
8 minute read
Roof Belgium juni 2025
by Embuild
Timmerwerk van topniveau: renovatie van 15e eeuws timmerwerk in Groot Vleeshuis in Gent
In het historische centrum van Gent is Denys NV momenteel bezig met een indrukwekkend renovatieproject. Het 15e-eeuwse Groot Vleeshuis wordt er volledig gerenoveerd en vooral de werken aan het eiken dakgebinte zijn een echte eyecatcher.
Het Groot Vleeshuis aan de Gentse Groentenmarkt, op een boogscheut van het Gravensteen, verkeert al jarenlang in slechte staat. Tot enkele jaren geleden was in het historische gebouw het centrum voor streekproducten van de Provincie Oost-Vlaanderen ondergebracht. Maar door stabiliteitsproblemen aan het gebouw moest die dienst elders een onderkomen zoeken en sindsdien stond de hal al enkele jaren leeg.
Denys NV, zelf ook een Gents bedrijf, haalde de opdracht binnen om het gebouw grondig te renoveren en de constructie opnieuw de nodige stabiliteit te geven.
Frank De Blauwer van Denys is projectleider voor deze renovatie.
"Het grootste probleem van dit gebouw was de slechte staat van het dakgebinte," vertelt de gedreven projectleider. "Eigenlijk is dit gebouw geconstrueerd als een gigantisch houtskeletgebouw met massieve balken, waarvan de openingen ingevuld zijn met stenen muren. Wat heel apart is, is dat de kapconstructie veel smaller is dan de buitenwanden. De dakkapellen zijn dan weer heel groot in verhouding tot de rest van de gevel. Dat maakt het een zeer apart gebouw.
Een essentieel element in de stabiliteit van het gebouw zijn de enorme moerbalken, waarop de dakconstructie rust. Dat zijn massieve eiken balken van 41cm x 37cm en twaalf meter lengte. Zo'n balk weegt makkelijk meer dan een ton. Veel van die balken verkeren in enorm slechte staat en moeten dringend aangepakt worden.
Meestal zou je in een dergelijke situatie de aangetaste delen wegzagen en opvullen met epoxy, maar in dit geval hebben we er bewust voor gekozen om dat niet te doen. We zouden immers zodanig veel epoxy moeten gebruiken, dat er van de balken maar weinig zou overblijven. Bovendien verkeerden ook veel van de trekkers (trekbalken) en de hanebalken in slechte staat en moeten ook die vervangen worden."

Massieve mikadostokjes
Daarom werd besloten om de eiken balken volledig te vervangen op de plaatsen waar het daktimmerwerk te zwaar aangetast was.
"Maar we wilden ook niet de volledige dakstructuur eraf nemen en opnieuw opbouwen," vervolgt Frank De Blauwer.
"Ik weet dat in andere landen vaak zo gewerkt wordt, en vanuit duurzaamheidsoogpunt valt daar zeker iets voor te zeggen. Mocht je een compleet nieuwe eiken dakconstructie plaatsen, dan heb je immers een dak dat weer voor honderden jaren meekan. Maar uit respect voor de historiek van het gebouw en de erfgoedkundige waarde ervan werd hier besloten om zoveel mogelijk de originele delen te bewaren.
Het was wel meteen duidelijk dat een tiental moerbalken te zwaar aangetast waren en moesten verwijderd worden. En dat is eigenlijk het meest opvallende aan dit project. Om die moerbalken te kunnen verwijderen, hebben we binnenin de hal een steigersysteem met schoren geplaatst, waardoor de stabiliteit van de structuur verzekerd blijft tijdens de werken en we de nodige flexibiliteit hebben om het dak open te maken.
Vervolgens hebben onze mensen alle verbindingen van andere balken uitgeboord, zodat we de moerbalken er heel voorzichtig via de zijkanten uit het gebouw kunnen trekken. De moerbalken zijn niet alleen een onderdeel van het dragende skelet van het gebouw, via pen-en-gatverbindingen met toognagels en andere houtverbindingen, zijn ook de dakkapellen en de spanten in de moerbalken bevestigd. Die verbindingen hebben we dus vrijgemaakt, zodat we de moerbalken als een mikadostokje uit de constructie kunnen trekken met behulp van torenkranen en takels. Nadien plaatsen we dan een nieuwe balk van Normandische eik op dezelfde wijze terug en maken onze mensen dezelfde houtverbindingen weer na. We gaan hier dus ongeveer 150 kubieke meter nieuwe Franse eik plaatsen. De delen van de originele moerbalken die nog in goede staat zijn, zullen we bijzagen en nadien gebruiken als trekkers, hogerop in de constructie. Zo integreren we ook een stukje circulariteit in deze werf."

"Fier op timmercultuur"
Een renovatiebedrijf als Denys NV werkt regelmatig aan daken van historische gebouwen, maar een project zoals dit is ook voor hen een uitdaging.
"Het timmerwerk is op deze werf echt uitzonderlijk," vervolgt Frank De Blauwer. "Het is immers niet alleen de balken vervangen, maar alle houtverbindingen en knooppunten worden ook opnieuw gemaakt. En dat is echt ambachtelijk werk. Onze timmerlieden zijn hier alle dagen met beitels in de weer, maar ook afkortzagen en kettingsteekmachines en andere kettingzagen worden hier dagelijks gebruikt.
Onze timmerlieden zijn ook echte vakmensen. Bij Denys zijn we heel fier op onze timmercultuur en dat leeft hier ook. Veel van die gasten zitten in allerlei groepen op sociale media over beitels of andere handgereedschappen. Een van hen heeft zelfs een speciale opleiding gevolgd bij de 'Northmen Guild' in Letland, waar traditionele houttechnieken aangeleerd worden. Ze staan via social media ook in contact met collega timmerlieden uit heel Europa, die vergelijkbare werken uitvoeren. Ze kijken allemaal in elkaars bord en ze leren ook van elkaar. Het is mooi hoe de vakmensen zelf die stielkennis in leven houden. En soms moeten we onze timmerlieden zelfs intomen, want als ik ze liet doen, dan zouden ze die verbindingen zelfs met behulp van hakbijlen willen maken, geheel volgens de historische traditie.
Wat ook apart is in onze bedrijfscultuur, is dat er echt geluisterd wordt naar de inbreng van die mensen. De bedrijfsleiding stapt naar hen om te horen wat zij vinden van de staat van het gebouw en de vorderingen van het project. In veel andere bedrijven consulteert de leiding enkel de werfverantwoordelijken, maar bij Denys worden de vakmensen echt gewaardeerd en gerespecteerd. Daarom graveren onze timmerlieden aan het einde van de werken ook hun naam in een van de hoogste balken. Je kan hun namen trouwens terugvinden in heel veel Belgische torenspitsen. Ook dat is een eeuwenoude traditie die in ere gehouden wordt."

Ook andere vakspecialisaties
Het timmerwerk is het spectaculairste deel van dit project, maar Denys NV neemt de volledige renovatie voor zijn rekening. En alles gebeurt met eigen mensen.
"Iedere dag zijn hier 15 à 20 van onze mensen aan de slag. Eigen schrijnwerkers, timmerlui, steenkappers, beeldhouwers, metsers en de dakwerkers die de natuurleien plaatsen.
Op het dak liggen Welshe leien, de zogenaamde 'Welsh slates'. Dat betekent dat onze mensen op de aangetaste stukken ook nieuwe Welsh slates moeten leggen, en dat is toch even aanpassen, want ze zijn gewend om altijd met de Cupa 4 Vlaams model natuurleien te werken. Deze dikkere Welshe natuurleien zijn toch een heel ander type lei.
We hebben de leien in verschillende dikten aangekocht, zodat we kunnen spelen met de formaten. Dikkere leien aan de dakvoet en dunnere leien dichter bij de nok. Ook al het zinkwerk en plooiwerk doen we zelf, en de gevel wordt eveneens schoongemaakt en gerestaureerd door eigen mensen."

Logistieke beperkingen
Het Groot Vleeshuis ligt in het hart van het historisch centrum van Gent. Voor de smalle zijde van het gebouw loopt een tramlijn, aan de noorderkant van de lengtezijde vloeit de Leie, terwijl aan de zuidzijde de populaire Groentenmarkt ligt, met een drukke passage naar de Gras- en Korenlei. Toch vormt de toegankelijkheid van de werf geen grote obstructie, vindt Frank De Blauwer.
"Al ons transport naar de werf gebeurt in de vroege uurtjes, voor het leven in de stad op gang komt, en dan is het hier best nog wel bereikbaar. Al moeten we er natuurlijk wel wat administratieve rompslomp bijnemen. Het centrum van Gent is immers autovrij, en dus moeten we iedere keer alle nummerplaten van de werfvoertuigen doorgeven.
Een deel van de balken is bovendien via binnenschepen naar de werf getransporteerd. Al is dat ook minder evident dan je zou denken. Door de vele lage bruggen in de Gentse binnenstad konden we de ladingen maar één meter hoog stapelen. En dan moesten we bovendien ook nog rekening houden met de waterstanden!
Ook is er rondom de werf weinig plaats voor opslag van materialen, maar dat kunnen we handig opvangen door veel materialen op te slaan in het gebouw zelf."

Nieuwe bestemming
Normaal gezien zal de renovatie tegen de zomer van 2026 klaar zijn. En dan opent het Groot Vleeshuis weer de deuren... als een grote fietsenstalling, iets waar niet alle Gentenaars even opgezet mee zijn. Frank De Blauwer heeft er echter weinig problemen mee.
"Voor mij is het belangrijkste dat dit gebouw bewaard blijft voor toekomstige generaties, bovendien zal het ook publiek toegankelijk blijven, zodat iedereen deze majestueuze constructie zal kunnen bewonderen. Het gebouw blijft dus verder leven en dat is voor mij het belangrijkste, al begrijp ik dat sommige mensen het er moeilijk mee hebben."