
3 minute read
Reporter op verplaatsing: Rim in Kopenhagen
Dag iedereen! Mijn naam is Rim Severyns (financiën van kring Mecenas) en ik ben de tweede week van het semester voor een weekje naar Kopenhagen geweest. Een vriendin van mij vertrok op Erasmus waardoor het de perfecte mogelijkheid was voor mij om mee te citytrippen! Ik ben naar enkele musea geweest op deze reis maar ik heb een selectie gemaakt van de musea die me het meest interessant leken voor jullie.
Het Thorvaldsens Museum
Advertisement
Het museum opende in 1848 en was een van de eerste publieke musea van Denemarken. Het opvallende gebouw is gemaakt om beelden van de bekende Deense beeldhouwer Bertel Thorvaldsen (1770-1844) tentoon te stellen. Vandaag de dag ziet het museum er nog hetzelfde uit als de dag van de opening.
Wat ik goed vond aan de tentoonstelling is dat er in de eerste zaal van het museum een QR-code stond die je kon scannen. Op deze manier kwam je uit bij een app die je kon downloaden met de gratis WiFi van het museum. Deze app wist je locatie en er kon dus uitgemaakt worden in welke zaal van het museum je bevond. Per zaal kwamen dan de werken op je gsm terecht en kon je een bijhorende tekst lezen of een automatisch vertaalde gids beluisteren.
Het staatsmuseum voor kunst
Dit museum was zeer groot en had zalen met verschillende stijlen. De eerste zaal was die van Europese kunst van 1300-1800. In deze zaal werden vooral kunstwerken van West-Europa getoond. Deze kamer geeft een overzicht van vijf eeuwen van kunst, meer bepaald over de regio’s van Italië, de Nederlanden en Frankrijk.
16
Oudere werken worden hier gezien vanuit een hedendaags standpunt. Er wordt plaats gemaakt voor inzichten en contemplatie.
Thema’s die zich in deze zaal bevonden gingen vooral over de rol van de mens in kunst, het contrast tussen lokale en het globale kunst en vergeten werken.
Kunstenaars die tentoongesteld werden in deze zaal waren onder meer: Mantegna, Cranach, Rubens en Rembrandt. Wat hier opvallend is dat veel van de werken die hier hangen van de koninklijke collectie kwamen. Door de jaren heen verzamelde het Deense koningshuis kunst om in de zalen van hun kastelen en hun privé vertrekken te hangen. Kunst werd vaak ook als een cadeau gegeven aan het koningshuis of werd als oorlogsbuit meegenomen.

In de tweede zaal, Franse kunst van 1900-1930, was er al meteen een heel andere stijl te zien dan in de vorige zaal. Tijdens de eerste decennia van de 20ste eeuw was Parijs het centrum voor de Westerse kunst en cultuur. Kunstenaars van Frankrijk en het buitenland kwamen naar deze stad om deel uit te maken van de levendige avant-garde scene.
Het jaar 1905 werd als de doorbraak van de moderne kunst in Parijs gezien. Bij de Salon d’Automne, presenteerden kunstenaars zoals Henri Matisse en André Derain hun nieuwe werken die opvallend waren door hun kleurgebruik en brutale penseelstreken. Een criticus beschreef hun als “les fauves”. Hierdoor is de term ‘Fauvisme’ ontstaan.
Veel van de werken die zich hier bevinden zijn een cadeau geweest van de Deense kunstverzamelaar Johannes Rump, die gefascineerd was door Parijs en zijn verzameling doneerde in het jaar 1928 aan het museum. In deze zaal bevinden zich onder andere werken van Matisse, Braque en Derain.

17


In de derde zaal, Deense kunst van
1880-1910, werd er vooral rond het sleutelthema van de drempel gewerkt. Laurits Andersen Ring’s kunst bestaat vaak uit landschappen met wegen. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen verschillende afstanden en hoe er daartussen genavigeerd kan worden. Ring’s motieven hangen vast met existentiële condities die horen bij het moderne leven.
(Ik vond geen foto meer van Ring’ s werken dus hier is een ander mooi Deens werk xd)

In de laatste zaal, Archeologie, kon er het werk van Piranesi gezien worden. Piranesi bestudeerde ruïnes van het antieke Rome in een meer systematische manier. Hij wilde meer aandacht schenken aan de ruïnes en hun betekenis voor de geschiedenis en status van Italië. Zijn werk zorgde voor grote aantallen van boeken in grote formaten, gefocust op het etsen van de Romeinse ruïnes. In de uitgegeven boeken begon Piranesi academische teksten toe te voegen aan zijn etsen. Dit was cruciaal voor hem aangezien hij wilde aantonen dat de antieke Romeinse cultuur de superieure antieke cultuur was en niet de antieke Griekse cultuur zoals Franse intellectuele beweerden.

18