7 minute read

"Vroeger moest een dakwerker enkel een harde werker zijn, maar vandaag is dat een volwaardig technisch beroep geworden"

Vorig jaar zwaaide Jo Dewulf na 23 jaar af als technisch adviseur bij bouwhandel Defrancq in Roeselare. Hij was meer dan twee decennia lang het gezicht van Defrancq en een alom gewaardeerd figuur binnen de sector. Tijd dus voor een afscheidsinterview

In de dakensector stond Jo Dewulf bekend als een analytische geest. Niet de man van de grote woorden, maar wel iemand die op een werf toekwam, de situatie grondig analyseerde en dan met een doordachte oplossing aankwam.

Hoe het begon

"Het zal voor veel mensen misschien een verrassing zijn dat ik niet mijn hele leven in de dakensector gewerkt heb," steekt de 64-jarige Kortemarknaar van wal. "Na mijn studies - ik heb destijds een A2 Elektromechanica behaald - ben ik aan de slag gegaan voor een Belgische aannemer die een groot project in Saudi-Arabië uitvoerde. We mochten er een nieuwe stad bouwen. En dat bedoel ik letterlijk. We hebben daar een volledige stad uit het niets opgetrokken: wegen, huizen, appartementen, ziekenhuizen en zelfs moskeeën. Ik werkte er als supervisor in een internationale equipe. Het was een ideale leerschool waar ik leerde hoe de bouw werkt. We hebben er uiteraard fantastische tijden beleefd."

Na zijn Arabische avontuur ging Jo aan de slag in de technische dienst van Ter Groene Poorte, maar toen hij de kans kreeg om bij Defrancq te beginnen, aarzelde hij geen seconde.

"Het werk in de technische dienst vond ik na een tijdje niet uitdagend genoeg meer. Toen ik bij Defrancq mocht beginnen, was mijn eerste vraag of ze wel voldoende werk voor mij zouden hebben. En dat is achteraf gezien nooit een probleem geweest."

Pionier in technisch advies

Een technisch adviseur, zoals we die nu kennen, bestond toen eigenlijk nog niet. De aannemers kwamen wel naar de groothandels en kregen daar in het magazijn wat tips en uitleg, maar gaandeweg begon Jo ook naar de werven te gaan.

"We voelden dat de aannemers nood hadden aan technisch advies en ondersteuning. Zo belandde ik in de rol die ik uiteindelijk tot mijn pensioen zou blijven uitvoeren. Ik kwam ook al snel op het idee om voor onze klanten een kant-en-klaar pakket samen te stellen. Ik vergeleek dat altijd met de bouwpakketten van IKEA, waar alle onderdelen inzitten om een meubel te kunnen maken, inclusief de tekeningen. Wij waren destijds met Defrancq een van de eersten die zo'n pakket konden afleveren."

Veranderende sector

Tijdens de voorbije 25 jaar zag Jo Dewulf de dakensector uiteraard grondig veranderen. "Er waren uiteraard de nieuwe dakdichtingsmaterialen, maar eigen- lijk vind ik dat niet zo'n revolutionaire verandering. Er zijn maar een handvol productgroepen, en voor de rest zijn het gewoon variaties op hetzelfde thema. Zink is altijd zink, of dat nu van Rheinzink, NedZink of VMZINC komt. De aannemer zal zijn keuze maken op basis van kostprijs en plaatsingsgemak, maar ik heb ook altijd de technische fiches van de verschillende producten grondig bestudeerd om ook de verschillen tussen de merken op technisch vlak te kennen."

Maar Jo heeft vooral het beroep van dakdekker enorm zien veranderen. "Dertig jaar geleden moest een dakwerker vooral een harde werker zijn, iemand die er niet tegenop zag om de handen uit de mouwen te steken en met zijn pekketel het dak op te trekken. Maar door de manier waarop de bouw geëvolueerd is, is ook het beroep van dakwerker enorm veranderd. Nu is dat voor mij echt een volwaardig technisch beroep geworden. Een dakwerker moet zoveel kennis hebben van materialen, plaatsingswijzen, technieken, detailleringen... De buitenwereld heeft daar een compleet verkeerd beeld van. Het is dan ook perfect begrijpelijk dat aannemers met vragen zitten en zich laten bijstaan door technisch adviseurs."

Complexe uitdagingen

Voor advies ging Jo Dewulf altijd op dezelfde manier tewerk. "Ik probeerde de situatie altijd grondig te analyseren. Ik liet de verschillende betrokken aannemers elk hun kant van het verhaal vertellen en probeerde zo de situatie naar de essentie te herleiden."

Ik probeerde mij ook altijd in de situatie van de aannemer te verplaatsen. Hoe denkt een aannemer? Hoe probeert hij zo efficiënt mogelijk te werk te gaan?

Als ik een oplossing voorstelde, dan probeerde ik het werk zo makkelijk mogelijk te maken voor de aannemer en een oplossing voor te stellen waarvoor hij zo weinig mogelijk stukken nodig had. Maar ook met het esthetische en de symmetrie trachtte ik rekening te houden.

Ik heb me ook altijd als een gelijke be- schouwd van onze dakwerkers. Ik denk dat veel aannemers afgeschrikt worden door grote, logge organisaties als Buildwise. De omvang van die organisaties vormt voor hen een grote drempel. Wanneer er een probleem opduikt, voelen aannemers zich ook vaak in de steek gelaten door die organisaties."

Toegankelijkheid als troef

"Doordat wij bij Defrancq zo laagdrempelig en toegankelijk waren, was die drempel er voor ons niet. Dat is een groot verschil, waardoor aannemers ons wel durfden bellen met vragen. Soms makkelijke, maar bij momenten kreeg ik ook enorm moeilijke kwesties voorgeschoteld. Zo heb ik een paar keer een bolvormige koepel in zink begeleid. De eerste keer was dat een enorme hersenbreker. Enerzijds moeten de zinkbanen de juiste vorm en ronding krijgen, maar je moet er dan ook nog de L- en U-naden aan kunnen vormen en ze moeten uiteraard mooi gecentreerd zijn. Dat is op zich al heel uitdagend, maar je zit dan ook nog eens met de beperkingen van de machine. Je moet tijdens dat hele proces dus denken vanuit de mogelijkheden en beperkingen van de machine!

Die eerste bolvormige koepel was zowel voor mij als voor de daktimmerman de eerste keer dat we een dergelijk werk uitvoerden, en we wisten allebei niet waaraan we begonnen. Maar we hebben goed samengewerkt en heel eerlijk en open gecommuniceerd met elkaar. Zo hebben we dat toch tot een goed einde kunnen brengen.

Het verdwijnen van vakkennis

In de voorbije decennia zag Jo Dewulf helaas ook de vakkennis achteruitgaan bij veel dakwerkers. "Een combinatie van factoren ligt daaraan ten grondslag.

De opleidingen verdwijnen. Een dakwerker is een technisch expert, en dus zou ons onderwijssysteem goede technische opleidingen moeten geven, maar die zijn er nauwelijks. Hoeveel scholen bieden nog een zinkopleiding aan?

Maar ook de sector zelf speelt hierin een rol. In veel bedrijven wordt de kennis van vader op zoon doorgegeven, maar dat is niet altijd de beste manier van werken. En aannemers schermen onderling vaak af hoe ze precies tewerk gaan. Er wordt weinig kennis gedeeld onderling. Dat heb ik altijd jammer gevonden.

Het helpt ook niet dat iedereen zich tegenwoordig een dakwerker kan noemen. Als je dat vergelijkt met Frankrijk of Duitsland, waar je een jarenlang traject moet doorlopen, dan kunnen we daar zeker een voorbeeld aan nemen

De passie voor technische complexiteit

"De techniciteit van ons beroep is wat mij altijd geboeid heeft. Het analyseren van situaties, mogelijke oorzaken en oplossingen elimineren en zo op zoek gaan naar de essentie - dat is wat ik altijd fascinerend gevonden heb aan dit vak. Ik heb in heel Vlaanderen prachtige projecten mogen begeleiden, en die zitten allemaal opgeslagen in mijn hoofd. Wanneer ik langs zo'n realisatie passeer, dan weet ik nog perfect hoe dat dak opgebouwd is, welke materialen er gebruikt zijn en hoe we er tewerk gegaan zijn."

Meer weten?

Een van de laatste grote realisaties die Jo Dewuf begeleidde was de restauratie van het station in Oostende. Een reportage over die werken lees je in Roof Belgium van mei 2025.

This article is from: