/Feder

Page 46

  

productie en het verbruik van elektriciteit te handhaven (vermindering van de windsnelheid, daling van de lichtsterkte, …)? welke invloed heeft het aantal en de grootte van nieuwe centrale eenheden (400-500 MW voor de STEG-eenheden) die nu reeds zijn gepland op de dimensionering van deze reserves, in combinatie met de impact van de productie met een variabel karakter en de aangekondigde buitendienststelling van bepaalde productie-eenheden die vandaag instaan voor deze reserves? beschikt het productiepark over de nodige technische flexibiliteit om de vraagcurve in alle omstandigheden goed te kunnen volgen? zal de strikte revisieplanning van bepaalde productie-eenheden niet tot moeilijke situaties leiden gedurende bepaalde perioden van het jaar? in hoeverre is het productiepark opgewassen tegen sterke spanningsdalingen of frequentieschommelingen? Is het elektrische systeem sterk genoeg om het hoofd te bieden aan incidenten (zowel in de productie als op het net)?

Anderzijds leidt het samengaan van een groot aantal vaak minder flexibele centrale productie-eenheden, zoals kerncentrales, met een groot aantal decentrale eenheden en/of eenheden op basis van hernieuwbare energie met een sterk variabel karakter, tot een andere reeks vragen die eveneens een analyse vergen:  zal het centrale productiepark de nodige technische flexibiliteit hebben om zijn productiepeil te verlagen in het geval van een sterke stijging van het vermogen geproduceerd door de variabele eenheden? Dit in het bijzonder, tijdens periodes van laag elektriciteitsverbruik ?  hoe kan een eventuele overproductie tegenover het verbruik worden geabsorbeerd wanneer het productievolume van variabele eenheden sterk toeneemt? Deze laatste beschouwingen doen vermoeden dat een verzadiging van het systeem zal optreden waarbij tijdelijke productie-overschotten buiten de regelzone zouden moeten worden afgevoerd. Enerzijds kunnen de interconnecties worden versterkt om dit fenomeen het hoofd te bieden. Anderzijds kunnen de mogelijkheden om het centrale productiepark en in het bijzonder de kerncentrales flexibeler te maken, grondig worden geanalyseerd.

2.2.4

Anticiperen op verschillende mogelijke scenario’s, het handhaven van de bevoorradingszekerheid en de voortzetting van de integratie van de elektriciteitsmarkt

De vrijmaking van de elektriciteitsmarkt heeft geleid tot de scheiding van de transmissieen productieactiviteiten inzake elektriciteit, om een grotere concurrentie in de energiesector mogelijk te maken. Dat uit zich voor de verschillende marktspelers in een verschillende strategische aanpak. Dit gegeven in combinatie met de marktvoorschrifen die de concurrentie mogelijk maken, vergroten de onzekerheid over de toekomstige energiemix en de lokalisatie van de productie-eenheden die zullen worden gebouwd of buiten gebruik gesteld. Wat de transmissienetbeheerder betreft, komen deze onzekerheden tot uiting in de onduidelijkheid over de buitengebruikstelling van productie-eenheden:  Het Technisch Reglement legt de producenten op, dat zij de buitengebruikstelling van eenheden ten laatste 12 maanden op voorhand28 bekendmaken; dit is een termijn die

28 Overeenkomstig artikel 38 van het Koninklijk Besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet voor elektriciteit en de toegang ertoe, geeft de netgebruiker die het voornemen

46

Federaal ontwikkelingsplan 2010 – 2020

15 september 2010


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.