
5 minute read
Houtsector krijgt nog één jaar extra om zich voor te bereiden op nieuwe Europese ontbossingsverordening
Normaal gezien ging de European Regulation on Deforestation and Forest Degradation (EUDR) op 30 december 2024 in werking treden, maar de Europese lidstaten kwamen vorig najaar overeen om de implementatie van de EUDR met een jaar uit te stellen. Zo krijgen de Europese ondernemingen meer tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe regelgeving.
Eerst het goede nieuws: voor de meeste schrijnwerkerijen, meubelmakers en parketplaatsers, die met hout werken dat al op de EU markt is gebracht, zal de nieuwe regelgeving vooral administratieve verplichtingen invoeren.
De gevolgen zijn groter voor wie hout als eerste op de EU markt brengt (inclusief hout dat uit Europese bossen afkomstig is), maar die verplichtingen liggen in het verlengde van de EUTR-regels, die al sinds 2013 gelden.
Wat is de EUDR?
De nieuwe Regulation on Deforestation and Forest Degradation (EUDR) is de opvolger van de EU Timber Regulation (EUTR), de Europese houtverordening uit 2013. Die verbiedt het op de markt brengen van hout en houtproducten afkomstig van illegale houtkap in Europa. Maar volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is landbouw verantwoordelijk voor 90% van de wereldwijde ontbossing, en landbouw viel niet onder het toepassingsgebied van die EUTR.
Breder toepassingsgebied
Daarom heeft de nieuwe EUDR-verordening een veel breder toepassingsgebied dan de houtverordening. Niet alleen hout, maar ook bijvoorbeeld rubber, rundvlees, cacao, koffie, palmolie en soja én de producten die van deze grondstoffen zijn afgeleid zoals papier, leder, chocolade en meubels vallen onder de nieuwe regelgeving. De lijst met grondstoffen kan bovendien de volgende jaren nog worden uitgebreid.
De EUDR verbiedt de verkoop van, de invoer naar en invoer uit de EU van hout rubber, runderen, cacao, koffie, palmolie, soja en afgeleide producten (zoals papier) behalve als ze:
● ontbossingsvrij zijn,
● in overeenstemming zijn met de lokale wetgeving,
● en vergezeld zijn van een zorgvuldigheidsverklaring (Due Diligence Statement).
De EUTR uit 2013 focuste voornamelijk op de legaliteit van de houtkap. Onder de EUDR verschuift de focus nu naar duurzaamheid. Het is immers perfect mogelijk dat een volledig bos legaal gekapt wordt als de wetgeving in een land dat toelaat, maar duurzaam is het allerminst. De EUDR wil dus een beter antwoord bieden op de wereldwijde problematiek van ontbossing dan de houtverordening.

Belangrijkste verplichtingen
De houtverordening uit 2013 (EUTR) verplicht de ondernemingen die hout voor het eerst op de markt brengen in de EU al om een ‘due dililigence’ of ‘zorgvuldigheidsprocedure’ te doorlopen. Ze moeten daarbij onder andere nagaan of de houtkap- en handel niet strijdig is met de wetgeving van het land van herkomst. Vandaar dat veel houtimporteurs zich gespecialiseerd hebben in import uit een beperkt aantal landen. Die due dililigence procedure verplicht de importeur ook om het risico te beoordelen dat het om illegaal hout zou gaan. Indien uit die analyse blijkt dat er een hoog risico bestaat, dan worden bijkomende regels opgelegd.
Dat basisprincipe blijft in de nieuwe EUDR behouden. Wie als eerste hout op de EU markt brengt of exporteert, zal nog steeds zo’n due diligenceprocedure moeten doorlopen én een zorgvuldigheidsverklaring moeten opstellen. De EUDR voert wel een nieuwe verplichting in ten opzichte van de EUTR: de importeurs zullen onder de EUDR ook de geografische coördinaten moeten verzamelen van de stukken grond waarop hun grondstoffen worden geproduceerd (geolocalisatie).
De zorgvuldigheidsverklaring (due diligence statement) zal dan samen met het referentienummer moeten doorgegeven worden aan de volgende klanten in de keten.
Referentienummer grootste wijziging
Voor de meeste schrijnwerkers, meubelmakers en parketplaatsers zullen de gevolgen van de nieuwe regelgeving dus beperkt zijn. Wanneer ze hout aankopen bij een verkoper uit de EU, zullen ze het referentienummer van het aangekochte lot hout moeten opvragen en bewaren, zodat zij de herkomst van hun hout kunnen aantonen.
Indien je als vakman in onderaanneming werkt, zal je ook het referentienummer van het gebruikte hout aan je hoofdaannemer moeten kunnen doorgeven.
De verplichtingen voor houthandelaren en ondernemers die hout voor het eerst op de EU op de markt willen brengen, zijn wel een stuk strenger en complexer. Aangezien deze regels niet van toepassing zijn op het merendeel van de aannemers, bespreken we ze niet in dit artikel.
Wat bij niet-naleving?
De EUDR niet naleven, kan zware gevolgen hebben. Ondernemingen riskeren enerzijds boetes, die kunnen oplopen tot 4 % van hun jaaromzet, andere mogelijke sancties zijn inbeslagname van producten, uitsluiting van openbare aanbestedingen en schrapping van eventuele overheidsfinanciering.

Timing
Normaal gezien zou de EUDR eind 2024 in werking treden, maar de Europese Commissie heeft in de laatste weken van 2024 een uitstel goedgekeurd. Daardoor zullen de nieuwe regels pas in werking treden op 31 december 2025.
Hout onder vergrootglas
Dat uitstel zal mogelijk wel gevolgen hebben voor de houtsector. De inspectiediensten hebben het afgelopen jaar al extra inspecteurs ingelijfd zich voor te bereiden op de EUDR. Normaal gezien moesten vanaf 2025 immers ook de import van producten als rubber, rundvlees, cacao, koffie, palmolie en soja én de producten die van deze grondstoffen zijn afgeleid, gecontroleerd worden. Het aantal bevoegde inspecteurs is daardoor in België in de voorbije maanden ongeveer verdrievoudigd.
Door het uitstel zullen deze inspecteurs tot eind 2025 enkel de EUTR kunnen en mogen controleren. Wellicht zullen bedrijven die hout en houten producten voor het eerst op de EU markt brengen, dus in 2025 een veel grotere kans lopen om een inspecteur over de vloer te krijgen.