/federaal-ontwikkelings

Page 52

wordt geraamd in bepaalde beschikbare studies, waaronder het verslag van de Commissie AMPERE. De “lage” variant steunt op een minder snel evolutieschema dan het schema waarin de gewestelijke doelstellingen ter zake voorzien. Volgens het basisidee zou de naleving van de doelstellingen die de gewesten hebben vastgesteld voor de periodes die zij hebben bepaald de invoering vergen van bijkomende ondersteuningsmaatregelen.

Investeringsvarianten in hernieuwbare energiebronnen Hernieuwbare energiebronnen zijn een verzamelbegrip voor alle energie, die uit andere bronnen dan fossiele brandstoffen wordt opgewekt, met uitzondering van de kernenergie. Het Indicatief Programma van de Productiemiddelen beperkt het ontwikkelingspotentieel aan hernieuwbare energiebronnen in België tot de productie van windenergie en de valorisatie van biomassa, overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie AMPERE26. De met de “hoge” variant verbonden waarden stemmen op nationaal niveau overeen met de doelstellingen die Vlaanderen en Wallonië voor 2010 hebben vooropgesteld. Tegen 2019 leiden de hierboven beschreven hypotheses ertoe rekening te houden met een totaal aan energie geproduceerd door de decentrale hernieuwbare energiebronnen van ongeveer 8,2 TWh. De “lage” variant voorziet een productie van de hernieuwbare energiebronnen van 4,6 TWh tegen 2019.

Investeringsvarianten in warmtekrachtkoppeling Het principe van de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit bestaat erin de energie-inhoud van de brandstof optimaal te benutten om zowel een vereiste hoeveelheid warmte op te wekken aan een gegeven temperatuur als een maximale hoeveelheid elektrische energie. De exploitatie van warmtekrachtkoppelingseenheden wordt gestuurd door de warmtevraag. Bijgevolg is de geproduceerde elektrische energie in principe, behoudens bijzondere bepalingen, niet gestuurd door het elektriciteitsverbruik. De met de “hoge” variant verbonden waarden, stemmen op nationaal niveau overeen met de doelstellingen die Vlaanderen en Wallonië voor 2010 hebben vooropgesteld. Tegen 2019 leiden de hierboven beschreven hypotheses ertoe rekening te houden met een totaal aan energie geproduceerd door de warmtekrachtkoppelingseenheden van ongeveer 17,6 TWh. De “lage” variant voorziet een productie van de warmtekrachtkoppelingseenheden van 11,6 TWh tegen 2019.

26

Het AMPERE-verslag gaat ervan uit dat de overige hernieuwbare energiebronnen, d.w.z. waterkracht, fotovoltaïsche cellen, aardwarmte, getijdenenergie, alsook alternatieve energiebronnen (waterstof omgezet in brandstofcellen) in de loop van de komende twintig jaar slechts een marginale ontwikkeling zullen kennen. Het verslag kan worden geraadpleegd op de website http://mineco.fgov.be

52

Ontwikkelingsplan 2005 – 2012


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.