Duurzaam Geproduceerd editie 2, 2014

Page 1

Editie juni 2014

Coca-Cola: “Wij willen de sectorleider zijn in duurzaamheid� Game changer staalindustrie op terrein van Tata Steel

01_A_cover.indd 1

ESD-SIC en Interface leren elkaar energiezuinig werken

Expertpanel: hoe kunnen we slim omgaan met zeldzame aardmetalen?

04-06-14 16:09


Het kennisplatform

Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd biedt naast dit magazine een jaarcongres, website en ronde-tafelgesprekken. De hierbij betrokken partners ondersteunen en faciliteren het platform. Zij leveren kwaliteitsnieuws, visie, sprekers en project-, proces- en productinformatie. Het kennisplatform bevat zowel contentpartners (voor ondersteuning via expertise) en partners (ondersteuning en facilitering). Bedrijven kunnen naast partner ook lid worden.

Meer weten over de mogelijkheden voor u? www.duurzaamgeproduceerd.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester via Anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797

Partners

Contentpartners

Bedrijfsleden

_DGP_A4_partnerpagina.indd 2

flowid

10-06-14 13:22


Twintro

@DGeproduceerd EU-project ontwikkelt eerste ‘zonne’-kerosine #duurzaam #brandstof http://bit.ly/1jGdrjJ

Eerste glas vliegtuigbrandstof uit zonnelicht Het door de EU gefinancierde onderzoeksproject SOLAR-JET heeft de eerste ‘zonne’-vliegtuigbrandstof ter wereld ontwikkeld uit water en koolstofdioxide. Hiermee hebben onderzoekers voor het eerst met succes de gehele productieketen van duurzame kerosine afgelopen, waarbij ze gebruikmaakten van geconcentreerd licht als energiebron met een hoge temperatuur.

juni 2014

03_D_twintro.indd 3

Het project bevindt zich nog in een experimentele fase, want er is in laboratoriumomstandigheden slechts één glas vliegtuigbrandstof geproduceerd. Toch zijn de resultaten zo hoopgevend dat de onderzoekers verwachten dat er in de toekomst vloeibare koolwaterbrandstoffen uit zonlicht, CO2 en water kunnen worden geproduceerd.

3

04-06-14 13:22


Column

Colofon nummer 4 ­ juni 2014 ISSN: 2214­7608

Uitgave van Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM Uitgever Wim Raaijen (Industrielinqs pers en platform, 020 3122 081) Hoofdredactie Wim Raaijen, 020 3122 081 Eindredactie Inge Janse, 020 3122 796 Medewerkers David van Baarle, Elise Quaden, Liesbeth Schipper, Harmen Weijer Lay-out Gabriele Köbbemann

Practice what you preach Toegegeven. Als kennisplatform Duurzaam Geproduceerd trekken we een grote broek aan over verduurzaming van hele industriële ketens. Voor ons geldt dus practice what you preach. We moeten ook naar onze eigen ketens kijken. We kopen daarom onze stroom duurzaam in. We besparen energie door bijvoorbeeld passieve koeling in ons kantoorpand. En inderdaad, de twee bedrijfsauto’s zijn hybride en elektrisch. Laten we eerlijk zijn: in de totale footprint is dit alles peanuts. Maar hoeveel het pre­ cies is in procentjes, zal de komende maanden blijken. Samen met onze drukker en vertegenwoordigers uit de papierindustrie gaan we de footprint van de volgende papieren editie van Duurzaam Geproduceerd zoveel mogelijk reduceren. Onze queeste begint bij het drukproces. Hoe wordt met de chemicaliën omgegaan? Hoe efficiënt zijn de drukstraten en de afhandeling van het drukwerk? Wordt de energie wel duurzaam ingekocht? Uit een eerder project van de papierindustrie, Het Duurzame Boek, bleek dat een groot deel van de footprint in het papier zit. Door papier en pulp uit de directe omgeving te halen, kan er bijvoorbeeld op transport­ energie worden bespaard. En waar komt de benodigde energie voor de papierpro­ ductie vandaan? Natuurlijk komen ook de keuze van transporteurs, opslag en verzenders ter sprake. En uiteraard zou ik geen goede ondernemer zijn als we niet de kosten goed in kaart brengen. Duurzamere keuzes beklijven immers het meest als er een gezond busi­ nessmodel onder ligt. We gaan er vanuit dat we ingrijpende duurzame keuzes kunnen maken die op zijn minst kostenneutraal zijn. Want als we naar een bedrijf als Interface kijken, dat met meer energie­efficiëntie stevig kosten bespaart, dan moet in onze keten ook het een en ander mogelijk zijn. Kom maar op!

Wim Raaijen Hoofdredacteur Duurzaam Geproduceerd @DGeproduceerd

4

04_C_colofon_column.indd 4

Cover Eric de Vries Advertentieverkoop Arthur Middendorp, Jetvertising, 070 399 0000 Traffic Breg Schoen Drukwerk PreVision Graphic Solutions Website www.duurzaamgeproduceerd.nl Twitter @DGeproduceerd Linkedin www.linkedin.com/groups/Duurzaam­Geproduceerd­4468707 Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspi­ reert de professional door nieuws, visies van experts, interes­ sante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tus­ sen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werk­ zaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie­intensief zijn. Partner of lid worden Professionals uit industrie met een duurzaamheidambitie of ­traditie voelen zich thuis bij het platform Duurzaam Geproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid. Partners van Duurzaam geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duur­ zaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evene­ menten die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het Platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer. Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee perso­ nen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie­congres. Bovendien ontvangt u een papieren en di­ gitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd. Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of kunt u contact opnemen met Anouk Bouw­ meester, anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797.

juni 2014

12-06-14 10:19


Inhoud

03 10

TWINTRO –Eerste glas vliegtuigbrandstof uit zonnelicht Het door de EU gefinancierde onderzoeksproject SOLAR-JET heeft de eerste ‘zonne’-vliegtuigbrandstof ter wereld ontwikkeld uit water en koolstofdioxide.

INTERVIEW – “Wij willen de sectorleider zijn in duurzaamheid” Een energiezuinig distributiecentrum is het jongste wapenfeit van CocaCola’s zoektocht naar duurzaamheid. Rein de Jong, director supply chain operations in Nederland, vertelt waarom die nooit zal uitmonden in greenwashing. “Het bekendste merk ter wereld in diskrediet brengen? Dat ga ik niet proberen.”

16

OPINIE – Stelling: hernieuwbare energie vraagt om slimmer omgaan met zeldzame aardmetalen Als hernieuwbare energie echt een vlucht neemt, dan krijgt de wereld mogelijk te maken met tekorten aan diverse essentiële grondstoffen. Ligt daar een taak voor de overheid, of moet de markt het zelf oplossen? Drie experts geven hun mening.

18

3

BEST PRACTICE – Suikerbietenpulp als basis voor groene plastics

10

In Nederland is Royal Cosun, bekend van Suiker Unie en Aviko, al enkele jaren bezig building blocks van suikerbietenpulp te maken. Tegelijkertijd is Philips op zoek naar biobased materialen. In het project Beets to Biopolymers ontmoeten deze twee elkaar.

22

INTERVIEW – Tata Steel gelooft in game changer staalindustrie De Europese staalindustrie steunt en kreunt onder de crisis en de internationale concurrentie. Tata Steel in IJmuiden zet daarom zwaar in op een nieuwe methode voor de productie van staal en hoopt op niets minder dan een game changer. “Je concurrenten halen je razendsnel in als je stopt met ontwikkelen.”

28

18

ENERGY SAVERS – ESD-SIC en Interface leren van elkaar Zwaar onder de indruk was Cas König, Plant Manager of the Year 2013, na zijn bezoek aan de tapijtenfabriek van Interface in Scherpenzeel. “Het is indrukwekkend hoe Interface een radicaal doel stelt, en alleen daarmee al een grote stap zet.”

22

En verder 4 6 31 32 35 37 39

Commentaar Offline Expertpanel Duurzame waterzuivering voor Yara en Croda Warmteuitwisseling: moeilijk, maar niet onmogelijk Productnieuws Partnernieuws

28 juni 2014

05_B_inhoud.indd 5

5

04-06-14 16:14


Offline

Geciteerd Bezoek www. duurzaamgeproduceerd.nl voor dagelijks nieuws en de wekelijkse nieuwsbrief! “Het klimaatdebat gaat er in werkelijkheid om hoever we willen gaan in de maatschappelijke en politieke keuzen. Welke risico’s willen we wel nemen en welke absoluut niet? Maar daarover wordt niet of nauwelijks gesproken. Kennelijk moet de wal het schip keren.” Rob Boerée, directeur Nationale Programma’s Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

“Het gezamenlijke inkoopvolume van de 24 organisaties die meedoen aan de Green Deal Circulair Inkopen is dermate dat hiermee potentieel een aanzienlijke boost gegeven zal worden aan de circulaire economie.” Michel Schuurman, senior programmamanager Planet MVO Nederland

15 procent minder plastic via verpakkingstechnolgie Unilever Unilever heeft voor zijn merk Dove een nieuwe verpakkingstechnologie ontwikkeld: de MuCell-technologie voor extrusie blow moulding. Daardoor is voor Dove Body Wash-flessen zeker 15 procent minder plastic nodig. Unilever wil vanaf januari 2015 de exclusiviteitsrechten vrijgeven, zodat andere fabrikanten deze technologie kunnen gebruiken voor hun producten. De MuCell-technologie voor extrusie blow moulding (EBM) is gemaakt in samenwerking met twee verpakkingsleveranciers van Unilever, ALPLA en MuCell Extrusie. Door gas te injecteren ontstaan er gasbellen in de middelste laag van de wand van de fles. Dat vermindert de dichtheid van de fles en daarmee de hoeveelheid kunststof voor de fles. De technologie wordt eerst ingezet in Europa, alwaar vorig jaar 33 miljoen flessen Dove Body Wash verkocht zijn. Met de nieuwe technologie is jaarlijks daarom een besparing van 275 ton plastic mogelijk. Als alle Unilever-verzorgingsproducten worden geproduceerd via deze technologie, dan levert dat jaarlijks een reductie van 27 duizend ton plastic op.

Footprint Arla Foods omlaag dankzij verpakkingen met lagere CO2-waarde “We moeten het echte verhaal blijven vertellen, maar daarnaast is het verstandig om vooral in te zetten op een andere lijn en landen, consumenten en bedrijven deel te maken van de oplossing. Wie deel is van de oplossing heeft er in het algemeen namelijk geen moeite mee om het klimaatprobleem te accepteren.” Sible Schöne, programmadirecteur SKAO / HIER Klimaatbureau

6

06_7_8_9_E_offline.indd 6

Voedingsconcern Arla Foods Nederland heeft in 2013 de totale CO2-uitstoot met 13 procent omlaag weten te brengen. De belangrijkste redenen daarvoor zijn minder gasverbruik, efficiëntere productie en een betere beladingsgraad van de vrachtwagens. Voor dit jaar mikt Arla Foods Nederland op 20 procent reductie. Dat moet ook wel, want Arla Foods wil in 2020 klimaatneu-

juni 2014

04-06-14 16:03


Offline traal zijn. Het van origine Deense bedrijf is in Nederland goed op weg: ten opzichte van 2005 is de CO2-reductie inmiddels 23 procent. Maar er moeten nog flinke stappen worden gezet, zegt het bedrijf in het deze maand verschenen Duurzaamheidsverslag 2013. “Voor 2014 voorzien we wederom een forse reductie van de CO2-uitstoot van productie, vooral door de overstap op 100 procent windenergie, de verdere afname van het gebruik van gas en elektra door efficiency-verbeteringen, en een toename van het productievolume. Ook richten we ons op het gebruik van verpakkingen met een lagere CO2-waarde”, meldt het verslag. Voor dat laatste geeft Arla zijn bekers een kartonnen wikkel waardoor er minder kunststof nodig is. En dat is goed nieuws, want bij het maken van karton komt minder CO2 vrij dan bij de productie van kunststof. Die kartonnen verpakkingen die voor de merken Arla en Melkunie worden gebruikt, zijn gemaakt van FSC-gecertificeerd karton. Ook de omverpakkingen voor alle zuivel uit de fabriek in Nijkerk zijn van FSC-gecertificeerd golfkarton.

Chemie West-Brabant en Antwerpen willen samen verduurzamen

De chemische industrieën van Bergen op Zoom en Antwerpen slaan de handen ineen om een duurzame industrie op te zetten, gebaseerd op natuurlijke grondstoffen. Bergen op Zoom huisvest al langer de Green Chemistry Campus. Hier werken overheden, ondernemers en kennisinstellingen met elkaar samen om uit natuurlijke grondstoffen nieuwe producten en technologieën te halen. Dit zal ook aan Vlaamse zijde gebeuren met de ontwikkeling van BlueChem in Antwerpen. BlueChem heeft de intentie om een ‘broedplaats’ te worden voor biobased bedrijven. Op dit grote bedrijventerrein zullen vanaf 2016 onderzoek en ontwikkeling de chemische industrie verder verduurzamen. Initiatiefnemer BlueGate meldt dat open innovatie en open ondernemerschap hierbij een cruciale rol spelen. De samenwerking van de twee industrieën komt op een goed moment, want de Europese Unie heeft besloten circa 975 miljoen euro te reserveren voor de verdere ontwikkeling van de biobased economie in Europa. Het bedrijfsleven doet daar nog eens 2,8 miljard euro bij. “Er ligt hier een enorme kans om onze industrie te versterken”, zegt CDA-Europarlementariër Lambert van Nistelrooij. Hij lobbyt dit jaar daarom fors in Brussel voor de ondersteuning van de biobased economie in West-Brabant. Van Nistelrooij verwijst daarbij naar een rapport van CE Delft, ‘Sociaaleconomische kansen van de biobased economy in Zuidwest-Nederland’. In dit rapport concludeert CE dat dankzij de al aanwezige industrie in Zuidwest-Nederland hier veel kansen zijn om de werkgelegenheid in deze sector op te krikken, tot maximaal drieduizend in 2020. Van Nistelrooij steunt daarom de regio om tot 300 miljoen euro binnen te halen voor het ontwikkelen van een sterke biobased economie.

juni 2014

06_7_8_9_E_offline.indd 7

Geciteerd

“De CO2-uitstoot van een e-mail met bijlagen is vergelijkbaar met die van de verzending van een ansichtkaart. Rond de 70 procent van de ontvangen commerciële e-mail verdwijnt ongeopend in de prullenbak. Ruim 60 procent van de print-direct marketing gaat na gebruik bij het oud papier. Wat is dan minder milieubelastend?” Erik Timmermans, directeur Informatiecentrum Papier en Karton

“Het moet echt heel hard gaan met het vinden van oplossingen en dan hebben we zowel duurzaam als fossiel nodig. Innoveren is combineren en zoveel mogelijk kruisbestuiven. En daarbij zie ik juist heel veel in combinaties van duurzaam en fossiel: hybride energiesystemen.” Gerald Schotman, chief technology officer Shell, in Petrochem # 4

“Schaliegas is volgens mij een bubbel. Je ziet in de VS de investeringen al afnemen. Wij kunnen veel beter kijken naar de langere termijn en een voorsprong opbouwen in innovatie en vergroening, gebruikmakend van onze krachten.” Gerben Jan Gerbrandy, europarlementariër D66

7

04-06-14 16:03


Offline

Audi en afvalverwerker Attero Biomassacentrale Cuijk middelpunt bouwen samen power-to-gas-fabriek van BioBased Economy Park Nadat eerder al de eerste industriële power-to-gas-fabriek in Duitsland verscheen, willen afvalverwerker Attero en Audi ook in het Nederlandse Wijster zo’n installatie neerzetten. Daarvoor hebben de twee bedrijven een intentieovereenkomst getekend. In het Noord-Duitse Werlte zet Audi wind- en zonne-energie én CO2 uit een naastgelegen biogasinstallatie om in een klimaatneutrale, niet-fossiele brandstof: e-gas, een synthetische vorm van methaan. Dit duurzame gas wordt ingevoed in het aardgasnet en draagt zo bij aan de verduurzaming van energieproductie. De Audi-installatie dient als voorbeeld voor de te bouwen installatie in Nederland en moet bijdragen aan vermindering van de CO2uitstoot in Nederland, vooral in de mobiliteitssector. Het Energie Transitie Park van Attero in het Drentse Wijster biedt prima vooruitzichten voor de fabriek. Alle productievoorwaarden zijn namelijk aanwezig: duurzaam geproduceerde elektriciteit, een koppeling aan het gas- en elektriciteitsnet en ervaring met de productie van duurzaam aardgas. Attero en Audi willen met de pilotfabriek een blauwdruk vormen voor de toekomstige omgang met power-to-gas in Nederland.

Al anderhalf jaar ligt de bio-energiecentrale van Essent in Cuijk stil. De reden? Houtsnippers zijn veel te kostbaar geworden. Maar er is hoop, want een nieuw plan moet de centrale weer leven inblazen door er een BioBased Economy Park Cuijk omheen te ontwikkelen. Hierin wordt biomassa optimaal en duurzaam gebruikt ter vervanging van fossiele brandstoffen. De centrale wordt, als alles mee zit, halverwege 2015 weer in gebruik genomen. Het plan is om eerst warmte en stoom, die bij de elektriciteitsopwekking vrijkomen, in te zetten voor de productieprocessen van omringende bedrijven en een nog te realiseren biomineralenfabriek. In de biomineralenfabriek moet de dikke fractie, aangeleverd door boeren uit de regio, worden gedroogd en omgevormd tot ruim zestigduizend ton organische biomineralenkorrels per jaar. Deze hoogwaardige voedingsstof is nuttig voor akkerbouwers elders in Europa. Bovendien is het de bedoeling om hoogwaardige componenten voor bijvoorbeeld diervoerder, medicijnen en plastics uit een mix van lokale biomassastromen te halen. De reststromen zijn dan bedoeld om groene elektriciteit en warmte mee op te wekken.

CO2-uitstoot Cosun omlaag door aanpassing eigen processen Voedingsconcern Cosun heeft in 2013 de CO2-uitstoot per ton product met 10 procent omlaag gebracht. Dat is voornamelijk te danken aan energiebesparing van de eigen, energie-intensieve processen. Dat laat het bedrijf weten in het onlangs verschenen MVO-verslag 2013. Zowel de directe uitstoot van CO2 als de indirecte per ton product is ten opzichte van 2012 afgenomen. “Dit heeft te maken met de intensievere doorzet in onze productiefaciliteiten waardoor het energieverbruik per ton omlaag gaat”, meldt het MVO-jaarverslag. “Cosun zoekt voortdurend naar een betere benutting van de bestaande productiecapaciteit en let daarbij op mogelijkheden om verder te besparen op het gebruik van gas en elektra.” Mede daarom heeft Cosun vorig jaar het onderzoek Benchmark Ketelrendementen uitgevoerd. Hierin zijn de rendemen-

8

06_7_8_9_E_offline.indd 8

ten van de energieopwekking (via metingen en een rekenmodel) bepaald. “Uit dit vergelijkend onderzoek kwam naar voren dat er zonder extra investeringen al behoorlijk kan worden bespaard. Denk bijvoorbeeld aan het nauwkeuriger afstellen van apparatuur. Daarnaast hebben we voor de vestigingen die hebben meegedaan, aangegeven waar zij nog verbeteringen kunnen aanbrengen met (rendabele) investeringen. Ook kleine besparingen hebben onze aandacht. Een voorbeeld is het vervangen van de verlichting in de specialiteitenfabriek van SuikerUnie in Puttershoek door energiezuinige lampen.” In 2014 wordt opnieuw praktijkonderzoek uitgevoerd voor verdere reductie van het energieverbruik. Het idee is om frequentieomvormers bij pompen en ventilatoren te plaatsen om het verbruik omlaag te brengen. Begin dit jaar is gestart met het opzetten van het onderzoek.

juni 2014

10-06-14 13:05


Offline

Onderzoek: elektrische auto stoot meer CO2 uit dan benzinebolide

De CO2-uitstoot tijdens de productie van duurzame auto’s kan ver omlaag als autoproducenten duurzamer te werk gaan. Dat moet ook wel, want uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat elektrische auto’s tijdens hun gehele levensduur meer CO2 uitstoten dan gewone benzineauto’s. Bij auto’s wordt voor duurzaamheid vaak gekeken naar de levenscyclus van de brandstof. Maar voor de productie, het transport en de sloop van de auto is ook energie nodig, en dus komt bij deze processen CO2 vrij. In diverse studies is geprobeerd om aan de hand van een levenscyclusanalyse (LCA) de totale CO2-uitstoot van verschillende voertuigtechnologieën in kaart te brengen. Deze zogeheten cradle-to-grave cyclus omvat zowel de CO2-uitstoot bij opwekking, productie en gebruik van de energiedragers als de CO2-uitstoot bij productie, vervoer en sloop van de auto en de aanleg van de laad- en tankinfrastructuur. Uit onderzoek van Ricardo-AEA, in opdracht van de Britse denktank CCC, blijkt dat voor het in 2010 produceren van een benzineauto 35 gram CO2 per kilometer wordt uitgestoten. Het merendeel van de totale CO2-uitstoot per kilometer is bij deze auto toe te rekenen aan de brandstof (87 procent). Dat laatste ligt al iets lager bij een plug-in hybride auto: 78 procent. Maar de nieuwere en in het brandstofgebruik veel duurzamere elektrische auto’s stoten bij de productie meer CO2 uit dan benzine-auto’s. Voor een volledig elektrisch aangedreven auto bedraagt de CO2-uitstoot gemiddeld 136 gram per kilometer, waarvan slechts 52 procent is gerelateerd aan het gebruik van de auto. Dat betekent dat 48 procent voor rekening van de productie komt, goed voor 65 gram CO2 per kilometer. Het rapport van Ricardo-AEA laat zien dat het merendeel van het hogere aandeel veroorzaakt wordt door de batterijen. Gelukkig is het de verwachting dat in de loop van de komende decennia daarin grote slagen worden gemaakt. De emissie voor de productie van elektrische auto’s gaat namelijk naar verwachting met een factor 5 omlaag. Er bestaat momenteel echt nog geen uniforme werkwijze voor het bepalen van de totale CO2-uitstoot gedurende de levenscyclus van auto’s, concludeert PBL. “Methoden hiervoor zijn nog in ontwikkeling en de resultaten van bestaande analyses zijn sterk afhankelijk van aannames over elektriciteitsmix, benodigde grondstoffen, enzovoort. Voor een flexifuel of plug-in hybride auto, die zowel op fossiele brandstof kan rijden als op biobrandstoffen dan wel elektriciteit, is ook het gebruik van de auto een belangrijke onzekere factor. Dit maakt een levenscyclusbenadering voor de vaste autobelastingen vooralsnog ingewikkeld.”

juni 2014

06_7_8_9_E_offline.indd 9

Duurzaam Geproduceerd-expert Hoek wint prijs met managementboek Zakendoen in de Nieuwe Economie is uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar. De prijs, die uitgaat van managementboek.nl, werd afgelopen maand in De Rode Hoed uitgereikt aan auteur Marga Hoek, tevens Expert bij het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd. Zakendoen in de Nieuwe Economie, het auteursdebuut van Hoek, schetst de contouren van een nieuwe, duurzame economie. Het boek geeft ondernemers handvatten om die nieuwe economie in hun eigen organisatie handen en voeten te geven. Het boek bevat verfrissende managementmodellen, best practices uit binnen- en buitenland en de inbreng van bijna dertig wetenschappers. Opvallend is het slothoofdstuk waarin ook kinderen aan het woord komen over duurzaam zakendoen. Volgens de jury gaat Hoeks publicatie “voorop in de nieuwe realiteit van ons maatschappelijk-economisch bestel, is tegelijk conceptueel en praktijkgericht, daagt een breed lezerspubliek uit nieuwe wegen in te slaan en is bovendien uitnodigend vormgegeven.” “Het is geweldig dat dit boek, waaraan zoveel mensen hun bijdrage hebben geleverd, op zo’n manier wordt beloond”, schrijft Marga Hoek kort na de uitreiking. “En het bewijst opnieuw dat er in Nederland veel ondernemers zijn die behoefte hebben aan concrete tools om duurzaamheid in hun eigen bedrijfsvoering te integreren. Niet geredeneerd vanuit problemen, maar vanuit business-oplossingen. De inhoud van het boek wordt in het najaar geïnternationaliseerd. We zijn vergevorderd in gesprekken met Spaanse en Engelstalige uitgevers.”

9

04-06-14 16:03


Interview

Rein de Jong, director supply chain operations Coca-Cola Nederland:

FOTO’S: ERIC dE vRIES

“ Wij willen de sectorleider zijn in duurzaamheid”

10

10_11_13_14_15_K_interview.indd 10

juni 2014

04-06-14 15:39


Interview

Een fles van plantaardig materiaal, vrachtwagens op biogas, warmte-uitwisseling met de buren en een energiezuinig distributiecentrum: het is Coca-Cola Enterprises menens in de zoektocht naar duurzaamheid. Rein de Jong, director supply chain operations in Nederland, vertelt waarom die nooit zal uitmonden in greenwashing. “Het bekendste merk ter wereld in diskrediet brengen? Geloof mij, dat ga ik niet proberen.” Tekst: Inge Janse

dat klinkt inderdaad goed, maar het neemt niet weg dat 20 miljoen euro flink wat geld is, zeker ten tijde van de crisis. de Jong legt uit dat het geld onder meer nodig was om het dak drie meter te verhogen, nieuwe stellingen te bouwen en een computersysteem en de volautomatische kranen aan te schaffen.

Dat hakt erin

de investering heeft diverse voordelen voor de duurzaamheid van Het nieuwe productie. “Neem het elektriciteitssysteem regelt gebruik. Als een kraan met een volle alles zelf, terwijl pallet deze laat dalen, dan wekt hij we hiervoor alles 10 tot 20 procent van de energie op die nodig is voor een opgaande lahandmatig deden. ding. Ook rijden we minder kilomeDat is dus mooi! ters. Er werden namelijk altijd heel veel pallets uit dongen naar het externe magazijn in Tilburg gebracht, en weer terug. Nu dat niet meer hoeft, besparen we ruim 12 duizend kilometer op een jaar. dat betekent dat we onze CO2uitstoot fors naar beneden gaan brengen.” Maar ook financieel legt het nieuwe distributiecentrum geen windeieren, denkt de director. “We hebben deze investering over

FOTO’S: ERIC dE vRIES

650 bomen laten groeien of een fikse windmolen 33 uur laten draaien. dat is alles wat ervoor nodig is 13 ton CO2 te compenseren. Toch besloot Coca-Cola diezelfde winst te boeken via een investering van 20 miljoen euro. de frisdrankgigant presenteerde begin april namelijk zijn verbouwde distributiesysteem in dongen, dat onder meer voorzien is van een automatisch opslagsysteem en energiezuinige kranen. dat roept vragen op, maar gelukkig beantwoordt Rein de Jong die graag. de Nederlandse director supply chain operations van s’ werelds bekendste frisdrank zet namelijk alle mogelijkheden in om duurzamer te werk te gaan, ook al levert dat niet altijd direct geld op. de Jong zit tijdens het gesprek in Zweden, aangezien hij daar tijdelijk een tweede fabriek aanstuurt. Telefonisch steekt hij van wal over ‘zijn’ nieuwe distributiecentrum. Of, beter gezegd, een volautomatisch warehouse. “Simpel gezegd: we zetten de pallets met Coca-Cola erin, en als wij iets nodig hebben, dan zorgt het systeem er zelf voor dat het de juiste hoeveelheid met de juiste houdbaarheidsdatum op de goede volgorde uit het systeem haalt en klaarzet om in de vrachtauto te laden. Stel dat ik naar Assen en delfzijl moet. Als ik naar delfzijl rijd, dan moet ik de pallets voor Assen niet meer achterin hebben staan. Het nieuwe systeem regelt dat zelf, terwijl we dit hiervoor handmatig deden. dat is dus hartstikke mooi!”

juni 2014

10_11_13_14_15_K_interview.indd 11

11

04-06-14 15:39


14TES-51

®

12_vanPutten_Testo.indd 1

Onderhoud, productie en procesoptimalisatie efficiënter met meettechniek van Testo! Testo BV  036 5487 000  www.testo.nl

03-06-14 15:57


Interview maximaal vier jaar terugverdiend. Dat realiseren we met ons verlaagde energiegebruik en vervoer. We gaan namelijk op jaarbasis bijna vijfduizend vrachtwagenritten besparen. Vijfduizend ritten en vijfduizend keer laden en lossen, dat hakt er wel in.”

Geen window dressing De CO2-besparing was dus geen doel op zich, maar een bijkomend voordeel bij een investering die financieel heel goed uit te leggen valt. Op jaarbasis emitteert Coca-Cola Nederland namelijk meer dan honderdduizend ton van dit broeikasgas, dus daarbij valt 13 ton al snel in het niet. De Jong benadrukt daarom dat het schermen met duurzame claims absoluut geen window dressing is. “Coca-Cola wil in 2020 zijn absolute CO2-uitstoot van 2007 met eenderde hebben teruggebracht, en dat bij een stijgend productievolume. We zijn natuurlijk niet van plan om minder CO2 uit te stoten door ons volume te laten dalen. Dan maak je het jezelf wel heel erg makkelijk.“ In Nederland geeft Coca-Cola verder invulling aan zijn duurzaamheidsambities door bijvoorbeeld zijn fabriek in Dongen te voorzien van led-lampen. “Daar kun je denigrerend over doen, maar het is uiteindelijk een superproject dat over honderden lampen gaat. Bij mooi weer zorgt het daglichtsysteem er bovendien voor dat onze lampen dimmen of uitgaan. Ook zijn we bezig met het verlagen van ons water- en energieverbruik, vergroten van de terugwinning en rijden onze vrachtwagens sinds 2012 op biogas.”

Geweldig! Maar Coca-Cola Enterprises kijkt voor zijn groene idealen ook vaak over de eigen muren heen. De frisdrankfabrikant werkt

juni 2014

10_11_13_14_15_K_interview.indd 13

bijvoorbeeld samen met zijn buren Fuji en IFF aan een afvalwaterzuiveringsinstallatie die eind 2015 moet draaien. “Enerzijds is dit gedreven vanuit ons MVO-beleid. Maar natuurlijk gaat het ons ook wel iets opleveren. Als wij met z’n allen beter afvalwater kunnen realiseren, dan hoeven we hiervoor ook minder te betalen.” Bovendien zijn er plannen om samen te werken met Ardagh, een glasproducent op nog geen 300 meter afstand die enorm veel restwarmte overheeft. “Die hoeveelheden zijn zo groot dat deze in bijna eenderde van ons energieverbruik kunnen voorzien. Wij willen daarom een soort grote afzuigkap boven de Ardaghfabriek bouwen die warmte omzet in heet water. Dat water transporDaar kun je teren we naar onze fabriek en zetdenigrerend over ten we in voor onze processen.” doen, maar het is Inmiddels zijn alle testen succesvol een superproject afgerond, en is het tijd om de formadat over honderden liteiten te regelen: wie gaat wat betalen en welke vergunningen zijn er lampen gaat. nodig. Daarover wordt momenteel hard overlegd, maar dat kan zijn enthousiasme amper temperen. “Hier zit echt een opportunity! Dit is geweldig!” Wat bij de Coca-Cola-director volledig ontbreekt, zijn de traditionele ‘maars’ en ‘mag niets’ en ‘geen gelds’. “Ik ben nu eenmaal een ontzettend positief ingesteld persoon. Geld volgt altijd een goed project.” Maar wanneer is een project goed? Als het geld oplevert én goed is voor het milieu? De Jong moet daar even over nadenken. “Ja, het moet iets opleveren, maar dat kan in de

13

04-06-14 15:58


Interview

Kerncijfers van het energiegebruik van Coca-Cola in Nederland.

breedste zin van het woord. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat de prestatie van de lijnen omhoog gaat, of dat mensen flexibeler inzetbaar worden doordat we ze een extra opleiding geven.”

Key activity Coca-Cola zit dus goed in de initiatieven voor een betere wereld. De Jong onderstreept daarbij dat Coca-Cola Enterprises geen verliesgevende projecten doet vanwege duurzaamheid. “Dan ben je als bedrijf raar bezig. Stel dat jij onze consument bent en ik tegen jou zeg: ‘De Coca-Cola wordt 10 procent duurder omdat wij afval gaan scheiden.’ Nou, die meerprijs ga jij niet betalen hoor. Dat is een duivels dilemma.” Een gezonde Hollandse koopmansgeest dus. Toch benadrukt De Jong dat de duurzaamheidsambities van Coca-Cola heel speciaal zijn en niet per se geld hoeven op te leveren. “Ik heb hiervoor ook bij andere bedrijven gewerkt, maar hier wordt duurzaamheid heel nadrukkelijk vanuit onze CEO gedreven. Wij willen de wereldleider zijn in duurzaamheid, en dan kun je vervolgens niet zeggen dat je dit alleen maar doet als het ook geld oplevert. Zorg voor het milieu is een key activity voor ons. Wij doen het nu goed zodat we in de toekomst geen problemen krijgen met het milieu.”

Nooit meer vergeten Als duurzame leider heeft De Jong nog wel een belangrijke tip voor zijn concullega’s: ga duurzaam om met je natuurlijk bronnen. “Dongen was de eerste frisdrankfabriek ter wereld die het European Watership-certificaat kreeg. Wij konden als eerste aantonen dat wij écht bezig zijn met de zorg voor onze natuurlijke bronnen. Dat certificaat is geen loos papiertje, want een extern bedrijf controleert onze inspanningen en stelt: jullie zeggen het niet alleen, maar jullie tonen het ook. Ik hoop dat dit andere bedrijven inspireert.” 14

10_11_13_14_15_K_interview.indd 14

juni 2014

04-06-14 15:58


Interview

Ook de relatie met de omgeving vindt De Jong van het grootste belang. Zo werkt Coca-Cola samen met het rondom gelegen natuurgebied De Wildert en is het bedrijf in gesprek met de gemeente Dongen. “Dit is een JOG-gemeente: Jongeren Op Gezond gewicht. Wij hebben aangegeven daar ook aan te willen meedoen. Wij zijn al met al dus een erg lokaal bedrijf. De gemeente, de natuur, de bedrijven: zij weten en zullen nooit meer vergeten dat wij hier zitten.”

Diskrediet Als bedrijf dat zo ongeveer in elk land ter wereld actief is, vindt er natuurlijk veel kruisbestuiving plaats. Het nieuwe magazijn in Dongen is bijvoorbeeld gemodelleerd naar een soortgelijk warehouse in het Britse Wakefield. De Jong heeft daarbij het voordeel dat de fabriek in Dongen qua grootte in de top-3 staat van

Het nieuwe distributiecentrum in cijfers Het kost even 20 miljoen euro, maar dan heb je ook wat. Het distributiecentrum van Coca-Cola Enterprises in Dongen beschikt over een automatisch opslagsysteem dat op slimme wijze de vrachtwagens bevoorraadt. Dat betekent jaarlijks 4584 minder ritten, 12.376 minder gereden kilometers, en daardoor 13.267 kilogram minder CO2-uitstoot. Maar er zijn meer cijfers. Het dak is opgevijzeld naar een hoogte van 13,5 meter, waardoor er 17.893 pallets opgeslagen kunnen worden, vergelijkbaar met de afmeting van 745 vrachtwagens. Bovendien kunnen de kranen hun rem- en daalenergie afgeven aan het elektriciteitsnetwerk, waardoor zij zichzelf voor 10 tot 20 procent voorzien in hun energiebehoefte.

juni 2014

10_11_13_14_15_K_interview.indd 15

West-Europa, waardoor het snel in aanmerking komt voor grote investeringen. Niet zonder trots meldt de director dan ook dat er sinds 2000 al 180 miljoen euro in geïnvesteerd is, zoals in drie nieuwe lijnen voor het vullen van Pet-flessen en ‘s werelds snelste lijn voor de productie van blikjes cola. Maar heb je het over duurzaamCoca-Cola is heid, dan verschijnt de PlantBothet grootste merk tle van Coca-Cola het eerste in ter wereld, en dat gedachten. Ook deze wordt in willen we graag Dongen geblazen en gevuld. “Op blijven. Daar kún je dit moment is deze fles voor bijna 25 procent gemaakt uit materiaal niet mee spelen. met een plantaardige herkomst en voor 25 procent uit gerecycled PET. Hij zit dus al voor de helft in de sfeer van hergebruik. Bovendien willen we in 2020 naar de 100 procent toe, en daarvoor werken we met een aantal partners om te kijken wie dat kan produceren. Het is daarbij natuurlijk heel leuk dat met Avantium één van die geselecteerde partijen uit Nederland komt.” Zoveel ambities, zoveel plannen, zoveel projecten: is er dan echt niets af te dingen op de claims van Coca-Cola? De Jong weet het zeker: nee. “Coca-Cola is het grootste merk ter wereld, en dat willen we graag blijven. Daar kún je niet mee spelen. Ik heb daarom op geen enkele manier de mogelijkheid om íets te doen met het Coca-Cola-merk wat niet klopt. Als wij aangeven dat de PlantBottle voor 22,5 procent bestaat uit plantaardig materiaal, dan is dat ook echt zo. Het kan niet zo zijn dat er ergens in de krant naar voren komt dat het maar 3 procent is. Op dat moment breng ik het grootste merk ter wereld in diskrediet. Geloof mij, dat ga ik niet proberen.” b

15

10-06-14 13:11


Opinie van Experts

Stelling:

hernieuwbare energie vraagt om slimmer omgaan met zeldzame aardmetalen Als hernieuwbare energie echt een vlucht neemt, dan krijgt de wereld mogelijk te maken met tekorten aan diverse essentiële grondstoffen zoals zilver, lithium en kobalt. Dat blijkt uit een rapport van Ecofys in opdracht van WWF. Het goede nieuws is dat via betere technologie, recycling en circulair denken de uitdaging overkoombaar is. Vereist dat speciaal beleid van de Nederlandse of zelfs Europese overWilt u reageren? heid? Of moet dit aan de markt Stuur een e-mail naar redactie@duurzaamgeproduceerd.nl overgelaten worden?

eens of oneens?

16

16_17_G_opinie.indd 16

Marga Hoek Het dreigend tekort aan voor de energietransitie kritische grondstoffen is een complex probleem. Om dat te tackelen moeten we tegelijkertijd op twee sporen inzetten: enerzijds innoveren, anderzijds fiscaal vergroenen. Innoveren, omdat alleen dit leidt tot alternatieve technieken met nieuwe materialen die niet schaars zijn, zoals grafeen. Fiscaal vergroenen, omdat recycling arbeidsintensief is en arbeid dus minder zwaar belast moet worden. Tegelijkertijd moeten het gebruik van primaire grondstoffen en vervuiling zwaarder belast worden. Belangrijk is dat we goed kijken naar de grondslag. Je kunt immers de input of de output van een productieproces belasten, of de emissies en het genereren van afvalstromen. Uit onderzoek blijkt dat de prijsprikkels gericht op grondstoffen beter werken dan op eindproducten. Producenten reageren veel actiever op deze financiële prikkels dan consumenten. Hierdoor vermindert het gebruik van grondstoffen, en dat is wat je wilt bereiken. We moeten niet bang zijn voor maatregelen die de prikkels in ons economisch systeem verleggen. Wel is het van belang dat we de opbrengsten van deze maatregelen ‘terugploegen’ naar de bedrijven en niet naar de algemene middelen. Het zijn immers de bedrijven die aanvankelijk extra voor grondstoffen betalen, dus voor hen is als compensatie korting nodig op met name de arbeidskosten. Modelstudies wijzen uit dat dit ook het grootste win-win-effect heeft. Belastende maatregelen moeten bovendien alleen gelden voor zogenaamde virgin materials en niet voor materialen die uit een recyclingproces voortkomen. Alleen zo wordt het hergebruiken van grondstoffen gestimuleerd en draagt de belasting bij aan het ontwikkelen van een duurzame, circulaire economie. Marga Hoek is directeur van De Groene Zaak

juni 2014

04-06-14 16:00


Opinie van Experts

MariSka van Dalen

Hein van Tuijl

Het gebruiken van hernieuw“kan de elektrische Volgens Ecofys is hergebare bronnen voor onze auto de aanjager bruik van lithium een belangrijke energiebehoefte is één van de pijlers zijn van lithium-revoorwaarde om in de toekomst vervan het Cradle to Cradle (C2C)-gedachcycling? Minimaal der te kunnen met elektrische auto’s. tengoed. In die zin benaderen we de 95 procent van een Lithium is een van de meest kritische energietransitie primair als een enorme niet-hernieuwbare grondstoffen voor kans voor het bedrijfsleven om hier leiafgedankte auto batterijen van elektrische auto’s en alderschap en innovatiekracht te tonen. wordt gerecycled leen met hergebruik kunnen we grote De Energiewende in Duitsland geldt op of nuttig toegepast. schaarste in de toekomst vermijden. De veel vlakken als een inspirerend voornu alleen nog een vraag is of het huidige Europese beleid beeld. Echter – in de praktijk zien we keurmerk ontwikvoldoende inspeelt op hergebruik van ook dat beleid kan leiden tot reactionair lithium in batterijen (Li-ion) voor elekgedrag bij bedrijven en maatschappekelen voor gerecytrische auto’s. Of is regelgeving niet lijke organisaties. Zo blijven Duitse bruincled lithium en het nodig en kunnen we dit aan de markt koolmijnen, onder druk van vakbonden gebruik hiervan overlaten? en werknemersorganisaties, goedkope fiscaal belonen.” De prijs van lithium is de afgelopen tien energie aanbieden op de Duitse markt. jaar verdrievoudigd. Dit heeft ertoe geOok hebben nationale en Europese subleid dat autofabrikanten zoals Toyota en sidies op hernieuwbare energie er in de Mitsubishi allianties hebben gesloten afgelopen jaren toe geleid dat energielemet exploitanten en overheden in lanveranciers ineens concurrenten werden den waar lithium voorkomt om in hun toekomstige behoefvan de meubel- en papierindustrie op de houtmarkt. te te voorzien en hiermee controle te krijgen over de ‘supply Deze voorbeelden tonen aan dat we er alert op moeten zijn chain’ upstream. Maar hoe zit het downstream met het redat beleid niet contraproductief werkt. De uitdagingen die cyclen van lithium-batterijen? De huidige markt voor battegrondstoffenschaarste met zich meebrengt, geeft bedrijven rijrecycling is voornamelijk prijsgedreven. Want ondanks dat in hernieuwbare energie lithium 100 procent recyclebaar is, is het bedrijfseconomisch een heldere incentive om niet interessant om lithium-batterijen te hergebruiken. Het op eigen initiatief te ingewichtspercentage van lithium in batterijen is klein en de noveren. Met name voor opbrengst beperkt ten opzichte van kobalt en nikkel. industrieën waar de techKan de elektrische auto dan aanjager zijn van lithium-recynologische ontwikkelincling? Minimaal 95 procent van een afgedankte auto wordt gen elkaar in hoog tempo gerecycled of nuttig opvolgen, zoals zonne- en toegepast in Nederland. windenergie, liggen er Deze activiteiten worden enorme kansen in slim betaald vanuit de recymateriaalmanagement. clingbijdrage van 45 euro. EPEA werkt actief samen Wettelijk is de verwerking met deze bedrijven vanuit van oude batterijen en de C2C-visie waarbij innoaccu’s vastgelegd in het vatie en kwaliteitsverbeteBesluit beheer batterijen ring de doelen zijn. Het C2C-basisprincipe `afval = voedsel’, en accu’s (Bbb). Hieronder of beter gezegd `alles is een grondstof voor iets anders’, leidt vallen ook HV-batterijen ertoe dat we producten, gebouwen en systemen ontwikkeuit hybride en volledig len en beschouwen als waardevolle `materiaalbanken’. We elektrische auto’s. Techweten wanneer materialen beschikbaar komen voor een nisch en wettelijk is het volgende toepassing en hoe ze te herwinnen zijn. Dit biedt dus goed geregeld in oplossingen. Makers van bijvoorbeeld zonnepanelen die Nederland. Nu alleen nog een keurmerk ontwikkelen voor weten dat hun systemen in vijf jaar achterhaald zijn, kunnen gerecycled lithium en het gebruik hiervan fiscaal belonen hun klant toegang blijven bieden tot de nieuwste systemen om de groene lithium uit Nederland als serieus alternatief in ruil voor toegang tot de grondstoffen in oude systemen. te promoten ten opzichte van de geopolitieke onzekere De rol van de gebruiker als aanjager voor innovatie wordt marktprijs van primair lithium. daarmee nóg sterker. Mariska van Dalen is senior adviseur sustainability bij Tebodin Hein van Tuijl is operational manager van EPEA Nederland

juni 2014

16_17_G_opinie.indd 17

17

04-06-14 16:00


Best Practice

Cosun en Philips samen in onderzoek naar biogebaseerde grondstoffen

Suikerbietenpulp als basis voor groene plastics Steeds meer bedrijven willen de footprint van hun producten omlaag brengen door biogebaseerde grondstoffen te gebruiken. In Nederland is Royal Cosun, bekend van Suiker Unie en Aviko, al enkele jaren bezig ‘building blocks’ van suikerbietenpulp te maken. Tegelijkertijd is Philips op zoek naar biobased materialen. In het project Beets to Biopolymers ontmoeten deze twee elkaar. Tekst: Harmen Weijer

Sinds zes jaar ontwikkelt de Cosun-tak Biobased Products biogebaseerde grondstoffen uit suikerbietenpulp. Vooral de laatste tijd zit de groei er goed in, aangezien de vraag uit de maakindustrie groter is geworden. Alex Benschop, business development manager biobased bij Cosun, vertelt wat er mogelijk is. “We maken uit cichoreiwortel bestanddelen voor vaatwastabletten. En uit suikerbietenpulp halen we galacturonzuur. Dit is het hoofdbestanddeel van pectine, De eerste dat planten de stevigheid geeft om aanwijzingen zijn rechtop te kunnen staan. In het cenzeer veelbelovend, trale lab in Roosendaal, het Cosun vandaar ook dat we Food Technology Centre, hebben we nu het onderzoekshier vier jaar onderzoek naar gedaan en we hebben ontdekt dat galactutraject ingaan. ronzuur geschikt gemaakt kan worden als bouwsteen voor polymeren.” Benschop vertelt hoe Cosun vervolgens in aanraking kwam met Philips. “Wij kregen via de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij, de NOM, te horen dat Philips Consumer Lifestyle op zoek is naar biobased materialen voor zijn producten. Het gaat daarbij om vervanging van op oliegebaseerde plastics, en daarvoor kan galacturonzuur gebruikt worden.”

Biobased bij Cosun De ontwikkeling van biogebaseerde producten heeft een prominente rol in de strategie van Cosun, en dus werken er veertig mensen binnen de projecten van het onderdeel Biobased Products. De focus ligt daarbij op het ontwikkelen van nieuwe producten uit gewassen, zowel voor food als non-food. Bij non-food ligt het accent onder andere op plastics, maar in deze sector is een businesscase nog niet makkelijk te maken. Alex Benschop, business development manager biobased bij Cosun: “Bij food is de businesscase sneller te maken met biogebaseerde grondstoffen omdat Cosun veel ervaring heeft in food. In de suikerfabrieken van Suiker Unie wordt al meer dan honderd jaar suiker gemaakt.” Een ander onderdeel van Cosun, Sensus, produceert in Roosendaal inuline uit cichoreiwortels. Inuline is een laag-calorische voedingsvezel die veel wordt toegepast in energierepen,

18

18_19_20_O_bestpractice.indd 18

ontbijtdranken en chocolade. In het verlengde hiervan richt Cosun zich op de gezondheids- en sportvoeding. Deze markt is relatief goed gedefinieerd en de kopers op deze markt staan open voor innovatieve producten. Benschop: “We streven naar het gebruik van de volledige suikerbiet door meerdere nieuwe producten uit dit gewas te ontwikkelen.” Daarnaast ontwikkelt Cosun biogebaseerde grondstoffen ter vervanging van polyethyleen-sulfonaat. Die worden gebruikt in onder andere huishoudelijk apparatuur zoals koffiezetapparaten en strijkijzers. In de komende tien jaar wil Cosun fors groeien in biobased. “De helft van de totale groei moet uit nieuwe producten komen, waaronder die door het onderdeel Cosun Biobased Products worden ontwikkeld”, besluit de manager. Meer info: www.cosunbiobased.com

juni 2014

10-06-14 13:14


FOTO’S: COSUN

Best Practice

Uit suikerbietenpulp worden bestanddelen gehaald waarmee biopolymeren gemaakt kunnen worden.

Nu is het zaak om de komende jaren te onderzoeken of de bouwstenen van galacturonzuur hiervoor gebruikt kunnen worden.

Veelbelovend

“De eerste aanwijzingen zijn zeer veelbelovend, vandaar ook dat we nu het onderzoekstraject ingaan. Dat doen we samen met de Universiteit van Maastricht en de RUG in Groningen. Wij weten alles van het maken van galacturonzuur en zij weten alles van polymeren. Tezamen moet dat materialen opleveren die nog niet eerder zijn gerealiseerd. We gaan dat doen in het nieuwe AMIBM, het Aken-Maastricht Instituut voor Biobased Materialen op het Chemelot-terrein.” Bij de RUG heeft professor Francesco Picchioni een andere benadering om op zoek te gaan naar de beste biogebaseerde materialen, vertelt Benschop. “Hij kijkt naar de gewenste materiaaleigenschappen, zoals die gelden voor toepassing van deze nieuwe materialen bij Philips Consumer Lifestyle, en zoekt daar-

juni 2014

18_19_20_O_bestpractice.indd 19

bij de biogebaseerde bouwstenen die aan deze eisen kunnen voldoen. Dat is net andersom als bij AMIBM. Daar kijk je eerst naar de bouwstenen die je hebt, waarna je de geschikte materialen en producten erbij zoekt.” De overige projectpartners zijn ASTRON, dat kijkt naar toepassing van de nieuwe materialen in sterrenkundig onderzoek, en API, dat een beWe streven langrijke rol speelt in het opschalen naar het gebruik van de productie van de chemische van de volledige bouwstenen.

Innovatie

suikerbiet door meerdere nieuwe producten uit dit gewas te ontwikkelen.

Philips is al jaren druk doende met duurzaamheid. Zo lanceerde de Eindhovense multinational al in 1994 zijn eerste duurzaamheidsprogramma, en dat werd in 1998 opgevolgd door het EcoVision-programma. Inmiddels kent EcoVision al zijn vijfde editie. Het belangrijkste doel: in 2025 jaarlijks het leven van 3 miljard mensen verbeteren via innovatie op de gebieden zorg, energiezuinigheid en materiaalgebruik. Elk van de drie Philips-sectoren voert 19

10-06-14 13:14


Best Practice

Groene innovaties bij Philips Consumer Lifestyle

Subsidie

De investeringen in groene innovatie bij Philips Consumer Lifestyle bedroegen in 2013 zo’n 75 miljoen euro, 5 miljoen euro meer dan in 2012. In deze Philips-sector wordt verder gewerkt aan de verbetering van de energie-efficiëntie van zijn producten, het sluiten van de materialenkringloop (bijvoorbeeld door het gebruik van gerecycleerde materialen in producten en verpakkingen) en de afbouw van polyvinylchloride (PVC), gebromeerde vlamvertragers (BFR) en Bisphenol A (BPA) in zijn producten. Meer info: www.philips.nl/about/sustainability/index.page

de regie over een van de aandachtsgebieden, waarbij Healthcare ‘zorg’ voor zijn rekening neemt, Lighting ‘energiezuinigheid’ en Consumer Lifestyle ‘materiaalgebruik’. Een van de meest in het oog springende duurzame producten voor materiaalgebruik is de introductie van het eerste gerecyclede design-koffiezetapparaat ter wereld: de Senseo Viva Café Eco. In dit apparaat zijn oude elektrische apparaten verwerkt. “Alle plastic onderdelen aan de buitenkant (behalve die onderdelen die in contact komen met het water of de koffie) zijn gemaakt van gerecycled materiaal, sommige delen zelfs voor 100 procent. Daarnaast schakelt het apparaat zichzelf na vijf minu20

18_19_20_O_bestpractice.indd 20

Het project van Cosun (via Suiker Unie-locatie Vierverlaten) en Philips om uit suikerbietenpulp bouwstenen te realiseren, heeft eerder dit jaar subsidie gekregen van de provincie Groningen en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Het totale onderzoeksproject kost 1,4 miljoen euro, waarvan de bedrijven de helft ophoesten. Groningen en andere overheden ondersteunen door de rest van het budget te leveren. Meer info: www.nom.nl

ten automatisch uit om energie te besparen, en is de verpakking gemaakt van karton dat voor 90 procent gerecycled is”, schrijft Philips hierover. Maar er zijn meer producten die gemaakt zijn van gerecycled plastic, en sommigen zelfs van biobased grondstoffen. Zo zijn het EcoCare-strijkijzer en de StudioPower-stofzuiger voor respectievelijk 30 en 37,5 procent gemaakt van gerecycled plastic. In 2010 is er bovendien een stofzuiger op de markt gebracht met daarin gerecyclede en biobased materialen. Het onderzoek met Cosun naar biogebaseerde plastics vormt voor Philips de logische volgende stap richting duurzaamheid. b

juni 2014

10-06-14 13:14


Prestatiemanagement

statiemanagement, meten, wete killsKIJK, dashboard, samenwerkin op Prestatiemanagement best value, doen, targets, capaciteit, tentie, prestatiemanagement en, weten, skills, dashboard samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, statiemanagement, meten, wete Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain

Woensdag 1 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen

/Schrijf

nu in

/

Programma

Goed Prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van asset manager tot toeleverancier. Maar wat is de invloed van prestatiemanagement op innovatie? Hoe zijn de zachte factoren van prestatiemanagement het beste geborgd en wat kun je het beste meten voor een optimale prestatie?

Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties.

Op 1 oktober 2014 staat in de Glazen Ruimte in Maarssen de KIJK op Prestatiemanagement centraal. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: Van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur. Uit de NVDO Suto Benchmark blijkt dat veel potentieel nog onbenut wordt. Wat is er nodig om deze verborgen schatten te vinden? Is dat innovatie? Gaat dat om de juiste KPI’s of komt het gewoon neer op mensenwerk? Op 1 oktober delen experts op alle gebieden hun visie met het aanwezige publiek.

Initiatiefnemers:

INFORMATIE: Marjolein Veeninga

Tel.: +31 (0)20–31 22 791

Mail: marjolein@industrielinqs.nl

01_A4.indd 2

Partners iMaintain Platform:

10:30 Ontvangst en registratie 11:00 Opening door de dagvoorzitters 11:10 Kijk naar de benchmark Binnen de NVDO Suto Benchmark wordt wetenschappelijk gekeken naar diverse topics. Hoe staat de Nederlandse industrie ervoor, wat zijn de kengetallen en trends en welk visie is daar bij nodig? Met medewerking van: Prof. Arjan van Weele (TU/e), Prof. Leo van Dongen (TU Twente), Prof. Frank Verbeeten (UvA) Pauze 12.45 KIJK op de prestatiegedreven organisatie! Als visie, missie en strategie zijn vertaald naar alle processen, hoe vind je dat terug in de organisatie? Met medewerking van: Wilbert Wijns (NedTrain), Bram Alkema (Enexis), Arjan Oostdijck (Suikerunie) 13.45 Stelling in de Kijker; Prestatiemeting verhindert innovaties! Het meten van prestaties en de druk op presteren kunnen averechts werken op vernieuwing. Wat is de praktijk? Met medewerking van: Han Roebers (Rijkswaterstaat), Jan Braber (SIR), Patrick Essers (Dutch Institute World Class Maintenance) Pauze 15.05 WORKSHOP Interactieve sessies waarbij bezoekers zelf ook een prestatie gaan leveren. 16.00 KIJK op de zachte factoren van Prestatiemanagement Presteren is mensenwerk. Hoe werk je samen met je team naar topprestaties? Met medewerking van: Dick Koopman (directeur Yacht), Hans Hermans (Interim manager voor professionalisering van bedrijven), Erik de Bruine (directeur Nevi) 17:00 KIJK op technologie Een inspirerende lezing door de hoofdredacteur van het magazine KIJK. Vivianne Bendermacher, KIJK 17:45 Afsluiting 18.00 Netwerkborrel 18.30 Netwerkdiner Leden iMaintain Platform:

www.imaintain.info/prestatie 12-06-14 10:11


Interview

Tata Steel gelooft in game changer staalindustrie

Foto’s: tata steel in iJmuiden

“Nieuw proces bespaart 20 procent energie en CO2”

22

22_23_25_26_27_L_interview.indd 22

juni 2014

04-06-14 13:18


Interview

De Europese staalindustrie steunt en kreunt onder de crisis en de internationale concurrentie. Tata Steel in IJmuiden zet daarom zwaar in op een nieuwe, duurzame methode voor de productie van staal en hoopt op niets minder dan een game changer. Dat moet ook wel, weet de projectleider van het nieuwe proces, Koen Meijer: “Je concurrenten halen je razendsnel in als je stopt met ontwikkelen.” Tekst: Inge Janse

en daar komt de Hisarna-techniek om de hoek kijken, want die brengt het aantal stappen om ruwijzer te maken terug naar slechts één, terwijl het eindproduct identiek is. “We hebben de oven om ijzer te maken helemaal opnieuw ontworpen. Hierdoor kunnen we ijzererts in poedervorm direct inzetten. ook de kolen kunnen er in poedervorm direct in. Voorbewerking is daardoor niet meer nodig, en daarmee snij je de twee grote voorbewerkingsstappen uit de keten. Reken je nu heel het proces van begin tot einde door, dan bespaar je 20 procent energie, en dus ook 20 procent Reken je het Co2-uitstoot.”

Meer voordelen

proces van begin tot einde door, dan bespaar je 20 procent energie en CO2-uitstoot.

Bonusvoordeel is dat er nog maar één type fabriek nodig is. deze neemt veel minder ruimte in beslag, maakt de logistiek efficiënter en verlaagt de milieudruk. en misschien komen er nog wel meer voordelen bij kijken. in ieder geval is de nieuwe techniek niet onveiliger of milieubelastender dan de gangbare procedures. sterker nog: waarschijnlijk nemen ook de emissies van andere milieubelastende stoffen af. en mocht het afvangen en opslaan van Co2 ooit

Foto’s: tata steel in iJmuiden

eigenlijk zou er taart moeten zijn. dit jaar is het namelijk 25 jaar geleden dat Koen meijer aan de slag ging met een radicaal nieuwe aanpak om op duurzame wijze staal te maken. de projectleider van tata steel in iJmuiden maalt er niet om. “op zo’n lange termijn denken is eigen aan de staalindustrie. met een horizon van drie jaar krijg je nooit game changers.” Want dat moet het worden, Hisarna. deze techniek combineert het nieuwe type smeltvat van de australische mijnbouwer Rio tinto (Hi-smelt gedoopt) en de in iJmuiden ontwikkelde Cyclone Converter Furnace-technologie isarna. maar om te begrijpen hoe revolutionair Hisarna is, moet meijer eerst uitleggen dat de productie van staal uit drie stappen bestaat: voorbewerking van grondstoffen, productie van ruwijzer en staalproductie. “Voor elk van die stappen zijn gigantische installaties en heel veel energie nodig. iJzer maak je van ijzererts, maar dat moet je eerst ontdoen van zuurstof. Voor die reductie heb je koolstof nodig. daarvoor gebruik je kolen, maar die zijn niet direct geschikt voor de hoogoven. daar maak je dus eerst kooks van. Het ijzererts zet je eerst om in agglomeraten, en pas dan kun je er in een hoogoven ijzer van maken.” die drie stappen klinken dan wel simpel, maar in iJmuiden zijn daar vijf omvangrijke fabrieken voor nodig, met elk zijn eigen logistiek voor aan- en afvoer, verplicht onderhoud en belasting van het milieu. “Het zijn dus geen simpele stapjes waarvan het weinig uitmaakt hoe veel het er zijn.”

juni 2014

22_23_25_26_27_L_interview.indd 23

23

04-06-14 13:18


productie

Hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie Via het kwartaalmagazine en de website informeert en inspireert Duurzaam GeproDuceerD de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen.

footprint

processen

Lees het magazine en bezoek www.duurzaamgeproduceerd.nl voor nieuws, visies, projecten en producten. Wilt u adverteren in Duurzaam GeproDuceerD? Neem contact op met Jetvertising b.v. arthur middendorp: arthur@jetvertising.nl Telefoon: (070) 399 00 00

BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.

Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.

Meer weten?

_A5_liggend_bizz56.indd 43 24_bizz56_dgp.indd 1

Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.

BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform

Neem contact op met Gijs Hoekstra (020-3122088) of movielinqs@industrielinqs.nl

06-03-14 10:53 10-06-14 12:11


Interview

Tata Steel en duurzaamheid omdat energie zo’n grote kostenpost vormt voor tata steel, is het bedrijf constant op zoek naar besparingen. en dat werpt zijn vruchten af, want sinds 1990 is de hoeveelheid benodigde energie voor het maken een ton staal met 30 procent afgenomen. Woordvoerder Robert moens van de locatie in iJmuiden legt uit waarom het bedrijf dit doet. “er wordt vaak gezegd dat bedrijven een stok achter de deur nodig hebben om iets aan het milieu te doen. dat is niet het geval bij staal. Hoe minder energie wij verbruiken, des te meer geld we overhouden.” tata steel in iJmuiden heeft daarom een speciaal team dat fabriek na fabriek doorlicht op besparingsmogelijkheden. moens: “dat zijn soms heel erg simpele dingen, zoals bij de koeltorens van de kooksfabrieken. deze gebruiken elektromotoren om het water af te koelen, maar in de winter kan dat net zo goed via de koude buitenlucht. sinds tata steel deze motoren schakelbaar heeft gemaakt, bespaart het in de winter hier zo’n 50 tot 75 procent aan energiekosten.” een andere noviteit zijn de zogeheten warmhoudkamers, een soort theemutsen voor plakken staal. “deze gaan van de staalfabriek naar de warmbandwalserij en liggen vaak buiten te wachten. daardoor koelden zij binnen 36 uur af van 650 naar 50 graden. We gebruiken sinds 2012 warmhoudkamers om de plakken tijdelijk in op te slaan, waardoor ze per dag maar 25 graden afkoelen. aangezien de plakken staal daarna weer opgewarmd moeten worden tot 1.250 graden, bespaar je zo veel energie.”

juni 2014

22_23_25_26_27_L_interview.indd 25

maar hoe je het ook wendt of keert, staal maken vréét energie en grondstoffen. Volgens tata steel levert het niettemin veel duurzame zegeningen op die hier prima voor compenseren. moens haalt bijvoorbeeld lichtere, flexibelere én sterkere soorten staal aan die auto’s veiliger en zuiniger maken. maar ligt voor automotive niet juist de sleutel in composieten, bijvoorbeeld van tenCate (zie ook vorige editie van duurzaam Geproduceerd)? Volgens moens lijken deze kunststoffen duurzamer, maar moet je naar het grotere plaatje kijken. “staal is voor 100 procent recyclebaar tot minimaal dezelfde kwaliteit. Je kunt het zelfs upcyclen naar een hogere kwaliteit. Bij composiet kan dat niet. Kijk je dus naar de gehele levenscyclus van een product, dan krijg je een ander beeld.” maar er is meer duurzaams aan staal, bezweert moens. Zo maakt tata steel stalen constructiedelen met ingebouwde zonnecellen, zinkcoatings voor staal die auto’s lichter én roestbestendiger maken, lichtgewicht staal om windmolens hoger te maken en dus met meer rendement te laten draaien, en stalen vloerdelen met geïntegreerde verwarmingselementen die airco’s overbodig maken. die zogeheten thermisch actieve staalplaatbetonvloer kan een besparing van 75 procent voor de energiekosten van een gebouw opleveren. en wat te denken van de transpired solar collector? deze gevelplaat met microperforaties vangt zonnewarmte op om het gebouw mee te verwarmen. Het resultaat: de verwarming hoeft minder hoog, resulterend in tot 50 procent besparing op de energiekosten.

25

04-06-14 13:18


Interview

een vlucht nemen, dan biedt Hisarna veel mogelijkheden. door het gebruik van zuivere zuurstof in het proces is de koolstofdioxide die de fabriek uitstoot ook zuiver, waardoor deze tegen relatief lage kosten opgevangen en opgeslagen kan worden.

Volledig opnieuw beginnen meijer en zijn vijftigkoppige projectteam hebben inmiddels al drie proeven achter de rug. en hoewel het natuurlijk altijd beter kan, staat het belangrijkste als een paal boven water: de technologie werkt. maar dan ben je er nog niet, benadrukt de projectleider. “de bestaande hoogovens die hier staan, zijn het resultaat van honderd jaar aan ontwikkeling. daarmee is het productieproces ontzettend betrouwbaar, voorspelbaar, controleerbaar en veilig geworden. We weten dus precies hoe we ermee moeten werken en wat we ervan kunnen verwachten. dat

26

22_23_25_26_27_L_interview.indd 26

willen we van dit nieuwe proces natuurlijk ook precies weten. Wat gebeurt er als we aan deze knop draaien of die hendel trekken? Hoe draait de installatie zo veilig mogelijk? Hoe krijg je zo min mogelijk onderhoudskosten en milieubelasting? en hoe voorspel je wanneer er iets stukgaat? We hebben dus nog een heel lang traject voor ons, waar we nog maar net aan begonnen zijn. Hopelijk kost het alleen niet weer honderd jaar (lacht).” meijer denkt dat het nog minimaal tien jaar duurt voordat Hisarna op industriële schaal kan worden ingezet. en zelfs dan is het pad nog niet geëffend voor meijers geesteskind. Want hoe goed en beloftevol de duurzame Hisarna-installatie ook is, de bestaande fabrieken zijn in het begin nog kostenefficiënter. deze zijn economisch allang afgeschreven en draaien dus een stuk goedkoper dan wanneer er eerst voor honderden miljoenen nieuwe installaties moeten worden gebouwd. Volgens meijer zal

juni 2014

04-06-14 13:18


Interview

Over Tata Steel IJmuiden Vrijwel alles wat je schrijft over tata steel in iJmuiden neigt naar superlatieven. met 750 hectare is het nederlands grootste aaneengesloten bedrijfsterrein, voor het grote omnummeren in 1995 had het bedrijf als enige in nederland zijn eigen netnummer, en binnen de poorten ligt voor 100 kilometer aan spoor, 80 kilometer aan rijweg en 55 kilometer aan transportband. dat mag ook wel, want wat in 1918 werd opgericht als Koninklijke nederlandse Hoogovens en staalfabrieken om minder afhankelijk te zijn van import, huisvest anno 2014 ruim negenduizend werknemers. tezamen gebruiken zij diverse voorbewerkingsfabrieken, twee hoogovens, een staalfabriek, diverse walserijen en verzinken coatingfabrieken, en verstoken daarbij 2 procent van de totale nederlandse energieconsumptie. een gigantisch bedrijf dus, maar daardoor niet immuun voor wat er buiten de poort gebeurt. de concurrentie uit landen als China is enorm toegenomen, terwijl door de crisis de vraag naar staal in europa fors is gedaald. Het gevolg: enorme overcapaciteit, dalende prijzen voor staal, en daardoor druk op de marges. tegelijkertijd is door de wereldwijde groei van staalproductie de mondiale vraag naar de grondstoffen toegenomen, waardoor de prijzen hiervan astronomisch stegen: ijzererts werd in het eerste decennium van deze eeuw zo’n 700 procent duurder en kookskolen 550 procent. Het aandeel van de grondstoffen in de kostprijs van staal steeg daardoor van 35 naar 70 procent. europese staalfabrikanten zitten daarom in de zogeheten cost price squeeze. oftewel: geen invloed hebben op de kosten van grondstoffen en de prijs van staal, maar er wel door uitgeperst worden. dat klinkt als een gitzwart scenario, maar tata steel blijft mogelijkheden zien. Want ondanks de overcapaciteit in de markt draait tata steel in iJmuiden op volle kracht. Zijn geheim: inzetten op staal met toegevoegde waarde. op de markt voor ‘gewoon’ staal is de concurrentie moordend, maar staalsoorten met unieke eigenschappen kennen veel hogere marges en veel minder competitie.

de introductie van Hisarna daarom gefaseerd plaatsvinden, zoals wanneer een staalfabrikant zijn hoogovens of kooksfabrieken moet vervangen. meijer: “Je kunt geen bestaande hoogoven ombouwen tot een Hisarna-oven. Je moet volledig opnieuw beginnen. Voor de site in iJmuiden betekent dat dat je een miljard of meer moet investeren om structureel over te gaan op de nieuwe technologie.”

Uitgespeeld ondertussen blijven de kosten voor het Hisarna-project gewoon doorlopen. momenteel zit er al zo’n vijftig miljoen euro in, en dat stijgt exponentieel naarmate de proefinstallaties groter worden. Hoe lang blijft tata steel hierin investeren? meijer zit daar niet over in. “We delen de kosten met de andere europese staalbedrijven en onze projectpartners en hebben ook steun gehad uit den Haag en Brussel. Het gaat tenslotte om een technologie

juni 2014

22_23_25_26_27_L_interview.indd 27

die een unieke combinatie van bedrijfseconomische en milieuvoordelen bevat. Voor de volgende fases van het ontwikkeltraject zijn echter fors grotere investeringen nodig. daarvoor is steun van de europese Commissie en de nederlandse overheid onontbeerlijk.” een ander belangrijke reden dat tata steel vertrouwen heeft in deze lange-termijninvestering is dat deze past bij de indiase manier van denken. in plaats van de West-europese houding om een terugverdientijd van maximaal een handvol jaren aan te houden, zetten indiërs een stip op de horizon zonder precies te weten hoe ze er komen. die houding klinkt niet alleen mooi, maar is ook noodzakelijk. “Du moment dat je stopt met het ontwikkelen van nieuwe staalsoorten en productieprocessen is het voorbij met je staalbedrijf. Je concurrenten halen je dan razendsnel in. investeer je niet in R&d, dan ben je op de lange termijn uitgespeeld.” b 27

04-06-14 13:18


Energy Savers

Energy Savers ESD-SIC en Interface leren van elkaar

Grootste klappers zitten buiten eigen bedrijfsdomein Zwaar onder de indruk is Cas König na zijn bezoek aan de tapijtenfabriek van Interface in Scherpenzeel. Als Plantmanager of the Year nam hij zich vorig jaar voor om een lans te breken voor meer energie-efficiëntie in industriële ketens, en daarvoor wil hij ook van andere bedrijven leren. König: “Het is indrukwekkend hoe Interface een radicaal doel stelt en alleen daarmee al een grote stap zet.”

BEElD: WIM RAAIjEN

Wim Raaijen

Cas König is een Plant Manager of de Year met een opdracht. Energie-efficiëntie is volgens hem namelijk niet alleen essentieel voor milieu en duurzaamheid, maar voor zijn bedrijf ESD-SIC in Farmsum zelfs van levensbelang. De productie van siliciumcarbide is namelijk zeer energie-intensief, en dus is zijn bedrijf de op zeven na grootste afnemer van elektriciteit Daar wilde het bein Nederland. Energiebesparing drijf met zijn ambitibetekent daarom ook meteen koseuze doelstellingen tenreductie, en dat is cruciaal voor geen genoegen mee de continuïteit van zijn bedrijf. Door de val van aluminiumfabrinemen. kant Aldel, de energiehongerige ex-buurman van König, weet hij dan ook als geen ander wat het alternatief is. Toch wilde König met het concept Energy Savers zich niet alleen richten op mogelijkheden om energie te besparen. Nee, Neerlands beste plantmanager wil vooral onderzoeken hoe hele

28

28_29_30_M_artikel.indd 28

juni 2014

10-06-14 13:15


Energy Savers

industriële ketens tot energiebesparing en duurzaamheid kunnen worden aangezet. Veel vertrouwen in overheden heeft hij daarbij niet. De trage internationale politieke besluitvorming en complexe, vaak tegenstrijdige regels staan stimulering van energie-efficiëntie en duurzamere keuzes meer dan eens in de weg. Het moet dus grotendeels vanuit de industrie zelf komen. De hefboom om dit mogelijk te maken bevindt zich aan het einde van de ketens: de wisselwerking tussen consumenten en producenten van eindproducten. Deze wisselwerking wordt steeds duidelijker. Grote bedrijven als BMW, Coca-Cola en Ikea zien grote marktkansen voor het verduurzamen van hun producten. Zodra zij met goede en betaalbare duurzamere alternatieven komen, lijken veel consumenten daarin geïnteresseerd te zijn. Bedrijven die daar niet in meegaan, zetten zichzelf de komende jaren mogelijk buitenspel.

Lastig Veel industriële bedrijven staan echter ver af van de consument, zoals chemische bedrijven en toeleveranciers van grondstoffen en halffabricaten. Als het om een duurzamere afzetmarkt gaat, zijn ze dus afhankelijk van de bedrijven die aan het einde van de keten staan. König kent die afhankelijkheid maar al te goed. Zo wordt het siliciumcarbide van ESD-SIC verwerkt in roetfilters van dieselauto’s. Er is echter geen autofabrikant die enkel voor zijn be-

juni 2014

28_29_30_M_artikel.indd 29

drijf kiest omdat het wereldwijd de meest duurzame productiemethode hanteert. Zelfs een bedrijfsbezoek bij een van hen, om te laten zien hoe verderop in de keten nog veel te winnen is voor energie-efficiëntie en verduurzaming, blijkt lastig. König besloot daarom om inspiratie op te doen in een compleet andere keten. Tapijtenfabrikant Interface was namelijk wél direct bereid om Er is geen autofaaan Energy Savers mee te werken. brikant die enkel König neemt hiervoor bij Intervoor ESD-SIC kiest face een kijkje in de keuken, terwijl omdat het de meest Interface-directeur Rob Bogaard bij ESD-SIC op bezoek gaat. Tijdens duurzame produchet Deltavisie-congres, op 5 juni in tie hanteert. Rotterdam, doet König aan de hand van filmopnames verslag van zijn bezoek. Bogaard, die deze zomer afreist naar Delfzijl, doet verslag van zijn ervaringen bij ESD-SIC tijdens het nieuwe congres EemsDeltavisie op 19 september in Eemshaven.

Grootste klappers Het Amerikaanse Interface heeft een grote vestiging in het Gelderse Scherpenzeel. En hoewel de bedrijfsnaam bij weinigen een belletje 29

04-06-14 13:18


Energy Savers

doet rinkelen, spreken de merken Heuga of Heugaveld meer tot de verbeelding. En hoewel concurrent Desso er bekend om staat, lijkt Interface op verschillende fronten verder met de verduurzaming van de tapijtproductie. Niet voor niets was de fabrikant genomineerd voor de gerenommeerde Koning Willem 1 Plaquette voor duurzame ondernemingen. König was tijdens zijn bezoek duidelijk onder de indruk van de duurzame ambities van Interface en de al ondernomen acties. Zo merkte hij dat het niet om holle frasen gaat bij de tapijtenproducent. Het bedrijf is zich er bijvoorbeeld zeer van bewust dat zijn eigen processen slechts 9 procent beslaan van het totale energieverbruik dat komt kijken bij de productie van tapijt. De overige 91 procent zitten dus elders in de keten. Wil Interface de footprint van zijn producten verbeteren, dan moet het voor de grootste klappers buiten het eigen bedrijfsdomein zijn, en dan met name in de toeleverende industrie en de logistiek.

Stuk makkelijker Interface laat zien dat als je daadwerkelijk wilt en volhardend bent, verduurzaming niet alleen mogelijk is, maar ook echt kan lonen. Al sinds 1996 is het bezig met zijn Mission Zero: het naar nul brengen van de uitstoot van broeikasgassen vóór 2020. De grootste stap in energie-efficiency zette de tapijtfabrikant enkele jaren geleden. Het moest toen één van zijn meest energieintensieve machinelijnen in Scherpenzeel vervangen, waarop traditionele leveranciers een nieuwe machinelijn aanboden die het gasverbruik met 20 procent omlaag zou brengen. Daar wilde het bedrijf met zijn ambitieuze doelstellingen echter geen genoegen mee nemen. En terecht, blijkt achteraf. Interface speurde net zo lang - ook buiten de traditionele netwerken in de tapijtsector – tot het een Zwitsers bedrijf vond dat een machinelijn kon leveren met een besparing in het gasverbruik van maar liefst 50 procent. Bijko30

28_29_30_M_artikel.indd 30

mend voordeel is dat door deze aanschaf het een stuk makkelijker is om de overgebleven energievraag volledig duurzaam in te vullen. Want zelfs met gebruik van het duurdere biogas levert de nieuwe situatie een kostenbesparing op. Interface neemt daarom duurzaam gas af uit de biovergister van zeevisgroothandel A. van de Groep uit Spakenburg.

Over de grenzen

De hefboom om duurzame keuzes te maken bevindt zich aan het einde van de ketens.

De missie van Interface reikt echter nóg verder. Wereldwijd gebruikt het namelijk voor meer dan 49 procent gerecyclede of biobased grondstoffen. Uniek is daarbij het gebruik van oude visnetten als grondstof. jaarlijks blijft er mondiaal namelijk 640 duizend ton visnet achter in zee. Door lokale gemeenschappen zoals op de Filipijnen te vragen deze afgedankte visnetten in te zamelen, helpen Interface en garenfabrikant Aquafil structureel de leefomstandigheden van lokale vissers te verbeteren. Zij verdienen niet alleen geld met de inzameling, maar werken tegelijkertijd aan een betere leefomgeving en een goede visvangst in de toekomst. En er zit meteen een gezond businessmodel onder. Interface en Aquafil krijgen namelijk de beschikking over het hoogwaardige nylon waar deze netten van zijn gemaakt. Na recycling dienen deze daarom als garen voor nieuwe tapijttegels. Interface is dus een goede partner voor Cas König om te onderzoeken waar mogelijkheden liggen bij energiebesparing en verduurzaming in industriële ketens. Tijdens de congressen Deltavisie en EemsDeltavisie wil hij graag anderen inspireren om over de grenzen van hun eigen bedrijven heen te kijken en op zoek te gaan naar verbeteringen. b

juni 2014

04-06-14 13:18


Expertpanel Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten. Het Expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurzaming bij bedrijven te laten delen met lezers. Alexandra

Henk Akse

Michel Schuurman

van Huffelen

Traxxys / PIN NL

MVO Nederland

Annemarie van Doorn

Jan Willem Slijkoord

Rob BoerĂŠe

Green Business Club

TNO

Rijksdienst voor On-

GVB Amsterdam

dernemend Nederland (RVO.nl)

Erik Timmermans

Jeoffrey van Berg

Rob van Hattum

Infocentrum Papier

Flowid

NEMO

Erik van Engelen

Kor Foekens

Robert Kirschbaum

UNETO-VNI

Colt International

DSM

Gijsbert Korevaar

Marc Reijnders

Sible SchĂśne

TU Delft

Energietransitie

SKAO / HIER

in papierindustrie

Klimaatbureau

Hannie Stappers

Marga Hoek

Xander van Mechelen

Rockwool

De Groene Zaak

Directeur Groen Gas

en Karton

Nederland

juni 2014

31_Z_partners_experts.indd 31

Hein van Tuijl

Mariska van Dalen

EPEA

Tebodin Nederland

31

10-06-14 13:17


Best Practice

Innovatieve zuivering voor afvalwater Croda en Yara

Algen en filters verduurzamen grondstoffen De één maakt kunstmest voor de agrarische sector, de ander grondstoffen voor crèmes en lotions. Maar wat Yara en Croda verbindt, is dat ze beide proberen duurzamer om te gaan met afvalwater. Hun wapens: algen en membraanfiltratie.

Kunstmestfabrikant Yara Sluiskil is gestart met een proef waarbij algen een deel van het afvalwater van de fabriek zuiveren. En dat zet zoden aan de dijk, want Yara is een van de grootste producenten van minerale kunstmeststoffen en chemicaliën voor industriële toepassingen. De fabriek van Yara in het Zeeuwse Sluiskil produceert jaarlijks 4,5 miljoen ton eindproducten, waaronder ureum, ammoniumnitraat, Air-1, NoxCare, CO2 en salpeterzuur. De site in Sluiskil gebruikt hierNodig voor de voor dagelijks zo’n zeshonderdpilot: een bak van duizend kubieke meter water twintig centimeter dat voor 85 procent belandt in producten van de fabriek. Toch diep, een inlaat blijft er nog een zevende deel voor het afvalwater van het water over, met daarin en een uitlaat voor reststoffen als stikstof, CO2 en het schone water. andere mineralen. Een deel van de afvalwaterstromen wordt via een eigen waterzuivering af-

FOTO’S: CrODA EN YArA

David van Baarle

Yara zet algen aan de slag

32

32_33_34_N_bestpractice.indd 32

juni 2014

10-06-14 13:20


Best Practice

gevoerd en een ander deel wordt geloosd op het kanaal Gent Terneuzen. Hoewel de lozing niet schadelijk is voor het milieu, streeft Yara ernaar het looswater nog schoner te krijgen dan het kanaalwater. Sterker nog: wanneer het lukt om het water voldoende te zuiveren, dan kan het worden hergebruikt op de site, en dat betekent winst.

Lage eisen Een van de oplossingen hiervoor is de inzet van algen. Deze beestjes consumeren immers met smaak de aanwezige stikstof, CO2 en mineralen. Yara-projectmanager Remy Bun kreeg daarom de opdracht een proefinstallatie te bouwen. Deze pilot, goed voor een miljoen euro, duurt twee jaar. Hierna bekijkt Yara of het project kansrijk genoeg is voor vervolginvesteringen. Bun legt uit: “De mate waarin we ons afvalwater kunnen zuiveren, bepaalt uiteindelijk het succes. Als dat voldoende is, denken we erover om het project op te schalen en verder te ontwikkelen tot een robuuste techniek op industriële schaal.” Hij vervolgt: “Uiteindelijk kunnen we de gekweekte algen ook nuttig inzetten, bijvoorbeeld als grondstof voor de voedingsmiddelenindustrie, maar dit is niet het uitgangspunt. Waar andere algenprojecten in het verleden faalden omdat de productie tegenviel, is de kans van slagen bij ons groter omdat onze eisen voor de algen lager liggen.” Bun is vooral benieuwd welke algensoort de aanwezige stikstofverbindingen het beste afbreekt. “Bovendien is het interessant om te zien wat de invloed is van andere parameters voor de waterkwaliteit op de groei van de algen.”

juni 2014

32_33_34_N_bestpractice.indd 33

Ultramoderne installatie voor Croda Bij Croda zetten de waterdeskundigen in op een ander spoor: waterzuivering via een ultramoderne installatie voor membraanfiltratie. De maker van oleochemische halffabricaten splitst in Gouda vetten en oliën zoals raapolie in vetzuren en glycerine, zuivert en verestert de vetzuren vervolgens, en produceert daarmee grondstoffen zoals oppervlakteactieve stoffen voor crèmes en lotions, voedingssupplementen en vetzuuramiden. Die laatste producten worden gebruikt in kunststoffen zoals schermen voor mobiele telefoons. Voor dat proces van olie tot grondstof gebruikt Croda op diverse momenten water: stoom om de proDe mate waarcessen te verwarmen, koelwater om in we ons afvalwaaf te koelen, en water als grondstof ter kunnen zuiveren, in de processen zelf. bepaalt uiteindelijk Tot voor kort pompte Croda daarhet succes. voor jaarlijks vijfhonderdduizend ton water op, maar daar komt binnenkort een einde aan. Het bedrijf heeft zich namelijk tot doel gesteld de duurzaamste leverancier te worden in zijn klasse. Vandaar dat site engineering manager Danny Zwakhals alle ruimte kreeg toen het idee ontstond om het afvalwater dat na behandeling op de IJssel werd geloosd terug in het proces te brengen. Waterspecialist Logisticon bouwde op het terrein van Croda daarom een installatie die ultrafiltratie en omgekeerde osmose combineert om het afvalwater tot demiwater op te schonen.

33

10-06-14 13:45


Best Practice

Business development manager Pieter van Staveren van Logisticon weet hier alles over. Algen consume“Via de ultrafiltratie wordt met ren met smaak de name zwevende stof uit het aanwezige stikstof, water gehaald, terwijl de omgekeerde osmose het zout aanCO2 en mineralen. pakt. Waar voorheen rond de Dat betekent winst zevenhonderd ton natronloog voor Yara. en zoutzuur per jaar werden gebruikt voor demineralisatie, zijn die hoeveelheden teruggebracht naar zeventig ton. Dat is een besparing van 90 procent.” Hetzelfde geldt voor het gebruik van kalk, dat nu helemaal niet meer nodig is. Zwakhals: “Jaarlijks ging er zo’n vierhonderd ton kalk in het water om het te ontharden. Dit was gebrande en gebluste kalk, dus door deze besparing neemt ook de CO₂-footprint behoorlijk af. Door het sluiten van de kringloop vermijden we bovendien dat grondwater aan de bodem onttrokken wordt. Daarnaast storten we jaarlijks duizend ton minder zout in de IJssel.”

Concurrentie voorblijven De Puurwaterfabriek, zoals de installatie heet, vormt onderdeel van een groter verduurzamingsplan dat Croda onder de naam Gouda Goes Green is gestart. Manager Zwakhals legt uit wat dat behelst. “Momenteel is een van de aerobe waterzuiveringen uit bedrijf omdat we er fijnbellenbeluchtingsmembranen installeren. De biologie in de zuiveringstanks doet haar werk beter naarmate de beschikbaarheid van zuurstof groter wordt. De oude systemen pompten vrij grote bellen in het proces waardoor niet alle 34

32_33_34_N_bestpractice.indd 34

zuurstof werd benut. Met zo’n fijnbellenbeluchter spaar je enorm veel energie omdat de bellen kleiner zijn, beter aankomen bij de bacteriën en er dus minder lucht in het proces gepompt hoeft te worden. Het is weer een stap naar een duurzamere productie.” En dat is mooi, want Zwakhals ziet dat een duurzame productie steeds belangrijker wordt voor bedrijven zoals Croda. “Onze klanten maken producten voor consumenten en die willen precies weten waar deze producten vandaan komen en wat hun impact is op het milieu. En dus vragen onze klanten om een life cycle analysis.” Hij vervolgt: “We zijn al goed bezig, maar we willen wel blijven innoveren om de concurrentie voor te blijven. We hebben nu Zo bestuderen we nu de mogelijkeen duurzame opheid om de glycerine die we uit de lossing die energieolie halen en niet kunnen gebruiken zuinig en duurzaam te vergisten. Het biogas dat we daaris. Bovendien bemee produceren, zouden we weer kunnen gebruiken in onze warmtesparen we vierhonkrachtcentrale.” derd Olympische Bovendien bewijst de Puurwaterfazwembaden aan briek dat duurzaamheid niet per se water per jaar. duur hoeft te zijn. Zwakhals denkt de investering van twee miljoen euro in zeven à acht jaar terug te verdienen. “Bovendien ben je eventuele regelgeving voor”, stelt hij. “Nu mogen we nog gratis grondwater onttrekken, maar als dat belast wordt, kom je voor onverwachte kosten. We hebben nu een duurzame oplossing die energiezuinig en duurzaam is. Bovendien besparen we vierhonderd Olympische zwembaden aan water per jaar en krijgen we er ook nog eens schoner water voor terug.” b

juni 2014

10-06-14 13:45


Best Practice

Warmteuitwisseling: moeilijk, maar niet onmogelijk Warmte die vrijkomt bij industriële productieprocessen verdwijnt veelal in de lucht en het oppervlaktewater. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland biedt daarom een handreiking voor warmteuitwisseling met tools, tips en voorbeelden van succesvolle initiatiefnemers. Coca-Cola en Ardagh bekeken eerder wat zij voor elkaar kunnen betekenen. Tekst: Steven van Dort (namens RVO.nl)

WarmteAtlas Nederland Soms zijn industrieën en omliggende bedrijven, woningcorporaties en ontwikkelaars zich gewoonweg niet bewust van de mogelijkheden van warmteuitwisseling. In dat geval kan de WarmteAtlas Nederland een rol spelen. De WarmteAtlas is een digitale, geografische kaart waarop warmteaanbod en -vraag in Nederland zijn aangegeven. Meer info: www.warmteatlas.nl

juni 2014

35_36_S_bestpractice.indd 35

Hergebruik van (rest)warmte leidt tot verduurzaming van de energieopwekking en margeverbetering voor bedrijven. Deze warmteuitwisseling werkt volgens het principe van cascaderen. Wanneer een fabriek op een hoog temperatuurniveau haar productieproces bedrijft, is het niet altijd mogelijk om de resterende warmte op een lager temperatuurniveau binnen de eigen poort nuttig aan te wenden. Gelukkig zijn er dan soms kansen om warmte uit te wisselen met naastliggende bedrijven of woonwijken. Dat lijkt eenvoudig, maar toch komt warmteuitwisseling moeilijk van de grond. Joop Bormans is adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en verantwoordelijk voor een handreiking die potentiële gebruikers op weg wil helpen. “Warmte-uitwisseling is voor de bedrijven geen core business en men wil geen interferentie met het primaire proces. Grip houden op de vele variabelen die spelen en een lange adem zijn vereisten. De handreiking helpt om de juiste dingen op het juiste moment te doen en koers te houden.”

Ardagh Glass en Coca-Cola Gelukkig zijn er al tal van succesvolle warmteuitwisselingsprojecten gerealiseerd. Zo hebben Ardagh Glass Dongen en CocaCola Enterprises Nederland als buurbedrijven in Dongen recent met steun van RVO.nl de mogelijkheden van warmte-uitwisseling onderzocht. Theo Dalen, specialist environmental affairs van Ardagh Glass: “Met meetinstrumenten en door een experimentele warmtewisselaar te ontwerpen en te bouwen hebben we samen met KWA, de energie-engineer van Coca-Cola, in ons proces gemeten hoeveel energie we uit straling en afgassen

35

04-06-14 15:45


Best Practice

kunnen terugwinnen en omzetten in warm water. Vrij nauwkeurige schattingen komen uit op zo’n 1,8 MegaWatt. Coca-Cola wil warmte in de vorm van water van zo’n 90 graden Celsius inzetten in zijn productieproces. Gemiddeld is hier dagelijks tussen de 2,5 en 3 MegaWatt voor nodig. Coca-Cola gebruikt van oudsher hiervoor stoom. Omdat het bedrijf momenteel opnieuw nadenkt over zijn warmtevoorziening, is er een goed moment om naar alternatieven te kijken.” Eén van die opties is volgens Dalen om de restwarmte van Ardagh te gebruiken. ”De bij Ardagh teruggewonnen warmte komt uit vloeibaar glas van circa 1.300 graden Celcius dat via speciale kanalen naar de vormgeefmachines wordt getransporteerd. Boven deze kanalen hebben we een experimentele warmtewisselaar gehangen. Het water in die warmtewisselaar wordt door straling en afgassen opgewarmd en kan via een pijpleiding naar Coca-Cola worden

Duurzaam ondernemen Duurzaamheid biedt ondernemend Nederland kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren. Heeft u ook duurzame ambities? De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) spreekt en ondersteunt dagelijks honderden ondernemers. De dienst stimuleert innovatie en duurzaam ondernemen, biedt financiering, kennis en partners, en attendeert beleidsmakers op belemmerende wetten en regels, zodat ondernemers kunnen ondernemen. Meer info: www.rvo.nl/duurzaamondernemen

36

35_36_S_bestpractice.indd 36

geleid.” Dat klinkt mooi, maar het project vergt wel aanzienlijke investeringskosten voor beide bedrijven. Dalen: “Deze kosten worden nu nader uitgewerkt. Naar aanleiding van de kostenonderbouwingen zullen beide partijen beslissen of het project uitgevoerd gaat worden.”

Enkele voorbeelden van de mogelijkheden van de WarmteAtlas op www.warmteatlas.

Out-of-the-box Uit verschillende succesvolle initiatieven, zoals in Rotterdam en Delfzijl, blijkt dat een warmteuitwisselingsproject echt mogelijk is. Bormans: “Er zijn wel een aantal voorwaarden voor succes. Het allerbelangrijkste is dat spelers enthousiast zijn over het initiatief en vertrouwen hebben in elkaar. Dat vormt de basis. Vervolgens ga je samen de technische, financiële en juridische haalbaarheid van de mogelijkheden toetsen.“ De praktijk laat zien dat projecten pas vrij laat op zoek gaan naar financiering, terwijl deze juist in een eerdere fase nuttig zijn. Die financier stelt wellicht lastige vragen, maar kan ook een belangrijke functie hebben in het structureren van het project. Bormans benadrukt: “Met het toenemen van het aantal betrokken partijen nemen de complexiteit en uitdaging toe. Hierbij kan de handreiking een rol spelen.” Ardagh-specialist Dalen voegt daaraan toe: “Denk bij mogelijke warmteuitwisselingsoplossingen out-of-the-box. Als je een uit andere invalshoek naar iets kijkt, is er soms verrassend veel mogelijk!” b

juni 2014

04-06-14 15:45


Productnieuws

Productnieuws In deze rubriek staan producten die een bijdrage leveren aan duurzaam produceren. Heeft u zelf een product dat in deze rubriek past? Stuur een mail naar de redactie: redactie@ duurzaamgeproduceerd.nl

Lux eerste zeep gemaakt van duurzame algenolie Een van Unilevers grootste zeepmerken, Lux, wordt ‘s werelds eerste zeep die gemaakt is van algenoliën. Unilever werkt daarvoor samen met Solazyme, een bedrijf in hernieuwbare olie en bioproducten. De algenoliën van Solazyme zijn afgeleid van duurzaam geteelde olieproducerende microalgen. De oliën worden in enkele dagen geproduceerd via een fermentatieproces dat oliën van hoge zuiverheid realiseert. Het zeepmerk Lux wordt in meer dan honderd landen verkocht. Door juist in dit merk duurzame algenolie te verwerken, wil Unilever een stap ver-

der komen in zijn ambitie om in 2020 alleen nog maar duurzaam geproduceerde grondstoffen te gebruiken. “Op deze manier kunnen wij op grote schaal het verschil maken”, verklaart Anne Radmacher, vice-president van Lux, zich nader.

Polymelkzuur als biobased grondstof voor 3D-printing Dankzij 3D-printing zijn er minder voorraden en transportbewegingen van producten nodig, terwijl de levensduur kan worden verlengd. Een andere mogelijkheid voor meer duurzaamheid is het gebruik van biobased grondstoffen voor het te printen materiaal. Eén van de spelers hierin is het Nederlandse bedrijf Helian Polymers, dat ver is met de ontwikkeling van polymelkzuur en daarom wil opschalen. Het in 2011 opgerichte Helian Polymers is gevestigd in Venlo en richt zich op innovatieve toepassingen van kunststoffen. Een daarvan is voor 3D-printers. “We wilden bekijken wat de mogelijkheden zijn om polymelkzuur, een compleet biologisch afbreekbare kunststof, te gebruiken bij 3D-printing”, legt oprichter Ruud Rouleaux uit. Polymelkzuur wordt geproduceerd uit grondstoffen als maïszetmeel en suikerriet. “Kunststofkennis is onze kracht”, stelt Rouleaux. “We willen ons onderscheiden in de nieuwe markt van 3D-printen. Daarvoor is zeer specifieke kennis nodig en die hebben we in huis.”

Eendenkroos is het nieuwe Nederlandse eiwitgewas Eendenkroos als het nieuwe Nederlandse soja? Wel als het aan Hans Derksen ligt, lector Biobased Economy aan de Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL). Eendenkroos is namelijk het snelst groeiende plantje ter wereld. Het levert jaarlijks per hectare zeven tot tien keer zoveel eiwit op als soja. Naast diervoer kan het als grondstof dienen voor vleesvervangende producten. “Om het zorgvuldig te kweken, dus volgens de Europese voedseleisen, kweken

juni 2014

37–38_F_productnieuws.indd 37

wij dit eendenkroos in speciale buizen”, legt Derksen uit. Van Hall Larenstein heeft een technologie ontwikkeld om het ‘rauwe’ eiwit uit eendenkroos te halen. “Die eiwitten zijn te gebruiken in vleesvervangers, maar ook in voedingsdranken en kaas.” Het is nog niet in Nederland te verkrijgen, want daarvoor moeten eerst enkele voedselveiligheidsprocedures worden doorlopen. Volgens Derksen is het niettemin het eiwit van de toekomst. 37

04-06-14 13:14


Productnieuws

Vlas aan de basis van nieuwe zonneboot Studenten van de Stenden Hogeschool doen dit jaar mee aan de DONG Energy Solar Challenge in een biobased solar boat die gemaakt is van het duurzame materiaal vlas. De zonnebootrace, die plaatsvindt van 28 juni tot en met 5 juli in Groningen en Friesland, staat in het teken van innovatie, jongeren en techniek. Duurzaamheid is echter belangrijker dan snelheid, en daarom moeten de studenten goed bepalen welke materialen zij gebruiken. Rick Scholten, student Werktuigbouwkunde: “Wij zetten in op duurzaamheid en werken daarom met het natuurproduct vlas in plaats van het veelgebruikte carbon. Ook via de zonnepanelen willen wij de Stenden Solar Boat zo duurzaam mogelijk maken. De zonneboot wordt bovendien lichter dan de boot van vorig jaar en beter gestroomlijnd.” De boot is half mei 2014 gereedgekomen.

Aluminium constructie voor verkeersborden cradle to cradle De aluminium verkeersbordenconstructie van Agmi, het VICA-portaal, heeft het Cradle to Cradle-certificaat ontvangen. Dat betekent dat deze zo is ontworpen dat alle afzonderlijke materialen volledig kunnen worden hergebruikt. VICA staat voor Veelzijdige Innovatieve Constructies van Aluminium. Deze verkeerskundige draagconstructies worden boven snel-, provinciale en gemeentelijke wegen geplaatst om de blauwe bewegwijzeringsborden aan te bevestigen.

Het portaal beschikt over meer duurzame voordelen. Omdat het portaal van aluminium is gemaakt, zorgt het oxidatieproces voor een natuurlijke bescherming. Lakken of coaten is niet nodig, wat goed is voor het milieu. Een andere voordeel van aluminium is het lichte gewicht, waardoor de portalen gemakkelijk getransporteerd en snel geplaatst kunnen worden. Bij het productieproces wordt bovendien voortdurend geïnvesteerd in milieubesparende maatregelen.

De Ecover Ocean afwasmiddelfles is volgens zijn producent, het Belgische Ecover, de allereerste fles die gemaakt is van plastic afval dat uit de oceanen werd gevist. De fles is volledig geproduceerd uit gerecycled plastic, en 10 procent daarvan is afkomstig uit de zee. In deze fase wordt de nieuwe fles in een beperkte oplage geproduceerd. Ecover streeft ernaar om de productie in de toekomst uit te breiden, waardoor de positieve impact van het project toeneemt. Ook zijn er dan voldoende flessen om deze in Nederland in de handel te brengen. De fles is het resultaat van een samenwerking tussen Ecover en enkele pioniers in 38

37–38_F_productnieuws.indd 38

FOtO: ANDy HUGHES / ECOVER

Oceaanplastic wordt afwasmiddelfles verpakkingen en de bescherming van de oceanen. Het plastic werd verzameld dankzij het ‘vangst van de dag’-project. Hierin worden vissersboten uitgerust met een technologie waarmee Europese vissers geld kunnen verdienen door bij elke vangst tussen de twee en acht ton plastic afval op te halen. Dit plastic kan vervolgens worden gereinigd en gerecycled. Het afval werd, als onderdeel van een proefproject, verscheept naar de Closed Loop-recyclefabriek. Daar werd het behandeld en omgezet in nieuw plastic, dat vervolgens werd gebruikt door Logoplaste om de nieuwe Ecover-flessen te produceren.

juni 2014

04-06-14 13:14


Partnernieuws

Een frisse fabriek: duur of duurzaam? Wat is de invloed van een frisse fabriek op het duurzaamheidsbeleid en de winst van een onderneming? Volgens Colt kenmerkt de frisse fabriek zich door een comfortabel werkklimaat met schone lucht, de juiste temperatuur en voldoende ventilatie. In de frisse fabriek worden productiemiddelen efficiënt gebruikt, is er minder energie nodig en worden geen grondstoffen verspild. Hier valt directe winst te behalen. Waarom zijn zoveel bedrijven dan nog zo terughoudend in het nemen van maatregelen om die fabrieken fris te maken? Klimaatinstallaties, zoals ventilatie, verwarming en koeling zijn traditioneel energieverslindende systemen. De energiekosten kunnen oplopen tot wel 87 procent van het totaal. De nieuwste technieken hebben gelukkig een duurzaamheidslag gemaakt. Zij hebben een bijzonder laag energieverbruik of maken het hergebruik van energie mogelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hybride klimaatinstallaties die slim omgaan met energie voor koeling en (rest)warmte. Circa 40 procent van het totale energieverbruik in Nederland wordt namelijk gebruikt voor warmteproductie. Van alle

opgewekte warmte wordt ongeveer de helft gebruikt in de industrie, waar ruim 15 procent vervolgens weer wordt weggekoeld. De return of investment op verschillende installaties maakt voor ieder bedrijf inzichtelijk of het investeren in duurzame technieken lonend is. De praktijk toont aan dat dit ook voor de korte termijn, dus 3 tot 5 jaar, vaak het geval is.

Eco-mok van Xindao beoordeeld als cradle to cradle Tebodin heeft leverancier Xindao geholpen om zijn eco-mok, de XD Design Boom, cradle to cradlegecertificeerd te krijgen. Xindao levert promotionele artikelen en relatiegeschenken. Het bedrijf werd in 1986 opgericht door twee Nederlandse ondernemers en heeft inmiddels kantoren over de hele wereld, waaronder in China. De C2C-standaard past in de strategie van Xindao, en de XD Design Boom eco-mok is een prima eerste product om ervaring met C2C te krijgen, vertelt product manager Kevin Verheyen van Xindao. “In ons ontwerpproces is dit een leercurve waarin we opnieuw ontdekken hoe we onze producten maken.” C2C-certificering bestaat uit een evaluatie van de productie. Het project wordt voorafgegaan door een quick scan om inzicht te krijgen in de werkprocessen. Deze quick scan gaf Xindao genoeg vertrouwen om verder te gaan met het project. De mok en de productie zijn door het C2C Products Innovation Institute (C2CPII) beoordeeld op materiaalherkomst, recycling van materialen, hernieuwbare energie, waterbeheer en sociale aspecten. “We willen nu gaan voor het volgende niveau, het brons certificaat. Ook willen we C2C verder implementeren in ons productenportfolio”, besluit Verheyen. Ook daarbij krijgt Xindao steun van Tebodin.

juni 2014

39_X_partnernieuws.indd 39

39

04-06-14 13:14


Datum: 19|09|14 • Locatie: Nijlicht, Eemshaven

HĂŠt congres voor de industrie in Noord Nederland alvast Reserveer da in uw agen

Nieuwe Energie voor de Eemsdelta Het zijn zware tijden in de Groningse Eemsdelta.

2014

Onder invloed van de crisis en de hoge prijzen voor energie en grondstoffen hebben veel

september

bedrijven het zwaar. Tegelijkertijd zorgt die druk voor een nieuw elan en ruimte voor innovatie. Welke nieuwe initiatieven springen eruit? En welke mogelijkheden biedt dat voor u?

Dat onderzoeken we tijdens de eerste editie van het EemsDeltavisie-congres, georganiseerd door Groningen Seaports, het Petrochem Platform en Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd. Reserveer 19 september vast in uw agenda. Informatie over de sprekers en het programma vindt u binnenkort op www.eemsdeltavisie.nl

WWW.EEMSDELTAVISIE.NL Initiatiefnemers:

In samenwerking met:

Meer informatie?

Anouk Bouwmeester anouk@industrielinqs.nl 020-3122797

_datumclaimer 2.indd 1

03-06-14 12:05


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.