5 minute read

De biodiversiteit verhogen bij bouwprojecten

Het besef groeit dat de bouwsector kan bijdragen aan de biodiversiteit. Embuild Vlaanderen nam deel aan een studiereis naar Londen om te onderzoeken hoe dat in het Verenigd Koninkrijk gestimuleerd en zelfs verplicht wordt.

De studiereis vond plaats op 30 juni en 1 juli 2022. Bij de deelnemers een uitgebreide delegatie van Embuild, met Marc Dillen en Wim Garmyn van Embuild Vlaanderen, Filip Biesmans van de dakwerkers in Embuild en Koen Andries van FABA. Ook het Vlaamse Departement Omgeving was aanwezig met Kirsten De Reu, Lien Van Besien en Robin De Smedt.

Wettelijke verplichting

In het VK moet vanaf november 2023 biodiversiteitswinst geboekt worden bij elke planningsaanvraag. Dat is het gevolg van de Environment Act van 2021. De toenmalige verantwoordelijke minister Michael Gove had vastgesteld dat lokale overheden veel interesse hadden voor biodiversiteit. Maar het beleid was versnipperd, met verschillende meetmethodes en honderden lokale besturen die het begrip biodiversiteitswinst allemaal op hun eigen manier interpreteerden.

Bng

Environment Act van 2021 creëert eenheid. Hij legt op dat bij planningsaanvragen minstens 10 procent biodiversiteitswinst bereikt moet worden (Biodiversity Net Gain of BNG). Dit wordt gemeten met een gestandaardiseerde rekenmodule, de Biodiversity Metric. Een Britse norm beschrijft de procedures om aan de slag te gaan met de BNG. Deze laatste moet gemonitord worden en minstens 30 jaar behouden blijven.

Michael Gove kreeg bij dit initiatief de steun van de ontwikkelaars. Zij waren zich ervan bewust dat aandacht voor biodiversiteit voordelen heeft bij projecten. De nieuwe regeling maakt daarnaast duidelijk wat wordt verwacht, en vermindert dus de risico’s bij de uitvoering van een project.

Mechanismes

In het begin geldt de verplichte biodiversiteitsverhoging alleen voor woningen, commerci- ele gebouwen en andere kleinschalige projecten. Vanaf 2025 geldt ze voor alle projecten, inclusief grote infrastructuurwerken. Het verhogen van de biodiversiteit op de site zelf krijgt de voorkeur. Maar ook Offsite Units zijn toegestaan, dus het verbeteren of creëren van habitat buiten de site van de ontwikkeling. Het laatste redmiddel is het kopen van biodiversiteitscertificaten (Biodiversity Credits).

Door de nieuwe wetgeving is er een commerciële markt voor het verhandelen van Credits en Offsite Units aan het ontstaan. Recent is er 200 miljoen pond privaat kapitaal geïnvesteerd in zogenaamde habitatbanken. Wie geïnteresseerd is in een marktstudie van dit fenomeen kan een kopie aanvragen bij Embuild Vlaanderen.

Kidbrook Village

Kidbrook Village in Londen wordt beschouwd als een schoolvoorbeeld van een bouwproject dat goed omgaat met biodiversiteit. Het drukke programma van de studiereis begon dus met een voorstelling van dit project door een team van ontwikkelaar Berkeley Group. Deze is al langer bezig met natuur en groen. Het onderdeel Berkeley Homes werkt bijvoorbeeld sinds 2009 samen met de London Wildlife Trust, vergelijkbaar met Natuurpunt in Vlaanderen.

Kidbrooke Village is een grootschalige herontwikkeling van een verloederde buurt. Het project beslaat 109 hectare en zal tegen 2030, wanneer de ontwikkeling af moet zijn, 35 hectare bio-diverse en publiek toegankelijke parkruimte omvatten. Berkeley bouwt er meer dan 5000 woningen. Het merendeel valt onder de noemer Affordable Housing, woningen die toegankelijk zijn voor huishoudens die op de vrije markt uit de boot vallen.

Voordelen

Op advies van de Wildlife Trust werd het oorspronkelijk geplande park met gazon en nette bloemenperken geschrapt. In de plaats komt nu een natuurlijk en biodivers landschap. Als gevolg

Het biodiverse park zoals het er moet gaan uitzien in Kidbrook Village (foto: Berkeley Group).

Vlaanderen Is Engeland Niet

Volgens Embuild Vlaanderen zal de bouwsector een rol spelen in het versterken van de biodiversiteit. Maar voor directeur-generaal Marc Dillen is een algemene verplichting bij elk bouwproject niet de oplossing.

Marc Dillen: “De studiereis naar Londen toonde aan dat ontwikkelaars in het algemeen positief staan tegenover haalbare en betaalbare maatregelen die de biodiversiteit verhogen. Maar de introductie van het systeem zoals in Engeland is in Vlaanderen niet aangewezen. Als de overheid hier via bouwprojecten de biodiversiteit wil bevorderen, dan moet ze nauwgezet rekening houden met de locatie, de aard en de context van een project. Gezien de inflatie, de energiecrisis en de stijgende materiaalkosten moeten we absoluut vermijden dat bouwen nog duurder wordt gemaakt door bijkomende administratieve verplichtingen. En dat geldt zeker in situaties waarin eventuele regelgeving wel zou leiden tot hogere kosten, maar de biodiversiteit in feite slechts marginaal zou verbeteren.” van deze en andere ingrepen zal de biodiversiteit van de wijk in 2030 met maar liefst 300 procent verhoogd zijn. Een private partner zal het groen beheren en onderhouden in opdracht van Berkeley. De bewoners betalen hiervoor kleine maandelijkse bijdrage.

Het BNG-proces kost naar schatting 3000 tot 10 000 pond per project. De opbrengst van die investering valt moeilijk in cijfers uit te drukken. Maar verwacht wordt dat de return vele malen hoger zal liggen. De belangrijkste reden is niet dat het onderhoud goedkoper zou zijn. Maar een woning in een hoogwaardige groene omgeving wordt sneller verkocht of verhuurd, wat leegstand voorkomt. Bovendien blijven mensen er langer wonen, wat het gemeenschapsgevoel bevordert en sociale waarde creëert. En ten slotte is een gezonde leefomgeving beter voor de mentale en de fysieke gezondheid.

Groendaken

Na het team van Berkeley was het de beurt aan Dusty Gedge, de voorzitter van de Europese groendakfederatie. Hij besprak de voorwaarden waaraan een groendak moet voldoen om de biodiversiteit te verhogen. In Londen gaat veel aandacht naar die functie. Dat contrasteert met veel andere grote steden, waar groendaken vooral gestimuleerd worden omdat ze hemelwater bufferen.

Paul Prichard van Berkeley Homes merkte daarbij op dat er economische afwegingen moeten worden gemaakt. Op Affordable Housing kun je niet altijd de beste groendaken leggen, omdat zowel aanleg als onderhoud te duur zijn.

Biodiversiteit meten

Op dag twee van de studiereis gaf de organisatie Natural England uitleg bij de ontwikkeling van de Biodiversity Metric, die door haar werd opgesteld. Drie punten om te onthouden: de maatstaf moest eenduidig zijn; hij werd opgesteld in samenspraak met de betrokken ondernemingen; en ten slotte moest hij in het beleid geïntegreerd kunnen worden.

Vlaanderen

Robin De Smedt en Lien Van Besien van Departement Omgeving gaven vervolgens een overzicht van de activiteiten die Vlaanderen organiseert op het vlak van biodiversiteit. Aan bod kwamen onder meer het groenblauwpeil; de Green Deals Bedrijven en Biodiversiteit, Natuurlijke Tuinen en Sportdomeinen; het wilde-bestuiversplan; en een aantal Interreg-projecten zoals Natuur in Bouw en Klimaatadaptatie op Bedrijventerreinen.

Lokaal beleid

Het feit dat in Kidbrook Village maar liefst 300 procent Biodiversity Net Gain geboekt kan worden, wijst op een zwak punt van de wettelijk verplichting. Op brownfields en andere sites waar de biodiversiteit laag is, kan 10 procent winst heel gemakkelijk gehaald worden. Onder meer daarom worden op lokaal niveau grotere inspanningen gestimuleerd. Peter Massini, directeur van Future Nature Consulting, gaf uitleg bij de Londense initiatieven op dit gebied. Deze moeten de Britse hoofdstad leefbaar houden tegen 2030, wanneer meer dan 10 miljoen inwoners verwacht worden. Londen creëerde een eigen kader, de Urban Greening Factor (UFG). Het ging daarvoor inspiratie halen in steden als Berlijn, Washington en het Zweedse Malmö. UGF kwantificeert de waarde van groeninfrastructuur met een score. Een wettelijke verplichting legt dit systeem niet op. Maar de UGF moet wel opgenomen worden in ontwikkelingsplannen.

Sinds 2008 zijn groendaken verplicht op alle nieuwe gebouwen in Londen. Dit wekte geen weerstand op bij ontwikkelaars. De kosten van een groendak zijn verwaarloosbaar in verhouding tot de torenhoge prijzen van het lokale vastgoed.

Ondersteuning

De studiereis werd afgesloten met een presentatie door Gemma Jerome van Building with Nature. Deze organisatie is opgezet als een charity, een soort vzw die ijvert voor het algemene belang. In samenwerking met universiteiten en de overheid ontwikkelt Building with Nature een set standaarden die kunnen dienen als nationale maatstaf voor groene infrastructuur bij bouwprojecten. Het is een vrijwillig en vrij te gebruiken systeem, dat ook het ontwerpproces bekijkt. Lokale besturen verwijzen in hun beleidsplannen vaak naar BwN als een referentiekader.

This article is from: