hebt’, zegt Marynissen van Orange. ‘Bij ons betaal je voor wat je echt nodig hebt. Elke twee jaar nemen wij contact op met onze klanten om te vragen of ze nog wel tevreden zijn over hun abonnementen.’ Orange België wil meer inzetten op het gebruik van mobiele data. ‘Vorig jaar hebben wij onze portefeuilles aangepast. Daar zit nu massaal veel mobiele data in. Bellen gebeurt meer en meer via gratis apps als WhatsApp of Facetime. Dit is een nieuwe tendens en daar moeten we rekening mee houden. Een groot deel van de verloren inkomsten van de afschaffing van roaming hebben we vorig jaar trouwens kunnen recupereren via onze mobiele tariefplannen. ’ ‘Ondertussen is het verbruik van mobiele data gestegen’, zegt Laroy. ‘Dus een deel van het inkomstenverlies wordt gecompenseerd doordat de consumenten meer gaan surfen en telefoneren omdat de roamingkosten zijn weggevallen. De kosten die operatoren aan elkaar aanrekenen zullen waarschijnlijk verder dalen. Zo kunnen hun kosten niet proportioneel stijgen wanneer je meer data verbruikt. Dat zijn maatregelen die genomen zijn om te vermijden dat die operatoren te veel kosten hebben en de tarieven gaan verhogen.’

Reinhard Laroy

Een deel van het inkomstenverlies wordt gecompenseerd door toenemend gebruik.”

Wat met de Brexit

De afschaffing van roamingkosten binnen de Europese Unie heeft heel wat voeten in de aarde gehad. ‘Het waren geen makkelijke onderhandelingen’, zegt Laroy. ‘Er zijn behoorlijk veel veiligheidsmechanismen ingebouwd om ervoor te zorgen dat voor mensen die niet op reis gaan de tarieven niet naar boven gaan.’ Nu moet het dossier nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement. ‘De laatste horde is begin februari genomen. Toen werd vastgelegd wat fair is in het buitenland en welke tarieven de operatoren elkaar onderling moeten aanrekenen. Het is niet omdat roaming afgeschaft wordt voor een burger, dat de operatoren onderling geen bepaald bedrag moeten betalen’. Minister De Croo zei vorig jaar dat roaming de digitale eenheid tegenhoudt. ‘Nu kan iedereen surfen op het internet zonder extra kosten. Ook voor operatoren zijn de interne grenzen weg. Het is nu de vraag wat het Verenigd Koninkrijk gaat doen in het kader van de Brexit’, zegt Laroy. ‘Gaan ze de Europese roamingakkoorden respecteren? Als ze dat doen, zullen we nog altijd een even goedkoop tarief kunnen genieten als we naar Groot-Brittannië gaan.’

Simon Delaere

Ik verwacht geen grote prijsstijgingen.” ERASMIX magazine

35


ba Journalistiek rd je o w n e n e b T S I ‘JOURNAL rs?’ e d n a r a a W . L E IN BRUSS

NIEUW MA RAM PROG 10 NALE O I T A N INTER EDITS CR

1


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.