52
Bijlage I Verklarende woordenlijst
Dagelijkse artikelen
Levensmiddelen (food) en artikelen voor de persoonlijke verzorging
Niet-dagelijkse artikelen
Alle artikelen die niet onder dagelijks vallen(o.a. kleding, elektronica, huishoudelijke artikelen, DHZ-artikelen, bruin- en witgoed, wonen, vrije tijdsartikelen)
Food
Voedings- en genotmiddelen
Frequent benodigd non-food
Huishoudelijke artikelen, drogist, parfumerie
Modisch recreatief
Kleding, schoenen, lederwaren
Overig recreatief
Warenhuis, juwelier, optiek, hobby, media, sport, antiek
Doelgericht non-food
Doe-het-zelf, wonen, bruin- en witgoed, plant & dier, auto & fiets
Overige detailhandel
2e hands artikelen, audicien, erotiek
Koopkrachtbinding
De mate waarin inwoners uit een bepaald gebied (kern of gemeente) hun bestedingen in dat betreffende gebied doen
Koopkrachtafvloeiing
De mate waarin inwoners uit een bepaald gebied hun bestedingen buiten dat gebied doen
Koopkrachttoevloeiing
De mate waarin bestedingen in het betreffende gebied afkomstig zijn van inwoners van buiten dat gebied
Wvo=winkelvloeroppervlak
Winkelvloeroppervlak dat voor de consument toegankelijk is (dus exclusief kantoren, magazijn ed.)
Koopstromen
Koopkrachtbewegingen tussen kernen, gemeenten of winkelgebieden door binding, afvloeiing en toevloeiing van koopkracht
Vloerproductiviteit
Gemiddelde detailhandelsomzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak