trombocyten labwaarden 53
Wat is een trombocytopenie? We spreken van een trombocytopenie als het aantal bloedplaatjes lager is dan 150 x 10(9)/liter. Pas wanneer de waarde onder de 50 x 10(9)/liter daalt, ontstaan er verschijnselen (zie onder kopje Symptomen) en wordt gesproken van een symptomatische/ernstige trombocytopenie. Oorzaken Verminderde aanmaak door - toxische stoffen en geneesmiddelen: overmatig alcoholgebruik, cytostatica, antibiotica - ioniserende straling - infecties - infiltratie van het beenmerg: leukemie, lymfomen, myelofibrose - deficiënties: vitamine B12-deficiëntie, foliumzuurdeficiëntie, hypothyreoïdie Te grote afbraak door - ITP (ideopatische trombocytopenische purpura) en TTP (trombotische trombocytopenische purpura) - auto-immuunziekten - overgevoeligheid voor geneesmiddelen, bacteriën, virussen, bloedgroepantigenen - verhoogd verbruik bij koorts - splenomegalie (zoals bij de ziekte van Pfeiffer) - combinatie van bovengenoemde factoren Bij mevrouw Stellen is dus sprake van een trombocytopenie als gevolg van chemotherapie. Door de beenmergdepressie is haar bloedbeeld verlaagd.
Symptomen Niet-ernstige symptomen - Puntbloedingen (petechiën) - Blauwe plekken - Slijmvliesbloedingen (neus, tandvlees) Ernstige symptomen - Bloedingen in het maag-darmkanaal - Nier- of urinewegbloeding - Vaginaal bloedverlies - Bloedingen in het centraal zenuwstelsel Behandeling - Afhankelijk van de ernst en de oorzaak van de trombocytopenie kan een behandeling gestart worden. - In noodsituaties zal de patiënt in elk geval een trombocytentransfusie krijgen. - Bij een voorbijgaande trombocytopenie (bijvoorbeeld bij beenmergdepressie na een chemokuur) zal de patiënt tijdens deze periode profylactisch trombocytentransfusies krijgen als de trombocyten <10 x 10(9)/liter zijn, of als sprake is van een bloeding. - Bij een trombocytopenie door medicijnen wordt waarschijnlijk de medicatie aangepast. - Bij een te snelle afbraak van de bloedplaatjes (ITP, TTP) krijgt de patiënt vaak corticosteroïden voorgeschreven. Mevrouw Stellen krijgt een trombocytentransfusie. Na de transfusie wordt bloed afgenomen om te checken of het trombocytengehalte voldoende is gestegen, en nu boven de streefwaarde van 10 x 10(9)/liter zit.
Noot
Bronnen
1 Stance Klaasse is hematologieverpleegkundige en Janneke van der Stap is leerling ic-verpleegkundige. Beiden werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Contact: c.klaasse-2@umcutrecht.nl en j.vanderstap@umcutrecht.nl.
- Bastiaanssen CA, Jochems AAF. Anatomie en fysiologie. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2002. - Hurkens KPGM, Van Pampus ECM, Bos GMJ. Trombopenie: wanneer is snel handelen geboden? Nederlands tijdschrift voor Hematologie, nr 1, pag 26-32 , 2007.
Verpleegkundige aandachtspunten - Geen intramusculaire injecties toedienen vanwege de verhoogde bloedingsneiging. - Geen NSAID’s gebruiken vanwege het effect hiervan op de bloedstolling. - Obstipatie vermijden. - Met de arts een streefwaarde van de trombocyten afspreken bij koorts, er worden dan meer trombocyten verbruikt. Wees hier ook alert op als de patiënt een invasief onderzoek moet ondergaan - zoals een punctie of bronchoscopie - of antistolling gebruikt. - De patiënt moet contactsporten vermijden vanwege de verhoogde bloedingsneiging. - De patiënt over bovenstaande aandachtspunten inlichten. - Psychosociale begeleiding bij gevoelens van angst vanwege de hoge bloedingsneiging. - Bij vrouwen: voorkomen van de menstruatie (door lynestrenolgebruik). - Alert zijn op bloedingen in het centraal zenuwstelsel. Let op verschijnselen zoals nieuw optredende hoofdpijn of neurologische uitval.
Met medewerking van: C.N. de Jong (AIOS Hematologie, UMC Utrecht)
- De Jong JTE e.a. Interne Geneeskunde. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2003. - Kluin-Nelemans JC e.a. Hematologie. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2006. - Lowenberg B e.a. Handboek Hematologie. De Tijdstroom, Utrecht, 2008.
december 2013 | nursing