Jaarverslag 2014

Page 1

Jaarverslag 2014 ds. Pierson College horizontale verantwoording


Inhoudsopgave 1

Inleiding

3

2

Algemene informatie

4

3

Voorwoord

6

4

Raad van Beheer

8

5

Identiteit

10

6

Onderwijs en begeleiding

11

7

Afdelingen, clusters en secties

19

8

Leermiddelenbeleid

20

9

Participatie en medezeggenschap

22

10 Beheer en huisvesting

24

11 Personeel en organisatie

26

11.1 Kengetallen personeel

28

12 Kwaliteitszorg en communicatie

30

12.1 Kwaliteitszorg: Resultaten en verantwoording 13 FinanciĂŤn 13.1 FinanciĂŤle jaarcijfers

2

31 32 34


1 Inleiding ‘Een goed jaarverslag is niet het einde van de jaarcyclus. Het is het begin van een onderwijsdiscussie’. Bron: Richtlijn Jaarverslag Onderwijs, Toelichtende Brochure van ministerie OCW (20-11-2014)

In het jaarverslag van 2014 legt de rector-bestuurder mede namens de Raad van Beheer en de directie van het ds. Pierson College verantwoording af over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan. De school werkt op basis van in- en externe reflectie en vanuit de uitgangspunten van een lerende organisatie. Vanuit een integrale benadering wordt op alle beleidsterreinen actief gewerkt aan het optimaliseren van het onderwijs en de organisatie daarvan. De ontwikkeling van leerlingen, medewerkers en organisatie staat daarbij centraal. Het jaarverslag is niet alleen een toelichting op de financiële beleidsvoering en positie van de school, maar geeft ook zicht op de vele activiteiten die in 2014 hebben plaatsgevonden op de diverse terreinen. In het jaar 2014 stond de nieuwbouw centraal en betrokken we in verband daarmee een tijdelijke nevenlocatie aan de Lucas van Leijdenstraat. Net als in 2013 zijn in dit jaarverslag het bestuur, directieleden, docenten en onderwijsondersteunend personeel aan het woord over hun focus van 2014 en ambitie voor de toekomst. Daarbij wordt ook een verbinding gemaakt met de aandachtsgebieden die in 2013 in beeld waren. Het jaarverslag is geschreven in het kader van zowel de horizontale verantwoording richting de diverse betrokkenen bij de school (ouders, medewerkers, basis- en vervolgscholen, samenwerkende scholen en instanties, de gemeente, bureau jeugdzorg, e.d.) als de verticale verantwoording richting de Inspectie van het Onderwijs (daarbij tevens als bijlage de volledige jaarrekening en uitgebreide toelichting). De jaarrekening met toelichting is ook voor de lezers van enkel het jaarverslag op verzoek beschikbaar. Wij willen graag breed verantwoording afleggen en transparant zijn met betrekking tot de visie, werkwijze en prestaties van het ds. Pierson College. Prestaties waar wij trots op zijn, maar ook kritisch naar blijven kijken, omdat het altijd beter kan en omdat de maatschappij waar wij de leerlingen op voorbereiden volop in beweging is.

3


2 Algemene informatie Het ds. Pierson College is een Protestants Christelijke school voor vmbo-t, havo en atheneum en verzorgt regulier onderwijs voor jongeren van ca. 12 tot 18 jaar. De school heeft een open karakter en biedt leerlingen een leeromgeving waarin ze zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen met een eigen mening en kritische blik op de maatschappij. De school is gehuisvest op één locatie en heeft de beschikking over twee permanente gebouwen uit respectievelijk 1992 en 2006 en tot 2014 een noodgebouw met 9 lokalen uit het jaar 2001. Deze noodlokalen zijn in 2014 vervangen door nieuwbouw. Tevens is de bestaande bouw geactualiseerd.

Missie Het ds. Pierson College ziet het, vanuit zijn christelijke traditie, als zijn opdracht een bijdrage te leveren aan zowel de persoonlijkheidsvorming als de cognitieve ontwikkeling van zijn leerlingen in een sfeer waarin medewerkers en leerlingen zich, samen met de ouders/verzorgers, verantwoordelijk voelen voor en betrokken voelen bij elkaar en bij de school als geheel.

Visie Het ds. Pierson College biedt ambitieus onderwijs dat eisen stelt aan alle betrokkenen. De focus is gericht op het herkennen van verschillen en het zien, benutten en ontwikkelen van talenten. Medewerkers en leerlingen zijn proactief en hebben een onderzoekende, oplossingsgerichte en lerende houding. Daarnaast is er een kwalitatief sterke begeleidingsstructuur.

Kernwaarden Het onderwijs op de Pierson kenmerkt zich in het bijzonder in de volgende waarden: - Aandacht - Inspiratie - Verantwoordelijkheid - Ontwikkeling - Kwaliteit

Gevoerd beleid vanuit de missie Vanuit de missie, de grondslag en christelijke inspiratie is het gevoerde beleid erop gericht om een meerwaarde te bieden voor het voortgezet onderwijs te ’s-Hertogenbosch en omgeving en een aantrekkelijke school te zijn voor de leerlingen en de ouders. Hierdoor wordt tevens het voortbestaan van de school en daarmee de continuïteit van het onderwijsaanbod gewaarborgd, waarbij ook het zorg dragen voor een verantwoorde financiële positie van belang is.

Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid van het Bevoegd Gezag van de school is een stichting: de ds. Pierson Stichting voor Voortgezet Onderwijs. De stichting werd opgericht op 4 december 1998 en houdt één school in stand, het ds. Pierson College. De Stichting is ontstaan uit de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te ’s-Hertogenbosch. De vestigingsplaats van de school is ’s-Hertogenbosch. De Stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 17109530. De statuten zijn naar aanleiding van de scheiding van toezicht en bestuur in 2012 opnieuw geformuleerd, vastgesteld en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Organisatiestructuur Het ds. Pierson College kent sinds 1 januari 2012 een Raad van Beheer op basis van het one-tier model, waarbinnen de toezichthoudende bestuursleden het Algemeen Bestuur vormen en het uitvoerende bestuurslid in de persoon van de rectorbestuurder het Dagelijks Bestuur vormt. De directie bestaat uit de rector-bestuurder en twee onderwijskundige conrectoren met een relatief autonome afdeling (onder- en bovenbouw) en met integrale verantwoordelijkheden. De directie verzorgt de dagelijkse leiding van de school, en geeft dus leiding aan onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. De directie wordt in haar taak bijgestaan door het middenmanagement bestaande uit het hoofd facilitaire dienst en zes afdelingsleiders. De afdelingsleiders geven elk leiding aan een onderwijskundige afdeling, waartoe 15 à 20 leraren behoren. Ondersteuning vindt plaats door professionele stafdiensten, waaronder de facilitaire dienst, secretariaat, ICT, financiële administratie en Personeel & Organisatie. Op deze wijze is ruimte gemaakt om verantwoordelijkheden lager in de organisatie te leggen en de professionele ontwikkeling van medewerkers te stimuleren en optimaal te benutten. In de managementstructuur is integraliteit de basis van handelen en is de leerling en het onderwijs het centrale uitgangspunt.

4


Organigram ds. Pierson College Raad van Bestuur/Raad van Toezicht

Rector

Conrector OB/1e fase

Conrector BB/2e fase

Afdelings- Afdelings- Afdelingsleider leider leider

OOP Leerjaar Leerjaar onder1 2 wijs

Vmbo

Afdelings- Afdelings- Afdelingsleider leider leider

OOP onderwijs

H3/A3

H4/5

A3/4/5

Hoofd fac. dienst

Fac. Fin. dienst adm.

P&O

ICT

Dir. secr.

5


3 Voorwoord Interview mw. A.M. van Bommel Een belangrijke focus lag in 2014 op de nieuwbouw. Deze nieuwbouw stond volledig in het teken van de visie van de school en de ambities voor het onderwijs zoals onder andere geformuleerd in het schoolplan 2013 - 2017 ‘Focus en groei’. Er zijn veel parallellen tussen ons schoolplan en het later gekomen sectorakkoord (zie kader). Het gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren wordt daarin geaccentueerd. Onze visie en ambities alsmede de doelen uit het sectorakkoord zijn richtinggevend en bepalend geweest voor de keuzes die we hebben gemaakt in de nieuwbouw. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: ‘vier kernwoorden voor de nieuwbouw: onderwijs, toekomst, duurzaamheid en flexibiliteit’. In mei 2014 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwbouw: het moment van de formele start! Het proces rondom de nieuwbouw van 1.100 m² onderwijsruimte en de aanpassing van de bestaande bouw speelde al geruime tijd. In het jaarverslag van 2013 werd de nieuwbouw aangekondigd en in 2014 stond deze centraal. Een proces dat niet alleen te maken had met de bouw, maar ook met het personeel , het onderwijs en facilitair. Een bouwproces raakt de totale organisatie. Het is een arbeidsintensief proces, dat soms lastig is en veel tijd vraagt, maar ook spannend is en de uitdaging biedt om iedere keer weer de verbinding te maken tussen het gebouw sec en de functie die het gaat krijgen in relatie tot het onderwijs, de leerlingen, het personeel en de omgeving. In 2015 zullen we het nieuwe gebouw in gebruik kunnen gaan nemen en het onderwijs van het ds. Pierson College een duidelijker gezicht geven. De dialoog over onderwijs zal gevoerd blijven worden, waarbij maatwerk, gepersonaliseerd leren en ondernemend onderwijs verder in de praktijk vertaald kan gaan worden. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: ‘Het leren wordt anders en vraagt meer meters voor leerlingen en personeel’. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: ‘Als het ontwerp klaar is en de aannemer begint te bouwen, bouwt ook de school verder. Welke keuzes maken we voor de verdere inrichting en vanuit welke visie? Welke waarden willen we terugzien in het gebouw’? Om de nieuwbouw en de functie van het gebouw te kunnen realiseren hebben we gewerkt met een stuurgroep en verschillende thema- en projectgroepen. Daarbij hebben we ons laten leiden door vragen als: Hoe willen we met elkaar leren en werken? Wat moeten onze leerlingen kennen en kunnen om goed voorbereid te zijn in de 21ste eeuw? We hebben presentaties gegeven van de bouwplannen en -vorderingen voor het personeel en voor de leerlingen en hun reacties en ideeën gevraagd. Wat wordt de functie van de mediatheek en hoe ziet de inrichting er dan uit? Hoe richten we werkplekken in? Er zijn nu clusterkamers voor docenten en Open Leer Centra voor leerlingen om individueel of in samenwerking te werken en leren. De personeelskamer is vergroot en biedt ruimte om juist even afstand te nemen van het werk. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: ‘We hebben in het gebouw nu de flexibiliteit om toekomstgericht onderwijs te kunnen blijven bieden. Er zijn plekken waar men elkaar kan ontmoeten en kan samenwerken. Het schoolgebouw is transparant en licht. Kleinschaligheid en ‘kennen en gekend worden’ kan zo nog nadrukkelijker tot uiting komen’.

6

Externe contacten en samenwerkingsverbanden Als school houden we verbinding met de buitenwereld. Het delen en vergroten van kennis en expertise ligt daaraan vaak ten grondslag. Binnen ORION-verband komt dit principe goed tot uiting. Binnen ORION werken 14 individuele scholen uit de regio Eindhoven en ’s-Hertogenbosch op vrijwillige basis met elkaar samen en inspireren elkaar. Op tal van niveaus wordt kennis met elkaar gedeeld (rectoren, P&O, kwaliteitszorg, toa’s, etc.). Het versterkt mensen in hun functie en biedt de school in het geheel een kwaliteitsslag. Naast het ORION-verband, maakt het ds. Pierson College deel uit van tal van samenwerkingsverbanden en netwerken. Zo is de rector-bestuurder van de school op stedelijk niveau voorzitter van DOVO (directeurenoverleg voortgezet onderwijs ’s-Hertogenbosch). Binnen DOVO staan o.a. thema’s als aanmeldingen, de samenwerking met basisscholen en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van jeugdzorg centraal. Binnen POVO-verband is tevens het basisonderwijs uit ’s-Hertogenbosch vertegenwoordigd en zijn o.a. doorgaande leerlijnen en digitale overdrachtsdossiers onderwerp van gesprek. Samenwerkingsverband De Meierij is een evidente partner waar het gaat om het vorm en inhoud geven aan Passend Onderwijs op regionaal niveau. De afstemming met het vervolgonderwijs krijgt o.a. vorm via diverse HBO- en MBO-overleggen en -platforms. Verus is een belangrijke partner, o.a. op het gebied van identiteit. De rector-bestuurder is lid van de commissie Onderwijs en Zingeving van Verus.


Sectorakkoord voortgezet onderwijs Op 17 april 2014 werd het sectorakkoord voortgezet onderwijs 2014 - 2017 getekend. We hebben ook belangstellenden uit de buurt gevraagd om mee te denken en input te geven. Dit resulteerde onder andere in de groene daken, het toekomstig gebruik van de fitnessruimte (in- en extern) en de zonnepanelen. Met de buurt hebben we ook de mogelijkheden verkend voor gezamenlijk energiegebruik. Dit bleek niet rendabel, wel zijn enkele zonnepanelen geplaatst. Deze vormen een praktisch onderdeel van het onderwijs, onder andere bij natuurkunde. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: Ik ben het meest trots op de betrokkenheid van de mensen, die de verbinding hebben weten te maken tussen onderwijs, leerlingen en personeel in het gebouw. Ik vind dat heel knap! Het is een gebouw ingericht op basis van onze visie en duurzaam. Ik weet zeker dat het eigenaarschap bij zowel medewerkers als leerlingen groot zal zijn.

De drie hoofdlijnen uit het akkoord zijn: 1 de vormgeving van toekomstbestendig onderwijs; 2 door professionele scholen; 3 die op verantwoorde wijze rekenschap afleggen. Aan het akkoord is een aantal ambities verbonden, waarvoor de sector – en daarmee ook de school – een inspanningsverplichting is aangegaan.

7


4 Raad van Beheer Verus De school is aangesloten bij de Besturenraad, die in mei 2014 een nieuwe naam kreeg: Verus, vereniging voor christelijk onderwijs. In de naamswijziging komt de transitie tot uitdrukking die de Besturenraad heeft doorgemaakt naar een vereniging die alle geledingen in onderwijsinstellingen – bestuurders, toezichthouders, directeuren, staf, leraren, leerlingen en ouders – wil verbinden rond de vraag wat het betekent om in deze tijd vanuit een christelijke overtuiging onderwijs te bieden. De nieuwe naam drukt ook de ambitie uit om daarbij buiten gevestigde belangen en traditionele kaders te denken.

Management Drives Management Drives is een model dat werkt met zes kleuren voor verschillende drijfveren. Drijfveren zijn voorspellers van gedrag. Zij geven richting aan het gebruik van mogelijkheden en talenten.

Figuur: Management Drives in beeld

Interview mw. K van der Meulen, vanaf 2014 voorzitter Raad van Beheer Sinds 2010 is mw. K. van der Meulen lid van de Raad van Beheer van het ds. Pierson College. In januari 2014 volgde ze dhr. E. Janse de Jonge op als voorzitter. De voorzitter aan het woord: Mw. K. van der Meulen, voorzitter Raad van beheer: ‘Wanneer je als Raad van Beheer alleen op cijfers stuurt, dan loop je het risico ad hoc te reageren en dat is niet de wijze waarop de Raad van Beheer en het ds. Pierson College willen werken’. De Raad van Beheer heeft de ambitie om te komen tot ‘waardengericht toezicht’, waarbij de toezichthouders steeds meer als sparringpartner fungeren en ook op de zachte kant toezicht houden. We willen ons nog meer proactief opstellen en ruimte maken voor incidentele werkbezoeken en trenddiscussies met directieleden om zicht te krijgen op wat hen beweegt. Afgelopen jaar hebben we een eerste start gemaakt met de voorbereidingen op werkbezoeken/ visitaties die aansluiten bij datgene wat er binnen ORION verband al ontwikkeld is. Ook was er een aantal bijeenkomsten rondom identiteit, extern begeleid door Verus (zie kader). We hebben goed contact met de school en worden uitgenodigd voor onder andere identiteitsdagen en viermomenten. Mw. K. van der Meulen, voorzitter Raad van Beheer: ‘Wat voor ons als leden van Raad van Beheer belangrijk is, zijn begrippen als verbinding en ontmoeting. Onze bronnen kunnen verschillend zijn en in de gesprekken hebben we gezocht naar de verbinding en geluisterd naar welke processen hier op school bezig zijn. Dat waren prettige bijeenkomsten’. In het proces rondom de werving van de drie nieuwe leden werden we ondersteund door Verus. Helpend hierbij was de inzet van Management Drives (zie kader). Wij waren ons zeer bewust van de vraag: ‘Wat hebben wij als Raad van Beheer (als groep) nodig aan competenties, aan kleuren in relatie tot onze opdracht’? De kleuren blauw en rood waren nog niet sterk vertegenwoordigd, dus daar werken we aan en hebben we ook bij het vinden van nieuwe leden bewust aandacht aan besteed. Verus heeft ons ook ondersteund en gecoacht bij de bewustwording op en het geven van invulling aan de nieuwe rollen en verhoudingen binnen onze Raad. We kunnen nu zeggen dat deze nieuwe structuur ‘staat’. Dat bekent voor ons dat het proces voor de komende jaren zich richt op het bestendigen van onze rollen en op groei. Feedback speelt daarbij een belangrijke rol. Daarnaast willen we als Raad van Beheer ook incidenteel - los van de rector-bestuurder- overleggen over wat ons te doen staat. Dit is mogelijk door het wederzijds vertrouwen tussen rector-bestuurder en de Raad van Beheer. Het jaar 2014 kenmerkte zich door het voorbereiden van een nieuwe samenstelling, begeleiding van Verus en het werken aan onze ambitie. In 2015 zullen we verder werken aan onze ambitie, aan systematische werkbezoeken, aan het stakeholders beleid. Wij willen als Raad van Beheer van betekenis zijn voor de school. Mw. K. van der Meulen, voorzitter Raad van Beheer: ‘ Ik denk dat er veel potentieel hier op de Pierson is en dat er veel mensen zijn die mee willen doen. Die moeten we de ruimte en kansen geven om leerlingen voor te bereiden op hun toekomst in de 21ste eeuw’.

8


Raad van Beheer, leden en overlegmomenten In 2014 bestond de Raad van Beheer uit de volgende leden: mw. K. van der Meulen, lid (voorzitter Raad van Beheer vanaf 01-01-2014) mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder dhr. E. van Boxel, lid mw. Mr. C. Harms, lid mw. C. van den Hoek, lid dhr. T. Koot, lid dhr. Ir. E.J. Ulrich, vice-voorzitter In 2014 zijn er drie nieuwe leden geworven. In 2014 kwam de Raad van Beheer zes keer in vergadering bijeen.

Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ Het ds. Pierson College voldoet aan de eisen van de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’. De Code Goed Bestuur, waarin scherper onderscheid wordt gemaakt tussen bestuur en toezicht, is de basis van handelen. Het uitvoerend bestuur wordt gevormd door de rector-bestuurder, bijgestaan door de overige leden van de directie. Het toezicht is in 2014 handen van 6 externe leden. Gezamenlijk vormen zij één bestuur (‘one tier board’). In het Interne Toezichtskader en het Bestuurlijk Toezichtskader zijn werkwijze, koers en indicatoren vastgelegd die het toezicht en bestuur gescheiden regelen. Bevoegdheden zijn vastgelegd in het bestuurs- en managementreglement.

9


5 Identiteit Interview mw. A.M. van Bommel, rector Het ds. Pierson College heeft een protestants-christelijke grondslag en een heldere visie op identiteit (zie kader). Identiteit gaat over vragen als ‘Hoe sta je in het leven, hoe ziet de toekomstige maatschappij er uit en welke rol speel je daarin?’. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder van het ds. Pierson College, over identiteit. Identiteit is een heel breed begrip. Bij identiteit gaat het niet alleen om de protestants-christelijke grondslag, maar ook in bredere zin om aandacht voor vorming, normen en waarden en over hoe we in het leven willen staan. De pedagogische en morele identiteit is daarbij sterk aanwezig binnen de Pierson, en die zie je goed terug in het handelen en gedrag van onze medewerkers en leerlingen. Het is belangrijk om daarover de dialoog te blijven voeren en in verbinding te blijven. De nieuwbouw raakt ons onderwijs en wie wij willen zijn als school, dus uiteraard ook identiteitsaspecten. Om de verbinding met elkaar en met de identiteit van de school gestalte te geven, heeft de stuurgroep identiteit meegedacht over de wijze waarop onze identiteit tot uiting kan komen in (functies van) het gebouw. Zo heeft de stuurgroep het voorstel gedaan om een labyrint in het schoolplein op te nemen. Daarin wordt in een besloten en veilige omgeving aan leerlingen en medewerkers de mogelijkheid geboden om het labyrint te kunnen lopen en stil te kunnen staan bij de eigen levensweg. We zullen in het voorjaar 2015 met medewerkers en leerlingen, o.a. tijdens de bezinningsdag (zie kader), onderzoeken of hier behoefte aan is en op welke wijze dit een plek zou kunnen krijgen op onze school. Ook bleek vraag te zijn naar een stilteruimte, een plek voor bezinning, herdenking, afstand en nabijheid. Helaas is er geen extra ruimte voor permanente invulling, maar we hebben een ruimte ontworpen, die flexibel en situationeel gebruikt kan worden als stilteruimte, op momenten dat daar behoefte aan is.

Studiereis naar Israël In 2014 hebben we vanuit de school met drie personen uit verschillende geledingen deelgenomen aan de studiereis naar Israël, georganiseerd door Verus. Tijdens deze reis hebben we samen met rabbijn A. Soetendorp ook diverse scholen bezocht en gesprekken gevoerd over waardengedreven leiderschap en vormgeving van identiteit in het onderwijs. Een inspirerende reis die deelnemers ook persoonlijk raakte en daarnaast handvatten bood voor het werk. Via weblogs heeft de school het programma en de ervaringen gevolgd. Voor de studiereis van 2015 hebben zich snel daarna al deelnemers uit de school gemeld. Dit soort activiteiten geeft voeding aan het denken en handelen met betrekking tot de wijze waarop we vanuit onze christelijke identiteit met elkaar school willen zijn.

Visie op identiteit Op basis van de christelijke inspiratie levert het ds. Pierson College een bijdrage aan: • Het vormen van leerlingen in een wederzijdse sfeer van onderling respect, naastenliefde en zorgvuldigheid en hen een eigen verantwoordelijkheid bij te brengen ten opzichte van anderen, individueel zowel als collectief; • Het begeleiden van leerlingen bij het vormen van hun levensbeschouwelijke identiteit en bij het zich ontwikkelen tot verantwoordelijke mensen die hun eigen positie kunnen bepalen ten opzichte van de complexe wereld waarmee zij worden geconfronteerd; • Het leerlingen kritisch te leren denken en kijken met betrekking tot onze cultuur, cultuurverschillen, de wereld om ons heen, ons leefpatroon.

Bezinningsdag ds. Pierson College Elke twee jaar wordt een bezinningsdag georganiseerd voor alle medewerkers van het ds. Pierson College. Een dag om met elkaar stil te staan bij onszelf, ons onderwijs, zingeving en identiteit. Voor de bezinningsdag van 2015 heeft de stuurgroep identiteit in 2014 al de nodige voorbereidingen getroffen. Er zal een centrale inleiding en een groot aantal workshops op identiteitsgebied worden georganiseerd, waaronder de ‘labyrint-workshop’.

Acties en goede doelen Met Pasen worden er naast de paasvieringen van oudsher in alle afdelingen acties gehouden voor goede doelen. Ook dit jaar is er € 12.500 - bij elkaar gehaald door diverse acties in de verschillende afdelingen voor Alpe d’huzes, Stichting Kalinga, Voedselbank ’s-Hertogenbosch en Knowledgde for Children.

10


6 Onderwijs en begeleiding

Visie op onderwijs en begeleiding Het ds. Pierson College: • Biedt zijn leerlingen de gelegenheid zich zelfstandig en in samenwerking met anderen, te ontwikkelen tot verantwoordelijke, flexibele jonge wereldburgers met een kritisch en gefundeerd onderscheidingsvermogen; • Daagt zijn leerlingen uit proactief, creatief en ondernemend te zijn en in toenemende mate zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces en resultaten; • Doet in het onderwijs recht aan de verschillen tussen leerlingen (in achtergrond, aanleg, ontwikkeling en leerstijlen). Docenten zijn in staat om elke leerling passend onderwijs te geven (zonder dat er sprake is van individueel onderwijs); • Heeft een veilig leer- en werkklimaat waarin aandacht is voor elkaar en de omgeving en waar leerlingen en medewerkers elkaar kennen en gekend weten; • Biedt kwalitatief hoogwaardig onderwijs; onze ambities vertalen we in concrete doelen waarbij planmatig gewerkt wordt. Dit is mede zichtbaar in de resultaten; • Geeft nieuwe onderwijsontwikkelingen vorm via weloverwogen implementatietrajecten; • Inspireert leerlingen tot leren en excelleren en benut talenten van leerlingen zowel binnen als buiten de school.

Schoolplan 2013-2017 In het jaar 2013 is het nieuwe schoolplan 2013-2017 ‘Focus en Groei’ ontwikkeld. Daarin staan vier ontwikkelthema’s centraal: ‘De leerling aan het stuur’ ‘Ontwikkelen vraagt lef’ ‘Recht doen aan verschillen’ ‘Samen naar het beste resultaat’ De ontwikkelthema’s zijn afgeleid van de missie, visie en kernwaarden van het ds. Pierson College en focussen op de essentie van het onderwijs: het primaire proces (zie kader). Met het richten op onderwijs varen we binnen de koers van het Bestuurlijk Toetsingskader en de afspraken die gemaakt zijn binnen het landelijk Bestuursakkoord, Sectorakkoord VO en de doelen uit de Prestatiebox. Laatstgenoemde afspraken zijn door ons verwoord in de ambities in het kader van School aan Zet. Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: ’Het schoolplan ondersteunt ons en geeft richting. Het is voor ons de paraplu. We kunnen de activiteiten uit de afdelings- en de sectieplannen verbinden met de vier ontwikkelthema’s’. Mw. A.M. van Bommel, rector-bestuurder: ‘Eén van de ontwikkelthema’s is ‘Ontwikkelen vraagt lef’. Dit zie je op alle niveaus terug, in de vele initiatieven, het toenemend ondernemerschap, maar ook bijvoorbeeld als onze leerlingen in het Parktheater in Eindhoven optreden bij de ORION Music Awards’.

11


De leerling aan het stuur ‘De leerling aan het stuur’ betekent voor het ds. Pierson College dat we staan en gaan voor proactieve en ondernemende leerlingen die in toenemende mate zelfstandig leren en verantwoordelijk zijn voor hun eigen onderwijsleerproces en voor hun resultaten. We proberen de intrinsieke motivatie te stimuleren, o.a. door leerlingen zelfsturend te laten zijn en hun talenten en ambities te laten ontdekken en benoemen. Daarnaast streven we naar een actieve, participerende rol van leerlingen de school, waarbij de talenten van leerlingen worden benut. Ook stellen we leerlingen in staat om buiten de school leerervaringen op te doen.

12


De conrectoren zijn lid van de directie en zijn direct leidinggevende van drie afdelingsleiders van de onder- dan wel bovenbouw en een deel van het onderwijsondersteunend personeel. Daarmee zijn ze direct en indirect betrokken bij tal van ontwikkelingen die schoolbreed, binnen afdelingen, clusters en secties hun vertaling vinden in het onderwijs. Wat vormde voor de conrectoren de rode draad in 2014? Aan het woord mw. F. Cerini (conrector onderbouw) en mw. J. van Aller (conrector bovenbouw).

Interview mw. F. Cerini, conrector onderbouw In 2014 borduren we voort op de speerpunten van 2013 waarbij de leerling gedurende de gehele schoolloopbaan centraal blijft staan. De focus ligt op het thema ‘de leerling aan het stuur’ uit het schoolplan (zie kader) en de motivatie van leerlingen in relatie met ouderbetrokkenheid. Ik zie in de school dat er steeds meer behoefte is om te kijken wat de leerling nodig heeft; het gepersonaliseerd leren. Hoe bereiden we leerlingen het best voor op hun toekomst? Hoe kunnen we ze nog beter ondersteunen, nog meer uitdagen, zowel in tempo als op niveau als in het aanbod? Dat vraagt om differentiatie en maatwerk, bijna om een persoonlijk plan. Dan winnen het onderwijs en de lessen aan betekenis voor leerlingen en docenten en dat werkt weer motiverend. Mw. F. Cerini, conrector onderbouw: ‘Ik ben trots op de aandacht voor elkaar, de passie en de bereidheid die er is. Die leveren met elkaar een steeds betere samenwerking op tussen ouders, leerlingen en school. Het is mooi dat we in 2014 samen het gesprek, de dialoog kunnen voeren’.

Motivatie van leerlingen en hoe dan? De leerlingen en ook de ouders worden steeds meer betrokken bij het leerproces en de determinatie. Wij laten leerlingen nadenken over hun talenten en wij bieden leerlingen steeds meer de ruimte om zelf te kiezen en eigenaar te zijn van hun leerproces. Dat zie je bijvoorbeeld in de examentraining. De mentoren en de vakdocenten spelen hierbij een belangrijke rol. Leerlingen worden begeleid in het stellen van reflecterende en kritische vragen en die helpen in het gesprek met de docenten; zo ontstaat er een golfbeweging. Een leerling kan nu veel gerichter een vraag tot hulp formuleren bij de steunles, maar kan ook de keuze maken om de vraag te stellen bij de studiebegeleiding ‘Wat heb ik nodig om de acht voor het vak Nederlands te behouden’? mw. F. Cerini, conrector onderbouw : ‘Leerlingen hebben het talent om vragen te stellen, daar kunnen we nog meer gebruik van maken voor hun eigen leerproces en dat van ons als organisatie’.

13


Taal- en rekenbeleid Het rekenen is, anders dan taal, een apart onderdeel voor het examen dat straks meetelt voor het behalen van het diploma. Op onze school hebben rekencoĂśrdinatoren rekenverwante secties bij elkaar gebracht en wordt het rekenen geĂŻntegreerd door de secties aangeboden. Het is inspirerend om te zien, dat door samenwerking een overstijgende opdracht is ontstaan. Mw. F. Cerini, conrector onderbouw: We maken flinke stappen . Er is een heel duidelijke samenwerking tussen de rekenverwante secties in het aanbod naar leerlingen toe als het gaat om het rekenonderwijs. Dat vind ik een compliment waard!

14


Leerlingen uit leerjaar 1 en 2 vullen ook met hun ouders het: ‘Ik - kijk - vooruit’ formulier in en bespreken dit tijdens het mentorgesprek. Op die manier verwoorden zij zelf wat goed gaat en waar ze meer aandacht aan willen besteden. Door de oplossingsgerichte benadering kunnen zij dan benoemen wat er nodig om dit ook daadwerkelijk aan te pakken. De inhoud van de tien-minuten-gesprekken op ouderavonden wordt daarmee ook anders: een gesprek met ouders èn met de leerling die verantwoordelijkheid neemt voor zijn leerproces. Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: ‘Wij zijn in het onderwijs snel geneigd om adviezen te geven, maar je moet op je handen gaan zitten en vooral goede vragen stellen. Dat is moeilijk, we willen graag helpen en er voor de ander zijn. We nemen vaak mensen achterop, maar ze zelf leren fietsen is veel effectiever’! Passend onderwijs (in het verlengde van 2013) betekent voor ons natuurlijk een passende onderwijsplek voor elke leerling. Dat is in onze school een opdracht die veel breder en ruimer is dan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Binnen de school en de klas vraagt het een veilig leerklimaat waarin verschillen er mogen zijn. Daartoe besteden wij veel aandacht aan de groepsvorming en de groepsdynamiek. Een prettig en veilig leerklimaat voor iedereen. De mentoren hebben een belangrijke taak om dit proces te begeleiden. Ik vind het mooi om te zien hoe mentoren hun ervaringen delen, elkaars expertise en die van de leerlingen benutten en daarmee groeien in deze rol. We geven vorm aan het passend onderwijs door het continueren van het werken met klassewerkplannen, de differentiatie in de lessen zoals bijvoorbeeld het werken in niveaugroepen. We kijken naar de leerling in zijn context en wat er voor de leerling nodig is om het beste uit zichzelf te halen. Dat de mentoren getraind zijn in het werken vanuit de ‘oplossingsgerichte methode’ heeft een duidelijke meerwaarde. Mw. F. Cerini, conrector onderbouw: ‘Ik zou willen dat we nog meer vorm geven aan keuzemogelijkheden voor leerlingen in de onderbouw en in T3 en T4. Hoe kunnen zij zelf kiezen welke vakken zij extra of minder willen of welke talenten ze willen verder willen ontwikkelen? Leerlingen: ‘Wij willen een schonere school’! Geheel in lijn met het ontwikkelthema ‘De leerling aan het stuur’ en gericht op een veilig leerklimaat en een schone school, zijn we in 2014 gestart met het programma ‘Schoolstewards’. Enkele leerling-duo’s, de ‘Schoolstewards’, surveilleren tijdens de pauzes. Elke week is een andere groep leerlingen aan de beurt. Dat is best spannend, want hoe doe je dat dan? Alle leerlingen zijn getraind in de wijze waarop ze medeleerlingen aanspreken en hoe ze elkaar als duo daarin kunnen ondersteunen. De leerlingen spreken hiermee naar elkaar de verwachting uit dat een ieder bijdraagt aan een schone en prettige omgeving. Daarmee is iedereen verantwoordelijk en betrokken. Dit programma past goed in onze school en bij onze visie. De leerling aan het stuur en de docenten naar een coachende rol. Dhr. M. van den Broek, voorzitter MR: ‘In dit project moeten leerlingen elkaar gaan aanspreken, dat is soms heel erg lastig. Dat is iets wat wij als collega’s ook niet altijd doen en we verwachten dat nu wel van de leerlingen’.

De oplossingsgerichte methode Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: De oplossingsgerichte methode is erop gericht om de ander in zijn kracht te zetten en de ander zelf oplossingen te laten bedenken. Je kijkt naar wat werkt en daar steek je op in. Het werken met deze methode op onze school is bottom-up ontstaan vanuit het zorgteam en ik vind het prachtig om te zien hoe deze manier van werken als een olievlek door de school gaat, van de onderbouw naar de bovenbouw. Ik ben heel enthousiast over deze manier van werken. Het lijkt zo makkelijk om te doen, maar de praktijk is soms weerbarstig.

CITO en schoolkeuzeadvies In 2015 zal de Cito-toets niet meer meegenomen worden in het schoolkeuzeadvies. Het advies van de bassischolen en het LVS zullen bepalend gaan zijn voor de overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Voor ons is die werkwijze niet nieuw. We keken al erg uitgebreid naar het LVL (Leerling Volg Systeem) om in overleg met de basisschool, de ouders en de leerling de beste plek te bieden om een goede start te maken. Vooruitlopend op deze ontwikkeling is er binnen het samenwerkingsverband ‘De Meierij’ en binnen POVO (overlegorgaan van Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs) uitgebreid gesproken over hoe we dat met elkaar het beste zouden kunnen vormgeven. In dat kader is er ook een tweedaagse conferentie geweest over de overstap en alles wat daarmee samenhangt.

15


De continue dialoog met elkaar, dat maakt het verschil! 16


Interview mw. J. van Aller, conrector bovenbouw Binnen de bovenbouw is in 2014 de lijn doorgezet op onderwijskundig gebied en op het onderdeel professionalisering. De belangrijkste pijlers waren Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding (LOB), de afdelingsplannen en de ‘Pierson Academy’. Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: ‘samenhang is voor mij het kernwoord in 2014’ Het mooie is dat er steeds meer samenhang ontstaat die de verbinding laat zien tussen de onder- en de bovenbouw, tussen de vakkensecties en -clusters enerzijds en de afdelingen anderzijds en tussen de afdelingsplannen onderling. Deze plannen worden aan elkaar gepresenteerd inclusief de evaluaties. De afdelingsleiders zijn begeleid in het maken van de plannen. Ik zie de samenhang ook in de gesprekken met de secties, die ik samen met de afdelingsleiders gevoerd heb. Daarin kwamen de resultaten van het afgelopen jaar en de plannen voor het komend jaar aan bod. Een duidelijke verbinding is te zien in de wijze waarop 21st century skills (zie figuur) aan bod komen in o.a. de Loopbaan Orientiatie Begeleiding (LOB), de internationalisering en het ondernemerschap op onze school. Zo vormt LOB een vliegwiel voor de 21st century skills. Daar gaat het namelijk om vragen als: Wie ben ik, wat kan, wat wil ik? LOB is nu door alle afdelingen in de onder- en de bovenbouw opgenomen in de plannen en wordt geïntegreerd in de lessen en in het mentoraat aangeboden. Ik vind dat een mooie ontwikkeling.

Figuur: De vaardigheden voor de 21e eeuw, zoals geconceptualiseerd door Kennisnet.

17


Bij onze internationaliseringsactiviteiten komen de 21st century skills zo mooi samen. Daar gaat het om samenwerken, het onderdompelen in de cultuur, het leren presenteren, het communiceren, probleemoplossend kunnen denken, de ICT- vaardigheden. Een goed voorbeeld vind ik het ASIS project waar alle ANWleerlingen bij betrokken waren en de uitwisseling die zo waardevol was. Het was voor de leerlingen een vormend project. De talen zijn natuurlijk van belang bij internationalisering en dit jaar is Goethe-Duits erbij gekomen. De leerlingen die Goethe doen krijgen een erkend Goethe certificaat met civiele waarde. In de context van de 21st century skills, noem ik ook het ondernemend onderwijs waar we dit jaar mee gestart zijn. We werken aan het opnemen van de ondernemende vaardigheden in het curriculum en aan initiatieven op het gebied van ondernemerschap op school en daarbuiten. Leerlingen tonen lef op het gebied van ondernemerschap. Zij laten hun ondernemende vaardigheden nu al zien bij bijvoorbeeld hun eigen videoleerbedrijf DsP-tv, het Pierson Bulletin en de leerlingenraad. Volgend jaar zien we graag nog meer bedrijfjes en projecten in de school waar leerlingen hun ondernemende talenten laten zien. Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: ‘2014 is een jaar van zaaien, de oogst volgt’!

Leerlingaantal / loting De school streeft naar een stabilisatie op 1.550 leerlingen en beperkt daarom al meerdere jaren het aantal aanmeldingen voor de brugklas tot 300. Vanwege het groter aantal aanmeldingen vond in 2014 in goed overleg met de andere scholen in de gemeente ’s-Hertogenbosch wederom loting plaats. Ook voor de overige leerjaren was er een beperking in de toelating, dit om de kwaliteit van het onderwijs en de veiligheid in de school niet onder druk te zetten. Vorig jaar hadden we de wens om met alle scholen in de regio ’s-Hertogenbosch een manier te vinden waarmee je het proces van inschrijving en loting nog beter vorm kunt geven. In 2014 hebben we binnen de regio ’s-Hertogenbosch met elkaar besloten om dit middels een systeem van centrale inschrijving en toewijzing te gaan uitvoeren. Hiermee willen we realiseren dat in het schooljaar 2015-2016 zoveel mogelijk leerlingen op de school van hun 1e of 2e keuze terecht kunnen. Dat is een belangrijke en mooie stap. Mw. K. van der Meulen, voorzitter Raad van Beheer: ‘Het proces van centrale toewijzing van nieuwe brugklasleerlingen in ’s-Hertogenbosch krijgt steeds beter vorm. Dat is zeker ook de verdienste van de sturende rol van de rector-bestuurder in haar rol als voorzitter DOVO’.

18

Professionalisering en de Pierson Academy Als eerste noem ik de Pierson Academy die steeds verder uitgebouwd wordt. Dit jaar waren er op school o.a. trainingen over oplossingsgericht begeleiden, over visitaties en effectief onderwijs. In het kader van het delen van interne kennis was er de Onderwijsinspiratiedag met workshops voor en door enthousiaste collega’s. Wat een talenten! De visitaties met lesbezoeken (vanuit ORION-verband ) waren effectief, gericht op ontwikkeling. Een aantal afdelingsleiders is onder leiding van School aan Zet gestart met ‘lead en learn’, gericht op intervisie en input op het gebied van leiderschap. In het kader van professionalisering wil ik ook de gespreksvoering noemen, bijvoorbeeld de reflectiegesprekken met leerlingen en de gesprekken in het kader van het begeleiden van nieuwe docenten. De vitaliteitsgesprekken, beoordelingsgesprekken en de ijking van de gesprekken werden getraind in onze MT Academy.

‘Het is niet genoeg te weten, men moet ook toepassen; het is niet genoeg te willen, men moet ook handelen’. Johann Wolfgang von Goethe


7 Afdelingen, clusters en secties Elke docent binnen het ds. Pierson College is lid van één van de zes afdelingen (leerjaar 1, leerjaar 2, vmbo t 3-4, havo/atheneum 3, havo 4-5, atheneum 4-56). Daarnaast zijn ze als vakdocent lid van de eigen vaksectie en van het eigen vakkencluster (cluster alfa, bèta, gamma of praktijk). Binnen de secties hebben docenten met elkaar de opdracht om een goede doorlopende leerlijn en een gedifferentieerd lesprogramma te blijven ontwikkelen. De clustercoördinatoren hebben daarin een voortrekkende, verbindende en vakoverstijgende rol.

Mw. G. Pruvot en mw. J. Peters over hun taak als clustercoördinator Hoe hebben de clustercoördinatoren zich geprofileerd en invulling gegeven aan hun rol? Waar lag hun focus, welke kansen en uitdagingen zien ze voor de toekomst? Aan het woord mw. G. Pruvot, coördinator van het talencluster en mw. J. Peters, coördinator van de praktijkvakken.

Waarop lag jouw focus als clustercoördinator in 2014? Mw. G. Pruvot: Mijn focus lag in het ontwikkelen van de leerlijnen/ sectieplannen en de plaats van leesvaardigheid daarbinnen. Zo hebben we de sectieplannen naast elkaar gelegd om volgend schooljaar naar een algemeen talensectieplan te komen. Verder zijn we als talen bezig (geweest) met het verbeteren en ontwikkelen van leesstrategieën. Mw. J. Peters: voor mij lag de uitdaging en focus bij eenduidigheid in het hanteren van het KIT-model (Kennis, Inzicht, Toepassing). D.w.z. KIT in toetsen op een zichtbare wijze voor leerlingen en secties verwerken, om zodoende helder te kunnen determineren. Daarnaast was het opzetten van een begrippenlijst voor de onderbouw een belangrijke focus, om op te kunnen nemen in het bij-de-hand-boekje.

Waarin ligt volgens jou een kans als clustercoördinator(en) binnen de Pierson? Mw. G. Pruvot: Mijn kans als clustercoördinator ligt in het fungeren als “kruispunt” tussen afdelingen en talensecties. Zo kwam ik dit jaar op het idee om met de afdelingen en de clusters op het gebied van aansluiting onderbouw-bovenbouw samen te werken. Dit is ondertussen een overstijgend project geworden. Mw. J. Peters: Ik zie nog veel mogelijkheden in de raakvlakken wat betreft begrippen & vaardigheden. Daarnaast heeft het verder bevorderen van de samenwerking bij het ontwikkelen van toetsen nog steeds mijn aandacht. Daarin zijn al mooie stappen gezet, maar we zijn er nog niet. En in lijn met het eerder genoemde KIT-model, zou ik graag nog meer bewustwording willen creëren gericht op determinatie. Met als uiteindelijke doel goede determinatie dat leerlingen op de meest passende plaats terecht komen en ook weten waar hun sterke en zwakke kanten liggen.

Wat is jouw ambitie als clustercoördinator, waar werk je naar toe? Mw. G. Pruvot: Mijn ambitie is om de ‘helicopterview’ te gebruiken om afdelingen en secties nog meer naar elkaar toe te laten trekken. Ik wil ook de samenwerking binnen mijn cluster versterken tot het gezamenlijk samenstellen van leerlijnen en sectieplannen. Mw. J. Peters: voor een deel ligt mijn ambitie in lijn met die van de andere clustercoördinatoren. Daarin ligt een opdracht. Het streven naar eenduidigheid in determinatie en differentiatie, juist ook in de onderbouw, neemt daarin voor mij een belangrijke plek in. In de vakoverstijgende samenwerking zijn al verschillende mooie initiatieven ontplooid. Te denken aan het project Eerste Wereldoorlog, Jheronimus Bosch, Den Haag, donorschap, etc. Daarin zou ik graag nog intensiever de samenwerking op willen zoeken met sectievoorzitters op het gebied van sectieplannen, toetsen en projecten.

19


8 Leermiddelenbeleid Interview dhr. F. Klumpers, coördinator ICT,docent Engels, voorzitter stuurgroep leermiddelenbeleid Op het ds. Pierson College werken we met goede ICT-voorzieningen en een afdeling ICT die deze onderhoudt, ondersteuning biedt aan medewerkers en een rol heeft in de mogelijkheden en inzet van ICT in het onderwijs voor nu en de toekomst. Dhr. F. Klumpers is coördinator ICT en is tevens projectleider van het ‘Chromebookpilot’ die in 2014 is gestart in atheneum-1 klassen. Dhr. F. Klumpers: ‘Vernieuwingen op ICT-gebied hangen samen met onderwijsontwikkelingen. Het onderwijs is leidend in de keuzes die we maken’. Een belangrijke stap om bij de tijd en toekomstbestendig te zijn, was de vervanging van het ruim vijf jaar oude netwerk. Dit was mogelijk in het verlengde van de nieuwen verbouw. Sinds oktober 2014 hebben we dan een campus dekkend wifi netwerk met een capaciteit die ruim voldoende is voor dit moment en de toekomst. Daarnaast was er in 2014 gerichte aandacht voor de stabiliteit in alles rondom ICT en voor het bieden van ondersteuning en dienstverlening aan ICT-gebruikers in de school. We hebben nu de kennis en deskundigheid intern, waar we voorheen lange tijd externe ondersteuning hebben gehad op ICT-gebied. Een belangrijke ontwikkeling was de start van de ‘Chromebook-pilot’ in de twee atheneum-1 klassen in augustus 2014 (zie kader). In de aanloop naar deze pilot, heeft een enthousiaste pioniersgroep van 24 collega’s, verdeeld over alle vakken, zich bekwaamd in het werken met Chromebooks in de klas. Ze zijn daarin ondersteund door interne e-coaches. Voor de start van het schooljaar 2014-2015 is er een kick-off bijeenkomst georganiseerd voor de betreffende leerlingen en hun ouders. Dhr. F. Klumpers: ‘Ik was het meest trots op de start van de pilot en de aanloop daar naar toe. En als je dan een kick-off bijeenkomst hebt waar enthousiaste ouders zijn en waar je – als je ijsmeester geweest zou zijn- kunt zeggen: ‘It Giet Oan’! En dat gevolgd door het uitdelen van de Chromebooks die de leerlingen direct weten te gebruiken bij het leren. Dat is fijn’.

Chromebook-pilot In 2013 stonden de kernbegrippen 21 st century skills, ondersteuning, differentiatie en vergroten van motivatie centraal in het implementatieplan leermiddelenbeleid. Binnen dit plan en met het oog op de kernbegrippen, is de pilot ‘Chromebooks’ gestart. Iedere atheneum-1 leerling kreeg bij de start van het schooljaar 2014-2015 de beschikking over een eigen Chromebook. Deze Chromebooks zijn ondersteunend aan het onderwijs. Ze worden dus gebruikt naast de boeken en niet in plaats van de methode. Ze kunnen worden gebruikt als informatiebron, voor het maken van aantekeningen en bijvoorbeeld als rekenmachine.

20

We hebben regelmatig met elkaar geëvalueerd hoe de pilot loopt. Daar zijn ook ouders bij betrokken geweest via een klankbordgroep (zie kader). Dat docenten werken in een Microsoft omgeving (Smartboards, Word, Excel) en leerlingen in een Chromebook-omgeving, bleek soms een knelpunt. Daarnaast bleek dat leerlingen meer sturing en ondersteuning nodig hadden bij het werken met de Chromebooks dan we hadden ingeschat. Het ging daarbij met name om ICT-vaardigheden om vakoverstijgende vaardigheden toe te kunnen toepassen. Bijvoorbeeld bij het maken van verslagen en bij bronvermeldingen. Bij de volgende groep die gaat starten met de Chromebooks, willen we tijdens de introductiedagen een dagdeel gebruiken voor het aanleren van vaardigheden om Chromebooks in te zetten voor een vak.


Klankbordgroep ouders Dhr. F. Klumpers: ‘Het gebruik van Chromebooks vraagt om een aanpassing in de manier van lesgeven. Ons voornemen is om komend jaar structureel bijeenkomsten/ workshops te organiseren voor docenten, met gelegenheid voor intervisie’. De ontwikkeling van digitale leermiddelen door uitgevers is volop in beweging. Kwaliteit en stabiliteit zijn voorwaardelijk om goed gebruik te kunnen maken van digitale leermiddelen in het onderwijs. Tijdens de pilot merkten we dat er nog een kwetsbaarheid in het werken met Chromebooks zit, die maakt dat we nog niet volledig zullen overstappen. Voorlopig gaan we verder met het ondersteunend gebruik van de Chromebooks. Ook in 2015-2016 zal de pilot verder gaan: dan krijgen drie atheneum-2 klassen en twee atheneum-1 klassen Chromebooks. De pioniersgroep zal worden uitgebreid tot naar schatting 50 enthousiaste collega’s. De pilot biedt ons de mogelijkheid om op basis van de opgedane ervaringen (ook met de ouders) en de tussenevaluaties eind 2015 een ‘go’ of ‘no go’ te kunnen uitspreken voor een verdere invoering.

Om ervaringen uit te wisselen is er een klankbordgroep van vijf à zes ouders van atheneum-1 klassen. Ouders zijn enthousiast. Zij geven wel aan dat zij het moeilijk vinden om te zien of hun zoon / dochter wel voor school bezig is. De Chromebooks zijn voorzien van ‘contentfiltering’, zowel op school als buiten de school. Ouders vinden dat prettig, leerlingen niet altijd.

Mw. J. van Aller, conrector bovenbouw: ‘ De medewerkers en leerlingen zijn enthousiast over het gebruik van Chromebooks en we zijn blij dat de pilot volgend jaar doorgaat’!

21


9 Participatie en medezeggenschap

22


Interview met dhr. M. van den Broek, docent Geschiedenis en voorzitter MR Het ds. Pierson College hecht veel belang aan leerling- en ouderparticipatie, ouderbetrokkenheid en medezeggenschap. Ouders worden op de hoogte gehouden van belangrijke ontwikkelingen en nieuwsberichten via de website, Pierson Bulletins en brieven. De school heeft klankbordgroepen van ouders en een actieve ouderraad. Leerlingen participeren op tal van manieren, o.a. in klankbordgroepen, de leerling-panels per afdeling, de leerlingenraad, begeleiding brugklaskamp en zelfs bij sollicitatiecommissies. Dhr. M. van den Broek is vanaf januari 2013 voorzitter van de Medezeggenschapsraad (MR) van het ds. Pierson College. Hoe kijkt hij terug op het jaar 2014? Het jaar 2014 was voor de MR een rustig jaar. We volgden als MR het traject rond de nieuwbouw en de pilot met Chromebooks voor de twee atheneum-1 klassen. De rector-bestuurder informeerde ons over de stand van zaken rondom de bouw. In de aanloop naar de start van de bouw waren we meer betrokken i.v.m. de begroting. Dhr. Klumpers (ICT-coördinator, projectleider ‘Chromebook-pilot’ en tevens MR-lid) informeerde ons over de pilot. Bij het ‘Schoolsteward-project’ waren we als MR wel intensief betrokken. De ouders en de personeelsleden uit de MR zagen zeker de voordelen, voor de leerlingen uit de MR lag dit anders. Ook zij zagen de voordelen, maar zij zagen zichzelf ook als de uitvoerders en dat was niet makkelijk. Om de leerlingen goed te informeren, hebben we een extra bijeenkomst belegd. Toch was er geen volmondig ‘ja’ bij de stemming over de inzet van Schoolstewards. Ik vond het als voorzitter lastig om aan de ene kant recht te doen aan de inbreng van de leerlingen en aan de andere kant te merken dat bij ‘het stemmen’ altijd een meerderheid kan ontstaan van personeel en ouders. Er kan dan een verdeeldheid ontstaan op basis van geleding, met het risico dat leerlingen zich buiten spel gezet voelen. Een ander onderwerp dat op de agenda van de MR heeft gestaan in 2014, was het professionaliseringsplan. Over dit plan en de implementatie ervan zijn we nog in gesprek.

Ambitie

Overlegstructuur van de MR De medezeggenschapsraad heeft een vertegenwoordiging van 6 personeelsleden, 3 leerlingen en 3 ouders/verzorgers van leerlingen. De voorzitter en secretaris vormen het dagelijks bestuur (DB). De gehele MR vergadert eens per 6 à 7 weken. De personeelsgeleding van de MR heeft een vast wekelijks moment waarop ze overlegt, werkzaamheden uitvoert voor de MR of als DB overleg voert met de rector-bestuurder van de school.

In 2013 gaf ik in mijn ambitie aan, dat ik graag nog meer betrokkenheid van ouders, leerlingen en medewerkers bij de school zou willen. Er is zeker al een grote betrokkenheid binnen de MR. We hebben een MR die constructief kritisch meedenkt, daar hebben we een flinke stap in gezet. Maar ik heb mijn doel nog niet volledig bereikt, de ambitie reikt verder. Om ons als MR te versterken, krijgen we aan het begin van het schooljaar 2015-2016 ondersteuning van Verus om op een goede manier invulling te gaan geven aan onze drie rollen. Dan denk ik aan de formele rol als MR-lid binnen de organisatie, de rol binnen de MR zelf en de rol naar je achterban. Daardoor kunnen we onszelf en de MR versterken. In 2013 gaf ik aan, dat ik graag zou willen werken met ‘expertises’ binnen de MR, waarbij één of enkele leden zich verdiepen in een bepaald thema, zoals financiën, wetgeving of cao. In die lijn wil ik doorgaan, ook ter versterking van de MR. Een remmende factor hierin vormt de discontinuïteit in de bezetting. Dat maakt het helaas moeilijk om een grote ontwikkeling in gang te zetten. M. van den Broek: ‘Ik wil graag verder werken aan de ‘versteviging’ van de MR, het goed kunnen onderbouwen van een standpunt en aan een basis van vertrouwen ’!

23


10 Beheer en huisvesting Het ds. Pierson College is gehuisvest in een goed geoutilleerd, verzorgd, veilig en aantrekkelijk gebouw. De school beschikt over moderne onderwijsvoorzieningen en goede ICT-faciliteiten. De noodlokalen in het D-gebouw vormden echter vanwege het tijdelijke karakter een risico en ook de toekomstgerichte visie van de school vroeg om vernieuwing van het gebouw, aansluitend bij de onderwijskundige eisen en indeling. De noodzakelijke en gewenste nieuw- en verbouw is in 2014 van start gegaan met gemeenschappelijke financiering (50% gemeente en 50% school).

Interview mw. M. Hattink, hoofd facilitaire dienst Het jaar 2014 stond, naast de reguliere facilitaire werkzaamheden, vooral in het teken van de realisatie van de nieuw- en verbouwplannen. Het hele bouwproces is als een kers op de taart voor mij als hoofd facilitaire dienst. Een interessant proces; de voorbereiding, het tekenen en ontwerpen. Het met de architect nadenken en samenwerken met de aannemer en installateur. Bouwen is leuk! Ik ben er samen met veel collega’s heel intensief mee bezig geweest. Er was een stuurgroep, projectgroep en we zijn steeds in gesprek gebleven met leerlingen, medewerkers en omwonenden. De projectgroep Bouw bestond uit de rector-bestuurder, een conrector, afdelingsleider, hoofd facilitaire dienst, roostermaker, onderhoudsmedewerker en een docent. De projectgroep heeft via klankbordgroepen, interviews en presentaties input gevraagd van leerlingen, ouders, medewerkers en buurtbewoners. De twee vragen ‘Waar droom je van?’ en ‘Wat mis je?’ stonden steeds centraal. De projectgroep heeft de antwoorden vertaald in een visiedocument. Daarmee zijn we het proces ingestapt. De oplevering van de nieuwe bouwlaag op ons LUX-gebouw was het eerste resultaat. Ook de Raad van Beheer is vanaf dag één intensief betrokken geweest bij de voorbereidingen en de realisatie. Vanuit de RvB was één lid gemandateerd om zitting te nemen in de stuurgroep. De stuurgroep Bouw bestond uit een lid van de RvB, directie, architect, gemeente, bouwmanagement en hoofd facilitaire dienst. Zij waren verantwoordelijk voor voorbereidingen en realisatie, evenals voor de verantwoording richting Gemeente ’s-Hertogenbosch. Mw. K. van der Meulen, voorzitter Raad van Beheer: ‘Het bouwproces is intensief geweest en heeft mensen veel energie gekost. Als moeder van een examenleerling van de school constateer ik, dat de onderwijsontwikkeling en de sfeer voor leerlingen niet geleden heeft onder de bouw’.

24


Het bouwproces Veel mensen zullen zich er geen voorstelling van kunnen maken wat het betekent als je binnen een school gaat verbouwen. Het vraagt vooruitdenken, het grote geheel overzien met alle belanghebbenden en zo min mogelijk overlast veroorzaken. Voor roostermakers heeft het ook een enorme impact. Bij zo min mogelijk overlast, hoort ook dat verhuisbewegingen bij voorkeur in vakanties plaatsvinden. Een grote verhuisbeweging vond plaats naar de tijdelijke locatie aan de Lucas van Leijdenstraat. Omdat er tijdens de verbouwing te weinig lokalen waren voor de huisvesting van al onze 1.635 leerlingen, mochten we van de gemeente gebruik maken van de oude basisschool. Hier kregen alle 2e jaars leerlingen het hele jaar les. Voor de leerlingen best gezellig, maar het zorgde ook voor veel pendelbewegingen van docenten, hetgeen niet altijd prettig was. Voor het vervoer naar de tijdelijke locatie hebben we voor docenten acht fietsen met het Piersonlogo aangeschaft. Die zijn goed gebruikt. En ‘en passant’ zijn we in 2014 ook gestart met het complete leerling meubilair te renoveren. Niemand heeft in de gaten wat een enorm klus dat is en dat is eigenlijk heel mooi. Mw. M. Hattink, hoofd facilitaire dienst: ‘Wij doen ons werk pas goed als niemand er iets van merkt en wij het onderwijsproces zo min mogelijk verstoren’. In 2014 hebben we in het kader van de bouw intensief contact gehad met de buurtbewoners. Zo hebben we hen gevraagd: waar zouden jullie gebruik van willen maken? Een sportzaal, mediatheek, vergaderruimte? Kunnen we de groene ruimte om ons gebouw heen inrichten voor school en de buurt? Het leverde interessante gesprekken en een schat aan ideeën op. We zijn goed met elkaar in gesprek gebleven hetgeen ook nodig was. Per slot van rekening zorgden wij voor overlast. Enorme winst voor ons, en voor omwonenden in de toekomst, is de komst van de nieuwe sport- en fitnessfaciliteiten. Na heel veel jaren puzzelen om alle lessen bewegingsonderwijs onder te brengen, krijgen we nu voldoende zaalruimte om meer lessen op ons eigen terrein te geven. Bovendien krijgen we nu op het buitenterrein een basketbal- en voetbalveldje. Dit past helemaal in ons streven een ‘gezonde school’ te zijn en meer sport en bewegen te stimuleren. Mevr. M. Hattink, hoofd facilitaire dienst: ‘De werkzaamheden verlopen volgens onze strakke planning, ik heb nauwelijks ‘brandjes hoeven te blussen’. De verwachting is dat de oplevering plaatsvindt in mei 2015. Dat is een knap staaltje werk, met dank aan de architect, bouwmanager, aannemer en installateur’.

25


11 Personeel en organisatie Op het ds. Pierson College werkt mw. J. van den Kerkhof als de coördinator Personeel en organisatie / Kwaliteitszorg. In het jaar 2014 kwam onder andere een nieuwe cao-vo tot stand in het voorjaar van 2014, die consequenties had voor de kaders waarbinnen ‘levensfasebewust personeelsbeleid’ vorm zou kunnen krijgen.

Interview mw. J. van den Kerkhof, coördinator Personeel & Organisatie / Kwaliteitszorg: In de nieuwe cao vo 2014-2015 is ‘Levensfasebewust Personeelsbeleid’ een belangrijk hoofdstuk (zie kader). De grondslag van dit beleid sluit goed aan bij de visie van het ds. Pierson College op personeelsbeleid. We merken dat elke levensfase de nodige druk met zich meebrengt en iedere medewerker daaraan gerelateerd behoeftes heeft om zijn eigen vitaliteit en duurzame inzetbaarheid te borgen of verbeteren. Dat daartoe binnen de cao een ‘budget’ aan klokuren en keuzemogelijkheden wordt geboden, past bij de wijze waarop we personeelsbeleid vorm willen geven. Het onderschrijft de noodzaak van het maken van eigen keuzes, in combinatie met ieders professionaliteit , vitaliteit en duurzame inzetbaarheid. Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid vormen al enkele jaren belangrijke thema’s op het ds. Pierson College. In 2012-2013 introduceerden we als antwoord op het welzijnsonderzoek en vanuit een expliciete visie op ‘vitaliteit en duurzame inzetbaarheid voor alle medewerkers’ het aanbod ‘Kleurrijk in Balans’. Hierbinnen konden medewerkers op basis van een persoonlijk vitaliteitsgesprek passende interventies kiezen. De evaluatie was positief en vroeg om een vervolg. De centrale vraag die in 2014 voorlag: ‘Hoe kunnen we ‘Kleurrijk in Balans’ efficiënt, effectief en betaalbaar integreren in bestaande (gespreks)cycli, structuren en systemen binnen onze school en mogelijk ook binnen het samenwerkingsverband ORION?’ Het was duidelijk dat met ons vele scholen de noodzaak voelden en de ambitie hadden hier vorm en inhoud aan te geven. In het voorjaar van 2014 hebben we dan ook met een aantal ORION-scholen gezamenlijk een deelplan ingediend rondom deze thematiek, passend binnen het sectorplan VO, dat door VOION is ingediend. Eind 2014 werd ons verzoek gehonoreerd, wat betekent dat een deel van de in het plan beschreven activiteiten gesubsidieerd kunnen worden uitgevoerd. De wijze waarop en de voorwaarden waarbinnen dit mogelijk is, wordt in 2015 in samenwerking met VOION nader onderzocht. Mw. J. van den Kerkhof, coördinator P&O en Kwaliteitszorg: ‘In een tijd waarin een hoge werkdruk gevoeld wordt, is het extra belangrijk om thema’s als vitaliteit en duurzame inzetbaarheid te integreren in bestaande systemen en structuren. Op die manier wordt het een natuurlijk onderdeel van je persoonlijke en professionele ontwikkeling’. De gesprekscyclus is een belangrijk middel om de persoonlijke en professionele ontwikkeling te monitoren, te stimuleren en waar nodig bij te sturen. Vanaf 2013 zijn we gaan werken met het digitale instrument en bekwaamheidsdossier van Kwaliteitscholen. De 360 graden feedback is in 2013 opnieuw vormgegeven en ingericht voor docenten, TOA’s en afdelingsleiders. In 2014 is dit voor de directie in gang gezet, beginnend met de rector-bestuurder.

26

‘Levensfasebewust Personeelsbeleid’ (cao vo 2014-2015, hoofdstuk 7) Binnen de nieuwe cao heeft elke medewerker, ongeacht functie of leeftijd, de beschikking over een persoonlijk budget aan klokuren. Ieder mag zelf aangeven op welke wijze hij deze uren wil inzetten. Dat kan bijvoorbeeld voor werkdrukvermindering, verlof in het kader van duurzame inzetbaarheid, in combinatie met de uren voor oudere medewerkers, etc. Dit gaf op de valreep, voor de afronding van het schooljaar 2013-2014, de nodige commotie. We moesten varen op het onderhandelaarsakkoord, de vele regionale en landelijke bijeenkomsten en discussies die ‘analoog en digitaal’ werden gevoerd. Dit gaf onduidelijkheid en een onvoorziene tijdsdruk op de formatieplanning voor het jaar 2014-2015. We hebben als school breed ingestoken op de mogelijke keuzes, maar beseffen ons dat dit een druk kan gaan leggen op de organisatie en continuïteit van het onderwijsproces. Op basis van ervaringen uit 2014 zal de school nader beschrijven op welke wijze de regeling zal worden uitgevoerd in de toekomst.


Visie op personeelsbeleid en professionele ontwikkeling

Een belangrijk aspect in het kader van de gesprekscyclus, was de evaluatie en de aanpassingen die op basis daarvan in 2014 zijn doorgevoerd. Docenten hebben een digitale enquête ingevuld, waarin de onderdelen uit de 360 graden feedback werden geëvalueerd. Uit de evaluatie bleek dat de leerling-enquêtes en gesprekken met de direct leidinggevende als zeer waardevol werden ervaren. Minder positief waren de docenten over de hoeveelheid enquêtevragen binnen de 360 graden feedback. De resultaten uit de evaluatie zijn besproken binnen het managementteam en de MR. Op basis van de terugkoppeling hebben we aanpassingen gedaan in de wijze waarop de gesprekscyclus en de inzet van instrumenten uit de 360 graden feedback vorm krijgt. Belangrijk in de aanpassingen is dat er meer wordt gestimuleerd om de dialoog op te zoeken met collega’s en ook de persoonlijke reflectie op de professionele ontwikkeling van de medewerker krijgt meer nadruk.

Het ds. Pierson College: • Stimuleert een voortdurende professionele ontwikkeling van de school als geheel en van een ieder afzonderlijk, gericht op de kwaliteitsdoelen en de daarvoor benodigde (kern)competenties; • Heeft een cultuur waarin een ieder wordt geïnspireerd en uitgedaagd de eigen deskundigheid en kwaliteiten optimaal in te zetten en waarin eenieder kritisch reflecteert en een onderzoekende houding heeft; • Heeft een cultuur waarin, onder erkenning van elkaars deskundigheid, overeenstemming bestaat over de wijze waarop de gemeenschappelijke doelen het beste kunnen worden gerealiseerd; • Draagt zorg voor goede arbeidsomstandigheden in relatie tot het functioneren en welzijn van alle betrokkenen.

27


11.1 Kengetallen personeel

Personeelsopbouw Op peildatum 31-12-2014 werken in totaal 167 medewerkers (121,2 fte) in loondienst bij het ds. Pierson College. Het merendeel is vrouw, zowel in absolute aantallen als omgerekend naar aantal fte. Er is binnen de school een tamelijk gelijke verdeling van medewerkers over de verschillende leeftijdscategorieĂŤn. Alleen de groep 35-44 jaar is wat ondervertegenwoordigd.

Overzicht: Verdeling mannen en vrouwen over leeftijdscategorieĂŤn (peildatum 31-12-2014) Man aantal

Vrouw fte

aantal

Totaal fte

aantal

fte

0-24

2

0,8

1

0,1

3

0,9

25-34

19

11,5

25

17,0

44

28,5

35-44

10

8,5

18

12,4

28

20,9

45-54

16

14,2

31

22,6

47

36,8

55-59

6

5,9

15

10,0

21

15,9

60-65

15

11,2

9

7,0

24

18,2

Totaal

68

52,1

99

69,1

167

121,2

Overzicht: Personele bezetting naar functiecategorie in 2014 (peildatum 31-12-2014) Functie-categorie

Aantal fte

Directie Onderwijzend personeel Overige medewerkers Totaal

Percentage van de totale bezetting

2,9

2%

92,4

76%

25,9

22%

121,2

100%

Overzicht: Verzuimpercentage en -frequentie 2012 - 2013 - 2014 Kalenderjaar

Verzuimpercentage

Verzuimfrequentie

2012

5,4

1,55

2013

4,6

1,77

2014

4,9

1,74

Overzicht: Verzuimpercentage kort/middel/lang

28

2014

Kort

Middel

Lang

Verzuimpercentage

0,82

0,40

3,68


(Na)scholing en deskundigheidsbevordering De in- en externe scholingsuitgaven 2014 bedragen in totaal € 128.819,-. Dit is € 1.063,- per fte. In totaal volgden 7 bevoegde docenten een opleiding met financiering uit de Lerarenbeurs en hadden we 2 docenten in dienst via een zij-instroomtraject. Naast formele scholing, wordt er tevens geïnvesteerd in het informele leren en het leren op de werkplek. In totaal is er € 7.429,per fte besteed aan deskundigheidsbevordering. Dat is 10,4% van de totale personele middelen.

Functiemix In 2014 hebben geen interne sollicitatierondes LC of LD in het kader van de functiemix. Dit vanwege het LD-entreerecht uit de cao vo 2014-2015. Met dit entreerecht komen docenten per 1 augustus 2014 in een LD-schaal als zij eerstegraads bevoegd zijn en voor meer dan 50% van hun lessen in de bovenbouw verzorgen binnen reguliere uren. Voor deze medewerkers is een apart beoordelingstraject uitgezet, in afstemming met de MR. Zij zullen uiterlijk in augustus 2016 moeten aantonen dat ze voldoen aan de functie-eisen van een LD-functie. Afhankelijk van de uitkomst hiervan, zal er in de toekomst mogelijk weer ruimte zijn om LCdan wel LD-functies vacant te stellen in het kader van de functiemix en de carrièrepatronen voor alle docenten.

Uitkeringen na ontslag Hoewel er in 2014 geen gedwongen ontslagen hebben plaatsgevonden, willen wij voor de goede orde vermelden dat het beleid van het ds. Pierson College er op is gericht om geen uitkeringen na ontslag te verstrekken.

29


12 Kwaliteitszorg en communicatie Interview Mw. J. van den Kerkhof, coördinator P&O en kwaliteitszorg Het jaar 2014 stond rondom kwaliteitszorg vooral in het teken van het thema ‘Samen naar het beste resultaat’ uit het schoolplan. Een niet te onderschatten mate van aandacht ging daarbij uit naar het (SMART) bepalen van je beoogde resultaat. Het managementteam is daarbij in 2014 ondersteund door ‘Beter Scoren’. De directieleden en leidinggevenden hebben met elkaar, binnen en met hun afdelingen concrete doelen geformuleerd. Dit vroeg om vooruit te kijken, specifiek te zijn en vooraf met elkaar helder te krijgen waar je precies naar toe wilde werken en wanneer je tevreden zou zijn. Door het gesprek hierover aan te gaan, lag de focus op (gewenste) opbrengsten. In 2015 zal de ondersteuning door ‘Beter Scoren’ worden afgerond en zullen we hier zelf verder op doorpakken. Ook in de gesprekscyclus, waarin de direct leidinggevende en de medewerker de professionele ontwikkeling bespreken, stond het thema ‘samen naar het beste resultaat’ centraal. Er werden vragen gesteld als ‘waar ben je goed in, wat kan beter, waar wil je naar toe en wat heb je nodig om daar te komen?’ Door hier met elkaar het gesprek over aan te gaan en concrete afspraken te maken, werd meer gericht gewerkt aan de professionele ontwikkeling. Dit zal in 2015 nog meer ingebed gaan worden in de gesprekcyclus, mede naar aanleiding van de aanpassingen op grond van de evaluatie van de gesprekscyclus.

Versterkt sectievoorzitterschap Vanaf de start van het schooljaar 20122013 is door een extra impuls vanuit het Bestuursakkoord VO / de Prestatiebox het sectievoorzitterschap ‘nieuwe stijl’ ingezet en zijn de clusters en clustercoördinatoren van start gegaan. De rol van de sectie en voorzitter is daarbij steviger dan voorheen en er wordt meer gefocust op verantwoordelijkheid, opbrengstgericht werken, het voeren van resultaatgesprekken en het bespreken van de plannen binnen de sectie en met de directie.

Klachten In het verslagjaar 2014 zijn er geen formele klachten geweest waarbij een beroep werd gedaan op de klachtenregeling. Klachten die bij directieleden zijn gemeld, zijn adequaat opgepakt. Daarmee was de klachtenregeling niet aan de orde.

30

Op het ds. Pierson College is in 2014 gewerkt met verschillende systemen in het kader van kwaliteitszorg. We proberen daarbij steeds zoveel mogelijk te werken vanuit de data in centrale systemen. Dit om zo min mogelijk ‘ruis’ op de gegevens te krijgen. Het is bij kwaliteitszorg een voorwaarde dat je beschikt over betrouwbare, actuele gegevens. Magister speelt hierbinnen een belangrijke rol, gelet op de koppeling met Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), Magnaview Cum Laude en Kwaliteitscholen. Vanuit DUO wordt Vensters voor Verantwoording (scholen op de kaart) voor een groot deel automatisch gevuld. Dit vormt een belangrijk medium voor met name de horizontale verantwoording. In het kader van de horizontale verantwoording geeft de school aan ouders en andere belanghebbenden via de PiersonGids, Piersonbulletins en de nieuwsbrieven per afdeling aan wat de opbrengst van het onderwijs is, vanuit welke visie en voornemens gewerkt wordt en welke activiteiten plaatsvinden. Daarin worden papieren versies steeds meer vervangen door digitale publicaties. Met het oog op de nieuwe functie ‘medewerker communicatie’ binnen onze school, zal de communicatie intern en extern in 2015 een belangrijke impuls gaan krijgen. We analyseren en evalueren niet alleen intern, maar zetten ook externe evaluaties in voor de focus op kwaliteitsverbetering. Zo speelt, naast de jaarlijkse evaluatie door de Inspectie van het Onderwijs, de jaarlijkse visitatie door ORION-collega’s een belangrijke rol in de kwaliteitszorg van het ds. Pierson College. Het levert de school veel inzichten op en aandachtspunten voor de toekomst. Ook het visiteren van collega-scholen levert de betreffende docenten van de Pierson een mooi kijkje in een andere keuken en werkt daarmee niet alleen lerend maar tevens inspirerend.


12.1 Kwaliteitszorg: Resultaten en verantwoording De school werkt systematisch en voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, alsmede aan de professionalisering van alle medewerkers en de organisatie. De gepresenteerde resultaten zijn een cijfermatige weergave. We hebben cijfers niet leidend laten zijn, maar ze vormden wel onderwerp van gesprek. Zodoende willen we beter tot de kern komen concrete verbeterpunten aanpakken om zodoende goed onderwijs te kunnen blijven bieden. De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de (meerjaren)opbrengsten van het ds. Pierson College ook in 2014 als voldoende (=hoogst haalbare) en kent de school wederom het basistoezicht toe. Het aantal leerlingen dat we onderwijs kunnen bieden op het ds. Pierson College, willen we gaan verlagen naar 1.550 leerlingen. Dit om de goede kwaliteit van onderwijs en begeleiding te kunnen blijven waarmaken, passend bij onze onderwijshuisvesting.

Totaal aantal leerlingen*

2012

2013

2014

1.644

1.620

1.635

* Op peildatum 1 oktober van het betreffende schooljaar

Aantal leerlingen op 1 oktober 2014

Leerjaar

1

2

3

4

5

6

Vmbo-t / havo

143

127

Havo / atheneum

117

112

Atheneum

60

75

107

87

77

84

Havo

128

162

159

Vmbo-t

99

98

Geslaagde leerlingen

2012 school

landelijk

2013 school

landelijk

2014 school

landelijk

Atheneum

94%

89%

88%

92%

86%

90%

Havo

81%

87%

89%

88%

85%

88%

Vmbo-t

91%

90%

97%

91%

96%

93%

31


13 FinanciĂŤn

32


Interview dhr. H. Spuijbroek, coördinator financiële administratie Dhr. H. Spuijbroek is de opgewekte coördinator van de afdeling financiële administratie op het ds. Pierson College. Hij geeft enthousiast een toelichting op de financiële resultaten van 2014 en op de ontwikkelingen binnen zijn afdeling. Dhr. H. Spuijbroek: ‘Elk jaar boeken we zo’n 3.000 inkoopfacturen, sturen we rekeningen aan 1.650 ouders en verzorgen we de salarisadministratie voor zo’n 175 personeelsleden. Toch blijft het een uitermate afwisselend vak. Zo lagen de uitdagingen in 2014 onder andere bij de financiën rondom de nieuwbouw, het automatisch incasseren volgens het Europees betalingssysteem SEPA en het beperken van financiële risico’s’. Dhr. H. Spuijbroek: ‘We weten nu precies welke geldstromen we elke maand kunnen verwachten en daar mogen we best trots op zijn’.

Financieel gezond Financiële kengetallen, maar ook ziekteverzuimcijfers, onderhoudskosten en energieverbruik kunnen we als ORION-scholen in de benchmark van ORION onderling vergelijken. Opnieuw blijkt hieruit dat we financieel een gezonde school zijn.

Incasseren volgens Europees betalingssysteem SEPA In het najaar 2014 zijn we voor het eerst gaan incasseren volgens de SEPA machtigingen. Het betalen van onze crediteuren via SEPA ging daar in 2013 aan vooraf. Dat is helemaal gelukt. Het incasseren via SEPA in 2014 was spannender omdat dat ingewikkelder is, met eenmalige en doorlopende machtigingen van ouders. Het merendeel van de ouders heeft ons die machtiging gegeven. Daar zijn we best trots op, want daardoor weten we precies welke geldstromen we elke maand kunnen verwachten. Andere scholen komen nu bij ons vragen hoe we dit aanpakken. Nieuwe ouders geven we de keuze om te machtigen. Voor ouders is dat ook gemakkelijker. Ongeveer 75 % van de ouders maakt daar gelukkig gebruik van.”

Goed onderwijs in een duurzaam gebouw Bij de inspectie van het onderwijs dienden we enkele jaren geleden een plan in om onze reserves te verlagen tot een gemiddeld, niet “te hoog” niveau. In dit plan was de investering in huisvesting opgenomen om goed onderwijs te kunnen blijven bieden in een duurzaam gebouw. Omdat we in 2014 geld zijn gaan uitgeven voor de bouw, daalt de zogenoemde kapitalisatiefactor volgens plan richting de gewenste ministeriële norm. Als de bouw helemaal klaar is, medio 2015, zullen we zelfs nog steeds iets boven de norm zitten. We verkeren dus in een luxe positie.

Risico’s in beeld gebracht In 2014 is op een nieuwe manier een risico-inventarisatie en -analyse uitgevoerd. “Onder leiding van een deskundige van de gemeente en met een commissie bestaande uit leerlingen, leden van de medezeggenschapsraad en managementteam, onderzochten we risicofactoren binnen de school. Nu we de risico’s helder in beeld hebben, gaan we aan de slag met maatregelen om deze te beperken. Doordat het gebouw een betere uitstraling heeft gekregen is bijvoorbeeld het risico dat leerlingen niet voor het Pierson kiezen vanwege de huisvesting, gedaald. Dhr. H. Spuijbroek: ‘Als wij ons werk goed doen merken collega’s niets van alle fiscale en juridische veranderingen’. De vele wijzigingen in de cao (zoals persoonlijk budget, regeling senioren) hebben we in 2014 op een correcte manier kunnen verwerken in de salarisadministratie. Ook van veranderingen, zoals de aanstaande migratie naar een nieuw salarissysteem en het gewijzigde contract voor aanvullende arbeidsongeschiktheid hebben medewerkers nagenoeg geen hinder ondervonden. Vrijwel alles is vlekkeloos verlopen. De nieuwe fiscale richtlijnen op het gebied van de werkkostenregeling zagen veel organisaties als bedreiging. Wij hebben dat gezien als een kans en de mogelijkheden voor de medewerkers optimaal benut door een aantal extra uitruilregelingen in het leven te roepen. Ik ben er best trots op dat wij andere scholen daarover mochten adviseren.

Efficiënter werken

Dhr. H. Spuijbroek: ‘We kijken vooral terug op financiële resultaten om er van te leren voor de toekomst en goed te kunnen begroten’.

In 2013 was de planning en control cyclus aangescherpt. Dit heeft er in 2014 voor gezorgd dat de collega’s binnen de afdeling financiën nog meer dan voorheen in staat waren om werk van elkaar over te nemen. Toen in 2014 een collega onverwacht uitviel, konden we toetsen of vastgelegde procedures en handleidingen voldeden in de praktijk en dat bleek het geval!

Nieuwbouw

Besparingen

De kosten van de bouw zijn van grote invloed op de jaarrekening en het beeld over 2014. De bouw is mei 2014 gestart en wordt in 2015 afgerond. In het jaar 2014 zijn de bouwkosten voor het eerst zichtbaar in de financiële resultaten. Dit levert op de exploitatierekening een negatief resultaat op, dat de kengetallen vertroebelt. Het is wel helemaal te verklaren en ook zo voorzien. Gelukkig behielden we onze gunstige financiële (liquide) positie. De gemeente ’s-Hertogenbosch deed al vooraf (deel)betalingen voor de bouw en ook in 2014 wisten we de eerder ingezette bezuinigingen op het gebied van energiekosten en leermiddelen te realiseren.

In 2014 realiseerden we besparingen door het busvervoer centraal te organiseren via onze afdeling en door geen gebruik meer te maken van één preferred supplier. We denken als afdeling dan ook graag schoolbreed mee en zetten met plezier onze competenties breder in. Daarnaast hebben we door inzet van ons financiële netwerk een (gedeeltelijke) vrijstelling gekregen van de energiebelasting. Dhr. H. Spuijbroek: ‘Als ik zie hoe leerlingen via ludieke acties geld inzamelen voor het goede doel, daar word ik blij van.

33


13.1 Financiële jaarcijfers

Balans per 31 december 2014 Balans (afgerond op € 1.000,--)

ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa

1.355.000

Financiële vaste activa

1.776.000

TOTAAL VASTE ACTIVA

3.131.000

VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen

320.000

Effecten

190.000

Liquide middelen

4.113.000

TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA

4.623.000

TOTAAL ACTIVA

7.754.000

PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve

34

266.000

Bestemmingsreserve publiek

1.833.000

Bestemmingsreserve privaat

588.000

Bestemmingsfonds publiek

743.000

Bestemmingsfonds privaat

0

VOORZIENINGEN

2.126.000

KORTLOPENDE SCHULDEN

2.198.000

TOTAAL PASSIVA

7.754.000


Exploitatierekening over 2014 Exploitatierekening (afgerond op € 1.000,--)

BATEN Rijksbijdrage

9.398.000

Overige overheidsbijdragen en subsidies

952.000

Overige baten

654.000

TOTAAL BATEN

11.004.000

LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen

8.982.000 293.000

Huisvestingslasten

1.388.000

Overige lasten

1.139.000

TOTAAL LASTEN

Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering

TOTAAL RESULTAAT

11.802.000

-798.000 109.000

-689.000

35


Dit is een jaarlijkse uitgave van het ds. Pierson college met foto’s van Peter Flohr, Frans Arts en anderen. Postbus 701 • 5201 AS • ’s-Hertogenbosch Geraert ter Borchstraat 1 • ’s-Hertogenbosch telefoon (073) 644 29 29 • fax (073) 644 20 29 info@piersonmail.nl • www.pierson.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.