/AR_EL

Page 1

Lijst van afkortingen

www.elia.be

Inhoudstafel een verantwoordelijke onderneming ten dienste van de klanten en de gemeenschap

Zetel van de vennootschap Elia Keizerslaan, 20, B-1000 Brussel T +32 2 546 70 11 - F +32 2 546 70 10 info@elia.be Association pour la Promotion des Energies Renouvelables

BBEMG

Belgian BioElectroMagnetic Group

BREEAM

BRE Environmental Assessment Method

BRUGEL

Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CREG

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

CWAPE

Commission Wallonne pour l’Energie

ICEDD

Institut de Conseil et d’Etudes pour le Développement Durable

ICNIRP

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection

OVAM

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

VREG

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Electriciteits- en Gasmarkt

CWE

Central Western Europe

ENTSO-E

European Network of Transmission System Operators for Electricity

EMF

Elektromagnetische velden

GIS

Gas insulated switch gear

KB

Koninklijk Besluit

PBM

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

PCB

Polychloorbifenyl

REG

Rationeel energiegebruik

Contactpersonen Eva Suls, T +32 2 546 73 78 Axelle Pollet, T +32 2 546 75 11

JAARVERSLAG 2010

Concept en eindredactie Elia, departement Communicatie Grafische vormgeving en drukbegeleid www.witvrouwen.be Illustraties Renaud Collin Foto’s Elia Olivier Polet, Alain Schroeder, Guy Van Hooveld, Fototheek Elia Foto’s 50Hertz Jan Pauls, Andreas Teich, 50Hertz Library Verantwoordelijke uitgever Jacques Vandermeiren

kWh

Kilowattuur

Ce document est également disponible en français. This document is also available in English. Dieses Dokument ist auch auf Deutsch verfügbar.

MW

Megawatt

April 2011

MWh

Megawattuur (=1.000 kWh)

gWh

Gigawattuur (=1.000 MWh)

kV

Kilovolt (=1.000 Volt)

EXECUTIVE REPORT Voorwoord* Profiel en waarden Markante feiten in 2010* Vooruitzichten en uitdagingen voor 2011* De Elia groep in 2010: een strategische wending Het aandeel van Elia in 2010

2 4 6 10 12 14

ECONOMISCH VERSLAG Netexploitatie Infrastructuur Investeringen Het Elia-net in België Het net van 50Hertz Transmission in Duitsland Internationale projecten Onderhoud van het net Werking van de markt Preventief beheer van kritieke situaties op het net De toekomst voorbereiden: onderzoek & ontwikkeling*

24 30 31 32 35 36 39 41 46 49

MILIEUVERSLAG Milieudoelstellingen en -indicatoren

57

SOCIAAL VERSLAG Personeelsbeleid Veiligheid en welzijn van de werknemers Relaties met stakeholders

71 76 81

CORPORATE GOVERNANCE Samenstelling bestuursorganen* Belangrijke gebeurtenissen in 2010* Gedragscode* Vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité* Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen* Beschrijving van de risico’s en onzekerheden waarmee de onderneming wordt geconfronteerd*

ELIA JAARVERSLAG 2010

APERe

FINANCIEEL VERSLAG Geconsolideerde jaarrekening IFRS* Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening* Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening Regelgeving en tarieven* Informatie met betrekking tot de moedervennootschap* GRI index Reportingparameters

86 91 95 96 100 102

108 113 152 154 158 161 164

*Deze hoofdstukken vormen het jaarverslag cf. artikel 119 Wetboek van vennootschappen


Lijst van afkortingen

www.elia.be

Inhoudstafel een verantwoordelijke onderneming ten dienste van de klanten en de gemeenschap

Zetel van de vennootschap Elia Keizerslaan, 20, B-1000 Brussel T +32 2 546 70 11 - F +32 2 546 70 10 info@elia.be Association pour la Promotion des Energies Renouvelables

BBEMG

Belgian BioElectroMagnetic Group

BREEAM

BRE Environmental Assessment Method

BRUGEL

Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CREG

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

CWAPE

Commission Wallonne pour l’Energie

ICEDD

Institut de Conseil et d’Etudes pour le Développement Durable

ICNIRP

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection

OVAM

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

VREG

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Electriciteits- en Gasmarkt

CWE

Central Western Europe

ENTSO-E

European Network of Transmission System Operators for Electricity

EMF

Elektromagnetische velden

GIS

Gas insulated switch gear

KB

Koninklijk Besluit

PBM

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

PCB

Polychloorbifenyl

REG

Rationeel energiegebruik

Contactpersonen Eva Suls, T +32 2 546 73 78 Axelle Pollet, T +32 2 546 75 11

JAARVERSLAG 2010

Concept en eindredactie Elia, departement Communicatie Grafische vormgeving en drukbegeleid www.witvrouwen.be Illustraties Renaud Collin Foto’s Elia Olivier Polet, Alain Schroeder, Guy Van Hooveld, Fototheek Elia Foto’s 50Hertz Jan Pauls, Andreas Teich, 50Hertz Library Verantwoordelijke uitgever Jacques Vandermeiren

kWh

Kilowattuur

Ce document est également disponible en français. This document is also available in English. Dieses Dokument ist auch auf Deutsch verfügbar.

MW

Megawatt

April 2011

MWh

Megawattuur (=1.000 kWh)

gWh

Gigawattuur (=1.000 MWh)

kV

Kilovolt (=1.000 Volt)

EXECUTIVE REPORT Voorwoord* Profiel en waarden Markante feiten in 2010* Vooruitzichten en uitdagingen voor 2011* De Elia groep in 2010: een strategische wending Het aandeel van Elia in 2010

2 4 6 10 12 14

ECONOMISCH VERSLAG Netexploitatie Infrastructuur Investeringen Het Elia-net in België Het net van 50Hertz Transmission in Duitsland Internationale projecten Onderhoud van het net Werking van de markt Preventief beheer van kritieke situaties op het net De toekomst voorbereiden: onderzoek & ontwikkeling*

24 30 31 32 35 36 39 41 46 49

MILIEUVERSLAG Milieudoelstellingen en -indicatoren

57

SOCIAAL VERSLAG Personeelsbeleid Veiligheid en welzijn van de werknemers Relaties met stakeholders

71 76 81

CORPORATE GOVERNANCE Samenstelling bestuursorganen* Belangrijke gebeurtenissen in 2010* Gedragscode* Vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité* Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen* Beschrijving van de risico’s en onzekerheden waarmee de onderneming wordt geconfronteerd*

ELIA JAARVERSLAG 2010

APERe

FINANCIEEL VERSLAG Geconsolideerde jaarrekening IFRS* Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening* Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening Regelgeving en tarieven* Informatie met betrekking tot de moedervennootschap* GRI index Reportingparameters

86 91 95 96 100 102

108 113 152 154 158 161 164

*Deze hoofdstukken vormen het jaarverslag cf. artikel 119 Wetboek van vennootschappen


Denmark

Energinet.dk Denmark

SchleswigHolstein

Legend

Rostock

Switching Station (in large part with transition to distribution system operators) 220 kV

GĂźstrow

Hamburg

Schwerin

Neubrandenburg

380 kV

MecklenburgWestern-Pomerania

380 kV planned / under construction 380 / 220 kV Other companies line

380 kV

line planned / under construction

380 kV

line

220 kV

Operating voltage ( kV ) Other companies

Situation au Stand op

1-1-2011

Brandenburg

Lower Saxony SaxonyAnhalt

Berlin

110

220

380 / 220 kV

HVDC/DC link

400 kV

Grid connection offshore under construction

150 kV

110

380+220

Magdeburg

System users : Our customers include the regional distribution system operators as well as power plants, pump storage plants, wind farms and big industry connected to the transmission system.

Cottbus

Halle

Leipzig

110

Saxony

under construction

Legend

Pump storage plant

Dresden Weimar

Switching Station (in large part with tranErfurt sition to distribution system operators)

Wind power plant onshore / offshore planned / under construction

Frankfurt (Oder)

Potsdam

TenneT

Conventional power plant ( lignite- or hard-coal fired, nuclear or gas turbine power plant )

Eisenach

Hesse

Jena

Gera

220 kV

Chemnitz

Thuringia 380 kV

Zwickau

380 kV planned / under construction

ˇ EPS C Czech Republic

380 / 220 kV Other companies

Bavaria

Netwerk Elia

PSE Operator Poland

line

380 kV

line planned / under construction

380 kV

TenneT Netwerk 50Hertz


over dit verslag Een Europese groep ten dienste van zijn klanten en de gemeenschap De Elia groep vervult via zijn activiteiten van transmissienet­ beheerder voor elektriciteit in België en in Duitsland een taak van openbare dienstverlening ten aanzien van zijn klanten en de gehele gemeenschap. Dat is een opdracht op lange termijn: de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening vrijwaren, het evenwicht tussen vraag en aanbod op ieder ogenblik in stand houden en onze infrastructuur aanpassen om de ontwikke­ ling van een betrouwbaar en performant elektrisch systeem mogelijk te maken in overeenstemming met het huidige en het toekomstige energie- en milieubeleid. Op een moment waarop de cruciale rol van de transmissienet­ beheerders voor elektriciteit met betrekking tot de omzetting van het energie- en milieubeleid op Europees niveau wordt erkend, profileert de Elia groep zich meer dan ooit tevoren als een maatschappelijk verantwoorde onderneming die streeft naar een optimaal evenwicht tussen rendabiliteit (wat noodza­ kelijk is met het oog op onze investeringen en het innovatiever­ mogen dat de groep in de toekomst zal moeten ontplooien), onze planeet (om de negatieve gevolgen voor het natuurlijke leefmilieu zoveel mogelijk te beperken) en de mens (werkne­ mers, onderaannemers, omwonenden van onze installaties, klanten en de volledige gemeenschap, meer bepaald de stake­ holders van onze activiteiten). Deze drie pijlers – de mens, de planeet en de rendabili­ teit – staan centraal in het beleid van elke maatschappelijk verantwoorde onderneming. Bij de Elia groep uit dat zich in zijn gedrevenheid om een actieve rol te spelen in de energieuit­ dagingen van de 21ste eeuw. Dit gebeurt door te luisteren naar

en de dialoog aan te gaan met onze klanten, met politieke besluitvormers en reguleringsinstanties, verenigingen en de gemeenschap als geheel. In dit jaarverslag 2010 wordt de balans opgemaakt van de acties die op het niveau van de groep in België en in Duitsland werden ondernomen om bij te dragen tot de zekerheid van de elektriciteitsbe­ voorrading, het concurrentievermogen van onze ondernemingen en het welzijn van de burgers te verbeteren, de strijd tegen de klimaatverandering aan te gaan, en tegelijk een billijke vergoeding voor onze aandeelhouders te waarborgen. In 2009 hebben we er voor het eerst voor een aanpak volgens het Global Reporting Initiative (GRI) geopteerd, om duidelijkheid en transparantie te verzekeren. Met het jaarverslag 2010 geven wij dit engagement concrete vorm, met de bedoeling dat het aan de vereisten van niveau C van de metho­ dologie beantwoordt. En wij zijn vasberaden de volgende jaren nog een stap verder te gaan!


2 + 3 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur De transmissienetbeheerders voor elektriciteit heb­ ben een essentieel aandeel in de totstandkoming van het energielandschap van de volgende decen­ nia. Volgens Europees commissaris voor Energie, Günther Oettinger, kunnen “de door Europa vast­ gestelde doelstellingen onmogelijk worden bereikt zonder infrastructuur”. Met het oog hierop heeft hij aangekondigd dat er een bedrag van 200 miljard euro zal worden vrijgemaakt voor investeringen, met name in de verdere ontwikkeling van de infrastruc­ tuur voor een transmissienet in de Noordzee, zodat de elektriciteit die door offshore windmolenparken wordt geproduceerd tot bij de verbruiker kan worden gebracht. Daarnaast zullen de investeringsmiddelen worden gebruikt om de interconnecties in ZuidWest-Europa te versterken, teneinde wind-, zonneen waterkrachtenergie naar de andere delen van het continent te vervoeren. Elia is zich ten volle bewust van deze uitdagingen en heeft in 2010 twee belangrijke initiatieven genomen. De onderneming heeft niet alleen een participatie van 60% verworven in de Duitse netbeheerder 50Hertz Transmission, maar heeft ook een 20% participatie genomen in de beurs APX-Belpex-Endex, na de overdracht van de Belgische energiebeurs aan APXEndex. Voor deze transacties kon het directiecomité rekenen op de actieve steun van de raad van bestuur en van de publieke aandeelhouders, die opnieuw hebben bevestigd dat ze wensen bij te dragen tot de ontwikkeling van de netten, in België en in Europa. Zo hebben ze de onderneming de middelen gegeven om haar plaats in Europa te versterken – een plaats die ze geleidelijk heeft verworven door haar expertise en knowhow. Ook de financiële markten waren deze overtuiging toegedaan. Dat blijkt uit de succesvolle

kapitaalverhoging die gekenmerkt wordt door een bevestiging van het vertrouwen van de bestaande aandeelhouders. Elia heeft in 2010 een ingrijpende gedaanteverandering onder­ gaan met het vertrek van Electrabel – GDF-Suez als aandeel­ houder – een logisch gevolg van de evolutie van de Europese regelgeving, met het opvoeren van de participatie van Publi-T in Elia en het verwerven van een 60% participatie door Elia in 50Hertz Transmission. De groep beschikt vandaag over de nodige middelen om zijn ambities ten aanzien van zijn klanten en de gemeenschap waar te maken, overeenkomstig zijn mission statement: het creëren van win-winsituaties en het ontwikkelen van de Europese elektri­ citeitsmarkt op betrouwbare, duurzame en efficiënte wijze. Dat heeft de Elia groep in 2010 gedaan, zowel op het vlak van zijn dagelijkse activiteiten door dag in dag uit één van de hoog­ ste niveaus van bevoorradingszekerheid in Europa te garande­ ren, én ook via grootschalige projecten, zoals de overname van 50Hertz uiteraard, maar ook het verankeren van de Belgische energiebeurs in de groep APX-Belpex-Endex en het leveren van een essentiële bijdrage aan de uitbreiding van de marktkoppe­ ling met negen landen uit Centraal-West- en Noord-Europa. De Elia groep is klaar om nieuwe uitdagingen aan te gaan, zoals de massale integratie van hernieuwbare energiebronnen in zijn netten, de uitbreiding van de marktkoppeling met de intraday­ markt of de voorbereiding van de nieuwe tariefperiode 20122015!

Luc Van Nevel, Voorzitter van de Raad van bestuur


voorwoord van de voorzitter van het directiecomité Wij zullen 2010 herinneren als een jaar met een aan­ tal markante gebeurtenissen voor onze onderneming! Zoals de windhoos die op 14 juli over België raasde: het personeel van Elia heeft toen zijn goede naam eer aangedaan door in enkele uren tijd de elektrici­ teitsbevoorrading in de getroffen gebieden te herstel­ len. Eveneens opmerkelijk zijn de publicatie van het Federaal Ontwikkelingsplan voor het net volgens het nieuwe concept, de voorstelling van het project Stevin voor de versterking van de bevoorradingsze­ kerheid in West-Vlaanderen en voor de aansluiting van de tweede fase van grote windmolenparken op zee en de succesvolle start van de marktkoppeling met 9 landen uit Centraal-West-Europa en Scandi­ navië… zonder de overname van 50Hertz Transmis­ sion te vergeten, of de overdracht van Belpex met de verwerving van een participatie in APX-Endex, de terugtrekking van de historische aandeelhouder uit het bedrijfskapitaal en de kapitaalverhoging die eruit voortvloeide! Tegelijkertijd heeft Elia, binnen de vooropgestelde termijnen, voor zijn klanten, de studies, aansluitin­ gen of netversterkingen gerealiseerd die zij nodig hebben voor hun activiteiten. Daarnaast heeft Elia zijn investeringsplannen en zijn onderhouds- en ver­ vangingsbeleid uitgevoerd -met inachtneming van de veiligheid van het personeel, want in 2010 hebben we op dit gebied het beste resultaat ooit geboekt. Deze aaneenschakeling van mooie prestaties en succes­sen is het resultaat van de professionele aanpak van het personeel van de Elia groep, van zijn wil om als een (h)echt team op te treden, van zijn motivatie en passie voor onze opdracht van open­ bare dienstverlening, met name een heel jaar lang zonder onderbreking elektriciteit te leveren, ongeacht de omstandigheden!

Dankzij hun gedrevenheid is Elia uitgegroeid tot een transmissie­ netbeheerder van Europees formaat, die door zijn collega-netbe­ heerders wordt erkend en naar wie aandachtig wordt geluisterd in de kring van spelers op de Europese elektriciteitsmarkt. Deze voortrekkersrol blijkt uit talrijke acties, in eigen land en op Euro­ pees niveau, om bij tot dragen tot een efficiëntie en betrouwbare interne elektriciteitsmarkt en het geharmoniseerde beheer van de nationale transmissienetten te vergemakkelijken. Door te anticiperen op de ontwikkelingen van het Europese elektri­ sche systeem en door er actief toe bij te dragen kan de Elia groep zijn Belgische en Duitse klanten toegang bieden tot een zo breed en divers mogelijke elektriciteitsmarkt. Door het groter wordende aandeel van hernieuwbare energie zal het in de toekomst zaak zijn nationale transmissienetten als één groot Europees net te beheren. Onze participatie in 50Hertz Transmission geeft ons de mogelijkheid om het verloop van deze gebeurtenissen te beïnvloe­ den, in het voordeel van onze klanten en van de Belgische en de Duitse samenleving. Vanuit aandeelhoudersperspectief heeft onze Europese aanpak ons niet alleen in staat gesteld om het wetgevende en regulatoire risico te diversifiëren, maar ook om nieuwe bronnen van organi­ sche groei aan te boren die in de lijn liggen van ons risicoprofiel. Het feit dat de aandeelhouders hun vertrouwen in de onderneming bij de kapitaalverhoging in juni hebben vernieuwd, bevestigt dat we de juiste keuzes hebben gemaakt en dat onze visie op de ontwikkeling van de onderneming op veel bijval kan rekenen. Dat is de rol die we in de loop van de volgende jaren verder willen ontwikkelen voor onze klanten, onze personeelsleden en onze aandeelhouders. Dat is de ambitie die we met vereende krachten willen waarmaken!

Daniel Dobbeni, Voorzitter van het directiecomité


4 + 5 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

Elia Group Business Development Research & Development

Elia Transmission

50Hertz Transmission

profiel De Elia groep is opgebouwd rond twee belangrijke pijlers: Elia in België en 50Hertz Transmission in Duitsland, twee transmissienetbeheerders voor elektriciteit. Elia, de beheerder van het transmissienet voor elektriciteit in België, is op federaal niveau houder van de licenties voor het net van 380 kV tot 150 kV en in de drie gewesten van het land voor de netten van 70 kV tot 30 kV. 50Hertz Transmission, een van de vier Duitse transmissienetbeheerders (actief in Noord- en Oost-Duitsland), is voor 60% in het bezit van Elia. De overige 40% zijn in handen van Industry Fund Management (IFM). De overname werd in mei 2010 afgerond na goedkeuring door de Europese autoriteiten. Dankzij deze transactie heeft de Elia groep een plaats verworven in de top 5 van transmissienet­ beheerders voor elektriciteit in Europa. Door zijn acties vervult de Elia groep in termen van onafhan­ kelijkheid een voorbeeldfunctie als motor voor de ontwikkeling van de Europese markt. Daarnaast onderscheidt de groep zich in positieve zin door zijn engagement om de bevoorradingszekerheid van elektriciteit te garanderen, alsook door zijn bijdrage aan de integratie van energie die op basis van her­ nieuwbare energiebronnen wordt geproduceerd. De groep handelt als één wettelijke entiteit onder de naam Elia System Operator, een beursgenoteerde onderneming (met een free float van 52,10%) waarvan de gemeentelijke holding Publi-T de referentieaandeelhouder is. De groep heeft in het

totaal nagenoeg 1.800 werknemers in dienst en draagt bij tot de bevoorradingszekerheid van elektriciteit van bijna 30 miljoen burgers in België en in Duitsland. De voornaamste taak van de Elia groep bestaat erin te waken over de veilige en betrouwbare transmissie van de door de pro­ ductie-eenheden geproduceerde elektriciteit naar de verbrui­ kers die zijn aangesloten op zijn netten in België en in Duitsland (distributienetbeheerders en industriële grootverbruikers). Door zijn strategische ligging op een punt waar de elektrici­ teitsmarkten van West-, Oost- en Noord-Europa samenko­ men, moet de Elia groep voortdurend toezien op het veilige beheer van de invoer, de uitvoer en de transits van elektrische energie op zijn netten in België en in Duitsland. De groep speelt eveneens een cruciale rol in de totstandkoming van een echte elektriciteitsmarkt in Europa, met name door zijn rechtstreekse en onrechtstreekse participatie in de beurzen APX-BelpexEndex en EPEX. De Elia groep biedt zijn klanten en de gemeenschap ook een waaier van diensten aan, waaronder consultancy- en enginee­ ringactiviteiten voor bedrijven. De zorg voor het milieu en de ondersteuning van het beleid inzake duurzame ontwikkeling dat op Europees, nationaal en regionaal niveau wordt uitgewerkt, maken deel uit van bedrijfs­ strategie. Verder tracht de groep de verschillende stakeholders bij zijn activiteiten op nationaal en Europees niveau te betrekken. De Elia groep past de corporate governance regels toe en voert de bepalingen uit van de corporate governance code die van toepassing zijn op beursgenoteerde ondernemingen. Elia System Operator is sinds juni 2005 genoteerd op de gere­ glementeerde markt van Euronext Brussel.


waarden “Wij zijn een team van professionals met de ambitie om winwinsituaties te creëren voor onze klanten en de gemeenschap en de Europese elektriciteitsmarkt te ontwikkelen op betrouw­ bare, duurzame en efficiënte wijze.” Zo luidt het “mission statement” dat in 2008 door Elia is op­ gesteld om aan elkeen binnen de onderneming een duidelijk beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen, alsook van de prioriteiten bij het aanwenden van onze human resour­ ces en financiële middelen. Het mission statement plaatst de activiteiten van de groep in de context van zijn openbare dienstverleningsopdracht ten aanzien van zijn klanten, de economie en de gemeenschap als geheel. In dit verband heeft Elia zijn activiteiten in Europa in 2010 verder uitgebreid, met de overname van de Duitse transmissie­ netbeheerder 50Hertz Transmission. Elia heeft het mission statement vertaald in een aantal onder­ nemingswaarden. Deze waarden zijn bepalend en van prioritair belang voor de wijze waarop de werknemers van de onderne­ ming hun activiteiten uitoefenen en ontwikkelen, zowel binnen de onderneming als tegenover de buitenwereld: ondernemend, integer, empathisch en verantwoordelijk.


6 + 7 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

markante feiten in 2010 Sociaal

Milieu

29 JANUARI: NIEUWE JOBSITE ONLINE

23 MAART: LANCERING VAN FRIENDS OF THE SUPERGRID

Elia is voortdurend op zoek naar talent met verschil­ lende profielen. Om hun aandacht te vestigen op de brede waaier van carrièremogelijkheden binnen onze onderneming lanceert Elia een volwaardige en aantrekkelijke “jobsite” die ook een tool bevat om online te solliciteren.

Friends of the Supergrid bestaat uit verschillende industriële bedrijven, waaronder Elia, die hun krachten hebben gebundeld om een sociale, politieke en regulatoire basis uit te werken voor een toekomstig net op zee. De lancering van de vereniging vindt plaats op 23 maart in de hoofdzetel van Elia in Brussel.

Economisch

Milieu

12 MAART: AKKOORD OVER DE OVERNAME VAN 50HERTZ TRANSMISSION

13 APRIL: EWIS STELT EINDVERSLAG VOOR

Elia, zijn financiële partner Industry Fund Manage­ ment (IFM) en de verkoper Vattenfall Europe maken bekend dat ze een akkoord hebben ondertekend over de overname door Elia en IFM van de Duitse transmissienetbeheerder voor elektriciteit 50Hertz Transmission.

Het consortium EWIS (“European Wind Integration Study”), een initiatief van de Europese transmissienetbeheerders in samen­ werking met de Europese Commissie, presenteert na twee jaar onderzoek de resultaten van zijn studie over de grootschalige integratie van windenergie in de elektriciteitsnetten. Hubert Lemmens, Chief Innovation Officer van Elia, stond in voor de coördinatie van dit project.

Economisch

Economisch

22 MAART: INHULDIGING VAN HET NIEUWE NATIONALE CONTROLECENTRUM

19 APRIL: VERANKERING VAN BELPEX IN APX-ENDEX

Het nieuwe nationale controlecentrum van Elia, het zenuwcentrum van het beheer van het transmis­ sienet voor elektriciteit, wordt officieel geopend. Het gebouw, dat volgens innoverende en geavanceerde technologieën op het vlak van milieubeheer en duurzame ontwikkeling is ontworpen, werd door het Brusselse Instituut voor Milieubeheer (BIM) met de titel “Voorbeeldgebouw” bekroond.

Elia en TenneT maken bekend dat ze hun respectieve partici­ paties in de Belgische energiebeurs Belpex overdragen aan APX-Endex. Elia verwerft tegelijkertijd een participatie van 20% in het kapitaal van de groep APX-Belpex-Endex. Deze integratie vormt een nieuwe belangrijke stap op weg naar een geïntegreerde elektriciteitsmarkt in Noord-West-Europa.


Van links naar rechts: Jobsite online – Overname van 50Hertz Transmission – Inhuldiging van het nationaal controlecentrum in aanwezigheid van de minister voor Milieu en Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Lancering van Friends of the Supergrid.

Milieu

Economisch

27 APRIL: ELIA TREEDT TOE TOT HET RENEWABLES GRID INITIATIVE

19 MEI: 50HERTZ WORDT ONDERDEEL VAN DE ELIA GROEP

Elia en zijn collega’s RTE, National Grid en Swissgrid ­vervoegen het “Renewables Grid Initiative”. Deze organisatie wil de toe­ name van de productie van elektriciteit op basis van hernieuw­ bare energiebronnen bevorderen en de transmissiecapaciteit die nodig is voor de ontwikkeling ervan uitbreiden. Bij dit pro­ ject zijn ook niet-gouvernementele organisaties als het World Wildlife Fund en Germanwatch betrokken.

IFM en Elia nemen een participatie van respectie­ velijk 40% en 60% in 50Hertz, via hun dochteron­ derneming Eurogrid International die gevestigd is in Brussel. Elia krijgt ook de operationele controle in handen. De Elia groep verwerft hiermee een plaats in de top 5 van de transmissienetbeheerders voor elektriciteit in Europa.

Bestuurlijk

Milieu

11 MEI: GEWIJZIGDE SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN ELIA

18 MEI: TWENTIES OP KRUISSNELHEID

Als gevolg van de overdracht door Electrabel van 12,5% van het kapitaal van Elia aan Publi-T dienen de bestuurders die Electrabel vertegenwoordigden hun ontslag in. Zij worden vervangen door drie nieuwe bestuursters: Jennifer Debatisse, Dominique Offergeld en Leen Van den Neste. Luc Van Nevel, onafhankelijk bestuurder, volgt Ronnie Belmans op als voorzitter van de raad van bestuur.

Bestuurlijk

De Europese Unie lanceert het project Twenties, dat gericht is op het beproeven en implementeren van nieuwe technologieën voor een veilige en efficiënte integratie van de productie van windenergie in het Europese transmissienet. Aan het project werken 26 partners mee, waaronder ook de Elia groep.

Economisch 22 JUNI: SUCCESVOLLE KAPITAALVERHOGING

18 MEI: ELECTRABEL / GDF-SUEZ TREKT ZICH TERUG ALS AANDEELHOUDER VAN ELIA

Als gevolg van de evolutie van de markt en met name van de bepalingen van het door Europa aangenomen derde pakket maatregelen voor de oprichting van een interne elektriciteits­ markt, trekt Electrabel / GDF-Suez zich terug uit het kapitaal van Elia door de verkoop van zijn participatie aan institutionele investeerders. De free float van het Elia-aandeel wordt hiermee op 52,10% gebracht.

De kapitaalverhoging die Elia heeft georganiseerd om een participatie van 60% in de Duitse transmis­ sienetbeheerder 50Hertz Transmission te financie­ ren, is volledig onderschreven. De nieuwe aandelen worden op 25 juni voor het eerst genoteerd.


8 + 9 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

Economisch

Sociaal

25 JUNI: INHULDIGING VAN DE VERSTERKING AUBANGE-MOULAINE

1 SEPTEMBER: OPLEIDINGSCENTRUM VOOR 50HERTZ TRANSMISSION

De interconnectie tussen Aubange (België) en Moulaine (Frankrijk) werd uitgerust met een tweede draadstel op 220 kV. Dankzij het gebruik van hoogperformante geleiders kon de transmissiecapaciteit meer dan verdubbeld worden, van 300 MW naar 800 MW. De officiële inhuldiging vindt plaats in het hoogspanningsstation te Moulaine in aanwezigheid van Dominique Maillard, voorzitter van het Directiecomité van RTE, en Daniel Dobbeni, CEO van Elia.

50Hertz Transmission en de Technische Universiteit Brandenburg te Cottbus, in de buurt van Berlijn, bekrachtigen de oprichting van een opleidingscen­ trum voor de specialisten van het controlecentrum die instaan voor het operationele beheer van het net van 50Hertz Transmission.

Sociaal

11 OKTOBER: OP WEG NAAR BALTIC 2

13 JULI: BELGISCHE TRANSMISSIETARIEVEN BEHOREN TOT DE LAAGSTE IN EUROPA

ENTSO-E publiceert een overzicht van de transmissietarieven voor 2009 en 2010 in meer dan 30 Europese landen. Deze stu­ die, die door de werkgroep “Economisch kader” van ENTSO-E werd uitgevoerd, toont duidelijk aan dat de tarieven van de transmissienetbeheerder Elia tot de laagste in Europa behoren. 14 JULI: STORMWEER TREFT OOK HET HOOGSPANNINGSNET VAN ELIA

Het hoogspanningsnet wordt niet ontzien door de windhozen die in alle hevigheid over ons land razen. De 380 kV-intercon­ nectie Achêne-Lonny en één van de drie verbindingen die de ondersteunende diensten van de kerncentrale van Tihange van stroom voorzien, delen in de klappen. De teams van Elia zijn in de nacht van 14 op 15 juli tot laat in de weer om de situatie te verhelpen. Half augustus wordt er een noodlijn geïnstalleerd en starten de werken om alles in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Deze werkzaamheden zullen waarschijnlijk tegen het einde van het eerste semester van 2011 klaar zijn.

Milieu 50Hertz Offshore, een dochteronderneming van 50Hertz Transmission, sluit een contract met Gene­ ral Cable Group, die zal instaan voor de productie en de aanleg van een 120 kilometer lange onder­ zeese kabel voor de aansluiting tegen 2012 van Baltic 2, het tweede windmolenpark in de Oostzee. Baltic 2 zal elk jaar 1.200 GWh leveren en zal een daling van de CO2-uitstoot met 900.000 ton moge­ lijk maken.

Economisch 14 OKTOBER: ELIA WORDT AANDEELHOUDER VAN APX-ENDEX

De overdracht aan de internationale energiebeurs APX-Endex van de respectieve belangen die Elia en TenneT in Belpex hebben, wordt bevestigd. Belpex wordt een volwaardige dochteronderneming van APX-Endex, terwijl Elia voortaan een belang van 20% heeft in het kapitaal. Dit is een grote stap voor­ uit met het oog op de oprichting van een geïnte­ greerde elektriciteitsmarkt voor Noordwest-Europa.


Van links naar rechts: Inhuldiging van de versterking AubangeMoulaine – Stormweer treft ook het hoogspanningsnet – Elia wordt aandeelhouder van APX-Endex – Teams onder hoogspanning.

Milieu

Sociaal

22 OKTOBER: EUROPESE STEUN VOOR OFFSHORE NET IN DE OOSTZEE

26 NOVEMBER: TERNA EN 50HERTZ TRANSMISSION SLUITEN AAN BIJ CORESO

De Deense netbeheerder, Energinet.dk, en 50Hertz Transmis­ sion ontvangen van de Europese Commissie een subsidie van 150 miljoen euro voor hun gezamenlijke plannen om een off­ shore net tussen de windparken Kriegers Flak en Baltic 2 aan te leggen. Deze aansluiting, respectievelijk naar Denemarken en Duitsland, zal een eerste stap zijn in de totstandkoming van een net in de Oostzee.

De Italiaanse transmissienetbeheerder Terna en 50Hertz Transmission vervoegen Elia, RTE (Frank­ rijk) en National Grid (Groot-Brittannië) als aan­ deelhouders van het technisch coördinatiecentrum Coreso dat in 2009 in Brussel werd opgericht. Dat betekent dat Coreso vooruitzichten opstelt en toezicht houdt op de elektriciteitsstromen voor een regio die 215 miljoen inwoners telt en meer dan 40% van het elektriciteitsverbruik in de Unie vertegenwoordigt.

Economisch 9 NOVEMBER: MARKTKOPPELING MET NEGEN LANDEN!

De prijskoppeling binnen de Centraal-West-Europese regio en de volumekoppeling tussen deze regio en de Scandinavische markt gaan gelijktijdig – én met succes – van start. Hierdoor kunnen de verbruikers uit negen landen (Benelux, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden) voortaan profiteren van een grotere convergentie tussen de groothandelsprijzen, dankzij een optimale toewijzing van de transmissiecapaciteit tussen deze landen. Elia en 50Hertz ­hebben een cruciale bijdrage geleverd aan de voltooiing van dit project.

Sociaal 25 EN 26 NOVEMBER: TEAMS ONDER HOOGSPANNING

Met de medewerking van de Crisiscel van de Belgische fede­ rale regering wordt een crisissituatie op het net gesimuleerd. Deze oefening heeft tot doel te controleren of de taken en de verantwoordelijkheden goed over de verschillende betrokkenen zijn verdeeld en of de uit te voeren procedures naar behoren werken, teneinde de situatie zo snel mogelijk bij te sturen.

Milieu 21 DECEMBER: AANSLUITINGSCAPACITEIT VOOR HERNIEUWBARE ENERGIE

Op initiatief van de Vlaamse minister van Energie biedt Elia aansluitingscontracten aan om onder bepaalde voorwaarden ongeveer 114 MW op basis van hernieuwbare energiebronnen geproduceerde energie aan te sluiten. Dit in afwachting van de indienststelling van de versterking die Elia heeft gepland met het project Stevin.


10 + 11 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

vooruitzichten en uitdagingen voor 2011 Omzetting van de nieuwe Europese richtlijn

Integratie van 60% van de dochteronderneming 50Hertz Transmission

De omzetting in nationale wetgeving van het “derde pakket” van Europese richtlijnen voor de ontwik­ keling van een interne gas- en elektriciteitsmarkt is gepland voor maart 2011. Met het oog op de politieke situatie in België bestaat wel degelijk het ri­ sico dat deze datum niet zal worden gerespecteerd. Het dient echter opgemerkt dat Elia nu al voldoet aan de vereisten die in de richtlijn voorkomen met betrekking tot de onafhankelijkheid en de onpartij­ digheid van een netbeheerder.

In 2011 zal de prille samenwerking tussen de diensten van Elia in België en die van 50Hertz Transmission in Duitsland worden voortgezet. Een van de voornaamste doelstellingen is het afstemmen van het financiële beheer van 50Hertz op dat van de Elia groep. Daarnaast wordt enerzijds gestreefd naar een optimalisering van verschillende processen, voor onder meer aankopen, informatica, de planning van netinvesteringen, onderhoudsbeleid en human resources, en anderzijds naar de uitwisseling van expertise op het gebied van de veilige integra­ tie van hernieuwbare energie.

Tweede meerjarige tariefperiode

Offshore netten, de elektriciteitssnelwegen van de toekomst

Elia werkt sinds 1 januari 2008 met een systeem van meerjarentarieven die voor 4 jaar vastliggen. De eerste tariefperiode loopt af op 31 december 2011. Volgens de bestaande procedure moet Elia voor 30 juni aan de federale regulator een tariefvoorstel voorleggen voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015. Dit voorstel wordt vervolgens bestudeerd door de CREG. Na afloop van deze procedure worden de tarieven vastgesteld die vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn voor onze klanten. In deze context is de omzetting van het derde pakket Europese richtlijnen in Belgische wetgeving binnen de door de Europese Commissie vooropgestelde termijn een belangrijke stabiliteits­ factor.

De rol van de netbeheerders in de uitvoering van het energie­ beleid – waarbij sterk de nadruk wordt gelegd op een forse vermindering van de CO2-uitstoot – is nog nooit zo duidelijk geweest als vandaag. Voor de integratie van het belangrijk aandeel aan hernieuwbare energiebronnen met een variabel karakter moet op nooit eerder geziene schaal nieuwe transmis­ sie-infrastructuur worden ontwikkeld, zowel op zee als op het vasteland. Deze transmissiecapaciteit is absoluut noodzakelijk, zowel om de grote volumes energie te vervoeren die worden geproduceerd op plaatsen die steeds verder verwijderd liggen van de verbruikscentra als om de komst van het grote aantal kleine en middelgrote productie-eenheden op te vangen die op de distributienetten zijn aangesloten.


Om de integratie van het belangrijk aandeel aan hernieuwbare energiebronnen met een variabel karakter mogelijk te maken en aan de Europese energiedoelstellingen te voldoen, moet op nooit eerder geziene schaal nieuwe transmissie-infrastructuur worden ontwikkeld (zowel op zee als op het vasteland), moeten ook de markten worden uitgebreid en de toekomstige elektriciteitssnelwegen worden ontwikkeld.

Het financieren van investeringen, het bereiken van de maatschappelijke consensus die noodzakelijk is om bouwvergunningen te verkrijgen, het invoeren van de meest geavanceerde technologieën voor het beheer van alsmaar minder voorspelbare energie­ stromen (omdat ze afhankelijk zijn van de weersom­ standigheden), het ontwikkelen van competenties en expertise in domeinen die zich razendsnel ontwikkelen… dat zijn de uitdagingen waaraan de Elia groep in 2011 en de daaropvolgende jaren het hoofd zal moeten bieden.

Behoud van de netveiligheid De voortdurende toename van de elektriciteitsuit­ wisselingen op het Europese transmissienet heeft tevens tot gevolg dat de huidige werkwijzen voor de exploitatie van de netten ter discussie worden gesteld. De uitbreiding eind 2010 van Coreso, het Europees regionaal coördinatiecentrum dat door Elia samen met zijn Franse en Britse collega’s werd opgericht, met het Italiaanse Terna en het Duitse 50Hertz is een van de initiatieven die tot doel heb­ ben om de betrouwbaarheid van de exploitatie van de geïnterconnecteerde netten in CentraalWest-Europa te versterken. Met de overname van 50Hertz zet de groep – die zich op een scharnier­ punt bevindt tussen de West-, Oost- en NoordEuropese energiemarkt – zijn engagement verder om de zekerheid van de elektriciteitsbevoorrading in Europa te bevorderen, wat van essentieel belang is voor onze economieën en gemeenschappen.

Uitbreiding van de markten De succesvolle koppeling van de day-aheadmarkten van 9 Europese landen was in november 2010 een feit. Intussen zijn de werkzaamheden gestart voor de uitbreiding van deze koppeling tot Groot-Brittannië binnen de regionale markt “Noord-West”. De netbeheerders en de elektriciteitsbeurzen leveren eveneens een actieve bijdrage aan de integratie van de intradaymarkten. Tegelijkertijd zal in de volgende jaren ook de integratie van de energiebeurzen actief worden voortgezet. In dit verband kunnen onder meer de verankering van de Belgi­ sche beurs Belpex binnen APX-Endex en de participatie van Elia in het kapitaal van de groep als de belangrijkste realisaties van 2010 worden beschouwd.

Nieuwe interconnecties In het kader van Nemo, d.i. het project voor de aanleg van een interconnectie tussen het net van Elia in België en dat van National Grid in het Verenigd Koninkrijk, werd reeds aanzienlijke vooruitgang geboekt. Verder bevestigen Elia en de Duitse net­ beheerder Amprion dat ze van plan zijn om een interconnec­ tieverbinding te bouwen tussen België en Duitsland. Door de keuze van de technologie (gelijkstroom onder hoge spanning) en het regelbare karakter van de interconnectie zou er sprake zijn van een eerste segment voor een van de toekomstige Europese elektriciteitssnelwegen. Deze zouden onder meer de bevoorradingszekerheid moeten versterken en het concurren­ tievermogen van de Europese ondernemingen bevorderen.


12 + 13 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

de Elia groep in 2010 een strategische wending In 2010 kent de evolutie van de onderneming een opvallende wending: met de overname van 50Hertz Transmission verruimt de Belgische netbeheerder zijn activiteiten naar Europa. De “Elia groep” is vandaag een van de vijf grootste transmissienetbe­ heerders voor elektriciteit in Europa.

Onafhankelijk, met een sterke openbare verankering Elia beantwoordt sinds zijn oprichting in juni 2001 grotendeels aan de vereisten op het gebied van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van een transmissienetbeheerder, zoals in de bepalingen van de derde Europese richtlijn is vastgelegd. Zo is Elia er niet alleen in geslaagd om een groot aantal initiatieven te nemen om de werking van de Belgische markt te verbeteren en de concurrentie tussen Belgische en buitenlandse leveranciers te vergroten, maar was de onderneming tegelijkertijd in staat om een uitstekende bevoorradingskwaliteit te handhaven. De beursintroductie van 40% van het kapitaal in 2005 en de geleidelijke afbouw van het aandeel van de historische aandeelhouder hebben in mei 2010 tot de terugtrekking van Electrabel – GDF-Suez uit het kapitaal van Elia geleid, met een versterking van de publieke verankering en de free float tot gevolg.

MOTOR VOOR INNOVATIE OP DE ELEKTRICITEITSMARKT EN CENTRAAL IN HET EUROPESE NET

Door zijn geografische ligging vormt België het centrum van het elektrische systeem van Centraal-West-Europa. Sinds zijn oprichting heeft Elia voortdurend inspanningen geleverd om de integratie van het Belgische net in de markt van Centraal-WestEuropa te versterken. In dit kader werd de interconnectiecapa­ citeit met Frankrijk en Nederland versterkt, om een grotere uit­ wisselingscapaciteit (in- en uitvoer) mogelijk te maken. Dat was essentieel voor de instandhouding van de bevoorradingszeker­ heid en de totstandkoming van een concurrerende markt. Af­ gezien van deze investeringen heeft Elia nog tal van initiatieven genomen, zoals de ontwikkeling van marktmechanismen als de trilaterale marktkoppeling, de oprichting van de Belgische elektriciteitsbeurs, alsook van CASC-EU, het eerste grensover­ schrijdende centrum voor de toewijzing van capaciteit via veilin­ gen, en van Coreso, het eerste gezamenlijk regionaal technisch coördinatiecentrum van meerdere transmissienetbeheerders. Elia heeft eveneens een belangrijke bijdrage geleverd aan de integratie van hernieuwbare energie. De overname van 50Hertz is een logisch gevolg van deze Eu­ ropese aanpak, nu de integratie van de markten de nationale grenzen duidelijk overschrijdt. KLAAR VOOR DE INTEGRATIE VAN HERNIEUWBARE ENERGIE

Door hun respectieve strategische ligging aan de Noord- en de Oostzee bevinden Elia en 50Hertz zich in een ideale uitgangs­ positie om een belangrijke rol te spelen bij de integratie van windenergie – zowel onshore (al op grote schaal aanwezig in het net van 50Hertz) als offshore – en, afgezien daarvan, bij de totstandkoming van toekomstige netten op zee en andere elektriciteitssnelwegen om de energie- en klimaatdoelstellingen van de Europese Unie te kunnen verwezenlijken.


TENNET GMBH

Hamburg

Planned Offshore Windfams Power Plants High voltage lines

Berlin

TENNET

Postdam Leipzig

AMPRION

Dresden

EnBW TNG

GROTERE TOEGEVOEGDE WAARDE VOOR DE AANDEELHOUDERS

De activiteiten en het risicoprofiel van Elia en 50Hertz, twee beheerders van het transmissienet voor elektriciteit, zijn verge­ lijkbaar. Dankzij de overname van 50Hertz Transmission kan de Elia groep niet alleen een grotere diversificatie van het wetge­ vende en regulatoire risico garanderen, in het belang van de aandeelhouder, maar ook perspectieven voor organische groei.

Een bredere dimensie voor Belpex, de Belgische energiebeurs 2010 is ook een sleuteljaar geweest voor de Belgische energiebeurs Belpex, die in 2006 werd opgericht door Elia, Tennet (de Nederlandse net­ beheerder), RTE (de Franse netbeheerder), APX en Powernext (respectievelijk de Nederlandse en de Franse elektriciteitsbeurs).

VERBETERDE OPERATIONAL EXCELLENCE

Door het uitwisselen van hun best practices zullen Elia en 50Hertz Transmission perfect voorbereid zijn om het hoofd te bieden aan de steeds grotere complexiteit van de elektrische systemen in Europa door de stijging van de grensoverschrij­ dende uitwisselingen en het groeiend aandeel van hernieuw­ bare energie waarvan de productie sterk weersgebonden is. Door op verschillende niveaus een uniforme aanpak uit te wer­ ken, met name op het gebied van aankopen, informatica en het onderhoudsbeleid, zal de Elia groep zijn operational excel­ lence in de toekomst verder kunnen verbeteren, ten voordele van de verbruiker en van zijn aandeelhouders. De voor de overname van 50Hertz Transmission opgezette financiële structuur leidt bovendien tot een volledige neutraliteit inzake de tarieven, zowel in België als in Duitsland. Op deze manier kunnen de belangen van de verbruikers in beide landen veilig worden gesteld.

Elia en TenneT hebben ieder hun aandeel in Belpex overgedragen aan APX-Endex (de andere aan­ deelhouders van Belpex hebben hun aandelen verkocht). Elia heeft gelijktijdig een 20% participatie in het kapitaal van APX-Belpex-Endex verworven en is voortaan ook vertegenwoordigd in de bestuursor­ ganen van de groep. Deze nieuwe entiteit heeft een belangrijke Europese dimensie door zijn aanwezig­ heid als energiebeurs – voor elektriciteit, gas en groenestroomcertificaten – in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Deze operatie vormt een belangrijke stap met het oog op de integratie van de elektriciteitsbeurzen op de Noordwest-Europese markt en consolideert het werk dat door Belpex en Elia wordt verricht in een Europese context die voortdurend in ontwikkeling is.


14 + 15 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

Op 12 maart maken Elia en Industry Funds Management (IFM), één van de grootste beheerders van investeringen in infrastructuur wereldwijd, bekend dat ze een akkoord hebben ondertekend over de overname van de Duitse transmissienetbeheerder voor elektriciteit 50Hertz Transmission van Vattenfal Europe AG, de derde grootste elektriciteitsproducent in Duitsland.

het aandeel van Elia in 2010 Algemeen genomen was 2010 een redelijk stabiel beursjaar, zeker in vergelijking met de afgelopen jaren, ondanks de eurocrisis die vorige zomer door verschillende landen in ZuidEuropa werd teweeggebracht.

Het Elia-aandeel kende in 2010 een stijgende trend, met een daling in mei en juni ten gevolge van een aantal belangrijke operaties, zoals de volledige terugtrekking van GDF-Suez uit het aandeelhou­ dersschap (door middel van de versnelde plaatsing van de Elia-aandelen bij institutionele investeerders op 18 mei), evenals de uitbetaling van een dividend van € 1,38 op 21 mei en de aankondiging van een kapitaalverhoging van € 299,4 miljoen tegen een uitgifteprijs van € 24,80 op 3 juni.

De activiteiten van de groep zijn nu zowel in België als in Duits­ land gereguleerd. Het risicoprofiel van de onderneming is sterk verbeterd dankzij de overname van 50Hertz Transmission, aangezien hiermee een belangrijk deel van het wetgevende en regulatoire risico werd gediversifieerd.

Dankzij deze succesvolle kapitaalverhoging heeft het aandeel zich snel hersteld. In juli steeg het op­ nieuw tot ongeveer € 26,5. Deze positieve evolutie heeft zich in de daaropvolgende maanden doorge­ zet, waardoor het beursjaar op 31 december met een koers van € 28,66 kon worden afgesloten.

Sinds 1 januari 2008 werkt Elia in België met een systeem van tarieven die voor vier jaar vastliggen. De tarieven van de volgende regulatoire periode (2012-2015) worden in 2011 vast­ gesteld. In Duitsland duurt de regulatoire periode, die in 2009 is ingegaan, vijf jaar, dus tot 2013.

■ Prijs

Prijs (€)

■ Volume

Volume (’000)

29

200 180 160

28 140 120 27

100 80 60

26 40 20 25

JAN

FEB

MAA

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEPT

OCT

NOV

DEC

0


De activiteiten van de groep zijn nu zowel in België als in Duitsland gereguleerd. Het risicoprofiel van de onderneming is sterk verbeterd dankzij de overname van 50Hertz Transmission, aangezien hiermee een belangrijk deel van het wetgevende en regulatoire ­ risico werd gediversifieerd.

De liquiditeit van het aandeel steeg met ongeveer 115% (van gemiddeld 10.717 aandelen per dag naar gemiddeld 23.096 aandelen per dag). Dat is vooral het gevolg van de stijging tot meer dan 50% van het aantal vrij beschikbare aandelen (free float) en het succes van de kapitaalverhoging. Het Elia-aandeel sloot het jaar 2009 af op € 27,30. Eind 2010 bedroeg de slotkoers € 28,66. Het aandeel steeg in 2010 dus met 4,98%. Rekening houdend met het dividend van € 1,38 is het aandeel op jaarbasis met 10,04% gestegen. De laagste koers van 2010 bedroeg € 23,92 en dateert van 8 juni 2010, terwijl de hoogste koers van € 29,45 in december werd genoteerd. Op jaarbasis heeft het Elia-aandeel in 2010 dus 2,31% beter gepresteerd dan de Bel20-index die in datzelfde jaar met 2,67% is gestegen.

■ Elia ■ Bel20 109 108 107 106 105 104 103 102 101 100 99 98 97 96 95 94 93 92 91

JAN

FEB

MAA

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEPT

OCT

NOV

DEC


16 + 17 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

■ Elia ■ Tema ■ Red Electrica ■ National Grid ■ DJ Utility index 115 110 105 100 95 90 85 80 75 70

JAN

FEB

MAA

APR

MEI

Afgezien van de Italiaanse netbeheerder Terna (+6%) noteerde Elia het voorbije jaar betere resultaten dan zijn Spaanse collega Red Electrica (-8,2%) en dan de Britse netbeheerder National Grid (-9,4%). Ter vergelijking kan hier nog aan toe wor­ den gevoegd dat de elektriciteitssector als geheel in 2010 een terugval heeft gekend van 14,9% (zie onderstaande grafiek).

Maand

Volume

JUN

JUL

SEPT

OCT

NOV

DEC

Met 60.355.217 uitstaande aandelen bedroeg de beurskapitali­ satie eind december € 1.729.780.519. In 2010 werden op Euronext Brussel in totaal 5.958.886 Eliaaandelen verhandeld, of 18,95% van de vrij verhandelbare aandelen. Hieronder vindt u een overzicht van de maandstatistieken over 2010 van het Elia-aandeel op Euronext Brussel.

Slotkoers

(daggemiddelde)

AUG

Koers Hoogste

Laagste

Onloopsnelheid

Beurskap.

Freefloat

in € m

Januari

12.178

27,35

29,00

27,05

1,25%

1.321

Februari

8.913

27,79

28,52

27,30

0,91%

1.342

Maart

11.233

27,83

28,77

27,58

1,32%

1.344

April

9.070

28,52

29,19

27,86

0,93%

1.377

Mei

25.974

26,49

28,90

25,54

2,80%

1.279

Juni

59.592

25,64

26,58

23,92

4,17%

1.548

Juli

30.315

26,41

27,20

25,50

2,12%

1.594

Augustus

14.866

26,78

26,95

26,20

1,04%

1.616

September

35.929

26,86

27,35

25,85

2,51%

1.621

Oktober

20.131

27,20

28,10

26,91

1,34%

1.642

November

24.738

27,23

27,75

27,00

1,73%

1.643

December

21.156

28,66

29,45

27,15

1,55%

1.730

2010

23.096

28,66

29,45

23,92

18,95%

1.730


Succesvolle kapitaalverhoging met het oog op de financiering van een participatie van 60% in 50Hertz Transmission Elia heeft in juni 2010 een kapitaalverhoging van € 299,4 miljoen gerealiseerd om de overname (voor een bedrag van € 278,7 miljoen) van 60% in 50Hertz, de Duitse transmissienetbeheerder voor elektriciteit, te financieren. De operatie werd begeleid door KBC Securities, ING, BNP Paribas Fortis en Dexia. Er zijn roadshows georganiseerd in Londen, Parijs en Brussel voor de institutionele investeerders en in Brussel (Heizel) voor de retail. Tijdens de inschrijvingsperiode met voorkeurrech­ ten tussen 4 en 18 juni 2010 kon voor elke vier voorkeurrechten op één nieuw aandeel worden ingeschreven tegen de uitgifteprijs van € 24,80. Bij de uitoefening van dit voorkeurrecht werden 11.085.617 nieuwe aandelen onderschreven, dus 91,84% van het aangeboden volume van € 299,4 miljoen voor de retail. Publi-T, Publipart en de Groep Arco hebben gebruik gemaakt van hun voorkeurrecht en hebben respec­ tievelijk voor een bedrag van € 135,8 miljoen, € 7,6 miljoen en € 31,1 miljoen aandelen onderschreven. De 3.941.704 niet-uitgeoefende rechten zijn op 22 juni in de vorm van scrips aan institutionele beleg­ gers aangeboden. Deze werden in minder dan een uur verkocht tegen een prijs van € 0,20 per scrip, waardoor de aankoopprijs van het aandeel € 25,60 bedroeg. Alle 48.284.172 rechten zijn dus uitgeoefend en de 12.071.043 nieuwe aandelen werden allemaal onderschreven. Dit betekent dat de voorziene kapi­ taalverhoging ten belope van € 299,4 miljoen op 25 juni 2010 volledig is onderschreven. Op deze datum werden de nieuwe aandelen met VVPR-strip ook voor de eerste keer op de gereglementeerde markt van Euronext Brussel genoteerd.

Aanstelling van twee liquiditeitsverschaffers voor het Elia-aandeel Elia heeft eind 2009 met KBC Securities en Bank Degroof, beide officieel erkend door NYSE Euronext, een contract van marktanimator of “liquidity provider” afgesloten. Deze overeenkomst werd aangegaan om de liquiditeit van het Eliaaandeel te bevorderen. Deze twee financiële instellingen zijn sinds 1 december 2009 voortdurend aanwezig in het orderboekje voor het Elia-aandeel en treden zowel op bij verkoop als bij aankoop.

Het Elia-aandeel en zijn codes AANDELENINDEXEN

Op 31 december 2010 was het Elia-aandeel opgenomen in de Bel Mid-index. Het gewicht van Elia in deze index bedroeg op dat ogenblik 4,05%. Het aandeel bekleedde daarmee de 7de plaats in deze index.

Elia aandeel op de beurs

Elia strips op de beurs

Beurs

Euronext Brussel

Euronext Brussel

Index

BEL MID

-

Ticker

ELI

ELIS

BE 0003822393

BE 0005597688

ISIN Code Bloomberg

ELI BB

ELI BB

Code Reuters

ELI BR

ELI BR


18 + 19 EXECUTIVE REPORT ELIA 2010

In 2002 werd Vigeo opgericht door Nicole Notat. Intussen is het uitgegroeid tot het belangrijkste Europese expertisebureau op het gebied van analyse, notering en audit-advies aan organisaties. Vigeo bekijkt hun manier van werken, hun praktijken en resultaten en hoe zij inspelen op de uitdagingen op het vlak van milieu, maatschappij en governance (“ESG3: Environmental, Social en Governance). www.vigeo.com.

Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen

Transparantieregels en kennisgeving van deelnemingen

Elia wil zich op dit gebied engageren en wil zijn beleggers de garantie bieden dat ze uitsluitend investeren in duurzame ondernemingen die een pioniersrol spelen of een voorbeeld­ functie hebben voor hun sector, en dit in alle domeinen van het maatschappelijk verantwoord ondernemen.

In overeenstemming met de Belgische Transparan­ tiewet dienen deelnemingen van ten minste 5% (of een veelvoud van 5%) in het totale aandelenkapitaal zowel aan de CBFA als aan de betrokken onderne­ ming zelf te worden gemeld.

Elia is genoteerd door het extra-financiële agentschap Vigeo.

Op 11 mei 2010 hebben Publi-T en Publipart bekendgemaakt dat hun respectieve participatie in Elia 45,37% en 2,53% bedroeg. GDF-Suez heeft, eveneens op 11 mei 2010, gemeld dat zijn parti­ cipatie gedaald was tot 11,74%. Op 21 mei 2010 heeft GDF-Suez meegedeeld dat zijn participatie in Elia tot 0% was herleid.

Vigeo analyseert elk bedrijf op basis van de volgende zes aspecten: • relaties met klanten/leveranciers, • mensenrechten, • milieu, • maatschappelijke betrokkenheid, • corporate governance, • human ressources. Daarnaast is het Elia-aandeel ook opgenomen in het SNS SRI Universum van Kempen en ASN Bank.

Op 25 juni 2010 heeft de Groep Arco laten weten dat zijn participatie in Elia op dat moment 8,79% bedroeg.

Structuur van het aandeelhoudersschap Op 31 december 2010 was de structuur van het aandeelhoudersschap van Elia System Operator NV als volgt:

Publi-T

Aandelen

% Aandelen

% Stemrechten

27.383.507

45,37

45,37

Publipart

1.526.756

2,53

2,53

Groep Arco

5.306.880

8,79

8,79

26.138.074

43,31

43,31

60.355.217

100,00

100,00

Overige free float

Totaal


Dividend

Beleggers

De raad van bestuur van Elia heeft op 24 februari 2011 beslist om op de algemene vergadering van aandeelhouders van 10 mei 2011, in overeenstemming met het dividendbeleid en onder voorbehoud van de goedkeuring van de winsttoewijzing door de jaarlijkse algemene vergadering, een normaal dividend van € 84,5 miljoen, of € 1,40 per aandeel (bruto), voor te stellen. Dit komt overeen met een nettobedrag van € 1,05 per aandeel zonder VVPR-strip of van € 1,19 per aandeel met VVPR-strip.

Voor alle vragen over Elia en zijn aandeel kunt u contact opnemen met:

De aandelen aan toonder zullen worden uitbetaald in de kantoren van de volgende bankinstellingen: Fortis Bank, ING België, KBC Bank en Dexia Bank. Voor de aandelen op effec­ tenrekeningen zullen de bank of de effectenagent automatisch overgaan tot de uitkering van de dividenden. Voor de aandelen op naam zal Elia het dividend rechtstreeks uitbetalen.

Dividendbeleid Elia is statutair verplicht om minstens 85% van zijn winsten uit te keren, na afhouding van 5% voor de wettelijke reserve. Dit komt overeen met een uitbetalingsratio van 81% van de gerapporteerde winst.

Elia Departement Investor Relations Keizerslaan 20 1000 Brussel België Tel.: +32 2 546 72 39 Fax: +32 2 546 71 80 E-mail: bert.maes@elia.be Op de website van Elia, www.elia.be, vindt u in drie talen (Frans, Nederlands, Engels) informatie over de groep (persberichten, jaarverslagen, aandelen­ koersen, kennisgevingen en dergelijke meer). In zijn financiële nieuwsbrief “Investor News” geeft Elia de beleggers actuele informatie over de onderneming. Indien u deze nieuwsbrief via e-mail wenst te ont­ vangen, kunt u zich inschrijven op onze website.

Door de invoering van meerjarentarieven moet een deel van de nettowinst die voortkomt uit het doorrekenen van de meer­ waarde van buitengebruikstellingen in de tarieven, verplicht in het eigen vermogen worden gereserveerd. Hierdoor is de globale uitbetalingsratio (pay-out) licht gedaald, maar is tegelij­ kertijd de (auto)financieringscapaciteit aanzienlijk toegenomen.

Financiële kalender 25 februari 2011 (08.00 uur) Begin april 2011 10 mei 2011 13 mei 2011 25 mei 2011 26 augustus 2011 (08.00 uur) 15 november 2011

Publicatie van jaarcijfers 2010 Jaarverslag 2010 beschikbaar in pdf-formaat Algemene vergadering Tussentijdse verklaring 1ste kwartaal 2011 Betaling dividend over 2010 (coupon nr. 6) Publicatie van halfjaarcijfers 2011 Tussentijdse verklaring 3de kwartaal 2011



economisch verslag Met het oog op de energie-uitdagingen van de 21ste eeuw spelen de transmissienetbeheerders voor elektriciteit een cruciale rol bij het verwezenlijken van de ambitieuze doelstellingen die de Europese Unie heeft vastgelegd. In deze context nemen Elia en 50Hertz Transmission op proactieve wijze hun verantwoordelijkheid ten dienste van hun klanten en van de gemeenschap, door zich vandaag en in de toekomst voortdurend in te zetten voor de bevoorradingzekerheid van elektriciteit.


22 + 23

Martine Verelst, European Market Integration, maakt deel uit van het team dat actief heeft meegewerkt aan het succes van de marktkoppeling die in november 2010 van start is gegaan.

“In november 2006 werd het startsein gegeven voor de trilaterale marktkoppeling tussen Frankrijk, België en Nederland. Ik was zelf bij de operationele kant van dit project betrokken, aangezien ik in die periode ver­ antwoordelijk was voor de dienst Nominaties1. In juni 2007 werd door de ministers van Energie, de regu­ latoren, de elektriciteitsbeurzen, de marktpartijen en de netbeheerders een “Memorandum of Understan­ ding” ondertekend, om de koppeling uit te breiden tot Duitsland en het Groothertogdom Luxemburg binnen de Centraal-West-Europese regio (CWE).” In dit akkoord waren drie belangrijke aspecten opge­ nomen: het veilig stellen van de bevoorradingszeker­ heid, de harmonisatie van de veilingregels op lange termijn en de totstandbrenging van een pentalaterale marktkoppeling. Er werd niet alleen een beroep gedaan op Martine tijdens de ontwerpfase van de pentalaterale koppe­ ling, maar ook voor het project inzake de harmoni­ satie van de veilingregels op lange termijn. Na de geboorte van haar eerste kindje werd ze begin 2010 ingezet bij de uitbreiding van de marktkoppeling. “De ontwerpfase was achter de rug en we waren in de implementatiefase beland. Op dat ogenblik stond ik in voor de interne coördinatie tussen alle perso­ neelsleden binnen Elia die deel uitmaakten van de verschillende werkgroepen van het project: experts op het gebied van netbeheer voor de capaciteitsbe­ rekeningen, deskundigen op het vlak van marktme­ chanismen, uiteraard ook IT-specialisten, juristen en experts op het gebied van regulatoire aangelegenhe­ den, communicatie, … ”

Dankzij deze aanpak hadden de verschillende actoren binnen Elia op elk ogenblik een duidelijke kijk op de voortgang van de werkzaamheden – een algemene visie die de grenzen van de verschillende betrokken disciplines overschreed. “We waren van meet af aan erg gemotiveerd, wellicht omdat we mee aan de wieg hadden gestaan van de trilaterale koppeling die als een model voor Europa werd beschouwd. Het was aan ons om te bewijzen hoe waardevol deze aanpak was. Onze compromisbereidheid en ons oog voor het alge­ meen belang werden door de talrijke deelnemers aan dit pan-Europese project erkend en gewaardeerd. Onze interne organisatie was eveneens een onmiskenbare troef: een betere doorstroom van informatie, kortere be­ sluitvormingsprocedures, een efficiënte coördinatie, …” Dat het een uiterst complex project was, ontkent Martine niet: “Er zaten heel wat deelnemers rond de tafel – netbeheerders, energiebeurzen en re­ gulatoren – met zeer uiteenlopende benaderingen, verschillen op het vlak van wetgeving, diverse gevoeligheden en soms ook tegengestelde belan­ gen tot gevolg.” Toen de lancering nabij was, werd het besluit genomen om de CWE-kop­ peling uit te breiden tot de Scandinavische landen, waardoor nieuwe tech­ nische, juridische, regulatoire en financiële hindernissen dienden te worden overwonnen. “Gelukkig zijn de marktspelers ons hierin gevolgd en kregen we hun ver­ trouwen”, voegt Martine er nog aan toe. Het hoogtepunt van dit project? “Dat was zonder twijfel de dag van de lancering, toen ik in real time heb gezien dat alles perfect werkte en dat het ons bovendien gelukt was om voor elk uur van de dag een koppeling tot stand te brengen. De marktspelers hebben vandaag op transparante wijze toegang tot een markt die zich uitstrekt van Frankrijk tot Finland. We zijn in ons opzet geslaagd!” Wat de volgende stappen zijn? De overgang van het bestaande model voor capaciteitsberekening, dat in eerste instantie de voorkeur kreeg, naar het “flow based”-model en de uitbreiding tot de regio North West Europe, waartoe ook het Verenigd Koninkrijk behoort. Mooie vooruitzichten voor Martine en haar collega’s van European Market Integration!

1 D it is de dienst waar de evenwichtsverantwoordelijken elke dag, voor de daaropvolgende dag, hun programma’s voor de uitwisseling van energie op het net indienen.


Martine Verelst EUROPEAN MARKET INTEGRATION


24 + 25 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

netexploitatie De exploitatie van het net behoort tot de kerntaken van de Elia groep en van zijn twee polen, de twee transmissienetbeheerders, waarvan de ene actief is in België en de andere in het noorden en het oosten van Duitsland. De exploitatie van het net wordt gepland over verschillende tijdsbestekken, gaande van een jaar tot D-1 voor het previsionele beheer, tot de exploitatie in real time, 7 dagen op 7, 24 uur per dag. De nationale controlecentra staan in voor het onmiddellijke evenwicht tussen de productie en het verbruik, evenals voor de coördinatie van de ener­ giestromen op hun respectieve netten, in nauwe samenwerking met de transmissienetbeheerders van de buurlanden. De regionale controlecentra zien met name toe op de kwaliteit van de bevoorrading aan de distributienetbeheerders en de industriële klanten die op het transmissienet zijn aangesloten. Zij werken nauw samen met de teams op het terrein die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van het net. Om deze taak naar behoren te kunnen uitvoeren, zijn steeds sterker gespecialiseerde competenties nodig: de exploitatie van het net maakt vandaag im­ mers deel uit van een Europees geheel. Zowel het Belgische net van Elia als het Duitse net dat door 50Hertz Transmission wordt beheerd, zijn onderdeel van het continentale net, dat synchroon gekoppeld is, van Portugal tot Oekraïne! Dankzij de liberalisering van de interne elektrici­ teitsmarkt zijn de uitwisselingen via dit net almaar verder toegenomen. Dat komt onder andere door de prijsverschillen tussen de verschillende nationale

markten. Het groeiende aandeel van energie op basis van hernieuwbare energiebronnen, zoals deze afkomstig van grote windmolenparken op zee die in de toekomst zullen worden opgericht, zal de variabiliteit van de energiestromen op het net vergroten. De geleidelijke invoering van balancingmechanismen voor de intradaycapaciteit zal het mogelijk maken om in te spe­ len op de behoeften van deze spelers, door hen de mogelijk­ heid te bieden om hun productie op elk moment van de dag zo goed mogelijk af te stemmen op het verbruik van hun klanten. Dit zal tot een grotere variabiliteit van de energiestromen leiden, wat impliceert dat door meerdere transmissiebeheerders op een gecoördineerde manier operationele maatregelen zullen moeten worden genomen om een betrouwbare en continue bevoorrading te handhaven. Met het oog hierop heeft Elia dwarsregeltransformatoren in gebruik genomen. Dit zijn regelinstrumenten die het mogelijk maken om de elektriciteitsstromen over een groter aantal verbindingen van het Centraal-West-Europese net te verdelen. Deze transformatoren, de grootste in Europa, zijn begin 2009 in dienst gesteld en dienen in nauw overleg met de transmis­ sienetbeheerders van de buurlanden te worden geëxploiteerd. Elia richtte samen met zijn Franse en Britse collega’s RTE en National Grid zo het regionaal technisch coördinatiecentrum Coreso op in Brussel. Als Europees regionaal coördinatiecen­ trum evalueert Coreso wekelijks, dagelijks en in near real time het risico op incidenten op het Centraal-West-Europese net. Het waarschuwt de betrokken netbeheerders, waaronder Elia, en stelt preventieve maatregelen voor, waarbij de dwarsregel­ transformatoren een cruciale rol spelen. In november 2010 zijn de Italiaanse netbeheerder Terna en 50Hertz Transmission toe­ getreden tot Coreso. De reikwijdte van de geografische zone die onder toezicht van Coreso staat, is hiermee verdubbeld.


De exploitatie van het net behoort tot de kerntaken van de Elia groep en van zijn twee transmissienetbeheerders, de ene in België en de andere in het noorden en het oosten van Duitsland. De exploitatie van het net wordt gepland over verschillende tijdsbestekken voor het previsionele beheer, tot de exploitatie in real time, 7 dagen op 7, 24 uur per dag.

Lorenz Müller, Portfolio Management, 50Hertz Transmission

Lorenz Müller staat intussen drie jaar aan het hoofd van het departement Portfolio Management van 50Hertz. Zijn team en hijzelf zijn bevoegd voor de strategische en de conceptuele aspecten van de ontwikkeling van de markt, de aankoop van energie en de ondersteunende diensten. “In het kader van onze verantwoordelijkheden staan wij onder andere in voor het bevorderen van de nationale elektriciteitsmarkt en de Europese elektriciteitsmarkt, alsook voor het ondersteunen van de prioritaire integratie van hernieuwbare energiebronnen. In samenwerking met onze collega’s van het departement System Management ontwikkelen en leveren wij instrumenten voor systeembeheer, congestiebeheer en de integratie van hernieuwbare energie.” De uitvoering van de bovengenoemde activiteiten gebeurt in nauw overleg met de politieke besluitvormers en de Duitse reguleringsinstanties die het wettelijke kader voor deze operaties vastleggen. Lorenz en zijn team hebben op dit vlak al heel wat vooruitgang geboekt. “Wij definiëren marktmodellen voor hernieuwbare stroom overeenkomstig de bepalingen van het Duitse Decreet inzake hernieuwbare energie (EEG), we ontwikkelen optimale procedures voor de aankoop van energie, de compensatie van verliezen en het regelvermogen, net als nieuwe instrumenten voor het beheer van de mechanismen van de evenwichtseenheden. Daarnaast staan we in voor een aantal operationele taken, zoals de aankoop op middellange en lange termijn van energie ter compensatie van netverliezen en de organisatie van aanbestedingen voor het regelvermogen, zonder het opstellen van vooruitzichten van liquiditeiten veroorzaakt door de ondersteuningsmaatregel voor hernieuwbare energie te vergeten. Gezien de omvang van de volumes aan groene energie is dat geen eenvoudige opdracht. Wij zijn vandaag al een van de belangrijkste spelers op de energiebeurs!”


26 + 27 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

■ 2008 ■ 2009 ■ 2010

GWh 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0

JAN

FEB

MAA

APR

MEI

JUN

50Hertz Transmission, dat zich op een scharnierpunt bevindt tussen West-, Noord- en Oost-Europa, maakt tevens deel uit van TSO Security Cooperation (TSC). Dit is een samenwer­ kingsinitiatief van 11 Europese netbeheerders dat tot doel heeft het veilige beheer van de transmissienetten voor elektriciteit in Centraal-Europa te bevorderen. Coreso en TSC spelen allebei een actieve rol in de marktkop­ peling die in november 2010 tot negen landen werd uitgebreid (Frankrijk, Benelux, Duitsland, Scandinavische landen).

Bevoorradingszekerheid In België is de bevoorradingszekerheid ook in 2010 op een hoog peil gebleven. Het gemiddelde aantal onderbrekingen op het Elia-net per ver­ bruiker (Average Interruption Frequency 2) bedroeg 0,129, wat overeenkomt met één onderbreking per klant om de 7,8 jaar. De gemiddelde duur van de onderbrekingen bedroeg 37 minu­ ten en 24 seconden. Verdeeld over alle klanten bedroeg de gemiddelde onder­ brekingsduur 4 minuten en 51 seconden per klant (Average Interruption Time). Dit komt overeen met een gemiddelde beschikbaarheid van meer dan 99,999%, wat een beter resultaat is dan het gemiddelde van het afgelopen decennium. België bevestigt zo jaar na jaar zijn positie in de kopgroep van Europese landen waar de kwaliteit van de elektriciteitsbevoor­ rading het hoogst is. In Duitsland vormde de integratie van een nog groter aandeel van hernieuwbare energie de voornaamste uitdaging voor de exploitatiezekerheid. Om het hoofd te bieden aan kritieke situaties die het gevolg waren van een aanzienlijke productie

JUL

AUG

SEPT

OKT

NOV

DEC

van hernieuwbare energie (wind- en zonne-energie) moest vaker gebruik worden gemaakt van de bijzondere maatregelen die in de Duitse wetgeving zijn voorzien (§ 13 EnWG). Minstens een van deze maatregelen diende het afgelopen jaar gedurende ongeveer 160 dagen te worden geactiveerd. Dankzij de nauwe samenwerking tussen 50Hertz Transmission en andere partijen die bij het elektri­ sche systeem zijn betrokken en dankzij de expertise van het team van het controlecentrum werden in 2010 geen incidenten of onderbrekingen in de elektriciteitsbevoorrading genoteerd.

Verbruik Het elektriciteitsverbruik dat op de transmissienet­ ten voor elektriciteit wordt geregistreerd, geeft een goed beeld van de economische activiteit. Dit ver­ klaart waarom de evolutie van het verbruik sinds het begin van de economische crisis in oktober 2008 niet alleen door de Elia groep zelf met bijzondere aandacht wordt gevolgd, maar ook door externe waarnemers die op zoek zijn naar tekenen van economisch herstel in Europa.

Verbruiksindex In België is het verbruik 3 in de regelzone van Elia met 5,8% gestegen, met name van 81,8 TWh in 2009 tot 86,6 TWh in 2010. De waarden die in de loop van 2010 zijn opgetekend, lagen elke maand hoger dan in dezelfde maand in 2009. Tot en met oktober 2010 lagen ze evenwel lager dan in die­ zelfde maanden in 2008.


IN- EN UITVOER - ELIA GROEP

(GWh)

(GWh)

(GWh)

Change (%)

Change (%)

2010

2009

2008

2010-09

2010-08

Elia System Operator FR NL LUX

import

3.167

1.832

7.386

72,9

-57,1

export

5.409

6.642

2.034

-18,6

165,9

import

7.383

5.787

8.119

27,6

-9,1

export

5.313

3.769

3.005

41,0

76,8

import

1.846

1.868

1.629

-1,2

13,3

export

1.122

910

1.518

23,2

-26,1

50Hertz Transmission PL CZ DK TenneT GmbH

import

167

134

95

-5

-4

export

5.331

5.616

5.576

24

75

import

2.922

2.314

1.438

26

103

export

494

914

1.307

-46

-62

import

691

1.284

1.973

-46

-65

export

2.742

1.800

777

52

253

import

14.067

13.301

13.819

6

2

export

20.874

22.498

22.558

-7

-7

Algemeen genomen is het verbruik in 2010 in vergelijking met 2009 met 13,6% gestegen voor de industriële klanten die rechtstreeks op het Elia-net zijn aangesloten en met 1,4% voor de industriële, professionele en residentiële klanten van de distri­ butienetbeheerders. Er is echter nog steeds sprake van een daling van het verbruik met ongeveer 2% ten opzichte van 2008. In Duitsland bedroeg het eindverbruik in het net van 50Hertz 1.792.505 MWh op 31 december 2010. In de loop van 2010 zijn de afnames van de eind­ klanten met 6% gestegen ten opzichte van 2009 (1.692.435 MWh).

Verbruikspieken In België werd het hoogste verbruikspeil op het Elia-net voor 2010 genoteerd op 1 december 2010 tussen 17.45 uur en 18.00 uur. Het bedroeg 13.845 MW. Dit maximum ligt 1,4% lager dan de absolute recordwaarde die op 17 december 2007 werd opgetekend (14.040 MW), maar is wel 2,3% hoger dan de maximumwaarde van 2009 (13.531 MW op 8 januari 2009). Het laagste verbruik (6.278 MW) werd op 25 juli 2010 tussen 6.15 uur en 6.30 uur gemeten en ligt 6,4% hoger dan de minimumwaarde voor 2009 die op 26 juli 2009 werd opgetekend (5.901 MW). In Duitsland werd op 25 november de maximale belasting (10.336 MW) in de door 50Hertz gecon­ troleerde zone genoteerd.

In- en uitvoer In de Belgische regelzone is in 2010 opnieuw meer ingevoerd dan uitgevoerd. De in- en uitvoerbalans kwam uit op een nettoinvoer van 0,55 TWh, terwijl in 2009 een netto-uitvoer van 1,83 TW werd bereikt. Hierbij moet worden opgemerkt dat er in 2009 een nettouitvoer van 2.792 GWh werd genoteerd. De toename van de invoer die tot 2008 werd opgetekend – en die in 2009 een omgekeerde tendens vertoonde, onder andere als gevolg van de economische crisis – was dus in 2010 opnieuw zichtbaar. De fysische uitwisselingen van elektriciteit met de buurlanden bedroegen in 2010 24,24 TWh. Dit is een stijging met 16,5% tegenover de 20,81 TWh van 2009. Deze verschillen zijn het gevolg van een forse stijging van de ­invoer (+ 30,7%), voornamelijk uit Frankrijk (+ 72,9%). De uitvoer is daarentegen veel minder sterk gestegen (+ 4,6%). In Duitsland bedroeg de uitvoer uit de regelzone van 50Hertz naar de naburige regelzones in Polen, de Tsjechische Repu­ bliek, Denemarken en het net van TenneT GmbH 29.442 GWh. De invoer bedroeg 17.846 GWh.

2 D e AIT is een indicator die van jaar tot jaar sterk kan variëren, afhankelijk van de plaats waar de incidenten zich voordoen, de complexiteit ervan en het ogenblik waarop deze plaatsvinden. Zo kunnen er bijvoorbeeld grote verschillen zijn tussen de vermogens die bij de getroffen klanten worden afgeschakeld. Aangezien het aantal incidenten dat tot een stroomonderbreking leidt beperkt is, kunnen de globale jaarcijfers niet echt als statistisch relevant worden beschouwd. Ze zijn dus geen goede uitgangsbasis voor het formuleren van conclusies over de vastgestelde ontwikkelingen. 3 V erbruiksindicator: De Elia-verbruiksindex dekt het grootste deel van het elektriciteitsverbruik in België. Hij omvat de volledige productie die op het Elia-net is aangesloten, alsook het saldo van de balans van de in- en uitvoer. Het deel van het verbruik dat rechtstreeks wordt gevoed door de productie die op de distributienetten is aangesloten, is niet in de index begrepen.


28 + 29 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Nettoafname van het net De nettoafname omvat de energievolumes die op het Elia-net worden afgenomen. Bij lokale produc­ tie wordt de geproduceerde elektrische energie of een gedeelte daarvan rechtstreeks verbruikt op de site van de industriële klant of van de distributie­ netbeheerder. In vergelijking met 2009 is de lokale productie nauwelijks gewijzigd: ze is met amper 0,2% gestegen. Aangezien lokaal geproduceerde en verbruikte energie niet wordt afgenomen van het Elia-net, is deze niet inbegrepen bij de nettoafname. Ze wordt daarentegen wel opgenomen in de nationale ver­ bruiksindicator. Voor 2010 ligt de nettoafname 3,4% hoger dan het niveau van 2009; ze evolueerde van 73.642 TWh in 2009 naar 76.165 TWh in 2010. De jaarlijkse afnames op het net van 50Hertz be­ droegen in totaal 63,0 TWh in 2010. Deze omvatten de totale hoeveelheid energie die door de klanten van het net op zeer hoge spanning (380/220 kV) werd afgenomen of van de transformatie van de zeer hoge spanning naar hoogspanning op het niveau van 50Hertz Transmission GmbH.

Het balancingmechanisme beantwoordt aan de behoeften van de markt Het evenwicht tussen productie en verbruik is in eerste instantie afhankelijk van de marktpartijen en met name van de evenwichtsverantwoordelijken (ARP’s of Access Respon­ sible Parties). Zij moeten zo goed mogelijk instaan voor het evenwicht tussen de injecties en afnames op de injectie- en afnamepunten. Daartoe moet elke evenwichtsverantwoordelijke Elia de dag voordien in kennis stellen van alle energie-uitwisse­ lingen die hij per kwartuur op elk punt van het net zal uitvoeren, ongeacht of het gaat om injecties of afnames, uitwisselingen tussen evenwichtsverantwoordelijken of in- en uitvoer van elektriciteit. Het resterende onevenwicht voor de Belgische re­ gelzone wordt door Elia in real time gecompenseerd. Hiervoor doet de netbeheerder een beroep op de energiereserves die contractueel beschikbaar zijn bij producenten en grootverbrui­ kers in België. In België bedroegen de energievolumes die Elia in 2010 heeft aangewend om het evenwicht van de zone te bewaren 844 GWh, ten opzichte van 718 GWh het jaar voordien. De regelenergie die nodig was om het verschil tussen de productie en het verbruik binnen de regelzone van 50Hertz te compenseren, bedroeg 1.703 GWh in 2009 en 1.383 GWh in 2010.


Met de toetreding van Terna en 50Hertz in november is de zone die onder toezicht van Coreso staat fors uitgebreid. Ze dekt nu meer dan 40 % van het totale verbruik in Europa.

Coreso wordt nog belangrijker voor de bevoorradingszekerheid in België en Europa Coreso is het eerste regionaal technisch coördinatiecentrum dat op initiatief van meerdere transmissienetbeheerders voor elektriciteit (Elia, RTE & National Grid) is opgericht. De activiteiten van Coreso gingen op 16 februari 2009 in Brussel van start. Het centrum levert prognoses over de veiligheid van het net in Noord-West-Europa aan de controlecentra van de betrokken transmissienetbeheerders. Coreso voert hiertoe vei­ ligheidsanalyses uit, simuleert verschillende scenario’s en stelt gecoördineerde bijsturingsmaatregelen voor die de transmis­ sienetbeheerders kunnen ondernemen om de veiligheid van het elektriciteitssysteem in de zone te beheersen. Het opera­ tionele team van Coreso werkt in ploegen en verzekert 24 uur per dag onafgebroken de dienst. Het coördinatiecentrum levert veiligheidsanalyses die elke 15 minuten worden geactualiseerd op basis van de gegevens die door de transmissienetbeheer­ ders worden verstrekt (topologie, elektriciteitsstromen, span­ ning, productie en belasting, technische kenmerken van hun netten) in de betrokken zone. Terna, de Italiaanse transmissienetbeheerder voor elektriciteit, en 50Hertz hebben de oprichters van Coreso in november 2010 vervoegd. Hierdoor telt het centrum voortaan vijf aan­ deelhouders, allemaal transmissienetbeheerders voor elektri­ citeit. De zone die door Coreso wordt gecontroleerd, werd op deze manier uitgebreid tot 215 miljoen verbruikers, die meer dan 40% van het elektriciteitsverbruik in de Europese Unie vertegenwoordigen. De coördinatiediensten die Coreso levert, hebben sinds de oprichting van het centrum een belangrijke evolutie gekend, in een Europese elektriciteitsmarkt die zich kenmerkt door een echte transnationale dimensie en een toenemend aandeel van hernieuwbare energie die per definitie een variabel karakter heeft. Zo vervult Coreso als dienstverlener bijvoorbeeld een belangrijke rol in het kader van de regionale marktkoppeling tussen Frankrijk, de Benelux en Duitsland.

Door de deelname van National Grid kan ook rekening worden gehouden met de energiestromen op de gelijkstroomkabel IFA die Frankrijk met GrootBrittannië verbindt. Deze samenwerking anticipeert op de ontwikkeling van toekomstige projecten voor offshore windmolenparken en nieuwe gelijkstroom­ kabels tussen Groot-Brittannië en Centraal-WestEuropa. Dat de aanwezigheid van Coreso in Europa een grote meerwaarde betekent, heeft het centrum al meermaals bewezen, bijvoorbeeld door in het Europese elektrische systeem risicosituaties te identificeren die alleen konden worden opgespoord door het delen van informatie die verder reikt dan de actieradius van de betrokken netbeheerders. In dergelijke situaties is Coreso erin geslaagd om preventief gecoördineerde en efficiënte oplossingen voor te stellen.

TSO Security Cooperation (TSC) TSO Security Cooperation is een samenwerkings­ initiatief van 11 Europese netbeheerders, waaronder 50Hertz Transmission, dat tot doel heeft het veilige beheer van de transmissienetten voor elektriciteit in Centraal-Europa te verbeteren. Het project voorziet niet alleen in de oprichting van een permanente groep van deskundigen (TSO Security Panel), maar ook in het gebruik van een waarschuwingssysteem in real team (Real-time Awareness and Alarm Sys­ tem) en de implementatie van een IT-platform voor het uitwisselen van gegevens en het uitvoeren van gezamenlijke veiligheidsberekeningen. TSC streeft ernaar de veiligheid van de netexploitatie te vergro­ ten met het oog op de integratie van een belangrijk aandeel van windenergie en de toename van de grensoverschrijdende uitwisselingen.


30 + 31 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

infrastructuur Lengte van het hoogspanningsnet in België

Lengte van het hoogspanningsnet van 50Hertz

De cijfers zijn exclusief de netten waarvan Elia niet de eigenaar is.

Op 1 januari 2011 bedroeg de totale lengte van het transmissienet van 50Hertz (met uitzondering van het net op 110 kV) 9.765 km (tegenover 9.755 km op 1 januari 2010).

Voor de bovengrondse verbindingen is in de tabel de geografi­ sche lengte vermeld, d.w.z. de som van de geografische leng­ tes van alle luchtlijnen, ongeacht of deze in of buiten gebruik zijn. Parallelle circuits zijn slechts één keer meegeteld. Voor de ondergrondse kabels is in de tabel de elektrische lengte vermeld, d.w.z. de som van de lengtes van de circuits van alle verbindingen die in dienst zijn. Gebundelde circuits zijn slechts één keer meegeteld.

LENGTE VAN DE HOOGSPANNINGSNETTEN VAN ELIA OP 1-1-2011 Spanning (kV) Elia

Ondergrondse verbindingen (km)

Bovengrondse verbindingen (km)

Totaal (km)

2011

2010

2011

2010

2011

2010 891

380

-

-

891

891

891

220

-

-

297

297

297

297

150

427

415

2.008

2.008

2.435

2.423

70

280

282

2.382

2.338

2.662

2.670

36

1.927

1.928

8

8

1.935

1.936

30

141

140

22

22

163

162

2.775

2.765

5.608

5.614

8.383

8.379

2011

2010

2011

2010

2011

2010

380

55

55

6.830

6.815

6.885

6.870

220

3

3

2.862

2.867

2.865

2.870

110

2

2

23

23

25

25

400 (DC)

15

15

-

-

15

15

Totaal 50Hertz

75

75

9.715

9.705

9.790

9.780

Totaal Elia 50Hertz


investeringen De Elia groep heeft verschillende drijfveren om te in­ vesteren in zijn transmissienetten: tegemoet komen aan de aanvragen voor aansluitingen en netver­ sterkingen van industriële klanten en distributienet­ beheerders, inspelen op de evolutie van de vraag, zowel wat de hoeveelheid afgenomen energie als de locatie betreft, het vervangen van verouderde in­ stallaties of deze in overeenstemming brengen met de milieunormen, bijdragen aan de openstelling van de markt en de integratie van hernieuwbare energie bevorderen. Alle infrastructuurprojecten worden uit­ gewerkt op basis van criteria die betrekking hebben op de betrouwbaarheid, de economische efficiënte en het duurzame karakter van de voorgestelde oplossingen.


32 + 33 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

het Elia-net in België Ontwikkeling van de interconnecties

eenheden waarvoor alleen een oriëntatiestudie werd uitgevoerd). Deze projecten, die voornamelijk door nieuwe marktspelers worden beheerd, bevinden zich in erg uiteenlopende ontwikkelingsstadia. Het is evenwel niet zeker of al deze projecten in de toekomst ook daadwerkelijk zullen worden gereali­ seerd.

In 2010 hebben Elia en RTE de versterking van de interconnec­ tie ingehuldigd die het hoogspanningsstation van Moulaine in Frankrijk (Meurthe-et-Moselle) met dat van Aubange (Belgische Ardennen) verbindt. Deze investering bestaat in de installatie van een tweede circuit (draadstel) van 220.000 volt op een bestaande elektrische lijn over een afstand van 15 km. Door het gebruik van een nieuw type hoogtechnologische elektri­ sche geleiders, zowel op het nieuwe als op het bestaande circuit, kon het transmissievermogen van elk circuit met meer dan 20% worden verhoogd. Dankzij deze investering is de uitwisselingscapaciteit tussen Frankrijk en België met ongeveer 10 tot 15% gestegen, zonder dat de aanleg van een nieuwe elektriciteitslijn vereist was. Deze hogere uitwisselingscapaciteit biedt bovendien meer mogelijkheden voor wederzijdse on­ dersteuning tussen de beide landen wanneer zich een ernstig incident voordoet. Ze draagt tevens bij tot de ontwikkeling van de geïntegreerde Europese elektriciteitsmarkt.

Om de aansluiting van de nieuwe productie-eenheid van T-Power mogelijk te maken, heeft Elia in 2010 een aantal aanpassingen doorgevoerd in het 150 kV-station van Beringen. Hetzelfde geldt voor de productie-eenheid van Exxon Mobile die na de afloop van de noodzakelijke werkzaamheden op het 150 kV-station Scheldelaan kon worden aangeslo­ ten. In de loop van hetzelfde jaar heeft Elia ook een 150 kV-kabelverbinding aangelegd met het oog op de aansluiting van de nieuwe eenheid van Marcinel­ le-Energie op het station van Monceau.

Aansluitingen op aanvraag van industriële klanten en producenten

Netversterking als antwoord op de evolutie van het elektriciteitsverbruik

In 2010 zijn tal van projecten voor de aansluiting van nieuwe productie-eenheden voor elektriciteit bestudeerd. Zo heeft Elia, in opdracht van klanten-producenten, oriëntatiestudies (uitvoerbaarheid, kosten, …) gemaakt over de aansluiting van geplande elektriciteitscentrales op het transmissienet. Deze technische en economische studies zijn een belangrijk onder­ deel van de haalbaarheidsstudies van deze investeringen.

Er zijn in verschillende stations op het net projecten uitgevoerd voor de versterking van het transforma­ tievermogen naar de middenspanning. Voorbeelden hiervan zijn de stations Lokeren 36 kV, Elan 36 kV, Wilsele 150 kV, Wingene 36 kV en Gosselies 150 kV.

De in 2010 behandelde dossiers voor de aansluiting van cen­ trale productiemiddelen vertegenwoordigen ongeveer 6.000 MW (met uitzondering van offshore projecten, projecten voor decentrale productie en projecten voor centrale productie-

In het kader van deze investeringen wordt in de hoogspanningsstations een transformator naar de middenspanning geïnstalleerd, die het mogelijk maakt om vanuit deze hoogspanningsstations in te spelen op een groter verbruik op de distributienetten.


Het vernieuwings- en onder­ houdsprogramma van de installaties werd voortgezet in 2010.

Programma voor de vervanging van uitrustingen België mag zonder meer worden beschouwd als een van de Europese landen met de beste elektriciteitsbevoorrading. Dit is het resultaat van de gekozen strategie voor het onderhoud van de uitrustingen en voor de vervanging van infrastruc­ tuur waarvan de betrouwbaarheid op termijn zou kunnen afnemen. Het afgelopen jaar heeft Elia zijn programma voor de vernieuwing van installaties verder ten uitvoer gelegd. Hiertoe zijn tal van werkzaamheden uitge­ voerd: • op 220 kV: onder meer de vervanging van het bestaande hoogspanningsstation van Seraing door een installatie van het type GIS; • op 150 kV: onder andere de werken in de hoog­ spanningsstations van Dampremy en Monceau (nog aan de gang); • op 70 kV: bijvoorbeeld in Noordschote; • op 36 kV: in Essegem, de vernieuwing van de ondergrondse verbinding Eeklo-Waarschoot, …; • in middenspanningscabines: bijvoorbeeld in Burcht en Merksem.

Integratie van decentrale productie en/of onshore productie uit hernieuwbare energie Het bestaande transmissienet beschikt over een aanzienlijke capaciteit voor de aansluiting van decentrale productie-eenheden. Om deze aanslui­ tingen mogelijk te maken, zijn in bepaalde gevallen echter investeringen nodig op het niveau van de transformatie of de versterking van de stations. Aan­ gezien de termijn voor het verkrijgen van vergunnin­ gen voor dit soort investeringen aanzienlijk korter is dan in het geval van investeringen in ondergrondse en bovengrondse verbindingen, is het over het alge­ meen mogelijk om de bovengenoemde werken uit te voeren binnen termijnen die verenigbaar zijn met de planning van de betrokken investeerders.

Zo heeft Elia, nadat het in eerste instantie de middenspan­ ningscabine van het hoogspanningsstation van Lier had uitge­ breid, de tertiaire wikkeling van de 150/70/15kV-transformator in gebruik genomen, zodat de energie die wordt geproduceerd door de decentrale eenheden die in de regio St. Katelijne Waver-Kontich-Duffel-Lier op de middenspanning zijn aange­ sloten, rechtstreeks in het transmissienet kan worden geïnjec­ teerd. Omdat deze oplossing niet volstaat om aan de totale behoefte te voldoen, worden ook nog andere mogelijkheden onderzocht om het net verder te ontwikkelen. Verder zijn twee 70 kV-kabels aangelegd tussen Beerse en Merksplas/Koekhoven (die in een eerste fase op middenspan­ ning worden uitgebaat). Deze investering stelt de tuinbouw­ bedrijven die rond de gemeente Merksplan actief zijn, in staat om hun plannen voor de ontwikkeling van warmtekrachtkop­ pelingsinstallaties met een totaal vermogen van 60 MW uit te voeren. Een ander project van Elia bestaat in de volledige vernieuwing van het 70 kV-station van Monceau-en-Ardennes met het oog op de aansluiting van decentrale productie in deze zone. Er worden daarnaast nog andere netuitbreidingsprojecten onderzocht, om de ontwikkeling van decentrale productieeenheden te vergemakkelijken. Voorbeelden hiervan zijn: • de versterking van de 70 kV-lijnen in het oosten van de provincie Luik (Butgenbach-Bévercé-Houffalize) met het oog op de aansluiting van verschillende windmolenparken. Deze lijnwerkzaamheden worden mogelijk gecombineerd met de installatie van een 220/70 kV-transformator in MontLes-Houffalize; • de verlenging van het net naar het noorden (over een twintigtal kilometer) met het oog op de potentiële realisatie van verschillende projecten voor warmtekrachtkoppelings­ installaties (al dan niet op biomassa) in het noorden van de Kempen (Hoogstraten – Meer); • het voorzien van een 150 kV-injectie in de regio van Rijke­ vorsel om de aansluiting van productie-eenheden op basis van hernieuwbare energie mogelijk te maken. De op korte termijn geplande investeringen bestaan uit de installatie van een nieuwe 150/15 kV-transformator van 50 MVA in het hoogspanningsstation van Rijkevorsel, evenals in de aanleg van een 150 kV-kabel tussen Brecht (in aftakking op de 150 kV-lijn Massenhoven – Sint-Job) en Rijkevorsel.


34 + 35 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Het project Stevin heeft tot doel de bevoorradingszekerheid in de provincie West-Vlaanderen en in het bijzonder in de regio rond de haven van Zeebrugge te versterken.

STEVIN: uitbreiding van het 380 kV-net naar de kust Met het project Stevin wenst Elia zijn 380 kV-net tussen Zomergem en Zeebrugge uit te breiden om aan vier belang­ rijke doelstellingen te voldoen: de tweede fase van de offshore windmolenparkenprojecten voor de Belgische kust aanslui­ ten, via een onderzeese kabel een interconnectie tussen het Belgische en het Britse net aanleggen, decentrale productieeenheden op basis van hernieuwbare energie aansluiten en de bevoorradingszekerheid in de provincie West-Vlaanderen en in het bijzonder in de regio rond de haven van Zeebrugge versterken. Het jaar 2010 stond hoofdzakelijk in het teken van de opmaak van de plan-MER of plan-milieueffectrapportage – op basis van de aanbevelingen van de dienst MER van de Vlaamse overheid – waarin bijkomende alternatieven en milieuaspecten zijn opgenomen. Elia heeft dit plan-MER begin november bij de autoriteiten van het Vlaamse Gewest ingediend. In een volgende fase bestudeert de Vlaamse regering de nieuwe infrastructuur en het tracé van de verbinding in termen van ruimtelijke ordening. Dit gebeurt bij de opmaak van het voorontwerp van het GRUP (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoerings­ plan) waarbij het plan-MER in overweging wordt genomen. De volgende publieke consultatie zal waarschijnlijk in de loop van 2011 plaatsvinden. Indien de uitslag van de vergunnings­ procedure positief is, zouden de werken begin 2013 van start moeten gaan. De indienststelling is eind 2014 gepland.

Federaal Ontwikkelingsplan Op 15 september 2010 heeft Elia een eerste versie van zijn ontwerp van Federaal Ontwikkelingsplan 2010-2020 voor advies ingediend bij de federale regulator, de CREG, en de minister die bevoegd is voor het mariene milieu. Dit ontwerp van ontwikkelingsplan is opgesteld in samenwerking met de Algemene Directie Energie van de FOD “Economie, KMO, Middenstand en Energie” en met het Federaal Planbureau en neemt in het bijzonder elementen van de prospectieve studie elektriciteit in aanmerking. Het plan bevat een gedetailleerde schatting van de behoeften op het gebied van de transmissiecapaci­ teit voor elektricteit, die gebaseerd is op een reeks onderliggende hypothesen. Het is tevens afgestemd op het tienjarig ontwikkelingsplan dat door ENTSOE wordt opgesteld. Zoals in de wet van 13 februari 2006 is voorzien, wordt deze voorlopige versie van het plan onder­ worpen aan een milieueffectenbeoordeling. Naar verwachting zullen het ontwerp van ontwikkelings­ plan en het milieueffectenrapport in 2011 definitief door de federale minister voor Energie worden goedgekeurd.

Het offshore windmolenpark van Belwind kon al op het be­ staande Elia-net worden aangesloten dankzij de versterkingen die met de verbinding Koksijde-Slijkens en de versterking van het station Slijkens zijn gerealiseerd.

Plan de développement fédéral

2010-2020 raal

Het Ontwikkelingsplan bevat een gedetailleerde schatting van de behoeften aan transmissiecapaciteit op basis van verschillende hypotheses.

201

lan

ngsp

ikkeli Ont0w-2020

Fede


het net van 50Hertz Transmission in Duitsland 50Hertz Transmission heeft zijn netinfrastructuur uitgebreid en vernieuwd zoals in zijn investerings- en vervangingsplannen was vastgelegd. Daarnaast heeft het binnen de vooropgestelde termijnen een geheel van aansluitingsprojecten gerealiseerd.

Samen met de distributienetbeheerder envia Netz werd vorige zomer de start gevierd van de bouw van een nieuw hoogspanningsstation op de site van Freiberg Noord.

Zo werd het hoogspanningsstation Bärwalde uitgebreid met een aansluitingsveld voor de aansluiting van een eenheid van ongeveer 600 MW op de site van Boxberg. In het hoogspan­ ningsstation Bentwisch is een aansluitingsveld van 150 kV tot stand gebracht dat 50Hertz Offshore in staat stelt om het eerste offshore windpark in de Baltische Zee, Baltic 1, aan te sluiten.

De vernieuwingsprojecten in Neuenhagen (renovatie van een 110 kV-station en een 380 kV-station) zijn klaar. Momenteel wordt hard gewerkt aan de ver­ nieuwing en de uitbreiding van de hoogspannings­ stations van Vieselbach en Altenfeld (in het kader van het project voor de zuidwestkoppeling).

Het eerste deel van de nieuwe bovengrondse 380 kV-verbin­ ding tussen Hamburg en Schwerin is een feit. Ook alle nieuwe 110 kV-stations die door deze luchtlijn van stroom worden voorzien (eigendom van de distributienetbeheerder Wemag), zijn in dienst gesteld.

Aansluitingen en toegang tot het net

Er lopen vergunningsprocedures voor enkele andere boven­ grondse verbindingen, zoals de lijn voor de zuidwestkoppeling en de Uckermark-verbinding. Verder wordt op dit ogenblik nog een aantal procedures voorbereid (noordelijke ring van Berlijn, derde interconnectie met Polen). Om tegemoet te komen aan de vraag van de distributienetbe­ heerder E.ON Edis is in het hoogspanningsstation Eisenhüt­ tenstadt het transformatievermogen uitgebreid. In opdracht van de distributienetbeheerder Enso Netz is in het hoogspan­ ningsstation Dresden Zuid begonnen met de uitbreiding van de transformatiecapaciteit, door de toevoeging van een bijkomen­ de 380/11-transformator.

In 2010 waren er bij 50Hertz Transmission 14 aanvragen in behandeling voor de aansluiting van eenheden voor de productie en de opslag van elektriciteit op zijn net. Deze aansluitingsaanvragen betroffen 12 sites en waren goed voor een totaal vermogen van ongeveer 12.150 MW. In overeenstemming met de wettelijke bepalingen (KraftNAV en Energy Act) is ook gestart met de jaarlijkse opvolging van de status van de project­ aanvragen. Er worden op dit ogenblik ongeveer 22 aanvragen onderzocht voor de aansluiting van productieeenheden op basis van hernieuwbare energie (in het kader van het EEG-decreet). Deze vertegenwoor­ digen een vermogen tot 5.500 MW. Het gaat om 14 aanvragen voor offshore productie-eenheden en 8 aanvragen voor onshore productie-eenheden, waaronder ook zonne-energieparken die tot 250 MW kunnen opwekken.


36 + 37 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Het eerste deel van de nieuwe noordelijke verbinding tussen Hamburg en Schwerin is een feit. Alle nieuwe 110 kV-stations die door deze luchtlijn van stroom worden voorzien, zijn eveneens in dienst gesteld.

50Hertz Transmission heeft zijn netinfrastructuur uitgebreid en vernieuwd zoals in zijn investerings- en vervangingsplannen was vastgelegd. Daarnaast heeft het binnen de vooropgestelde termijnen een ­geheel van aansluitingsprojecten gerealiseerd.

Voor de productie-eenheden van Reuter West en Rostock, evenals voor een ijzer- en staalfabriek in Thuringen, is er een akkoord bereikt over de con­ tracten voor de aansluiting en de toegang tot het net. Deze worden op 1 januari 2011 van kracht.

Derde interconnectie tussen Duitsland en Polen Op 23 oktober 2010 hebben PSE Operator en 50Hertz Transmission besloten om hun samenwer­ king in het kader van het project “Ger-Pol Power Bridge” voort te zetten op basis van een algemeen akkoord. De twee transmissienetbeheerders heb­ ben een voorbereidende verklaring ondertekend waarin ze zich ertoe verbinden om zo spoedig mo­ gelijk een samenwerkingsovereenkomst te sluiten. In dat akkoord moet een samenwerkingsstructuur en een gedetailleerder plan worden vastgelegd. De transmissienetbeheerders zijn ook van plan om een financieringsaanvraag in te dienen bij de Europese Unie, zodat het project sneller ten uitvoer kan wor­ den gelegd. Het samenwerkingsakkoord werd in december 2010 in Warschau ondertekend, in aan­ wezigheid van Europese vertegenwoordigers, onder wie de projectcoördinatoren, vertegenwoordigers van de ministers en van de regelgevende instanties van beide landen.


internationale projecten Interconnectie met Nederland

Interconnectie met Frankrijk

Bij de installatie van dwarsregeltransformatoren werden ook de beveiligingen op de 380 kV-lijn van Zandvliet naar het Nederlandse Borssele aange­ past, om ervoor te zorgen dat bij de uitbouw van het net met een nieuw 380 kV-hoogspanningssta­ tion in Borssele deze verbinding als internationale interconnectieverbinding tussen België en Neder­ land kan worden gebruikt.

Naast de installatie van het tweede draadstel op de bestaande 220 kV-verbinding tussen Aubange en Moulaine – die in samenwerking met RTE werd gerealiseerd en in juni 2010 is ingehuldigd – onderzoeken Elia en RTE samen de noodzaak om de transmissiecapaciteit tussen Frankrijk en België verder te versterken.

Interconnectie met Duitsland Elia en de Duitse netbeheerder Amprion hebben het afgelopen jaar verdergewerkt aan gedetailleerde studies met het oog op de geplande aanleg van een verbinding tussen België en Duitsland. Op basis van de conclusies van deze studies staan de twee netbeheerders positief ten aanzien van de ontwik­ keling van een rechtstreekse en regelbare intercon­ nectie van ongeveer 1000 MW tussen beide landen, met een mogelijke uitvoering tegen 2016-2017. Deze interconnectie ligt bovendien in de lijn van het Europese beleid, aangezien ze de concurrentie bevordert, de bevoorradingszekerheid verbetert en bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellin­ gen inzake hernieuwbare energie op de Belgische en de Duitse markt. In dit verband hebben de trans­ missienetbeheerders voor deze studie een subsidie van de Europese Unie ontvangen. Deze verbinding zal tussen het hoogspanningsstation van Lixhe in België en dat van Verlautenheide in de regio van Aken tot stand worden gebracht.

Interconnectie met het Groothertogdom Luxemburg De haalbaarheidsstudies voor de aanleg van een rechtstreekse 220 kV-verbinding tussen de netten van Elia en Creos (de Luxemburgse netbeheerder) worden voortgezet. Diverse varianten worden geanalyseerd in het licht van de ontwikke­ ling van de markthypotheses die voor de komende jaren wordt vooropgesteld.

Interconnectie met Groot-Brittannië: het project Nemo Elia en National Grid hebben gezamenlijk verder onderzoek verricht naar de aanleg van een verbinding tussen hun netten, om de liquiditeit op de elektriciteitsmarkten te verhogen en de bevoorradingszekerheid in zowel Groot-Brittannië als België te ondersteunen. De uitvoerbaarheid van het Nemo-project werd eind 2008 bevestigd en het eerste gedeelte van de ontwikkelingsfase van deze verbinding ging in 2009 van start. In deze fase worden niet alleen de technische aspecten van de verbinding preciezer gedefinieerd, maar zijn ook de vergunningsprocedures gestart.


38 + 39 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Studie van de zeebodem De zeebodem tussen België en Groot-Brittannië is – in tegenstelling tot wat men zou verwachten – geen uitgestrekte, regelmatige en gladde zandvlakte. De diepte van de zee varieert van een paar tot ongeveer honderd meter, de bodem is onregelmatig en bestaat uit stuifduinen die zich met de zeestromingen verplaatsen. Het onderzoek moet duidelijk maken hoe de kabels van de onderzeese verbinding hierin zo goed mogelijk kunnen worden verankerd. Er bevindt zich al een groot aantal kabels op de zeebodem (voornamelijk telecommunicatieverbindingen) en over elke kruising moet met de eigenaar van de kabel in kwestie een individueel akkoord worden bereikt. Een ander element waarmee ook rekening moet worden gehouden, is het feit dat de zeebodem bezaaid is met allerlei wrakstukken.

De technische studie zal naar alle waarschijnlijkheid in het eerste semester van 2011 worden afgerond. De studie van de zeebodem werd in 2010 bijna volledig voltooid. De experts die met dit onderzoek zijn belast, buigen zich onder andere over aspecten in verband met het warmtegeleidend vermogen van de bodem, het meest geschikte traject, diverse technieken voor de aanleg in functie van de toestand waarin de zeebodem zich bevindt en de kruisingen met andere onderzeese kabels. Dit project vorderde ook op het vlak van de regelgevende aspecten die ermee verbonden zijn. Dat gebeurde in overleg met de Engels regulator OFGEM en zijn Belgische evenknie, de CREG. De aankoopfase zou in 2012 moeten starten. Men verwacht dat de verbinding ten vroegste in 2016 onder spanning zal kunnen worden gezet.

De Nemo-verbinding zal uit twee grote delen bestaan: een onderzees gedeelte (offshore) van ongeveer 130 km en een gedeelte op het vaste­ land (onshore), dat aan weerszijden van het Kanaal slechts enkele kilometers lang zal zijn tot aan de aansluitingsstations. De gelijkstroomverbinding be­ staat uit twee afzonderlijke kabels (de ene met een positieve en de andere met een negatieve spanning) die als één geheel zullen worden uitgebaat. Beide uiteinden worden verbonden met een hoogspan­ ningsstation (conversiestation) voor de AC/DC-om­ zetting (wisselstroom/gelijkstroom) en de aanslui­ ting op het 380 kV-net. De eigenlijke omvorming verloopt via elektronische halfgeleidercomponenten. De capaciteit van de verbinding zal tussen 700 en 1.300 MW bedragen, afhankelijk van de resultaten van de studie die momenteel wordt uitgevoerd.


onderhoud van het net Preventief onderhoud van het net Dankzij de knowhow van de teams die op het terrein het pre­ ventieve en curatieve onderhoud van het transmissienet uitvoe­ ren en de vervangingsinvesteringen die de voorbije decennia werden gerealiseerd, bereikt de bevoorradingszekerheid sinds meerdere jaren een bijzonder hoog performantieniveau. Dit resultaat is het gevolg van een proactief beheer van de incidentrisico’s. Dit beheer behelst een preventief onderhouds­ programma en een vervangingsbeleid. De technologieën en de netinfrastructuurelementen zijn hier bepalend. Enerzijds put de onderneming voor het opstellen van het onderhouds- en vervangingsbeleid uit de terugkoppeling van ervaringen op het terrein. Zo wordt er bij alle incidenten een specifieke analyse gemaakt, ook al is er in de meeste gevallen geen sprake van onderbreking van de voeding voor de klanten. Anderzijds wordt er werk gemaakt van de verdere standaardisering en harmoni­ sering van de infrastructuurelementen, worden er operationele databanken en werkprocedures opgesteld die zowel tot het behoud van de kwaliteit als de verhoging van de productiviteit bijdragen. Voor de lijnen, kabels en masten omvat het preventieve onder­ houd verschillende vormen van inspectie. Zo worden de om en bij de 20.000 masten meerdere keren per jaar gecontroleerd met infrarood of met camera. Voor de hoogspanningsstations wordt preventief onderhoud geprogrammeerd voor de zowat 11.600 onderdelen van de infrastructuur, die over het hele land verspreid zijn. In 2010 hebben de teams op het terrein bijna 17.050 interventies uitgevoerd: preventief onderhoud (11.600), inspecties (4.650) en wettelijke controles (800). Wat de vervangingsinvesteringen betreft, wordt gezocht naar een synergie tussen uitbreidings- en vervangingsinvesterin­ gen, evenals investeringen met het oog op de veiligheid van

de mensen. In 2010 is ongeveer 46,8 miljoen euro geïnvesteerd in de vernieuwing van verouderde uitrusting. Er werden op alle spanningsniveaus tal van werken uitgevoerd, waaronder de vervanging van vermogenschakelaars, railscheiders, lijnschei­ ders, vermogens- en spanningstransformatoren, bliksemafleiders, meetkasten, beschermingsrelais en telecontrolesystemen. Voor deze onderhouds- en vervangingsactiviteiten worden ongeveer 600 Elia-medewerkers ingezet. Twee derde hiervan werkt op het terrein, terwijl één derde technische en administratieve ondersteuning verleent.

Interventies bij incidenten De teams van Elia zijn ook 24 uur op 24 in touw voor herstellingswerkzaamheden na incidenten. Daarbij komen nog de interventies die vereist zijn om installaties of personen in veiligheid te brengen. Het personeel van Elia staat 7 dagen op 7 klaar om snel in te grijpen op de plaats van een incident en meteen herstellingen uit te voeren. Dit draagt recht­ streeks bij tot de bevoorradingskwaliteit van het net. ACHÊNE: AANLEG VAN EEN NOODLIJN

Als gevolg van de bijzonder hevige onweders met uitzonderlijke windhozen die op 14 juli 2010 in de late namiddag over ons land raasden, hebben er zich gelijktijdig meerdere incidenten voorgedaan op het hoogspanningsnet. Door de windhozen kwa­ men verscheidene hoogspanningsmasten ten val of raakten zwaar beschadigd; een twintigtal netele­ menten, op verschillende spanningsniveaus, werd


40 + 41 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Op 14 juli beschadigt een windhoos meerdere netelementen, met de aanleg van een noodlijn op de interconnectie Achêne-Lonny tot gevolg.

hierdoor tijdelijk of definitief uitgeschakeld. De 380 kV-inter­ connectie Achêne-Lonny en een van de drie verbindingen die de ondersteunende diensten van de kerncentrale van Tihange van stroom voorzien, deelden in de klappen. Hierdoor werd de elektriciteitsbevoorrading op bepaalde plaatsen onderbroken. Er zijn in een groot aantal hoogspanningsstations spannings­ dips geregistreerd. Zo duurde het ongeveer 6 uur voor de stroomvoorziening in het hoogspanningsstation van Dinant kon worden hersteld. Elia zette in Namen meteen een crisiscentrum op om de werkzaamheden voor het veilig stellen van de installaties en het hervoeden van de verbruikers in goede banen te leiden. Onze teams zijn heel de nacht van 14 op 15 juli in de weer geweest om de situatie te herstellen. Er werd gedurende enkele weken extra personeel ingezet om de beschadigde uitrustingen uit de weg te ruimen en het begin van de herstellingswerken voor te bereiden. Als gevolg van deze gebeurtenissen dienden de programma’s voor de exploitatie van het net te worden herzien. In enkele weken tijd werd in Achêne een noodlijn geïnstalleerd op de 380 kV-interconnectie Achêne-Lonny. Deze verbinding werd in augustus in gebruik genomen toen het elektriciteitsverbruik na de zomervakantie weer begon te stijgen. Deze ingreep heeft er, samen met de in juni ingehuldigde versterking tussen Aubange en Moulaine, toe geleid dat het capaciteitsverlies op de grens­ overschrijdende verbindingen kon worden gecompenseerd. De beschadigde elektriciteitsvoorziening van de ondersteunende diensten van de kerncentrale van Tihange werd tijdens de herstellingsperiode geleverd door een tijdelijke aftakking op de 150 kV-verbinding vanuit Avernas. Gezien de omvang van de schade zullen de herstellingswerkzaamheden pas in de loop van het eerste semester van 2011 worden afgerond.

LINT: MASTEN HEROPGEBOUWD EN VERBINDING OPNIEUW IN DIENST GESTELD!

Elia is niet bij de pakken blijven zitten na het incident dat zich op 21 juli 2009 in Lint heeft voorgedaan. Hierbij raakten tijdens een storm twee masten van de dubbele 380 kV-verbinding Mercator-Massen­ hoven beschadigd, alsook de naburige 150 kV- en 70 kV-lijnen. Er werd besloten om een noodlijn te installeren, om de betrouwbaarheid van de elektriciteitsbevoorrading in een groot gedeelte van Vlaanderen te kunnen blijven handhaven. Er werd in overleg met de betrokken aannemers ook meteen een planning opgesteld voor de definitieve herstel­ ling van de bestaande lijnen, zodat deze belangrijke as in het hoogspanningsnet in de lente opnieuw in gebruik zou kunnen worden genomen. In maart 2010 kon het eerste draadstel opnieuw in dienst worden gesteld. Nadat de noodlijn werd ontman­ teld, kon eind april 2010 ook het tweede draadstel weer in gebruik worden genomen.


werking van de markt Integratie van de Europese markten De transmissienetbeheerders voor elektriciteit uit Duitsland, België, Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg en Neder­ land werken al meerdere jaren samen aan de uitvoering van een project voor de ontwikkeling van een geïntegreerde elektri­ citeitsmarkt op het niveau van de regio “Centraal West Europa” (CWE). Met het oog hierop werd in 2007 een Memorandum of Understanding ondertekend. In 2009 zijn in deze zin al een aantal belangrijke stappen gezet. De werken zijn voortgezet in 2010. GEZAMENLIJKE CAPACITEITSBEREKENING

Sinds 18 mei 2009 coördineren de netbeheerders van de CWE-regio hun berekeningen van maandelijkse in- en uit­ voercapaciteiten. Aan het begin van elke maand wisselen de transmissienetbeheerders gegevens uit die nuttig zijn voor de berekening van de grensoverschrijdende transmissiecapaci­ teit. Het gaat onder meer om informatie over verbindingen die buiten dienst zijn wegens onderhoud of over grote productieeenheden die afgeschakeld zijn. De resultaten van deze berekeningen worden vervolgens uitgewisseld en besproken door de experts om een betrouwbare en veilige werking van het CWE-net te waarborgen. In het kader van de marktkoppeling werd een nieuwe gecoör­ dineerde procedure in gebruik genomen voor de D-1 capaci­ teitsberekening (vandaag voor morgen) op het niveau van de regio CWE. Deze procedure werd bijna een jaar lang getest en is sinds 8 november 2010 – de avond voor de start van de marktkoppeling met vijf landen uit deze regio – volledig operati­ oneel. Dankzij dit mechanisme kan elke transmissienetbeheer­ der de veiligheid van het net controleren aan de hand van een gezamenlijk netmodel.

Naast deze eerste voorstellen met betrekking tot de uitwisselingscapaciteit (NTC of Net Transfert Ca­ pacity) maakt elke netbeheerder uit de CWE-zone iedere avond een zo nauwkeurig mogelijke raming van de situatie voor twee dagen later (D2CF: “2 days-ahead congestion forecast”). Deze bestan­ den bevatten gedetailleerde prognoses over onder andere de topologie van het net, de productie en het verbruik. Ze sturen ze elke avond door naar de operatoren van Coreso, zodat zij zich een globaal beeld van de situatie van het net kunnen vormen. Dankzij dit gezamenlijke basismodel kan elke trans­ missienetbeheerder van de zone nagaan of een maximaal gebruik van de uitwisselingscapaciteit, als dat zich zou voordoen, op de verschillende grenzen van de zone geen risico inhoudt voor de veiligheid in de zone. Indien een potentieel probleem wordt vastgesteld waarvoor geen oplossing voorhanden is, worden de voorgestelde capaciteiten op geco­ ördineerde wijze naar beneden bijgesteld. Dankzij deze controles die elke nacht in alle controlecentra worden uitgevoerd, kunnen op de markt dagelijks veilige uitwisselingscapaciteiten worden toegewe­ zen voor de geïnterconnecteerde netten van de regio CWE. INTEGRATIE VAN DE DAY-AHEADMARKTEN

Op 9 november 2010 is een cruciale stap gezet met de gelijktijdige lancering van de prijskoppeling in de Centraal-West-Europese regio (Benelux, Frankrijk, Duitsland) en de volumekoppeling (Interim Tight Volume Coupling) tussen deze regio en de Scandi­ navische markt (Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden).


MARKTPRIJZEN - CWE REGIO

42 + 43 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

€/MWh

■ DE ■ BE ■ FR

■ NL

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 01/07 11/07 21/07 31/07 10/08 20/08 30/08 09/09 19/09 29/09 09/10 19/10 29/10 08/11 18/11 28/11 08/12 18/12 28/12

De CWE-prijskoppeling is een systeem dat de mogelijkheid biedt om op basis van een centrale module tegelijkertijd de uitwisselingsvolumes en de marktprijzen te berekenen aan de hand van de gegevens die door de transmissienetbeheerders voor elektriciteit (Available Transfer Capacity op de grenzen) en de energiebeurzen (verkoop- en aan­ koopaanbiedingen) worden verstrekt. De tussentijdse oplossing “Interim Tight Volume Coupling” (ITVC) is gebaseerd op het EMCC-kop­ pelingsmodel (“European Market Coupling Com­ pany”) voor de volumes tussen de Duitse grenzen – en dus voortaan de volledige regio CWE – en de Scandinavische markt via de interconnectoren tussen Duitsland en respectievelijk Denemarken en Zweden. Ook de interconnector NorNed tussen Nederland en Noorwegen werd in januari 2011 in deze volumekoppeling geïntegreerd. Op de eerste dag waarop het mechanisme in gebruik werd genomen, vertoonden de day-ahead­ prijzen voor het basisverbruik (baseload) binnen de CWE-regio een convergentie voor alle uren van de dag. De gemiddelde prijs van de elektriciteit die op 10 november 2010 wordt geleverd, bedroeg € 51,21/MWh. De stromen op de ITVC-intercon­ nectoren tussen de Scandinavische landen en de CWE-regio worden ten hoogste gedurende 23 van de 24 uur gebruikt. Dit systeem heeft in 2010 bijna twee maanden ge­ functioneerd. In deze periode waren alle zones van de CWE-regio 61% van de tijd gekoppeld. Ook de beurzen en de transmissienetbeheerders van de CWE-regio zullen verder inspanningen leve­ ren om te evolueren naar een “flow-based”-model voor capaciteitsberekeningen, aan de hand van een

simulatie van het verloop van de energiestromen met behulp van een gezamenlijk CWE-netmodel. GEHARMONISEERDE VEILINGREGELS

De lancering van de marktkoppeling in de regio “Central West Europe” heeft ook een impact gehad op de geharmoniseerde veilingregels die in november 2009 zijn ingevoerd voor de toewijzing van transmissiecapaciteit op de grenzen tussen de landen van deze regio – op jaarbasis, per maand en per dag. De expliciete veiling van dagcapaciteit op de Duitse grenzen is afgeschaft. Enkel als de resultaten van de prijskoppeling in de CWE-regio niet tijdig zouden kunnen worden gepubliceerd, worden door CASC-EU expliciete schaduwveilingen georgani­ seerd. KOPPELING VAN DE DAY-AHEADMARKTEN IN DE REGIO NOORD-WEST-EUROPA

De transmissienetbeheerders voor elektriciteit uit de NoordWest-Europese regio (NWE) hebben besloten om te starten met een project voor de ontwikkeling en de implementatie van één mechanisme voor de koppeling van de dagprijzen, met als doel om de groothandelsmarkten van de Centraal-WestEuropese regio (CWE met Duitsland, België, Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland), van de Scandi­ navische regio (Nordic bestaande uit Finland, Denemarken, Noorwegen en Zweden) en van Groot-Brittannië op duurzame wijze te integreren. INTEGRATIE VAN DE INTRADAYMARKTEN

Elia en zijn Nederlandse collega-netbeheerder TenneT zijn op 27 mei 2010 begonnen met de toewijzing van intradayca­ paciteit op hun gemeenschappelijke grens. De marktspelers kunnen hierdoor soepeler reageren om hun evenwicht tussen productie en verbruik bij te sturen, vooral bij onvoorziene gebeurtenissen. In 2008 werd een analoog mechanisme inge­ voerd op de grens met Frankrijk. Er wordt op dit ogenblik een vergelijkbaar initiatief onderzocht voor de grenzen tussen de vijf landen van de regio CWE.


Op 9 november 2010 werden de prijskoppeling in de Centraal-WestEuropese regio (Benelux, Frankrijk, Duitsland) en de volumekoppeling (ITVC) tussen deze regio en de Scandinavische markt (Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden) gelijktijdig gelanceerd. De interconnector NorNed tussen Nederland en Noorwegen werd in januari 2011 in deze volumekoppeling geïntegreerd.

De intradaymarkten zijn een belangrijk instrument voor de marktspelers, die hier gebruik van kunnen maken om hun positie terug in evenwicht te brengen in geval van veranderende voorwaarden met betrek­ king tot vraag en aanbod tussen het day-aheadsta­ dium en de operaties in real time. Dit aspect wordt nog belangrijker met het oog op de toename van de productiecapaciteit met een variabel karakter. De mogelijkheid voor de marktspelers om hun onevenwichten weg te werken, zou nog sterk kun­ nen worden verbeterd indien zij niet alleen gebruik zouden kunnen maken van de liquiditeit die op de nationale markten voorhanden is, maar ook van de liquiditeit op de extranationale markten, in zoverre er grensoverschrijdende capaciteit beschikbaar is. Daarenboven biedt een goed functionerende grens­ overschrijdende intradaymarkt zowel voordelen voor de netbeheerders als voor de marktspelers. Een dergelijke markt zou immers een positief effect heb­ ben op het algemene onevenwicht in de regelzone omdat de marktspelers voor het compenseren van hun onevenwichten tegen concurrerendere prijzen over liquiditeit kunnen beschikken. INTEGRATIE VAN DE BELGISCHE EN DE NEDERLANDSE INTRADAYMARKTEN

In de loop van 2010 hebben Elia, TenneT en de energiebeurzen Belpex en APX-Endex samen een systeem voor de impliciete toewijzing van intraday­ capaciteit op de grens tussen België en Nederland ontwikkeld. De vier partners hebben een akkoord bereikt over het gebruik van het tradingplatform Elbas van Nord Pool Spot. De tests met het oog op de invoering van het systeem zijn afgerond. Het project werd begin 2011 gelanceerd.

PROJECT VOOR DE INTEGRATIE VAN DE INTRADAYMARKTEN IN DE REGIO “NOORD-WEST-EUROPA”

Tot dusver bestaan in de Noord-West-Europese regio meer­ dere niet-gecoördineerde mechanismen voor de toewijzing van intradaycapaciteit naast elkaar. Deze hebben zowel betrekking op expliciete als op impliciete toewijzingen. Gelet op de uiteenlopende ontwikkelingsniveaus en de ver­ schillende modellen van grensoverschrijdende intradaymarkten, hebben de transmissienetbeheerders van de regio NWE (Am­ prion, Creos, Elia, EnBW TNG, Energinet.dk, Fingrid, National Grid, RTE, Statnett, Svenska Kraftnät, TenneT B.V., TenneT GmbH en 50Hertz Transmission) het project ‘NWE Intraday’ gelanceerd. Dit project heeft tot doel een regionale intradaymarkt tot stand te brengen op het niveau van Noord-West-Europa. Globaal ge­ nomen zal dit project de marktwerking vergemakkelijken door een toename van de intradayliquiditeit op de energiebeurzen. Hierdoor wordt tegelijkertijd ook de veiligheid van het elektri­ sche systeem in de regio versterkt.

De Belgische markt NEGATIEVE PRIJZEN

Op 9 november 2010 zijn op Belpex en op alle andere beurzen in de CWE-regio negatieve prijzen toegelaten in overeenstem­ ming met de regeling die op de Duitse markt geldt. Ten gevolge van deze evolutie heeft Elia de activeringsprijs van een aantal ondersteunende diensten en het onevenwichtstarief aange­ past. Deze aanpassingen hebben een gunstige impact op de signalen die aan de markt worden gegeven in het geval van een productieoverschot en leiden tot meer flexibiliteit, voorna­ melijk voor de producenten van hernieuwbare energie. CLOSED DISTRIBUTION SYSTEMS

De Europese richtlijn 97/2009 voorziet in een nieuwe soort speler: het “gesloten distributiesysteem” of “closed distribu­


44 + 45 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

tion system”. Dit is een net dat instaat voor de distributie van elektriciteit binnen een geografisch afgebakende industriële of commerciële locatie of een locatie met gedeelde diensten. De klanten van deze “private” netten moeten hun leverancier vrijelijk kunnen kiezen. In 2010 heeft de Users’ Group van Elia hierover een advies geformuleerd aan het adres van de Belgische autoriteiten. In deze tekst zijn voorstel­ len geformuleerd over de meest geschikte manier om deze richtlijn en de richtsnoeren om te zetten in een oplossing voor de betrokken industriële klanten. Synergrid, de vereniging van netbeheerders in België, heeft ook een advies uitgewerkt over dit onderwerp. Dit advies, waarin het standpunt van alle transmissie- en distributienetbeheerders wordt uiteengezet, is overgelegd aan de federale en regionale overheden. Verder onderzoekt Elia welke praktische en contractuele voorwaarden dienen te worden ingevoerd om te verzekeren dat de op het Elia-net aangesloten “closed distribution systems” in de praktijk kunnen functioneren.

De Duitse markt “NETZREGELVERBUND”

In antwoord op een beslissing van de Duitse regu­ leringsinstantie BNetzA is 50Hertz Transmission er, in samenwerking met de andere Duitse transmissie­ netbeheerders voor elektriciteit, in geslaagd om het reguleringsmechanisme “Netzregelverbund” tot heel Duitsland uit te breiden. Dit innovatieve balancing­ mechanisme, dat uniek is in het continentale Euro­ pese net, zal tegen mei 2011 volledig operationeel zijn. Situaties waarbij in een bepaalde regelzone sprake is van een productieoverschot, terwijl in een andere regelzone een vermogenstekort ontstaat, worden voortaan op een geïntegreerde manier met elkaar in evenwicht gebracht, met een daling van de globale kostprijs voor de verbruiker als gevolg.

Belpex, de Belgische energiebeurs Belpex is de Belgische beurs voor de handel op korte termijn van elektriciteit en groenestroomcertificaten. Belpex biedt producenten, leveranciers, industriële grootverbruikers en handelaars de mogelijkheid om hun portefeuille op korte termijn tegen een transparante en internationaal concurrentiële prijs te optimaliseren.

Eind 2010 waren er op Belpex 36 marktspelers – producenten, leveranciers, traders en banken – geregistreerd en actief. Dat zijn er twee meer dan aan het einde van het jaar voordien. Dankzij het succes van de trilaterale marktkoppeling die in 2006 werd gelanceerd, kan Belpex sinds zijn oprichting onafgebroken positieve financiële resultaten voorleggen. Deze situatie heeft zich in 2010 verder doorgezet en stelt de onderneming in staat om haar Belgische en Europese klanten nieuwe producten aan te bieden. STIJGENDE VOLUMES

Na de daling die aan het einde van 2008 en tijdens de eerste maanden van 2009 werd opgetekend – als gevolg van de financiële en economische crisis – gaat het verbruik sinds eind 2009 en zeker in 2010 weer in stijgende lijn. Het aandeel van de day-aheadmarkt van Belpex in het Belgische verbruik maakt dezelfde evolutie door met een toename van 12,4% in 2009 tot 13,7% in 2010. Het uitgewisselde volume is gestegen van een daggemiddelde van 27.782 MWh in 2009 naar 32.446 MWh in 2010. Het recordvolume in 2010 dateert van 7 december met 80.607 MWh, of 27,1% van het gemiddelde dagverbruik op het Elia-net. CONVERGERENDE PRIJZEN

Tijdens de opstartperiode van de trilaterale marktkoppeling (22 november 2006 tot 9 november 2010) zijn de prijzen op de drie elektriciteitsbeurzen – EPEX Spot France, Belpex en APX – gemiddeld gedurende 61,9% van de tijd gelijk geweest. De gemiddelde prijs op de day-aheadmarkt van Belpex bedroeg € 46,30 per MWh. Deze prijs lag iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (€ 45,38/MWh), maar was lager dan het Franse gemiddelde (€ 47,50/MWh). In 2010 waren de Belgische en de Franse prijzen gedurende 84,9% van de tijd gelijk, terwijl de Belgische en de Nederlandse beurzen gedu­ rende 72,9% van de tijd convergeerden. De prijzen op de drie beurzen waren gedurende 59,1% van de tijd gelijk. Tussen 9 november 2010 en het einde van dat jaar waren de Duitse, Belgische, Franse en Nederlandse day-aheadprijzen gedurende 55,1% van de tijd gelijk. In diezelfde periode convergeerden de Belgische en de Franse prijzen gedurende 97,7% van de tijd en de Belgische en Nederlandse prijzen gedurende 69,3%. De prijsconvergentie op de Belgische grenzen blijft dus hoog door de pentalaterale CWE-koppeling. De marktkoppeling in de Centraal-WestEuropese regio vermindert tevens de prijsvolatiliteit, dankzij de liquiditeit die op de spotmarkten in de CWE-regio aanwezig is. Bovendien kon dankzij deze koppeling van de liquiditeit worden vermeden dat er negatieve prijzen werden gevormd op mo­ menten waarop de vraag laag was en er tegelijkertijd in Duits­ land grote hoeveelheden energie op basis van hernieuwbare


Marktkoppeling De marktkoppeling bundelt de aankooporders met de hoogste prijs met de verkooporders met de laagste prijs op meerdere beurzen, ongeacht het land waar die orders werden ingebracht, maar wel rekening houdend met de beschikbare dagcapaciteit op de interconnecties. Dit heeft tot gevolg dat het goedkoopste aanbod aan de vraag wordt gelinkt, onafhankelijk van het land waaruit dit aanbod afkomstig is. Of aan de vraag in een bepaald land kan worden voldaan met een aanbod uit een ander land, hangt af van de dagcapaciteit die beschikbaar is op de interconnecties. Als deze volstaat, is de prijs op de verschillende markten gelijk. Wanneer deze capaciteit ontoereikend is, blijven de prijsverschillen beperkt door de verzadiging van de grenscapaciteiten. In 2006 is met succes een trilaterale marktkoppeling tot stand gebracht tussen de Belgische, de Franse en de Nederlandse energiebeurzen (respectievelijk Belpex, Powernext en APX) en de transmissienetbeheerders voor elektriciteit uit deze drie landen (Elia, RTE en TenneT). Dit mechanisme wordt op wereldvlak als een echte referentie beschouwd. In november 2010 werd de marktkoppeling uitgebreid tot de CentraalWest-Europese regio (CWE waartoe Duitsland, België, Frankrijk en het Groothertogdom Luxemburg behoren). Tegelijkertijd is een volumekoppeling gelanceerd tussen de CWE-regio en de Scandinavische landen, hetgeen neerkomt op de uitbreiding van de marktkoppeling tot negen Europese landen. De werken worden nu voortgezet binnen de Noord-West-Europese regio, waar Groot-Brittannië onderdeel van is.

energiebronnen werden geproduceerd. In deze omstandighe­ den kunnen op een geïsoleerde spotmarkt negatieve prijzen ontstaan, terwijl op een gekoppelde markt positieve prijzen kunnen worden gehandhaafd dankzij de uitvoer. De marktkoppeling genereerde dagelijks een optimaal gebruik van de invoer- en uitvoercapaciteit op de grenzen tussen België en Nederland en tussen België en Frankrijk, met een gemid­ deld invoervolume van 18.099 MWh per dag en een gemiddeld uitvoervolume van 16.244 MWh per dag. CONTINUE MARKTEN

Afgezien van de day-aheadmarkt biedt Belpex nog twee an­ dere marktsegmenten aan. Het eerste marktsegment is de CIM of “Continuous Intraday Market”. Het continue intradaysegment biedt een elektronisch platform aan waarop de marktspelers alle onverwachte veran­ deringen in hun elektriciteitsportefeuille (door een panne van een productie-eenheid, wijziging van de windvoorspellingen, onverwachte stilstand bij een grote industriële klant, ...) tot vijf minuten voor de levering kunnen verhandelen. Dit instrument maakt bijgevolg een beter risicobeheer mogelijk voor de nieu­ we spelers en producenten die variabele energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, gebruiken. De intradaymarkt heeft ook het voorbije jaar een sterke groei gekend: in 2010 werd 275,6 GWh verhandeld, tegenover 193,6 GWh in 2009 en 94 GWh in 2008. In het totaal zijn 6.896 contracten gesloten, tegenover 5.488 in 2009. Belpex werkt nauw samen met een aantal Europese partners om in de toekomst ook de intradaytoewijzing van grensover­ schrijdende transmissiecapaciteit impliciet te laten verlopen. Op vraag van Elia en TenneT is Belpex begin 2011 overgegaan tot de impliciete intradaytoewijzing van capaciteit op de intercon­ nectie tussen België en Nederland, in samenwerking met APX-Endex. Dit type van toewijzing is een mooie aanvulling

op de bestaande producten. De intradaytoewijzing voorziet in de mogelijkheid om het volledige Euro­ pese leveringsaanbod tot vlak voor het tijdstip van de fysieke levering te kunnen verhandelen. Dit is in het bijzonder nuttig voor de productie-eenheden op basis van hernieuwbare energie met een variabel karakter. BEURS VOOR GROENESTROOMCERTIFICATEN: GCE 4

Belpex heeft in maart 2009 in Vlaanderen en in mei 2009 in Wallonië een beurs voor groenestroomcertificaten opgericht. Deze beurs verhoogt de transparantie op de certificatenmarkt en vergemakkelijkt de contacten tussen kopers en verkopers. De beurs biedt gestandaardiseerde producten aan, zowel voor groenestroom- als voor warmtekrachtkoppelingscertificaten. De samenwerking met de regionale regulatoren VREG en CWAPE zorgt voor een gewaarborgde levering en draagt bij tot de betrouwbare werking van de beurs. Eind 2010 waren er op de GCE-markt 18 deelnemers actief. Er werden in het totaal 22.358 certificaten ver­ handeld. Dit volume kan worden opgesplitst in 8.215 Vlaamse groenestroomcertificaten, 4.800 Vlaamse warmtekrachtkoppelingscertificaten en 9.343 Waalse groenestroomcertificaten. De gemiddelde prijs voor de drie markten bedroeg respectievelijk € 101,3 per GC, € 36 per WKKC en € 84,3 per GC. Net als in 2009 stonden de certificaatprijzen in 2010 zwaar on­ der druk door de verminderde vraag naar elektriciteit, waardoor de vraag naar groenestroomcertificaten een vergelijkbare terugval kende.

4 Green Certificates Exchange


46 + 47 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

preventief beheer van kritieke situaties op het net Beheer van het evenwicht tussen productie en verbruik Het Belgische transmissienet voor elektriciteit maakt deel uit van het elektriciteitsnet van het Europese vasteland. Het is een geheel waarin de elektriciteit vrij rondstroomt, van Portugal tot Polen en in het oosten tot in Bulgarije en het verbindt 24 geïnterconnecteerde landen. Dit net op zeer hoge spanning kan met de slagaders van het menselijk lichaam worden vergeleken, aangezien het instaat voor de elektriciteitstoevoer van de netten met een lagere spanning die de elektriciteit uiteindelijk tot bij de verbruikers brengen. Het grote Europese transmissienet, dat uit ongeveer 305.000 kilometer aan luchtlijnen bestaat, wordt uitgebaat door 41 transmissienetbeheerders. Om een betrouwbare werking te garanderen, passen zij allemaal de­ zelfde technische regels toe die zijn opgesteld en geregeld worden bijgewerkt door de vereniging van transmissienetbeheerders voor elektriciteit, ENTSO-E (European Network of Transmission System Operators for Electricity). De interconnecties tussen de nationale transmissienetten liggen aan de basis van de interne elektriciteitsmarkt, aangezien zij het mogelijk maken om heel Europa van stroom te voorzien. Bijgevolg maken zij het mogelijk de concurrentie te laten spelen tussen de leveranciers en zorgen zij er ook voor aan dat een plaatselijke panne in een grote productie-eenheid het hoofd kan worden geboden. Als je vanuit de ruimte een foto van dit net zou maken, zou het lijken alsof over heel Europa een soort van visnet met grote asymmetri­ sche mazen gespannen is, waarin diverse soorten productie-eenheden (elektriciteitscentrales, windtur­ bines, warmtekrachtkoppelingseenheden, ...) ener­

gie injecteren en waarvan op hetzelfde moment verschillende soorten gebruikers (grote fabrieken, KMO’s, instellingen – zoals ziekenhuizen – en gezinnen) energie afnemen. Het is echter niet eenvoudig om elektriciteit in grote hoeveel­ heden op te slaan (behalve via pompcentrales). De elektri­ citeitsproductie moet daarom op ieder ogenblik gelijk zijn aan het verbruik dat van dit grote net wordt afgenomen voor de activiteiten en de behoeften van meer dan 500 miljoen inwoners. Alle transmissienetbeheerders, zoals Elia en 50Hertz Transmission, waken erover om dit evenwicht binnen een strikt afgebakende regelband in stand te houden, met inachtneming van gezamenlijke regels. Elk van de 41 transmissienetbeheerders reserveert hiertoe bij de producenten, een productiecapaciteit die hem in staat stelt om de hoeveelheid in zijn net geïnjecteerde energie naar boven of naar beneden bij te stellen. De aankoop van reservecapaciteit gebeurt via een Europese aanbesteding. Deze productiecapaci­ teit verschilt in functie van de reactiesnelheid en de interventie­ duur. In de eerste plaats zijn bepaalde productie-eenheden erop voorzien om hun productie vrijwel ogenblikkelijk aan te passen aan verschillen tussen de referentiefrequentie (die in Europa 50 Hz bedraagt) en de op het net gemeten frequentie, die afhanke­ lijk is van het onmiddellijke onevenwicht tussen de hoeveelheden energie die op het hele geïnterconnecteerde net geïnjecteerd en afgenomen worden. Alle productie-eenheden die op het grote Europese net zijn aangesloten – waar zij zich ook op het Europese vasteland bevinden – kunnen op die manier samen reageren om onmiddellijk een gelijktijdig verlies op te vangen van 3.000 MW (3 miljoen kW), wat overeenstemt met de capaciteit van twee van de grootste productie-eenheden. De beheerders van de netten waarop de uitgeschakelde centrales zijn aange­ sloten, schakelen vervolgens andere productiemiddelen in om deze automatische interventiecapaciteit zo spoedig mogelijk te herstellen, en dit tot de toestand weer genormaliseerd is.


Pompcentrale van Goldisthal. In een pompcentrale worden twee reservoirs gebruikt voor de opslag van water. Dit is één van de beschikbare oplossingen om het evenwicht tussen de productie en het verbruik van elektriciteit te bewaren.

Iedere netbeheerder moet tevens in staat zijn om de goede werking van het elektriciteitssysteem in zijn regelzone te herstellen, zelfs in geval van een black-out, d.w.z. een totale onderbreking van de elektriciteitsvoorziening in een uitgestrekt geogra­ fisch gebied.

Blackstart: de geleidelijke wederopbouw van het net Bij een onderbreking van de elektriciteitsbevoorra­ ding in een uitgestrekt geografisch gebied doet de netbeheerder een beroep op productie-eenheden die speciaal zijn uitgerust om autonoom te kunnen herstarten, ook “blackstartcentrales” genoemd. Ie­ dere netbeheerder sluit contracten voor blackstart­ diensten af met producenten uit zijn zone en gaat geregeld na of zij daadwerkelijk in staat zijn om op zijn verzoek autonoom te herstarten. In 2010 heeft Elia uitgebreide tests uitgevoerd bij drie centrales. Dankzij deze capaciteit om te herstarten zonder elektriciteitstoevoer vanuit het transmissienet bieden deze productie-eenheden de mogelijkheid om een steeds groter deel van het transmissienet geleide­ lijk aan opnieuw te bevoorraden en zo de andere productie-eenheden weer op te starten. Daarbij wordt er tegelijkertijd op toegezien dat steeds meer verbruikers worden aangesloten, zodat de hoeveel­ heid geïnjecteerde energie en de hoeveelheid van het net afgenomen energie steeds in evenwicht blijven. Dit is een delicate oefening die in een crisis­ situatie bijzondere aandacht en expertise vereist van het personeel van de netbeheerder!

Crisissimulatie: teams onder druk om de waakzaamheid te testen en de procedures te verbeteren In een crisissituatie worden mensen opgeroepen om de normale toestand te herstellen. De graad waarin ze voorbereid zijn op die taak, is doorslaggevend. Elia heeft sinds zijn oprichting een noodplan opgesteld dat de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen definieert wanneer zich een zwaar probleem zou voordoen op het transmissienet. Deze procedures worden geregeld getest tijdens simulatieoefeningen. In 2010 werd gedurende twee dagen een oefening uitgevoerd, zowel op het terrein als in het nationale crisiscentrum en in twee van de drie regionale centra. De oefening, die de naam ‘High Voltage’ kreeg, ging uit van een zeer realistisch scenario: vanaf donderdag werden door het KMI stormwinden aangekondigd voor vrijdagochtend, de buurlanden waren al zwaar getroffen, de eerste contacten met het crisiscentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken werden gelegd. De echte crisissituatie begon op vrijdag met een aaneenschakeling van zeer realistische incidenten: bomen die omvallen en lijnen beschadigen, oproepen van de naburige transmissienetbeheerders, stroomonderbrekingen, overstromingen, delen van het net die buiten dienst worden gesteld, ziekenhuizen en industriële klanten zonder stroom, ernstig verstoord treinverkeer, een getroffen Seveso-site, omgevallen hoogspanningsmasten! Over het algemeen hebben de teams van Elia de crisissituatie goed onder controle gehouden, tot tevredenheid van onze ‘getroffen’ klanten. Uit de debriefing van de dag kwamen enkele verbeteringspunten naar voor, waarvoor intussen al actieplannen werden uitgewerkt. Met deze simulatie werd het belang van een dergelijke oefening voor alle betrokken partijen bevestigd.


48 + 49 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

Earth Hour: sensibiliseren om beter te beheren De actie Earth Hour vond dit jaar plaats op zaterdag 27 maart. Wereldwijd hebben een honderdtal landen deelgenomen aan deze actie die door het World Wildlife Fund werd georgani­ seerd. Met deze actie riep het WWF de bevolking, de bedrijven en de overheden op om tussen 20.30 en 21.30 uur alle lichten te doven, teneinde de klimaatverandering en de energieproble­ matiek onder de aandacht te brengen. Net als in 2009 hadden Elia en zijn Europese collega-netbe­ heerders zich voorbereid op een mogelijk plots onevenwicht tussen productie en verbruik. Bij Elia werd een gedeeltelijk alarm geslagen om verscheidene operationele teams te mobili­ seren, om de crisisorganisatie in werking te stellen en de totale in België beschikbare regelcapaciteit te reserveren. Bovendien heeft Elia - met de hulp van de media en de instemming van het WWF – de Belgische verbruikers opgeroepen om hun actie in de tijd te spreiden. Tussen 18.30 en 21.00 uur registreerde Elia een verbruik dat 200 MW lager lag dan de verwachtingen voor een normale zaterdag.

Gezamenlijke studie met Fluxys, beheerder van het transportnet voor gas Deze gezamenlijke studie had tot doel om, in geval van een black-outsituatie, de interacties tussen het elektriciteitstrans­ missienet en het gastransportnet te onderzoeken. Men moest immers nagaan of de gasturbines, die voor een blackstartsitu­ atie zijn uitgerust, in een dergelijke uitzonderlijke situatie van aardgas kunnen worden voorzien. De conclusies van de studie bevestigen dat een regionale elektrische black-out een zeer belangrijke impact kan hebben op het gastransportnet. Een black-out zou echter de bevoorrading van de blackstartcentra­ les niet in gevaar brengen, aangezien het totale verbruik na een elektrische black-out lager zou liggen dan het normale verbruik. Om het risico nog verder te beperken, werden bovendien en­ kele aandachtspunten opgenomen in de heropbouwcode.

Om de elektriciteitsbevoorrading in alle omstandigheden te verzekeren, wordt preventief een reeks maatregelen en acties genomen.

Herziening van de heropbouwcode De goede werking van het transmissienet voor elek­ triciteit is voor zowel de gemeenschap als voor de continuïteit van de industriële en economische ac­ tiviteiten van vitaal belang. Het elektrische systeem is ontworpen om op een zeer hoog betrouwbaar­ heidsniveau te werken, maar risico’s kunnen nooit voor 100% worden uitgesloten. Vanuit dit oogpunt is het dan ook nuttig om de heropbouwcodes van de netten geregeld te herzien. In deze codes zijn de operationele procedures vastgelegd die door de controlecentra, de evenwichtsverantwoordelij­ ken, de netgebruikers en de andere netbeheerders moeten worden uitgevoerd, wanneer het elektri­ citeitssysteem geheel of gedeeltelijk moet worden heropgebouwd. In 2010 werden de heropbouwco­ des van Elia grondig herzien en afgestemd op de ontwikkeling van het Belgische elektrische systeem. De procedures zijn vereenvoudigd, de scenario’s werden waar nodig aangepast en het betrokken personeel werd bijgeschoold. De codes zullen begin 2011 aan de externe stakeholders worden bezorgd.

Samenwerking met de federale crisiscel CGCCR Elia werkt nauw samen met het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR) door op regelmatige basis ervaringen uit te wisselen. Daarnaast werd in het interne noodplan ook een nieuwe procedure voor meldingen door Elia aan het centrum opgenomen.


de toekomst voorbereiden onderzoek & ontwikkeling Het verminderen van de CO2-uitstoot is een van de groot­ ste uitdagingen voor de 21ste eeuw. Hiervoor zijn belangrijke veranderingen op het vlak van de productie en het verbruik van elektriciteit noodzakelijk: • de overstap naar hernieuwbare energiebronnen of energie­ bronnen met een lage CO2-uitstoot; • het opvangen en opslaan van CO2 afkomstig van productieeenheden die fossiele brandstoffen gebruiken; • het verhogen van de energie-efficiëntie en een dynamisch beheer van de vraag. De transmissienetbeheerders voor elektriciteit spelen een sleu­ telrol in deze ontwikkeling. De netten zullen ongetwijfeld aan belang winnen doordat: • de afstand tussen de grote productiecentra op basis van hernieuwbare energie (op zee of buiten Europa gelegen) en de verbruikscentra steeds groter wordt; • de decentrale productie van elektriciteit toeneemt; • energie-opslag (bijvoorbeeld in pompcentrales die zich in bergachtige streken bevinden) wordt gebruikt om het varia­ bele karakter van bepaalde hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, te compenseren; • geleidelijk wordt overgegaan op elektriciteit voor het goede­ ren- en personenvervoer en voor verwarming. Elia heeft op deze evolutie ingespeeld door op het niveau van de Elia groep een Directie Innovation and Knowledge Manage­ ment op te richten, die als opdracht heeft om: 1. actief mee te werken aan het programma voor Onderzoek en Ontwikkeling dat in de Europese Unie wordt gereali­ seerd, zodat binnen de groep de vereiste vaardigheden en kennis kunnen worden ontwikkeld; 2. een netwerk te creëren van onderzoekscentra en universi­ teiten in België, in Duitsland en, in ruimere zin, in Europa;

3. n aambekendheid te verwerven op internati­ onaal niveau door actief deel te nemen aan projecten die gericht zijn op het demonstreren van nieuwe technologieën voor de ontwikkeling en de exploitatie van de elektriciteitsnetten. Zo heeft Elia in samenwerking met verscheidene Europese partners een aantal nieuwe projectvoor­ stellen uitgewerkt. De projecten Ecogrid (demon­ stratie van intelligente netconcepten) en After (studie van de kwetsbaarheid van elektrische systemen en opstellen van terugvalmaatregelen) hebben groen licht gekregen van de Europese Commissie en zullen in de loop van 2011 van start gaan. Andere projectvoorstellen worden momenteel door de Commissie onderzocht.

Elia Group Innovation and Knowledge Management De Directie Innovation and Knowledge Management heeft als taak de groep en al zijn medewerkers voor te bereiden op de toekomstige uitdagingen van het huidige en het toekomstige energiebeleid, exper­ tise op te bouwen op het gebied van de nieuwe technologieën die door de constructeurs worden voorgesteld alvorens ze in de netten te integreren, zijn medewerkers in de mogelijkheid te stellen om actief deel te nemen aan innovatieve activiteiten op het vlak van de invoering van koolstofarme oplos­ singen in de elektriciteitssector, en ten slotte, een ware kweekvijver te creëren voor de ontwikkeling en de verankering van de kennis en de knowhow op het gebied van netbeheer.


50 + 51 ECONOMISCH VERSLAG ELIA 2010

European Wind Integration Study (EWIS) Towards A Successful Integration of Large Scale Wind Power into European Electricity Grids e x ecutive summ a ry a n d r e c o m m e n d at i o n s

European Electricity Grid Initiative (EEGI)

De conclusies van deze studie over de grootschalige integratie van windenergie in onze netten werden gepubliceerd in 2010.

Europese projecten EWIS

De transformatie van de elektriciteitsnetten vereist een langetermijnvisie omdat de levensduur van de investeringen in het net over het algemeen 25 tot 50 jaar bedraagt. Het project “European Electricity Grid Initiative”, of EEGI, in het kader van het “Strategic Energy Technology Plan” (SET-plan), is een van de pijlers die de Europese Commissie in dit verband heeft opgericht. Elia en zijn dochteronderneming 50Hertz Transmis­ sion hebben, in samenwerking met de transmis­ sienetbeheerders RTE (Frankrijk), Red Electrica (Spanje), TenneT (Nederland) en de Duitse TNB’s Amprion en TenneT GmbH, evenals met 7 distribu­ tienetbeheerders, waaronder het Belgische Ores en Eandis, intensief overleg gepleegd met de Commis­ sie en de diverse stakeholders om een ambitieus en realistisch programma voor onderzoek en ontwik­ keling op te zetten. De vier krachtlijnen van dit programma zijn: technische uitdagingen, aangele­ genheden met betrekking tot de elektriciteitsmarkt, de integratie van hernieuwbare energiebronnen en een actief beheer van de vraag, de problematiek van de gegevensuitwisseling op pan-Europees ni­ veau en de aspecten met betrekking tot wetgeving en regulering.

Een netwerk van onderzoekscentra en universiteiten Elia heeft in de loop der jaren verschillende part­ nerschappen met universiteiten gesloten om de samenwerking over gemeenschappelijke onder­ zoeksthema’s te bevorderen. In dit kader verleent Elia steun aan doctoraatsproefschriften aan de betrokken universiteiten en werkt het samen met deze instellingen aan Europese projecten.

De “European Wind Integration Study” (EWIS) werd opgezet op initiatief van de netbeheerders en wordt gefinancierd in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek van de Europese Commissie. EWIS stelde zich tot doel om vanaf 2015 concrete oplossingen voor te stellen om de integratie van de door windmolenparken geproduceerde energie met een variabel karakter in het Europese energielandschap mogelijk te maken en meer bepaald in de netten op zeer hoge span­ ning. Behalve verscheidene transmissienetbeheerders voor elektriciteit, waaronder de Elia groep, maakte ook de Europese vereniging van producenten van windenergie (European Wind Energy Association – EWEA) deel uit van EWIS. EWIS telde verschillende werkgroepen die zowel de technische als de regelgevende en juridische aspecten bekeken en heeft in 2010 zijn eindverslag gepubliceerd. De voorgestelde resultaten wor­ den sindsdien beschouwd als referenties op dit gebied. 7MW-WEC-by11

Dit Europese project wil enerzijds de opkomst van windener­ gieproductie-eenheden met een groot vermogen promoten en anderzijds een model ontwikkelen om de wind te voorspellen. In het kader van dit project verricht Elia meer bepaald onder­ zoek naar het gebruik van een windmolenpark als instrument dat tot de regeling van het transmissienet kan bijdragen. Be­ paalde windturbines kunnen immers bijdragen tot de productie van reactieve energie, zelfs bij zwakke wind of bij windstil weer. Als er zich op het net een incident voordoet, blijven deze turbines aangesloten. Zodra het defect is verholpen, kunnen zij opnieuw energie injecteren, wat de netbeheerder helpt om de situatie te normaliseren. Dit toont aan dat het reactief vermo­ gen, en indien nodig het actief vermogen, vanuit het contro­ lecentrum van de netbeheerder kan worden geregeld. Op die manier kan Elia de uitbaters van windmolenparken of andere kleine producenten een bewakings- en regelservice bieden, waardoor deze uitbaters de installatiekosten van een dispat­ ching niet zelf hoeven te dragen.


Ampacimon is een meetinstrument waarmee de transmissiecapaciteit van luchtlijnen kan worden bepaald. Deze uitrusting zal in het kader van het project Twenties worden getest.

AMPACIMON

Dit project, dat in partnerschap met de Universiteit van Luik is gerealiseerd, heeft geleid tot de ontwikkeling van een meetin­ strument dat het mogelijk maakt om de reserve aan transmis­ siecapaciteit van bovengrondse verbindingen te bepalen. De meting die in real time wordt uitgevoerd, gaat uit van de trillin­ gen op de geleiders van de luchtlijn. De eerste meettoestellen werden op het Elia-net geïnstalleerd voor een experiment op ware schaal. Deze uitrusting zal eveneens in het kader van het Europese project Twenties worden getest.

siecapaciteiten, vooral dankzij regelapparatuur als dwarsregeltransformatoren, de optimalisering van de capaciteit in functie van de beschikbare weersin­ formatie (bijvoorbeeld Ampacimon) en de stabiliteit van het net. Verscheidene Belgische universiteiten nemen deel aan dit programma: de KU Leuven, de ULB en de Universiteit van Luik. Coreso, het regio­ naal technisch coördinatiecentrum, is eveneens bij het studieprogramma betrokken.

OPTIMATE

SMARTLIFE

Het project OPTIMATE, dat eind 2009 voor drie jaar werd gelanceerd, verenigt vijf transmissienetbeheerders en zeven universiteiten en onderzoekscentra. Dit project is gericht op het ontwikkelen van een simulatieplatform waarmee verschil­ lende elektriciteitsmarktmodellen kunnen worden vergeleken, als voorbereiding op de massale integratie van hernieuwbare energiebronnen in verschillende regionale markten. In 2010 werd er gewerkt aan het ontwerpen van het platform, op basis van een vereenvoudigd model voor het Europese elektriciteits­ net, werden modellen opgesteld voor de prognoses van de productie met een variabel karakter en werden de bestaande en toekomstige marktmodellen geanalyseerd en gesyntheti­ seerd. In deze context heeft Elia zich in het bijzonder toegelegd op de analyse van de Centraal-West-Europese regio.

Elia neemt deel aan de werkzaamheden van de werkgroep “Smartlife”, die uit de voornaamste transmissienetbeheerders, distributienetbeheerders en onderzoekscentra bestaat. Deze werkgroep ont­ wikkelt verouderingsmodellen van de infrastructuur­ onderdelen van de netten om de resterende levens­ duur te evalueren, de uitbatingsrisico’s te analyseren en de vervangingsstrategieën te optimaliseren, met als doel de overgang van de bestaande netten naar de netten van de toekomst voor te bereiden.

TWENTIES

Dit samenwerkingsproject, dat door de Europese Commis­ sie wordt gesteund, verenigt 26 partners: netbeheerders, producenten, distributeurs, constructeurs en universiteiten. Het omvat verscheidene demonstraties van innoverende technie­ ken, gaande van de opslag van elektriciteit en het beheer van de vraag tot het leveren van ondersteunende diensten door de productie-eenheden op basis van hernieuwbare energie. Elia bestudeert met name de aspecten die betrekking hebben op de flexibiliteit van de hoogspanningsnetten, gelet op de aan­ wezigheid van een aanzienlijke productie van elektriciteit met een variabel karakter, en de optimalisering van de transmis­

SUPERGRID

De Elia groep volgt van nabij de internationale initi­ atieven met betrekking tot de ontwikkeling van de toekomstige elektriciteitssnelwegen op gelijkstroom. Deze maken het mogelijk om belangrijke hoeveel­ heden energie die in Noord- of Zuid-Europa worden geproduceerd, op het net aan te sluiten en over grote afstanden te vervoeren.



milieuverslag Als transmissienetbeheerders voor elektriciteit vervullen Elia en 50Hertz een voorbeeldfunctie ten aanzien van de markt en de gemeenschap. De milieudimensie – de zorg voor de toekomst van de planeet – is een essentieel onderdeel van alle activiteiten van de groep.


54 + 55

Jürgen heeft al drie jaar de leiding over het departement Offshore Aansluitingen. Dit is een sleutelpositie in een belangrijk departement, aangezien de in Duitsland verbruikte stroom tegen 2020 voor meer dan 30% afkomstig moet zijn uit hernieuwbare energiebronnen. De offshore parken in de Oostzee zullen in grote mate tot de verwezenlijking van deze doelstelling bijdragen. Hoe zal deze energie naar het vasteland worden gebracht? Dat is de vraag waarop Jürgen en zijn team een antwoord moeten vinden.

“Wij zijn belast met de aanleg en het beheer van de verbindingen en staan in voor alle uitrustingen die nodig zijn om de windparken op zee op het transmissienet aan te sluiten. 50Hertz Offshore heeft als taak de windmo­ lenparken in de Oostzee aan te sluiten.” 50Hertz Offshore verricht pionierswerk. “Het is de eerste keer dat windmo­ lenparken voor de Baltische kust in volle zee worden aangesloten op het net op het vasteland en dit over zulke grote afstanden. Uiterst robuuste kabels zullen, zowel in zee als op het land, instaan voor een betrouwbare transmissie vanaf het in zee gelegen hoogspanningsplatform. De span­ ning zal er worden opgevoerd van 33 kV aan de uitgang van de turbines tot 150 kV, een spanningsniveau dat een efficiënte elektriciteitstransmissie mogelijk maakt.” “Het windmolenpark Baltic 1 van de producent EnBW is het eerste wind­ molenpark op zee dat wij op ons elektrische systeem aansluiten”, legt ­Jürgen uit. Het bevindt zich op ongeveer 15 kilometer ten noorden van het schiereiland Fischland-Darss-Zingst. Het zal worden aangesloten op het dichtstbijzijnde hoogspanningsstation, Bentwisch, in de buurt van Rostock. De hiervoor vereiste werkzaamheden zijn in juli 2009 in Rostock gestart. De werken op het vasteland zijn klaar; de aanleg van de kabels op de zeebodem is aan de gang. “Deze aansluiting draagt in belangrijke mate bij tot de bescherming van het klimaat in Duitsland en in Europa. Dit windmolenpark levert de verbruiker immers elektriciteit die wordt geproduceerd zonder CO2-uitstoot.”


J端rgen Siefert HOOFD VAN HET DEPARTEMENT OFFSHORE AANSLUITINGEN, 50HERTZ


56 + 57 MILIEUVERSLAG ELIA 2010

Gaëlle Vervack, Permits, Property & Environment

Gaëlle Vervack is biologe en bezit een master Milieubeheer. Zij stelt haar vakkennis en haar passie ten dienste van een bedrijf als Elia, omdat ze van oordeel is dat ze daar als milieudeskundige het best op haar plaats is. “De kernactiviteit van Elia bestaat in het beheren van het hoogspanningsnet en het in stand houden van de bevoorradingszekerheid. Dit betekent per definitie dat de belangrijkste zorg van mijn collega’s het bewaken van de elektriciteitsvoorziening is. Onze activiteiten bieden echter heel wat ruimte voor vooruitgang, aangezien elektriciteit en alles wat ermee te maken heeft echt een verschil kunnen maken voor een planeet die meer zorg draagt voor zijn bewoners.” Gaëlle draagt dagelijks haar steentje bij om deze gestructureerde aanpak door te voeren. “Wat telt, is dat wij acties ontwikkelen die de milieuvriendelijkheid van onze kernactiviteiten verbeteren. Het gaat hier dus om de transmissie van elektriciteit, de bovengrondse en ondergrondse verbindingen, de transformatiestations. Zo berekenen we op dit ogenblik de CO2-voetafdruk van Elia. Hierdoor krijgen we een algemeen beeld van de uitstoot van alle broeikasgassen die aan onze activiteiten verbonden zijn, kunnen we de belangrijkste bronnen ervan identificeren en, belangrijker nog, waar nodig maatregelen nemen om deze terug te dringen.” Een voorbeeld van een actieterrein is het verminderen van de verwarming van de hoogspanningsstations 1 door de installatie van een systeem met gsm-besturing om de verwarming automatisch aan en uit te schakelen. “Door dit systeem zullen de betrokken collega’s het warm genoeg hebben wanneer ze werken uitvoeren in de stations, maar hebben we tegelijkertijd de garantie dat het station enkel tijdens hun aanwezigheid wordt verwarmd. Zo zullen we zowel ons energieverbruik als onze kosten kunnen terugschroeven, aangezien de gemiddelde temperatuur in de stations van 17°C naar 10°C zal dalen, zonder nadelige gevolgen voor onze medewerkers.” Andere acties worden nog onderzocht, zoals het opnemen van milieuclausules in de aankoopcontracten. “Wij analyseren momenteel de impact van de eisen die wij aan onze leveranciers zouden kunnen stellen met betrekking tot het gebruik van gerecycleerde materialen, milieuvriendelijke technieken of de oorsprong van hun producten.” Vindt Gaëlle dat ze een gemakkelijke opdracht heeft binnen Elia? “Het is duidelijk dat wij voortdurend uitleg moeten geven, mensen moeten overtuigen en onze acties moeten promoten als wij willen dat ze daadwerkelijk worden uitgevoerd. De mentaliteit is echter aan het veranderen en vooral de uitdrukkelijke steun die wij van het directieteam krijgen, opent deuren en maakt onze acties geloofwaardig.” 1 I n de meeste hoogspanningsstations zijn er afgesloten ruimtes, zoals relaiszalen, waar de medewerkers van Elia onderhoudswerken moeten uitvoeren.


Het nieuwe gebouw zal het BREEAM-label “Very Good” krijgen, niet alleen omdat het weinig grijze energie verbruikt en een laag waterverbruik heeft, maar ook omdat het terrein eromheen is aangelegd met aandacht voor de biodiversiteit.

milieudoelstellingen en -indicatoren reference of competition :

2009/S 169-244462

date of competition :

11.01.2010

ARCHITECTURAL COMPETITION FOR ELIA NEW OFFICE FACILITY

sca

A R C H I T E C T E S A S S O C I E S sprl

sa

ARCADIS

belgium

avenue de l'observatoire 11e - 1180 bruxelles

Elia moet, zoals alle andere bedrijven, milieuver­ plichtingen navolgen bij de uitoefening van zijn ac­ tiviteiten. Het gaat meer bepaald om verplichtingen tot sanering van vervuilde sites, afvalverwijdering, het inkuipen van transformatoren om olielekken te vermijden, het respecteren van de geluidsnormen en de wetgevingen betreffende broeikasgassen en asbest.

1. Energie

Elia wil ook een voorbeeldrol vervullen op het vlak van rationeel energieverbruik en natuurbehoud en -bescherming. Verder moet Elia er eveneens op toezien dat zijn installaties en investeringsprojecten door de gemeenschap worden aanvaard, zowel wat betreft de impact op de mens en het milieu als wat de economische efficiëntie en de kostprijs voor de gemeenschap betreft.

Op de administratieve site aan de Vilvoordselaan, in de nabij­ heid van de Brusselse haven, waar zich onder andere het nationaal controlecentrum bevindt, werden elektriciteitsmeters geïnstalleerd om zo nauwkeurig mogelijk te kunnen bepalen welke factoren tot een hoog energieverbruik leiden. Daarnaast werd een complete studie verricht naar de installatie van een warmtekrachtkoppelingscentrale op biomassa die de hele site van elektriciteit zou kunnen voorzien.

Elia heeft dan ook heel wat initiatieven opgestart, zoals streekeigen aanplantingen in de corridors onder hoogspanningslijnen, natuurcompenserende maatregelen, energieaudits voor de hoogspannings­ stations en de administratieve sites.

Bij het ontwerp van het nieuwe gebouw dat binnenkort op deze site zal worden opgetrokken, is zo goed mogelijk reke­ ning gehouden met alle beginselen op het vlak van duurzaam bouwen. Dit gebouw zal immers niet alleen heel energiezuinig zijn (passief gebouw), maar zal tevens het BREEAM-label “Very Good” krijgen. Dit label wordt toegekend aan gebouwen die goed zijn voor de gezondheid van hun bewoners, weinig grijze energie verbruiken, een laag waterverbruik hebben en waarvan het terrein is aangelegd met oog voor biodiversiteit. De bouw­ vergunning werd in december 2010 aangevraagd.

De belangrijkste milieu-indicatoren voor de activi­ teiten van Elia en hun evolutie worden hieronder weergegeven.

RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK EN HERNIEUWBARE ENERGIE IN DE ADMINISTRATIEVE SITES

In het kader van een energieaudit werden de meest doeltref­ fende maatregelen geïdentificeerd om het energieverbruik in de hoofdzetel van Elia te verminderen. Deze maatregelen zullen in 2011 worden ingevoerd.

VERMINDERING VAN HET ENERGIEVERBRUIK VOOR DE VERWARMING VAN DE HOOGSPANNINGSSTATIONS

De voorbije twee jaar zijn verschillende audits en controles verricht in verband met het energieverbruik voor de verwarming van de hoogspanningsstations. Naar aanleiding hiervan werd beslist om, bij wijze van test, in 25 hoogspanningsstations een nieuw gsm-gestuurd systeem te installeren om de verwarming

SITE VIEWS (BACK VIEW) view 04


58 + 59 MILIEUVERSLAG ELIA 2010

Aanleg van masten in samenwerking met de vzw ‘Faune et Biotopes’, een partnerschap dat in 2009 voor een periode van drie jaar werd aangegaan.

automatisch aan en uit te schakelen. Dankzij dit systeem zal de temperatuur hoog genoeg zijn wan­ neer de personen die in de stations moeten werken ter plaatse aankomen, maar zal de verwarming lager worden gezet wanneer er niemand in het station aanwezig is.

2. Biodiversiteit IMPACT Aanwezigheid in beschermde gebieden

Er is een nieuw systeem ingevoerd voor het beheer van projecten in zones waar milieubeperkingen gelden (bosregeling, Natura 2000, natuurreservaten, ...), om in deze gebieden beter rekening te houden met de wettelijke milieunormen. Elia besteedt op die manier bijzondere aandacht aan de fauna en de flora in de corridors onder de luchtlijnen. De totale lengte van deze corridors in de Natura 2000-zones bedraagt meer dan 320 kilometer. Studie om de impact van luchtlijnen op de avifauna te verminderen

Elia heeft bij de vzw Natagora een studie besteld om meer te weten te komen over de risico’s op bot­ singen en elektrocuties voor vogels door de aanwe­ zigheid van luchtlijnen. De resultaten worden tegen midden 2011 verwacht. Zij zullen Elia in staat stellen om te bepalen op welke delen van de bestaande lijnen maatregelen moeten worden genomen om de avifauna te beschermen. Uit dit onderzoek zal ook blijken welke gebieden vermeden moeten worden bij de aanleg of de verplaatsing van luchtlijnen. Projets d’évaluation environnementale

In 2010 werden 36 projecten gestart voor de ver­ nieuwing en de uitbreiding van het transmissienet. Om voor deze projecten vergunningen te verkrijgen, zijn in bepaalde gevallen milieustudies nodig, afhan­ kelijk van de specifieke wetgeving in het betrokken gewest, alsook van het type en de omvang van het project.

Voor elk project in het Waalse Gewest wordt systematisch een nota opgesteld met een beschrijving van de mogelijke milieueffecten. In 2010 werd geen enkel project aangevat dat beantwoordt aan de criteria (type, omvang) voor het uitvoeren van een formele milieustudie. In het Vlaamse Gewest werden de volgende milieustudies uitgevoerd of opgestart: • twee milieueffectbeoordelingen op planniveau voor twee nieuwe hoogspanningsstations; • twee milieustudies op planniveau voor twee projecten betreffende nieuwe 380 kV-luchtlijnen; • een milieustudie op projectniveau voor een tweede draadstel op een 380 kV-luchtlijn. COMPENSATIES VOOR HET LEEFMILIEU Aanplantingen in de omgeving van onze installaties

In november 2009 nodigde Elia zijn medewerkers uit voor een “natuurdag”. In het kader van dit project werden een lange haag, een boomgaard en een uitgestrekte bloemenweide aangeplant op een landbouwgrond waarvan Elia eigenaar is. In 2010 werden overtuigende resultaten geboekt. Alle planten zijn goed gegroeid en vormen een toevluchtsoord dat van cruciaal belang is voor het behoud van de biodiversiteit. Voorts werd een elftal mastpercelen op ecologische wijze aan­ gelegd. Daarbij worden onder masten die zich in uitgestrekte landbouwvlakten bevinden bloemenweiden, struiken of dek­ kende vegetatie aangeplant die voor de plaatselijke fauna als schuilplaats kunnen dienen. Het project werd in 2009 en 2010 in samenwerking met de vzw “Faune et Biotopes” opgevolgd. Op meerdere plaatsen werden zeer goede resultaten waarge­ nomen. De mastpercelen die in de jaren negentig in de provincie Lim­ burg zijn aangelegd, werden ook gecontroleerd in 2010. Als gevolg daarvan zullen in 2011 nieuwe aanplantingen ge­ beuren of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Elk jaar worden rond de hoogspanningsstations inheemse beschermende hagen (bestaande uit meidoorn, egelantier en sleedoorn) geplant. Deze zorgen ervoor dat de installaties beter in het landschap worden geïntegreerd en zijn tegelijk een gun­ stige habitat voor de plaatselijke fauna. Struiken met doornen


De Elia groep wil een voorbeeldrol vervullen op het vlak van rationeel energieverbruik en natuurbehoud en -bescherming. Elia heeft dan ook heel wat initiatieven opgestart, zoals streekeigen aanplantingen in de corridors onder hoogspanningslijnen, natuurcompenserende maatregelen, energieaudits voor de hoogspanningsstations en de administratieve sites.

3. Uitstoot en afval

Het onderhoud van de SF6-installaties wordt uit­ gevoerd door specifiek opgeleide teams, conform de Europese verordening 305/2008. De eerste me­ dewerkers van Elia werden in 2010 gecertificeerd krachtens het Vlaamse Besluit van 4 september 2009 over de certificering van technici die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen terugwinnen uit hoog­ spanningsinstallaties. Elia stelt voor deze certifi­ cering zijn experts (jury) en de uitrusting voor de praktische proeven ter beschikking van Synergrid (examencentrum).

BROEIKASGASSEN SF6

GEVAARLIJK AFVAL Verwijdering van pcb’s

SF6 is een gas dat al ruim 30 jaar wordt gebruikt in elektrisch materiaal, vooral als elektrisch isolerend gas in toestellen voor hoogspanning en zeer hoge spanning. Deze GIS-installaties (Gas Insulated Switch gear) worden vaak gebruikt in dichtbe­ woonde gebieden, aangezien ze compacter zijn dan installaties die de omgevingslucht als isolator gebruiken. Voor de midden­ spanningsinstallaties maakt Elia vooral gebruik van luchtledige onderbrekingskamers, een alternatief voor SF6 dat niet voor materiaal voor hoogspanning en zeer hoge spanning bestaat.

Elia heeft sinds eind 2005 geen enkele installatie meer met een pcb-concentratie (polychloorbifenyl) van meer dan 500 ppm. Er zijn wel nog transfor­ matoren met pcb-concentraties tot 500 ppm in ge­ bruik. Hoewel de wetgeving dit niet verplicht, heeft Elia zich er vrijwillig toe verbonden om deze toestel­ len te decontamineren of ze te vervangen vóór het einde van hun levensduur. De nodige budgetten zijn vrijgemaakt om dit project naar behoren te kunnen uitvoeren. In 2010 werden 8 transformatoren door een erkende firma gesaneerd. In het totaal werd er 92 ton minerale olie gereinigd.

dienen tevens als barrière tegen eventuele indringers. Zo werd in 2010 een meer dan 1000 meter lange haag aangeplant in Aubange. In Vlaanderen werden vijf extra nestkasten voor torenvalken geïnstalleerd in de buurt van of in hoogspanningsstations. In totaal werden 220 eieren geteld in de nestkasten die in 2010 werden gecontroleerd. Er werden 179 jongen geringd.

Omdat SF6 een broeikasgas is, heeft Elia een specifiek inves­ terings- en onderhoudsbeleid uitgewerkt om het risico op SF6lekken te beperken. De constructeurs moeten een zeer streng maximaal lekpercentage garanderen voor de hele levensduur van de installaties. Het onderhoudsbeleid streeft naar een mi­ nimum van manipulaties op de met SF6-gas gevulde comparti­ menten. Het geïnstalleerde volume SF6-gas in het Elia-net (van 36 kV tot en met 380 kV) bedraagt 54,4 ton. Het verbruik van SF6-gas (vervanging of bijvullen bij lekken) wordt nauwkeurig opgevolgd met een trackingsysteem voor elke individuele SF6gasfles. Het lekpercentage voor geheel het Elia-park bedroeg in 2010 0,86%. Daarmee is Elia bij de beste netbeheerders in Europa.

Asbest

Bij werkzaamheden in hoogspanningsstations kun­ nen kleine hoeveelheden vast asbest vrijkomen. Het asbest wordt in aangepaste zakken verpakt en naar een erkende verwerkingsplaats gebracht.


60 + 61 MILIEUVERSLAG ELIA 2010

Batterijen

Batterijen zijn vergunningsplichtige installaties die in heel wat hoogspanningsstations voorkomen. De milieuwetgeving heeft hier vooral tot doel mogelijke lekken van deze batterijen te vermijden. Elia scha­ kelt zoveel mogelijk over naar droge batterijen die geen lekrisico’s met zich brengen. Open batterijen vormen vandaag niet meer dan 20% van alle bat­ terijen die zich op het net bevinden. Accidentele bodemverontreiniging

Elia beheert meer dan 12.000 grondpercelen, verspreid over het hele land. Om al deze terreinen afvalvrij te houden (sluikstorten) en om bij acciden­ tele verontreiniging de omgeving (bodem, grondwa­ ter, oppervlaktewater, …) te beschermen, doet Elia 7 dagen op 7 een beroep op een gespecialiseerd bedrijf om alle verontreiniging zo spoedig mogelijk op te ruimen. Onze operationele teams beschik­ ken bovendien over het nodige materiaal, zoals absorberende matten, om onmiddellijk in te grijpen. In 2010 vonden een vijftiental interventies plaats, zoals het opruimen van een olievat dat per ongeluk was omgestoten of van onderdelen die vernield waren als gevolg van een incident in een hoogspan­ ningsstation.

4. Compliance LAWAAI

De transformatoren in de hoogspanningsstations veroorzaken geluid met een lage frequentie. Het geluidsniveau moet voldoen aan de richtwaarden die bij wet zijn vastgelegd, afhankelijk van de bestemming van de betrokken zone in de gewestplan­ nen. Elia gaat bij elke wijziging of uitbreiding van zijn installaties op basis van simulaties na of de gestelde richtwaarden niet worden overschreden. Indien nodig worden aanpassingen doorgevoerd. Elia geeft ook gevolg aan elke klacht van omwonenden aan­ gaande geluidshinder. Het betreft meestal lawaai dat wordt voortgebracht door de hoogspanningsstations of dat afkomstig is van elektrische geleiders, vooral bij mist of hevige regen­ buien. In 2010 noteerden we zeven klachten over hoogspan­ ningsstations en drie klachten over luchtlijnen. Na metingen op het terrein bleken drie van deze klachten (twee over de hoogspanningsstations en één over een luchtlijn) ongegrond. In de andere gevallen werden specifieke metingen uitgevoerd of is het onderzoek nog bezig. Zo werd een luchtlijn tijdelijk buiten dienst gesteld voor de periode die nodig was om de bebake­ ningsbollen voor helikopters, die aan de basis lagen van het probleem, te herstellen. BODEMVERONTREINIGING

Bij de oprichting van Elia werden in Vlaanderen bodemonder­ zoeken uitgevoerd op ruim 200 sites, conform de Vlaamse wetgeving op dit gebied. Uit die onderzoeken bleek dat een transformator verantwoordelijk kon zijn voor een lokale veront­ reiniging met olie, maar dat deze weinig of geen risico inhield voor het milieu. Op de sites waar een ernstige bodemverontrei­ niging werd vastgesteld, ging het om een historische vervuiling die het gevolg is van vroegere industriële activiteiten of van soortgelijke activiteiten die zich in de nabijheid bevinden of be­


vonden (gasfabrieken, hoogovens, chemie, ...). Van de elf sites waarvoor een bodemsanering noodzakelijk is, zijn er reeds vier gesaneerd. In de zeven overige gevallen is de sanering aan de gang of werd een bodemsaneringsplan opgesteld. In 2010 werden twee van deze dossiers ingediend bij de Ovam. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest hebben sinds kort een eigen bodemwetgeving. Elia heeft proactief evaluaties en studies uitgevoerd in zijn hoogspan­ ningsstations om eventuele gevallen van verontreiniging op te sporen. Op basis hiervan heeft Elia reeds beslist provisies aan te leggen voor toekomstige uitgaven voor mogelijke bodemsa­ neringen, die geactualiseerd worden naarmate de wetgeving evolueert. Deze gevallen beperken zich tot een tiental sites in het Waalse Gewest en twee sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

alescentiefilter. Dankzij deze filter kan beter worden gewaarborgd dat de normen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater worden geëerbiedigd in geval van lekken. Sinds de Vlarem-wetgeving moet bij elke bestaande transformator in het Vlaamse Gewest een inkuiping worden aangebracht bij een eerste vernieuwing, wij­ ziging, vervanging of verplaatsing van de transfor­ mator. In de andere gevallen mag een transformator zonder inkuiping behouden blijven tot het einde van zijn levensduur. In het Waalse Gewest moeten alle bestaande transformatoren uiterlijk in 2015 voorzien zijn van een inkuiping en een koolwaterstofafschei­ der. In 2004 werd een investeringsprogramma uitgewerkt om 540 vermogens- en 800 hulp- of nulpunttransformatoren aan te passen.

MILIEUVERGUNNING

Elia beheert ongeveer 800 hoogspanningsstations, die vermo­ genstransformatoren en accu’s/batterijen bevatten waarvoor een milieuvergunning vereist is. Jaarlijks worden ongeveer 40 vergunningen vernieuwd. Dit jaar werden in het Vlaamse Gewest 29 aanvragen voor de vernieuwing van bestaande vergunningen ingediend. Daarnaast werden 14 milieuvergun­ ningen aangevraagd voor nieuwe installaties.

5. Milieu-uitgaven INVESTERINGEN Inkuiping van transformatoren

Transformatoren bevatten grote hoeveelheden minerale olie. Daarom worden nieuwe toestellen voorzien van een vloeistof­ dichte inkuiping en een koolwaterstofafscheider om bij een eventueel lek verontreiniging van het milieu te voorkomen. Sinds dit jaar installeert Elia behalve de afscheider ook een co­

In 2010 werden voor 48 transformatoren inkuipin­ gen aangebracht, wat neerkomt op een investering van € 1.539.000. Naar aanleiding van de analyse van de investeringsportefeuille begin 2010 is echter gebleken dat de vooropgestelde doelstelling niet binnen de geplande termijn zal worden bereikt als het huidige tempo wordt aangehouden. Er werd daarom een extra budget van € 8 miljoen ter be­ schikking gesteld, evenals de nodige ondersteuning om de werken tijdig klaar te krijgen. Geluidssanering

Om de geluidshinder voor de omwonenden te ver­ helpen, heeft Elia in 2010 € 225.000 geïnvesteerd om het geluid van bepaalde vermogenstransforma­ toren te beperken.


62 + 63 MILIEUVERSLAG ELIA 2010

Operationele kosten OPLEIDINGEN

De specialisten van de Milieudienst volgen in de loop van het jaar geregeld opleidingen om gelijke tred te houden met de wijzigingen in de milieuwetgeving. Het opleidingscentrum or­ ganiseert voor het personeel van de operationele diensten ook interne opleidingen over milieudisciplines die verband houden met hun dagelijkse werkzaamheden. Ook voor de projectlei­ ders werd een opleiding georganiseerd waarbij niet alleen de vergunningsproblematiek, maar ook andere milieugebonden thema’s aan bod kwamen. Aan het probleem van geluidshin­ der werd een specifieke opleiding gewijd waarbij ook externe experts aanwezig waren.

Elektrische en magnetische velden De magnetische velden die het elektriciteitsnet voortbrengt, hebben een zeer lage frequentie (50 Hz). Deze frequentie ligt aanzienlijk lager dan bijvoorbeeld de frequentie van een mo­ biele telefoon of een microgolfoven. De intensiteit van dit veld daalt zeer snel naarmate men zich van de bron verwijdert. Bij de bevolking heerst een zekere ongerustheid over eventuele effecten voor de menselijke gezondheid. Er wordt al veertig jaar internationaal wetenschappelijk onderzoek verricht, maar er is nog nooit een verband gevonden tussen magnetische velden van 50 Hz en gezondheidsproblemen. Elia, dat zich bewust is van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de gemeen­ schap en zijn personeel, levert een actieve bijdrage om deze wetenschappelijke kennis te verruimen. Elia heeft in 2009 zijn samenwerkingsakkoord, dat volledige wetenschappelijke onaf­ hankelijkheid garandeert, vernieuwd met diverse onderzoeks­ centra en universiteiten die deel uitmaken van de Belgian BioE­ lectroMagnetic Group (BBEMG). De BBEMG bestudeert de invloeden van elektrische en magnetische velden die worden veroorzaakt door de transmissie en het gebruik van elektrische energie in het dagelijkse leven en op het werk. Daarnaast heeft Elia toegang tot de resultaten van internationaal hoogwaardig onderzoek in dit domein via het Electric Power Research Insti­ tute in de Verenigde Staten.

Op verzoek van omwonenden voert Elia op het ter­ rein ook metingen uit naar magnetische velden. In 2010 werden ongeveer 200 veldmetingen uitge­ voerd naar aanleiding van ongeveer 250 vragen en verzoeken. Aangezien er in België op dit gebied geen specifieke wetgeving bestaat, past Elia de Europese ICNIRPaanbevelingen en de aanbevelingen van de Raad van de Europese Unie toe. Bij nieuwe investeringen wordt er tijdens de onderzoeksfase een simulatie van de magnetische velden gemaakt. Met behulp van nieuwe technieken, zoals compacte mastar­ men, kan de invloedzone van het magnetisch veld van luchtlijnen worden beperkt. Bovendien probeert Elia in de mate van het mogelijke te vermijden dat er nieuwe infrastructuur wordt aangelegd in bewoonde gebieden.

Steun voor milieubeleid DECENTRALE PRODUCTIE

Elia draagt bij tot de realisatie van de Europese, Belgische en regionale doelstellingen op het vlak van de integratie van hernieuwbare energiebron­ nen en ziet ook toe op de tijdige ontwikkeling van de netten. Elia heeft zich, in samenwerking met de distributienetbeheerders en de betrokken regionale instanties, geëngageerd om te anticiperen op de integratie van deze productie-eenheden in het kader van de regionale initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling. In Vlaanderen zijn verschillende geografische zones geïdentificeerd voor de aansluiting van warmte­ krachtkoppelingsinstallaties voor de tuinbouw en van productie-eenheden op basis van hernieuw­


Elia heeft zich in samenwerking met de distributienetbeheerders en de betrokken regionale instanties geëngageerd om te anticiperen op de integratie van decentrale productie-eenheden in het kader van de regionale initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling. bare energie, met name in Merksplas, Lier en Rijkevorsel. Momenteel loopt nog onderzoek voor de aansluiting van een zone in het uiterste noorden van de Kempen (Hoogstraten – Meer). Onder impuls van de Vlaamse minister van Energie en in samenwerking met de VREG, de Vlaamse regulator, en de distributienetbeheerders stelt Elia aansluitingscontracten voor op voorwaarde dat het net veilig kan worden uitgebaat. Dankzij deze aanpak kon 114 MW bijkomende transmissiecapaciteit worden vrijgemaakt voor de aansluiting van 27 projecten, die voordien op een wachtlijst stonden. Dankzij het project Stevin zal het capaciteitsprobleem in de regio definitief worden opgelost. In Wallonië heeft de studie naar de mogelijkheden voor de in­ tegratie van productie uit windenergie (die Elia in partnerschap met ICEDD en Apère heeft uitgevoerd) gewezen op een aan­ zienlijk potentieel, meer bepaald in de regio die het zuiden van de provincie Luik en het noorden van de provincie Luxemburg bestrijkt. In het Waalse Gewest bedraagt het potentieel van het Elia-net 2.000 tot 3.000 MW, zonder dat hiervoor zware ver­ sterkingen van de bestaande infrastructuur nodig zijn. Elia voert hierover doorlopende gesprekken met de bevoegde regionale overheden om een optimaal ontwikkelingsscenario voor het net uit te werken.

Rationeel energiegebruik (REG) en hernieuwbare energiebronnen PROMOTIE VAN RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK BIJ ONZE KLANTEN

In het kader van zijn openbaredienstverplichtingen in Vlaanderen voert Elia elk jaar een actieplan uit om zijn industriële klanten aan te sporen tot rationeel energiegebruik (REG). Elia stelt zijn klanten middelen ter beschikking om op een recurrente manier en per geleverde MWh 2,5% aan primaire energie te bespa­ ren. Het gaat hier om installaties die zijn aangesloten op een spanningsniveau van 36 kV tot 70 kV. De doelstelling voor 2010 was een besparing van 45,2 GWh aan elektrische energie, terwijl er in de praktijk een besparing van 27,1 GWh werd gerealiseerd. Er werden 30 projecten ingediend en onze klanten hebben zich ertoe verbonden om in 52 energiebesparingsprojecten te investeren. Tussen 2003 en eind december 2010 heeft Elia dankzij zijn acties bij zijn industriële klanten alles bij elkaar genomen een energiebesparing van 455 GWh gerealiseerd. Dat komt overeen met een besparing van zowat 148.000 ton CO2.


64 + 65 MILIEUVERSLAG ELIA 2010

ONDERSTEUNING VAN HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN: INTEGRATIE VAN OFFSHORE WINDMOLENPARKEN

Voor de windmolenparken in de Noordzee, zowel de bestaande parken als degene in aanbouw, neemt Elia deel aan de financiering van de onder­ zeese kabels naar rato van € 25 miljoen per aanslui­ ting. Elia past ook gunstigere maatregelen toe voor de compensatie van productieafwijkingen en koopt, conform de wetgeving, de groenestroomcertificaten die aan deze entiteiten worden toegewezen. Daarnaast heeft Elia zijn inspanningen op het vlak van de integratie van productie-eenheden voor windenergie voortgezet. Het gaat om een produc­ tiecapaciteit van ongeveer 2.000 MW tegen 2015. Elia heeft met het oog hierop het project Stevin opgestart dat tot doel heeft het 380 kV-net naar de kust te versterken. Het jaar 2010 stond hoofdzake­ lijk in het teken van de opmaak van de plan-MER of de plan-milieueffectrapportage – op basis van de aanbevelingen van de dienst MER van de Vlaamse overheid – waarin bijkomende alternatieven en mili­ euaspecten zijn opgenomen. Elia heeft dit ontwerp van plan-MER begin november bij de autoriteiten van het Vlaamse Gewest ingediend. In de loop van het jaar werd het tweede offshore windmolenpark, Belwind, op het Elia-net aangeslo­ ten dankzij voorafgaande versterkingen, zoals de versterking van de verbinding Koksijde-Slijkens en de versterking van de post Slijkens.

Elia heeft tevens verschillende samenwerkingsovereenkomsten gesloten, teneinde een constructieve rol te kunnen spelen bij de ontwikkeling van de toekomstige windmolenparken: • deelname aan het project Friends of the Supergrid, een initiatief dat in maart 2010 werd gelanceerd en waarin meerdere industriële bedrijven hun krachten bundelen om tot een sociale, politieke en regelgevende basis te komen voor een toekomstig net op zee; • deelname aan het Renewable Grid Initiative, dat de groei wil bevorderen van de elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen en van de hiervoor vereiste transmissiecapaciteit; • strategisch samenwerkingsakkoord met Alstom op het ge­ bied van intelligente netten en de integratie van hernieuw­ bare energiebronnen; • samenwerkingsakkoord met 3E, Alstom Grid, CG Power Systems, CMI, DEME Blue Energy en SAG, via Eurogrid International, om actief bij te dragen tot de ontwikkeling van de toekomstige infrastructuur voor een offshore net in Europa. ONDERSTEUNING VAN HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN: GROENESTROOMCERTIFICATEN

De federale en regionale wetgevers hebben marktmechanismen bepaald om investeringen in elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen aan te moedigen. Dit is het geval voor “groenestroomcertificaten” die de regulator toekent aan de producenten, en die de niet-vervuilende aard van de geproduceerde elektriciteit bevestigen. De leveranciers leggen jaarlijks een aantal van deze certificaten voor, volgens een door de wetgever vastgestelde verhouding tot hun verkoop.


Als transmissienetbeheerder is Elia wettelijk verplicht om de aangeboden certificaten tegen een mini­ mumtarief aan te kopen. Elia stelt deze certificaten via tussenkomst van de Belgische beurs Belpex ter beschikking van de markt. Het saldo, dat overeen­ komt met het verschil tussen de aankoopprijs van Elia en de verkoopprijs op Belpex, wordt via de transmissietarieven doorgerekend aan de verbrui­ kers. 50Hertz Transmission Lancering van de studie “Ecologisch beheer van bovengrondse verbindingen”

Voor de aanleg van luchtlijnen in beboste gebie­ den moeten vaak corridors worden vrijgemaakt. In 2010 startte 50Hertz Transmission met een studie naar het ecologische beheer van luchtlijnen. De studie werd uitgevoerd in samenwerking met lokale partners om een gedifferentieerd bosbeheer op regi­ onaal niveau en een betere integratie van de lijnen in het landschap mogelijk te maken. De studie werd medegefinancierd door de Europese Unie. De geplande aanleg van de Zuid-West intercon­ nectielijn tussen Halle en Schweinfurt was de rechtstreekse aanleiding voor deze studie. Die had tot doel de impact op de omgeving te beperken, procedures voor landschapsbehoud uit te werken en de beste methodologie te kiezen voor het be­ houd van het culturele en het natuurlijke erfgoed. De studie bevat een voorstel voor een beheersconcept op drie niveaus, dat aan de sites is aangepast, en waarin doelstellingen, functies en ecologische en maatschappelijke belangen zijn opgenomen.

De netbeheerders spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de netten van de toekomst. De Elia groep bereidt zich voor op deze omwenteling.



sociaal verslag Een transmissienetbeheerder voor elektriciteit heeft een opdracht van algemeen belang en staat niet alleen ten dienste van de ondernemingen en van hun concurrentievermogen, maar ook van de hele gemeenschap. Deze sociale dimensie komt tot uiting in diverse aspecten via een engagement ten overstaan van alle betrokken partijen, zowel intern als extern. Deze dimensie vormt de kern van de activiteiten van de Elia groep.


68 + 69

Jan Bogaerts werkt voor het departement Safety Support. Hij is technicus op het terrein en een echte expert op het gebied van hoogspanning. Hij aarzelde geen seconde toen hem na afloop van een opleiding tot preventieadviseur werd voorgesteld om zich op de veiligheid toe te leggen.

“Wij werken in een omgeving die per definitie geva­ ren inhoudt, legt hij vol overtuiging uit. Ik denk niet alleen aan het elektrische risico, dat natuurlijk cen­ traal staat in ons werk maar ook bij alle werken op hoogte - zowel in de masten als in onze hoogspan­ ningsstations - of bij graafwerken tijdens interventies aan onze ondergrondse kabels. Al onze collega’s zijn zich uiteraard bewust van deze risico’s, maar het zijn en blijven terreinwerkers die in de eerste plaats ge­ ïnteresseerd zijn in techniek. Zij beschouwen onze veiligheidsprocedures soms als administratieve rompslomp. Ik vind het cruciaal om hen het belang van deze regels en procedures te doen inzien omdat deze ervoor zorgen dat ieder van ons ‘s avonds weer veilig naar huis gaat.”

Hoe ziet een doorsnee werkdag van Jan eruit? Er zijn drie belangrijke delen: het opstellen van veiligheidsprocedures, het geven van opleidingen en het uitvoeren van reviews. De reviews voert Jan uit met flink wat begrip voor zijn collega’s, met veel verantwoordelijkheidszin en de uitgesproken wil om de praktijken constant te verbeteren. Jan is algemeen genomen al vroeg op de been en komt op de door hem gekozen werf aan voor het begin van de werken, zodat hij alle handelingen van nabij kan volgen, vanaf het buiten dienst stellen en het in veiligheid stellen van de installaties. Met wie hij zoal in contact komt? Met de schakelbevoegde, de veiligheidsbevoegde en de werkleider(s). “Ik check of de procedures juist worden toegepast, vanaf de voorberei­ dingsfase van de werken. Worden de aangepaste werkkledij en de per­ soonlijke beschermingsmiddelen gebruikt? Werden de stellingen geplaatst zoals het hoort? Als een collega zich op hoogte bevindt, boven een andere collega, heeft hij dan alle maatregelen getroffen om alle risico’s te voorko­ men? Zijn de werkzones juist afgebakend en wordt deze afbakening in acht genomen?” Hoewel de reviews een cijfermatige evaluatie bevatten – de resultaten gaan er jaar na jaar op vooruit – is het niet zozeer de bedoeling om te “controle­ ren”, maar eerder om voortdurend na te gaan of de procedures nog aan­ gepast zijn en hoe ze nog kunnen worden verbeterd. “Onze installaties zijn complex en zeer divers”, vertelt Jan. “Wij stellen geen procedures voor die tot in het kleinste detail zijn vastgelegd, want dat zou tot een onbruikbare dikke telefoongids leiden! Wij definiëren veeleer regels die van algemene aard zijn en ontwikkelen de competenties, de ervaring en de veiligheidsre­ flexen van onze collega’s. Op die manier kunnen zij met kennis van zaken moeilijke situaties inschatten en daar gepast op reageren.”


Jan Bogaerts TECHNICUS OP HET TERREIN SAFETY SUPPORT


70 + 71 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

Bianca Berger Branding/Corporate Communications 50Hertz Transmission

Bianca Berger ging aan de slag bij 50Hertz in 2010, een bijzonder boeiend jaar, niet alleen op het gebied van “branding”. Samen met haar collega’s van de dienst Communicatie zorgt Bianca ervoor dat de Elia groep op het nationale en internationale toneel onmiddellijk wordt herkend en dat het merk 50Hertz door alle partners van de onderneming als een referentie wordt beschouwd. Ze had geen beter moment kunnen kiezen om de rangen van 50Hertz te vervoegen. “Ik had een jong merk ontdekt dat een solide plaats aan het verwerven was, met zijn naam, zijn visuele aspect en zijn waarden. Door onze nieuwe positie binnen de Elia groep kregen we de gelegenheid om ons merk te verrijken met elementen die kenmerkend zijn voor de Elia groep. Zo konden we een gemeenschappelijke identiteit ontwikkelen. De waarden die verbonden zijn aan de twee merken en hun kleuren – het energieke oranje en het meer technische grijs – gaan perfect samen. Onze naam heeft meer betekenis gekregen door het logo van de Elia groep: het grafische symbool voor energie, een krachtig element, het idee dat ons verbindt. Om er zeker van te zijn dat onze nieuwe visuele identiteit – na de “restyling” van ons logo – goed ingeburgerd raakt in het dagelijkse leven, hebben we samen richtlijnen opgesteld voor de visuele identiteit van de groep. Dit zorgt er enerzijds voor dat de huisstijl van de Elia groep in al onze publicaties duidelijk zichtbaar is, maar laat anderzijds voldoende ruimte voor de specifieke behoeften van de twee ondernemingen. Wij zijn er trots op dat ons merk onze identiteit van netbeheerder binnen de internationale groep Elia zo goed weerspiegelt en dat onze collega’s zo positief op ons nieuwe merk hebben gereageerd. De corporate brochure waarin de Elia groep wordt voorgesteld, was het startsein voor de nieuwe look van 50Hertz en zal ons dag in dag uit begeleiden op onze weg naar een gedeelde identiteit. We kijken nu al vol verwachting uit naar de première van onze bedrijfsfilm in 2011. Deze film kwam tot stand dankzij de goede samenwerking met onze Belgische collega’s en bewijst dat onze merken samen perfect gelukkig zijn onder het dak van de Elia groep”, voegt Bianca er nog enthousiast aan toe.


personeelsbeleid Elia steunt voor het vervullen van zijn kerntaken op het pro­ fessionalisme en op de competenties van ongeveer 1.785 medewerkers (waarvan er 1.163 actief zijn in België). Meer dan 46% van alle personeelsleden werd pas na de oprichting van de onderneming in 2001 aangeworven. Door deze dynamiek ontstaat een belangrijke mix van ervaring en nieuwe talent. De Elia groep staat voor verschillende uitdagingen in een con­ text die voortdurend en snel verandert: • jongeren identificeren en aantrekken – vaak in technische en zeer gespecialiseerde disciplines – en hen de knepen bijbrengen van het vak van transmissienetbeheerder voor elektriciteit: de traditionele vakkennis zoals deze op het vlak van hoogspanning, maar ook nieuwe vakkennis zoals alles wat te maken heeft met de intelligente netten, de markt­ werking of de regulering; • de competenties van zijn interne medewerkers verder laten evolueren en ze blijven ontwikkelen in specialisaties die er elk jaar weer anders uitzien; • zijn activiteiten met succes uitbreiden naar het internatio­ nale niveau; • zijn innovatiemogelijkheden verder ontwikkelen; • anticiperen op de behoeften van de onderneming op het vlak van human resources, in een context die voortdurend verandert, en de waaier aan competenties verruimen met het oog op de verwachtingen van morgen; • ervoor zorgen dat de nieuwe werkkrachten aansluiting vinden bij de ervaren “anciens” die over kostbare kennis en ervaring beschikken; • mechanismen voor performancemanagement invoeren om de medewerkers te motiveren en te laten evolueren, niet alleen om aan hun persoonlijke verwachtingen te voldoen, maar ook om aan de veranderende behoeften van de groep tegemoet te komen.

Elia heeft in dit verband een beleidsvisie ontwikkeld die niet alleen op rekrutering is gericht, maar ook op retentie, competentiebeheer, opleiding, mobiliteit en motivatie. Dit beleid steunt op de waarden die gedefinieerd zijn in het “mission statement” van de onderneming. Deze vormen de fundamenten die Elia onmisbaar en prioritair vindt: zij moeten worden weerspiegeld in de manier waarop de medewerkers van de on­ derneming hun activiteiten uitoefenen, zowel binnen de onderneming als ten aanzien van de buitenwe­ reld: • ondernemingszin: actief zoeken naar mogelijkhe­ den en samen met anderen de stap durven zetten naar verbetering, vernieuwing of opportuniteiten om Elia te helpen groeien en zijn klanten beter te dienen; • empathie: openstaan voor de andere en luisteren naar zijn gevoelens en mening; bereid zijn om an­ deren te begrijpen en toch je eigenheid bewaren; • integriteit: anderen open, eerlijk en loyaal tege­ moet treden, met respect voor de persoon en zijn professionele ethiek; je engageren en staan voor wat je zegt; • verantwoordelijkheid: weten hoe belangrijk je taak is en ze dan ook goed uitvoeren met de hiervoor noodzakelijke middelen en met aandacht voor de mensen, de organisatorische beperkingen en de resultaten.


72 + 73 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

SAMENSTELLING VAN ELIA OP 31/12/2010 1 Mannen Directie

Vrouwen

Totaal

FTE

7

0

7

7

Kaderleden

292

74

366

359,60

Bedienden

646

144

790

770,07

Totaal

946

218

1.163

1.136,67

Rekrutering

Jobbeurzen

Elia realiseert elk jaar een belangrijk rekruteringspro­ gramma. In 2010 heeft de onderneming 65 nieuwe medewerkers aangeworven, zowel voor de vervan­ ging van gepensioneerde werknemers als voor de invulling van nieuwe functies.

Net als de vorige jaren waren de jobbeurzen een bijzonder nuttig instrument voor de rekruteringsacties van onze onderne­ ming. Elia nam niet alleen deel aan Career Launch, de nationale jobbeurs in de herfst, maar ook aan de belangrijkste jobevents die door universiteiten en hogescholen worden georganiseerd. Deelname aan deze evenementen brengt de rekruteringsspeci­ alisten van Elia in contact met jong talent. De jongeren worden vervolgens aangemoedigd om deel te nemen aan de eerste fase van de rekruteringsprocedure die op een zaterdag in de maanden februari en maart doorgaat. Dit initiatief kreeg een positieve respons van de studenten.

In België bestaat het personeelsbestand van Elia voor meer dan 46% uit medewerkers die pas na de oprichting van de onderneming in juni 2001 werden aangeworven. Het aandeel van medewerkers met meer dan tien jaar anciënniteit is geleidelijk over­ gegaan van 68% in 2002 naar 52,71% in 2010. Bij Elia zijn 18,74% van de personeelsleden vrouwen. Zij spelen een steeds belangrijkere rol in functies die essentieel zijn voor de strategie en de toekomst van de groep.

Top Employer 2011 Elia nam in 2010 voor het vierde jaar op rij deel aan de “Top Employer”-enquête, een organisatie van de onafhankelijke CRF-experts. En ook dit keer werd voor het jaar 2011 het felbegeerde label “Top Employer” in de wacht gesleept. Voor deze selectie gelden vijf criteria: primaire arbeidsvoorwaarden, opleidings- en trainingsmo­ gelijkheden, interne promotiekansen, secundaire arbeidsvoorwaarden en bedrijfscultuur. Deze titel, die aan 43 Belgische bedrijven werd toe­ gekend, is een extra troef om Elia als een voortreffe­ lijke werkgever te profileren op de arbeidsmarkt.

Partner van het onderwijs De vakgebieden die bij Elia aan bod komen, vooral het vakge­ bied “hoogspanning”, vinden soms te weinig weerklank in de opleidingsprogramma’s van scholen en universiteiten. Daarom heeft Elia een partnerschapsbeleid met het onderwijs ontwik­ keld. Dit kan een specifieke meerwaarde betekenen voor universiteiten en technische scholen: studenten kunnen in de praktijk kennismaken met de verschillende disciplines van het transmissienetbeheer. Deze leerervaring is zeer kostbaar voor de studenten, terwijl ze Elia in staat stelt om jongeren warm te maken voor de onderneming.

Elia Challenge Elk jaar krijgen studenten van verscheidene technische scho­ len de kans om een eindwerk te maken over het vakgebied “hoogspanning”. Specialisten van Elia begeleiden hen daarbij. De deelname aan Elia Challenge omvat een bezoek aan een hoogspanningsstation en de uitvoering van een project dat in rechtstreeks verband staat met de hoogspanningstechnologie en de activiteiten van Elia. De school ontvangt hiertoe een financiële ondersteuning van Elia. De verschillende projecten worden voorgesteld in aanwezigheid van leden van het ma­ nagementteam.

1 I n deze cijfers zijn ook de medewerkers opgenomen van Eurogrid International, dat voor 60% een dochteronderneming is van Elia.


Elia sleept voor het vierde jaar op rij de titel “Top Employer” in de wacht. – Partnerschap met het onderwijs via “Elia Challenge”.

Technical Education Trophy In het schooljaar 2009-2010 organiseerde Elia voor de derde keer de “Technical Education Trophy”, een wedstrijd voor laat­ stejaarsleerlingen van de richtingen elektriciteit, elektromecha­ nica en elektronica van het secundair technisch onderwijs. Eerst worden via een schriftelijke vragenlijst aan alle scholen de tien beste klassen van elke taalgemeenschap geselecteerd. Die kunnen zich vervolgens met elkaar meten in een finale met tien praktische en theoretische proeven, die in het Training Center van Elia wordt georganiseerd. De eerste prijs ging dit jaar naar het Institut Cardijn de Lorraine uit Aarlen (Franse Gemeen­ schap) en naar het V.T.I. Brugge (Vlaamse Gemeenschap). De twee winnende teams mochten als beloning naar het weten­ schapsmuseum in Londen. Voor het schooljaar 2010-2011 werd de Trophy in een nieuw jasje gestoken. Elia heeft immers beslist om het initiatief in een ruimere context te laten organiseren in samenwerking met Jeugd, Cultuur en Wetenschap. De leerlingen van de laatste jaren van alle richtingen van het secundair onderwijs werden gecontacteerd en opgeroepen om een wetenschappelijk of technisch project uit te werken dat ze op 29 en 30 april tijdens wetenschapsEXPOsciences in Tour & Taxis in Brussel zullen voorstellen. Door deze formule kan Elia er mee voor zorgen dat nog meer jongeren de wetenschappelijke en technische microbe te pakken krijgen.

Belgian Best Engineering Competition Voor het derde jaar op rij heeft Elia zijn steun verleend aan het initiatief van de Belgian Best Engineering Competition (BEBEC). Deze wedstrijd wordt in het kader van de Board of European Students in Technology (BEST) georganiseerd, een initiatief van en voor technologiestudenten dat 83 lokale groepen uit 30 Europese landen verenigt. Op 15 april 2010 was de grote dag aangebroken voor de win­ nende teams van de lokale wedstrijden die in elke universiteit werden georganiseerd. In Durbuy namen zes teams van tel­ kens vier ingenieursstudenten van zes Belgische universiteiten het tegen elkaar op in de finale van de BEBEC. De casestudy over de grootschalige integratie van productie-eenheden op basis van windenergie in de elektriciteitsnetten werd door Elia

uitgewerkt en begeleid. De zes deelnemende teams hebben uitstekend werk geleverd: zij waren heel creatief en hadden ook feeling voor communica­ tie. De winnaars van deze proef, het team van de KULeuven, heeft zo een plaatsje in de Europese eindstrijd van de EBEC-competitie veroverd.

Stages Elia voert een stagebeleid voor laatstejaarsstuden­ ten van het secundair onderwijs, hogescholen en universiteiten. Door middel van deze stages kunnen de studenten kennismaken met de onderneming en haar activiteiten. Via hun gesprekken met onze medewerkers en door te proeven van de werksfeer geraken ze misschien geboeid door onze beroeps­ mogelijkheden. Verder vormen deze stages een ideale springplank om later een job in de wacht te slepen binnen de Elia groep.

Bedrijfsbezoeken Elia organiseert bedrijfsbezoeken voor geïnteres­ seerde groepen. Deze omvatten een algemene presentatie over de onderneming, gevolgd door een bezoek aan een controlecentrum en een hoog­ spanningsstation. Tijdens deze bezoeken kunnen geïnteresseerden zich een beeld vormen van de activiteiten van een transmissienetbeheerder voor elektriciteit. Deze bezoeken gaan in principe door op de site van Schaarbeek in de Brusselse kanaal­ zone, waar zich ook het Elia Training Center en het nieuwe nationale controlecentrum bevinden.

Competentiebeheer In het kader van zijn beleid op het vlak van competentiebeheer werkt Elia op basis van een competentiecatalogus. Deze bevat vijf generieke competenties die voor alle medewerkers van Elia werden gedefinieerd en die nauw aansluiten op de bedrijfswaarden.


74 + 75 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

Opleiding van jongeren, stages en levenslang leren maken deel uit van het beleid van de groep.

Voor de kaderleden zijn per functiefamilie aanvullende specifie­ ke competenties gedefinieerd. Voor de bedienden die na 2002 werden aangeworven, werden de competenties vervolledigd met een beschrijving van de specifieke taken voor de verschil­ lende functiecategorieën.

Daarnaast biedt Elia zijn personeel onder bepaalde voorwaarden (motivatiebrief, deelnemingscriteria, …) de mogelijkheid om aan externe opleidingspro­ gramma‘s deel te nemen (bijvoorbeeld aan Vlerick). ENKELE CIJFERS:

Over het algemeen komen deze competenties aan bod in ver­ schillende stadia van de loopbaan van een medewerker: tijdens de evaluatie die plaatsvindt op het ogenblik van de rekrutering of bij een functiewijziging, naar aanleiding van de ontwikke­ lingsgesprekken van de kaderleden (de ‘Midyear Review’ die elke zomer plaatsvindt) en de bedienden (de jaarlijkse ‘Jobda­ te’), in de opleidingen die worden aangeboden om specifieke competenties te ontwikkelen, … Zowel de kaderleden als de bedienden die volgens het nieuwe statuut worden aangeworven, volgen een performancema­ nagementproces. Dat omvat naast een gesprek bij het begin van het jaar waarin de te realiseren doelstellingen en activiteiten worden vastgelegd, ook een evaluatiegesprek aan het eind van het jaar én een ontwikkelingsgesprek. Voor de bedienden die nog volgens het oude statuut zijn aangeworven, bestaat momenteel alleen het ontwikkelingsgesprek. In de verschillende operationele directies werden eveneens specifieke technische competentiecatalogi opgesteld.

Opleidingen Elia biedt zijn medewerkers een waaier van opleidingen aan, die zowel gericht zijn op gedragscompetenties (zoals as­ sertieve communicatie) als op de activiteiten van Elia. Enkele voorbeelden hiervan zijn de opleidingscyclus “Campus Elia”, de “Elia Business Game” waarvan specifieke versies zijn gemaakt voor verschillende doelgroepen (middle management, meesterschapspersoneel van Grid Services, …), de cursus “de vakgebieden van Elia” en de taalcursussen. De IT-afdeling organiseert ook specifieke opleidingen over informatica en de voor de onderneming ontwikkelde tools. Er werden ook opleidingstrajecten uitgewerkt voor bepaalde specifieke doelgroepen: jonge kaderleden, middle managers, assistenten van senior managers, starters in een bepaald departement, projectleiders, …

Gemiddeld aantal uren opleiding per medewerker in 2010: 54,07 uur. Learning coverage (minimaal één dag opleiding) in 2010: 73,43%.

Knowledge Management De taak van het Departement Knowledge Manage­ ment bestaat erin te anticiperen op de behoeften op het vlak van technische kennis, evenals de onderneming aan te moedigen bij het verwerven, ontwikkelen en in stand houden van deze kennis, in nauwe samenwerking met het Departement Human Resources. Deze afdeling wil de onderneming uitrusten met de nodige instrumenten om het verwerven en verder ontwikkelen van deze technische kennis mogelijk te maken en op efficiënte wijze te organiseren, alsook om deze vaardigheden te laten renderen, up to date te houden en door te geven. Deze aanpak heeft tot doel ieder personeelslid van de groep in staat te stellen om enerzijds zijn functie en zijn taken op een professionele manier uit te voe­ ren en om zich anderzijds verder te ontplooien door te leren van de ervaringen van zijn voorgangers en collega’s en zich op deze manier voor te bereiden op de toekomst van de onderneming. Onder technische kennis wordt de specifieke basiskennis verstaan die noodzakelijk is om de metiers van Elia te kunnen uitvoeren en om nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.


50Hertz heeft met de Universiteit van Cottbus een partnerschap ontwikkeld om jongeren vertrouwd te maken met het vakterrein van de transmissienetbeheerder.

In Duitsland Ook 50Hertz Transmission neemt maatregelen om een wer­ komgeving te creëren die de onderneming in staat stelt om nieuwe werknemers aan te trekken en op te leiden. Deze die­ nen niet alleen over vaardigheden in technische disciplines te beschikken, maar moeten ook op de hoogte zijn van de markt­ werking en van aspecten in verband met regulering. Gezien de leeftijdspiramide binnen 50Hertz wordt een programma voor opvolging, competentieoverdracht en talentbeheer uitgevoerd. REKRUTERING

Op 31 december 2010 werkten er 622 vaste personeelsle­ den en 20 personen met een leercontract voor 50Hertz. Het aandeel vrouwelijke werknemers is goed voor 21,5% van het personeelsbestand; 4% van de werknemers zijn personen met een handicap. De gemiddelde anciënniteit bedraagt 19,9 jaar en de gemid­ delde leeftijd 43,9 jaar. Bij het berekenen van dit laatste cijfer werd al rekening gehouden met het grote aantal recente aan­ wervingen die niet alleen het gevolg zijn van de scheiding van de historische eigenaar en de nieuwe activiteiten in het kader van de integratie van hernieuwbare energie, maar ook met de internationalisering van de energiemarkt. PARTNERSCHAPPEN MET SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN

Gelet op de uitdagingen waar de groep voor staat, heeft 50Hertz een academisch samenwerkingsinitiatief op touw ge­ zet waarbij tien partneruniversiteiten uit zijn geografische zone betrokken zijn. Dankzij de ruime expertise op het gebied van elektriciteitsnetten, hoogspanningsinfrastructuur en energie­ wetgeving waarover de professoren beschikken, kunnen ze jonge talenten enthousiast maken voor het activiteitendomein

van 50Hertz Transmission. Er zijn samenwerkings­ akkoorden gesloten met de technische universitei­ ten van Berlijn, Maagdenburg en Cottbus. Om deze contacten in de toekomst nog verder te versterken, werd in 2010 aan de Universiteit van Cottbus, een van de meest vooruitstrevende centra op het vlak van Onderzoek & Ontwikkeling, een leerstoel in het leven geroepen. Door middel van conferenties en bezoeken aan onderzoekscentra of operationele sites krijgen de uitwisselingen tussen 50Hertz Transmission en de academische wereld een nieuwe impuls. 50Hertz biedt studenten eveneens de mogelijkheid om hun kennis te verdiepen en beroepservaring op te doen in het kader van stages, seminars en eindwerken. COMPETENTIE- EN KENNISBEHEER

In het licht van de uitdagingen waarop de groep een antwoord moet vinden, hecht 50Hertz ook veel belang aan de opleiding van zijn personeelsleden. In 2010 heeft elke werknemer gemiddeld aan 1,4 op­ leiding deelgenomen. Daarnaast werd een ontwik­ kelings- en opleidingcentrum opgericht. 50Hertz Transmission is eveneens van plan om in de toekomst meer werknemers aan te nemen met een technisch leercontract. Deze personen blijven na afloop van hun stage nog minstens een jaar voor de onderneming werken. Zo zijn er in 2010 meer­ dere stagiaires en doctorandi aangeworven.

SAMENSTELLING VAN 50HERTZ OP 31/12/2010

Directie

Mannen

Vrouwen

Totaal

FTE

4

0

4

-

Kaderleden

54

9

63

62,5

Bedienden

435

124

559

556,3

Totaal

489

133

622

618,8


76 + 77 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

veiligheid en welzijn van de werknemers présente

t

presenteer

Doelstelling “Geen enkele blessure” De veiligheid en het welzijn van onze eigen medewerkers, van de personeelsleden van de bedrijven waarmee we samenwer­ ken, van onze klanten en, in ruimere zin, van het grote publiek zijn een absolute prioriteit voor Elia. De onderneming stelt alles in het werk om te verzekeren dat haar installaties zo veilig en zo betrouwbaar mogelijk zijn. De Elia groep heeft zich tot doel gesteld het aantal ongevallen en incidenten tot nul te herleiden.

Stop Think Act Review

Act Review Stop Think

IN BELGIË

Elia behoort al verscheidene jaren tot de meest veilige industri­ ële ondernemingen, niet alleen in België, maar ook in Europa. Deze resultaten bevestigen de aanpak die de onderneming volgt om zowel de intrinsieke veiligheid van de installaties als de operationele veiligheid bij de uitoefening van haar activiteiten te verbeteren. Dit bewijst ook dat het uitgangspunt van Elia, met name “elk ongeval is er één te veel!”, volledig gegrond is. Voortdurend inspanningen leveren om zelfs het meest onbeduidende on­ geval te vermijden, is en blijft de beste manier om een ernstig arbeidsongeval te voorkomen. De gevolgen van een kleine onoplettendheid of een onschuldige val kunnen zeer zwaar zijn. Door permanent de aandacht te vestigen op dit principe en met behulp van concrete acties, bewustmakingscampagnes en maatregelen op het gebied van orde en netheid – zowel in onze industriële installaties als op onze werven en in onze kantoren – is het personeel van Elia erin geslaagd om het aantal ongevallen door bijvoorbeeld struikel- en valpartijen sterk te doen dalen.

Om op het vlak van veiligheid de hoogst mogelijke resultaten te behalen, moeten de werknemers van Elia op elk ogenblik met een kritische, constructieve en open geest de regels, procedures en voorschrif­ ten toepassen en hun gedrag steeds aan de reële situaties aanpassen. Om deze permanente inspanningen te onder­ steunen, worden al meerdere jaren doelgerichte campagnes opgezet. Het doel hiervan is de vei­ ligheidsreflexen van al onze medewerkers nog te versterken, zodat veiligheid bij elk van hen een tweede natuur wordt. De in 2009 gelanceerde campagne werd in 2010 voortgezet, rond de vier kritieke momenten op het gebied van veiligheid en kwaliteit in de werkvoorbe­ reiding en de werkuitvoering: STOP – THINK – ACT – REVIEW. De grondige analyse van alle incidenten die zich voordoen, draagt eveneens bij tot een ver­ betering van de procedures en werkmethodes.


De werknemers van de service centers leggen heel wat kilometers af met hun bedrijfswagen. Omdat veiligheid op de weg een permanente bekommernis is, volgen de bestuurders van de onderneming een opleiding “Veilig achter het stuur”.

Alleen door op dit terrein systematisch inspanningen te blijven leveren, zal Elia op structurele wijze een hoog veiligheidsni­ veau kunnen verzekeren en bijgevolg de factor geluk kunnen verkleinen.

personen getest op hun kennis van de gevaren en de risico’s die aan werken in hoogspanningsinstal­ laties zijn verbonden. Maatschappelijk engagement op veiligheidsvlak

Beloning voor veilige werkwijze van contractors

Om de veiligheidsreflex bij de contractors te stimuleren en hun goede resultaten op het gebied van veiligheid te belonen, gelden de aanbevelingen van het project “Safety Contractors” voortaan voor een brede waaier van activiteiten, gaande van elektrische montage en bouwkundige werken, via schilderwer­ ken of het onderhoud van plantengroei in de buurt van onze installaties, tot graafwerkzaamheden en de aanleg van kabels. Het model dat aanvankelijk werd ingevoerd, houdt bij de selec­ tie van aannemers en de toewijzing van opdrachten rekening met een reeks objectieve veiligheids- en kwaliteitsparameters, zowel wat de werkvoorbereiding als de uitvoering op het terrein betreft. De resultaten worden geëvalueerd en besproken in het kader van een open dialoog met de contractors. De aanpak op het gebied van kwaliteit en veiligheid van zowel bestaande contractors als van nieuwe kandidaten wordt aan een audit onderworpen. Indien nodig wordt een actieplan uitgewerkt om de werking en de resultaten van de betrokken contractors op het door Elia beoogde niveau te brengen. Indien ondernemin­ gen zich niet voldoende schikken naar het veiligheidsbeleid van Elia of voor de veiligheidsparameters en -resultaten niet het vereiste niveau behalen, kan Elia zich genoodzaakt zien om de samenwerking te beëindigen. Verder werden de basismodules van de opleidingen die Elia aan zijn contractors aanbiedt, bijgewerkt en afgestemd op de noden van de specifieke doelgroepen. Er zijn in totaal 2.700

Niet alleen het personeel van Elia en van zijn con­ tractors moet rekening houden met de mogelijke risico’s van werken nabij hoogspanning: dit geldt ook voor elke persoon die in de buurt van onze installaties komt. Op vraag van een aantal brand­ weerkorpsen heeft Elia sessies georganiseerd over de specifieke risico’s en de noodzakelijke veilig­ heidsmaatregelen bij dringende interventies in de nabijheid van onze installaties. Elia stelt zijn infrastructuur ook geregeld ter be­ schikking van de hulpdiensten, zodat zij in een zo realistisch mogelijke context oefeningen kunnen uitvoeren. IN DUITSLAND Industriële veiligheid en gezondheid

Wat de industriële gezondheid betreft, heeft 50Hertz zich tot op heden toegespitst op projecten die ver­ band houden met de controlecentra, het hoogspan­ ningsstation van Freiberg-Noord en het concept van offshore bescherming en brand in de post van Marzahn. Deze aanpak had tot doel een permanent verbeteringsproces in te voeren op basis van de be­ oordeling van de operationele risico’s en instructies. In deze context zijn aanbevelingen opgesteld op het vlak van industriële gezondheid en veiligheid en werd met de personeelsvertegenwoordiging een ak­

FREQUENTIEGRAAD EN ERNSTGRAAD Frequentiegraad 2006

2007

Elia

8,0

Hoofdzetel

2,6

Service Area N Service Area Z Engineering

2008

2009

2010

2,7

5,1

2,8

0

2,7

0

14,6

2,8

5,8

17,5

11,3

3,3

0

Ernstgraad 2006

2007

2008

2009

2010

1,7

0,18

0

0,05

0,03

0,10

0,14

0,02

0

0,03

0

5,8

0

0

0,26

0,02

0,12

0,02

0

14,2

8,7

0

0

8,4

0,53

0,15

0,35

0,71

0,07

0

0,01

0

0

0

0


78 + 79 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

De nieuwe Elia-campagne focust op 2 strategische elementen: het engagement voor hernieuwbare energie en de uitbouw van de Europese elektriciteitsmarkt.

koord gesloten over preventie inzake de gezondheid op het werk, de werkposten en de bescherming van niet-rokers. Het project kreeg extra glans door de certificering van het systeem voor het beheer van de industriële veiligheid door de vereniging van verzekeraars van werkgevers in Duitsland. Ongevallenstatistieken

Er hebben zich in 2010 drie arbeidsongevallen voorgedaan, met in totaal 90 dagen arbeidson­ geschiktheid tot gevolg. Dit komt neer op een onge­ vallenpercentage van 4,8 ‰ tegenover 6,7 ‰ in 2009. Drie andere ongevallen op weg naar het werk hebben tot 30 dagen arbeidsongeschiktheid geleid. Daarnaast waren er nog twee bijkomende ongeval­ len (samen 104 dagen arbeidsongeschiktheid) naar aanleiding van sportieve activiteiten die door het bedrijf worden aangeboden. Het gebruik van een veiligheidspas voor contractors werd contractueel vastgelegd voor alle diensten om de industriële veiligheid op bouwterreinen te ver­ beteren (in het verleden hebben zich 14 ongevallen met medewerkers van externe bedrijven voorge­ daan). Daarnaast werd het belang van de industriële veiligheid en van de milieuvoorschriften bij de toewij­ zing van contracten opnieuw gedefinieerd. Gezondheidsbeleid

Alle personeelsleden van 50Hertz hebben een arbeidsgeneeskundig onderzoek ondergaan waarbij ook de individuele gezondheidsrisico’s werden be­ oordeeld. Het programma voor welzijn op het werk werd in 2010 voortgezet. Er zijn eveneens ergono­ mische maatregelen genomen. De medewerkers van 50Hertz hebben ook de mogelijkheid gehad om zich te laten inenten tegen griep en om deel te nemen aan bloeddonaties. Naar aanleiding van de gezondheids- en veilig­ heidsdag zijn er extra opleidingen en informatieses­

sies georganiseerd, zowel in de hoofdzetel als in de regionale afdelingen.

Naambekendheidscampagne In het licht van de klimaatuitdagingen en het ambitieuze beleid dat zowel op Europees niveau als in de afzonderlijke EU-lidstaten (waaronder België en zijn gewesten) wordt gevoerd, is voor de netbeheerders meer dan ooit een cruciale rol weggelegd indien de geïndustrialiseerde landen hun doelstellingen met betrekking tot het toenemende aandeel van hernieuwbare energie en het koolstofvrij maken van de elektriciteitsproductie willen bereiken. De netbeheerders moeten meer dan ooit tevoren aan de verschillende stakeholders uitleggen hoe belangrijk hun rol ten dienste van de economie en de gemeenschap is en welke taak voor hen is weggelegd in het energielandschap van de toekomst. Uit een kwalitatieve enquête onder de verschillende partijen die bij zijn activiteiten zijn betrokken, kon Elia al in 2008 opmaken dat de stakeholders verwachten dat de netbeheerder initiatieven neemt op het vlak van communicatie, verduidelijking en informatieverstrekking. Het onderzoek heeft aangetoond dat het voor Elia van groot belang is om: • zich als een dynamische en toekomstgerichte werkgever te profileren, zodat de onderneming de nieuwe medewerkers kan aantrekken die nodig zijn om de efficiëntie en de kwali­ teit van haar dienstverlening te behouden; • het vertrouwen te krijgen van de omwonenden van zijn in­ stallaties en van de overheden, evenals te kunnen rekenen op de bereidheid om, door middel van een constructieve dialoog, tot de meest geschikte oplossingen te komen; • ervoor te zorgen dat de investeerders vertrouwen hebben in de onderneming, zodat deze kan beschikken over het ka­ pitaal dat nodig is om de investeringen te realiseren die een duurzame ontwikkeling van onze activiteiten garanderen; • duidelijkheid te verschaffen over de rol van Elia als transmis­ sienetbeheerder voor elektriciteit, zowel op federaal niveau als binnen de drie gewesten van dit land, zodat de burgers deze rol beter begrijpen en Elia kunnen steunen.


De doelstelling van het Elia Fonds: de ondersteuning van projecten die aan mindervaliden een transparante en niet-discriminerende toegang willen geven tot vrijetijdsactiviteiten.

De overname van 50Hertz Transmission in 2010 vormde het begin van een nieuw tijdperk. Met deze operatie kregen de activiteiten van de onderneming niet alleen een internationale dimensie, maar werden er ook nieuwe perspectieven gecre­ ëerd voor haar werknemers, klanten, aandeelhouders en voor de hele gemeenschap. In dit verband pakte Elia in 2010 uit met een nieuwe naambe­ kendheidscampagne rond twee belangrijke thema’s: de inter­ nationale samenwerking, om zijn klanten en de gemeenschap in België nog beter van dienst te zijn, en de voorbereiding van de netten van de toekomst, als antwoord op de uitdagingen op het vlak van hernieuwbare energie. Deze campagne viel uiteen in twee belangrijke delen: een eerste golf in juni, op het moment van de kapitaalverhoging die nodig was om de overname van 50Hertz Transmission te finan­ cieren, en een tweede golf in december, naar aanleiding van de Klimaattop van Cancun. Elia maakte hierbij opnieuw gebruik van de metafoor van het stopcontact – als symbool voor het hoogspanningsnet – die voor de eerste campagne van 2008 werd ontwikkeld. Bij de campagne van 2010 lag de nadruk op dezelfde media als in 2009: de schrijvende pers, de radio en het internet. De campagne van Elia werd door de Europese Commissie als voorbeeld aangehaald tijdens conferenties en debatten over de ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit in Europa.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven Omdat Elia het belangrijk vindt om zijn beleid en acties in de toekomst nog beter te kunnen structureren, heeft het door de specialisten van Business & Society, de Belgische referentie op het vlak van Corporate Social Responsibility, een evaluatie (as­ sessment) laten uitvoeren van zijn prestaties op het gebied van sociale verantwoordelijkheid.

Uit dit assessment blijkt dat Elia een maatschappe­ lijk verantwoorde onderneming is. In deze context werd onder leiding van het Directiecomité voor de hele groep een gecoördineerde aanpak ingevoerd. Deze globale strategie zal in 2011 worden voltooid. HET ELIA FONDS: ONTDEKKING EN VERWONDERING VOOR IEDEREEN

Elia heeft vanaf zijn oprichting zijn missie ten dienste van de bevoorradingszekerheid en de elektriciteits­ markt willen vertalen in een sociaal engagement. In samenwerking met de ervaringsdeskundigen van de Koning Boudewijnstichting, de partner bij uitstek op dit vlak, werd in 2001 het Elia Fonds opgericht. De Koning Boudewijnstichting staat eveneens in voor het volledig onafhankelijke en transparante beheer van het Fonds, in overeenstemming met de waarden van de onderneming. Het Elia Fonds richt zich tot minder mobiele per­ sonen in de ruime zin van het woord: mensen met een mentale, motorische of sensoriële handicap, senioren, gezinnen met jonge kinderen, ... Het Fonds steunt projecten die aan deze doelgroe­ pen, op dezelfde wijze als aan andere personen, een transparante en niet-discriminerende toegang willen geven tot toeristische, culturele en sportieve vrijetijdsactiviteiten. Het Fonds geniet een jaarlijkse dotatie van onge­ veer € 250.000. Het is absoluut niet de bedoeling om taken van de overheid over te nemen: het Elia Fonds wil gewoon verder gaan dan de basisver­ plichtingen. In 2007 werd de doelstelling van het Fonds lichtjes aangepast met de klemtoon op verwondering en ontdekking.


80 + 81 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

Reeds een aantal jaren neemt het personeel deel aan de beklimming van een hoogspanningsmast: deze actie in het kader van Télévie levert geld op voor het goede doel.

In 2010 heeft een onafhankelijke jury 19 projecten geselecteerd die in belangrijke mate bijdragen tot de integratie van personen met een handicap in een zo ruim mogelijke context.

• Het

Projecten 2010 •

• •

• •

• •

• • •

Les enfants de Cothan partent à la pêche en mer - Cothan asbl, Charleroi-Gosselies Rare snuiters, een inclusief prentenboek voor blinden, slechtziende, goedziende en dyslec­ tische kinderen - Blindenzorg Licht en Liefde, Jabbeke Contact Improvisation pour personnes déficien­ tes ­visuelles - Œuvre Nationale des Aveugles Iedereen fietst! - BSBO De Horizon Aalst La Troupe des ‘Décompressez-nous’ en Action ! - Renaissance asbl, Braine-l’Alleud Zelfstandig zit skiën op Belgische in-door sneeuwpisten voor personen met een eenzijdige verlamming of complexe handicap - Anvasport, Melle Nous aussi sur la Petite Reine - Asbl La Clairière Het Huis van Alijn werkt drempels weg voor personen met een visuele beperking - Het Huis van Alijn, Gent Handicyclos - Latitude Junior asbl Leren door doen: een traject met gezinsweek­ ends en jongerenvakanties - Nema vzw Ein Kreativ Workshop für jedermann - Jugendtreff Inside, Raeren-Eynatten Start to Roll - Leuven Bears, Leuven Tous artistes - Asbl Badje Fietsproject in de noordrand Brussel en Pajottenland - Katholiek Vereniging voor Gehan­ dicapten Signes et Repères au Musée des Enfants - Musée des Enfants, Ixelles Audioguides voor mensen een beperking in het Kasteel van Gaasbeek Regards croisés sur le art&marges musée - art&marges musée, Bruxelles

uur dat we niets van elkaar wisten - De Kerselaar vzw ‘Quand le corps se fait parure’ - Diffusion Culturelle des Musées royaux d’Art et d’Histoire, Bruxelles Triatlon voor personen met een beperking, de finale! - Avalympics, Geel

• L’exposition

TÉLÉVIE

Net als de afgelopen jaren is een groep medewerkers van Elia er in 2010 opnieuw in geslaagd om, ondanks de gure weers­ omstandigheden, veel volk op de been te brengen. Alle aanwe­ zigen werden uitgedaagd om hun angst te overwinnen en een hoogspanningsmast van Elia te beklimmen waarop uiteraard geen enkele geleider is aangesloten – een origineel idee! Bovendien brengt elke beklimming geld in het laatje voor het kankeronderzoek in het kader van de actie Télévie. Het spreekt voor zich dat de beklimming goed werd begeleid, zowel door vakmensen van Elia als door een groep paracommando‘s uit de streek van Bergen. Zij waren bereid om op vrijwillige basis de veiligheid van de deelnemers te garanderen. INTERNATIONAAL ROLSTOELTENNISTOERNOOI

Voor het tweede jaar op rij heeft Elia zijn steun verleend aan de Belgische Open Tenniskampioenschappen, een initiatief van de Belgian Wheelchair Tennis Open. Dit rolstoeltennistoernooi, waarvoor topsporters uit de hele wereld naar ons land afzak­ ken, maakt duidelijk in welke mate sport kan bijdragen tot de integratie van personen met een beperkte mobiliteit.

In Duitsland Dat 50Hertz Transmission begaan is met het welzijn van de samenleving, blijkt uit het feit dat de onderneming in 2010 heeft deelgenomen aan tal van regionale en lokale projecten van ge­ meenschappen die zich in de onmiddellijke omgeving van zijn infrastructuur bevinden. De projecten die door 50Hertz worden gesteund, zijn voornamelijk gericht op kinderen en jongeren, evenals op milieubescherming.


relaties met stakeholders Elia stelt alles in het werk om een open en transparante dialoog te voeren met de verschillende partijen die belang hebben bij zijn activiteiten. Het gaat zowel om de klanten, leveranciers, aandeelhouders, potentiële investeerders en besturen als om de bevolking in haar geheel en de personeelsleden van de groep.

Relaties met de leveranciers Elia bouwt met zijn leveranciers een relatie op die duurzaam en goed is voor alle partijen. Het aankoopbeleid steunt daarom op de volgende principes: • objectieve selectieprocedure; • voortdurende evaluatie en verbetering van de kwaliteit; • continu zoeken naar nieuwe partners en innoverende oplossingen; • voorkeur voor leveranciers die onze doelstellingen onder­ schrijven om een veilig en betrouwbaar elektriciteitsnet uit te baten, te onderhouden en verder uit te bouwen; • voorkeur voor leveranciers die een optimale dienst verle­ nen, zowel voor onze externe als voor onze interne klanten; • voorkeur voor leveranciers die hun kennis en ervaring gebruiken om onze kosten te verlagen door de “total cost of ownership” (totale eigenaarskosten) tot het minimum te beperken; • voorkeur voor globale aannemingscontracten en raamcon­ tracten waarbij de aankoop van goederen wordt gekoppeld aan de levering van de bijbehorende diensten; • voorkeur voor resultaatsverbintenissen (of “service level agreements”) in plaats van middelenverbintenissen. Daarnaast staan veiligheid en leefmilieu centraal in het beleid van Elia en dus ook in zijn aankoopbeleid. Elia geeft daarom de voorkeur aan leveranciers die een doorgedreven veiligheids- en milieubeleid voeren. Het al dan niet beschikken over een cer­ tificaat of attest (type VCA, BeSaCC, ISO9001, ISO14000, …)

vormt dan ook een belangrijk criterium bij de keuze van de leveranciers.

Relaties met de investeerders Het departement Investor Relations heeft als missie transparant te communiceren en een open dialoog te voeren met de financiële analisten en met de bestaande en potentiële investeerders. Er is sprake van communicatie in twee richtingen tussen de investeerders en de directie. Op deze manier kan de onderneming niet alleen meer uitleg verschaffen over haar resultaten, strategie en beslissingen, maar is ze ook in staat om de bekommernissen van de aandeelhouders en analisten en de perceptie van de markt beter te begrijpen. Er werden verschillende roadshows voor instituti­ onele beleggers georganiseerd in de belangrijkste financiële centra in Europa. Elia heeft ook deelgeno­ men aan het Belgian Excellence Investment Seminar, een gezamenlijke organisatie met NYSE en KBC Securities in New York. Investeerders en analisten kregen naast deze roadshows de mogelijkheid om persoonlijk of tijdens teleconferenties vragen te stellen aan de CEO en de CFO. Elia heeft daarnaast ook deelgenomen aan talrijke nationale en internati­ onale investeringsconferenties. Elia heeft tevens oog voor de particuliere belegger en neemt deel aan de jaarlijkse evenementen van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers (VFB) in Antwerpen. Een financiële informatiebrief “Investor News” levert de beleggers op regelmatige basis de recentste informatie over de onderneming.


82 + 83 SOCIAAL VERSLAG ELIA 2010

Voorstelling tijdens de Mittbestimmung - Roadshow voor retailbeleggers in juni Klantendag 2010. Rechts: Maandelijkse elektronische nieuwsbrief voor de klanten.

Relaties met de medewerkers SOCIALE RELATIES Akkoorden op het niveau van de sector

De activiteiten van de werkgeversorganisatie Sofedeg, die op 31 december 2009 werden stopgezet, zijn met ingang van 1 januari 2010 overgedragen aan twee andere werkgeversfede­ raties: Febeg voor de producenten en leveranciers en Synergrid voor de transmissie- en distributienetbeheerders, waaronder Elia. Om ervoor te zorgen dat de organisatie haar rol binnen het Paritair Comité 326 naar behoren kan vervullen, biedt Synergrid zijn leden diverse ondersteunende en adviserende diensten aan op sociaal vlak. Enkele voorbeelden hiervan zijn: • het opstellen van overgangsmodaliteiten voor de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) die zowel op het niveau van de sector als op het niveau van de bedrijven zijn gesloten; • het ondersteunen van de werking van de werkgeversorganisaties met het oog op de voorbereiding van de paritaire onderhandelingen; • het helpen van leden bij het zoeken van oplossingen in geval van sociale conflicten; • het beheren van de sectorale paritaire organen.

De dialoog met de officiële personeelsvertegen­ woordigingen is op constructieve wijze en zonder sociale conflicten verlopen. 50HERTZ TRANSMISSION

Via het systeem van Mittbestimmung onderhoudt 50Hertz Transmission nauwe en constructieve betrekkingen met de organen voor personeelsver­ tegenwoordiging. In 2010 vonden de vierjaarlijkse verkiezingen voor de Ondernemingsraad en de Vertegenwoordiging van mindervaliden plaats. De nieuwe Ondernemingsraad werd in zijn nieuwe samenstelling officieel bekrachtigd op 26 april 2010.

Interne relaties binnen de onderneming Naast de sociale relaties zoals deze geformali­ seerd zijn in de officiële vertegenwoordigingen van het personeel, schept Elia talrijke gelegenheden tot ontmoeting, informatie en dialoog tussen zijn werknemers.

Akkoorden op het niveau van de groep

Er zijn voor Elia System Operator en Elia Engineering onder­ nemings-CAO’s gesloten in verband met de omzetting van CAO 90 (premie verbonden aan het bereiken van een reeks collectieve resultaten). De gemeenschappelijke Ondernemings­ raad (Elia System Operator-Elia Asset en Elia Engineering) is regelmatig bijeengekomen in 2010 en werd uitvoerig geïnfor­ meerd over de financiële en economische toestand van Elia System Operator en van Elia Asset, alsook in het kader van de jaarlijkse buitengewone algemene vergadering. De drie Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) van Elia en het CPBW van Elia Engineering hebben op geregelde tijdstippen vergaderd, afzonderlijk of samen, in het bij­ zonder over het onthaal van nieuwe werknemers en het jaarlijkse actieplan op het gebied van veiligheid 2011. Op initiatief van de CPBW’s werd een gemeenschappelijke werkgroep “CAO100 – Preventiebeleid voor drugs en alcohol” opgericht, met als doel een preventiebeleid uit te werken om het gebruik van deze substanties op het werk tegen te gaan. In samenwerking met de sociale partners werden in de drie vakbondsafvaardigingen van Elia en in de vakbondsafvaardiging van Elia Engineering concrete dossiers behandeld.

Deze worden georganiseerd op het niveau van de hele onderneming (bijvoorbeeld ontmoetingen op het terrein tussen de CEO en de personeelsleden van Elia en 50Hertz), op het niveau van de speci­ fieke directies (gedecentraliseerde informatiesessies) of via vergaderingen met departementen of teams. Diverse communicatiekanalen (intranetsite, elektro­ nische nieuwsbrieven, bedrijfsblad, middagontmoe­ tingen, …) zorgen er verder voor dat de werkne­ mers van de groep geregeld worden geïnformeerd. De medewerkers van de groep hebben ook de gelegenheid om, met de steun van Elia, deel te nemen aan sportmanifestaties (20 km van Brussel, liefhebbersversies van de Ronde van Vlaanderen of Luik-Bastenaken-Luik, …) of aan andere evene­ menten (zoals de “kaderdag”). TEVREDENHEIDSENQUÊTE

Elia organiseert om de twee jaar een tevredenheid­ senquête onder zijn personeel. Hiertoe doet Elia een


beroep op een gespecialiseerde firma die de transparante en anonieme verwerking van de resultaten verzekert. In het kader van deze enquête worden twee belangrijke factoren gemeten: de betrokkenheid van de werknemers bij de onderneming en hun engagement bij het uitoefenen van hun functie. Sinds de eerste opiniepeiling in 2004 zijn de resultaten elke keer gestegen. 2004

2006

2008

2010

Betrokkenheid bij de onderneming

71

72

74

77

Engagement bij het uitoefe­ nen van de eigen functie

79

79

79

80

Op basis van deze resultaten is Elia één van de beste werkge­ vers in België.

Relaties met de klanten Het Departement Customer Relations en de teams van ac­ count managers zijn een centrale schakel in de relaties tussen Elia en zijn klanten. In samenwerking met een externe partner organiseert Elia om de twee jaar een tevredenheidsenquête voor zijn klanten. Op basis van de resultaten van deze enquête probeert Elia de diensten die het aan zijn klanten aanbiedt permanent te optimaliseren. De laatste enquête werd eind 2009 gestart. Uit de resultaten die in 2010 werden gepubliceerd, blijkt dat de tevredenheid bij de evenwichtsverantwoordelijken en de distributienetbeheer­ ders aanzienlijk is gestegen. Wat zijn reputatie betreft, behoort Elia tot de kopgroep binnen de sector van Europese nutsbe­ drijven. Het positieve imago van Elia is voornamelijk gebaseerd op het professionalisme, de expertise en de betrouwbaarheid van de onderneming. De door Elia opgerichte Users’ Group is een uiterst geschikt instrument voor uitwisselingen met de netgebruikers. De tevredenheidsenquête heeft evenwel aangetoond dat er door dit orgaan en zijn vertegenwoordigers niet voldoende informatie ter beschikking werd gesteld van de netgebruikers. Elia heeft daarom beslist om de communicatie te verbeteren door sinds oktober 2010 alle voor de Users’ Group bestemde informatie op zijn website te publiceren.

Elia organiseert jaarlijks een klantendag. De editie van 2010 kreeg een Europese dimensie met onder­ werpen als de marktkoppeling, studies naar de inte­ gratie van windenergie, het derde pakket Europese richtlijnen en de overname van 50Hertz. De klanten ontvangen ook elke maand een elektro­ nische nieuwsbrief. Bovendien wordt gedetailleerde informatie op transparante wijze aangeboden op de website. Via het extranet van Elia hebben de klan­ ten op efficiënte, gebruiksvriendelijke en beveiligde manier toegang tot de informatie en de toepassin­ gen die hen aanbelangen.

Relaties met de overheden, de omwonenden en het grote publiek Of het nu gaat om de concrete uitvoering van inves­ teringen, om onderhoudswerken of om noodinter­ venties, Elia informeert de omwonenden van zijn installaties en de bevoegde overheden en besturen steeds over de gebeurtenissen en de eventuele gevolgen daarvan voor hun dagelijkse activiteiten. Dat geldt des te meer bij werkzaamheden die door onderaannemers of onderhoudsteams worden uitgevoerd. De aanwezigheid op het terrein bij informatiever­ gaderingen voor het publiek of de overheden, een permanent bereikbare hulplijn via de regionale technische secretariaten in Brussel, Merksem en Namen, toegang tot de website www.elia.be, ... zijn slechts enkele voorbeelden van de aandacht die Elia besteedt aan elke omwonende of overheid die meer informatie wenst. De regionale technische secretariaten behandelen ieder jaar ongeveer 50.000 vragen.



corporate governance Als transmissienetbeheerder is Elia gehouden tot specifieke verplichtingen betreffende transparantie, neutraliteit en nietdiscriminatie ten opzichte van al zijn stakeholders.


86 + 87 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

samenstelling bestuursorganen Raad van bestuur 1 Behalve de specifieke bepalingen van de wetgeving betreffende de elektriciteitstransmissie heeft Elia System Operator de Belgische Corporate Governance Code aangenomen als referentiecode. VOORZITTER • Luc Van Nevel

Benoemd als voorzitter op 11 mei 2010, onafhankelijk bestuurder •

BESTUURDERS • Jacqueline Boucher •

Jennifer Debatisse

Onafhankelijk bestuurder •

Benoemd als vicevoorzitter op 24 juni 2008 voor onbepaalde tijd, Publi-T •

Onafhankelijk bestuurder •

Claude Grégoire

Publi-T

Thierry Willemarck

Benoemd als vicevoorzitter op 24 juni 2008 voor onbepaalde tijd, onafhankelijk

Sophie Dutordoir

Electrabel, tot 11 mei 2010 •

Jean-Marie Laurent Josi

Onafhankelijk bestuurder

Dominique Offergeld

Publi-T, vanaf 11 mei 2010

Johan De Roo Jacques de Smet

Jane Murphy

Onafhankelijk bestuurder, vanaf 10 februari 2010

Clement De Meersman

Publi-T VICEVOORZITTERS • Francis Vermeiren

Publi-T, vanaf 11 mei 2010 •

Ingrid Lieten 3

Onafhankelijk bestuurder, tot 10 februari 2010

Electrabel, tot 11 mei 2010

Ronnie Belmans

Voorzitter, Electrabel tot 11 mei 2010; erevoorzitter vanaf 11 mei 2010 2.

Leen Van den Neste

Publi-T, vanaf 11 mei 2010


Van links naar rechts: Luc Van Nevel, Francis Vermeiren, Thierry Willemarck, Jennifer Debatisse, Clement De Meersman, Johan De Roo, Jacques de Smet, Claude Grégoire, Jean-Marie Laurent Josi, Jane Murphy, Dominique Offergeld en Leen Van den Neste

Corporate governancecomité • • • •

Thierry Willemarck, Voorzitter Ingrid Lieten, tot 10 februari 2010 3 Jane Murphy, vanaf 25 februari 2010 Luc Van Nevel

Auditcomité • • •

Clement De Meersman, président Jacques de Smet Claude Grégoire

1 H et gaat hier om de samenstelling van de raden op 31 december 2010. De raden van bestuur tellen sinds 13 januari 2011 14 leden. De twee nieuwe bestuurders die op 13 januari 2011 werden benoemd, zijn Miriam Maes en Steve Stevaert. 2 Impliceert niet dat hij in de raad moet zetelen. 3 Ingrid Lieten heeft op 15 juli 2009 haar ontslag ingediend bij de raad van bestuur. Dit ontslag wordt effectief wanneer er in haar vervanging wordt voorzien. Dit gebeurde op 10 februari 2010, toen de raad van bestuur van Elia Jane Murphy als onafhankelijk bestuurder heeft gecoöpteerd.

Vergoedingscomité • • • •

Jean-Marie Laurent Josi, voorzitter Jacques de Smet Sophie Dutordoir, tot 11 mei 2010 Francis Vermeiren, vanaf 11 mei 2010

College van commissarissen •

lynveld Peat Marwick Goerdeler Bedrijfsreviso­ K ren, vertegenwoordigd door Alexis Palm Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, vertegenwoor­ digd door Jacques Vandernoot


88 + 89 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

Directiecomité • •

• •

aniel Dobbeni, Voorzitter en Chief Executive Officer D Jacques Vandermeiren, Vicevoorzitter en Chief Corporate Officer Jan Gesquière, Chief Financial Officer Hubert Lemmens, Directeur Grid Services tot 15/11/2010, Chief Innovation Officer vanaf 15/11/2010 Roel Goethals, Directeur Transmission tot 15/11/2010, Directeur European Activities & Participations vanaf 15/11/2010 Frank Vandenberghe, Directeur Customers & Market tot 15/11/2010, Directeur Energy & Systems Management vanaf 15/11/2010 Markus Berger, Chief Executive Officer Elia ­Engineering en, vanaf 15/11/2010, Directeur Asset Management

Naar aanleiding van het ontslag van Ronnie Belmans werd Luc van Nevel door de raden van 11 mei 2010 als Voorzitter benoemd voor onbepaalde termijn. Bij dezelfde gelegenheid werd Ronnie Belmans als erevoorzitter benoemd voor onbepaalde termijn. BENOEMING VAN DE BESTUURDERS

De raden van bestuur van Elia System Operator en Elia Asset zijn elk samengesteld uit 12 leden. De twee raden hebben dezelfde leden. Zij vervullen geen directiefunctie bij Elia System Operator noch bij Elia Asset 4. De helft van de leden zijn onafhankelijke bestuurders die werden verkozen tijdens de algemene vergadering en die een gunstig eensluidend advies over hun onafhankelijkheid van de CREG hebben ontvangen.

In 2010 heeft de raad van bestuur de volgende veranderingen ondergaan: • Ingrid Lieten heeft haar ontslag ingediend bij de raad van bestuur op 15 juli 2009. Dit onslag wordt effectief wanneer in haar vervanging wordt voorzien. Zij heeft afgezien van haar emolumenten en heeft de vergaderingen van de raad van bestuur in 2010 niet meer bijgewoond. • op 10 februari 2010 heeft de raad van bestuur Elia Jane Murphy gecoöpteerd als onafhankelijk bestuurder. Zij vervangt Ingrid Lieten. Jane Murphy werd definitief benoemd door de Algemene Vergadering van 11 mei 2010. De CREG heeft een positief advies uitgevaardigd m.b.t. haar benoeming; • Ronnie Belmans, Jacqueline Boucher en Sophie Dutordoir hebben hun ontslag ingediend na de raad van bestuur die bijeenkwam onmiddellijk na de algemene vergadering van aandeelhouders van 11 mei 2010. Zij worden vervangen door Jennifer Debatisse, Dominique Offergeld en Leen Van den Neste.

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire bepalingen worden de raden van bestuur van Elia System Operator en Elia Asset ondersteund door drie comités: een corporategovernancecomité, een auditcomité en een vergoedingscomité. De raden van bestuur zien toe op de efficiëntie van deze ondersteuningscomités. Bovendien heeft de raad van bestuur in 2010 twee tijdelijke ad-hoccomités opgericht teneinde het management van Elia in verschillende projecten te ondersteunen.

Alle bestuursmandaten verstrijken na afloop van de algemene vergadering van 2011. De termijn van zes jaar wijkt af van de periode van vier jaar die de Belgische Corporate Governance Code aanbeveelt en is gerechtvaardigd wegens de technische, financiële en juridische complexiteit die eigen is aan de taken van de transmissienetbeheerder en die een langere ervaring in deze materie vereisen.

SECRETARIS-GENERAAL

Pierre Bernard

Raad van bestuur

De mandaten van voorzitter en vicevoorzitters van de raden van bestuur werden door de raden van bestuur van 24 juni 2008 voor onbepaalde termijn vernieuwd.


Van links naar rechts: Jan Gesquière, Frank Vandenberghe, Hubert Lemmens, Markus Berger, Daniel Dobbeni, Jacques Vandermeiren, Roel Goethals.

Het dient aangestipt dat de corporategovernancevoorschriften m.b.t. de benoeming van de leden van de raden van bestuur van Elia System Operator en Elia Asset onderworpen zijn aan specifieke procedures voor de benoeming van onafhankelijke en niet-onafhankelijke leden van de raad van bestuur en zijn comités, alsook voor de rol van deze laatste. Deze bepalingen worden vastgesteld door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de statuten van de vennootschap. In de praktijk stelt het corporategovernancecomité een lijst samen van onafhankelijke kandidaat-bestuurders. Het comité onderzoekt het up-to-date curriculum vitae van elke kandidaat en een verklaring op erewoord inzake de onafhankelijkheidscri­ teria die overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen op Elia van toepassing zijn. De algemene vergadering benoemt vervolgens de onafhankelijke bestuurders. De benoemingen worden voor eensluidend advies inzake onafhankelijkheid voor­ gelegd aan de CREG, die over elke onafhankelijke bestuurder haar advies moet uitbrengen. Een gelijkaardige procedure is toepasbaar in geval van benoe­ ming door coöptatie door de raad van bestuur. Het corpora­ tegovernancecomité oefent dus de taken uit van een benoe­ mingscomité voor de onafhankelijke bestuurders. BENOEMING VAN DE LEDEN VAN DE COMITÉS

De mandaten van de voorzitters, vicevoorzitters en leden van de verschillende comités die de raad van bestuur ondersteu­ nen, werden door de raad van bestuur van 24 juni 2008 voor onbepaalde tijd vernieuwd. Jane Murphy werd door de raad van bestuur van 25 februari 2010 als lid van het corporategovernancecomité benoemd. Francis Vermeiren werd door de raad van bestuur van 11 mei 2010 als lid van het vergoedingscomité benoemd. Hij vervangt er Sophie Dutordoir.

Tijdelijke ad-hoccomités Overeenkomstig artikel 522 van het Wetboek van Vennootschappen heeft de raad van bestuur in 2010 verschillende tijdelijke ad-hoccomités op­ gericht om het management van Elia in bepaalde dossiers bij te staan. AD-HOCCOMITÉ ‘KAPITAALVERHOGING’

Dit comité werd opgericht om, indien nodig, het directiecomité en de raad van bestuur bij te staan bij de voorbereiding van de kapitaalverhoging ten bedrage van maximaal € 300 miljoen (zie verderop voor nadere toelichtingen). De leden van dit comité zijn Clement De Meersman, Jacques de Smet, Jean-Marie Laurent Josi, Jane Murphy, Luc Van Nevel en Thierry Willemarck. Dit comité heeft viermaal vergaderd. AD-HOCCOMITÉ ‘SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR’

Dit comité is samengesteld uit Clement De Meers­ man, Jacques de Smet, Jean-Marie Laurent Josi, Jane Murphy, Luc Van Nevel en Thierry Willemarck. Het heeft viermaal vergaderd. Zijn belangrijkste taak bestond erin de modaliteiten te onderzoeken die toepasbaar zijn op de statutaire wijzigingen die nodig waren om het aantal leden van de raad van bestuur op 14 te brengen.

4 H et gaat hier om de samenstelling van de raden op 31 december 2010. De raden van bestuur tellen sinds 13 januari 2011 14 leden. De twee nieuwe bestuurders die op 13 januari 2011 werden benoemd, zijn Miriam Maes en Steve Stevaert.


90 + 91 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

COLLEGE VAN COMMISSARISSEN

De algemene vergadering van 13 mei 2008 heeft Ernst & Young Bedrijfsrevisoren en Klynveld Peat Marwick Goerdeler Bedrijfsrevisoren benoemd als commissarissen. Zij worden respectievelijk vertegenwoordigd door Jacques Vandernoot en Alexis Palm. De emolumenten van elk van de commissarissen werden vastgelegd op € 111.250 per boekjaar van 12 maanden voor de vennootschappen Elia System Operator, Elia Asset en Elia Engineering. Dit bedrag is jaarlijks indexeerbaar. Zij werden benoemd voor een periode van drie jaar. Hun mandaat ver­ strijkt na afloop van de gewone algemene vergadering van het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2010. Er werden door de commissarissen bijkomende emolumenten gevraagd van € 612.023,38 voor taken die werden verricht m.b.t. de IFRS-rekeningen, fiscaal advies en andere speciale opdrachten, in het bijzonder in het kader van de kapitaalverho­ ging. ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR

Krachtens de wet van 29 april 1999 oefent de raad van bestuur de volgende bevoegdheden uit: • hij bepaalt het algemene beleid van de vennootschap; • hij oefent de bevoegdheden uit die hem worden toegekend door of krachtens het Wetboek van Vennootschappen, met uitzondering van de bevoegdheden die aan het directieco­ mité worden toevertrouwd of overgedragen; • hij staat in voor het algemene toezicht op het directieco­ mité met naleving van de wettelijke beperkingen inzake de toegang tot de commerciële gegevens en andere vertrou­ welijke gegevens over de netgebruikers en de verwerking van deze gegevens; • hij oefent de bevoegdheden uit die hem door de statuten worden toegekend.

In 2010 vergaderde de raad van bestuur van Elia System Operator achtmaal. De raad van bestuur van Elia Asset vergaderde in 2010 zevenmaal. De volgende leden lieten zich op één of meer verga­ deringen van de raad verontschuldigen: Jacqueline Boucher (30 maart 2010 en 11 mei 2010), Jennifer Debatisse (26 augustus 2010), Sophie Dutordoir (11 mei 2010), Claude Grégoire (25 maart 2010, 11 mei 2010, 25 mei 2010), Jean-Marie Laurent Josi (25 mei 2010 en 25 november 2010) en Thierry Wil­ lemarck (10 februari 2010 en 25 november 2010). Indien een lid niet aanwezig kan zijn, laat hij zich over het algemeen vertegenwoordigen. In overeen­ stemming met de statutaire bepalingen kan schrif­ telijk een volmacht worden gegeven aan een ander lid van de raad. Geen enkele volmachthouder kan meer dan twee bestuurders vertegenwoordigen.


belangrijke gebeurtenissen in 2010 Vaststelling van de verwezenlijking van de aan het personeel voorbehouden kapitaalverhoging De buitengewone algemene vergadering van Elia System Operator van 14 oktober 2009 heeft besloten om over te gaan tot een aan het personeel voorbehouden dubbele kapitaal­ verhoging. Deze bestond uit een eerste kapitaalverhoging in 2009 (“kapitaalverhoging 2009”) voor een maximumbedrag van € 4.400.000, en een tweede kapitaalverhoging in 2010 (“kapitaalverhoging 2010”) voor een maximumbedrag van € 600.000. Hiervoor werden nieuwe aandelen categorie B uitgegeven met opheffing van het voorkeurrecht van de be­ staande aandeelhouders ten gunste van de personeelsleden van de vennootschap of haar dochterondernemingen. Dit kon in voorkomend geval gebeuren beneden de pariwaarde van bestaande aandelen van dezelfde categorie. De buitengewone algemene vergadering heeft beslist om de uitgifteprijs van de kapitaalverhoging 2009 en 2010 vast te stel­ len op een bedrag gelijk aan het gemiddelde van de slotkoer­ sen van de 30 kalenderdagen respectievelijk voorafgaand aan 30 oktober 2009 en 6 januari 2010, verminderd met 16,66%. De kapitaalverhoging 2010 werd verwezenlijkt en onderschre­ ven voor een bedrag van € 317.492,39. Er werden 13.919 aandelen uitgegeven. Het maatschappelijk kapitaal van Elia System Operator werd verhoogd tot € 1.206.010.115,13 en het aantal aandelen dat het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigt, werd op 48.284.174 gebracht.

Verkoop van de aandelen van Electrabel Op 31 maart 2010 kondigden Publi-T en Electrabel NV een akkoord aan betreffende de verkoop aan Publi-T van 6.035.522 aandelen van de Maatschap­ pij tegen een prijs van € 26,5 per aandeel, voor een totaal bedrag van € 159.941.333. Deze aandelen vertegenwoordigen 12,5% van het maatschappelijk kapitaal van de Maatschappij. Deze transactie werd van kracht op 10 mei 2010. Electrabel heeft tevens met ingang op 10 mei zijn resterende 5.670.655 aandelen categorie A geconverteerd in aandelen categorie B. Op 18 mei 2010 heeft Electrabel zijn resterende aandelen van de Maatschappij op de markt gebracht door middel van een accelerated book building procedure, tegen een prijs van € 27 per aandeel en voor een totale prijs van € 153 miljoen 5. Deze aandelen vertegenwoordigen 11,74% van het totaal aantal aandelen van de Maatschappij dat op die datum in omloop was. Volgens een transparan­ tieverklaring van 11 mei 2010 handelt Electrabel niet langer in overleg met Publi-T na de verkoop van 6.035.522 aandelen aan Publi-T en de conversie van zijn resterende aandelen categorie A in aande­ len categorie B.

Bijgevolg werden op 19 februari 2010 artikelen 4.1 en 4.2 van de statuten voor een notaris gewijzigd, met name wat het maatschappelijk kapitaal en het aantal aandelen betreft. 5 Bron: gezamenlijk persbericht GDF-Suez van 18 mei 2010.


92 + 93 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

Acquisitie van de Duitse transmissienetbeheerder 50Hertz Transmission GmbH en kapitaalverhoging beslist op 11 mei 2010 Elia System Operator en Industry Funds Management Pty (“IFM”) hebben via dochterondernemingen respectievelijk 60% en 40% van het Duitse transmissienet 50Hertz Transmis­ sion GmbH verworven. De acquisitie werd op 19 mei 2010 afgerond. Om deze acquisitie te financieren heeft Elia een kapitaalver­ hoging met openbaar aanbod gelanceerd van 12.071.043 aandelen voor een totaal bedrag van € 299,4 miljoen. De kapitaalverhoging werd compleet onderschreven. De buitengewone algemene vergadering van 11 mei 2010 heeft beslist om, onder de opschortende voorwaarde van de realisatie (“closing”) van de private plaatsing en/of het openbaar aanbod van de nieuwe aandelen van de vennootschap, het ka­ pitaal te verhogen met een maximum bedrag van driehonderd miljoen euro (inclusief een eventuele uitgiftepremie) door de uitgifte van nieuwe aandelen zonder nominale waarde waarop in geld wordt ingeschreven en volledig volstort, van hetzelfde type en dezelfde rechten en voordelen genietende als de be­ staande aandelen van de categorieën A, B en C en bovendien met VVPR strips aangehecht (afzonderlijk verhandelbaar), en die zullen delen in de winst van de vennootschap vanaf het boekjaar dat aanving op 1 januari 2010. Nieuwe aandelen waarop wordt ingeschreven door een houder van A-aandelen, B-aandelen of C-aandelen zullen respectievelijk A-aandelen, B-aandelen of C-aandelen zijn. De private plaatsing en/of het openbaar aanbod zijn onderwor­ pen aan de volgende modaliteiten m.b.t. de inschrijvingsperi­ ode, de uitgifteprijs en het aantal aandelen, de opdeling van het aanbod in tranches, de mogelijkheid van een uitgifteprijs be­ neden de boekwaarde, de positie van de bestaande aandeel­ houders en de verwezenlijking van de kapitaalverhoging indien het bedrag waarvoor is ingeschreven lager is dan driehonderd miljoen euro. De buitengewone algemene vergadering heeft beslist tot opheffing van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders in het kader van deze kapitaalverhoging. De buitengewone algemene vergadering heeft beslist volmacht te verlenen aan de raad van bestuur, of twee van zijn leden, gezamenlijk optredend, om, in overleg met het plaatsingssyndi­ caat en rekening houdend met het hoger vermelde besluit (i) de inschrijvingstermijn vast te stellen, (ii) de uitgifteprijs en het aan­ tal uit te geven aandelen voor de kapitaalverhoging vast te stel­ len, (iii) de structuur van het aanbod en, in voorkomend geval, de regels inzake de toewijzing van de aandelen nader te bepa­ len, (iv) de verwezenlijking van de opschortende voorwaarden en de totstandkoming van de kapitaalverhoging bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen en (v) al het nodige te doen voor de toelating

tot de verhandeling van de nieuwe aandelen op de gereglementeerde markt van Euronext Brussels. De buitengewone algemene vergadering van 11 mei 2010 heeft tevens de volgende artikelen van de statuten van de vennootschap gewijzigd: • wijziging van de laatste zin van artikel 5.3 van de statuten om te bepalen dat de aandelen cate­ gorie A en de aandelen categorie C die worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen, kunnen worden verkocht op de beurs of onder de vorm van een of meer block trades, van een private plaatsing bij institutionele beleggers, een openbaar aanbod of anderszins; • wijziging van artikel 13.5 van de statuten om te verduidelijken dat de voordrachtrechten van de houders van A- en C-aandelen pro-rata zullen worden bepaald in verhouding tot het aantal Aof C-aandelen dat zij bezitten ten opzichte van het totaal aantal A- en C-aandelen; • wijziging van artikel 4.2 van de statuten om vast te stellen dat ingevolge de overdracht, ingevolge een overeenkomst gesloten op 29 november 2007, door Electrabel van 1.441.851 aandelen categorie A aan Publi-T, deze aandelen werden omgezet in aandelen categorie C.

Vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging Op 25 juni 2010 werden het maatschappelijk kapitaal en de samenstelling ervan voor een notaris gewijzigd naar aanleiding van de vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging middels openbaar aanbod van aandelen. Het maatschap­ pelijk kapitaal werd verhoogd van € 299.361.866,40 (12.071.043 aandelen met VVPR-strips tegen € 24,80 per nieuw aandeel in een verhouding van een nieuw aandeel voor vier voorkeurrechten) tot € 1.505.371.981,53. Het wordt vertegenwoordigd door 60.355.217 aandelen, als volgt gespreid: 1.526.756 aandelen categorie A, 31.519.954 aandelen categorie B en 27.308.507 aandelen categorie C.

Statutaire wijzigingen De statuten van Elia System Operator werden op 19 februari 2010 gewijzigd om het kapitaal aan te pas­ sen naar aanleiding van de kapitaalverhoging 2010, zoals hierboven beschreven. Ze werden eveneens aangepast door de buitengewone algemene ver­ gadering van 11 mei 2010 (zie verderop) en van 25


juni 2010, zoals hierboven vermeld. De wijziging van de statuten dient de regels na te leven die hierover bepaald zijn door het Wetboek van Vennootschappen en door de statuten van de vennootschap (in het bijzonder de artikelen 28 en 29 van de statuten van Elia System Operator en de artikelen 27 en 28 van Elia Asset). De volledige tekst van de statuten kan op de website van de vennootschap geraad­ pleegd worden.

Toegestaan kapitaal De buitengewone algemene vergadering van 11 mei 2010 heeft de raad van bestuur gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in één of meer keren te verhogen met een bedrag van 300 miljoen euro. Deze machtiging was geldig tot 31 decem­ ber 2010 of, indien die datum eerst komt, tot wanneer de algemene vergadering de kapitaalverhoging heeft uitgevoerd. De raad van bestuur heeft geen gebruik gemaakt van het toegestaan kapitaal.

Toepassing van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen De procedure voorzien in artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen werd door de raad van bestuur vroegtijdig toegepast op 30 maart 2010. De in artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde hypothese werd uiteindelijk niet gerealiseerd en dit artikel diende dus niet in concreto te worden toegepast.

Nieuwe aandeelhouders van Coreso NV Terna Rete Elettrica Nazionale S.p.a., de Italiaanse transmis­ sienetbeheerder, en 50Hertz Transmission GmbH, een van de vier transmissienetbeheerders in Duitsland, hebben Elia, RTE en National Grid, respectievelijk de Belgische, Franse en Britse TSO’s vervoegd als nieuwe aandeelhouders van Coreso NV, het eerste gemeenschappelijk technisch coördinatiecentrum voor verscheidene transmissienetbeheerders. Elia, RTE, Natio­ nal Grid en Terna bezitten voortaan elk 22,5% van het kapitaal. 50Hertz bezit 10% van het kapitaal.

Overdracht aan APX van de aandelen van Elia System Operator in de elektriciteitsbeurs Belpex Op 19 april 2010 kondigde Elia System Operator aan dat het al zijn aandelen in de Elektriciteitsbeurs Belpex NV, hetzij 60% van het kapitaal van Belpex NV, overdraagt aan APX. Elia System Operator kondigde tegelijkertijd ook aan dat het een participa­

tie van 20% van het kapitaal van APX heeft verwor­ ven. De Europese Commissie keurde de transactie goed op 15 september 2010. De acquisitietransac­ ties werden van kracht op 13 oktober 2010.

Vergoedingscomité Naast zijn gebruikelijke taken ter ondersteuning van de raad van bestuur heeft het vergoedingscomité krachtens de wet van 29 april 1999 ook de taak om voor de raad van bestuur aanbevelingen te formuleren over het vergoedingsbeleid en de vergoedingen van de leden van het directiecomité. Het vergoedingscomité heeft viermaal voltallig vergaderd uitgezonderd op 25 november 2010 toen Jean-Marie Laurent-Josi zich liet verontschuldigen. Eenmaal per jaar evalueert de vennootschap haar kaderpersoneel in overeenstemming met haar performancemanagementbeleid. Dit beleid is ook van toepassing op de leden van het directiecomité. Op deze manier evalueert het vergoedingscomité de leden van het directiecomité op basis van een aantal kwantitatieve en kwalitatieve collectieve en individuele doelstellingen. Het dient aangestipt dat het variabele gedeelte van de vergoedingen van het directiecomité werd aangepast om rekening te houden met de invoering van de meerjarentarieven. Het gevolg hiervan is dat het loonbeleid van de leden van het directiecomité sinds 2008 onder andere een een jaarlijkse variabele vergoeding en een participatie op lange termijn ­(verbonden aan het behalen van factor Y) omvat. De jaarlijkse variabele vergoeding bestaat uit twee delen: de realisatie van kwantitatieve collectieve doelstellingen en de persoonlijke prestaties, waaron­ der de vorderingen van de ondernemingsprojecten. Het comité heeft ook de nieuwe wettelijke bepa­ lingen geanalyseerd betreffende het remuneratie­ verslag dat beursgenoteerde vennootschappen moeten opstellen. Het vergoedingscomité heeft tevens een herbeoor­ deling laten uitvoeren door de maatschappij Hay­ Group van vijf van de zeven functies van de leden van het directiecomité, rekening houdend met de talrijke veranderingen die in de onderneming heb­ ben plaatsgevonden sinds de functies van de leden van het directiecomité eind 2003 voor het eerst werden beoordeeld. Meer toelichtingen hierover in het gedeelte “Vergoeding van de leden van het directiecomité”.


94 + 95 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

Auditcomité Naast zijn gebruikelijke bevoegdheid om assistentie te verlenen aan de raad van bestuur, heeft het auditcomité krachtens de wet van 29 april 1999 de taak de rekeningen na te kijken en de budgetten te controleren, de audits op te volgen, de betrouw­ baarheid van de financiële informatie te evalueren, de interne controle te beoordelen evenals de efficiëntie van de interne risicobeheersystemen te controleren. Krachtens artikel 96 van het Belgisch Wetboek van Vennoot­ schappen moet dit verslag de rechtvaardiging bevatten van de onafhankelijkheid en de competentie op het gebied van boek­ houding en audit van ten minste één lid van het auditcomité. Clement de Meersman, voorzitter van het auditcomité, is onafhankelijk bestuurder en beschikt over een ruime ervaring en vakkennis op het gebied van boekhouding en audit. Hij is houder van een diploma van burgerlijk ingenieur elektromecha­ nica van de KU Leuven en een doctoraat toegepaste weten­ schappen van dezelfde universiteit. Hij heeft executive training courses gevolgd aan het IMD (Zwitserland) en aan de Vlerick Management School. Hij was visiting student researcher aan het MIT (USA) en aan het Institute of Technology in Tokio. Hij begon bij de KU Leuven te werken als assistent professor en zette zijn niet-academische loopbaan voort bij een onderneming die verbonden is aan Groupe Michelin voor de ontwikkeling, productie en verkoop van hogeweerstandbanden. In 1986 verliet hij deze functie om zich bij de Nederlandse Groep DSM te voegen als business unit director voor de ontwikkeling en verkoop van plastics, composieten en highperformanceproduc­ ten voor de transport- en automobielsector. Begin 1994 werd hij CEO van Deceuninck NV waar hij deze functie vervulde tot in 2009. Clement De Meersman is tevens lid van de raad van Deceuninck, Koramic Industries, ANL, Plasticvision, VKC en Smartroof. Hij is lid van het raadgevend comité van Verhelst en ING Kortrijk. Hij is ook lid geweest van de raad van bestuur van Roularta. Het auditcomité is bevoegd om een onderzoek in te stellen in alle aangelegenheden die het aanbelangt. Daartoe beschikt het over de nodige middelen, heeft het toegang tot alle informatie met uitzondering van de commerciële gegevens betreffende de netgebruikers en kan het bij interne en externe experts advies inwinnen. Het auditcomité heeft in 2010 vijfmaal vergaderd. De drie be­ stuurders die lid zijn van het comité waren telkens aanwezig met uitzondering van het auditcomité van 6 mei waar dhr. Claude Grégoire zich heeft laten verontschuldigen. Het comité heeft de jaarrekening van 2009 onderzocht, zowel in Belgian GAAP als in IFRS. Het comité heeft vervolgens de kwar­ taalresultaten van 31 maart 2010, de halfjaarlijkse resultaten van 30 juni 2010 en de cijfers over de eerste drie kwartalen van 30 september 2010 conform de Belgian GAAP en de IFRS-regels geanalyseerd.

Het comité heeft kennis genomen van de uitgevoerde audits en aanbevelingsopdrachten. Verder werd de verdere uitbreiding rond het Risk Management bin­ nen de onderneming toegelicht en door het comité aanvaard. Voor elk van de audits werd een actieplan opgesteld om de kwaliteit van de procedures en van de uitgevoerde controles te verbeteren en bijgevolg de eraan verbonden risico’s te beperken. Het comité heeft de actieplannen opgevolgd vanuit verschillende invalshoeken (planning, resultaten, prioriteiten) en dit onder andere op basis van een activiteitenverslag van de dienst interne audit. Het comité kwam hierbij tot het besluit dat deze actieplannen correct en binnen de afgesproken termijnen werden uitgevoerd. Het auditplan voor 2011 werd voorgesteld en door het comité goedgekeurd.

Corporategovernancecomité Naast zijn gebruikelijke bevoegdheid ter ondersteu­ ning van de raad van bestuur heeft het corporateg­ overnancecomité krachtens de wet van 29 april 1999 de taak kandidaten voor te stellen voor de mandaten van onafhankelijk bestuurder, voorafgaande goedkeu­ ring te verlenen voor de benoeming van de leden van het directiecomité, op verzoek van elke onafhankelijke bestuurder, van de voorzitter van het directiecomité of van de CREG, ieder belangenconflict te onderzoeken tussen enerzijds de netbeheerder en anderzijds een dominerende aandeelhouder of een met een domi­ nerende aandeelhouder geassocieerde of verbonden onderneming, en daarover verslag uit te brengen. Deze laatste opdracht heeft tot doel de onafhankelijk­ heid van de bestuurders te versterken in aanvulling op de procedure voorzien in artikel 524 van het Wet­ boek van Vennootschappen, die de onderneming ook toepast. Het comité heeft ook de opdracht zich uit te spreken over gevallen van onverenigbaarheid bij de leden van de directie en het personeel en te waken over de toepassing van de bepalingen van artikelen 9 en 9ter van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, de efficiëntie ervan te beoordelen in het licht van de doelstellingen inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het beheer van het transmissienet en hierover jaarlijks een verslag in te dienen bij de CREG. Het comité heeft in 2010 viermaal vergaderd. Alle leden waren aanwezig op de vergaderingen. Het comité wordt geregeld geïnformeerd over belang­ rijke dossiers zoals de aankoop van ondersteunende diensten en de inhoud van de portefeuille met infra­ structuurprojecten, zodat het kan nakijken hoe het staat met de openstelling van de elektriciteitsmarkt.


Dit gebeurt met inachtneming van de vertrouwelijkheidsregels. Naast deze weerkerende onderwerpen worden naargelang van de prioriteiten ook specifieke onderwerpen op de agenda van de verschillende comités geplaatst.

taalverhogingen, de overdracht van de aandelen van Elia System Operator in Belpex, de uitbreiding van het aandeelhouderschap van Coreso en de overige belangrijke gebeurtenissen, evenals de ontwikkeling van internationale projecten.

EVALUATIE

De raad van bestuur van Elia System Operator heeft in 2007 een formele procedure georganiseerd voor de evaluatie van zijn werking. Dit gebeurde in overeenstemming met de bepalingen (artikel 4.11 en volgende) van de code inzake deugdelijk bestuur van ondernemingen die van toepassing is op beursgenoteerde ondernemingen in België, bekend als de “Belgische Corporate Governance Code”. De volgende evaluatie zal plaatsvinden in 2011, voor zover de evaluatie die voor 2010 was voorzien is uitgesteld naar aanleiding van de veranderde samenstelling van de raad van bestuur.

Directiecomité Het directiecomité werd ingevoerd op 29 juli 2003 krachtens artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteits­ markt. Het directiecomité van de transmissienetbeheerder is, in over­ eenstemming met de wet van 29 april 1999, belast met het beheer van het elektriciteitsnet, het dagelijkse beheer van de netbeheerder, de uitoefening van de overige bevoegdheden die de raad van bestuur toekent, evenals de uitoefening van de ove­ rige bevoegdheden die aan het directiecomité door de statuten worden toegekend. Het directiecomité houdt gewoonlijk ten minste één maal per maand een formele vergadering. De leden komen ook wekelijks samen in het kader van informele vergaderingen. Een lid dat niet aanwezig kan zijn, laat zich gewoonlijk vertegenwoordigen. Het afwezige lid kan schriftelijk volmacht geven aan een ander lid van het directiecomité in overeenstemming met het interne reglement van het directiecomité. Geen enkele volmachthouder mag meer dan twee directieleden vertegenwoordigen. In 2010 heeft het directiecomité veertien maal vergaderd. Het comité brengt ieder trimester aan de raad van bestuur verslag uit over de financiële situatie van de vennootschap (meer bepaald over de overeenstemming tussen het budget en de re­ sultaten) en op elke raad over het beheer van het transmissienet. In het kader van het beheer van het transmissienet heeft het directiecomité de raad van bestuur op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van de wetgeving en de rechtspraak die toepasbaar zijn op de vennootschap, van de belangrijke beslissingen van de regulatoren en de besturen, alsook van het netbeheer, de situatie van de filialen, de acquisitie van de Duitse transmissienetbeheerder 50Hertz Transmission GmbH, de kapi­

GEDRAGSCODE

Elia beschikt over een gedragscode die moet worden nageleefd door de personen die binnen de groep het meest in aanmerking komen om toegang te krijgen tot bevoorrechte informatie (“personen met voorken­ nis”). Deze gedragscode bevat een reeks regels die een kader bieden voor de beursverrichtingen van deze “personen met voorkennis” in overeenstem­ ming met de bepalingen in richtlijn 2003/6/EG betref­ fende de handel met voorkennis en marktmanipulatie en in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en andere financiële diensten. De raad van bestuur heeft de gedragscode op 22 december 2005 goedgekeurd. De secretarisgeneraal dient erop toe te zien dat deze code en de actualisering ervan naar behoren worden toegepast. CORPORATE GOVERNANCE CHARTER EN HUISHOUDELIJKE REGLEMENTEN VAN DE DIVERSE COMITÉS

Het corporategovernancecharter en de huishou­ delijke reglementen van de raad van bestuur, het directiecomité, het auditcomité, het vergoedingsco­ mité en het corporategovernancecomité werden op 25 mei 2010 door de raad van bestuur gewijzigd. Het corporategovernancecharter kan op de website van de maatschappij geraadpleegd worden (www. elia.be). REGLEMENTERING INZAKE TRANSPARANTIE KENNISGEVINGEN

Overeenkomstig de wet van 2 mei 2007 en het Koninklijk Besluit van 14 februari 2008 betreffende de bekendmaking van belangrijke participaties heeft Elia in 2010 de volgende transparantieverklaringen ontvangen: • kennisgeving door Publi-T CVBA, Electrabel NV, GDF Suez NV, Publipart NV en Publilec CVBA op 21 mei 2010; • kennisgeving door Electrabel NV en GDF Suez NV op 21 mei 2010; • kennisgeving door de groep Arco (Arcofin CVBA, Arcopar CVBA, Arcoplus CVBA, Auxipar NV, Arco­ syn NV, Interfinance CVBA) op 29 juni 2010. De volledige tekst van deze kennisgevingen is be­ schikbaar op de website van Elia.


96 + 97 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité Beleid voor de vergoeding en het vergoedingsniveau van de bestuurders EMOLUMENTEN

De algemene vergadering van aandeelhouders heeft het beleid inzake de vergoeding van de bestuurders goedgekeurd. Het ontwerp van vergoedingsbeleid werd door de raad van bestuur voorgesteld op grond van het ontwerp van vergoedingsbeleid dat door het vergoedingscomité werd uitgewerkt. Het totale bedrag van de vergoedingen die in 2010 aan de twaalf bestuurders van Elia werden betaald, beloopt € 497.354 (€ 239.986 voor Elia System Operator en € 257.368 voor Elia Asset), met inbegrip van de indexatie. De tabel hieronder vermeldt de brutobedragen die individueel aan iedere bestuurder werden toegekend voor Elia System Operator en Elia Asset samen 6: Ronnie Belmans

21.906 €

Jacqueline Boucher

14.604 €

Jennifer Debatisse

21.906 €

Clement De Meersman

41.593 € 7

Johan De Roo

29.677 € 8

Jacques de Smet

49.070 € 9

Sophie Dutordoir

21.614 €

Claude Grégoire

37.154 €

Ingrid Lieten

0 € 10

Jean-Marie Laurent Josi

40.659 € 11

Jane Murphy

48.136 € 12

Leen Van den Neste

21.906 €

Luc Van Nevel

36.979 € 13

Dominique Offergeld

21.906 €

Francis Vermeiren

39.118 € 14

Thierry Willemarck

51.126 €

Deze bedragen werden berekend op basis van 8 vergaderingen van de raad van bestuur van Elia System Operator en 7 vergaderingen van de raad van bestuur van Elia Asset in 2010. Het auditco­ mité en het vergoedingscomité hebben viermaal vergaderd. Het corporategovernancecomité heeft viermaal vergaderd. Het aantal vergaderingen van de ad-hoccomités wordt hierboven vermeld. Dit zijn brutobedragen; zij omvatten de sociale las­ ten en andere inhoudingen die vervolgens moeten worden uitgevoerd. De vergoeding van de bestuurders bestaat uit een basisvergoeding van € 25.000 per jaar (€ 12.500 voor Elia System Operator en € 12.500 voor Elia Asset) en een bijkomende vergoeding van € 800 (€ 400 voor Elia System Operator en € 400 voor Elia Asset) per bijkomende vergadering na de achtste vergadering van de raad van bestuur binnen het­ zelfde jaar, met inbegrip van de vergaderingen met de regulatoren. Deze twee vergoedingen worden verhoogd met een supplement van 50% voor de voorzitter en van 20% voor iedere vicevoorzitter van de raad van bestuur. 6 W anneer de bedragen voor Elia System Operator en Elia Asset van elkaar verschillen, worden ze afzonderlijk vermeld in een voetnoot. 7 € 23.016 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 18.577 (ELIA ASSET) 8 € 15.072 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 14.605 (ELIA ASSET) 9 € 26.521 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 22.549 (ELIA ASSET) 10 Ingrid Lieten heeft op 15 juli 2009 haar ontslag ingediend bij de raad van bestuur. Dit ontslag wordt effectief wanneer er in haar vervanging wordt voorzien. Dit gebeurde op 10 februari 2010, toen de raad van bestuur van Elia Jane Murphy als onafhankelijk bestuurder heeft gecoöpteerd. Mevrouw Lieten heeft afgezien van haar vergoeding en heeft in 2010 aan geen enkele vergadering deelgenomen. 11 € 22.082 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 18.577 (ELIA ASSET) 12 € 26.054 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 22.082 (ELIA ASSET) 13 € 18.723 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 18.256 (ELIA ASSET) 14 € 19.839 (ELIA SYSTEM OPERATOR) en € 19.279 (ELIA ASSET)


Er wordt eveneens een vaste aanvullende vergoeding van € 6.000 per jaar per comité (€ 3.000 voor Elia System Operator en € 3.000 voor Elia Asset) toegekend aan de bestuurders die lid zijn van een ondersteunend comité van de raad van bestuur. In dit kader wordt een extra vergoeding van € 800 (€­ 400 voor Elia System Operator en € 400 voor Elia Asset) toegekend per extra vergadering van een comité die wordt bijgewoond (m.a.w. per vergadering boven de drie vergaderingen waarop de forfaitaire vergoedingen berekend zijn). Dit geldt ook voor de vergaderingen met de regulatoren. Deze vergoedingen dekken alle kosten en worden geboekt bij de bedrijfskosten van de vennootschap. Ze worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de index van de consumptieprijzen. Alle vergoedingen worden evenredig in verhouding met de duur van het mandaat van bestuurder toegekend. Op het einde van elk 1ste, 2de en 3de kwartaal wordt er een voorschot op de jaarlijkse emolumenten aan de bestuurders betaald. Het voorschot wordt berekend op grond van de geïn­ dexeerde basisvergoeding en in evenredige verhouding met de duur van het bestuurdersmandaat tijdens het betrokken kwar­ taal. In december van het lopende jaar wordt er een afrekening gemaakt die rekening houdt met de eventuele bijkomende vergoedingen ter aanvulling van de basisvergoeding. Er zijn geen andere voordelen in natura, aandelenopties, kre­ dieten of voorschotten voor de bestuurders voorzien.

Leden van het directiecomité - beleid voor de vergoeding en het vergoedingsniveau

Op basis van de talrijke aanpassingen sinds de laat­ ste functieweging, zoals de beursgang in 2005, de acquisitie van 50Hz Transmission, de verbreding en internationalisering van de activiteiten en de interne operationele structuuraanpassing werd beslist om vijf functies binnen het directiecomité te herevalu­ eren. Het resultaat van deze opdracht werd op 22 december 2010 voorgesteld aan het vergoedings­ comité. De beslissing hierover wordt begin 2011 verwacht en zal gelden voor de vergoedingen van 2011. Basissalaris

Er dient te worden opgemerkt dat alle leden van het directiecomité van Elia het statuut van werknemer hebben. Omwille van de algemene marktomstan­ digheden werd beslist om het recurrent loon voor de leden van het directiecomité buiten inflatie in 2010 niet te verhogen. Voor 2010 bedroeg het basissalaris van de voorzit­ ter van het directiecomité € 353.894,54. De recur­ rente bezoldiging betaald aan de andere leden van het directiecomité bedroeg in totaal € 1.263.297,65 (respectievelijk € 660.404,65 voor Elia System Ope­ rator en 602.893 voor Elia Asset). In totaal werd in 2010 aldus € 1.617.192,19 als basissalaris uitgekeerd aan de leden van het direc­ tiecomité. Variabele korte-termijn verloning

VERGOEDING

Het vergoedingscomité evalueert één maal per jaar de leden van het directiecomité. De evolutie in het basissalaris is afhan­ kelijk van de positionering van elk directielid ten opzichte van het referentieloon in de algemene markt en van de beoordeling van de individuele prestaties. Sinds 2004 wordt de HayGroup methodologie toegepast om het gewicht van elke directiefunc­ tie te bepalen en een marktconforme verloning te waarborgen.

In 2010 werd € 175.601,11 als variabele kortetermijn verloning uitbetaald aan de voorzitter van het directiecomité en € 456.092,59 (respectieve­ lijk € 238.937,50 voor Elia System Operator en € 217.155,09 voor Elia Asset) aan de andere leden van het directiecomité. Een deel van dit bedrag werd in een extra pensioenplan gestort. Totale jaarvergoeding

Het vergoedingscomité evalueert verder de leden van het directiecomité op het einde van het jaar op een aantal kwalita­ tieve en kwantitatieve objectieven. Het variabele gedeelte van de vergoeding bestaat sinds 2008 uit twee pijlers. De eerste pijler is gebaseerd op het behalen van een aantal doelstellin­ gen die in het begin van elk jaar worden vastgelegd door het vergoedingscomité, waarbij maximaal 25% van de variabele vergoeding betrekking heeft op individuele objectieven en 75% op het behalen van 6 collectieve doelstellingen (short-term incentive plan). De tweede pijler van de variabele verloning is gebaseerd op meerjarencriteria die vastgelegd worden voor 4 jaar. (long-term incentive plan).

Voor 2010 bedroeg de jaarvergoeding van de voor­ zitter van het directiecomité € 529.495,65, waarvan 33,16% betaald werd als variabele remuneratie. De totale jaarvergoeding voor de andere leden van het directiecomité bedroeg 1.719.390,24 (respectie­ velijk € 899.342,15 voor Elia System Operator en € 820.048,09 voor Elia Asset), waarvan 26,53% betaald werd als variabele remuneratie. In 2010 werd € 2.248.885,89 als totale jaarvergoe­ ding aan de leden van het directiecomité uitge­ keerd.


98 + 99 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

Andere variabele verloning

Het gedeelte van het long-term incentive plan dat betrekking had op de realisatie van de financiële doelstellingen voor 2008 en 2009, werd in 2010 uitbetaald, zoals voorzien in het plan. Het variabele gedeelte bedroeg € 136.382 voor de voorzitter en in totaal € 486.780 (respectievelijk € 254.467 voor Elia System Operator en € 232.313 voor Elia Asset) voor de andere leden van het directiecomité. Naar aanleiding van de succesvolle realisatie van een aantal uitzonderlijke projecten zoals de acqui­ sitie van 50 Hz Transmission, de kapitaalverhoging en de verkoop van de participatie in de Belgische energiebeurs Belpex en de daaropvolgende parti­ cipatie in APX-Endex, heeft het vergoedingscomité beslist aan de leden van het directiecomité een meervergoeding voor deze bijkomende prestaties uit te betalen van in totaal € 387.213,68, waarvan € 81.831,47 aan de voorzitter en € 305.382,21 (res­ pectievelijk € 189.396,38 voor Elia System Operator en € 115.985,83) aan de andere leden van het di­ rectiecomité. De vergoedingen werden bepaald op basis van het aandeel in deze bijkomende prestaties van elke directeur. Stortingen in het extra-legaal pensioen

Sinds 2007 zijn alle pensioenplannen voor de leden van het directiecomité “Defined Contribution” plannen, waarbij het gestorte bedrag berekend wordt op basis van de jaarlijkse verloning. In 2010 heeft Elia System Operator een totaal bedrag van € 94.032,68 gestort voor de voorzitter van het directiecomité. Voor de andere leden van het directiecomité heeft Elia een bedrag gestort van € 283.272,07 (respectievelijk € 147.750,34 voor Elia System Operator en € 135.521,73 voor Elia Asset). Andere voordelen

De andere voordelen die toegekend worden aan de leden van het directiecomité, zoals de waarborg van inkomen in geval van langdurige ziekte en on­ geval, de dekking gezondheidszorgen en hospitali­ satie, de invaliditeits- en overlijdensverzekering, de tarifaire voordelen, andere premies, de tussenkomst in het openbaar vervoer, de terbeschikkingstelling van een dienstwagen, kosten eigen aan de werk­ gever en andere kleine voordelen volgen de regels die van toepassing zijn voor de kaderleden van de onderneming.

De kosten van deze andere voordelen worden voor 2010 ge­ schat op € 31.748,88 voor de voorzitter. Voor de andere leden van het directiecomité worden deze kosten voor 2010 geschat op € 225.667,16 (respectievelijk € 104.968,49 voor Elia Sys­ tem Operator en € 120.699,27 voor Elia Asset). Er werden in 2010 geen aandelenopties toegekend aan de leden van het directiecomité van Elia. Bepalingen van de arbeidsovereenkomsten van de leden van het directiecomité

De bepalingen in de arbeidsovereenkomsten van de leden van het directiecomité, met inbegrip van de voorzitter van het di­ rectiecomité, bevatten op het ogenblik van hun indiensttreding geen bijzondere voorwaarden bij ontslag. Aandelen in het bezit van de leden van het directiecomité en de bestuurders De voorzitter van het directiecomité van Elia System Operator bezit 8.822 aandelen van Elia System Operator; de andere le­ den van het directiecomité verwierven samen 18.595 aandelen. Elia heeft tot op heden geen langetermijnbeleid voor de toe­ kenning van aandelen ingevoerd.

Informatie die gegeven moeten worden krachtens artikel 96 van het Wetboek van Vennootschappen en het artikel van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van de emittenten van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt Deze sectie bevat informatie die gegeven moeten worden krachtens de eerder vermelde teksten en die niet in andere delen van het jaarverslag voorkomt. Alle aandelen van de vennootschappen Elia System Operator en Elia Asset hebben dezelfde rechten, ongeacht tot welke categorie ze behoren, behoudens wanneer de statuten anders bepalen, in het bijzonder artikel 28.2 van Elia System Operator en 27.2 van Elia Asset. De overdrachten van aandelen worden geregeld door artikelen 9 en 10 van de statuten van Elia System Operator. De raad van bestuur van Elia System Operator mag beslis­ sen over de verkrijging door de vennootschap van haar eigen aandelen, zonder dat hiervoor een beslissing van de algemene vergadering vereist is, wanneer de verkrijging noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennoot­ schap. De machtiging is gegeven voor een periode van drie jaren te rekenen vanaf de publicatie van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 14 oktober 2009.


Structuur van het aandeelhouderschap op de afsluitingsdatum Op 31 december 2010 zag de aandeelhoudersstructuur van Elia System Operator NV er als volgt uit:

Publi-T

Aandelen

% Aandelen

% Stemrechten

27.383.507

45,37

45,37

Publipart

1.526.756

2,53

2,53

Groep Arco

5.306.880

8,79

8,79

26.138.074

43,31

43,31

60.355.217

100,00

100,00

Overige free float

Totaal

Proces voor het opstellen van financiële informatie en berichtgeving Elia heeft alle nodige en beschikbare middelen ingezet om een redelijke mate van zekerheid te bieden dat de intern en extern gecommuniceerde financiële informatie het principe van waar­ heidsgetrouwheid respecteert en dit met inachtneming van het wettelijke en reglementaire kader dat op Elia van toepassing is. Het budgettair proces is een belangrijk onderdeel van het intern controlesysteem dat is ingevoerd om de boekhoudkundige, financiële en economische gegevens te evalueren en te contro­ leren, maar ook om de gereguleerde tarieven te bepalen. Het is voor Elia van fundamenteel belang om betrouwbare budgetten te kunnen opstellen, die rekening houden met tal van onzekere factoren, zoals de windvoorspellingen en de afnamen op de netten. Het proces voor het opstellen van de budgetten duidt de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken depar­ tementen aan om op basis van de beschikbare gegevens zo accuraat mogelijke voorspellingen te leveren. Deze budgetten worden gecontroleerd door de hiërarchische verantwoordelij­ ken en vervolgens door de interne controleorganen en worden uiteindelijk goedgekeurd door de bevoegde beheersorganen. De regulatoren hebben ook een controlerende functie door middel van de goedkeuring van het voorstel van meerjarenta­ rieven. De budgettaire opvolging is een collectieve doelstelling voor heel de Elia groep en wordt voortdurend uitgevoerd door de budgetverantwoordelijken en de beheerscontrole door mid­ del van instrumenten die geregeld worden getoetst. Het proces voor de maandelijkse, driemaandelijkse en jaarlijkse rapportering is gebaseerd op procedures m.b.t. de gebudget­ teerde en de reële elementen. De boekhouding en de conso­ lidatie gebeuren in overeenstemming met de boekhoudkun­

dige principes van de groep, die geregeld wordt geüpdatet om rekening te houden met gewijzigde interne en externe factoren. Deze rapportering gaat uit van een planning en checklists die op voorhand met de verschillende betrokken departementen worden opgesteld. Het resultaat van dit proces wordt geregeld gecontroleerd door het departement beheerscontrole en de interne audit. De dienst boekhouding stelt de financiële informa­ tie samen onder de verantwoordelijkheid van de accounting manager op basis van het rapporte­ ringproces zoals het hierboven wordt beschreven. Maandelijks worden de resultaten van de groep besproken door de departementen boekhouding en beheerscontrole, die ze analyseren en toetsen aan de budgettaire, economische en historische gegevens. Het eindresultaat wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Directiecomité en de kwartaalen jaarresultaten worden systematisch ter goedkeu­ ring voorgelegd aan het auditcomité en de raad van bestuur. De medewerkers en de verantwoordelijken van de dienst boekhouding en beheerscontrole passen de principes toe die beschreven zijn in hoofdstuk 3 ‘Sociaal verslag’.


100 + 101 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen Context en doelstelling

De controleomgeving

Elia moet in een voortdurend evoluerende omgeving instaan voor zijn verschillende rollen als marktfa­ cilitator en net- en infrastructuurbeheerder en dit met inachtneming van de wetten en verordeningen en beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en corporate governance.

De controleomgeving van Elia vormt de ruggengraat van de interne controle en het risicobeheer en steunt op verscheidene punten: zijn strategie, zijn waarden, zijn ondernemingscultuur, zijn personeel, zijn organisatie en zijn structuur.

In het kader van zijn opdrachten en de strategie van de groep heeft Elia strategische doelstellingen gedefinieerd die zich uiten in operationele doelstel­ lingen met variabele tijdsbestekken in de verschil­ lende niveaus van zijn organisatie. Om de naleving van deze doelstellingen te waar­ borgen heeft Elia een corporategovernancesysteem ingevoerd: een aangepast en dynamisch systeem voor interne controle en beheer van de onderne­ mingsrisico’s. De governancestructuur is nader toegelicht op pagina 86. Het systeem voor interne controle en beheer van de ondernemingsrisico’s steunt op 3 pijlers: de controleomgeving, het beheer van de ondernemingsrisico’s en de controleactiviteiten en toezichtorganen. De belangrijkste risico’s van de Elia groep zijn ver­ meld en nader toegelicht op pagina 102.

Door middel van doorlopende transparante communicatie over zijn strategie en de daaraan verbonden doelstellingen staat Elia erop om het engagement van zijn medewerkers bij de uitoefe­ ning van hun diverse taken te waarborgen. Bovendien promoot Elia constant zijn waarden en het imago van de onderneming, zowel intern als naar buiten toe, om de ondernemingscultuur voortdurend te versterken. Elia ziet erop toe dat bij de organisatie van zijn activiteiten de rollen en verantwoordelijkheden duidelijk zijn en door bekwame personen worden uitgeoefend. Bovendien heeft Elia het refe­ rentiekader en de controlestructuur opgezet (controleorgaan, regels, gedragscode, arbeidsreglement, huishoudelijk regle­ ment enz.) die nodig zijn om de risico’s die zijn activiteiten met zich mee brengen, te beheersen.


Elia moet in een voortdurend evoluerende omgeving instaan voor zijn verschillende rollen als marktfacilitator en net- en infrastructuurbeheerder en dit met inachtneming van de wetten en verordeningen en beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en corporate governance.

Het beheer van de ondernemingsrisico’s Het model voor het beheer van de ondernemingsrisico’s van Elia (hierna aangeduid als ERM) is gebaseerd op COSO II en de norm ISO31000 en kadert in de volgende visie: Protect company value for its stakeholders and provide reasonable assurance to achieve objectives by developing the risk awareness culture and coordinating means in an efficient, structured and pragmatic way to manage risk. Het ERM definieert een referentiekader, rollen en verantwoor­ delijkheden voor de verschillende actoren van de Elia groep op het vlak van risicobeheer. Het auditcomité is het orgaan dat de werkelijke efficiëntie van het ERM-proces controleert. Het ziet er meer in het bijzonder op toe dat de maatregelen die worden genomen om de strategische risico’s te beheren hun doel bereiken. In het kader van ERM heeft Elia een cel voor het risicobeheer opgericht die instaat voor het coördineren van de risicobeheersactiviteiten en toeziet op de naleving van de regels en het risicobeheersproces. Deze cel stimuleert ook de cultuur van “risk awareness” aan de hand van een geheel van concrete acties. Het ERM-proces is cyclisch en bestaat uit twee belangrijke etappes: het risico beoordelen (identificatie, analyse en evalu­ atie) en het risico behandelen (keuze, invoering en monitoring van de ingreep). Het proces voorziet tevens in geregelde reva­ luaties, zowel intern als extern (peer review en benchmark).

De controleactiviteiten en toezichtsorganen De interne controle van Elia wordt voor alles uitge­ voerd en gewaarborgd door de governancestruc­ tuur, de bestuursorganen en de hiërarchische lijn. Om deze controle efficiënt en doeltreffend te maken werd een geheel van regels samengesteld, zoals de scheiding van de machten, de ondertekeningsbe­ voegdheden, de rollen en verantwoordelijkheden, de ethische regels enz. Daarbij komen nog alle regels op het gebied van de performantie en de risi­ co’s in de organisatie, waaronder sleutelindicatoren die door het uitvoerend comité worden opgevolgd. De interne controleorganen, zoals het safety management (dat de veiligheid van de werknemers beoogt), de technische audit (die de veiligheid van het net beoogt), de kwaliteitscontrole en de interne audit spelen ook een belangrijke rol, omdat zij een integere en onafhankelijke beoordeling van de belangrijkste processen van de onderneming waarborgen. De interne audit rapporteert aan het auditcomité en onderwerpt zichzelf om de vijf jaar aan een revaluatie door een onafhankelijk orga­ nisme (quality assurance review). De externe controleorganen ten slotte, zoals het college van bedrijfsrevisoren en de accreditatie- en certificatieorganen, zijn evenveel bijkomende garan­ ties dat de Elia groep naar behoren functioneert en dat zijn waarde wordt gevrijwaard.


102 + 103 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

beschrijving van de risico’s en onzekerheden waarmee de onderneming wordt geconfronteerd De dienst Interne Audit & Enterprise Risk Manage­ ment heeft in 2009 een pragmatisch en gecoördi­ neerd beleid opgezet om de relevante risico’s van Elia te identificeren, te evalueren en te beheren. Deze ERM-benadering (Elia Risk Management) wil ook de bedrijfscultuur rond risicobeheer ontwik­ kelen.

1. Reglementaire risico’s en inkomstenrisico’s INTERNATIONAAL

Hoewel de transmissienetbeheerders voor elektrici­ teit binnen de Elia groep proactief anticiperen op de Europese regelgeving, kunnen de nieuwe richtlijnen en regels die op Europees niveau worden voorbe­ reid of die op omzetting in Belgisch en Duits recht wachten, altijd bepaalde onzekerheden met zich meebrengen. Elia en 50Hertz behoren tot de Europese koplopers volgens de kenmerken inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid die deel uitmaken van het door de Europese Commissie opgestelde “derde pakket” van maatregelen voor de ontwikkeling van een interne gas- en elektriciteitsmarkt. De omzetting van de be­ palingen van dit derde Europese pakket in Belgische en Duitse wetgeving, die vóór maart 2011 moet plaatsvinden, zorgt echter voor tijdelijke onzeker­ heid met betrekking tot het kader waarbinnen Elia en 50Hertz op middellange termijn zullen functioneren. Elia en 50Hertz behoren daarenboven tot de stich­ tende leden van ENTSO-E, de Europese organisatie van netbeheerders die in december 2008 werd

opgericht en die 41 transmissienetbeheerders uit 34 landen verenigt, onder meer uit de landen van de Europese Unie. Deze vereniging moet onder andere de rol op zich nemen van het Europees Netwerk van Transmissienetbeheerders, die in het derde pakket wordt vastgelegd. De CEO van de Elia groep werd verkozen tot voorzitter van de vereniging, met een man­ daat van twee jaar. NATIONAAL

Het Belgische wettelijke kader waarbinnen Elia zijn taken ver­ vult, werd vastgelegd bij de omzetting van de eerste Europese richtlijn over de interne elektriciteitsmarkt in de Elektriciteits­ wet van 29 april 1999. De winst van de vennootschap wordt in ruime mate bepaald door de wettelijk vastgelegde billijke vergoeding. Met het reguleringsmechanisme dat sinds 1 januari 2008 op Elia van toepassing is, werden een “incentive” en meerjarentarieven ingevoerd. Het resultaat van Elia wordt dus elk jaar (positief of negatief) beïnvloed door de verwezenlijking en/of de eventuele overschrijding van de efficiëntieverbete­ ringsfactor, de evolutie van de lineaire obligaties (OLO) en de analyse van de regulator over eventuele kruissubsidiëringen tussen de beheersbare en de niet-beheersbare kosten. Anderzijds hangt de omzet van Elia ook af van de hoeveelheid energie die via het net wordt vervoerd. De omzet wordt dus rechtstreeks beïnvloed door het niveau van de economische activiteit van zijn klanten. De daling van het verbruik van de residentiële klanten als gevolg van de vertraging van de econo­ mische activiteit in 2009 heeft dus tot lagere inkomsten geleid dan gepland in het door de regulator goedgekeurde budget. Volgens de geldende wetgeving moeten dit tekort en de extra kosten die uit de behoefte aan bijkomende financiering volgen, gecompenseerd worden bij de vastlegging van de tarieven voor de volgende regulatoire periode. Het effect op het elektriciteits­ verbruik van de verschillende klantsegmenten en de onzeker­ heid over de vooruitzichten voor herstel van de economische


activiteit bij de industriële klanten blijven dus een risico voor de inkomsten op korte termijn van Elia. Dit kan op zijn beurt de financiële positie van de onderneming beïnvloeden. In het Duitse regulatoire kader waarbinnen 50Hertz zijn activi­ teiten uitoefent, zijn ook de inkomsten voor de activiteiten van de transmissienetbeheerder vastgelegd. Dit kader is geba­ seerd is op een initiële raming van de kosten en werkt met een inkomstenlimiet en met efficiëntiestimulansen. Het legt de net­ tarieven vast, waarbij ook een tarifaire vergoeding is inbegrepen die gebaseerd is op een vast rendement op het geïnvesteerde kapitaal voor een tariefperiode van vijf jaar. Het vergoedings­ niveau voor de volgende regulatoire periodes wordt later bepaald. De Duitse regelgeving voorziet eveneens in een speci­ fieke vergoedingsregeling voor investeringen in het transmissie­ net, de zogeheten “investeringsbudgetten” (IB). In dit verband moet 50Hertz een aanvraag tot goedkeuring van de investe­ ringsbudgetten indienen, om ervoor te zorgen dat het tijdens de regulatoire periode een passende vergoeding zal krijgen. De investeringsbudgetten voor verschillende investeringsprojecten die 50Hertz overweegt, zitten nog in de goedkeuringsfase. Er gelden specifieke regels voor de kosten en de inkomsten die worden gegenereerd in het kader van steunregelingen voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppelingsinstallaties. De lange termijn voor de vergoeding van de reële kosten heeft tot gevolg dat 50Hertz deze kosten moet voorfinancieren, wat een impact kan hebben op zijn liquiditeitspositie. REGIONAAL

Het reglementaire kader houdt in België ook risico’s in op regio­ naal vlak. Zo kunnen tegenstrijdigheden tussen de verschillen­ de regelgevingen, bijvoorbeeld wat de technische reglementen betreft, voor Elia de uitoefening van zijn taken bemoeilijken. De evolutie in de regelgeving en de wijzigingen die in de toekomst zullen worden aangebracht, kunnen eveneens een impact hebben op de aansprakelijkheid van de vennootschap bij een stroomonderbreking of, in het kader van een eventuele staats­ hervorming, op de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en het regionale niveau (bijvoorbeeld de bevoegdheid inzake de goedkeuring van de transmissietarieven).

2. Operationele risico’s BEVOORRADINGSZEKERHEID

Om het evenwicht van het elektriciteitssysteem op elk ogenblik te bewaren, houdt Elia rekening met een adequaat niveau van reservecapaciteit en zoekt het naar de meest efficiënte en rendabele manier om de beschikbaarheid van deze reserves contractueel vast te leggen. Elia analyseert, zowel op nationaal als op Europees niveau, hoe het toenemende aandeel van productie-eenheden voor elektriciteit uit hernieuwbare bron­ nen met een variabel karakter in het elektrische systeem kan worden geïntegreerd. De stijgende trend, ook op Europees niveau, van het aantal eenheden op basis van warmtekracht­

koppeling en van hernieuwbare energie dat op de distributienetten wordt aangesloten, en de toekom­ stige aansluiting van grote offshore windmolenpar­ ken brengen nieuwe uitdagingen mee op het vlak van het operationele beheer van de netten en de verdere uitbouw van de netinfrastructuren. De ontwikkelingen die nodig zijn met het oog op de bestaande en de toekomstige aansluitingen, de veranderende tendensen in de afnames en de versterking van de interconnectiecapaciteit zijn afhankelijk van toelatingen en vergunningen die door lokale, regionale, nationale en internationale instanties moeten worden afgeleverd. Het tijdig verkrijgen van deze vergunningen en goedkeuringen vormt een risico voor de tijdige uitvoering van deze projecten. Deze toelatingen en vergunningen kun­ nen daarenboven voor de bevoegde rechtbanken en gerechtshoven worden betwist. De toename van de kringstromen (loop flows) die door de netten stromen, vereist dat een aanzienlijk gedeelte van de transmissiecapaciteit wordt ge­ mobiliseerd. Met het oog hierop is er behoefte aan Europese coördinatie, zowel in de planningsfase als in real time (en de fase die daar net aan voorafgaat). Om de hieraan verbonden risico’s te beperken, moeten alle betrokken spelers in een internationale context op efficiënte wijze samenwerken. STROOMONDERBREKINGEN

Elia bewijst al meerdere jaren dat zijn transmissie­ net tot de meest betrouwbare in Europa behoort. Toch kunnen zich in dit net, zoals in om het even welk ander systeem, gebeurtenissen voordoen die de goede werking van één of meerdere infrastruc­ tuurelementen onderbreken. In de meeste gevallen hebben deze gebeurtenissen geen impact op de stroomtoevoer van de verbruikers, omdat het door Elia beheerde net een vermaasde structuur heeft. Hierdoor kunnen de aangesloten verbruikers langs verscheidene wegen worden bereikt. In extreme gevallen kan het elektrische systeem door een inci­ dent echter gedeeltelijk of volledig uitvallen (lokale of algemene black-out). Dergelijke onderbrekingen kunnen het gevolg zijn van natuurlijke fenomenen of onvoorziene gebeurtenissen, maar ook van ope­ rationele problemen in België of in het buitenland. Elia houdt op geregelde tijdstippen crisisoefeningen om optimaal op deze situaties te kunnen inspelen. De algemene voorwaarden van de standaardcon­ tracten beperken de aansprakelijkheid van Elia tot een redelijk niveau. Het verzekeringsbeleid streeft overigens naar dekking van de financiële impact van deze risico’s.


104 + 105 CORPORATE GOVERNANCE ELIA 2010

IT-RISICO

Het falen van het IT-netwerk of van de onder­ steunende IT-systemen voor het beheer van het elektrische systeem kan problemen veroorzaken op het gebied van de werking van het elektrische systeem. Elia neemt de nodige maatregelen om het IT-netwerk en de bijbehorende IT-systemen in de mate van de technische en financiële mogelijk­ heden te ontdubbelen en te verbeteren. Elia heeft Recovery-plannen opgesteld voor de meest cruciale IT-systemen en test deze geregeld uit. Het is even­ wel onmogelijk om de eventualiteit van een storing op componenten van het IT-net en de IT-systemen volledig uit te sluiten. Voor Elia komt het erop aan om bij problemen met deze systemen de impact voor zijn klanten maximaal te beperken.

riteit voor de directie, het management en het personeel van Elia. Er worden aanzienlijke middelen ingezet om de veiligheid en het welzijn van deze personen te waarborgen. Met het oog hierop wordt elk jaar een actieplan goedgekeurd en uitgevoerd dat rekening houdt met de evolutie van de veiligheidscijfers. RISICO’S VERBONDEN AAN DE INEFFICIËNTIE VAN INTERNE CONTROLEMECHANISMEN

Elk intern proces beïnvloedt op zijn manier het bedrijfsresultaat. Het stelsel van meerjarentarieven vergroot de noodzaak om de globale efficiëntie van het bedrijf jaar na jaar nog te verbeteren. Daarom wordt de doeltreffendheid van de interne processen regelmatig gecontroleerd met behulp van prestatie-indicatoren en/of audits, teneinde de gepaste controle ervan te garande­ ren. Dit aspect staat onder toezicht van het Auditcomité dat de werkzaamheden van de dienst Interne Audit & Enterprise Risk Management aanstuurt en opvolgt.

MILIEURISICO

De resultaten van Elia kunnen worden beïnvloed door uitgaven die worden gedaan om aan de milieuwetgeving te voldoen. Hetzelfde geldt voor kosten die worden gemaakt voor de uitvoering van preventieve of remediërende maatregelen of om in te gaan op de vragen van derden. Het milieubeleid wordt uitgewerkt en op de voet gevolgd om deze risico’s onder controle te houden. Elia legt aange­ paste provisies aan telkens als de aansprakelijkheid van Elia met betrekking tot saneringskwesties in het geding kan komen. Op dit moment worden bijkomende analyses uitgevoerd die leiden tot de herziening van de bestaande provisies of de aanleg van nieuwe provisies. RISICO’S OP JURIDISCHE GESCHILLEN

De vennootschap voert haar activiteiten op zoda­ nige wijze uit dat het risico op juridische geschillen zoveel mogelijk wordt beperkt. Niettemin gebeurt het dat de vennootschap betrokken raakt in juri­ dische geschillen. Indien nodig, worden hiervoor gepaste provisies aangelegd.

3. Financiële risico’s Bij de uitoefening van zijn activiteiten is de groep blootgesteld aan uiteenlopende financiële risico’s : het marktrisico (meer bepaald het interestrisico, het inflatierisico en een beperkt wisselkoersrisico), het liquiditeitsrisico, het taxrisico 1 en het kredietrisico.In het kader van zijn beleid inzake het beheer van financiële risico’s, heeft de groep de verantwoordelijkheden en procedures vastgelegd die in acht moeten worden genomen voor het beheer van de financiële risico’s, meer bepaald met betrekking tot de instrumenten die moeten worden aangewend en de exploitatielimieten voor de beheersing van deze risico’s. Het beleid inzake risicobeheer van de groep beoogt de risico’s te identificeren en te analyseren waaraan de onderneming is blootgesteld, de limieten en gepaste controles te bepalen, de risico’s te bewaken en deze limieten na te leven. Deze proce­ dures en de betrokken systemen worden geregeld herzien op­ dat zij elke wijziging op het gebied van de marktomstandighe­ den en activiteiten van de groep in aanmerking zouden nemen. De financiële impact van deze risico’s is beperkt aangezien Elia en 50Hertz werken volgens het Belgische of Duitse regulatoire kader. Zie hoofdstuk Regulatoir kader 2 p.154.

VEILIGHEID EN WELZIJN

Elia beheert installaties die schade kunnen veroor­ zaken aan de natuur of de mens. Deze installaties kunnen bovendien het voorwerp zijn van ongeval­ len of agressie van buitenaf die ernstige gevolgen kunnen hebben. Personen die in of in de buurt van installaties voor elektriciteitstransmissie werken, kunnen bij ongeval, fout of nalatigheid worden blootgesteld aan het risico van elektrocutie. De veiligheid en het welzijn van mensen (eigen per­ soneelsleden of derden) vormen een dagelijkse prio­ 1 M eer uitleg i.v.m. het taxrisico wordt in paragraaf 3.4 weergegeven. 2 De onzekerheid van de inkomsten ten gevolge van het afrekeningsmechanisme wordt uitgelegd in paragraaf 5.5.

Om hun investeringen te financieren en hun doelstellingen op korte en op lange termijn te bereiken, moeten Elia en 50Hertz een beroep doen op de kapitaalmarkten. Gelet op de hui­ dige krediet- en kapitaalomstandigheden, in het bijzonder de toegenomen kredietspread over de binnen- en buitenlandse schuld- en aandelenmarkten, en gelet op de ongunstige en aanhoudende beperkingen inzake de beschikbaarheid van financiering, bestaat de mogelijkheid dat geen financiering kan worden gevonden tegen aantrekkelijke voorwaarden, of zelfs dat helemaal geen financiering kan worden gevonden. Dit kan een nadelige invloed uitoefenen op de toekomstige groei van Elia en 50Hertz en op het nastreven van hun doelstellingen. Elia wordt gedeeltelijk gefinancierd met leningen met een vlottende


Elia bezit 60% van de aandelen van 50Hertz. De overige 40% zijn in handen van IFM. Alle belangrijke aspecten in verband met de activiteiten van 50Hertz worden gezamenlijk door Elia en IFM gecontroleerd. 5. Omgevingsfactoren MACRO-ECONOMISCHE RISICO’S

rente. Hoewel een financieringsbeleid werd goedgekeurd dat streeft naar een optimale verhouding tussen vaste en varia­ bele rentevoeten en hoewel geschikte financiële instrumenten worden gebruikt om het financieel risico af te dekken, kan een wijziging in de rentevoeten een impact hebben op de finan­ ciële lasten die in een volgende tariefreguleringsperiode (of in dezelfde periode in geval van een uitzonderlijke wijziging in de lasten) worden doorgerekend. De financiële lasten hangen ook af van de kredietrating van de vennootschap. Elia kan geen totale bescherming garanderen in geval van aanzienlijke wijzigingen in de rentevoeten of in geval van verlaging van haar rating of van de rating van Eurogrid GmbH. Meer informatie vindt u in het Financiële verslag onder het hoofdstuk ‘Beheer van financiële risico’s en derivaten’.

4A. Ontwikkeling van nieuwe activiteiten Elia wil inspelen op elke nieuwe opportuniteit in verband met de kernactiviteiten van de onderneming, binnen of buiten de Belgische geregulariseerde context. Het opstarten van interna­ tionale projecten kan risico’s inhouden met betrekking tot de buitenlandse regelgeving of onzekerheden met betrekking tot de op te stellen businessplannen.

4B. Specifieke risico’s in verband met de overname van 50Hertz door Elia Wat de overname van 50Hertz door Elia en IFM (via Eurogrid International CBVA en Eurogrid GmbH) betreft, kan niet worden uitgesloten dat er slechts in beperkte mate of zelfs helemaal geen beroep mogelijk is tegen Vattenfall met betrekking tot bepaalde risico’s die verbonden zijn aan de activiteiten van 50Hertz. Bepaalde risico’s worden zelfs niet gedekt door de voorstellingen en garanties of schadevergoedingen die door Vattenfal zijn geleverd. 50Hertz handelt binnen het Duitse wet­ telijke en regulatoire kader en kan aan andere verplichtingen worden onderworpen dan Elia. Elia bezit slechts 60% van de aandelen van 50Hertz. De overige 40% zijn in handen van IFM. Alle belangrijke aspecten in verband met de activiteiten van 50Hertz worden gezamenlijk door Elia en IFM gecontroleerd.

De gevolgen van de financiële crisis verhogen de volatiliteit (zowel naar boven als naar beneden) van de factoren die een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten (onder andere de Belgische lineaire obligatie). Elia streeft naar een optimale beheersing van de operationele risico’s die enerzijds voortvloeien uit het feit dat de netten in België en Duitsland in toenemende mate worden openge­ steld voor elektriciteitsstromen die in de lidstaten van de Europese Unie geproduceerd en verbruikt worden en die anderzijds verband houden met de toenemende productie op basis van hernieuwbare energiebronnen. HR-RISICO

Elia voert een actief imago- en rekruteringsbeleid. De onderneming streeft ernaar een adequaat expertise- en kennisniveau te handhaven. Dit is een voortdurende uitdaging in een arbeidsmarkt die gespannen is wegens de hoge specialisatiegraad van zijn activiteiten. IMAGORISICO

Zeer algemeen kunnen zich bepaalde omstandighe­ den voordoen die het imago van het bedrijf negatief kunnen beïnvloeden. Elia tracht de vertrouwelijkheid van gegevens te garanderen met behulp van een intern controlemechanisme. Het valt echter nooit uit te sluiten dat externe partijen onoordeelkundig omspringen met informatie waarover zij beschikken. Dit kan een effect hebben op de beurskoers van de onderneming. OVERIGE

Elia is zich ervan bewust dat er nog andere risico’s kunnen bestaan waarvan het bedrijf op dit moment nog geen kennis heeft. Sommige risico’s kunnen vandaag verwaarloosbaar lijken, maar dit sluit niet uit dat ze in de toekomst belangrijker kunnen wor­ den. De hier gehanteerde onderverdeling beoogt geen enkele indicatie van de potentiële gevolgen van de opgesomde risico’s.



financieel verslag Gedetailleerde resultaten van het jaar 2010.


108 + 109 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

geconsolideerde jaarrekening ifrs Geconsolideerde winst- en verliesrekening (31.12.2010 – 31.12.2009) (in € miljoen)

Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN Opbrengsten Kostprijs verkopen

(3.1)

939,5

733,7

(3.2.1)

(5,9)

(5,6)

-

933,6

728,1

(3.1) (3.2.1) (3.2.2) (3.2.3) (3.2.4)

98,0 (457,2) (133,9) (127,5) (31,1)

37,6 (303,5) (124,4) (102,1) (9,9)

281,9

225,8

(5.1) (3.2.1)

286,5 (8,0)

0,0 0,0

-

560,4

225,8

(3.3)

(123,2)

(120,5)

-

21,8 (145,0)

12,8 (133,2)

(3.5)

(1,2)

(1,0)

436,0

104,3

(3.4)

(34,0)

(20,0)

Winst op voortgezette bedrijfsactiviteiten

-

402,0

84,3

Winst over de verslagperiode

-

402,0

84,3

Winst toe te rekenen aan: Eigenaars van de vennootschap Minderheidsbelang

-

401,7 0,3

84,0 0,3

WINST OVER DE VERSLAGPERIODE

-

402,0

84,3

Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

(3.6) (3.6)

7,364 7,364

1,746 1,746

Brutowinst Overige bedrijfsopbrengsten Diensten en overige goederen Personeelskosten Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijziging in voorzieningen Overige bedrijfskosten Resultaat uit bedrijfsactiviteiten voor niet-recurrente elementen (REBIT) Winst op voordelige acquisitie Niet-recurrente diensten en diverse goederen RESULTAAT UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (EBIT) NETTOFINANCIERINGSLASTEN Financieringsbaten Financieringslasten Aandeel in resultaat van investeringen opgenomen volgens vermogens­ mutatiemethode (na winstbelastingen) Winst vóór winstbelastingen Winstbelastingen

Winst per aandeel (in €) Gewone winst per aandeel Verwaterde winst per aandeel


Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

-

402,0

84,3

(5.4)

(3,1)

(4,0)

(5.4)

1,1

1,4

(4.12)

25,9

(5,2)

(4.12)

(8,8) 15,1

1,8 (6,0)

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar

-

417,1

78,3

Winst toe te rekenen aan: Eigenaars van de vennootschap Minderheidsbelang

-

416,8 0,3

78,0 0,3

TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE ­RESULTATEN OVER HET BOEKJAAR

-

417,1

78,3

(in € miljoen)

WINST OVER DE VERSLAGPERIODE Niet-gerealiseerde resultaten Effectief deel van veranderingen in de reële waarde van ­kasstroomafdekkingen Belastingen op effectief deel van veranderingen in de reële waarde van kasstroom Actuariële winsten en verliezen met betrekking tot toegezegde ­personeelsverplichtingen Belastingen op actuariële winsten en verliezen met betrekking tot toegezegde personeelsverplichtingen Niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar, na winstbelastingen


110 + 111 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Geconsolideerde balans (31.12.2010 – 31.12.2009)

ACTIVA

Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

-

4.994,1

4.044,8

(4.1) (4.2) (4.3)

3.010,9 1.751,1 114,7

2.089,6 1.730,1 105,8

29,2 79,5 8,7

9,4 84,9 25,0

909,9

407,1

14,5 513,8 6,3 366,0 9,3

13,7 214,9 0,7 174,6 3,2

-

5.904,0

4.451,9

Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

2.007,2

1.367,1

(4.10) -

2.007,2 1.500,6 8,5 51,4 (20,7) 467,4

1.365,4 1.207,3 8,5 36,0 (18,7) 132,2

-

0,0

1,7

-

0,0

1,7

-

3.211,0

2.804,7

(4.11) (4.12) (5.4) (4.13) (4.6)

2.917,3 103,8 31,4 44,6 93,3

2.618,9 142,9 28,2 4,8 6,8

Overige verplichtingen

-

20,6

3,1

KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN

-

685,8

280,1

0,1 43,6 448,8 14,0 179,3

0,1 13,9 233,9 0,2 31,9

5.904,0

4.451,9

(in € miljoen)

VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Immateriële activa Handels- en overige vorderingen Investeringen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode Overige financiële vaste activa (incl. derivaten) Uitgestelde belastingsvorderingen VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Handels- en overige vorderingen Actuele belastingsvorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten TOTAAL ACTIVA

TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN (in € miljoen)

(4.4) (4.5)* (4.6) (4.7) (4.8)* (4.9) (4.8)*

EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap Aandelenkapitaal Uitgiftepremie Reserves Afdekkingsreserves Ingehouden winsten Minderheidsbelang Minderheidsbelang LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN Leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Personeelsbeloningen Derivaten Voorzieningen Uitgestelde belastingsverplichtingen

Leningen en overige financieringsverplichtingen Voorzieningen Handelsschulden en overige schulden Actuele belastingsverplichtingen Over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN * Deze rubrieken omvatten herclassificaties van de cijfers op 31/12/2009 voor vergelijkingsdoeleinden.

(4.11) (4.13) (4.14)* (4.15)* -


Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Aandelenkapitaal

Uitgifte premie

Afdek­ kingsreserves

Inge­­­­­ houd­en winst

1.202,1

8,5

(16,1)

153,5

1.348,1

1.6

1.349,7

-

-

-

84,0 -

84,0 -

0,1 -

84,1 -

-

-

(2,6)

-

(2,6)

-

(2,6)

0,0

0,0

(2,6)

(3,4) (3,4)

(3,4) (6,0)

0,0

(3,4) (6,0)

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode

-

-

(2,6)

80,6

78,0

0,1

78,1

Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Bijdragen van en uitkeringen aan eigenaars Uitgifte gewone aandelen Dividenden eigenaars Vennootschap

5,2 -

0,0 -

0,0

0,0 (65,9)

5,2 (65,9)

0,0 -

5,2 (65,9)

Totaal transacties met eigenaars

5,2

0,0

0,0

(65,9)

(60,7)

0,0

(60,7)

STAND PER 31 DECEMBER 2009

1.207,3

8,5

(18,7)

168,2

1.365,4

1,7

1.367,1

STAND PER 1 JANUARI 2010

1.207,3

8,5

(18,7)

168,2

1,365.4

1,7

1.367,1

-

-

-

401,7

401,7

0,3

402,0

-

-

(2,0)

-

(2,0)

-

(2,0)

0,0

0,0

(2,0)

17,1 17,1

17,1 15,1

0,0

17,1 15,1

-

-

(2,0)

418,8

416,8

0,3

417,1

(in € miljoen)

STAND PER 1 JANUARI 2009 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode Winst of verlies Toename reserves Niet-gerealiseerde resultaten Effectief deel van veranderingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen (na belasting) Actuariële winsten (verliezen) m.b.t. toegezegde personeelregelingen (na belasting) Totaal niet-gerealiseerde resultaten

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode Winst of verlies Toename reserves Niet-gerealiseerde resultaten Effectief deel van veranderingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen (na belasting) Actuariële winsten (verliezen) m.b.t. toegezegde personeelregelingen (na belasting) Totaal niet-gerealiseerde resultaten Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode

Minder­ Totaal heids eigen Totaal belangen vermogen

Transacties met eigenaars, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen Overgedragen resultaat Eurogrid GmbH op acquisitiedatum Bijdragen van en uitkeringen aan eigenaars Uitgifte gewone aandelen Kosten uitgifte gewone aandelen Deconsolidatie minderheidsbelangen Betaalde dividenden

-

-

-

(1,6)

(1,6)

-

(1,6)

299,7 (6,4) -

0,0 -

0,0 -

0,0 (66,6)

299,7 (6,4) (66,6)

0,0 (2,0) -

299,7 (6,4) (2,0) (66,6)

Totaal transacties met eigenaars

293,3

0,0

0,0

(68,2)

225,1

(2,0)

223,1

1.500,6

8,5

(20,7)

518,8

2.007,3

0,0

2.007,3

STAND PER 31 DECEMBER 2010


112 + 113 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31.12.2010 en per 31.12.2009

Toelichting

31.12.2010

31.12.2009

-

402,0

84,3

(3.3) (3.4)

124,0 16,6

124,1 17,3

(3.5) 4.1 - 4.2) (4.1 - 4.2) (3.2.4) (3.2.3) (5.4) (4.6) (5.1)

1,2 114,5 7,6 1,0 -2,6 0,9 17,4 3,3 0,0 -286,5

1,0 97,7 3,5 0,7 -1,3 -2,4 2,6 0,5 0,9 0,0

-

399,4

328,9

(4.7) (4.8) (4.8) (4.14) (4.15)

0,3 -43,0 -12,7 119,2 60,1

-0,7 -14,9 0,0 -47,8 -7,1

-

123,9

-70,5

(3.3) (3.4)

-135,7 -19,9

-102,0 -15,9

-

367,7

140,5

(4.1 - 4.2)

-199,5

-133,7

(5.1)

-278,8

0,0

(4.4) (5.2) (3.3)

-21,2 8,6 2,3

0,0 0,2 6,1

-

-488,6

-127,4

(4.10) (4.10) (4.10) (4.11) (5.7)

299,7 -6,5 -66,6 -210,0 297,6 -2,0

4,4 -0,1 -66,0 -927,9 1.123,8 0,0

Nettokasstroom uit (gebruikt bij) financieringsactiviteiten

-

312,2

134,2

NETTOTOENAME (AFNAME) VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN

-

191,3

147,3

Geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari Geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december Nettotoename (afname) van geldmiddelen en kasequivalenten

-

174,6 365,9 191,3

27,3 174,6 147,3

(in € miljoen)

KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN Winst over de verslagperiode Aanpassing voor: Nettofinancieringslasten Winstbelastingen Aandeel in resultaat van investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na belasting Afschrijvingen materiële en amortisatie immateriële activa Overdracht van materiële en immateriële activa Bijzondere waardeverminderingsverliezen op vlottende activa Mutatie voorzieningen Waardering naar reële waarde van derivaten Mutatie uitgestelde belastingen Waardering naar reële waarde van financiële activa via resultaat Mutatie overige niet-geldelijke posten Winst op voordelige acquisitie Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie

voorraden handels- en overige vorderingen overige vlottende activa handelsschulden en overige te betalen posten overige kortlopende verplichtingen

Wijzigingen in werkkapitaal Betaalde rente Betaalde winstbelastingen Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Verwerving van (im)materiële activa Verwerving van dochteronderneming na aftrek van verworven geldmiddelen Verwervingen van investeringen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode Winst op de verkoop van investeringen Ontvangen rente Nettokasstroom gebruikt bij investeringsactiviteiten Opbrengst uit de uitgiften van aandelenkapitaal Kosten verbonden aan uitgifte van aandelenkapitaal Betaald dividend (-) Aflossing van opgenomen leningen (-) Ontvangsten van opgenomen leningen (+) Minderheidsbelangen


toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Algemene informatie en waarderingsbeleid 1.1. Verslaggevende entiteit 1.2. Conformiteitsverklaring 1.3. Functionele en presentatievaluta 1.4. Beoordelingen en schattingsonzekerheden 1.5. Goedkeuring door de Raad van Bestuur 1.6. Belangrijke grondslagen 1.6.1. Wijzigingen in grondslagen 1.6.2. Grondslagen voor consolidatie 1.6.3. Vreemde munten 1.6.4. Afgeleide financiĂŤle instrumenten 1.6.5. Voor afdekking gebruikte derivaten 1.6.6. Terreinen, gebouwen en uitrusting 1.6.7. ImmateriĂŤle activa 1.6.8. Beleggingen 1.6.9. Handels- en overige vorderingen 1.6.10. Voorraden 1.6.11. Geldmiddelen en kasequivalenten 1.6.12. Bijzondere waardeverminderingen 1.6.13. Aandelenkapitaal 1.6.14. Rentedragende leningen 1.6.15. Personeelsbeloningen 1.6.16. Voorzieningen 1.6.17. Handels- en overige schulden 1.6.18. Kapitaalsubsidies 1.6.19. Opbrengsten 1.6.20. Uitgaven 1.6.21. Winstbelastingen

115 115 115 115 115 116 116 116 117 118 118 118 119 119 120 120 121 121 121 121 122 122 122 123 123 123 123 123

2. Gesegmenteerde rapportering 2.1. Segment Elia Transmission (BelgiĂŤ) 2.2. Segment 50Hertz Transmission (Duitsland) 2.3. Reconciliatie van de segmenten met het totaal van de groep

124 124 126 128

3. Elementen van de geconsolideerde resultatenrekening en niet-gerealiseerde resultaten 3.1. Bedrijfsopbrengsten en overige bedrijfsopbrengsten 3.2. Bedrijfskosten 3.2.1. Grond- en hulpstoffen, diensten en overige goederen 3.2.2. Personeelskosten 3.2.3. Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijzigingen in voorzieningen 3.2.4. Overige bedrijfskosten

128 128 129 129 129 129 129


114 + 115 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

3.3. Financieringsbaten en -lasten 3.4. Winstbelastingen 3.5. Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 3.6. Gewone winst per aandeel 3.7. Niet-gerealiseerde resultaten

129 130 131 131 131

4. Elementen van de balans 4.1. Materiële vaste activa 4.2. Immateriële activa 4.3. Handels- en overige vorderingen op lange termijn 4.4. Investeringen verwerkt volgens vermogensmutatiemethode 4.5. Andere financiële activa 4.6. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen 4.7. Voorraden 4.8. Handelsvorderingen en overige vorderingen 4.9. Geldmiddelen en kasequivalenten 4.10. Eigen vermogen 4.11. Leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen 4.12. Personeelsbeloningen 4.13. Voorzieningen 4.14. Handelsschulden en overige schulden 4.15. Overgedragen opbrengsten en toe te rekenen kosten

131 131 133 135 135 136 136 137 137 137 137 138 139 141 142 142

5. Diversen 5.1. Gevolgen van nieuwe bedrijfscombinaties 5.1.1. Overname in 2010 5.2. Deconsolidatie van Belpex nv/sa 5.3. Op aandelen gebaseerde betalingen 5.4. Beheer van financiële risico’s en derivaten 5.5. Investeringsverplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen 5.6. Informatie over verbonden partijen 5.7. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen 5.8. Gebeurtenissen na balansdatum 5.9. Niet-auditopdrachten uitgevoerd door de commissarissen

143 143 143 145 145 145 149 150 150 151 151


1. Algemene informatie en waarderingsbeleid 1.1. Verslaggevende entiteit Elia System Operator nv (de ‘vennootschap’ ‘Elia’) is gevestigd in België en heeft haar maatschappelijke zetel te Keizerslaan 20, B-1000 Brussel. De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap voor het boekjaar 2010 omvat de jaarrekening van de onderneming en haar dochterondernemingen (hierna aangeduid als de ‘groep’) en het belang van de groep in joint ventures en geassocieerde deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode. De kerntaak van Elia is het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de zeerhogespanningsnetten (380 kV, 220 kV en 150 kV) en hoogspanningsnetten (70 kV, 36 kV en 30 kV). Het staat in voor de transmissie van elektriciteit van de producenten in België of Duitsland of elders in Europa naar de klanten, met name distributeurs en industriële grootverbruikers.

1.2. Conformiteitsverklaring De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de international financial reporting standards (IFRS) en de interpretaties daarvan die door de International Accounting Standards Board (IASB) zijn vastgelegd zoals aangenomen voor gebruik in de Europese Unie. De groep heeft alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties toegepast die gepubliceerd werden door de IASB, die relevant zijn voor de activiteiten van de groep en van kracht zijn voor boekjaren die aanvangen op 1 januari 2010.

de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, baten en lasten. De schattingen en onderliggende veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en diverse andere factoren die gegeven de omstandigheden redelijk geacht worden en waarvan de resultaten de basis vormen voor de beoordeling van de boekwaarde van activa en passiva. De uiteindelijke resultaten kunnen verschillen van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend herzien. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening enkel die periode beïnvloedt, of in de periode van de herziening en toekomstige periodes indien de herziening zowel huidige als toekomstige periodes beïnvloedt. Informatie over belangrijke punten van schattingsonzekerheden en kritische oordelen bij de toepassing van de grondslagen die het meest van invloed zijn op de geconsolideerde jaarrekening is verwerkt in de volgende rubrieken van de toelichting: •

1.3. Functionele en presentatievaluta •

De jaarrekening wordt gepresenteerd in miljoen euro (de functionele valuta van de groep), afgerond op het dichtstbijzijnde honderdduizendtal, tenzij anders vermeld.

1.4. Beoordelingen en schattings­­onzeker­heden De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, uitgezonderd afgeleide financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd. Vaste activa en activagroepen die voor verkoop worden aangehouden, worden gewaardeerd op de laagste van ofwel de boekwaarde ofwel de reële waarde minus verkoopkosten en de personeelsbeloningen worden gewaardeerd aan actuariële waarde. De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat het management beoordelingen, schattingen en veronderstellingen maakt die een impact kunnen hebben op

vergedragen fiscale verliezen en overgedragen belastingkreO dieten worden opgenomen als uitgestelde belastingverplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winst zal zijn waarmee deze ongebruikte fiscale verliezen en ongebruikte belastingkredieten kunnen worden verrekend. Bij de beoordeling houdt het management rekening met elementen zoals de bedrijfsstrategie op lange termijn en mogelijkheden van belastingplanning op lange termijn. Belastingvordering: op basis van het verslag van de externe deskundigen is het erg waarschijnlijk dat de belastingvorderingen van Elia System Operator zullen worden gerecupereerd (zie toelichting 3.4- 4.6). Kredietrisico van klanten: het management controleert nauwgezet de uitstaande handelsvorderingen en houdt hierbij ook rekening met de ouderdom van de vordering, de betalingshistoriek en de dekking van kredietrisico’s (zie toelichting 4.8). “Verplichtingen voor personeelsbeloningen: de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen zijn gebaseerd op actuariële veronderstellingen, zoals de verdisconteringvoet en het verwachte rendement op de fondsbeleggingen. Hierover zijn meer details opgenomen in toelichting 4.12. Voorzieningen voor milieuaangelegenheden: op het einde van elk jaar wordt een schatting gemaakt van de toekomstige kosten met betrekking tot bodemvervuiling op basis van het advies van een externe deskundige. Voorzieningen voor “geschillen” en voor “gebruiksrechten voor gronden” worden bepaald op basis van de waarde van de ingestelde vorderingen of het geschatte bedrag van de risicoblootstelling. De verwachte timing van de bijbehorende uitgaande kasstromen is afhankelijk van de voortgang en de


116 + 117 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

duur van het bijbehorende proces/procedures (zie toelichting 4.13). Waardevermindering: de groep analyseert jaarlijks de waardevermindering op goodwill en kasstroomgenererende eenheden waarvoor er indicaties zijn dat de boekwaarde mogelijk hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze analyse is gebaseerd op veronderstellingen over onder andere de evolutie van de markt, het marktaandeel, de evolutie van de marge en verdisconteringvoeten (zie toelichting 4.2). Aanpassingen naar reële waarde voor bedrijfscombinaties: in overeenstemming met IFRS 3 ‘bedrijfscombinaties’, waardeert de groep de activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen die worden overgenomen bij een bedrijfscombinatie opnieuw naar de reële waarde. Waar mogelijk vinden aanpassingen naar reële waarde plaats op basis van externe beoordelingen of waarderingsmodellen, bv. voor voorwaardelijke verplichtingen en immateriële activa die niet door het overgenomen bedrijf werden verantwoord. Er worden vaak interne benchmarks gebruikt voor de waardering van specifieke productie-uitrusting. Al deze waarderingsmethoden zijn gebaseerd op verschillende veronderstellingen, zoals de geschatte toekomstige kasstromen, de geschatte gebruiksduur, enz. (zie toelichting 5.1).

De hieronder uiteengezette grondslagen werden consistent toegepast op alle periodes die in deze financiële verslaggeving toegepast worden. De grondslagen werden toegepast door alle entiteiten van de groep.

1.5. Goedkeuring door de raad van bestuur

De groep heeft de volgende interpretaties en aanpassingen toegepast: •

De volgende nieuwe standaarden, aanpassingen en interpretaties worden van kracht voor het boekjaar dat start op 1 januari 2010 voor entiteiten met een kalenderjaar als boekjaar: •

Volgende gewijzigde en nieuwe standaarden zijn van kracht maar zijn niet relevant voor de groep: •

1.6.1. WIJZIGINGEN IN GRONDSLAGEN •

rondslag voor consolidatie – geassocieerde deelneG mingen (joint ventures) De definitie van ’joint ventures’ wordt vermeld in 1.6.3. De vereisten zijn vastgelegd in IFRS 3 bedrijfscombinaties (geldt voor bedrijfscombinaties die worden overgenomen op of na het begin van het eerste boekjaar na 1 juli 2009). Het effect van de overname van 50Hertz volgens IFRS 3 wordt uiteengezet in sectie 5.1. Segmentrapportering Als gevolg van de overname van 50Hertz zijn de belangrijkste bedrijfsactiviteiten en de economische sector waarin de groep actief is gewijzigd. Op grond van IFRS 8 heeft de groep vanaf dit boekjaar segmentrapportering ingevoerd. Sectie 2 bevat een gedetailleerde beschrijving van de segmentrapportering.

anpassing van IAS 7 kasstroomoverzicht (toepasbaar voor A boekjaren vanaf 1 januari 2010). De aanpassing van IAS 7 legt de uitsplitsing uit van kasstromen uit bedrijfs-, investerings- en financieringsactiviteiten. De groep heeft het gedeelte aan gekapitaliseerde intresten die geboekt staan als activa, op grond van IAS 23, als bedrijfsactiviteit in plaats van als onderdeel van een investeringsactiviteit gepresenteerd. aanpassing van IAS 36 waardevermindering van activa (verbeteringen in de standaard van kracht vanaf 1 juli 2009, toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010).

Geen van de bovenstaande aanpassingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving had een grote impact op de geconsolideerde jaarrekening.

Op 24 februari 2011 heeft de raad van bestuur deze geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor publicatie.

1.6. Belangrijke grondslagen

I FRIC 18 overdrachten van activa van klanten (van kracht vanaf 1 november 2009, de groep past deze standaard toe sinds juli 2009). Herziening van IFRS 3 bedrijfscombinaties (van kracht vanaf 1 juli 2009).

anpassing van IFRS 5 vaste activa die voor verkoop worA den aangehouden en beëindigde bedrijfsactiviteiten (aanpassingen toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010). Aanpassing van IAS 17 leasingovereenkomsten (aanpassingen toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010). Aanpassing van IFRS 2 op aandelen gebaseerde betalingen (aanpassingen toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010). IAS 39 financiële instrumenten: opname en waardering – instrumenten die in aanmerking komen voor afdekking (toepasbaar vanaf 1 juli 2009). IFRIC 12 concessieovereenkomsten (toepasbaar vanaf 1 april 2009). IFRIC 15 contracten voor de bouw van vastgoed (toepasbaar vanaf 1 januari 2010). IFRIC 16 afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit (toepasbaar vanaf 1 juli 2009). IFRIC 17 uitkering van niet-cash activa aan eigenaars (toepasbaar vanaf 1 november 2009). Verbeteringen aan IFRSs (gepubliceerd in april 2009) (toepasbaar op boekjaren vanaf 1 januari 2010).


De groep paste onderstaande normen en interpretaties, die op de datum van de bekrachtiging van deze geconsolideerde jaarrekening gepubliceerd, maar nog niet effectief waren, niet voortijdig toe. De groep verwacht dat de toepassing van deze normen en interpretaties in de toekomst geen grote impact zal hebben op de jaarrekening van de groep tijdens de periode van de eerste toepassing: •

Aanpassing van IAS 32 financiële instrumenten: presentatie – classificatie van uitgegeven rechten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010). IFRIC 19 tenietgaan van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010). Aanpassing van IAS 24 informatieverschaffing over verbonden partijen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Deze standaard vervangt IAS 24 informatieverschaffing over verbonden partijen zoals uitgegeven in 2003. Aanpassing van IFRIC 14 IAS 19 de limiet voor een actief uit hoofde van een toegezegde pensioenregeling, minimaal vereiste dekkingsgraden en de wisselwerking hiertussen – vooruitbetalingen in het kader van een minimaal vereiste dekkingsgraad (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). IFRS 9 financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). Aanpassing van IFRIC 13 loyaliteitsprogramma’s (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Aanpassing van IAS 27 de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening (aanpassingen toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 juli 2010). Aanpassing van IFRS 1 eerste toepassing van IFRS — wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving in het jaar van overgang / herwaardering als veronderstelde kostprijs / gebruik van veronderstelde kostprijs voor activiteiten onderworpen aan prijsreguleringen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Aanpassing van IFRS 7 financiële instrumenten: informatieverschaffing – overdracht van financiële activa (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011). Aanpassing van IAS 12 inkomstenbelastingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2012). Verbeteringen aan IFRSs (gepubliceerd in mei 2010) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011).

1.6.2. GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE 1. Dochterondernemingen

Een dochteronderneming is een entiteit gecontroleerd door de vennootschap. Zeggenschap bestaat wanneer de vennootschap de bevoegdheid heeft, rechtstreeks of onrechtstreeks, om de financiële en operationele beleidslijnen van een entiteit te bepalen om voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. Bij het beoordelen van zeggenschap wordt rekening gehouden met potentiële stemrechten die momenteel uitoefenbaar of converteerbaar zijn. De financiële staten van dochtervennootschap-

pen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum dat de zeggenschap aanvangt tot de datum dat de zeggenschap ophoudt. De grondslagen voor dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om ze overeen te laten komen met de grondslagen die de groep toepast. Verliezen die toepasbaar zijn op de minderheidsbelangen in een dochteronderneming worden aan de minderheidsbelangen toegeschreven, zelfs als de minderheidsbelangen hierdoor een tekort op de balans krijgen. 2. Geassocieerde deelnemingen

Een geassocieerde deelneming is een entiteit waarin de vennootschap een invloed van betekenis maar geen zeggenschap heeft over de financiële en operationele beleidslijnen. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de groep in de totale opgenomen winsten en verliezen van geassocieerde deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum dat de invloed van betekenis aanvangt tot de datum waarop de invloed van betekenis ophoudt. Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen zijn participatie in een geassocieerde deelneming overschrijdt, wordt de boekwaarde van de entiteit in de balans van de groep verminderd tot nul en worden verdere verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate dat de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht in naam van een geassocieerde deelneming. 3. Joint ventures

’Joint ventures’ verwijzen naar entiteiten waarover de vennootschap gezamenlijke controle heeft, opgericht tengevolge van een contractuele overeenkomst en onderhevig aan de vereiste goedkeuring voor strategische, financiële en operationele beslissingen. Investeringen in joint ventures worden proportioneel geconsolideerd, waardoor een evenredig deel van de activa-, passiva-, kosten- en opbrengstenrekeningen dienen in overeenstemming te zijn met IFRS zoals toegepast door Elia, maar exclusief enige aankoopprijsallocatie, met gelijkaardige items in de geconsolideerde cijfers ingedeeld in dezelfde categorie. De gerealiseerde winst of verlies bij aanschaffing zal erkend worden als meerwaarde of als een winst op voordelige aankoop. Indien, na de integratie, de joint venture een entiteit overneemt die gecontroleerd wordt (gemachtigd is om, direct of indirect, de financiële en operationele activiteiten van deze dochteronderneming te beheren ten einde de voordelen van de activiteiten te verkrijgen), zullen de vereisten van IFRS 3 bedrijfscombinaties dienen toegepast te worden.


118 + 119 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

4. Verlies van zeggenschap

Bij het verlies van zeggenschap verwijdert de groep de activa en passiva van de dochteronderneming, alle minderheidsbelangen en andere vermogenscomponenten van de dochteronderneming van de balans. Een eventuele meer- of minwaarde die voortvloeit uit het verlies van zeggenschap wordt opgenomen als winst of verlies. Als de groep een belang behoudt in een vroegere dochteronderneming, dan wordt dit belang aan de reële waarde gewaardeerd op de dag waarop de groep de zeggenschap verliest. Vervolgens wordt het geboekt als een investering opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode of als een voor verkoop beschikbaar financieel actief, afhankelijk van de invloed die de groep behoudt. 5. Eliminatie van intragroeptransacties

Intragroepsaldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen of baten en lasten die voortvloeien uit intragroepsverrichtingen, worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde winsten die voortvloeien uit transacties met geassocieerde deelnemingen, worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de groep in de entiteit heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd op dezelfde wijze als nietgerealiseerde winsten, maar enkel in de mate dat er geen bewijs voorhanden is van een bijzondere waardevermindering. 1.6.3. VREEMDE MUNTEN

Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum van de transactie. Monetaire activa en passiva aangeduid in vreemde valuta op balansdatum worden omgerekend naar euro tegen de wisselkoers die geldt op die datum. Verschillen die ontstaan bij de omrekening van vreemde valuta worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Niet-monetaire activa en passiva die in vreemde valuta op basis van historische kosten worden gewaardeerd, worden omgerekend tegen de wisselkoers op datum van de transactie. 1.6.4. AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN

De groep maakt soms gebruik van afgeleide financiële instrumenten om de valuta- en renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit bedrijfs-, financierings- en investeringsactiviteiten. In overeenstemming met het thesauriebeleid houdt de groep geen derivaten aan voor handelsdoeleinden en geeft de groep deze ook niet uit. Derivaten die echter niet in aanmerking komen voor hedge accounting worden verwerkt als instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden.

Afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. De winst of het verlies uit fluctuaties van de reële waarde wordt onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Indien derivaten echter voor hedge accounting in aanmerking komen, is de opname van een resulterende winst of een resulterend verlies afhankelijk van de aard van de post die wordt afgedekt (zie grondslag 1.6.5). De reële waarde van renteswaps is het geschatte bedrag dat de groep zou ontvangen of betalen om de swap per balansdatum te beëindigen, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele rente en met de kredietwaardigheid van de tegenpartijen en van de groep. De reële waarde van valutatermijncontracten is de contante waarde van de genoteerde termijnkoers per balansdatum. 1.6.5. VOOR AFDEKKING GEBRUIKTE DERIVATEN Kasstroomafdekking

Veranderingen in de reële waarde van een afgeleid afdekkingsinstrument dat is aangemerkt als een kasstroomafdekking worden rechtstreeks opgenomen als niet-gerealiseerde resultaten, voor zover de afdekking effectief is. Het niet-effectieve deel wordt als last in de winst- en verliesrekening opgenomen. Indien een afdekkingsinstrument niet langer voldoet aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, afloopt of wordt verkocht, wordt de afdekking prospectief beëindigd. De cumulatieve winst of het cumulatieve verlies dat eerder in het eigen vermogen was opgenomen, blijft onderdeel uitmaken van de niet-gerealiseerde resultaten totdat de verwachte transactie heeft plaatsgevonden. Als het afgedekte element een niet-financieel actief betreft, wordt het onder de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag overgeboekt naar de boekwaarde van het actief wanneer dit wordt verantwoord. In andere gevallen wordt het onder de nietgerealiseerde resultaten opgenomen bedrag overgeboekt naar de winst- en verliesrekening in dezelfde periode waarin het afgedekte element van invloed is op de winst- en verliesrekening. Cumulatieve winsten en verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten of beëindigde afdekkingsrelaties blijven verwerkt als onderdeel van de niet-gerealiseerde resultaten zolang het waarschijnlijk is dat de afgedekte transactie zich zal voordoen. Indien de afgedekte transactie niet langer waarschijnlijk is, worden de gecumuleerde winsten of verliezen onmiddellijk vanuit de niet-gerealiseerde resultaten naar de winst- en verliesrekening overgebracht. Afdekking van monetaire activa en verplichtingen

Hedge accounting wordt niet toegepast op afgeleide instrumenten die in economische zin worden gebruikt als afdekking van in vreemde valuta’s luidende activa en verplichtingen. Veranderingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden als onderdeel van de valutakoerswinsten en -verliezen in de winst- en verliesrekening opgenomen.


1.6.6. TERREINEN, GEBOUWEN EN UITRUSTING Activa in eigendom

Onderdelen van terreinen, gebouwen en uitrusting worden uitgedrukt aan kostprijs (met inbegrip van rechtstreeks toewijsbare kosten waaronder de financieringskosten) verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen (zie grondslag: 1.6.12). De kostprijs van zelf vervaardigde activa omvat de kosten van materialen, van direct toewijsbare personeelskosten en, waar relevant, van de initiële schatting van de kosten van het ontmantelen en verwijderen van de activa en het herstellen van de site waarop zij gelegen zijn. Wanneer onderdelen van een actiefbestanddeel inzake terreinen, gebouwen en uitrusting een verschillende gebruiksduur hebben, worden zij geboekt als afzonderlijke actiefbestanddelen van terreinen, gebouwen en uitrusting. Geleasede activa

Leasingovereenkomsten op grond waarvan de groep in wezen alle risico’s en voordelen van eigendom op zich neemt, worden geclassificeerd als financiële leasing. Vastgoed dat wordt gebruikt via financiële leasing, wordt gewaardeerd op de laagste van ofwel de reële waarde ofwel de actuele waarde van de minimale leasebetalingen bij aanvang van de leasing, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen (zie verder) en bijzondere waardeverminderingen (zie grondslag: 1.6.12). Leasebetalingen worden geboekt zoals beschreven in grondslag (1.6.20). Kosten na eerste opname

De groep neemt in de boekwaarde van een onderdeel van terreinen, gebouwen en uitrusting de kostprijs op van het vervangen van een deel van dat actief wanneer die kosten worden gemaakt, indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief aan de groep zullen toekomen, en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Alle overige kosten worden als een uitgave opgenomen in de winst- en verliesrekening van zodra zij worden gemaakt. Afschrijvingen

Afschrijvingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen volgens de lineaire methode over de geschatte gebruiksduur van elk stuk van een actiefbestanddeel van terreinen, gebouwen en uitrusting. De terreinen worden niet afgeschreven. De gebruikte afschrijvingspercentages zijn: De afschrijvingsmethoden, de resterende levensduur, alsook de eventuele restwaarde van de terreinen, gebouwen en uitrusting worden op het einde van elk boekjaar geëvalueerd en, in voorkomend geval, prospectief aangepast.

Administratieve gebouwen Industriële gebouwen Bovengrondse lijnen Ondergrondse kabels Onderstations (installaties en machines) Teletransmissie Dispatching Overige gebouwen en uitrusting: uitrusten van gehuurde gebouwen Voertuigen Gereedschappen en kantoormeubilair Hardware

2,00% 2,00 – 4,00% 2,00 – 4,00% 2,00 – 2,50% 2,50 – 4,00% 3,33 – 12,50% 4,00 - 10,00% contractperiode 6,67 – 20,00% 6,67 – 20,00% 25,00 – 33,00%

Buitendienststellingen

Een actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van buitengebuikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans (hetgeen wordt berekend als het verschil tussen de netto-opbrengst bij afstoting en de boekwaarde van het actief) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening gedurende het jaar waarin het actief wordt verwijderd van de balans. 1.6.7. IMMATERIËLE ACTIVA Bedrijfscombinaties en goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de groep in de netto reële waarde van de verworven identificeerbare activa en (voorwaardelijke) verplichtingen van de dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Alle bedrijfscombinaties worden boekhoudkundig verwerkt door toepassing van de aankoopmethode. Goodwill vertegenwoordigt bedragen die ontstaan bij verwerving van dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen. Goodwill vertegenwoordigt het verschil tussen kostprijs van de overname en de reële waarde van de overgenomen netto identificeerbare activa, verplichtingen en de voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen partij. Goodwill wordt uitgedrukt aan kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden en wordt niet afgeschreven maar er wordt jaarlijks getest of er sprake is van bijzondere waardevermindering (zie grondslag: 1.6.12). Met betrekking tot geassocieerde deelnemingen is de boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering in de geassocieerde deelneming. Negatieve goodwill (winst op voordelige acquisitie) die ontstaat bij een overname, wordt rechtstreeks opgenomen in de winsten verliesrekening.


120 + 121 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Computer software

1.6.8. BELEGGINGEN

Softwarelicenties die verworven worden door de groep worden uitgedrukt aan kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen (zie verder) en bijzondere waardeverminderingsverliezen (zie grondslag: 1.6.12).

Elk type belegging wordt geboekt op de transactiedatum.

Uitgaven in verband met onderzoeksactiviteiten ondernomen om intern software te ontwikkelen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een uitgave zodra zij gedaan worden. Uitgaven met betrekking tot de ontwikkelingsfase van intern ontwikkelde software worden gekapitaliseerd indien: •

e ontwikkelingskosten betrouwbaar bepaald kunnen word den; de software technisch en commercieel haalbaar is en de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn; de groep van plan is - en over voldoende middelen beschikt - om de ontwikkeling te voltooien; de groep van plan is om de software actief te gebruiken.

Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten

Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten omvatten deelnemingen in ondernemingen waarin de groep noch zeggenschap noch een belangrijke invloed heeft. Dit is het geval bij ondernemingen waarin de groep minder dan 20% van de stemrechten bezit. De door de groep aangehouden beleggingen in eigenvermogensinstrumenten worden geklasseerd als voor verkoop beschikbaar, en worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de daaruit voortvloeiende veranderingen in reële waarde rechtstreeks in de winst- en verliesrekening worden verwerkt, behoudens bijzondere waardeverminderingsverliezen en valutakoerswinsten en -verliezen. Wanneer deze beleggingen niet langer in de balans worden opgenomen, wordt de cumulatieve winst die, of het cumulatieve verlies dat, rechtstreeks in het eigen vermogen is verwerkt, opgenomen in de winst- en verliesrekening. Beleggingen in schuldinstrumenten

De geactiveerde uitgaven omvatten materiaalkosten, de directe personeelskosten en de indirecte kosten die direct toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van de software. De overige kosten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat deze zich voordoen.

Uitgaven op aangekochte licenties, patenten, handelsmerken of vergelijkbare rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de eventuele contractperiode of over de geschatte gebruiksduur.

Beleggingen in schuldinstrumenten geklasseerd als aangehouden voor handelsdoeleinden of als beschikbaar voor verkoop, worden geboekt aan reële waarde. Eventuele winsten of verliezen die hieruit voortvloeien, worden respectievelijk in de winsten verliesrekening of het eigen vermogen geboekt. De reële waarde van deze beleggingen is hun genoteerde biedprijs aan het einde van de verslagperiode. Waardeverminderingen alsook winsten en verliezen met betrekking tot vreemde valuta worden in de winst- en verliesrekening geboekt. Beleggingen in schuldinstrumenten die tot hun vervaldatum worden aangehouden, worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.

Uitgaven na eerste opname

Andere beleggingen

Uitgaven na eerste opname voor geactiveerde immateriële activa worden slechts geactiveerd wanneer hierdoor de toekomstige economische voordelen toenemen die voortvloeien uit het specifieke actief waarop zij betrekking hebben. Alle andere uitgaven worden geboekt als uitgave van zodra zij gedaan zijn.

De andere beleggingen van de groep worden geklasseerd als beschikbaar voor verkoop en worden gewaardeerd aan reële waarde. Eventuele winsten of de verliezen die hieruit voortvloeien, worden geboekt in het eigen vermogen. Waardeverminderingen worden in de winst- en verliesrekening geboekt (zie grondslag: 1.6.12).

Licenties, patenten en vergelijkbare rechten

Afschrijvingen

Afschrijvingen gebeuren lineair ten laste van de winst- en verliesrekening over de geschatte gebruiksduur van immateriële activa, tenzij deze onbepaald is. Met betrekking tot goodwill en immateriële activa wordt systematisch op elke balansdatum nagegaan of er sprake is van bijzondere waardevermindering. Software wordt afgeschreven vanaf de datum dat zij beschikbaar is voor gebruik. De geschatte gebruiksduur is als volgt: Licenties: contractduur Software en licenties: 20,00 – 25,00% De afschrijvingsmethoden, de resterende levensduur, alsook de eventuele restwaarde van de immateriële activa worden jaarlijks geëvalueerd en, in voorkomend geval, prospectief aangepast.

1.6.9. HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN Bouwprojecten in uitvoering

Bouwprojecten in uitvoering wordt uitgedrukt aan kostprijs vermeerderd met winst naar rato van de voortgang van de werken, verminderd met een voorziening voor voorzienbare verliezen en verminderd met gefactureerde termijnen naar rato van de voortgang van het project. De kostprijs omvat alle uitgaven die rechtstreeks verband houden met specifieke projecten en een toerekening van de gemaakte vaste en variabele indirecte kosten in verband met de contractuele activiteiten van de groep gebaseerd op normale operationele capaciteit.


Leasingvorderingen

Vorderingen met betrekking tot financiële leasingovereenkomsten worden bij de aanvang van het contract gewaardeerd aan contante waarde van de toekomstige netto leasebetalingen. De waarde van de vorderingen wordt over de looptijd van de leasingovereenkomst steeds verminderd met het bedrag van de leasebetalingen dat betrekking heeft op de terugbetaling van de hoofdsom. Handels- en overige vorderingen

Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, min de nodige voorzieningen voor bedragen die als niet-invorderbaar worden beschouwd. 1.6.10. VOORRADEN

Voorraden (reserveonderdelen) worden uitgedrukt aan hun kostprijs, of hun netto-opbrengstwaarde indien deze lager is. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs, verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en verkoopkosten. De kostprijs van voorraden is gebaseerd op de waarderingsregel van de gewogen gemiddelde kostprijs. De kostprijs van voorraden omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten gerelateerd aan de levering en het operationeel maken.

Opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst toegerekend om de boekwaarde te verminderen van goodwill toegewezen aan kasstroomgenererende eenheden en dan om de boekwaarde te verminderen van de andere activa in de eenheden op een pro-rata basis. Na de opname van een bijzondere waardevermindering, zullen de afschrijvingskosten voor het actief aangepast worden voor toekomstige periodes om de herziene boekwaarde van het actief op zijn resterende levensduur toe te rekenen. Berekening van de realiseerbare waarde

De realiseerbare waarde van immateriële activa en terreinen, gebouwen en uitrusting is gelijk aan de reële waarde verminderd met de verkoopkosten, of de bedrijfswaarde indien deze hoger is. Bij het beoordelen van de bedrijfswaarde worden de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteerd tot hun actuele waarde aan de hand van een verdisconteringvoet vóór belasting die een weerspiegeling is van de actuele markttaxaties van de tijdswaarde van geld en de risico’s eigen aan het actief.

Waardeverminderingen van voorraden aan netto-opbrengstwaarde worden geboekt in de periode waarin de waardevermindering zich voordoet.

De activa van de groep genereren geen kasstromen die onafhankelijk zijn van andere activa en de realiseerbare waarde is bijgevolg bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid (d.i. het gehele hoogspanningsnet) waartoe de activa behoren. Dit is tevens het niveau waarop de groep zijn goodwill beheert en economische voordelen bekomt van de verworven goodwill.

1.6.11. GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN

Terugname van bijzondere waardeverminderingen

Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kassaldi, banksaldi en direct opvraagbare deposito’s. Kaskredieten die direct opeisbaar zijn en die een integraal deel uitmaken van het thesauriebeheer van de groep, maken in het kasstroomoverzicht deel uit van kasequivalenten en geldmiddelen.

Er gebeuren geen terugnemingen op bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot goodwill.

1.6.12. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN

Met betrekking tot andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies teruggenomen indien er een wijziging is geweest in de schattingen die gebruikt worden om de realiseerbare waarde vast te stellen.

De boekwaarde van de activa van de groep, met uitzondering van voorraden (zie grondslag 1.6.10) en uitgestelde belastingsvorderingen (zie grondslag: 1.6.21), worden op elke balansdatum herzien om vast te stellen of er enige aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering. Indien zulke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt slechts herzien in de mate dat de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of waardevermindering, die zou zijn vastgesteld indien geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.

Voor goodwill en immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur en immateriële activa die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt de realiseerbare waarde geschat aan het einde van elke verslagperiode.

1.6.13. AANDELENKAPITAAL Transactiekosten

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen telkens als de boekwaarde van een actief of kasstroomgenererende eenheid de realiseerbare waarde ervan overschrijdt. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Dividenden

Transactiekosten met betrekking tot de uitgifte van kapitaal worden afgetrokken van de ontvangen kapitalen.

Dividenden worden opgenomen als een schuld in de periode waarin zij vastgesteld zijn.


122 + 123 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

1.6.14. RENTEDRAGENDE LENINGEN

Personeelsbeloningen op lange termijn

Rentedragende leningen worden initieel verwerkt tegen reële waarde verminderd met toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden rentedragende leningen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij een verschil tussen de kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieverentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen.

De nettoverplichting van de groep met betrekking tot personeelsbeloningen op lange termijn andere dan pensioenplannen wordt jaarlijks berekend volgens de ‘projected unit credit’methode door erkende actuarissen. De nettoverplichting is het bedrag van de toekomstige beloning dat werknemers verdiend hebben in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorafgaande periodes en wordt verdisconteerd tot de contante waarde ervan en de reële waarde van eventuele daarop betrekking hebbende activa wordt in mindering gebracht. De verdisconteringsvoet is het rendement aan het einde van de verslagperiode van hoogwaardige obligaties waarvan de looptijd de termijn van de verplichtingen van de groep benadert.

1.6.15. PERSONEELSBELONINGEN Vaste bijdrage pensioenplannen (toegezegde-bijdragenregeling)

Verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenplannen op basis van toegezegde bijdragen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een uitgave zodra zij verschuldigd zijn. Pensioenplannen met een te bereiken doel (toegezegde-pensioenregeling)

Voor plannen met een ‘te bereiken doel’ worden jaarlijks de pensioenkosten voor elk plan afzonderlijk geschat op basis van de ‘projected unit credit’-methode door erkende actuarissen. Er wordt een schatting gemaakt van de pensioenrechten die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in het boekjaar en voorafgaande periodes; deze pensioenrechten worden verdisconteerd om de contante waarde ervan vast te stellen en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt hiervan afgetrokken. De verdisconteringsvoet is het rendement op balansdatum op hoogwaardige obligaties die vervaldata hebben die de termijnen van de verplichtingen van de groep benaderen. Wanneer de pensioenrechten van een regeling verbeterd worden, wordt het gedeelte van de verbeterde pensioenrechten dat betrekking heeft op diensten door werknemers verricht in het verleden, lineair als een uitgave opgenomen in de winst- en verliesrekening over de gemiddelde periode totdat de beloningen onvoorwaardelijk worden. In de mate dat de pensioenaanspraken onmiddellijk onvoorwaardelijk worden, wordt de last onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Alle actuariële winsten en verliezen op 1 januari 2004, de overgangsdatum naar IFRS, werden opgenomen via de openingsreserves. De actuariële winsten en verliezen worden volledig en onmiddellijk als voorziening geboekt en beïnvloeden de winsten verliesrekening niet, maar worden rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. Het bedrag dat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening bestaat uit toegerekende pensioenkosten, rentekosten, verwacht rendement op fondsbeleggingen van het betrokken dienstjaar en pensioenkosten van verstreken diensttijd. Waar de berekening in een voordeel voor de groep resulteert, wordt het opgenomen actief beperkt tot het saldo van kosten van diensten in het verleden en de contante waarde van toekomstige terugbetalingen van de regeling of kortingen in toekomstige bijdragen tot de regeling.

Personeelsbeloningen op korte termijn

Kortetermijnpersoneelsbeloningen worden op een niet-verdisconteerde basis gewaardeerd en opgenomen wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht. Er wordt een verplichting verantwoord voor het bedrag dat naar verwachting ten gevolge van een kortetermijnbonus in contanten of een winstdelingsregeling zal worden uitbetaald indien de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van verstreken diensttijd van werknemers en indien deze verplichting betrouwbaar kan worden bepaald. 1.6.16. VOORZIENINGEN

Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat een uitstroom van economische voordelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Indien het effect wezenlijk is, worden voorzieningen vastgesteld door de verwachte toekomstige kasstromen te verdisconteren aan een verdisconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van de huidige markttaxaties van de tijdswaarde van geld en, waar aangewezen, de risico’s eigen aan de verplichting. Indien de groep verwacht dat een (deel van de) voorziening kan worden verhaald op een derde, wordt deze vergoeding alleen opgenomen als een afzonderlijk actief indien deze vergoeding vrijwel zeker is. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. De totale geraamde kosten vereist voor de ontmanteling en de verwijderen van het actief worden, indien relevant, opgenomen als materiële activa en afgeschreven over de volledige gebruiksduur van het actief. De totale geraamde kosten vereist voor de ontmanteling en de verwijdering van het actief, verdisconteerd tot de huidige waarde ervan, worden geboekt als voorzieningen. Indien verdisconteerd wordt, wordt de toename in de voorziening wegens het verstrijken van de tijd verantwoord als financieringslasten.


1.6.17. HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN

Financieringsbaten en -lasten

Handels- en overige schulden worden uitgedrukt aan geamortiseerde kostprijs.

De financieringslasten omvatten interesten op leningen, berekend volgens de effectieve rentevoetmethode, wisselkoersverliezen, winsten uit muntafdekkingen die wisselkoersverliezen compenseren, resultaten uit de afdekkingen van interestrisico’s, verliezen op voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa, alsook verliezen uit afdekkingsineffectiviteit. Alle interesten en andere gemaakte kosten met leningen of andere gemaakte transacties worden als financiële kosten geboekt wanneer ze zich voordoen. De nettofinancieringslasten omvatten interesten op leningen berekend aan de hand van de methode van de effectieve rente en omrekeningsverschillen. Baten uit interesten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening naarmate zij oplopen, aan de hand van de methode van de effectieve rente. De rente-uitgavecomponent van betalingen uit hoofde van financiële leasings wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening aan de hand van de methode van de effectieve rente.

1.6.18. KAPITAALSUBSIDIES

Kapitaalsubsidies hebben betrekking op materiële activa en worden getoond onder de overige verplichtingen. Deze subsidies worden enkel op de balans opgenomen indien men met redelijke zekerheid kan stellen dat ze zullen ontvangen worden en worden vervolgens systematisch in de winst- en verliesrekening opgenomen volgens de verwachte levensduur van de desbetreffende activa. 1.6.19. OPBRENGSTEN

Opbrengsten worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen verbonden aan de transactie naar de onderneming zullen vloeien, op voorwaarde dat de opbrengsten op een betrouwbare wijze ingeschat kunnen worden en de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is. Verkochte goederen en geleverde diensten

Opbrengsten uit diensten en de verkoop van goederen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer de belangrijke risico’s en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen. Onderhanden projecten in uitvoering

Zodra het resultaat van een constructiecontract in uitvoering op betrouwbare wijze kan geschat worden, worden contractuele baten en lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening naar rato van het stadium van voltooiing van het contract. Een verwacht verlies op een contract wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.

1.6.21. WINSTBELASTINGEN

De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en uitgestelde belasting. De winstbelasting wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening behalve in de mate dat zij betrekking heeft op posten die rechtstreeks worden opgenomen in het eigen vermogen. De over de verslagperiode verschuldigde belasting is de verwachte te betalen belasting op de belastbare winst voor het jaar, met toepassing van belastingtarieven die zijn vastgesteld aan het einde van de verslagperiode en alle aanpassingen aan de te betalen belasting met betrekking tot vroegere jaren.

Overdracht van activa van klanten

De ontvangsten van klanten (financiële tussenkomst) voor de constructie van aansluitingen op het hoogspanningsnet worden in de winst- en verliesrekening opgenomen naar rato van het stadium van de realisatie van de onderliggende materiële vaste activa. 1.6.20. EXPENSES Betalingen uit hoofde van operationele leasing

Betalingen uit hoofde van operationele leasing worden lineair opgenomen in de winst- en verliesrekening over de leaseperiode. Ontvangen vergoedingen als stimulering voor het sluiten van leaseovereenkomsten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een integraal deel van de totale leasinguitgaven. Betalingen uit hoofde van financiële leasing

Betalingen uit hoofde van financiële leasing worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande schuld opgenomen. De financieringskosten worden aan iedere periode van de leasingtermijn toegewezen, zodat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over het resterende saldo van de schuld.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden verwerkt op basis van de balansmethode, waarbij een voorziening wordt getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Uitgestelde belastingverplichtingen worden niet verwerkt voor de volgende tijdelijke verschillen: de eerste opname van activa of verplichtingen in een transactie die geen bedrijfscombinatie betreft en noch de commerciële noch de fiscale winst beïnvloedt, en verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend voor zover het waarschijnlijk is dat deze in de voorzienbare toekomst niet zullen worden afgewikkeld. Voor tijdelijke verschillen die voortvloeien uit de eerste opname van goodwill worden geen uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen. Uitgestelde belastingverplichtingen worden gewaardeerd met behulp van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij terugname van de tijdelijke verschillen,


124 + 125 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

op basis van de wetten die per verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om de verschuldigde belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen en deze vorderingen en verplichtingen samenhangen met door dezelfde belastingautoriteit opgelegde winstbelasting aan dezelfde belastingverschuldigde entiteit, dan wel op verschillende belastingverschuldigde entiteiten die voornemens zijn de verschuldigde belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen of waarvan de belastingvorderingen en -verplichtingen gelijktijdig worden gerealiseerd.

Een uitgestelde belastingvordering wordt slechts opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen de actiefpost kan worden aangewend. Uitgestelde belastingvorderingen worden verminderd, in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel gerealiseerd zal worden. Bijkomende winstbelastingen die voortvloeien uit de uitkering van dividenden worden tezelfdertijd opgenomen als de schuld om het betrokken dividend te betalen.

2. Gesegmenteerde rapportering Op grond van IFRS 8 en als gevolg van de overname van 50Hertz, is de aanduiding van segmenten waarover de groep moet rapporteren, gewijzigd; de gesegmenteerde rapportering is nu gebaseerd op de voornaamste bedrijfsactiviteiten en de economische sector waarin de groep actief is. Deze segmentering vormt de basis voor de interne managementrapportering van de vennootschap en het besluitvormend orgaan is daarom het beste geplaatst om het type en het financiële profiel van zijn activa op een transparante manier te beoordelen en te begrijpen. De groep heeft de volgende bedrijfssegmenten bepaald op basis van de hierboven vermelde criteria: •

E lia Transmission (België), dat Elia System Operator en de ondernemingen omvat waarvan de activiteiten rechtstreeks zijn verbonden met de rol van de Belgische transmissienetbeheerder (d.w.z. De groep vóór de overname van 50Hertz); 50Hertz Transmission (Duitsland), dat Eurogrid International cvba en de ondernemingen omvat waarvan de activiteiten rechtstreeks zijn verbonden met de rol van de transmissienetbeheerder in Duitsland.

2.1. Segment Elia Transmission (België) De opbrengsten uit netaansluitingen stegen met 2,4 % voornamelijk als gevolg van een toename van het aantal nieuwe aansluitingen voor industriële klanten in 2010 in vergelijking met vorig jaar. De stijging van 5,7% van de opbrengsten uit het gebruik van het net is een gevolg van de herneming eind 2009 van de Belgische economie die zich heeft voortgezet in 2010. De opbrengsten uit ondersteunende diensten stegen met 6,7% als gevolg van de gestegen activiteit met hogere getransporteerde volumes tot gevolg.

De internationale inkomsten daalden met 2,4% t.o.v. 2010 voornamelijk als gevolg van een verdere optimalisatie van de benutting van de grenscapaciteit door Elia en alle marktpartijen. De sterke stijging van de overige bedrijfsopbrengsten (+ 33,8%) is voornamelijk een gevolg van een stijging van technische diensten & expertise aan derden (+ € 1,3 miljoen) en de toepassing van IAS 19 1 (+ €1,6 miljoen) en IFRIC 18 2 (+ € 9,2 miljoen). In vergelijking met het eind 2007 door de CREG goedgekeurde tarief voor 2010 met betrekking tot de niet-beheersbare kosten en opbrengsten lag het operationele resultaat € 41,9 miljoen hoger (= tarifair overschot), voornamelijk door lagere vennootschapsbelastingen (€ 19,5 miljoen), lagere aankopen voor ondersteunende diensten (€ 9,4 miljoen), lagere financiële lasten (€ 0,9 miljoen), dividend HGRT (€ 0,5 miljoen), meerwaarde op de verkoop van Belpex, Coreso & CASC (€ 9,7 miljoen), een lagere indexatie dan gebudgetteerd (€ 4,3 miljoen) en hogere inkomsten hoofdzakelijk uit onevenwichtstarieven (€ 12,4 miljoen), dit alles gedeeltelijk gecompenseerd door lagere veilinginkomsten uit internationale transmissiecapaciteiten (€ -18,3 miljoen). De EBITDA (+ 2,7%) en de EBIT (+ 1,7%) bleven eveneens stabiel in vergelijking met 2009. De netto financiële kosten (- 6,4%) werden positief beïnvloed door de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van Belpex (€ 8,4 miljoen), de moratoriuminteresten op de belastingsvordering van € 93,8 miljoen sinds 2008 (€ 6,6 miljoen) én een daling van de netto financiële schuld met € 59,2 miljoen.

1 IAS 19 : jaarlijkse herberekening van de recupereerbare kosten mbt toekomstige pensioenverplichtingen. 2 IFRIC 18: overdracht van activa van klanten; tussenkomsten van klanten bij netaansluitingen worden in IFRS integraal worden erkend als opbrengst en niet meer worden afgetrokken van het investeringsbedrag zoals voordien.


KERNCIJFERS

31.12.2010

31.12.2009

763,3 (107,1) 336,8 229,6 17,0 (129,7) (20,8) 94,6

771,3 (102,1) 327,9 225,8 12,7 (133,2) (20,0) 84,0

Balanstotaal Investeringsuitgaven

4.796,8 113,9

4.451,9 121,5

Netto financiële schuld

2.385,2

2.444,4

(in € miljoen)

RESULTATEN 2010 Bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijziging in voorzieningen EBITDA* Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (REBIT) Financieringsbaten Financieringslasten Winstbelastingen Nettowinst (aandeel van de eigenaars van de vennootschap) BALANS

* EBITDA = EBIT + afschrijvingen + veranderingen in voorzieningen

De bedrijfsopbrengsten van Elia Transmission in België zijn vergelijkbaar met deze in dezelfde periode vorig jaar. Volgende tabel geeft een meer gedetailleerd beeld van de evolutie van de verschillende componenten van de bedrijfsopbrengsten. 31.12.2010

31.12.2009

Aansluitingen Gebruik van het net Terugneming van overschotten uit vorige boekjaren (beslissing regulator) Ondersteunende diensten Internationale inkomsten Overige

33,6 539,2 34,1 115,2 28,0 50,3

32,8 509,9 22,8 108,0 28,7 37,6

Subtotaal Afwijkingen van het goedgekeurde budget

800,4 (37,1)

739,8 31,5

TOTAAL

763,3

771,3

(in € miljoen)

DETAIL BEDRIJFSOPBRENGSTEN


126 + 127 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

De winstbelastingen stijgen minder snel dan de nettowinst aangezien meerwaarden op financiële vaste activa (cfr. Belpex, Coreso, CASC) belastingvrij zijn. De geconsolideerde IFRS winst na winstbelasting De geconsolideerde IFRS winst na winstbelasting stijgt met 12,6% van € 84 miljoen in 2009 tot € 94,6 miljoen in 2010 als gevolg van volgende elementen 3: 1. Daling van de gereguleerde winst door lagere OLO (- € 5,1 miljoen); 2. Verrekening in de tarieven van buitengebruikstellingen vaste activa (+ € 0,8 miljoen); 3. Hogere bijkomende besparingen en opbrengsten (+ € 1,4 miljoen); 4. Beslissing CREG m.b.t. 2009 4 (- € 3,2 miljoen versus + € 0,3 miljoen in 2009); 5. Kosten kapitaalverhoging en overname 50Hertz (- € 7,0 miljoen); 6. Meerwaarde van verkoop Belpex en dividend HGRT (twee financiële participaties die deel uitmaken van de RAB) komen, na akkoord van de regulator, voor 60% ten goede aan Elia (+ € 5,4 miljoen tegenover € 0,7 miljoen in 2009); 7. Toename IFRS-aanpassingen over 2010 (+ € 19,9 miljoen): deze toename heeft voornamelijk betrekking op het kapitaliseren van de kosten voor de kapitaalverhoging (+ € 6,4 miljoen), de integrale meeropname in de opbrengsten van tussenkomsten klanten (+ € 9,3 miljoen), terugname van pensioenverplichtingen door jaarlijkse herberekening en bijkomende stortingen (€ 17,2 miljoen) minus het netto-effect van de uitgestelde belastingen op alle IFRS boekingen (€ -7,3 miljoen), minder geactiveerde software (€ -2 miljoen) en Elia Re consolidatie (€ -2,4 miljoen). Het balanstotaal steeg met 7,7% naar € 4.796,8 miljoen, voornamelijk door de kapitaalverhoging van € 293,3 miljoen van juni 2010. De netto financiële schuld daalde met -2,4% of € 59,2 miljoen, voornamelijk door het niet gebruikte gedeelte van de bovenvermelde kapitaalverhoging van juni 2010 en een daling van het werkkapitaal.

3 Items 1-6 hebben betrekking op het regulatoire kader in België. 4 De CREG heeft in een beslissing van 25 juni 2010 met betrekking tot 2009 aangegeven dat zij niet akkoord gaat met bepaalde elementen van het resultaat (o.a. bijkomende gerealiseerde besparingen zijn volgens de CREG bruto in plaats van netto, toepassingsmodaliteiten van contracten van blackstart worden in vraag gesteld). Elia betwist meerdere bepalingen van deze beslissing en gaat hiertegen in beroep.

2.2. Segment 50Hertz Transmission (Duitsland) De onderstaande tabel geeft de resultaten over 2010 van 50Hertz Transmission voor zijn activiteiten als transmissienetbeheerder in Duitsland volgens de international financial reporting standards (IFRS). De resultaten van 50Hertz Transmission, geconsolideerd op het niveau van Eurogrid International, voor de periode juni tot en met december 2010 werden opgenomen in de geconsolideerde IFRS-cijfers van de Elia Groep per 31 december 2010 (60% proportionele consolidatie). De eerste 5 maanden zijn opgenomen in het eigen vermogen (openingsbalans) en zijn dus ook ten voordele van de aandeelhouders van Elia. Om redenen van transparantie worden ook de cijfers vermeld (pro forma) over de 12 maanden van 2010 volgens de international financial reporting standards (IFRS). Een vergelijking met 2009 is niet relevant enerzijds gezien de positieve regulatoire aanpassingen die ingevoerd werden op 1 januari 2010 en anderzijds omdat 50Hertz Transmission nog deel uitmaakte van de Vattenfall groep. De verticale netwerktarieven betreffen opbrengsten voor het gebruik van het 50Hertz net. De horizontale netwerktarieven betreffen de opbrengsten voor het gebruik van de zeekabel tussen Duitsland en Denemarken (Kontek kabel) alsook alle veilinginkomsten van de transmissiecapaciteit aan de grens met Tsjechië en die het 50Hertznetwerk verbinden met TenneT GmbH in Duitsland. De opbrengsten van ondersteunende diensten zijn vergelijkbaar met deze van Elia en betreffen voornamelijk doorrekeningen aan gebruikers van kosten (reserverings- en balancingkosten) die 50Hertz moet maken ten einde een continu evenwicht op het netwerk te kunnen voorzien. De overige bedrijfsopbrengsten betreffen voornamelijk telecom­opbrengsten, ontvangen subsidies, geactiveerde kosten van eigen werk, technische diensten en expertise aan derden en tussenkomsten van klanten. Als gevolg van de overname van 50Hertz Transmission dient men de aankoopsom in de jaarrekening te verwerken. Onder IFRS zal men een allocatie van de verworven goodwill of gain on bargain purchase uitvoeren, met behulp van een aankoopprijstoewjizing (purchase price allocation of ‘PPA’). Bij een PPA worden alle te identificeren bezittingen, schulden en (voorwaardelijke) verplichtingen aan reële waarde (fair value) gewaardeerd. Deze PPA oefening werd uitgevoerd op het niveau van Eurogrid GmbH (Duitse financierings- en overnamestructuur boven 50Hertz Transmission) en leverde Eurogrid GmbH een éénmalige en definitieve winst (winst tengevolge een voordelige acquisitie ) van € 477,5 miljoen op (zie toelichting 5.1).


(in € miljoen)

31.12.2010

Niet geauditeerde proforma 12 maanden 2010

proportionele consolidatie 60%

proportionele consolidatie 60%

275,0 (20,3) 72,6 351,2 52,3 330,8 4,8 (15,3) (13,2)

475,0 (38,9) 124,1 402,6 85,2 363,7 1,3 (17,7) (23,7)

307,1

323,6

28,6

45,0

1.386,8 107,5 166,3

-

RESULTATEN 50HERTZ TRANSMISSION (DUITSLAND) Bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijziging in voorzieningen REBITDA EBITDA Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (REBIT) Resultaat uit bedrijfsactiviteiten inclusief niet-recurrente items (EBIT) Financieringsbaten Financieringslasten Winstbelastingen Nettowinst inclusief niet-recurrente topics (aandeel van de eigenaars van de vennootschap) Nettowinst exclusief niet-recurrente topics (aandeel van de eigenaars van de vennotschap) BALANS Balanstotaal Investeringsuitgaven Netto financiële schuld

De bedrijfsopbrengsten van 50Hertz Transmission worden meer gedetailleerd weergegeven in volgende tabel. (in € miljoen)

Niet geauditeerde proforma 60% van 12 maanden 2010

DETAIL BEDRIJFSOPBRENGSTEN Verticale netwerk tarieven

384,0

Horizontale netwerk tarieven

17,3

Ondersteunende diensten

76,4

Overige bedrijfsopbrengsten

28,4

Subtotaal

506,1

Afwijkingen van het goedgekeurde budget

(31,1)

TOTAAL

475,0

De netto financiële schuld bestaat enerzijds uit een 10-jarige eurobond van € 500 miljoen die werd uitgegeven in oktober 2010 en anderzijds een liquiditeitspositie van € 219 miljoen. Van deze bedragen werd dan 60% geconsolideerd.


128 + 129 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

2.3. Reconciliatie van de segmenten met het totaal van de groep

(miljoen €)

Elia Transmission (België)

50Hertz Transmission (Duitsland)

Consolidatie herwerkingen

Elia Groep

31.12.2010

31.12.2010

31.12.2010

31.12.2010

763,3

275,0

(0,8)

1,037,5

(107,1) 336,8 336,8 229,6

(20,3) 72,6 351,2 52,3

(0,1) 0,0 (0,1) (0,1)

(127,5) 409,4 687,9 281,8

229,6 17,0 (129,7) (20,8)

330,8 4,8 (15,3) (13,2)

(0,1) 0,0 0,0 0,0

560,4 21,8 (145,0) (34,0)

94,6

307,1

0,0

401,7

94,6

28,6

0,0

123,2

4.796,8 113,9 2.385,2

1.386,8 107,5 166,3

(279,7) 0,0 (0,1)

5.904,0 221,4 2.551,4

CONSOLIDATED RESULTS 2010 Bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen en waardeverminderingen, wijziging in voorzieningen REBITDA EBITDA Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (REBIT) Resultaat uit bedrijfsactiviteiten inclusief nietrecurrente items (EBIT) Financieringsbaten Financieringslasten Winstbelastingen Nettowinst inclusief niet-recurrente topics (aandeel van de eigenaars van de vennootschap) Nettowinst exclusief niet-recurrente topics (aandeel van de eigenaars van de vennootschap) BALANS Balanstotaal Investeringsuitgaven Netto financiële schuld

Voor meer bijzonderheden m.b.t. de winst op voordelige acquisitie zie toelichting 5.1.

3. Elementen van de geconsolideerde resultatenrekening en niet-gerealiseerde resultaten De cijfers voor 2009 hebben betrekking op de activiteiten van Elia Transmission België, terwijl in de resultaten voor 2010 het Duitse segment 50Hertz is opgenomen voor de periode van mei tot december.

3.1. Bedrijfsopbrengsten en overige ­bedrijfsopbrengsten Detail bedrijfsopbrengsten Verkopen Overige bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten

(in € miljoen)

2010

2009

939,5 98,0

733,7 37,6

1.037,5

771,3

In de volgende tabel zijn de ‘overige bedrijfsopbrengsten’ opgenomen: 2010

2009

Intern geproduceerde vaste activa Bonus vorig boekjaar Optimaal gebruik van activa Diensten en technische expertise Beweging op vordering ten gevolge van de toepassing IAS 19 Overdracht van activa naar klanten Subsidies Offshore opbrengsten Ontvangen schadevergoedingen Activiteiten Belpex Andere

13,4 0,0 11,6 5,7

13,2 0,0 10,0 3,2

(2,8) 14,4 1,8 4,0 3,7 2,9 43,3

(4,4) 2,7 0,0 0,0 0,0 4,2 8,7

Totaal overige opbrengsten

98,0

37,6

(in € miljoen)


De overige bedrijfsopbrengsten, sectie ‘overige’, bestaan voornamelijk uit opbrengsten uit de verkoop van materiële activa, recupereerbare bedragen van vorderingen die door verzekeringsmaatschappijen zijn betaald, enz.

3.2. Bedrijfskosten 3.2.1. GROND- EN HULPSTOFFEN, DIENSTEN EN OVERIGE GOEDEREN (in € miljoen)

2010

2009

Aankoop van ondersteunende diensten Grond- en hulpstoffen Recurrente diensten en diverse goederen (excl. aankoop van ondersteunende diensten) Niet-recurrente diensten en diverse goederen

267,3 5,9

155,6 5,6

189,9

147,9

8,0

0,0

Totaal

471,1

309,1

3.2.3. AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN, WIJZIGINGEN IN VOORZIENINGEN (in € miljoen)

2010

2009

Afschrijvingen van materiële activa Afschrijvingen van immateriële activa Totaal afschrijvingen

113,6 8,5 122,1

91,7 6,1 97,8

1,0 1,0

0,7 0,7

2,7 3,3 (1,7) 4,3

0,1 3,5 0,0 3,6

127,4

102,1

Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen Totaal waardeverminderingen Voorzieningen inzake geschillen Milieuvoorzieningen Diverse voorzieningen Totaal voorzieningen

Totaal

Het element aankoopkosten voor ondersteunende diensten omvat de kosten voor diensten waarmee de groep de frequentie en spanning van het net onderhoudt en het evenwicht en congestie beheert. De diensten en diverse goederen hebben betrekking op het onderhoud van het net, diensten van derden, verzekeringen, consultancy, enz. De niet-recurrente diensten en diverse goederen hebben betrekking op de eenmalige kosten voor de overname van 50Hertz. Zie toelichting 5.1.1.

De voorzieningen worden in detail beschreven in toelichting 4.13. 3.2.4. OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN

2010

2009

Belastingen andere dan winstbelastingen Minderwaarde op verkoop, buitendienststellingen materiële activa Overige

12,1

6,4

2,7 16,3

3,3 0,2

Totaal

31,1

9,9

(in € miljoen)

De ‘overige’ bedrijfskosten hebben voornamelijk betrekking op de afhandeling van een vordering van € 11,4 miljoen en het resultaat van de beslissing van de CREG over het afrekeningmechanisme van 2009 (€ 4,9 miljoen) (zie toelichting 4.15).

3.2.2. PERSONEELSKOSTEN (in € miljoen)

Bezoldigingen Sociale lasten Te bereiken doel bijdrageregelingen en andere verplichtingen Overige personeelsverplichtingen Aandelenaankoopplannen met korting Overige personeelskosten

Totaal

2010

2009

94,1 26,8

79,3 22,9

8,0 1,6 0,1 3,4

19,2 (1,5) 0,9 3,5

134,0

124,3

3.3. Financieringsbaten en -lasten (in € miljoen)

Financieringsbaten Interestbaten uit beleggingswaarden, geldmiddelen en kasequivalenten Nettomutatie reële waarde van beleggingswaarden Diverse financiële baten Financieringslasten Interestlasten Interestlasten of -baten derivaten Diverse financiële lasten

Netto financieringslast

2010

2009

21,8

12,8

6,0

3,0

0,0 15,8

0,7 9,1

145,0 120,0 13,4 11,6

133,2 116,3 11,2 5,7

(123,2)

(120,4)

De stijging van de financieringsbaten met € 9,0 miljoen is voornamelijk het gevolg van de meerwaarde op de verkoop van het aandeel in Belpex in oktober 2010 (zie toelichting 2.1, 5.2).


130 + 131 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

De financieringslasten stegen met 3,75%, voornamelijk als gevolg van de rentekosten van 50Hertz Transmission tijdens de periode van juni tot december 2010. Zie voor meer details over de netto schuld en leningen toelichting 4.11.

3.4. Winstbelastingen OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING

De geconsolideerde resultatenrekening omvat de volgende belastingslast: (in € miljoen)

Verschuldigde winstbelastingen Aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren Totaal verschuldigde winstbelastingen

2010

2009

16,5 0,1 16,6

17,5 (0,1) 17,4

Uitgestelde belastingskosten ontstaan en afwikkeling van tijdelijke verschillen Totaal uitgestelde winstbelastingen

17,4 17,4

2,6 2,6

Totaal verschuldigde winstbelasting in winst -en verliesrekening

34,0

20,0

AANSLUITING VAN EFFECTIEF BELASTINGTARIEF

De winst (verlies) voor belastingen van de vennootschap vóór belastingen verschilt als volgt van het theoretische bedrag berekend op basis van de wettelijke aanslagvoet en de werkelijke winstbelasting van de geconsolideerde vennootschappen:

(in € miljoen)

2010

2009

Winst van het jaar Totaal winstbelastingen Winst vóór winstbelastingen Verschuldigde winstbelastingen met toepassing van het Belgisch belastingtarief 33,99% Effect van belastingtarief in buitenland Niet-aftrekbare kosten Meerwaarde realisatie financiële vaste activa Opbrengsten vrijgesteld van winstbelasting Aanpassingen m.b.t. voorafgaande jaren Gecompenseerde fiscale verliezen Gebruik van notionele interesten

402,0 34,0 436,0

84,3 20,0 104,3

148,2 (14,6) 1,9

35,4 0,0 1,7

(2,5) (102,1) 0,1 (16,9) 19,9

0,0 0,6 (0,1) (18,0) 0,4

Totale verschuldigde winstbelasting in winst- en verliesrekening

34,0

20,0

Het element ‘meerwaarde op realisatie financiële vaste activa’ heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van het aandeel in Belpex aan APX-Endex, en ‘opbrengsten vrijgesteld van winstbelasting’ bevat de belastingen op de winst op voordelige acquisitie (zie toelichting 5.1. en 5.2).

Naar aanleiding van een fiscale controle bij Elia heeft Elia begin 2008 een aanslagbiljet ontvangen om de resterende tarifaire overschotten per 31 december 2004 te belasten. De betaalde winstbelastingen bedragen € 85,3 miljoen, plus een administratieve verhoging van 10%. In samenspraak met zijn fiscale raadsheer en met de CREG, en aangezien bij sectorgenoten gelijkaardige tarifaire overschotten niet belast werden, heeft het management van Elia besloten hiervoor een bezwaarschrift in te dienen, dat echter door de fiscus verworpen werd. Elia claimt het bedrag, inclusief moratoriuminteresten, nu integraal terug via de juridische weg. In de loop van 2009 werd door de fiscus een gelijkaardige beslissing genomen met betrekking tot de aangroei van de tarifaire overschotten in 2006. Elia ontving een aanslagbiljet van € 22,7 miljoen, plus de administratieve verhoging van 10% en heeft besloten ook hiervoor, in analogie met het dossier van 2004, een bezwaarschrift in te dienen. De tarifaire overschotten die aan de basis lagen van deze bijkomende aanslagbiljetten worden systematisch in de tarieven verrekend in de komende jaren (teruggave aan de consumenten). Daardoor is er sprake van een tijdsverschil met enerzijds een overschot gegenereerd in het verleden en met anderzijds een teruggave in de daaropvolgende jaren. Indien dit dossier niet positief zou afgehandeld worden, zal de betaalde vennootschapsbelasting op de resterende overschotten automatisch gecompenseerd worden met de ‘terug te vorderen belastingen’ op de geboekte teruggave aan consumenten in 2005, 2006 en 2007 en volgende periodes. Daardoor kan het basisbedrag van de vennootschapsbelasting volledig teruggevorderd worden. Indien er een resterend saldo zou zijn, dan zal dit via het tarifaire mechanisme geneutraliseerd worden. De uitgestelde winstbelastingen worden besproken in toelichting 4.6 (‘mutaties in de uitgestelde belastingsvorderingen en -schulden ten gevolge van mutaties in de tijdelijke verschillen gedurende het boekjaar’).


3.5. Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen

3.7. Niet-gerealiseerde resultaten

2010

2009

H.G.R.T. S.A.S. APX-Endex Coreso

(1,3) 0,1 0,0

(1,0) 0,0 0,0

Totaal

(1,2)

(1,0)

(in € miljoen)

De tabel hieronder analyseert de uitgestelde belastingen en de wijzigingen in de reële waarde die in het eigen vermogen is geboekt voor elk element van de niet-gerealiseerde resultaten:

3.6. Gewone winst per aandeel De gewone winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst van het jaar die kan worden toegekend aan de gewone aandeelhouders van de vennootschap (€ 401,7 miljoen) te delen door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen tijdens het jaar (54.549.957). GEWOGEN GEMIDDELD AANTAL GEWONE AANDELEN

Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari Effect van in december 2009 uitgegeven aandelen Effect van in januari 2010 ­uitgegeven aandelen Effect van in juni 2010 uitgegeven aandelen

Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen per 31 december

De totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde inkomsten omvatten zowel het resultaat van de periode dat in de resultatenrekening is opgenomen en de niet-gerealiseerde resultaten die in het eigen vermogen zijn opgenomen. Niet-gerealiseerde resultaten omvatten alle veranderingen in het eigen vermogen die verschillen van veranderingen die betrekking hebben op de eigenaar en die worden geanalyseerd in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen.

2010

2009

48.270.255

48.076.949

-

5.825

12.045

-

6.267.657

-

(in € miljoen)

2010

2009

Derivaten Actuariële winsten (verliezen) op voordelen voor het personeel

1,0

1,4

(8,8)

1,8

Totaal uitgestelde belastingen

(7,8)

3,2

2010

2009

Nettomutatie in de reële waarde van renteswaps

3,1

3,9

Totaal

3,1

3,9

Verwerkt via: Afdekkingsreserve

3,1

3,9

(in € miljoen)

De afdekkingsreserve wordt in detail besproken in toelichting 5.4. 54.549.957

48.082.774

VERWATERDE WINST PER AANDEEL

De verwaterde winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst van het jaar die toegekend wordt aan de gewone aandeelhouders, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone uitstaande aandelen, gecorrigeerd voor de gevolgen van de opties die aan het personeel zijn toegekend. De verwaterde winst is gelijk aan de gewone winst per aandeel, aangezien er geen converteerbare obligaties noch aandelenopties bestaan. EIGEN VERMOGEN PER AANDEEL

Het eigen vermogen per aandeel bedroeg € 36,80 per aandeel op 31 december 2010, ten opzichte van een waarde van € 28,40 per aandeel eind 2009.

4. Elementen van de balans 4.1. Materiële vaste activa (in € miljoen)

Hoogspanningsstations en – transformatoren Lijnen en kabels Terreinen waarop stations, lijnen en kabels zijn geïnstalleerd Installaties voor de bediening van het net Administratieve gebouwen, meubilair, rollend materieel en overige activa

Totaal materiële vaste activa

2010

2009

1.515,8 1.202,6

1.167,2 760,9

93,0 130,7

70,9 31,4

68,9

59,2

3.011,0

2.089,6


132 + 133 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Terreinen en gebouwen

Machines en installaties

Meubilair en rollend materieel

Overige materiële activa

Activa in aanbouw

Totaal

Saldo per 1 januari 2009 Verworven via bedrijfscombinaties Andere verwervingen Buitengebruikstellingen Overboekingen van ene post naar andere

132,1 0,0 7,0 (0,1) 4,1

3,878,5 0,0 50,6 (33,5) 87,7

121,2 0,0 2,6 (0,4) 0,0

10,6 0,0 0,3 0,0 0,3

149,3 0,0 67,2 0,0 (95,3)

4.291,7 0,0 127,7 (34,0) (3,2)

SALDO PER 31 DECEMBER 2009

143,1

3.983,3

123,4

11,2

121,2

4.382,2

Saldo per 1 januari 2010 Verworven via bedrijfscombinaties Andere verwervingen Buitengebruikstellingen Overboekingen van ene post naar andere Deconsolidatie bedrijfscombinaties

143,1 48,0 5,5 (3,1) 1,2 0,0

3.983,3 703,1 70,6 (25,1) 76,6 0,0

123,4 9,9 3,4 (14,7) 2,7 0,0

11,2 0,0 0,1 0,0 (2,4) 0,0

121,2 86,9 113,6 0,0 (78,1) 0,0

4.382,2 847,9 193,2 (42,9) 0,0 0,0

SALDO PER 31 DECEMBER 2010

194,7

4.808,5

124,7

8,9

243,6

5.380,4

(in € miljoen)

AANSCHAFFINGSPRIJS

AFSCHRIJVING EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGSVERLIEZEN Saldo per 1 januari 2009 Afschrijvingslast boekjaar Andere verwervingen Buitengebruikstellingen Overboekingen van ene post naar andere

(20,7) (1,2) 0,0 0,0 0,0

(2.088,4) (86,8) 0,0 30,2 0,2

(112,6) (3,4) 0,0 0,4

(9,6) (0,3) 0,0 0,0 (0,2)

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

(2.231,3) (91,7) 0,0 30,5 0,0

SALDO PER 31 DECEMBER 2009

(21,9)

(2.144,8)

(115,6)

(10,1)

0,0

(2.292,5)

Saldo per 1 januari 2010 Afschrijvingslast boekjaar Deconsolidatie bedrijfscombinaties Andere verwervingen Buitengebruikstellingen Overboekingen van ene post naar andere

(21,9) (2,0) 0,0 0,0 2,4 0,0

(2.144,8) (107,0) 0,0 0,0 19,7 0,1

(115,6) (4,4) 0,0 0,0 14,6 (3,0)

(10,1) (0,2) 0,0 0,0 0,0 2,9

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

(2.292,5) (113,6) 0,0 0,0 36,7 0,0

SALDO PER 31 DECEMBER 2010

(21,5)

(2.232,0)

(108,4)

(7,4)

0,0

(2.369,4)

Per 1 januari 2009 Per 31 december 2009

111,4 121,2

1.790,1 1.838,5

8,6 7,8

1,0 1,1

149,3 121,2

2.060,4 2.089,7

Per 1 januari 2010 Per 31 december 2010

121,2 173,1

1.838,5 2.576,5

7,8 16,2

1,1 1,4

121,2 243,6

2.089,7 3.010,9

BOEKWAARDE


De belangrijkste projecten in België zijn de versterking en/of uitbreiding van onderstations: Elsene (36 kV), Bruegel (380 kV), Monceau (150 kV), Zandvliet (380 kV), Seraing (220 kV) en Berneau (220 kV), de vervanging van bovengrondse lijnen (Harmi­ gnies – Monceau (70 kV)) en de aanleg van ondergrondse kabels tussen Monceau en Marcinelle (150 kV) en tussen Beerse en Koekhoven (70 kV). De belangrijke projecten in Duitsland hebben betrekking op de ontwikkeling van het landnet en bestaat uit de aanleg van bovengrondse lijnen/ondergrondse kabels voor de aansluiting van de “Zuid-West Koppellijn” en de aansluitingen van de “Noordlijn”, de verbinding tussen Duitsland en Polen, de voltooiing van het nieuwe controlecentrum en de uitbreiding van de 380/110 kV-onderstations Noord-Freiberg en Zuid-Dresden.

De offshore investeringsuitgaven in Duitsland omvatten de ondergrondse kabel voor aansluiting op de offshore windmolenparken, in het bijzonder Baltic 1 en de opstart van Baltic II. De toepassing van de IAS 23-standaard voor de activering van financieringskosten had een impact van € 0,6 miljoen op de aanschaffingswaarde van de activa bij een gemiddelde rentevoet van 2,01% De overige verplichtingen met betrekking tot de nieuwe investeringen worden beschreven in toelichting 5.5.

4.2. Immateriële activa Goodwill

Software

Totaal

Stand per 1 januari 2009 Verworven via bedrijfscombinaties Verworven, overige – intern ontwikkeld Buitengebruikstellingen

1.707,8 0,0 0,0 0,0

29,6 0,0 9,2 0,0

1.737,4 0,0 9,2 0,0

STAND PER 31 DECEMBER 2009

1.707,8

38,8

1.746,6

Stand per 1 januari 2010 Verworven via bedrijfscombinaties Verworven, overige – intern ontwikkeld Deconsolidatie bedrijfscombinaties Buitengebruikstellingen

1.707,8 0,0 0,0 0,0 0,0

38,8 19,4 10,9 (2,7) 0,0

1.746,6 19,4 10,9 (2,7) 0,0

STAND PER 31 DECEMBER 2010

1.707,8

66,4

1.774,2

Stand per 1 januari 2009 Afschrijvingen boekjaar

0,0 0,0

(10,4) (6,1)

(10,4) (6,1)

STAND PER 31 DECEMBER 2009

0,0

(16,5)

(16,5)

Stand per 1 januari 2010 Deconsolidatie bedrijfscombinaties Afschrijvingen boekjaar

0,0 0,0 0,0

(16,5) 1,4 (8,1)

(16,5) 1,4 (8,1)

STAND PER 31 DECEMBER 2010

0,0

(23,2)

(23,2)

Per 1 januari 2009 Per 31 december 2009

1.707,8 1.707,8

19,2 22,3

1.727,0 1.730,1

Per 1 januari 2010 Per 31 december 2010

1.707,8 1.707,8

22,3 43,3

1.730,1 1.730,1

(in € miljoen)

AANSCHAFFINGSPRIJS

AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGSVERLIEZEN

BOEKWAARDE


134 + 135 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Software omvat zowel IT-toepassingen die door de vennootschap worden ontwikkeld voor het beheer van het net en de software voor de normale bedrijfsactiviteiten van de groep. Zie toelichting 3.2.3 voor de impact op de winst- en verliesrekening van de afschrijvingen op immateriële activa. De goodwill van € 1.707,8 miljoen heeft betrekking op de volgende transacties uit het verleden: (in € miljoen)

Verwerving belang Elia Asset door Elia System Operator – 2002 Verwerving belang Elia Engineering door Elia Asset – 2004

Totaal

2010

2009

1.700,1

1.700,1

7,7

7,7

1.707,8

1.707,8

TOETSING OP BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING VOOR KASSTROOMGENERERENDE EENHEDEN DIE GOODWILL BEVATTEN

De verwerving van Elia Asset in 2002 voor een bedrag van EUR 3.304,1 miljoen resulteerde in een positief consolidatieverschil voor de vennootschap van EUR 1.700,1 miljoen. Dit positief consolidatieverschil is het resultaat van het verschil tussen de aanschaffingswaarde van deze economische entiteit en de historische netto boekwaarde van de activa van Elia Asset. Het verschil is toe te schrijven aan verschillende elementen zoals (i) de aanstelling van Elia als TNB voor een periode van 20 jaar, (ii) de unieke middelen waarover Elia in België kan beschikken aangezien Elia voor 100% eigenaar is van het netwerk op zeer hoge spanning en de eigenaar is (of het gebruiksrecht heeft) van 94% van het hoogspanningsnet, en dus enkel Elia het recht heeft om een ontwikkelingsprogramma voor te stellen en (iii) Elia beschikt over de knowhow van TNB. Op de datum van de overname, kon de kwalificatie of de kwantificatie in Euro van deze elementen niet worden verricht op een objectieve, transparante en betrouwbare basis. Het verschil kon dus niet worden toegewezen aan specifieke activa en werd dus als niet-toegewezen beschouwd. Zodoende werd het verschil erkend als goodwill sinds de eerste toepassing van de IFRS op 31 december 2004. Het gereguleerde kader, voornamelijk de verrekening in de tarieven van de meerwaarde naar aanleiding van buitengebruikstellingen van vaste activa, zoals van toepassing sinds 2008 had geen impact op deze boekhoudkundige verwerking. De goodwill, zoals hierboven beschreven en de goodwill ontstaan bij de verwerving van Elia Engineering in 2004, zijn voor de toetsing betreffende de bijzondere waardeverminderingen aan de enige kasstroomgenererende eenheid toegewezen, aangezien de inkomsten en kosten werden gegenereerd door één activiteit, meer bepaald de gereguleerde activiteit in België, die eveneens als één kasstroomgenererende eenheid zal beschouwd worden.

Ten gevolge hiervan heeft de vennootschap de boekwaarde van de goodwill aan één eenheid toegewezen, zijnde de gereguleerde activiteit in België. Sinds 2004, werden jaarlijks toetsingen op bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd dewelke niet resulteerden in de erkenning van enige waardeverminderingen. Kasstroomgenerende eenheden waaraan goodwill werd toegewezen worden minstens één keer per jaar getoetst op bijzondere waardeverminderingen, rekening houdend met de hoogste waarde van hun billijke waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde, waarbij volgende veronderstellingen en volgende waarderingsmethodes worden toegepast. De bijzondere waardeverminderingstest werd uitgevoerd door een onafhankelijke instelling en was gebaseerd op vier waarderingsmethoden en maakte gebruik van de volgende veronderstellingen (volgens de methode van de reële waarde minus verkoopkosten): 1. verdiscontering van de toekomstige kasstromen waarbij de “Regulated Asset Base” of “RAB” als basis werd gebruikt voor de raming van de residuele waarde; 2. verdiscontering van de toekomstige dividenden; 3. vergelijking tussen eerder vermelde bijzondere waardeverminderingstests en diegene die worden gebruikt door een aantal vergelijkbare West-Europese beursgenoteerde bedrijven, zoals Red Electrica España, Enagas, Terna, Fluxys, Snam Rete Gas en National Grid; 4. marktwaardering op basis van de aandelenkoers van de vennootschap. De methode van toekomstige kasstromen en toekomstige dividenden is gebaseerd op de laatste budgettering op lange termijn van 2007 waarbij het huidige mechanisme van de meerjarentariefplannen voor de periode 2008 – 2015 zoals beschreven onder sectie 13.6 werd toegepast, en welke geëxtrapoleerd werden tot 2018, gebruik makend van devolgende onderstellingen: • (i) de periode 2008-2011: de opbrengst van de billijke vergoeding van de vennootschap (4.6% tot 4.9%), de verrekening in de tarieven van de meerwaarde naar aanleiding van buitengebruikstellingen van vaste activa (EUR 14,2 miljoen), een mogelijke opbrengst van de incentive van beheersbare kosten; • (ii) periode 2012 – 2015: de veronderstellingen zijn identiek met 2008 – 2011, maar er is geen erkenning van de mogelijke opbrengst van de incentive van beheersbare kosten en inclusief een stijging als gevolg van versnelde afschrijvingen (EUR 8,2 miljoen); • (iii) een onafgebroken groeiratio van de opbrengsten met 1,5% is toegepast op de cijfers van 2015 voor de periode 2015 – 2018. Het Management is van oordeel dat de extrapolatie van hun budget van 2015 tot 2018 terecht is zowel gezien de gereguleerde drijfveren van haar activiteiten als het feit dat de Belgische regulatoire omgeving een historische consistentie vertoont.


De toegepaste verdisconteringsvoeten zijn 4,49% (kosten van eigen vermogen ten belope van 7,55% en financieringskosten ten belope van 4,5%) op basis van de tarieven voor Belgische obligaties op 10 jaar voor de kosten van eigen vermogen, het tarief voor euro swaps op 10 jaar voor de financieringskosten en een belastingtarief van 33,99%. De waarderingsoefening is beperkt tot de activiteiten van Elia. De overname van 60% van 50Hertz en de emissierechten voor € 299,3 miljoen in juni 2010 om de overname te financieren, zijn niet opgenomen in deze oefening (de waardering van deze verrichting wordt beschreven in toelichting 5.1). Deze onafhankelijke analyses geven geen aanleiding tot het boeken van een bijzondere waardevermindering in 2010 op de goodwill. Op basis van wat op dit moment bekend is, zouden redelijke wijzigingen in de belangrijke veronderstellingen (waaronder de verdisconteringsvoet en de OLO) niet leiden tot materiële waardeverminderingen voor de kasstroomgenererende eenheid.

4.3. Handels- en overige vorderingen op lange termijn (in € miljoen)

2010

2009

Fiscale vorderingen Overige vorderingen

111,9 2,8

105,3 0,4

114,7

105,7

Totaal

De vordering op lange termijn bestaat uit het basisbedrag van de belastingsvordering van €93,8 miljoen en bevat tevens de gecumuleerde moratoriumintresten die de groep in de toekomst zou kunnen recupereren. Deze bedragen hebben uitsluitend betrekking op de fiscale controle van het boekjaar 2004 en daar de eerste zitting van dit dossier voor de rechtbank pas gepland is in 2011, werd dit als lange termijn vordering gekwalificeerd. Volledige beschrijving is terug te vinden in toelichting 3.4.

4.4. Investeringen verwerkt volgens ­vermogensmutatiemethode INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN

2010

2009

Per 1 januari Opname van dochteronderneming Verkoop van dochteronderneming Aandeel in (verlies)/winst

9,4 21,1 -0,1 -1,2

10,1 0,3 0,0 -1,0

Per 31 december

29,2

9,4

(in € miljoen)

Samenvatting van de financiële gegevens betreffende investeringen verwerkt volgens vermogensmutatiemethode, niet gecorrigeerd voor het percentage in eigendom van de groep:

Naam

Activa

Verplichtingen

Opbrengsten

Winst/verlies

% belang

H.G.R.T. S.A.S. Coreso

31,1 2,4

0,1 1,3

7,1 3,4

1,7 0,1

24,5% 33,3%

TOTAAL

33,5

1,4

10,5

1,8

H.G.R.T. S.A.S. APX-Endex Coreso

31,8 937,0 2,8

0,1 902,7 1,5

0,0 30,7 3,5

2,6 2,7 0,1

TOTAAL

971,6

904,3

34,2

5,4

2009

2010 24,5% 20,0% 28,5%


136 + 137 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

4.6. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen

4.5. Andere financiële activa 2010

2009

Beleggingen die voor verkoop beschikbaar zijn Overige

13,4 66,1

16,7 68,2

Totaal

79,5

84,9

(in € miljoen)

‘Beleggingen die voor verkoop beschikbaar zijn’ worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de wijzigingen van de reële waarde in de winst- en verliesrekening. In 2010 werd een gedeelte van de belegging verkocht voor €3,3 miljoen. Het risicoprofiel van deze beleggingen wordt besproken in toelichting 5.4. Het element ‘Overige’ heeft voornamelijk betrekking op een recupereerbaar bedrag van een deel van de pensioenverplichting - zie toelichting 4.12.

IN DE BALANS OPGENOMEN UITGESTELDE BELASTINGSVORDERINGEN EN -VERPLICHTINGEN (in € miljoen)

Vorderingen 2010

2009

2010

2009

Materiële activa Immateriële activa Voorraden Rentedragende leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Personeelsbeloningen Voorzieningen Overige posten

(2,9) (7,4) (1,1)

0,5 (7,1) (1,0)

(61,1) 0,0 0,0

0,0 0,0 0,0

9,8 32,5 0,1 (22,3)

8,6 47,7 0,1 (23,8)

0,0 0,9 (2,1) (31,0)

0,0 0,0 0,0 (6,8)

8,7

25,0

(93,3)

(6,8)

Netto belastings­ vordering (–) / ­verplichting (+)

Verplichtingen

MUTATIES IN DE UITGESTELDE BELASTINGSVORDERINGEN EN -SCHULDEN TEN GEVOLGE VAN MUTATIES IN DE TIJDELIJKE VERSCHILLEN GEDURENDE HET BOEKJAAR

(in € miljoen)

Materiële activa Immateriële activa Overige financiële vaste activa Voorraden Rentedragende leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Personeelsbeloningen Voorzieningen Overige posten TOTAAL

(in € miljoen)

Materiële activa Immateriële activa Overige financiële vaste activa Voorraden Rentedragende leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Personeelsbeloningen Voorzieningen Overige posten TOTAAL

01.01.2009

Opgenomen in winst/ verlies

Opgenomen in eigen vermogen

0,4 (6,1) 0,0 (0,9) 7,9

0,1 (1,0) 0,0 (0,1) (0,6)

46,9 0,3 (30,8)

(1,0) (0,2) 0,2

1,8

17,7

(2,6)

3,1

Verworven via bedrijfs­ combinaties

31.12.2009 0,5 (7,1) 0,0 (1,0) 8,6

1,3

47,7 0,1 (30,6) 0,0

01.01.2010

18,2

31.12.2010

0,5 (7,1) 0,0 (1,0) 8,6

(9,6) (0,3) 0,0 (0,1) 0,2

0,0 0,0 0,0 0,0 1,1

(55,0) 0,0 0,0 0,0 0,0

(64,1) (7,4) 0,0 (1,1) 9,9

47,7 0,1 (30,6)

(6,3) (0,6) (0,7)

(8,9) 0,0 0,0

0,8 (1,5) (21,9)

33,3 (2,0) (53,2)

18,2

(17,4)

(7,8)

(77.6)

(84,6)


EFFECT VAN DE MUTATIES IN DE TIJDELIJKE VERSCHILLEN GEDURENDE HET BOEKJAAR

De mutaties van de tijdelijke verschillen in het jaar worden opgenomen in de winst/verliesrekening als winstbelastingen (zie ook toelichting 3.4).

De blootstelling van de groep aan krediet en valutarisico’s en verliezen als gevolg van waardeverminderingen die verbonden zijn aan handels- en andere vorderingen wordt getoond in toelichting 5.4. DUBIEUZE DEBITEUREN

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN UITGESTELDE BELASTINGSVORDERINGEN

Voor de volgende posten zijn geen uitgestelde winstbelastingen opgenomen in de balans: (in € miljoen)

2010

2009

Notionele interestaftrek Niet opgenomen belastingsvordering (–) / verplichting (+)

122,3

111,4

122,3

111,4

De notionele interestaftrek die niet werd gebruikt, vervalt na zeven jaar. Voor deze verschillen werden geen belastingvorderingen in de balans opgenomen omdat het niet waarschijnlijk is dat in de toekomst sprake zal zijn van belastbare winst die de groep kan aanwenden voor de realisatie van deze vorderingen.

4.7. Voorraden (in € miljoen)

2010

2009

Grond- en hulpstoffen Geboekte waardeverminderingen

25,9 (11,4)

24,3 (10,6)

Totaal

14,5

13,7

De artikelen in het magazijn zijn hoofdzakelijk wissel- en reservestukken voor het onderhoud en de herstellingswerken van de hoogspanningsstations, bovengrondse lijnen en de ondergrondse kabels van de groep.

4.8. Handelsvorderingen en overige ­vorderingen (in € miljoen)

Projecten in opdracht van derden Overige handelsvorderingen en vooruitbetalingen Heffingen BTW, diverse belastingen Diversen

Totaal

2010

2009

4,0

3,8

287,2 0,0 125,2 97,3

201,7 0,0 6,7 2,7

523,1

218,1

De stijging is het gevolg van de integratie van 50Hertz Transmission en heeft voornamelijk betrekking op de BTW op EEGactiviteiten die bij de fiscus moet worden gerecupereerd.

(in € miljoen)

2010

2009

Niet vervallen Vervallen minder dan 30 dagen Vervallen tussen 31 en 60 dagen Vervallen tussen 61 dagen en één jaar Meer dan één jaar Totaal (excl. waardevermindering)

254,0 11,9 (5,8) 26,1 0,6 286,8

172,6 32,9 (4,1) 0,0 0,0 201,4

Dubieuze vorderingen Geboekte waardevermindering

15,2 (14,9)

3,7 (3,4)

287,1

201,7

Totaal

4.9. Geldmiddelen en kasequivalenten (in € miljoen)

2010

2009

Banksaldi Direct opvraagbare deposito’s

128,7 237,2

60,6 114,0

365,9

174,6

Totaal

De kortetermijndeposito’s worden belegd voor periodes die variëren van enkele dagen tot enkele weken afhankelijk van de onmiddellijke cashbehoeften van de groep en brengen interesten op volgens de rentevoeten van de kortetermijndeposito’s. De rentedragende beleggingen hebben aan het einde van de verslagperiode een rente van 0,15% tot 1,70%. Een bedrag van € 30 miljoen is beperkt qua gebruik ten gevolge van contractuele voorwaarden verbonden aan een subsidie die de Europese Gemeenschap heeft toegekend. De banktegoeden brengen interest op tegen variabele rentevoeten op basis van de dagelijkse bankdepositorente. Het renterisico van de groep en de gevoeligheidsanalyse voor financiële activa en verplichtingen worden besproken in toelichting 5.4.

4.10. Eigen vermogen AANDELENKAPITAAL EN UITGIFTEPREMIE

Aantal aandelen Uitstaand per 1 januari Uitgegeven tegen betaling in contanten

Uitstaand per 31 december – volstort

Gewone aandelen 2010

2009

48.270.255

48.076.949

12.084.962

193.306

60.355.217

48.270.255


138 + 139 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

In januari 2010 bood de Elia groep het personeel aan om in te tekenen op een kapitaalverhoging van Elia System Operator NV (belastingtranche), waardoor het aandelenkapitaal met € 0,3 miljoen werd verhoogd en het aantal uitstaande aandelen met 13.919 aandelen zonder nominale waarde steeg.

Dividend

Na de balansdatum is door de raad van bestuur het onderstaande dividendvoorstel gedaan. (in €)

Dividend per aandeel

Elia voerde een tweede kapitaalverhoging uit voor een nominaal bedrag van € 299,4 miljoen tussen 8 en 18 juni 2010 om de overname van 60% in de Duitse netbeheerder 50Hertz Transmission te financieren. Deze werd volledig onderschreven. Tijdens de inschrijvingsperiode met voorkeurrechten voor bestaande aandeelhouders, waarbij ze voor elke vier voorkeurrechten één nieuw aandeel konden opnemen tegen een prijs van € 24,80, werden 91,84% van de beschikbare aandelen (11.085.617 van de 12.071.043 nieuwe aangeboden aandelen) onderschreven. Op 22 juni 2010 werden de andere 3.941.704 rechten aan institutionele beleggers aangeboden in een plaatsing bij privé-investeerders. Alle resterende voorkeurrechten werden als scrips verkocht voor € 0,20 per scrip, wat overeenkomt met een aankoopprijs van het aandeel van € 25,60. De nieuwe aandelen werden voor het eerst genoteerd op 25 juni 2010. Het kapitaal van Elia System Operator NV steeg van € 1.207,3 miljoen tot € 1.500,6 miljoen, rekening houdend met de kosten voor kapitaalverhogingen. RESERVES

Volgens de Belgische wetgeving moet elk jaar 5% van de statutaire nettowinst van de moedervennootschap overgedragen worden naar de wettelijke reserve tot die wettelijke reserve 10% van het kapitaal bedraagt. In het kader van het tarifaire mechanisme moet Elia de in de tarieven verrekenende gerealiseerde meerwaarde naar aanleiding van buitengebruikstellingen van vaste activa (daling van Regulated Asset Base) reserveren in het eigen vermogen. Dit bedroeg in 2009 € 15,4 miljoen. De algemene vergadering heeft op 11 mei 2010 beslist om dit bedrag in de wettelijke reserve op te nemen. Op 31 december 2010 bedroeg de wettelijke reserve van Elia groep € 51,4 miljoen. Deze reserve kan alleen uitgekeerd worden aan de aandeelhouders in het geval van een vereffening. De raad van bestuur kan aan de aandeelhouders de uitkering van een dividend voorstellen tot een maximumbedrag van de beschikbare reserves en van de overgedragen winst van vorige boekjaren van de moedervennootschap, inclusief de winst van het boekjaar dat eindigde op 31 december 2010. De aandeelhouders moeten de hoogte van de dividenduitkering goedkeuren tijdens de algemene vergadering van de aandeelhouders. Afdekkingsreserve

De afdekkingsreserve bestaat uit het effectieve deel van de cumulatieve nettomutatie in de reële waarde van kasstroom-afdekkingsinstrumenten met betrekking tot afgedekte transacties die nog niet hebben plaatsgevonden.

2010

2009

1,40

1,38

Op de algemene vergadering van aandeelhouders van 11 mei 2010, keurde de raad van bestuur de uitkering goed van een brutodividend van € 1,38 per aandeel, dat leidt tot een nettodividend van € 1,035 per aandeel of een nettodividend van € 1,173 per aandeel met een VVPR-strip, hetzij een totaal bedrag van € 66,6 miljoen Op de vergadering van de raad van bestuur van 24 februari 2011 wordt een brutodividend van € 1,40 per aandeel voorgesteld. Dit dividend is onderworpen aan de goedkeuring door de aandeelhouders tijdens de jaarlijkse algemene vergadering op 10 mei 2011 en werd niet opgenomen als een verplichting in de geconsolideerde jaarrekening van de groep. Het totale dividend zal, op basis van het aantal uitstaande aandelen op 24 februari 2011, €84,5 miljoen bedragen. De nettowinst bevat ook de meerwaarde naar aanleiding van buitendienststellingen van vaste activa van € 16,2 miljoen die in het eigen vermogen moet worden geboekt. De raad van bestuur van 24 februari 2011 heeft beslist om aan de algemene vergadering voor te stellen om dit bedrag te boeken als wettelijke reserve. Op 31 december 2010 was dit bedrag nog niet opgenomen als reserve.

4.11. Leningen en overige langlopende ­financieringsverplichtingen Hieronder wordt een globaal overzicht weergegeven van de leningen en de interestlasten: (in € miljoen)

Lange termijnleningen Toe te rekenen interest

2010

2009

2.848,9

2.550,5

68,4

68,4

Subtotaal lange termijnleningen

2.917,3

2.618,9

Korte termijnleningen Toe te rekenen interest Subtotaal korte termijnleningen

0,1 0,0 0,1

0,0 0,1 0,1

2.917,4

2.619,0

Totaal


Hieronder worden de vervaldagen en voorwaarden voor de desbetreffende leningen gegeven: Vervaldag

(in € miljoen)

Aandeelhouderslening Schijf A Uitgiften van obligatieleningen 2004 Uitgiften van obligatieleningen 2004 Uitgiften van obligatieleningen 2009 Uitgiften van obligatieleningen 2009 Uitgiften van obligatieleningen 2010 Europese Investeringsbank Europese Investeringsbank

/ / / / /

10 jaar 15 jaar 7 jaar 4 jaar 10 jaar

Boek­ waarde

2022 2014 2019 2016 2013 2020 2016 2017

495,8 499,1 498,7 498,4 499,3 297,6 40,0 20,0

TOTAAL

2.848,9

De informatie over de contractvervaldagen van de leningen en (kortlopende en langlopende) financieringsverplichtingen van de groep wordt hieronder gegeven:

(in € miljoen)

Aandeelhouders­ lening schijf A Uitgiften van ­obligatieleningen Europese Investeringsbank Europese Investeringsbank

Totaal

Nomi- 1 jaar nale of waarde minder

1-2 jaar

3-5 jaar

Meer dan 5 jaar

495,8

0,0

0,0

0,0

495,8

2.300,0

0,0

0,0

1.000,0

1.300,0

40,0

0,0

0,0

0,0

40,0

20,0

0,0

0,0

0,0

20,0

2.855,8

0,0

0,0 1.000,0 1.855,8

Eurogrid GmbH heeft met succes een eerste schijf van € 500 miljoen uitgegeven 5 (schijf op 10 jaar) van zijn EMTN-eurobondprogramma van € 2,5 miljard. De opbrengsten van de uitgifte zullen worden gebruikt voor algemene bedrijfsdoeleinden, waaronder het investeringsprogramma van zijn dochteronderneming, de Duitse transmissienetbeheerder 50Hertz Transmission GmbH. Door de grote belangstelling van beleggers voor het Eurogrid-krediet konden de bookrunners de prijs voor 10-jarige obligaties zetten op mid-swap +127 bp (coupon van 3,93%).

4.12. Personeelsbeloningen In België worden de rechten van het personeel van de gas- en elektriciteitssector geregeld op grond van collectieve overeenkomsten. Deze overeenkomsten voorzien in zogenaamde “aanvullende pensioenen” op basis van het jaarsalaris en de loopbaan van de werknemer in de onderneming. Als de medewerker overlijdt, zijn deze aanvullende bedragen gedeeltelijk overdraagbaar naar zijn erfopvolger (weduwe/wees). De toegekende beloningen zijn

Interestvoet Interestvoet Huidige proportie van voor hedging na hedging de interestvoet

2,19% 4,75% 5,25% 5,63% 4,50% 3,88% 4,27% 4,79%

4,90% 4,75% 5,25% 5,63% 4,50% 3,88% 4,27% 4,79%

Vast

Variabel

79,83% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

20,17% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

96,72%

3,28%

verbonden aan ’het bedrijfsresultaat van Elia. Voor deze verplichtingen bestaat er noch een extern pensioenfonds noch een groepsverzekering, waardoor er ook geen reserves bij derden opgebouwd zijn. Deze verplichtingen worden toegezegde pensioenregelingen genoemd. De collectieve overeenkomst bepaalt dat aan actief personeel aangeworven van 1 januari 1993 tot en met 31 december 2001 en het management/uitvoerend kaderpersoneel aangeworven voor 1 mei 1999 dezelfde waarborgen worden toegekend via een pensioenstelsel ‘te bereiken doel pensioenregeling’. De verplichtingen in het kader van deze ‘te bereiken doel pensioenregeling’ worden gefinancierd via een aantal pensioenfondsen voor de elektriciteits- en gassector en via verzekeringsmaatschappijen. Personeel dat op basis van een ‘salarisschaal’ wordt betaald en is aangeworven na 1 juni 2002 en management/kaderpersoneel dat na 1 mei 1999 is aangeworven, wordt gedekt door pensioenplannen op basis van toegezegde bijdragen. Voor betalingen na 1 januari 2004 vereist de wet een gemiddeld jaarlijks rendement over de loopbaan van ten minste 3,25% voor de bijdragen van de werkgever en 3,75% voor de bijdragen van de werknemers, waarbij de werkgever een eventueel verlies moet bijpassen. Aangezien het effectieve rendement op fondsbeleggingen tot nu toe hoger lag dan het gegarandeerde minimumrendement, is er geen voorziening aangelegd om een verlies te dekken. Elia Transmission België heeft ook vervroegde pensioenregelingen en andere beloningen na de tewerkstellingen, zoals een dekking van medische kosten en kortingen op hun gas- en elektriciteitsfactuur, naast andere beloningen op lange termijn (jubileumpremies). Niet al deze beloningen worden gefinancierd.

5 Een totaal bedrag van € 500 miljoen: na de toepassing van proportionele consolidatie wordt het bedrag € 300 miljoen.


140 + 141 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

50Hertz Transmission Duitsland heeft pensioenregelingen en vervroegde pensioneringsregelingen die voornamelijk gebaseerd zijn op collectieve onderhandeling of overeenkomsten van de ondernemingsraad. De toegekende beloningen of bijlagen zijn afhankelijk van het loon en de anciënniteit van de deelnemers.

Hieronder worden de totale nettoverplichtingen voor ­personeelsbeloningen vermeld: (in € miljoen)

2010

2009

Toegezegde pensioenregelingen Plan voor vervroegd pensioen Overige personeelsbeloningen Subtotaal Overige (herstructurering)

52,6 8,8 41,4 102,8 1,0

85,9 13,9 41,9 141,7 1,2

103,8

142,9

Totaal voorzieningen voor ­personeelsbeloningen

2010

2009

Geraamde schuld in verband met de beloningen bij begin van periode Verworven via bedrijfscombinaties Dienstkosten Interestkosten Bijdragen van werknemers aan het plan Winsten (verliezen) op wijziging van regelingen Winsten (verliezen) op afwikkeling of stopzetting van regelingen Bijzondere beëindigingsbeloningen Actuariële winsten (verliezen) Betaalde beloningen

(236,9) (17,0) (5,8) (9,9) (0,6) 0,0 0,0 1,5 22,3 19,3

(240,0) 0,0 (5,8) (11,9) (0,6) 0,9 0,0 (5,5) (5,5) 31,5

GERAAMDE SCHULD IN VERBAND MET DE BELONINGEN OP EINDE VAN PERIODE

(227,1)

(236,9)

Billijke waarde van fondsbeleggingen bij begin van periode Verworven via bedrijfscombinaties Verwachte (niet reële) opbrengst op fondsbeleggingen Werkgeversbijdragen Bijdragen deelnemers aan plan Winsten (verliezen) op inperking, afwikkeling of stopzetting van regelingen Actuariële winsten (verliezen) op voordelen op lange termijn Betaalde beloningen

95,2 10,4 5,1 23,6 1,1 0,0 7,3 (18,5)

98,5 0,0 5,5 21,9 0,6 0,0 0,3 (31,5)

BILLIJKE WAARDE VAN FONDSBELEGGINGEN OP EINDE VAN PERIODE

124,2

95,3

(102,9)

(141,6)

Dienstkosten Interestkosten Bijdragen deelnemers aan plan Verwachte opbrengst op fondsbeleggingen Actuariële winsten (verliezen) Bijzondere beëindigingsbeloningen

(5,8) (9,9) 0,0 5,1 0,1 1,5

(5,8) (11,9) (0,6) 5,5 0,0 (4,6)

NETTO PERIODIEKE VOORDEELKOSTEN

(9,0)

(17,3)

(in € miljoen)

VERANDERING IN SCHULDEN IN VERBAND MET DE BELONINGEN

VERANDERING IN FONDSBELEGGINGEN

FINANCIERINGSSTATUS FINANCIERINGSSTATUS VAN HET PLAN NETTO PERIODIEKE PENSIOENKOSTEN


Actuariële veronderstellingen

2010

2009

Inflatiepercentage Verdisconteringsvoet (zonder inflatie) Loonstijgingspercentage (zonder inflatie) Opbrengst op deposito’s (zonder inflatie) Stijgingspercentage van gezondheidsbeloningen (pensioen en lopend)

2,00% 2,36%

2,00% 2,60%

2,00%

2,00%

5,25%

4,00%

1,00%

1,00%

Het verwacht rendement op fondsbeleggingen wordt voor elke activacategorie bepaald. Elke activacategorie heeft een eigen geschat rendementspercentage. SENSITIVITEITSANALYSE

Een verandering in de medische kosten van 1% zou de volgende impact hebben: (in € miljoen)

Totaal van de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Toegezegde pensioenverplichtingen

Toename van 1%

Afname van 1%

(1,9) (0,2)

2,2 0,1

Een verhoging van 1% op het kortingspercentage en de inflatie van de medische kosten zou de volgende impact hebben: (in € miljoen)

Toegezegde pensioenverplichtingen

Disconteringsvoet

Inflatie

15,9

(16,5)

GEDETAILLEERD OVERZICHT VAN FONDSBELEGGINGEN

2010

2009

23,78% 54,34% 5,54% 16,34%

21,76% 55,23% 7,83% 15,18%

100,00%

100,00%

Aandelen Obligaties Vastgoed Overige (inbegrepen monetair)

Totaal aan fondsbeleggingen

ACTUARIËLE WINSTEN EN VERLIEZEN GEBOEKT IN ­NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in € miljoen)

2010

2009

Cumulatief bedrag per 1 januari In de verslagperiode verwerkt

(15,7) 26,1

(10,5) (5,2)

Cumulatief bedrag per 31 december

10,4

(15,7)

De tabel hieronder bevat een historisch overzicht van de belangrijkste indicatoren voor de afgelopen vijf jaar 2010

2009

2008

2007

2006

Actuariële schuld (227,1) Reële waarde van de fondsbeleggingen 124,3 Overschot of (tekort) (102,8)

(236,9)

(240,0)

(258,9)

(322,5)

95,2 (141,7)

98,5 (141,5)

116,9 (142,0)

143,1 (179,4)

(in € miljoen)

RECUPEREERBAAR BEDRAG IN TOEKOMSTIGE TARIEVEN

In overeenstemming met een studie uitgegeven door de CREG is het nagenoeg zeker dat een gedeelte voor een bedrag van € 65,4 miljoen van de totale personeelsbeloningen door de CREG aanvaard zal worden als redelijke kosten en bijgevolg doorgerekend zal worden in toekomstige tarieven. Aangezien dit bedrag door Elia kan worden gerecupereerd van derde partijen, in overeenstemming met IFRS-waarderingsregels (IAS 19), wordt dit beschouwd als een actiefbestanddeel. De verwerking hiervan gebeurt onder de rubriek overige financiële activa (zie toelichting 4.5).

4.13. Voorzieningen Gebruiksrecht lijnen

Milieu

Geschillen

L 1 JANUARI 2009

10,3

4,7

15,0

Gedurende het boekjaar: dotatie voorzieningen Gedurende het boekjaar: aanwending voorzieningen Gedurende het boekjaar: terugname voorzieningen Verdiscontering voorziening

9,6 (0,2) (5,8) 0,0

0,4 0,0 (0,3) 0,0

10,0 (0,2) (6,1) 0,0

STAND PER 31 DECEMBER 2009

13,9

4,8

0,0

18,7

Langlopend deel Kortlopend deel

0,0 13,9

4,8 0,0

0,0 0,0

4,8 13,9

(in € miljoen)

Totaal


142 + 143 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

4.13. Voorzieningen (vervolg) Milieu

Geschillen

Gebruiksrecht lijnen

Totaal

STAND PER 1 JANUARI 2010

13,9

4,8

0,0

18,7

Verworven via bedrijfscombinaties Gedurende het boekjaar: dotatie voorzieningen Gedurende het boekjaar: aanwending voorzieningen Gedurende het boekjaar: terugname voorzieningen Verdiscontering voorziening

2,1 3,8 (0,4) 0,0 0,0

8,3 20,4 (2,2) (3,4) 0,0

39,8 1,5 (0,4) 0,0 0,0

50,2 25,7 (3,0) (3,4) 0,0

STAND PER 31 DECEMBER 2010

19,4

27,9

40,9

88,2

Langlopend deel Kortlopend deel

1,9 17,5

7,3 20,6

35,4 5,5

44,6 43,6

(in € miljoen)

De fluctuatie in voorzieningen voor het milieu is toe te schrijven aan enerzijds verder bodemonderzoek en -sanering op bepaalde sites in Vlaanderen en anderzijds het gevolg van de kennisname van de eerste resultaten van de preventieve screening van terreinen in het Brussels Hoofdstedelijk en Waals gewest. De raming van de bedragen werden door een extern studiebureau uitgevoerd, rekening houdend met het BATNEEC-principe (‘best beschikbare techniek zonder overdreven kostprijs’) (zie het hoofdstuk ’Vervuiling’ voor meer details). De voorziening voor geschillen is gebaseerd op de best mogelijke inschatting van het management van de eventuele kosten die Elia zou moeten dragen, ten gevolge van geschillen waarvoor Elia door een derde partij gerechtelijk wordt vervolgd of waarvoor zij betrokken is in een juridisch geschil. De provisie ‘Gebruiksrechten voor gronden’ bestaat uit mogelijke betalingen aan grondeigenaars voor bovengrondse lijnen die in het verleden zijn gebouwd door de vorige eigenaars van 50Hertz Transmission. Deze schattingen zijn bepaald op basis van de waarde van de ingestelde vorderingen of het geschatte bedrag van de risicoblootstelling. De verwachte timing van de bijhorende kasuitstroom hangt af van de vooruitgang en de duur van de onderliggende procedures. De beweging van de voorzieningen wordt ook besproken in toelichting 3.2.3.

4.14. Handelsschulden en overige schulden (in € miljoen)

2010

2009

Handelsschulden BTW, diverse belastingsschulden Bezoldigingen en sociale lasten Dividend Heffingen Diversen

298,1 12,7 24,3 3,1 75,3 35,2

126,3 5,5 24,4 1,3 55,7 10,1

448,7

223,3

Totaal

Zoals beschreven in de inleiding is het niet relevant om 2009 te vergelijken met 2010, maar de grote stijging van de handelsschulden en andere schulden is voornamelijk het gevolg van ‘onbetaalde leveranciersfacturen’ en de stijging in de heffingen is voornamelijk het gevolg van nieuwe heffingen die in 2010 door de overheidsinstanties zijn ingevoerd.

4.15. Overgedragen opbrengsten en toe te rekenen kosten (in € miljoen)

Toe te rekenen kosten en overgedragen opbrengsten Saldo afrekeningmechanisme België Saldo afrekeningmechanisme Duitsland

Totaal overige kortlopende ­verplichtingen

2010

2009

61,1 49,9 68,3

0,0 31,9 0,0

179,3

31,9

De volgende tabel geeft een overzicht voor 2010. België

Duitsland

(46,0)

(29,6)

14,2

(38,7)

Korting toekomstige tarieven

(31,8)

(68,3)

Moratoriuminteresten vennootschapsbelasting boekjaar 2008

(18,1)

0,0

Saldo afrekeningmechanisme

(49,9)

(68,3)

(in € miljoen)

Terug te geven in huidige tarifaire periode Saldi vorige boekjaren terug te vorderen via de toekomstige tarieven - boekjaar nog te bepalen


5. Diversen 5.1. Gevolgen van nieuwe bedrijfscombinaties 5.1.1. OVERNAME IN 2010 Beschrijving van de deal

Op 12 maart 2010 kondigden Elia en IFM de overname van 50Hertz van de Vattenfall-groep aan. Deze werd op 19 mei 2010 voltooid. Ze omvatte alle aandelen van 50Hertz Transmission die werden aangehouden, inclusief de volle dochteronderneming 50Hertz Offshore en de twee minderheidsparticipaties in EMCC (20,0%) en CAO (12,5%).

Totaal

(in miljoen €)

Immateriële activa Materiële vaste activa Overige financiële vaste activa Voorraden Handels- en overige vorderingen Uitgestelde belastingsvorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Overige vlottende activa Personeelsbeloningen Voorzieningen Leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Handelsschulden en overige schulden Uitgestelde belastingverplichtingen Overige schulden op korte termijn Identificeerbare netto activa Winst op voordelige acquisitie Betaald bedrag Verworven geldmiddelen NIEUWE BEDRIJFSCOMBINATIE

Met het oog op deze overname, richtten Elia en IFM de holding Eurogrid International CVBA op. In totaal bezitten Elia System Operator NV/SA en Elia Asset NV/SA 60% van de aandelen van Eurogrid International (de laatste bezit één aandeel) en bezit IFM Luxemburg 40% van de aandelen. De aandelen van 50Hertz Transmission werden in 2010 overgenomen via Eurogrid GmbH, een Duitse besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Eurogrid GmbH is een volle dochteronderneming van Eurogrid International. De overnameprijs voor alle aandelen die 50Hertz in zijn bezit had, bedroeg € 464,6 miljoen. Via Eurogrid GmbH betaalde Elia € 278,8 miljoen voor een participatie van 60%. Tengevolge de aandeelhoudersovereenkomst met IFM, worden de cijfers van 50Hertz voor 60% opgenomen in de cijfers van Elia met behulp van de proportionele consolidatiemethode.

Boekwaarden voor overname

Wijzigingen in reële waarde

Opgenomen waarden bij overname

32,4 1.413,8 0,3 2,9 222,6 0,0 0,0 88,2 (10,8) (84,0)

0,0 (8,6) 0,0 0,0 0,0 2,5 0,0 0,0 0,0 0,0

32,4 1.405,2 0,3 2,9 222,6 2,5 0,0 88,2 (10,8) (84,0)

0,0 (402,6) (131,8) (182,8)

0,0 0,0 0,0 0,0

0,0 (402,6) (131,8) (182,8)

948,2

(6,1)

942,1 (477,5) 464,6 0,0 464,6


144 + 145 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Winst op voordelige acquisitie

Als gevolg van de overname van 50Hertz Transmission dient men de aankoopsom in de jaarrekening te verwerken. Volgens IFRS moet verworven goodwill of een winst op voordelige acquisitie worden toegerekend door een Purchase Price Allocation of ‘PPA’ uit te voeren. Bij een PPA worden alle afzonderlijke identificeerbare activa en (voorlopige) verplichtingen aan reële waarde gewaardeerd. Deze PPA-oefening werd uitgevoerd voor Eurogrid GmbH (Duitse financierings- en overnamestructuur boven 50Hertz Transmission), waarbij de waarde van het eigen vermogen van 50Hertz werd vastgesteld op € 942,1 miljoen en uiteindelijk leidt tot een winst op voordelige acquisitie van € 477,5 miljoen, waarvan 60% is opgenomen in de resultatenrekening van de groep. Winst op voordelige acquisitie

100%

60%

Bedrag investering door moeder­ maatschappij (1) Eigen vermogen 50Hertz per 31/05/2010 (2)

464,6 942,1

278,8 565,3

Winst op voordelige acquisitie per 31.12.2010 = [(2)-(1)]

477,5

286,5

Acquisitiekosten 50Hertz

-13,3

-8,0

464,2

278,5

(in € miljoen)

Totaal niet-recurrente elementen

Dit bedrag is in overeenstemming met de oorspronkelijke inschatting van de vennootschap van de reële waarde (“fair value”) van de nettoactiva van 50 Hertz die varieert tussen EUR 890,3 miljoen en EUR 984,1 miljoen. Deze oorspronkelijke inschatting werd uitgevoerd met de hulp van een onafhankelijke waarderingsexpert op basis van drie methodes en waarbij volgende veronderstellingen werden toegepast: • het verdisconteren van de toekomstige vrije kasstromen (“FCF”) gebaseerd op de “Regulated Asset Base” of “RAB” voor de inschatting van de residuele waarde van de toekomstige vrije kasstromen (“DCF-methode”); wegens de aard van de onderneming kan de netto cash flow negatief zijn tengevolge van voorziene investeringsplannen. • het verdisconteren van toekomstige verwachtte dividenden zoals geraamd door de vennootschap (“DDM-methode”). Deze analyses zijn gebaseerd op financiële vooruitzichten (business plan) zoals voorbereid door het management (niet gecertificeerd door de onafhankelijke expert) voor de periode 20102028, rekening houdend met het huidige regulatoire kader zoals beschreven in het hoofdstuk “Regulatoir kader en tarieven”. Het bedrijfsplan houdt rekening met de verwachte positieve impact van • de implementatie en de inwerkingtreding vanaf 1 januari 2010 van het AusgleichMechV compensatiemechanisme ter compensatie van de verplichtingen tot publieke dienstverlening gerelateerd aan de promotie van hernieuwbare energie bronnen (EEG), die toelaat bepaalde kosten, gerelateerd aan

dit mechanisme, te beschouwen als doorrekenbare kosten en om deze kosten op te nemen in de tarieven; een verwachte positieve impact van de implementatie van het “Korridor model” vanaf 1 januari 2010, die een nieuwe behandeling voorziet van het grootste deel van systeemdiensten (regelenergie, compensatie van netverliezen, inschakeling), wat toelaat om de meeste van deze kosten op te nemen in de opbrengstenlimiet; een verdere optimalisatie van de kosten gerelateerd aan verschillende ondersteunende diensten (IT, verzekering, cash pooling, consulting en andere ondersteunende diensten).

De toekomstige kasstromen en toekomstige dividenden zijn gebaseerd op het bedrijfsplan voorbereid door het management in de loop van het eerste kwartaal van 2010, waarbij het huidige Duitse tariefmechanisme werd toegepast voor de periode 2010–2028 ,waarbij uitgegaan werd van volgende onderstellingen: • periode 2010–2018 wordt voornamelijk aangestuurd door Elia’s en IFM’s investeringsoverzicht dat relatief hoge investeringen ten opzichte van het verleden bevat; • voor de periode 2019–2028 eveneens gedreven door Elia’s en IFM’s investeringsoverzicht, hoewel op een niveau dat dichterbij ligt of zelfs onder de operationele kasstromen. De netto RAB is nagenoeg op een constant niveau in de jaren na 2021. De residuele waarde is gebaseerd op de netto RAB waarde die verondersteld wordt stabiel te zijn in 2028. Basisassumpties zijn hiervoor dat de afschrijvingen evenwichtig zijn met de investeringen en dat er geen wijzigingen zijn in werkkapitaal. Gezien dat de activiteit als “TNB” een activiteit is met langetermijnperspectieven, zijn de kasstromen geprojecteerd over de periode 2010 – 2028. De toegepaste verdisconteringsvoet van 5,7% ( kost van het eigen vermogen van 7,2% en kost van de schulden van 5,1%) is in lijn met de gewogen gemiddelde kost van kapitaal (WACC) resulterend uit de toepassing van de kost van kapitaal na belastingen en de kost van schuldenpercentages zoals vastgelegd door de regulator BNetzA voor 50Hertz ( 5,8%), evenals de gewogen gemiddelde kost van kapitaal zoals gebruikt door de financiële analisten voor gelijkaardige ondernemingen. Voor de DDM-methode werd een uitbetalingsratio van 100% van de winst onder Duitse GAAP verondersteld (wat niet bindend is voor de eigenlijke toekomstige uitbetalingsratio). De marktbenadering die wordt gebruikt is gebaseerd op de verwachte EBIT en EBITDA (“Marktbenadering”); deze wordt gebruikt door enkele vergelijkbare West-Europese beursgenoteerde ondernemingen, zoals Red Electrica Corporation SA, Enagas, Terna, Fluxys, Snam Rete Gas, National Grid en Redes Energiticas Nacionais S.A. • De marktbenaderingsmethode werd voornamelijk gebruikt om de resultaten van de DCF en DDM waarderingsmethoden te valideren.


De vennootschap gaat akkoord met de conclusies van haar onafhankelijke expert dat de DCF-methode beter de stabiliteit van de activa ten opzichte van de residuele waarde weergeeft. Meer in het bijzonder, werd de P/E multiple niet weerhouden door een gebrek aan vergelijkbaarheid van gelijken ten gevolge van (onder andere) verschillende regulatoire omgevingen, afschrijvingsmethodes en niet-gereguleerde inkomsten. Bovendien, ten gevolge van het investeringsschema van 50Hertz en eenmalige kosten, het geraamde netto-inkomen, verschillen de EBIT en de EBITDA op significante wijze. Vooral het nettoresultaat vertoont een grote fluctuatie van jaar tot jaar, resulterend in een brede range, wat de relevantie van de markbenadering limiteert. Bijgevolg is de oorspronkelijke range van reële waarde van nettoactiva in overeenstemming met de waarderingsrange die resulteert uit de DCF-methode. De te betalen acquisitieprijs voor 50Hertz is het resultaat van onderhandelingen tussen de betrokken partijen volgend op een competitief verkoopproces. Vattenfall heeft geen informatie meegedeeld over de redenen waarom 50Hertz verkocht werd met een winst op voordelige acquisitie. Volgens het jaarverslag van Vattenfall over het boekjaar 2009 is hun schuldpositie gestegen gedurende de laatste jaren, terwijl hun cash-flow verminderde. Gelet op deze context heeft Vattenfall AB aangekondigd dat ze de intentie hadden de winstgevendheid te verbeteren door concrete maatregelen, onder andere het herzien van prioriteiten, verminderen van investeringen en afstoten van nietkernactiviteiten. Verder is Vattenfall onderworpen aan bepaalde voorwaarden om activa af te stoten volgens het 3de pakket van energiemaatregelen van de EU.

EFFECT VAN DE VERKOOP VAN BELPEX NV/SA OP DE ­FINANCIËLE POSITIE VAN DE GROEP

Totaal

(in miljoen €)

2010

Immateriële activa Handels- en overige vorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Minderheidsbelangen Leningen en overige langlopende financieringsverplichtingen Handelsschulden en overige schulden Overige schulden op korte termijn

(1,3) (9,3) (0,1) 2,0 5,0 1,9 0,1

Identificeerbare netto activa en verplichtingen

(1,7)

Bedrag ontvangen Vervreemde geldmiddelen

11,4 (0,1)

Netto kasinstroom

11,3

5.3. Op aandelen gebaseerde betalingen AANDELENAANKOOPPLANNEN MET KORTING

De groep heeft in 2010 aandelenkoopplannen met korting (Discounted Share Purchase Plans) aangeboden aan zijn personeel. Dit resulteerde in een inschrijving voor een bedrag van € 0,3 miljoen. De gemiddelde koers gedurende één maand voor de beslissing werd als basis genomen voor de bepaling van de intekenprijs. Deze bedroeg € 27,37 per aandeel. Na toepassing van de korting van 16,7% werd de prijs vastgelegd op € 22,81 (zie toelichting 4.10).

Overnamekosten

De groep heeft overnamekosten ten belope van € 8 miljoen gemaakt. Deze bestaan uit de juridische vergoedingen en due diligence-kosten. Deze kosten worden als niet-recurrente uitgaven gepresenteerd (zie toelichting 3.2.1).

5.4. Beheer van financiële risico’s en derivaten PRINCIPES VAN FINANCIEEL RISICOBEHEER

Bijdrage tot het resultaat van de groep

De bijdrage van Eurogrid GmbH (en verbonden ondernemingen) tot de nettowinst vóór belastingen wordt beschreven in toelichting 2.2.

5.2. Deconsolidatie van Belpex nv/sa In oktober 2010 verkocht Elia zijn volledige participatie van 60% in zijn dochteronderneming Belpex NV/SA, de Belgische energiebeurs. De cijfers van Belpex NV/SA waren volledig geconsolideerd in de cijfers op 31 december 2009. Elia en de Nederlandse transmissienetbeheerder TenneT BV verkochten allebei hun aandelen in Belpex aan APX-Endex Holding BV, de Nederlandse energiebeurs. Deze operatie maakt deel uit van de integratie van de energiebeurzen in de Noordwest-Europese regio.

Het is de bedoeling van de groep om elk van de risico’s te identificeren en om de strategieën te definiëren teneinde de economische impact op de resultaten van de groep te beheersen. De dienst Interne Audit & Enterprise Risk Management bepaalt de strategie inzake risicobeheer, controleert de risicoanalyse en rapporteert aan het management en het auditcomité. Het financiële risicobeleid wordt toegepast door een geschikt beleid te bepalen en effectieve controle- en rapporteringsprocedures op te zetten. Er worden bepaalde afgeleide afdekkingsinstrumenten gebruikt in functie van de betreffende risico-inschatting. Afgeleide instrumenten worden uitsluitend als afdekkingsinstrumenten gebruikt. Het regelgevende kader waarin de groep functioneert, beperkt in sterke mate de eventueel negatieve gevolgen voor de winst- en verliesrekening (zie het hoofdstuk ‘Regelgeving & tarieven’). De gevolgen van o.a. rentestijging, kredietrisico, enz. kunnen volgens de wetgeving in de tarieven verrekend worden.


146 + 147 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

KREDIETRISICO

Het kredietrisico omvat alle vormen van blootstelling aan een tegenpartij, d.w.z. waar tegenpartijen mogelijk hun verplichtingen ten opzichte van de vennootschap in het kader van een lening, afdekking, vereffening en andere financiële activiteiten niet zullen nakomen. De vennootschap is blootgesteld aan een kredietrisico bij zijn bedrijfsactiviteiten en thesaurieactiviteiten. Voor de bedrijfsactiviteiten heeft de groep een actief kredietbeleid dat rekening houdt met de risicoprofielen van klanten. De blootstelling aan het kredietrisico wordt voortdurend bewaakt en daarom worden voor bepaalde grote contracten de nodige bankgaranties aan de tegenpartij gevraagd.

Op het einde van de verslagperiode was er geen sprake van belangrijke concentraties van kredietrisico. Het maximale kredietrisico is de boekwaarde van elk financieel actief, met inbegrip van afgeleide financiële instrumenten. in € miljoen)

2010

2009

Leningen en vorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Beleggingen die voor verkoop ­beschikbaar zijn

287,0 366,0

201,7 174,6

13,4

16,7

0,0 (31,4)

0,0 (28,2)

635,0

364,8

Voor afdekking gebruikte renteswaps Activa Passiva

Totaal

Hieronder is de beweging in de tolerantie voor waardevermindering op leningen en vorderingen in de loop van het jaar opgenomen: Dubieuze debiteuren

Waardevermindering

Resterende saldo

4,1

(3,4)

0,7

(0,4)

0,0

(0,4)

STAND PER 31 DECEMBER 2009

3,7

(3,4)

0,3

STAND PER 1 JANUARI 2010

3,7

(3,4)

0,3

Verworven via bedrijfscombinaties Beweging van het boekjaar

0,0 11,5

0,0 (11,5)

0,0 0,0

STAND PER 31 DECEMBER 2010

15,2

(14,9)

0,3

(in € miljoen)

STAND PER 1 JANUARI 2009 Beweging van het boekjaar

Handelsvorderingen en andere vorderingen worden opgenomen zonder rekening te houden met vorderingen waarvan de waarde is verminderd. Het waardeverminderingsverlies dat in 2010 is geboekt, heeft voornamelijk betrekking op een vereffening van een vordering, die uiteindelijk in de toekomstige tarieven kon worden gerecupereerd. VALUTARISICO

De groep is niet blootgesteld aan enig belangrijk wisselkoersrisico, noch transactioneel, noch met betrekking tot de omzetting van vreemde munt in euro, aangezien hij geen buitenlandse investeringen of activiteiten heeft en minder dan 1% van zijn kosten uitgedrukt zijn in andere munteenheden dan de euro. LIQUIDITEITSRISICO

Het liquiditeitsrisico is het risico dat de groep zijn financiële verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De groep beperkt dit ri-

sico door de kasstromen op een continue basis te bewaken en ervoor te zorgen dat er steeds voldoende kredietfaciliteiten aanwezig zijn. Het is de bedoeling van de groep om een evenwicht te bewaren tussen de continuïteit van de financiering en flexibiliteit door het gebruik van bankleningen, bevestigde en onbevestigde kredietfaciliteiten, een handelspapierprogramma, enz. Voor financiering op middellange tot lange termijn, gebruikt de groep obligaties. Het looptijdenprofiel van de schuldenportefeuille is over meerdere jaren verspreid. De thesaurie van de groep beoordeelt vaak zijn financieringsbronnen, rekening houdend met zijn eigen kredietbeoordeling en de algemene marktomstandigheden. Verwijzend naar de obligatie-uitgifte in 2009 en de recente uitgifte in september 2010 (zie toelichting 1.6.14) zou er voldoende toegang moeten zijn tot financieringsbronnen.


Boekwaarde

(in € miljoen)

Niet-afgeleide financiële instrumenten Niet door zakelijke zekerheid gedekte ­obligaties Niet door zakelijke zekerheid gedekte leningen Handels- en overige verplichtingen

Contrac­ tuele kas­ 6 mnd of stromen minder

6-12 mnd

1-2 jaar

2-5 jaar

> 5 jaar

1.994,7 555,8 224,5

(2.601,4) (742,2) (224,5)

(100,3) (8,0) (224,5)

0,0 (6,7) -

(100,6) (16,0) -

(1.249,0) (48,0) -

(1.151,5) (663,5) -

28,3 28,3

(64,8) (64,8)

(6,6) (6,6)

(5,8) (5,8)

(11,4) (11,4)

(23,2) (23,2)

(17,7) (17,7)

STAND PER 31 DECEMBER 2009

2.803,3

(3.632,9)

(339,4)

(12,5)

(128,0)

(1.320,2)

(1.832,7)

Niet-afgeleide financiële instrumenten Niet door zakelijke zekerheid gedekte ­obligaties Niet door zakelijke zekerheid gedekte leningen Handels- en overige verplichtingen

2.293,1 555,8 509,8

(2.916,0) (726,8) (510,2)

(106,1) (8,6) (509,8)

(5,8) (6,7) 0,0

(112,4) (16,0) 0,0

(1.237,0) (48,0) 0,0

(1.454,7) (647,5) 0,0

31,4 31,4

(49,9) (49,9)

(6,2) (6,2)

(5,6) (5,6)

(8,7) (8,7)

(17,7) (17,7)

(11,8) (11,8)

3.390,1

(4.202,9)

(630,7)

(18,1)

(137,1)

(1.302,7)

(2.114,0)

Afgeleide financiële verplichtingen Voor afdekking gebruikte renteswaps Waarvan cashflow hedges

Afgeleide financiële verplichtingen Voor afdekking gebruikte renteswaps Waarvan cashflow hedges STAND PER 31 DECEMBER 2010

Hieronder worden details van de gebruikte en ongebruikte kredietfaciliteiten gegeven: Kredietlijnen

(in € miljoen)

Vervaldag

Beschikbaar bedrag

Gemiddelde interestvoet

Bedrag Gebruikt

Niet gebruikt

Bevestigde kredietfaciliteiten

13.01.2011

125,0

Euribor + marge bij afsluiten deal

0,0

125,0

Bevestigde kredietfaciliteiten

31.05.2013

60,0

Euribor + 1,50 %

0,0

60,0

Bevestigde kredietfaciliteiten

31.05.2013

210,0

Euribor + 1,20%

0,0

210,0

Niet bevestigde kredietfaciliteiten

-

70,0

Euribor + marge bij afsluiten deal

0,0

70,0

Niet bevestigde kredietfaciliteiten

-

100,0

Euribor + marge bij afluisten deal

0,0

100,0

Niet bevestigde kredietfaciliteiten

31.05.2013

30,0

Euribor + 1,20%

0,0

30,0

Europese Investeringsbank

-

125,0

Euribor + 0,05%

60,0

65,0

Belgian dematerialised treasury notes

-

250,0

Euribor + marge bij afsluiten deal

0,0

250,0

TOTAAL

-

970,0

-

60,0

910,0

RENTERISICO

Het renterisico is het risico dat de reële waarde of toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrentes. De risicoblootstelling van de groep aan marktrentes heeft voornamelijk betrekking op de schuldverplichtingen op lange termijn met vlottende rentevoeten van de groep.De groep beheert zijn renterisico met een evenwichtige portefeuille van leningen en financiële verplichtin-

gen met vast en variabel tarief. Om dit te beheren gaat de groep renteswaps aan waarbij de groep overeenkomt om op bepaalde intervallen het verschil tussen de vaste en de variabele rentebedragen, die berekend zijn op basis van een afgesproken theoretische hoofdsom, om te wisselen. Deze swaps worden gebruikt om de onderliggende schuldverplichtingen af te dekken. De tabel (zie toelichting 4.11) geeft de gemiddelde rente op de balansdatum aan.


148 + 149 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

SENSITIVITEITSANALYSE

Reële waarde hiërarchie

Op korte en lange termijn zullen wijzigingen in rentetarieven geen invloed hebben op het geconsolideerde resultaat, daar de groep functioneert in een regulatoir kader waarin de gevolgen van de fluctuaties van de financiële lasten via de tarieven worden gerecupereerd.

De bovenvermelde reële waarde van de ‘sicavs’ behoort tot niveau 1, wat inhoudt dat de waardering is gebaseerd op basis van (onaangepaste) genoteerde marktprijzen in actieve markten voor dergelijke instrumenten.

AFDEKKING

Alle afgeleide financiële instrumenten die de groep aangaat, hebben betrekking op een onderliggende transactie of voorspelde blootstelling, afhankelijk van de verwachte impact op de resultatenrekening, en als aan de strikte criteria van IAS 39 is voldaan, beslist de groep geval per geval of hedge accounting zal worden toegepast. De volgende secties beschrijven de transacties waarbij hedge accounting wordt toegepast. Per 31 december 2010 heeft de groep geen transacties die in aanmerking komen voor hedge accounting.

De bovenvermelde reële waarde van de renteswaps behoort tot niveau 2, wat inhoudt dat de waardering gebaseerd is op input van andere dan de opgegeven prijzen die waarneembaar zijn voor de activa of de verplichtingen. Deze categorie bevat instrumenten gewaardeerd op basis van genoteerde marktprijzen in actieve markten voor dergelijke instrumenten; genoteerde prijzen voor identieke of vergelijkbare instrumenten in markten die worden geacht minder actief te zijn; of andere waarderingstechnieken, die direct of indirect voortvloeien uit waarneembare marktgegevens. Schatting van de reële waarde

Reële waarden

In overeenstemming met de regels van hedge accounting, worden alle afgeleide financiële instrumenten aangemerkt als kasstroomafdekkingen en gewaardeerd tegen de reële waarde. Bijgevolg wordt het gedeelte van de winst of het verlies op het afgeleide financiële instrument, dat beschouwd kan worden als een effectieve afdekking, rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen (afdekkingsreserves). De renteswaps hebben een rente variërend van 4,23% tot en met 4,41%. Per 31 december 2010 had de groep afdekkingsinstrumenten met een gecontracteerd referentiebedrag van € 395,8 miljoen. De netto reële waarde van de swaps per 31 december 2010 bedroeg € 31,4 miljoen en bestaat volledig uit verplichtingen. Deze bedragen zijn opgenomen als derivaten tegen reële waarde.

Derivaten Voor renteswaps worden opgaven van makelaars gehanteerd. Deze opgaven worden gecontroleerd met behulp van waarderingsmodellen of technieken gebaseerd op contant gemaakte kasstromen. Rentedragende leningen De reële waarde wordt berekend op basis van de verdisconteerde toekomstige aflossingen en rentebetalingen. Financiële leaseverplichtingen De reële waarde wordt geschat op de contante waarde van de toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de rente voor homogene leaseovereenkomsten. De geschatte reële waarde weerspiegelt de verandering in de rente. KAPITAALRISICOBEHEER

Per 31 december 2010 zijn er geen financiële lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening voortvloeiend uit ineffectiviteit van de kasstroomafdekkingen. Het onderstaande overzicht bevat de reële waarden en de boekwaarden van de afgeleide financiële instrumenten. Aangezien de lening een variabele interest heeft, is de boekwaarde van de lening gelijk aan de reële waarde.

(in € miljoen)

Sicav Renteswaps: Actief Passief Leningen

Totaal

Boekwaarde

Reële waarde

Boekwaarde

Reële waarde

2010

2010

2009

2009

13,4

13,4

16,7 0

16,7 0,0

0,0 31,4 395,8

0,0 31,4 395,8

28,2 395,8

28,2 395,8

440,6

440,6

440,7

440,7

Het doel van het kapitaalstructuurbeheer van de groep is het behoud van de schuld- en eigenvermogenratio’s voor de gereguleerde activiteiten in overeenstemming met de vereisten van het regulatoire kader (één derde eigen vermogen en twee derden vreemd vermogen). Dankzij deze aanpak kan de groep de liquiditeit op elk moment verzekeren via flexibele toegang tot de kapitaalmarkten om strategische projecten te financieren en een aantrekkelijke vergoeding aan te bieden aan de aandeelhouders. Het dividendbeleid van de onderneming bestaat erin om de dividenduitkering te optimaliseren, echter rekening houdend met het feit dat een deel van de winst die voortvloeit uit de verrekening in de tarieven van de meerwaarde naar aanleiding van buitengebruikstellingen van materiële activa, verplicht gereserveerd moet worden. De reservering van deze winst bevordert aanzienlijk de autofinancieringscapaciteit van de vennootschap die nodig is om haar wettelijke opdracht uit te voeren. De vennootschap biedt zijn personeelsleden de mogelijkheid om in te schrijven op kapitaalverhogingen die uitsluitend aan hen zijn voorbehouden. De kapitaalverhoging wordt beschreven in toelichting 4.10.


5.5. Investeringsverplichtingen en ­voorwaardelijke verplichtingen

Volgende inkomsten met betrekking tot deze leaseovereenkomsten werden opgenomen in de resultatenrekening:

LEASEOVEREENKOMSTEN WAARBIJ DE GROEP ALS ­LESSEE OPTREEDT

De groep huurt motorvoertuigen, IT-materiaal en kantoorgebouwen. De leaseovereenkomsten voor auto’s en IT-materiaal hebben een gemiddelde looptijd van drie jaar; de huurcontracten voor gebouwen hebben een normale looptijd van negen jaar, met de mogelijkheid om de huur vervolgens te vernieuwen. Hieronder volgt een overzicht van de minimale leasebetalingen voor de toekomst in het kader van niet-opzegbare operationele leasing: <1 jaar

1–5 jaar

>5 jaar

Gebouwen Voertuigen, IT materiaal & diversen Totaal per 31 december 2009

3,7 4,9 8,6

15,6 6,9 22,5

8,2 0,0 8,2

Gebouwen Voertuigen, IT materiaal & diversen

5,2 6,2

21,1 6,2

2,8 0,0

Totaal per 31 december 2010

11,4

27,3

2,8

(in € miljoen)

(in € miljoen)

2010

2009

Telecom Gebouwen

10,0 0,4

10,1 0,0

Totaal

10,4

10,1

Per 31 december 2010 had de groep investeringsverplichtingen aangegaan ter waarde van € 472,5 miljoen voor de aankoop en de installatie van materiële activa voor de verdere uitbouw van zijn net. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Afrekeningmechanisme •

De volgende lasten voor deze leasecontracten zijn opgenomen in de resultatenrekening: (in € miljoen)

Gebouwen Voertuigen, IT materiaal & diversen

Totaal

2010

2009

4,7 6,9

3,6 4,1

11,6

7,7

VERPLICHTINGEN LEASEOVEREENKOMSTEN – GROEP ALS VERHUURDER

De groep heeft leaseovereenkomsten voor handelseigendommen aangegaan voor bepaalde materiële activa, voornamelijk bestaande uit de optimalisatie van het gebruik van de sites en hoogspanningsmasten. Deze overeenkomsten hebben resterende looptijden van minimaal negen jaar. De toekomstige minimale te ontvangen huurinkomsten worden als volgt samengevat: (in € miljoen)

<1 jaar

1–5 jaar

>5 jaar

Telecom Totaal per 31 december 2009

9,8 9,8

32,3 32,3

51,3 51,3

Telecom Gebouwen

9,8 0,2

32,9 0,1

56,9 0,1

10,0

33,0

57,0

Totaal per 31 december 2010

De bepaling van het bedrag is opgenomen in het hoofdstuk ‘Regelgeving en tarieven’. Toepassing IFRS.

De groep opereert in een gereguleerde omgeving die bepaalt dat de tarieven het mogelijk maken een totaal aan opbrengsten te realiseren dat bestaat uit: 1. een billijk rendement op het geïnvesteerde kapitaal; 2. alle niet-onredelijke kosten opgelopen door de groep. Aangezien de tarieven gebaseerd zijn op gebudgetteerde cijfers, is er altijd een verschil tussen de tarieven die effectief zijn aangerekend en de tarieven die hadden moeten worden aangerekend om alle redelijke kosten van de netbeheerder te dekken en de aandeelhouders te voorzien van een billijke vergoeding op hun investering. Indien de toegepaste tarieven resulteren in een overschot of tekort op het einde van het jaar, impliceert dit dat de tarieven aangerekend aan de gebruikers/het publiek in het algemeen lager of hoger hadden kunnen zijn (en omgekeerd). De groep is ervan overtuigd dat het overschot of tekort voortvloeiend uit het afrekeningmechanisme niet als een opbrengst of kost noch als een onderdeel van het eigen vermogen mag worden beschouwd. Op een gecumuleerde basis zou men kunnen argumenteren dat het publiek een voorafbetaling (= overschot) gedaan heeft op zijn toekomstig gebruik van het net. Het overschot (tekort) is als zodanig geen provisie voor een toekomstig verlies (recuperatie) van inkomsten maar een passiefschuld (vordering) aan (t.o.v.) de gebruikers. Op basis van de elektriciteitswet is Elia van oordeel dat het overschot (tekort) geen opbrengsten (kosten) vertegenwoordigt. Bijgevolg heeft de groep deze bedragen bedrag onder de rubriek ‘Over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten’ geboekt, ‘zie toelichting 4.15. Dit geeft de vermindering aan in de toekomstige tarieven die door de regulator goedgekeurd moeten worden. Op dit moment zijn er geen definitieve IFRS-richtlijnen over de berekening van het afrekeningmechanisme in een gereguleerde context.


150 + 151 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

5.6. Informatie over verbonden partijen

De informatie die in het kader van de Belgische Corporate Governance Code wordt bekendgemaakt, wordt vermeld in het bestuurverslag van de onderneming in dit jaarverslag.

TRANSACTIES MET LEIDINGGEVEND MANAGEMENT

Tot het leidinggevend managementpersoneel van de Elia groep behoren de leden van het directiecomité. De leden van het directiecomité hebben het statuut van werknemers en de elementen van hun vergoeding zijn hieronder uiteengezet. Er bestaan geen aandelenopties, kredieten of voorschotten ten gunste van de bestuurders van de groep. Vergoedingen leidinggevend management

2010

2009

Korte termijn personeelsbeloningen Basisvergoedingen Variabele vergoedingen Vergoedingen na uitdiensttreding Andere variabele vergoeding

1,6 0,6 0,4 0,9

1,7 0,5 0,4 0,0

Totale bruto vergoeding

3,5

2,6

7 0,5 27.487

7 0,4 23.989

(in € miljoen €)

Aantal personen Gemiddelde bruto vergoeding per persoon Aantal aandelen

TRANSACTIES MET GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN

Transacties tussen de onderneming en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. In de boekjaren 2010 en 2009 waren er geen transacties tussen Elia en HGRT of APX-Endex. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.

2010

2009

Verkopen van goederen Aankopen van goederen Rente- en soortgelijke opbrengsten

3,7 1,6 0,0

1,3 1,4 0,0

Uitstaande balansposities tegenover joint ventures en geassocieerde ­ondernemingen Langetermijnvorderingen Handelsvorderingen Handelsschulden

0,0 1,7 1,6

0,0 0,3 0,1

(in € miljoen)

Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen

5.7. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen DOCHTERONDERNEMINGEN Elia System Operator NV/SA heeft rechtstreeks en onrechtstreeks over de volgende dochterondernemingen zeggenschap:

Naam

Land van vestging

Maatschappelijke zetel

Ondernemingsnummer

Belang % 2010

2009

Elia Asset NV

België

Keizerslaan 20 1000 Brussel

0475.028.202

99.99

99.99

Elia Engineering NV

België

Keizerslaan 20 1000 Brussel

0471.869.861

100.00

100.00

Belpex NV

België

Keizerinlaan 66 1000 Brussel

0874.978.602

-

60.00

Elia Re NV

Luxemburg

Rue de Merl 65 2146 Luxemburg

-

100.00

100.00


Alle entiteiten voeren hun boekhouding in euro en hebben dezelfde verslagdatum als Elia System Operator NV.

Naam

Land van vestiging

Maatschappelijke zetel

Ondernemingsnummer

Belang % 2010

2009

JOINT VENTURES Eurogrid International CVBA

België

Keizerslaan 20 1000 Brussel

0823.637.886

60.00

-

Eurogrid GmbH

Duitsland

Eichenstraße 3a 12435 Berlin

HRB 68646

60.00

-

50Hertz Transmission GmbH

Duitsland

Eichenstraße 3a 12435 Berlin

HRB 84446

60.00

-

50Hertz Offshore GmbH

Duitsland

Eichenstraße 3a 12435 Berlin

HRB 108780 B

60.00

-

Gridlab GmbH

Duitsland

Sielowerstraße 5 03044 Cottbus

HRB 8821 CB

60.00

-

Frankrijk

1 Terrasse Bellini F-92919 La Défense Cedex

438.262.800 RCS Nanterre

24.50

24.50

België

Kortenberglaan 71 B-1000 Brussel

808.569.630

28.49

33.3

Nederland

Strawinksylaan 729 NL-1077 XX Amsterdam

34.153.887

20.00

-

Luxemburg

2 Rue de Bitbourg 1273 Luxembourg-Hamm

B142.282 Luxembourg

9.46

14.29

EMCC European Market Coupling

Duitsland

Hopfenmarkt 31 20457 Hamburg

HRB 106468

12.00

-

CAO Central Allocation Office GmbH

Duitsland

Gute Änger 15 85356 Freising

HRB 174719

7.50

-

GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN DIE WORDEN GEBOEKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE H.G.R.T S.A.S. (Holding de Gestionnaires de Réseaux de Transport) Coreso NV APX-Endex Holding BV

ANDERE PARTICIPATIES CASC-EU SA

5.8. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na 31 december 2010 die aanleiding geven tot een aanpassing of vermelding in de boekhoudkundige gegevens in dit jaarverslag.

5.9. Niet-auditopdrachten uitgevoerd door de commissarissen De algemene vergadering van aandeelhouders heeft de commissarissen Klynveld Peat Marwick Goerdeler Bedrijfsrevisoren aangesteld (vertegenwoordigd door Alexis Palm KPMG Bedrijfsrevisoren BCVBA) en Ernst & Young Bedrijfsrevisoren (vertegen-

woordigd door Jacques Vandernoot) voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening van Elia System Operator NV/SA en de audit van de statutaire jaarrekening van Elia System Operator NV/SA, Elia Asset NV/SA en Elia Engineering NV/SA. De vergoedingen die aan de commissarissen zijn betaald voor andere verplichtingen volgens de Belgische vennootschapswet bedroegen € 10.975 voor het afgesloten jaar. De vergoedingen aan de commissarissen voor andere activiteiten dan hierboven beschreven bedroegen € 569.182,38 voor het jaar dat op 31 december 2010 werd afgesloten. Deze diensten hadden voornamelijk betrekking op de kapitaalverhoging, de integratie van 50Hertz Transmission en belastingadvies. De prestaties werden goedgekeurd door het Auditcomité.


152 + 153 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening



154 + 155 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

regelgeving en tarieven 1. Regelgeving – België 1.1 Federale wetgeving De Elektriciteitswet, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, vormt de algemene basis van en bevat de belangrijkste principes voor de regelgeving, zoals de scheiding tussen de transmissieactiviteiten, het beheer en de toegang tot het transmissienet, de tarifering en de oprichting van een regelgevende instantie. In enkele Koninklijke Besluiten zijn meer details opgenomen over de elementen van de regelgeving.

1.2 Gewestelijke wetgeving De drie gewesten van België zijn verantwoordelijk voor de distributie en lokale transmissie van elektriciteit over netten met een spanning die gelijk is aan of lager is dan 70 kV binnen hun grondgebied, behalve voor de tariefbepaling, dat een federale bevoegdheid is. Hun impact op het liberaliseringsproces is vergelijkbaar met de impact van de Elektriciteitswet op het federale niveau. De gewestdecreten zijn werden aangevuld met een reeks andere regels die onder meer betrekking hebben op de openbare dienstverlening, hernieuwbare energie, netbeheerders en een goedkeuringsprocedure voor leveranciers.

1.3 Regelgevende instanties Zoals voorgeschreven door het Europees recht, staat de Belgische elektriciteitsmarkt onder het toezicht en de controle van onafhankelijke regelgevende instanties.

goedkeuring van de aanstelling van de onafhankelijke leden van de Raad van Bestuur; en goedkeuring van de tarieven voor aansluiting op, toegang tot en gebruik van het net van Elia.

1.3.2 REGIONALE REGULATOREN

Het beheer van de elektriciteitsnetten met spanningen die gelijk zijn aan of lager zijn dan 70 kV valt binnen de bevoegdheid van de gewestelijke regulatoren. Elk van hen kan een beheerder verplichten (met inbegrip van de Vennootschap wanneer hij deze netten beheert) om een specifieke bepaling van de gewestelijke elektriciteitsregels na te leven, op straffe van administratieve boetes of andere sancties. Op dit moment hebben de regionale regulatoren geen bevoegdheid over de tariefbepaling, die uitsluitend een bevoegdheid van de CREG is.

1.4 Vaststellen van de tarieven DE REGELGEVING INZAKE DE TARIEVEN

Elia ontleent het grootste deel van zijn inkomsten uit de gereguleerde tarieven voor het gebruik van het transmissienet (tariefontvangsten). Deze tarieven zijn vooraf goedgekeurd door de CREG. Sinds 1 januari 2008 geldt een gereguleerd tarievenstelsel waarbij de goedgekeurde tarieven, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, gedurende een periode van 4 jaar van kracht blijven. In december 2007 heeft de CREG de tarieven goedgekeurd die gelden voor de periode 2008-2011. Het tarievenstelsel steunt op de boekhouding volgens de Belgische boekhoudnormen (Be GAAP).

1.3.1 FEDERALE REGULATOR

De CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) is de federale regulator. Zijn bevoegdheden ten opzichte van Elia omvatten onder andere: • goedkeuring van de standaardvoorwaarden van de drie belangrijkste contracten die de vennootschap op federaal niveau gebruikt: aansluiting, toegang en ARP; • goedkeuring van het capaciteitstoewijzingssysteem aan de grenzen tussen België en de buurlanden;

De tarieven worden vastgesteld op basis van de gebudgetteerde kosten, verminderd met een bepaald aantal niet-tarifaire opbrengsten en op basis van een raming van de volumes elektrische energie die van het net worden afgenomen.


Eén van de kosten waarmee rekening wordt gehouden, is de verwachte waarde van de toegestane billijke vergoeding en de verwachte waarden van de verschillende kostencategorieën, waaronder de kosten waarover Elia een rechtstreekse controle heeft (de ‘beheersbare kosten’) en de kosten waarover Elia geen rechtstreekse controle heeft (de ‘niet-beheersbare kosten’).

Deel B

Indien het effectieve gemiddelde eigen vermogen van Elia hoger is dan het referentie eigen vermogen, wordt voor het surplus een verminderd percentage gehanteerd, dat berekend wordt door toepassing van de formule: [(OLO n + 70 basispunten)]. Deel C

BILLIJKE VERGOEDING

De billijke vergoeding vergoedt het kapitaal dat in het net werd geïnvesteerd. Voor deze vergoeding wordt de gemiddelde jaarlijkse waarde van het gereguleerde actief gebruikt (Regulated Asset Base - RAB). Deze wordt op jaarbasis berekend rekening houdend met de nieuwe investeringen, de afschrijvingen en de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal. Indien het geconsolideerde eigen vermogen meer dan 33% van het gemiddelde gereguleerde actief vertegenwoordigt, wat sinds 2008 en ook op dit ogenblik het geval is, wordt de billijke vergoeding berekend volgens onderstaande formule: • A: [33% x gemiddelde RAB x [(OLO n) + (beta x risicopremie)]] plus • B: [(S — 33%) x gemiddelde RAB x (OLO n + 70 basispunten)] min • C: correctie van de te hoge afschrijvingspercentages uit het verleden, waarbij - OLO n de interestvoet van de Belgische lineaire obligaties op 10 jaar voor het desbetreffende jaar vertegenwoordigt; - S = geconsolideerd eigen vermogen / RAB volgens de Belgische boekhoudnormen (Be GAAP); - de Beta zal op termijn worden berekend op basis van de noteringen van het Elia-aandeel in vergelijking met de Bel20-index over een periode van 7 jaar. In een overgangsfase voorziet de tarifaire regelgeving het gebruik van de beta van Electrabel voor de periode die voorafgaat aan de beursintroductie van Elia. De waarde van de betaparameter is minstens 0,3. Deel A

Het vergoedingspercentage (in %) zoals vastgesteld door de CREG voor het jaar ‘n’, is gelijk aan de som van de risicoloze rente, dit wil zeggen de gemiddelde rente van de Belgische lineaire obligaties op 10 jaar, en een premie voor het beursrisico die wordt gewogen door de toepasselijke betafactor. De regelgeving inzake de tarieven voorziet een risicopremie van 3,5%. Voor 2009 wordt de toepasselijke betafactor berekend op basis van de historische beta van Electrabel, vergeleken met de Bel20-index, over een periode van 7 jaar. De CREG beveelt voor Elia een solvabiliteitsratio (gemiddeld eigen vermogen/gemiddelde van de gereguleerde activa) aan die zo dicht mogelijk bij 33% ligt. Deze ratio (33%) wordt toegepast op de gemiddelde waarde van het gereguleerde actief (RAB) van Elia om het referentie eigen vermogen van Elia te bepalen.

Daarenboven heeft de CREG beslist jaarlijks de billijke vergoeding met €12,4 miljoen (vóór belastingen) te verminderen tot en met 2012, wegens de te snelle afschrijvingen vóór de aanstelling van Elia System Operator NV als transmissienetbeheerder, die zij als overdreven beschouwt. De regelgeving inzake de tarieven voorziet eveneens de mogelijkheid om een hoger vergoedingspercentage te bepalen voor de kapitalen die geïnvesteerd zijn voor de financiering van bepaalde projecten van nationaal of Europees belang. Bij gebrek aan een uitvoeringsbesluit voor deze bepaling van de Elektriciteitswet werd deze maatregel niet ingevoerd in 2010. NIET-BEHEERSBARE KOSTEN

De kosten waarover Elia geen rechtstreekse controle heeft (de ‘niet-beheersbare kosten’) maken integraal deel uit van de kosten waarmee rekening wordt gehouden bij het uitwerken van de tarieven. De tarieven worden vastgelegd op basis van de geraamde waarden van deze kosten.

Anderzijds worden de saldi met betrekking tot de (positieve of negatieve) niet-beheersbare kosten, dit wil zeggen het verschil tussen de reële en de geraamde kosten, vastgesteld ex-post en wordt hun toekenning bepaald door een Koninklijk Besluit waarover in de Ministerraad een beslissing werd genomen. BEHEERSBARE KOSTEN

De kosten waarover Elia rechtstreekse controle heeft (de ‘beheersbare kosten’) zijn onderworpen aan een incentive reguleringsmechanisme: op deze kosten wordt een factor toegepast voor de verbetering van de productiviteit en de efficiëntie. Deze factor geeft de inspanningen weer die Elia dient te leveren om dergelijke kosten te beheren: de toegestane kosten voor het uitwerken van de tarieven worden vastgelegd na toepassing van deze factor. Voor de periode 2008-2011 wordt de door Elia toe te passen productiviteitsgroeifactor vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 18 december 2007. Voor 2010 bedroeg deze inspanning € 7 miljoen. Anderzijds worden de saldi met betrekking tot de (positieve of negatieve) beheersbare kosten, dit wil zeggen het verschil vastgesteld ex-post tussen de reële en de toegestane kosten, in principe opgeteld bij of afgetrokken van de billijke vergoeding.


156 + 157 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

2. Regelgeving in Duitsland 2.1 Toepasselijke wetgeving De Duitse regelgeving voor de elektriciteitsmarkten is vastgelegd in verschillende wetten. De belangrijkste wet is de Duitse Energiewet (Energiewirtschaftsgesetz — “EnWG”), die het algemene juridische kader bepaalt voor de gas- en elektriciteitsvoorziening in Duitsland. De EnWG wordt ondersteund door een aantal wetten, verordeningen en regelgevende besluiten, die gedetailleerde regels over het huidige incentive reguleringsmechanisme, regelgevende boekhoudkundige methoden en regelingen voor toegang tot het net bevatten, waaronder: •

e verordening over de tarieven voor toegang tot het elektricid teitsnet 2005 (Verordnung über die Entgelte für den Zugang zu Elektrizitätsversorgungsnetzen (Stromnetzentgeltverordnung — “StromNEV”)), zoals van tijd tot tijd gewijzigd, die, onder andere, principes (Grundsätze) en methoden voor de berekening van de nettarieven en de verdere verplichtingen van netbeheerders vastlegt; de verordening over de toegang tot het elektriciteitsnet 2005 (Verordnung über den Zugang zu Elektrizitätsversorgungsnetzen (Stromnetzzugangsverordnung — “StromNZV”)), zoals van tijd tot tijd gewijzigd, en onlangs door Artikel 2, eerste lid van de verordening van 17 oktober 2008, die, onder andere, verdere details bepaalt over het verlenen van toegang tot de transmissienetten (en andere soorten van netten) door het opzetten van een balancingmechanisme (Bilanzkreissystem), de nominatie van elektriciteitsleveringen, regelenergie en verdere algemene verplichtingen, bv. capaciteitstekorten (Engpaßmanagement), publicatieverplichtingen, meting, minimumvereisten voor verschillende soorten contracten en de plicht van bepaalde netbeheerders om het balancingmechanisme voor hernieuwbare energie te beheren; en de verordening over de incentiveregulering 2007 (Verordnung über die Anreizregulierung der Energieversorungsnetze (Anreizregulierungsverordnung — “ARegV”)), zoals van tijd tot tijd gewijzigd, die de basisregels uiteenzet voor incentiveregulering van transmissienetbeheerders en andere netbeheerders (zoals hieronder verder is beschreven onder “Tariefbepaling in Duitsland”). Het geeft ook een algemene beschrijving van hoe de efficiëntie moet worden gebenchmarkt, welke kosten er bij de efficiëntiebenchmarking worden betrokken, de methode om inefficiëntie vast te stellen en hoe dit zich vertaalt naar de jaarlijkse doelstellingen voor hogere efficiëntie.

2.2 Regelgevende instanties in Duitsland De regelgevende instanties voor de energiesector in Duitsland zijn het federale netwerkagentschap, (Bundesnetzagentur — “BNetzA”) in Bonn voor netten waarop meer dan 100.000 netgebruikers direct of indirect zijn aangesloten en de specifieke regelgevende instanties in de respectieve federale staten voor netten waarop minder dan 100.000 netgebruikers direct of indirect zijn aangesloten. De regelgevende instanties zijn, onder andere, verantwoordelijk voor het op niet-discriminatoire wijze verlenen van toegang aan derden tot de netten en het controleren van de tarieven voor gebruik van de systemen die de transmissienetbeheerders hanteren. 50Hertz en 50Hertz Offshore vallen binnen de bevoegdheid van het BNetzA.

2.3 Vaststellen van de tarieven in Duitsland Er is een nieuw tariefreguleringsmechanisme opgezet in Duitsland door de ARegV. Krachtens de ARegV, worden vanaf 1 januari 2009 nettarieven vastgesteld om een vooraf bepaalde “inkomstenlimiet” zoals vastgesteld door het BNetzA te genereren voor elke regulatoire periode en voor elke transmissienetbeheerder. De inkomstenlimiet wordt voornamelijk bepaald door de kosten van een basisjaar en wordt vastgelegd voor de volledige regulatoire periode, behalve wanneer deze wordt aangepast in specifieke gevallen die in de ARegV zijn bepaald. Het is aan de netbeheerders niet toegestaan om hun individueel bepaalde inkomstenlimiet te overschrijden. Elke regulatoire periode duurt vijf jaar en de eerste regulatoire periode is ingegaan op 1 januari 2009 en loopt af op 31 december 2013. De tarieven zijn openbaar en kunnen niet met klanten worden onderhandeld. Individuele tarieven worden slechts aan bepaalde klanten (in bepaalde vaste omstandigheden die in de toepasselijke wetten worden vermeld) toegestaan in overeenstemming met § 19 StromNEV (bijvoorbeeld bij alleengebruik van netactiva). Het BNetzA moet deze individuele tarieven goedkeuren. Voor de inkomstenlimiet worden de kosten die een netbeheerder maakt als volgt in twee categorieën ingedeeld: •

ermanent niet-beïnvloedbare kosten (Permanently Nonp Influenceable Costs-“PNIC”): deze kosten zijn volledig geïntegreerd in de “inkomstenlimiet” en worden volledig, maar met een vertraging van twee jaar, gerecupereerd via de nettarieven. PNIC omvatten het rendement op het eigen vermogen, de bedrijfsbelasting, de financieringskosten, afschrijvingen en operationele kosten (op dit moment vastgelegd op 0,8 procent van de geactiveerde investeringskosten van de respectieve investeringen). De financieringskosten die betrekking hebben op de investeringsbudgetten zijn op dit moment geplafonneerd op het laagste bedrag tussen de


effectieve financieringskosten of de financieringskosten die zijn berekend in overeenstemming met een gepubliceerde richtlijn van het BNetzA. Bovendien omvatten de PNICkosten voor ondersteunende diensten, verliezen op het net en inschakelingskosten. Deze kosten zijn opgenomen in de inkomstenlimiet op basis van een procedureel reguleringsmechanisme dat door het BNetzA is bepaald in overeenstemming met § 11 Abs. 2 ARegV (FSV) die een incentive biedt aan een netbeheerder om beter te presteren dan de geplande kosten. Dat gebeurt via een bonus- en boetemechanisme. De kosten voor systeemdiensten zijn gebaseerd op geplande kosten (rekening houdend met de evolutie van de benodigde volumes en de prijsevolutie) in plaats van op de opgelopen kosten in het basisjaar en daarom is alleen de productiviteitsfactor van toepassing op deze kosten. Hoewel het mechanisme voor ondersteunende diensten en netverliezen voor de huidige regulatoire periode is vastgelegd, moet het voor inschakelingskosten nog worden goedgekeurd voor de periode vanaf 2011. Bovendien kan dit model in de tweede regulatoire periode vanaf 2014 worden goedgekeurd of gewijzigd; •

t ijdelijk niet-beïnvloedbare kosten (Temporaly non-influenceable Costs“TNIC”) en beïnvloedbare kosten (Influenceable Costs“IC”): deze kosten omvatten het rendement op het eigen vermogen, de afschrijvingen, de financieringskosten en bedrijfsbelasting en zijn onderworpen aan een incentiveringsmechanisme dat is vastgelegd door het BNetzA en dat een efficiëntiefactor (alleen van toepassing op IC), een productiviteitsgroeifactor en een inflatiefactor (van toepassing op TNIC en IC) over een periode van vijf jaar omvat. Bovendien voorziet het huidige incentivemechanisme de toepassing van een kwaliteitsfactor, maar de criteria en het implementatiemechanisme voor deze factor moeten nog door het BNetzA worden beschreven. De verschillende factoren die zijn gedefinieerd, geven de transmissienetbeheerder een doelstelling op middellange termijn om inefficiënte kosten te vermijden. Wat de financieringskosten betreft, zijn de toegestane financieringskosten die verbonden zijn aan de beïnvloedbare kosten geplafonneerd op het laagste bedrag van de effectieve financieringskosten in het basisjaar of de impliciete financieringskosten op basis van het gemiddelde op 10 jaar van de Umlaufsrenditen festverzinslicher Wertpapiere inländischer Emittenten (10-jarig gemiddeld rendement van de nationale vastrentende effecten dat door de Bundesbank wordt gepubliceerd) in het basisjaar.

Voor het rendement op het eigen vermogen, bevat de wet- en regelgeving bepalingen over het toegestane rendement op het eigen vermogen. Dit wordt opgenomen in de TNIC/IC voor wat de activa betreft die behoren tot de regulated asset base (gereguleerde actief) en in de PNIC voor wat de activa betreft die in de investeringsbudgetten zijn goedgekeurd. Voor de eerste regulatoire periode (2009-2013), is het rendement op het eigen vermogen vastgesteld op 7,56 procent voor investeringen vóór 2006 en 9,29 procent voor investeringen sinds 2006, op basis van 40 procent van de totale inventariswaarde als “gefinancierd door eigen vermogen” en waarbij de rest als “quasi-schuld” wordt behandeld. Het rendement op het eigen vermogen wordt berekend vóór vennootschapsbelasting, maar na bedrijfsbelasting. Naast de inkomstenlimiet, ontvangt 50Hertz een vergoeding voor kosten die zijn opgelopen in verband met de verplichtingen inzake hernieuwbare energie, waaronder EEG- en CHP/KWKG-verplichtingen, met inachtneming van specifieke regulatoire mechanismen die gericht zijn op een evenwichtige behandeling van uitgaven en inkomsten.


158 + 159 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

informatie met betrekking tot de moedervennootschap Uittreksels van de statutaire jaarrekening van Elia System Operator NV, opgesteld in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige normen worden hierna in verkorte vorm weergegeven. Overeenkomstig de Belgische vennootschapswetgeving zal de volledige jaarrekening, het jaarverslag en het verslag van het college van commissarissen worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.

Deze documenten zullen tevens beschikbaar worden gesteld op Elia’s website, www.elia.be en kunnen op aanvraag worden verkregen bij Elia System Operator NV, Keizerslaan 20, 1000 Brussel, België. Het college van revisoren maakte een verklaring zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf bij de statutaire jaarrekening.

1. Balans na winstverdeling ACTIVA

2010

2009 (in € miljoen)

VASTE ACTIVA

3.612,7

3.314,4

Financiële vaste activa Verbonden ondernemeningen Deelnemingen Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Deelnemingen Andere financiële vast activa

3.612,7 3.583,0 3.583,0 29,4 29,4 0,3

3.314,4 3.306,0 3.306,0 8,4 8,4 0,0

942,3

896,6

93,8 93,8

94,2 94,2

4,7 4,7

4,7 4,7

Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen

602,1 165,4 436,7

627,4 198,1 429,3

Geldbeleggingen Overige geldbeleggingen

120,0 120,0

103,3 103,3

Liquide middelen

99,3

55,9

Overlopende rekeningen

22,4

11,1

4.555,0

4.211,0

VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op meer dan één jaar Overige vorderingen Voorraden en bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering

TOTAAL DER ACTIVA


PASSIVA

2010

2009 (in € miljoen)

EIGEN VERMOGEN

1.586,8

1.298,0

Kapitaal Geplaatst kapitaal

1.505,4 1.505,4

1.205,7 1.205,7

8,5

8,5

67,6 67,6

51,4 51,4

Overgedragen winst

5,3

32,4

VOORZIENINGEN, UITGESTELDE BELASTINGEN

3,0

3,5

Voorzieningen voor risico's en kosten Overige risico's en kosten

3,0 3,0

3,5 3,5

SCHULDEN

2.965,2

2.909,5

Schulden op meer dan één jaar Financiële schulden Niet-achtergestelde obligatieleningen Kredietinstellingen Overige leningen

2.553,8 2.553,8 1.998,0 60,0 495,8

2.553,4 2.553,4 1.997,6 60,0 495,8

Schulden op ten hoogste één jaar Schulden op meer dan één jaar, die binnen het jaar vervallen Financiële schulden Kredietinstellingen Handelsschulden Leveranciers Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Belastingen Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden

309,5 0,0 0,0 0,0 128,4 128,4 8,9 7,3 0,2 7,1 164,9

266,3 0,0 0,0 0,0 117,3 117,3 7,1 7,0 0,2 6,8 134,9

Overlopende rekeningen

101,9

89,8

4.555,0

4.211,0

Uitgiftepremies Reserves Wettelijke reserve

TOTAAL DER PASSIVA


160 + 161 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

2. Winst- en verliesrekening (in € miljoen)

2010

2009

BEDRIJFSOPBRENGSTEN

723,2

744,4

Omzet Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname -) Andere bedrijfsopbrengsten

718,7 0,0

737,0 2,1

4,5

5,3

BEDRIJFSKOSTEN

(563,6)

(578,6)

Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)

(531,1) (32,8) 0,3

(549,3) (29,7) 0,4

159,6

165,8

53,6 46,7 6,9

70,1 55,5 14,6

(133,7) (132,0) (1,7)

(135,3) (132,4) (2,9)

79,5

100,6

9,7

0,4

9,7 0,0

0,0 0,4

Uitzonderlijke kosten Andere uitzonderlijke kosten

(4,8) (4,8)

0,0 0,0

WINST VAN HET BOEKJAAR VOOR BELASTING

84,4

101,0

(10,9) (10,9) 0,0

(16,7) (16,7) 0,0

73,5

84,3

BEDRIJFSWINST Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende active Financiële kosten Kosten van schulden Andere financiële lasten WINST UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING VOOR BELASTING Uitzonderlijke opbrengsten Meerwaarde realisatie vaste activa Andere uitzonderlijke opbrengsten

Belastingen op het resultaat Belastingen Regularisatie van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belasting

WINST VAN HET BOEKJAAR


GRI-inhoudsopgave PROFIEL Indicator

Omschrijving

Pagina

1. STRATEGIE EN ANALYSE 1.1

Een verklaring van raad van bestuur over relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie.

1, 2

2. ORGANISATIEPROFIEL 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

Naam van de organisatie. Voornaamste merken, producten en/of diensten. Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden. Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie. Het aantal landen waar de organisatie actief is (met relevantie voor de duurzaamheidskwesties). Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.

2.7 2.8

fzetmarkten (geografische verdeling, sectoren en soorten klanten). A Omvang van de verslaggevende organisatie.

2.9

ignificante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of S eigendom. Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend.

2.10

1 4 4, 115 163 4 150, 151, 158, 159 4 4, 72, 75, 152, 153 6 tot 9, 90 tot 93 6, 18, 72

3. VERSLAGPARAMETERS 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.8 3.12

erslagperiode waarop de verstrekte informatie betrekking heeft. V Datum van het meest recente verslag. Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.). Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan. Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag, met inbegrip van: relevantie, materialiteit en stakeholders. Afbakening van het verslag. Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijke eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten. Inhoudsopgave.

163 163 163 1, 10, 11, 81 tot 83 163 115 tot 124 161, 162


162 + 163 FINANCIEEL VERSLAG ELIA 2010

Indicator

Omschrijving

Pagina

4. BESTUUR, VERPLICHTINGEN EN BETROKKENHEID 4.1 4.2 4.3 4.4 4.14 4.15

e bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van commissies die vallen onder het D hoogste bestuurslichaam. Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam eveneens een leidinggevende functie heeft. Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur: vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam. Overlegorganen voor aandeelhouders en medewerkers voor aanbevelingen of medezeggenschap op het hoogste bestuurslichaam. Lijst van relevante groepen belanghebbenden voor de organisatie. Basis voor inventarisatie en selectie van stakeholders.

86 tot 90 86 86 82, 93, 94 81 tot 84 72 , 73, 75

PERFORMANTIE-INDICATOREN Indicator

Omschrijving

Pagina

EC1

irecte economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, D operationele kosten, personeelsvergoedingen,donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.

128, 129

EC2

inanciële implicaties en andere risico’s en opportuniteiten voor de activiteiten van de F organisatie als gevolg van de klimaatverandering. Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten, voornamelijk openbare investeringen die worden gerealiseerd via een commerciële prestatie, in natura of kosteloos.

ECONOMISCH

EC8

24, 25, 49 tot 51

32 tot 36

MILIEU EN5 EN6 EN7 EN11

EN12

EN14 EN18 EN22 EN26 EN30

nergie die bespaard is door besparingen en efficiëntieverbeteringen. E Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven. Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik en reeds gerealiseerde verlaging. Locatie en oppervlakte van het land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden. Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden. Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit. Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen. Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode. Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie. Totale uitgaven en investeringen voor de bescherming van het milieu, naar type.

56, 57 64, 65 63

58

58 58 54, 59 59 59 tot 61 61

SOCIAAL: ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN VOLWAARDIG WERK LA1 LA7 LA10 LA11 LA12

otale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio. T Percentage arbeidsongevallen, beroepsziekten, afwezigheden, aantal verloren werkdagen en aantal dodelijke ongevallen per geografische zone. Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie. Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van werknemers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan. Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling.

72, 75 77, 78 74 74 73


verslaggevings­ parameters Maatschappelijke zetel

Verslaggevingsperiode

Dit verslag beperkt zich tot Elia System Operator en Elia Asset, die als één economische entiteit handelen onder de naam Elia, en tot 50Hertz Transmission.

Dit jaarverslag behelst de periode van 1/1/2010 tot 31/12/2010.

De maatschappelijke zetel van Elia System Operator en Elia Asset is gevestigd Keizerslaan 20 te 1000 Brussel De maatschappelijke zetel van 50Hertz Transmission GmbH is gevestigd Eichenstraße 3A 12435 Berlin De maatschappelijke zetel van Eurogrid International is gevestigd Kortenberglaan 71 te 1000 Brussel

Het is opgesteld volgens de principes van duurzaamheids­ verslaggeving zoals voorgeschreven in de GRI-richtlijnen.

Contact Lise Mulpas Corporate Communication Keizerlaan 20 1000 Brussel lise.mulpas@elia.be Tel. : 02 526 73 75 Fax : 02 546 72 90



Lijst van afkortingen

www.elia.be

Inhoudstafel een verantwoordelijke onderneming ten dienste van de klanten en de gemeenschap

Zetel van de vennootschap Elia Keizerslaan, 20, B-1000 Brussel T +32 2 546 70 11 - F +32 2 546 70 10 info@elia.be Association pour la Promotion des Energies Renouvelables

BBEMG

Belgian BioElectroMagnetic Group

BREEAM

BRE Environmental Assessment Method

BRUGEL

Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CREG

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

CWAPE

Commission Wallonne pour l’Energie

ICEDD

Institut de Conseil et d’Etudes pour le Développement Durable

ICNIRP

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection

OVAM

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

VREG

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Electriciteits- en Gasmarkt

CWE

Central Western Europe

ENTSO-E

European Network of Transmission System Operators for Electricity

EMF

Elektromagnetische velden

GIS

Gas insulated switch gear

KB

Koninklijk Besluit

PBM

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

PCB

Polychloorbifenyl

REG

Rationeel energiegebruik

Contactpersonen Eva Suls, T +32 2 546 73 78 Axelle Pollet, T +32 2 546 75 11

JAARVERSLAG 2010

Concept en eindredactie Elia, departement Communicatie Grafische vormgeving en drukbegeleid www.witvrouwen.be Illustraties Renaud Collin Foto’s Elia Olivier Polet, Alain Schroeder, Guy Van Hooveld, Fototheek Elia Foto’s 50Hertz Jan Pauls, Andreas Teich, 50Hertz Library Verantwoordelijke uitgever Jacques Vandermeiren

kWh

Kilowattuur

Ce document est également disponible en français. This document is also available in English. Dieses Dokument ist auch auf Deutsch verfügbar.

MW

Megawatt

April 2011

MWh

Megawattuur (=1.000 kWh)

gWh

Gigawattuur (=1.000 MWh)

kV

Kilovolt (=1.000 Volt)

EXECUTIVE REPORT Voorwoord* Profiel en waarden Markante feiten in 2010* Vooruitzichten en uitdagingen voor 2011* De Elia groep in 2010: een strategische wending Het aandeel van Elia in 2010

2 4 6 10 12 14

ECONOMISCH VERSLAG Netexploitatie Infrastructuur Investeringen Het Elia-net in België Het net van 50Hertz Transmission in Duitsland Internationale projecten Onderhoud van het net Werking van de markt Preventief beheer van kritieke situaties op het net De toekomst voorbereiden: onderzoek & ontwikkeling*

24 30 31 32 35 36 39 41 46 49

MILIEUVERSLAG Milieudoelstellingen en -indicatoren

57

SOCIAAL VERSLAG Personeelsbeleid Veiligheid en welzijn van de werknemers Relaties met stakeholders

71 76 81

CORPORATE GOVERNANCE Samenstelling bestuursorganen* Belangrijke gebeurtenissen in 2010* Gedragscode* Vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité* Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen* Beschrijving van de risico’s en onzekerheden waarmee de onderneming wordt geconfronteerd*

ELIA JAARVERSLAG 2010

APERe

FINANCIEEL VERSLAG Geconsolideerde jaarrekening IFRS* Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening* Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening Regelgeving en tarieven* Informatie met betrekking tot de moedervennootschap* GRI index Reportingparameters

86 91 95 96 100 102

108 113 152 154 158 161 164

*Deze hoofdstukken vormen het jaarverslag cf. artikel 119 Wetboek van vennootschappen


Denmark

Energinet.dk Denmark

SchleswigHolstein

Legend

Rostock

Switching Station (in large part with transition to distribution system operators) 220 kV

GĂźstrow

Hamburg

Schwerin

Neubrandenburg

380 kV

MecklenburgWestern-Pomerania

380 kV planned / under construction 380 / 220 kV Other companies line

380 kV

line planned / under construction

380 kV

line

220 kV

Operating voltage ( kV ) Other companies

Situation au Stand op

1-1-2011

Brandenburg

Lower Saxony SaxonyAnhalt

Berlin

110

220

380 / 220 kV

HVDC/DC link

400 kV

Grid connection offshore under construction

150 kV

110

380+220

Magdeburg

System users : Our customers include the regional distribution system operators as well as power plants, pump storage plants, wind farms and big industry connected to the transmission system.

Cottbus

Halle

Leipzig

110

Saxony

under construction

Legend

Pump storage plant

Dresden Weimar

Switching Station (in large part with tranErfurt sition to distribution system operators)

Wind power plant onshore / offshore planned / under construction

Frankfurt (Oder)

Potsdam

TenneT

Conventional power plant ( lignite- or hard-coal fired, nuclear or gas turbine power plant )

Eisenach

Hesse

Jena

Gera

220 kV

Chemnitz

Thuringia 380 kV

Zwickau

380 kV planned / under construction

ˇ EPS C Czech Republic

380 / 220 kV Other companies

Bavaria

Netwerk Elia

PSE Operator Poland

line

380 kV

line planned / under construction

380 kV

TenneT Netwerk 50Hertz


Lijst van afkortingen

www.elia.be

Inhoudstafel een verantwoordelijke onderneming ten dienste van de klanten en de gemeenschap

Zetel van de vennootschap Elia Keizerslaan, 20, B-1000 Brussel T +32 2 546 70 11 - F +32 2 546 70 10 info@elia.be Association pour la Promotion des Energies Renouvelables

BBEMG

Belgian BioElectroMagnetic Group

BREEAM

BRE Environmental Assessment Method

BRUGEL

Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CREG

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

CWAPE

Commission Wallonne pour l’Energie

ICEDD

Institut de Conseil et d’Etudes pour le Développement Durable

ICNIRP

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection

OVAM

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

VREG

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Electriciteits- en Gasmarkt

CWE

Central Western Europe

ENTSO-E

European Network of Transmission System Operators for Electricity

EMF

Elektromagnetische velden

GIS

Gas insulated switch gear

KB

Koninklijk Besluit

PBM

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

PCB

Polychloorbifenyl

REG

Rationeel energiegebruik

Contactpersonen Eva Suls, T +32 2 546 73 78 Axelle Pollet, T +32 2 546 75 11

JAARVERSLAG 2010

Concept en eindredactie Elia, departement Communicatie Grafische vormgeving en drukbegeleid www.witvrouwen.be Illustraties Renaud Collin Foto’s Elia Olivier Polet, Alain Schroeder, Guy Van Hooveld, Fototheek Elia Foto’s 50Hertz Jan Pauls, Andreas Teich, 50Hertz Library Verantwoordelijke uitgever Jacques Vandermeiren

kWh

Kilowattuur

Ce document est également disponible en français. This document is also available in English. Dieses Dokument ist auch auf Deutsch verfügbar.

MW

Megawatt

April 2011

MWh

Megawattuur (=1.000 kWh)

gWh

Gigawattuur (=1.000 MWh)

kV

Kilovolt (=1.000 Volt)

EXECUTIVE REPORT Voorwoord* Profiel en waarden Markante feiten in 2010* Vooruitzichten en uitdagingen voor 2011* De Elia groep in 2010: een strategische wending Het aandeel van Elia in 2010

2 4 6 10 12 14

ECONOMISCH VERSLAG Netexploitatie Infrastructuur Investeringen Het Elia-net in België Het net van 50Hertz Transmission in Duitsland Internationale projecten Onderhoud van het net Werking van de markt Preventief beheer van kritieke situaties op het net De toekomst voorbereiden: onderzoek & ontwikkeling*

24 30 31 32 35 36 39 41 46 49

MILIEUVERSLAG Milieudoelstellingen en -indicatoren

57

SOCIAAL VERSLAG Personeelsbeleid Veiligheid en welzijn van de werknemers Relaties met stakeholders

71 76 81

CORPORATE GOVERNANCE Samenstelling bestuursorganen* Belangrijke gebeurtenissen in 2010* Gedragscode* Vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité* Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen* Beschrijving van de risico’s en onzekerheden waarmee de onderneming wordt geconfronteerd*

ELIA JAARVERSLAG 2010

APERe

FINANCIEEL VERSLAG Geconsolideerde jaarrekening IFRS* Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening* Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening Regelgeving en tarieven* Informatie met betrekking tot de moedervennootschap* GRI index Reportingparameters

86 91 95 96 100 102

108 113 152 154 158 161 164

*Deze hoofdstukken vormen het jaarverslag cf. artikel 119 Wetboek van vennootschappen


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.