
9 minute read
Tech en supermarkt: elektronische schaplabels
ELEKTRONISCHE SCHAPLABELS
Ook Nettorama zou dit moeten willen
Advertisement
De voor- en nadelen van elektronische schapkaarten? Welnee, er zijn alleen maar voordelen. Zeggen althans Eelco Hos en Bart Fischer. Ook als je Nettorama of Boni bent? Ook als je Nettorama of Boni bent.
Door: Gé Lommen Foto: archief FoodPersonality
Hoe staat het met de invoering van elektronische schaplabels? Op dit moment werken er vier partijen mee: Hoogvliet, Plus, Albert Heijn en Jumbo. In die volgorde… Eerst Hoogvliet. Die begon er in 1998 al mee. Een versie van de geschiedenis is dat het toenmalige NCR Hoogvliet alle elektronische schaplabels cadeau hee gedaan, met als strategie: als we er aan één die labels geven, zullen andere formules die ook willen hebben. Wij hebben dat uit de wandelgangen van de sector van jaren terug, maar zonder bevestiging van Hoogvliet zelf. Dan Plus. Plus zou begin vorig jaar alle 270 Plus-supermarkten van elektronische schaplabels willen hebben voorzien. Is dat inmiddels zo? Ja, krijgen we bij navraag terug van Plus Retail. En de Coop-supermarken die tot Plus omgebouwd worden, krijgen die labels ook. Dan Albert Heijn. Albert Heijn begon er later aan dan Plus, maar is inmiddels een ink eind. “Ruim 90% van onze winkels hee momenteel elektronische schaplabels.” Verder: “Alle winkels in ons land en in België krijgen ze, we kunnen alleen niet aangeven wanneer dat moment bereikt zal zijn.” Dan Jumbo. Jumbo zou daarmee proefdraaien, is het laatste wat we weten. Veghel zegt: “De pilotfase is inmiddels voorbij. De pilot is succesvol verlopen en daarom bereiden we ons nu voor op een landelijke uitrol. We starten deze zomer met elektronische schaplabels in onze eerste Jumbowinkels en we verwachten dat medio 2023 alle Jumbo-winkels ze hebben.” Zo, dat was even het rondje langs de velden. En de rest dan? Nee. Lidl, Aldi, Dirk, Dekamarkt, Vomar, Jan Linders, Poiesz, Boon’s Markt/MCD, Spar, Nettorama en Boni hebben ze niet.
Maar: elke supermarkt zou ze moeten hebben. Zeggen Eelco Hos en Bart Fischer. Nou, het kost ook wel wat. Wat kost het eigenlijk? Ongeveer een ton per winkel, horen we. Afhankelijk van de omvang van de winkel en het assortiment. Hos: “Je betaalt de leverancier voor het netwerk, voor het gebruik en voor het aantal schaplabels. En een supermarkt met meer items hee meer prijskaartjes, dus dan betaal je meer omdat je meer elektronische schapkaarten nodig hebt.” Klinkt best duur, zo’n ton. Maar goed, genoeg supermarkten draaien meer tonnen aan omzet per week.
Wat staat ertegenover? Altijd de juiste prijs op het schap, zonder gedoe? Hos: “Je bespaart allereerst het werk van personeel. Een grotere supermarkt hee ongeveer 200 prijswijzigingen per week. Zonder elektronische schapkaarten houdt dat in dat je medewerkers die 200 schapkaarten moeten veranderen. Elke week opnieuw. Het gaat niet zozeer om nieuwe artikelen, maar vooral weekacties. Printen, en de oude vervangen door de nieuwe. Dat scheelt een uur of vijf per week en die werkuren bespaar je dan al. Maar ‘altijd de juiste prijs’, dat is niet per se zo. Ook bij elektronische schapkaarten kunnen fouten voorkomen. De prijs op het schapkaartje komt uit je netwerk, van data, van het hoofdkantoor. Een van al die data is de prijs van het product, maar er kan altijd een verkeerde prijs in je databestanden zitten. Er kan wel meer fout zijn. Een artikel kan niet goed in het systeem ingevoerd zijn, een formaat of een inhoudsmaat, een verpakking met zes stuks of twaalf stuks. Het staat alleen correct op het schapkaartje als intern alles correct is. Elektronische of geen elektronische schaplabels, altijd is er aandacht nodig, om te zorgen dat alle informatie klopt. Elektronische schapkaarten he en niet als vanzelf fouten op.”
Hoe zit het eigenlijk met de energiekosten? Een schapkaartje komt van een boom, en je moet dat printen. Kosten en milieu. Maar een elektronisch schapkaartje verbruikt stroom. En je hebt winkels met 20.000 items of meer. Ja, we worden energiebewuster, ook in deze rubriek…
Tech in de super
Een vaste rubriek in FoodPersonality: ‘tech in de super’. In de vorm van een interview: * met Eelco Hos, van zijn eigen bedrijf Retail Innovation en * met Bart Fischer, ook van zijn eigen bedrijf, 7BFT. Zij dienen in deze rubriek als aanspreekpunt over technologie in de supermarkt. Eelco Hos en Bart Fischer hebben beiden jarenlang voor AH gewerkt, op het snijvlak van formule, operatie, winkelvoorziening en projecten waarbij AH een technologie uittestte. Sinds enkele jaren hebben zij dus ieder hun eigen bedrijf, waarbij zij formules of levensmiddelenfabrikanten adviseren op het gebied van innovatie en technologie.
Bart Fischer: “Zo’n schapkaartje is zogezegd ‘elektronisch papier’. Het verbruikt alleen stroom op het moment waarop je informatie op dat kaartje – de prijs, bijvoorbeeld – aanpast. Dus dat is een fractie van een seconde stroomverbruik. Hierdoor kunnen elektronische schaplabels gewoon uit middels een batterijtje, er hoe geen stroomkabel naartoe. Dat scheelt heel veel kosten.”
Maar het blijft een forse investering als je die elektronische schapkaartjes gebruikt met enkel het voordeel dat je geen papieren schapkaarten meer nodig hebt bij prijswijzigingen. Hos: “Dat is nou net het misverstand, er zijn veel meer voordelen: het slimme gebruik van elektronische schapkaartjes. Je kunt er dynamisch mee afprijzen. Dus: als een artikel tegen de tht aanloopt, de prijs verlagen, elke dag weer iets lager,
Bart Fischer (l.) en Eelco Hos, hier in een lab van Microsoft, dat in dat lab allerlei technologische toepassingen voor winkels onderzoekt.
om zodoende de kans op derving te verminderen. En het is ook een goed instrument om de voorraden in winkels bij te houden. Een elektronisch schapkaartje gaat knipperen als de voorraad op het schap klein wordt, en ook als de voorraad in het magazijn bijgevuld moet worden. Het signaleert voor je medewerkers dat ze moeten bijbestellen. En het signaleert assortimentsveranderingen. Stel, er gaan tien wijnen uit het assortiment en er komen tien andere voor in de plaats, dan kunnen medewerkers via de informatie op handterminals de informatie krijgen dat die wisseling van die tien wijnen moet worden uitgevoerd. Papieren schapkaartjes kunnen jou nooit op die manier helpen. En bedenk ook dit: het kan een ondernemer van een Plus, Albert Heijn, Jumbo, Spar en MCD helpen om de winkeloperatie te verbeteren, en dat is dan een correcte operatie in één supermarkt. Maar bedenk dan wat de winst is voor ketens als Albert Heijn, Jumbo, Plus, Lidl, Aldi, Dirk… honderden winkels per formule, waar de kans op fouten geminimaliseerd wordt.” Fischer: “Bij dynamisch prijsbeleid denk ik ook hieraan: in Engeland verhogen formules de prijzen van alcoholische dranken na acht uur ’s avonds. Wij in Nederland doen dit niet. Ik kan niet gefundeerd zeggen of de Britse consument dit weet en of het een irritatiefactor is. Maar stel, de Britse consument snapt dat en accepteert dat. In dat geval zou je dus aan prijsdi erentiatie kunnen doen, gedurende de dag. Op dit moment, met prijsverhogingen en hogere lasten voor huishoudens elke dag opnieuw in de media, vind ik het ook moeilijk wat je wel of niet zou moeten willen. Maar het punt dat ik wil maken: als je prijsveranderingen gebruikt om ofwel de klant aan je te binden met lage prijzen, ofwel je marge en winstgevendheid te verbeteren, dan kun je daar als formule voor kiezen door middel van die elektronische schapkaartjes. Ze bieden meer mogelijkheden om je bedrijf te managen zoals jij dat wil.”
Ik heb volstrekt niet het idee dat de formules die elektronische schapkaartjes gebruiken, dat soort prikkels gebruiken. De prijs staat vast, of de prijs gaat omhoog vanwege al die kosten van energie, grondstoffen etc. Of de prijs gaat omlaag omdat het artikel in de actie is. Fischer: “Ja, dat klopt, maar inmiddels is de consument zich meer bewust van prijs uctuaties op basis van vraag en aanbod. De prijzen van vliegtuigstoelen gaan ook op en neer, a ankelijk van vraag en aanbod….” Hos: “De prijzen bij Amazon gaan ook op en neer, ook a ankelijk van vraag en aanbod. Bovendien: wat voor een prijs krijg jij te zien, op basis van je eerdere aankopen en jouw consumptiepatroon?” Fischer: “Precies, ik zie Nederlandse supermarkten niet aan dat soort ‘revenu management’ doen, maar je kunt je afvragen of dat echt een taboe is.”
Dus dáár, waar veel vraag naar is, daarvan zou je de prijs kunnen verhogen. Fischer: “Ja…”
En dat zeg je na een weekend waarin we de term ‘zonnebloemoliecrisis’ hebben leren kennen. Eén flacon per boodschap of per huishouden, bij Jumbo en Plus. Gevolg van de oorlog in Oekraïne etc… Hos: “Wat Bart zegt, klinkt in deze tijd misschien raar, maar dat is het juist niet. Zou je in een tijd van schaarste de prijs van zonnebloemolie kunnen verhogen? Puur op basis van vraag en aanbod. En dat leg je de consument dan ook uit.”
Oké, maar ik zie tot nu toe altijd eerder het tegendeel. Stel, het wordt een weekend met mooi weer en hup, overal barbecuepakketten met flinke korting. Hos: “Precies! En dat is nou net waar Bart en ik altijd van staan te kijken: hee de consument nét behoe e om te barbecueën, gooien de supermarkten massaal barbecuevlees in de aanbieding. Omgekeerde wereld! Althans, als je denkt in termen van vraag en aanbod. Bart, dat vind jij toch ook?” Fischer: “Ja, zeker. Ik begrijp wel waarom dat gebeurt, maar het tegendeel zou veel logischer zijn.”
Waarom dat gebeurt: de concurrentie. Als de ander het doet, doe ik het ook maar. Fischer: “En daardoor is het logisch? Ten eerste, het gaat om vlees en de vraag is of je in de toekomst nog wel vaak met vlees moet stunten, gezien de discussies over dierenwelzijn, dieren slachten en de milieubelasting van de vleesproductie. Maar los daarvan, je zou kunnen zeggen: consumenten hebben op tv gezien dat de weerman of -vrouw een zonnig en warm weekend voorspelt. Dus de modus ‘kom, we gaan barbecueën’ is er al. Maar waarom moet dat dan in de actie? De consument ís al bereid dat te kopen.” Hos: “En nou terug naar onze schaplabels: stel, het weer pakt deels anders uit, het noorden krijgt toch een inke bui. Alleen het zuiden blij ‘vanavond’ warm en droog. En dan: één druk op de knop; voor al het barbecuevlees dat je inmiddels in de koelingen hebt liggen: omdat de vraag in het zuiden en het noorden best van elkaar zal gaan verschillen, doe je je barbecuevlees in het noorden alsnog in de aanbieding, en in het zuiden niet. Dat is nou dynamisch beprijzen. Je verlaagt je prijs in het noorden omdat je de mogelijke derving wilt voorkomen, je verlaagt je prijs in het zuiden niet.”
En toch zie ik partijen als Nettorama en Boni niet zomaar overstappen op elektronische schaplabels. Hos: “Begrijpelijk, maar ook voor kleinere formules is het best rond te rekenen. Het is niet alleen maar rendabel bij de schaalgrootte van Albert Heijn, Jumbo of Plus.” Fischer: “Je moet er dan wel iemand bij in huis halen om er optimaal gebruik van te maken. Een analist, iemand die voor de formule nagaat welke prijs van welk artikel in welke situatie voor welke klanten van die formule aantrekkelijk is. Je moet er echt iemand bij hebben die zich daarop stort. En niet: we doen het er even bij.”■