Dbv 2015 6

Page 1

Vlaanderen 119de jaargang | nov. - dec. 2015 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042

6

Hoop doet lĂŠven


Hoofdredacteur

Steven Pinnoo

Adviesraad

R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen S. Veulemans

Een salesiaanse Een

kijk

op de wereld op de salesiaanse wereld

inhoud

Ingeblikt

3

Bartimeüs – “Ik ga iets nieuws beginnen…”

4

Eindredactie en redactieadres Steven Pinnoo Maaltemeers 78 9052 Zwijnaarde dbsocom@donbosco.be

Adreswijziging

Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel centrale.propaganda@donbosco.be

Verantwoordelijke uitgever

Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel mark.tips@donbosco.be

Lay-out en druk

Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen. In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’: Don Bosco Centrale vzw Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel Tel. 02 771 21 00 IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB

De jongens zijn méér dan ons werk

6

(Anne Verwimp)

8

De vuist en de open hand Internationaal vrijwilligerswerk en solidariteit

9

met het Zuiden Liefde die alle grenzen overschrijdt

11

Scholen bouwen in een nieuw land

12

Zorg voor de meest kwetsbare leerlingen

14

in het onderwijs Hopelijk…

16

Oud-leerlingen blijven ‘thuis’ bij Don Bosco

17

Don Bosco voelbaar maken in verbondenheid (Adelin Verkerken)

18

De Boekenplank

20

In memoriam

21

“La rue, c’est la vie”

22

Ruggespraak

24 Foto voorpagina: Paval Hadzinski


Tekst en foto: Steven Pinnoo

| INGEBLIKT

Het leven vraagt heel wat planning en organisatie. Ook in onze omgang met elkaar en in de opvoeding moeten we goede afspraken maken als we niet willen dat alles in het honderd loopt. Maar zeker in het werken met jongeren botsen we vaak op de grenzen van die goed georganiseerde aanpak: mensen zijn geen robots, jongeren opvoeden en opleiden houdt heel wat meer in dan het programmeren van een computer. Daarom moeten we in de opvoeding oog hebben voor dat beetje ‘meer’. Volwassen worden gebeurt met vallen en opstaan. Soms kun je als ouder of opvoeder met jongeren niet meer dan enkele kleine stapjes zetten of moet je toezien hoe ze afdwalen en zich vast rijden. Opvoeden betekent dan dat je geduldig en vasthoudend nabij blijft, de weg van de geleidelijkheid bewandelt zonder het perspectief uit het oog te verliezen of het vertrouwen in de groeikracht van de jongere op te geven. Het zaad groeit terwijl de boer slaapt… Je werkt mee aan een mysterie waarvan je de diepte nooit kunt doorgronden. Dat geduld, die openheid voor het mysterie, ook de bescheidenheid als opvoeder – je hebt een heel eigen antenne nodig om je daarvoor open te stellen, en die antenne is: de hoop. Nergens merk je zo goed als in de opvoeding hoe waar het is wanneer we zeggen: hoop doet leven – waarachtig léven!

Hoop doet léven

Op onze weg naar Kerstmis staan we even stil bij hoe écht leven ook in onze tijd en in onze Don Boscobeweging mogelijk is. Durven we daarbij ook aandacht schenken aan dat beetje ‘meer’, aan hoe hoop léven doet, dag aan dag?

3


BARTIMEÜS | Tekst: Eric Haelvoet Foto's: Eindredactie Jongeren ontmoeten Jezus

In dit laatste artikel over het Bartimeüsproject wil ik twee zaken belichten: een brede terugblik op mijn Bartimeüservaringen en een vooruitblik.

Terugblik In de zomer van 2009 mocht ik in Taizé vernemen: “Ik ga iets nieuws beginnen…” God begint altijd weer iets nieuws. Dit mag ons hoopvol maken, hoe moeilijk bepaalde situaties ook zijn. Hij blijft verrassen en zoekt mensen die dat nieuwe helpen realiseren. Hij zegent dat werk ook. Wat heerlijk om in die stroming te mogen

“Ik ga iets nieuws beginnen…”

staan. Inderdaad, het is niet mijn werk. Het is niet mijn rivier. Ik ben hoogstens een druppel water in de stroom. En dit is zeker: die stroom mondt uit in de oceaan. Tijdens de voorbije zes jaar heb ik veel dynamiek gezien binnen onze Vlaamse kerkgemeenschap. Ongelooflijk hoeveel initiatieven er van de Kerk uitgaan. Zovele mensen genieten daarvan in parochies, scholen, internaten, ziekenhuizen, jeugdbewegingen, organisaties voor de armsten in het Zuiden en hier… Natuurlijk zie ik de barsten in het kerkelijke huis. Maar het nieuwe gebouw is al in opbouw. Laat ons hoopvol zijn! Vanaf het begin heb ik mijn vlag geplant: het evangelie. Geen Bartimeüsactiviteit zonder het evangelie. Soms miniem, soms uitvoerig, soms enkel het evangelie. Hoe meer ik het evangelie in mij laat binnenkomen, hoe meer ik erdoor gefascineerd word. Wat een oceaan aan spiritualiteit: vreugde, zending, richting, con-

Terugblikken en vooruitblikken over het Bartimeüsproject Ondertussen is het tweede Bartimeüsboek Hij kon zien bij Averbode verschenen voor het C-jaar dat eind november begint. Het is 42 bladzijden dikker dan het B-boek en telt 107 bezinningen. Toch blijft de prijs gelijk: € 19 (€ 23 met port): Centrale Propaganda François Gaystraat 129 1150 Sint-Pieters-Woluwe, centrale.propaganda@donbosco.be of in de religieuze boekwinkels. Ook het B-boek Heer, maak dat ik kan zien is nog verkrijgbaar. 4


Al zes jaar hebben we het voorrecht Bartimeüs van nabij te mogen meemaken. We durven zelfs beweren dat we erbij waren toen Eric in Taizé de ingeving van de Geest ontving om het project te laten inspireren door de blinde bedelaar uit Jericho en de vraag die Jezus hem stelde: “Wat wilt gij dat Ik voor u doe?” En zoals wel meer gebeurt wanneer de Geest ermee gemoeid is, leidde die ingeving tot onverwachte en onverhoopte ervaringen, ook voor ons. Zo mochten we meemaken dat dankzij Bartimeüs in onze kleine geloofsgemeenschap het Woord op een frisse, nieuwe manier binnenkwam via lectio divina. Het Woord laat zich uiteraard niet tegenhouden door parochiegrenzen: al gauw ontstond er een lectio divina-groep die, als teken van verbondenheid, beurtelings samenkomt in Bonheiden, Rijmenam en Keerbergen. Omdat het aantal deelnemers groeide, zag ook een tweede groep het levenslicht. Inmiddels begeleidde Eric in onze streek al een tachtigtal lectio’s. frontatie, uitzuivering, weids perspectief, vergiffenis, liefde… God in woorden gegoten, vol echt Leven.

Vooruitblik

Op basis van de lectio divina in meerdere groepen in Vlaanderen plande Eric een boekenreeks waarin de evangelieverhalen van de drie cycli van overwegingen werden voorzien. Wij mochten de drukproeven nalezen op taalfoutjes en ook qua inhoud. Wat begon als een taalkundige oefening, werd al gauw veel meer: via die pagina’s kwamen we elk individueel en als koppel tot gebed. Een prachtige, onvermoede ervaring waar we oprecht dankbaar voor zijn.

Half september 2016 zal ook Wat wil je dat Ik voor je doe? verschijnen, het deel voor het A-jaar. Ondertussen zet ik een nieuwe stap met de lectio divina-methode in mijn persoonlijk leven. 210 teksten van de vier evangeVanaf het begin lies komen niet voor heb ik mijn vlag geplant: Maar ook daar eindigde ons Bartimeüsverop zon- en feestdahaal niet: Eric vroeg ons in de Begeleidingsgen. Ik pas de lectio het evangelie. groep Bartimeüs te stappen, een klankbord divina-methode toe dat het project zou voorzien van het nodige op die teksten, telonderzoek en opbouwende feedback. Het is kens uitmondend pas via de activiteitenverslagen die aan deze groep op een gebedsbezinning. Op het einde zal er dus bij werden voorgelegd, dat we tot het besef kwamen alle teksten van de vier evangelies minstens een gehoe rijk en veelzijdig de vruchtenoogst is die Barbedsbezinning zijn. Alle bezinningen, nu 430, zijn te timeüs voortbrengt, overal waar de eenvoudige vinden op de website www.Bartimeüs.be . vraag gesteld wordt: “Wat wilt gij dat Ik voor u doe?” In de zomer van 2016 hoop ik met twee verschillende groepen naar Israël-Palestina te gaan. De ondertitel (Kris en Cindy Somers–Lenaerts, leden Begeleivan deze pelgrimages is Met het evangelie in de hand. dingsgroep Bartimeüs. Kris is ook lid van BartimeHet is immers de bedoeling een twintigtal evangeliedia: Bartimeüs op Facebook) teksten te lezen op de plaatsen waar ze zich afspelen. Interesse? Zie de boven vermelde website.

5


TE GAST | Tekst Jos Stevens Foto: Eindredactie DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht Een interview afnemen met Anne Verwimp is niet moeilijk. Zij heeft de gave van het woord en zo’n fenomenaal geheugen dat ze gebeurtenissen van 36 jaar geleden nog heel gedetailleerd en vlot vertelt alsof het gisteren was. Inderdaad, 36 jaar geleden, in 1979, begon Anne als stagiair maatschappelijk werk in Don Bosco Vremde. Haar eindwerk over deze stageperiode was de directe aanleiding dat de toenmalige directeur Henk Baltus geen ogenblik twijfelde om haar een contract aan te bieden. Haar keuze was vlug gemaakt. Van in haar jeugd was Anne vertrouwd met Don Bosco. Salesiaan Piet Van Gisbergen kwam geregeld bij hen aan huis en in de houtzagerij van vader waren de salesianen ook goede klant.

Mijn werk was mijn thuis

De basishoudingen van een salesiaanse opvoedingsstijl moeten niet alleen verwoord, maar vooral voorgeleefd worden.

Wat hield haar werk, als één van de weinige vrouwen die toen in het jongenstehuis werkte, in? Ik moest even wachten voor ze daarover iets vertelde. Dadelijk begon ze enthousiast, met veel vurigheid, heel gedreven, verhalen te vertellen over de vele kampen die ze de eerste tien jaren met het jongenstehuis meemaakte. Het had op het eerste gezicht niets met haar opleiding en taak als maatschappelijk werkster te maken. Zij leek wel een ‘manusje-van-alles’. Zeker, ze moest telefoneren naar de ouders van de jongens, brieven schrijven, rapporten in de scholen gaan ophalen en naar het oudercontact gaan om met de leerkrachten te spreken. Maar daarnaast moest zij ook elke week mee met de jongens naar de kapel voor de zangstonde, want de zondagsviering

De jongens zijn méér dan ons werk Anne Verwimp getuigt over haar jarenlange inzet in het jongenstehuis in Vremde 6


Van de salesianen leerde ze dat er in het leven in groep ook voldoende aandacht moet zijn voor elke jongen afzonderlijk.

werd voorbereid met de hele groep van 130 jongens. Zij gaf mee catechese voor jongens die zich voorbereidden op het vormsel, speelde mee toneel met de opvoeders en salesianen… Zij leefde meer in Don Bosco dan thuis. Uren telden voor haar niet. Het was haar tweede thuis. Het kon die eerste jaren ook. Zij was nog alleen en Stefaan, met wie ze op 1 juli 1983 huwde, was ook opvoeder in het tehuis. Hun huwelijksviering was een mooi moment, want de kerk in Lier waar ze huwden was voor de helft gevuld met jongens uit het tehuis, ‘haar’ jongens.

De jongere centraal Zoals alles evolueert en verandert, zo is dit ook in haar werk op Don Bosco. Vroeger was hulpverlening vooral met de jongens meeleven. Alles was groepsgericht. Dat groepsleven was ook vormend en opvoedend. Door alles samen te beleven, leerde men samenleven en respect hebben voor elkaar. Toch had ze geleerd van de salesianen, zegt ze, dat er in dat leven in groep ook voldoende aandacht moest zijn voor elke jongen afzonderlijk. Je moest aandacht en interesse hebben voor hun gedrag, hun reacties, voor wat zij tussendoor vertelden of meemaakten en daar te gepasten tijde met hen over spreken. Tegelijkertijd moest je, zoals een vader en moeder, als het nodig was ook streng kunnen zijn en straffen en tegelijkertijd ook weer door de vingers kunnen zien en zalven. Hierin was de toenmalige salesiaan-onderdirecteur Patrick Deknudt voor haar een groot voorbeeld. Anne zegt het zo: “De jongens voelden dat zij méér waren dan ons werk, dat wij met ons hart bij hen waren.”

Nieuwe tijden Nu zijn er vanuit de overheid meer verwachtingen. Er moet veel meer geregistreerd worden. Het ‘kwaliteitshandboek’ moet zo concreet mogelijk opgesteld en met aandacht opgevolgd worden. Het is één van de instrumenten voor de overheid om de tendensen voor de jeugdhulp te bepalen. De tijd die we daar moeten insteken wordt natuurlijk afgenomen van het begeleidingswerk. Professionaliteit is zeker nodig, maar het belangrijkste blijft toch met een ‘hart’ bij de jongens te staan. Zeker, de problematiek van de jongens is complexer geworden. Vroeger hadden wij vooral jongens uit ‘vierde-

wereld’ gezinnen of ‘weeskinderen’. Ze werden veel vlugger en langduriger ‘geplaatst’, omdat de ouders zogezegd te weinig voor hun kinderen zorgden of konden zorgen. Nu worden de ouders en de hele context waarin de jongen leeft, bij het opvoedingswerk betrokken. “Als hulpverleners zijn wij er vooral om hen te ondersteunen, niet om te zeggen hoe zij het zouden moeten doen.” Vandaag hebben we meer te maken met verslavingsproblematieken, met agressie, grensoverschrijdend gedrag… Jongens komen nu vooral in een residentiële setting zoals Vremde terecht als heel wat andere vormen van hulpverlening faalden. Ze blijven minder lang omdat van bij de opname gewerkt wordt om hen zo vlug mogelijk terug te integreren in hun gezin en hun context.

Eén doel: de jongere helpen Wat Anne ten volle kenmerkt: “Ik kan heel streng zijn tegen de jongens. Ik ‘zeg mijn gedacht’ tegen hen en zij mogen het ook tegen mij zeggen. Maar wat ik niet verdraag, is dat ze liegen. Ik zeg hun dat wat ze ook gedaan hebben, nooit zo erg kan zijn dat er geen oplossing meer mogelijk is, als ze maar eerlijk zijn.” Hoe kijkt Anne vandaag naar haar werk in Don Bosco Vremde? “Wij moeten kritisch naar onszelf blijven kijken maar ook creatief blijven zoeken hoe we met elke jongen individueel op stap kunnen gaan, met hen in gesprek komen om ze verder op weg te zetten in hun leven.” Zij heeft enorm veel veranderingen meegemaakt in dit werk en in de opvoeding. Maar ze is ervan overtuigd dat er nog steeds heel goed gewerkt wordt in het jongenstehuis. De meerwaarde van Don Bosco Vremde in het landschap van de jeugdhulp ziet zij heel goed verwoord in de ‘basishoudingen’, nu ook beschreven in het nieuwe salesiaanse opvoedingsproject. “Maar of ze nu vandaag zo en gisteren anders werden verwoord, ze moeten vooral voorgeleefd worden,” geeft ze mee als een boodschap. En voor Don Bosco Vremde droomt ze dat naast het jongenstehuis ook het vormings- en bezinningshuis alle kansen krijgt om verder uitgebouwd te worden tot een plek waar mensen in nood geholpen en gevormd worden. De ligging, de ruimte, de openheid van dit huis hebben alles om hier Don Bosco’s droom te blijven voortzetten. 7


UITGELEZEN | Tekst: Eric Haelvoet Foto: Shane Glass

De vuist en de open hand Maria zei: “God is zijn liefde voor Israël niet vergeten. Daarom helpt Hij zijn volk. Dat had Hij al beloofd aan onze voorouders, aan Abraham en aan iedereen die na hem kwam.” (Lucas 1,54-55)

In de Schrift wordt het woord ‘zullen’ heel vaak gebruikt. Want God is toekomst. “Het zal worden: één kudde, één herder” (Johannes 10,16). “Hij zal al hun tranen drogen. Niemand zal meer sterven, en er zal geen verdriet en geen pijn meer zijn. Want alles van vroeger is verdwenen” (Openbaring 21,4). Sterke woorden. Ongelooflijke beloften. Zo straf, dat we ze moeilijk kunnen geloven. En toch, juist daar staat God garant voor!

8

Heb je het ooit meegemaakt dat je je in een soort betonnen kist bevond? Een ervaring zonder uitkomst. Een tunnel zonder licht aan het einde. En dat je dan – zelfs tegen beter weten in – God om hulp hebt geroepen. Machteloos en toch schreeuwen. Je begrijpt zelfs niet waar die kracht vandaan komt voor dat brullen. Nergens meer hulp zien en toch niet opgeven. En dat er dan toch licht doorbrak in die complete duisternis. Er is zelfs meer. Juist omdat we in onze machteloosheid gaan staan, borrelt er een onverwachte bron op van helder, levengevend water. Want vaak zijn we zo gefixeerd op wat we zelf kunnen doen en menen te moeten doen, dat we Gods liefde en hoop afblokken. We sluiten onze vuisten, maar vuisten kunnen geen water houden. Alleen open handen zijn daartoe in staat. We creëren soms zelf onze bunker.

Geen situatie kan zo zwart zijn, dat er geen toekomst meer mogelijk is. God is heel zeker liefde, zoals Johannes zo graag bezingt. Maar Hij is ook hoop. In elke situatie kan Hij nieuwe toekomst creëren. Daarom mogen we het nooit met iemand opgeven. Nooit kunnen we zeggen: “Dat is een hopeloos geval.”

Geloof maakt het verschil. Geloof en hoop houden ons open voor wat God doet, voor zijn scheppingswerk. Voor het leven dat van de overkant komt. En omdat we daarin geloven, bestaan er geen hopeloze gevallen, gaan we altijd weer verder.

In de opvoeding van kinderen en jongeren is veel vreugde aanwezig. Er zijn vele redenen om hoopvol te zijn. Vooral de vele talenten en positieve mogelijkheden in ieder kind, in elke jongere, zijn daar op menselijk vlak de basis van. Maar het kan in de opvoeding ook erg mislopen. Er kunnen zeer prangende situaties ontstaan, zowel voor de ouders of opvoeders als voor het kind of de jongere. Vanuit menselijk vlak lijkt de toekomst soms afgesloten. Ons geloof zegt ons juist dan te hopen, het niet op te geven, door te gaan. Nogmaals kansen te geven.

Als Maria verneemt dat de Heer mens zal worden, bezingt ze zijn grootheid, niet haar eigen ja of beschikbaarheid. Ze gaat ver voorbij de betekenis van haar kind voor zichzelf alleen. Ze ziet het perspectief van de hele schepping. Alle beloften van uit het verleden worden vervuld in dit ene kind, deze ene mens. Elke keer dat de Schrift ‘zullen’ gebruikte, wordt nu werkelijkheid. Je zou van minder zingen. Je juicht en jubelt vol hoop. En wel met… open handen ver in de lucht, tot in Gods hart. Een hart vol hoop, die Hij zo graag met zijn geliefde mensen deelt.


Tekst en foto: Jeugddienst Don Bosco

| PLEZIERIG ENGAGEMENT

Vrijwilligerswerk bij Jeugddienst Don Bosco Bert Vanhoutte ging enkele keren als internationaal vrijwilliger met Jeugddienst Don Bosco naar Afrika. Vandaag is hij leerkracht in Kinderland (Kortrijk) en informeert hij zijn leerlingen over de noodzaak van solidariteit met het Zuiden. Jaarlijks zet hij acties op om Don Boscoprojecten te ondersteunen.

de luidruchtige begroetingen van enthousiaste kinderen en jongeren én het afscheid met de bijbehorende dankbaarheid bezorgen me nu nog kippenvel. Verder heb ik ontzettend veel respect voor de grote creativiteit, de hoop op beterschap, de geduldige aanpak en het geloof van de Zambiaanse jongeren.

Welke ervaringen heb je opgedaan als internationaal vrijwilliger? In 2010 trok ik met Jeugddienst Don Bosco naar Zambia, om er tijdens de grote vakantie actief te zijn in Kabwe. De eerste ervaring smaakte duidelijk naar meer en leidde het jaar nadien tot een nieuw engagement voor hetzelfde project in Chingola, Zambia. Beide projecten waren identiek qua opbouw: een week de plaatselijke situatie verkennen, een week vorming tot animator geven en drie weken de Don Boscospeelpleinwerking ondersteunen. Je komt al héél snel tot de vaststelling dat je voor grote uitdagingen staat op het vlak van organisatie, infrastructuur, materiaal, enzovoort. Gelukkig zie je ook dat er heel wat potentieel aanwezig is bij de jongeren, zowel qua talent als qua inzet. Ondanks de beperkte middelen kan je zorgen voor een positieve boost bij de jongeren en daardoor ook voor de plaatselijke Don Boscospeelpleinwerking.

Je bent leerkracht van beroep. Wat geef je de kinderen mee over jouw internationale ervaringen? In mijn godsdiensthoek in de klas zijn enkele Afrikaanse elementen aanwezig die in de dagelijkse klaspraktijk voor wat sfeer zorgen. Verder probeer ik de Afrikaanse creativiteit in de klas te brengen door te kleien met natuurelementen of te knutselen met afval. De link met de natuur en afvalbeheer is daarbij een belangrijke invalshoek. De ervaringen met kinderen en jongeren in Zambia komen vooral tijdens de missiemaand en de vastenactie ter sprake.

Waaraan denk je nog vaak terug? Ik vergeet nooit het eerste bezoek en de spelactiviteiten in Makululu, een sloppenwijk nabij Kabwe. We speelden er samen met tientallen straatarme kinderen met de parachute en voetbalden met een bal gemaakt van plastic zakjes. De vrolijke gezangen onderweg,

Kun je ons een concreet voorbeeld geven van een solidariteitsactie die je doet met de leerlingen? Samen met de Pastorale Animatiegroep zetten we jaarlijks één project in de kijker, en we koppelen dat aan een activiteit. Zo kwam mijn tante, zuster Leen, vertellen over het bouwen van een watertoren op haar missiepost. Daarna wandelden alle Kinderlanders naar een waterspaarbekken in de omgeving van de school, waar ze hun emmer vulden en terugkeerden naar school. Al snel werd duidelijk dat ‘water uit de kraan’ niet voor iedereen evident is…

Internationaal vrijwilligerswerk en solidariteit met het Zuiden 9


In een Italiaans lied zingen jongeren: “Zoals hij in ons leeft, ons inspireert, zijn wij Don Bosco, levende hoop voor de mensheid in onze tijd en in eeuwigheid.” Ook wij worden opgeroepen om niet te ver op zoek te gaan naar hoop voor onze wereld: laten wij, vanuit de inspiratie van Don Bosco, die hoop zelf gestalte geven in ons dagelijks leven.

“Laat niemand je blijheid, je zuiverheid en je hoop wegroven!”

Mgr. Luc Van Looy

10


Tekst en foto: Zr. Doris Nolf

| EEN WOORD WAARD

De moeite waard om ter sprake te brengen

Liefde die alle grenzen overschrijdt Zuster Miet Boel getuigt na 24 jaar missie BBVLK… B = Baardegem, B= België, VL=Vlaanderen en K= Kara, of een moment om wegwijs te geraken in deze eeuw van afkortingen en in het leven van een Vlaamse missionaris. Voor haar vertrek via Zaventem kwam zuster Miet Boel nog even met haar verhaal naar Kortrijk.

Pas terug van een ontmoeting met de Algemene Overste te Rome was zuster Miet enthousiast en missionair en ze kwam, vanuit de ervaring van 24 jaar missie met perspectieven naar de toekomst, haar verhaal van gisteren, vandaag en morgen voorstellen. We genoten van haar perspectieven. Van waaruit vertrekken? Vierentwintig jaar geleden met heel haar hebben en houden in de gekende rieten mand, naar de missies en dat na een al rijke ervaring hier in Vlaanderen. Na haar veertigste en tot op vandaag doet ze dit nog steeds vanuit al wat ze ontvangen heeft. Zuster Miet heeft met haar Afrikaanse volk zopas een ‘DROOMJAAR rond Don Bosco’ waargemaakt en dit wellicht nóg uitbundiger dan wij allen hier in Vlaanderen. Dat wil zeker al iets zeggen!

Ze vertrekt nu terug naar West-Afrika, waar haar zendingsgebied ligt in Mali, Ivoorkust, Ghana, Togo en Benin. Specifiek is Kara haar toegewezen, een stad in het noorden van Togo, hoofdstad van de regio en gelegen ten noorden van de hoofdstad Lomé. In Kara is ook een universiteit gevestigd. Het is een stad hoofdzakelijk bewoond door de clan van de president (de Cabiers), waarin Duitsland nogal toonaangevend werk verrichte i.v.m. de kerstening. Zelfs de Bijbel werd vertaald in de taal van de Cabiers. Vanuit een kleine communiteit van vier zusters zal zuster Miet mee instaan voor een vormingscentrum met diverse praktische opleidingen en voor een centrum van jeugdhulp. Verder zal zij zich inzetten voor de Medewerkers van Don Bosco, voor de ondersteuning van landbouwers en allerlei vormingsinitiatieven. De vraag werd gesteld: “Zuster Miet, hoe houd je dit vol?” Zuster Miet lijkt een fontein met een inwendige bruisende bron. Ze ziet het als een uitdaging van Liefde, een uitdaging van de boodschap van Jezus. Een Liefde die alle grenzen overschrijdt. Getuigen dat je met etnische groepen kan samenleven door een internationale, een intercontinentale en interculturele gemeenschap te vormen. De inlandse populatie zegt hun dat er iemand moet zijn die hen samenhoudt en hun leven zin en betekenis geeft, iets dat hen overstijgt, dat hun perspectief geeft om door te gaan. Bovendien blijft de ervaring dat wegtrekken niet gemakkelijk is! Zuster Miet verwoordde het zo: “Je mag je niet nestelen, je krijgt de kans om je in te wortelen in de hedendaagse situatie om daar volledig te getuigen door te leven in een voorlopig engagement dat nooit af is. Weet dat je als missionaris altijd een vreemde blijft die altijd mag luisteren. Ik ben blij er te mogen wonen, werken en getuigen van Gods liefdevolle goedheid en zorg voor alle mensen, wie we ook zijn!” 11


GRENZELOOS | Tekst: ANS, Steven Pinnoo Foto: UN Photo Don Bosco over de grenzen heen

Het is het jongste land van de wereld, maar lang heeft de straatarme bevolking niet mogen genieten van de pas verworven onafhankelijkheid… Al jaren gaat Zuid-Soedan gebukt onder oorlog en honger, en de onafhankelijkheid heeft het geweld gewoon een ander gelaat gegeven. Midden tussen deze gebroken mensen durft ‘Don Bosco’ kiezen voor een hoopvolle toekomst.

Op zaterdag 9 juli 2011 werd Zuid-Soedan een onafhankelijke natie, na een referendum waarin 99 % van de bevolking voor onafhankelijkheid koos. Voor de nieuwe natie was echter geen rustig begin weggelegd. De belangenconflicten tussen verscheidene clans liepen steeds hoger op en ontaardden begin 2014 in een ware burgeroorlog. De bevolking werd opnieuw overgeleverd aan honger en terreur, en heel wat mensen sloegen op de vlucht. Nog meer dan bij de onafhankelijkheid werd het land nu herleid tot een ware puinhoop. Alle infrastructuur, alle ziekenhuizen, kerken, scholen en sociale instellingen werden bijna volledig vernield. Na moeizame onderhandelingen is de rust intussen teruggekeerd, maar het blijft toch een wankel evenwicht: de overheid is duidelijk niet in staat om op eigen kracht de problemen het hoofd te bieden.

Scholen in een nie

Salesiaanse aanwezig in Zuidopleiding en opvoeding die inspeelt op daadwerkelijke noden. We mogen ons laten raken door het getuigenis van Vincenzo Donati, een salesiaan-missionaris die samen met zijn medebroeder James Comino een indrukwekkend project van scholenbouw realiseert.

De salesianen hebben diverse stichtingen in vier steden in Zuid-Soedan. Vooral in Scholen waarop je de hoofdstad Djoeba kent de kunt bouwen salesiaanse missie een snelle Toen het land “Wij konden onze activiteiten ontwikkeling, en ook de zusters onafhankelijk werd, ging hier beginnen in 2013. In het van Don Bosco hebben er een 70 % van de kinderen begin stonden velen sceptisch, school. De salesianen en de zusniet naar school. Op dit en we moesten vele problemen ters blijven de mensen zeer naogenblik krijgen 13.500 overwinnen. Nu, twee jaar labij, ook in moeilijke tijden; bij kinderen in onze scholen ter, hebben we al zestig scholen de onlusten in 2014 organiseereen opleiding in de geest de hun ‘comité voor salesiaanse kunnen openen. van Don Bosco. noodhulp’ heel gewaardeerde We wilden scholen beginnen bijstand voor de bevolking. bouwen omdat Zuid-Soedan bij Als belangrijkste hulp bij het zijn onafhankelijkheid in 2011 opbouwen van de nieuwe natie zetten de salesianen zo’n puinhoop was en de regering de situatie duidelijk in op waar ze goed in zijn: het voorzien in degelijke niet aankon. De beste manier om deze prille natie voor12


De beste manier om deze prille natie vooruit te helpen is door opleiding te organiseren, omdat alles daarop voortbouwt.

bouwen euw land

gheid gestalte geven -Soedan uit te helpen was door opleiding te organiseren, omdat alles daarop voortbouwt. Toen het land onafhankelijk werd, ging 70 % van de kinderen niet naar school. Uit praktische overwegingen stelden we één enkel bouwplan op voor alle scholen – met vier klaslokalen en een lerarenkamer. We vroegen de plaatselijke gemeenschappen om voor het schoolmeubilair te zorgen. We kregen ook veel steun uit Zuid-Korea, waar ik dertig jaar missionaris ben geweest, en van de Missieprocuur, die ons project ter harte genomen heeft en een hulpcampagne heeft georganiseerd. Zo hebben we dus zestig scholen kunnen bouwen, en het programma gaat nog steeds door. De scholen zijn geen eigendom van de salesiaanse congregatie, maar worden rechtstreeks door de bisdommen beheerd.”

Een concreet project “Het bouwen van een nieuwe school wordt zorgvuldig gepland. Wij voeren inspecties uit en bepalen met de hulp van twee deskundigen waar de grootste nood be-

staat aan een nieuwe school. Dan laten we het nodige bouwmateriaal overkomen uit Oeganda: staal, hout en beton. De bouw van een school duurt ongeveer vier maanden. Op dit ogenblik volgen 13.500 kinderen les in onze scholen en krijgen er een opleiding en opvoeding in de geest van Don Bosco.”

Plannen voor de toekomst “Een van de grootste noden van Zuid-Soedan is landbouw. Nog maar enkele maanden geleden lanceerden de Verenigde Naties opnieuw een oproep met de waarschuwing dat ongeveer 4 miljoen mensen in Zuid-Soedan bedreigd worden door hongersnood. Momenteel wordt 80 % van groenten, fruit en graanproducten ingevoerd uit Oeganda, dat hetzelfde type landschap heeft als in het zuiden van Zuid-Soedan. Ons idee is dat, als we jongeren het land leren bewerken, dit vruchtbaar zal zijn wanneer zij volwassen worden. Daarom willen we dit jaar nog een landbouwschool starten. We hebben in Italië wat hulpmiddelen en landbouwwerktuigen op de kop kunnen tikken, en zouden graag enkele landbouwdeskundigen laten overkomen om grondanalyses en dergelijke te verrichten. De regering van Zuid-Soedan heeft ons voor de landbouwschool 2.500 hectaren ter beschikking gesteld. Wij hopen dat dit een model kan worden dat de mensen toont dat hun land rijk is en heel wat vrucht kan voortbrengen. Het gaat erom de mensen een nieuwe manier van denken bij te brengen en hen ertoe aan te zetten het land in cultuur te brengen. We willen mensen die nu overwegen om de honger in het land te ontvluchten, zelfredzaam maken; het is daarom belangrijk dat zij gaan beseffen dat zij het land echt wel vruchtbaar kunnen maken en in hun voedsel kunnen voorzien zonder op hulp van buitenaf te moeten rekenen. Hun voedsel ligt hier, recht onder hun voeten!” 13


HEFBOMEN | Tekst: Paul Van Haute Foto: Eindredactie Onderwijs en opvoeding vandaag “Leerlingen met een beperking naar gewone scholen”, blokletterden enkele kranten onmiddellijk na de stemming van het M-decreet in het Vlaams parlement. Toch is het verhaal wat meer genuanceerd. Kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften krijgen vanaf september 2015 het recht om in een gewone school het curriculum te volgen op voorwaarde van redelijke aanpassingen. Het aantal leerlingen dat in het gewoon onderwijs moet afhaken neemt toe. In Vlaanderen zitten onge-

veer 50.000 leerlingen in het buitengewoon onderwijs. De laatste tien jaar is die instroom met meer dan 12 procent gestegen. Bepaalde groepen van leerlingen zijn oververtegenwoordigd. Ze worden vaak te snel doorverwezen: leerlingen uit gezinnen met een lage sociale status, kinderen en jongeren met taalproblemen, met leerstoornissen als dyslexie en dyscalculie of met gedragsproblemen. De acht types in het buitengewoon onderwijs dateren echter van 1978 en beantwoorden eigenlijk niet meer aan de wijze waarop we nu naar kinderen en jongeren kijken.

“Jullie zullen het geknakte riet niet breken” Zorg voor de meest kwetsbare leerlingen in het onderwijs

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen het recht op redelijke aanpassingen om in een gewone school onderwijs te kunnen volgen. 14


Een hervorming van de zorg in het onderwijs drong door het hele schoolteam vanuit een duidelijke visie. zich al een hele tijd op, maar door gebrek aan middeDaarin staan de specifieke onderwijsbehoeften van de len en een te klein draagvlak op het veld besliste de leerlingen en de ondersteuningsbehoeften van de leerVlaamse regering in 2011 om het nieuwe zorgkader krachten en de ouders centraal. De aandacht is meer van Frank Vandenbroucke niet goed te keuren. Zes jaar gericht op de mogelijkheden van de leerling met specina het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsfieke onderwijsbehoeften en op zijn wisselwerking met decreet en vijf jaar na de ratificering door alle Belgide omgeving dan op wat dat kind of die jongere leersche overheden van het VN-verdrag inzake de rechten ling mist of niet kan. Een handelingsgerichte aanpak van personen met een handicap, was het op 12 maart kan maar slagen wanneer alle betrokkenen (leerlingen, 2014 dan toch zo ver. Het Vlaams parlement keurde het ouders, onderwijspersoneel, interne en externe onderM-decreet goed waardoor leerlingen met specifieke steuners) constructief samenwerken. onderwijsbehoeften vanaf nu het recht krijgen op reBij de definiëring van de fasen in het zorgcontinuüm fodelijke aanpassingen om in een gewone school ondercust het M-decreet zeer sterk op fase 0, de preventieve wijs te kunnen volgen. Vooral voor het buitengewoon basiszorg of de cruciale rol van de leerkracht als opvoeonderwijs zal het M-decreet heel wat veranderingen der en als lesgever. Ook in het gewoon onderwijs zou teweegbrengen. Inclusie in het gewoon onderwijs is dit de norm moeten zijn. In het VN-verdrag wordt die vanaf nu de regel, buitengewoon onderwijs de uitzonbasiszorg gepromoot als ‘universal design (for learning)’. dering. Dit laatste blijft wel bestaan, maar er komen Dit begrip is overgenomen uit de architectuur, waar nieuwe definities voor enkele types en er komt een men constructies ontwerpt die – zonder veel extra aannieuw type 9 voor kinderen passingen – iedereen ten goeen jongeren met autismespecde komen, in het bijzonder de De acht types in het trumstoornissen. mensen met een beperking, bv. hellende vlakken, roltrapbuitengewoon onderwijs Het M-decreet sluit mooi aan pen en liften in grote geboubeantwoorden niet meer aan bij de voorkeursoptie in het wen. In het onderwijs spreekt de wijze waarop we nu naar salesiaans opvoedingsproject men van een krachtige en kinderen en jongeren kijken. voor de zwakste kinderen en veilige leeromgeving. Hierbij jongeren: “Verbondenheid komt het eropaan van bij de is uiteindelijk maar waarachtig als ze ook zichtbaar start een pedagogisch-didactische aanpak te hanteren wordt in concreet engagement voor elkaar en voor die voor een heel verscheiden schoolpubliek toegankeanderen. Don Bosco zet je aan daarbij oog te hebben lijk is en die tegelijk tegemoetkomt aan de specifieke voor de meest kwetsbaren, zowel dichtbij als wereldbehoeften van leerlingen met een beperking. Denken wijd. (…) Geregeld verwees hij naar Jezus Christus die we bv. aan doelgericht lesgeven, duidelijke afspraken het geknakte riet niet breekt en de kwijnende vlaspit en instructietaal, begeleid inoefenen, samenwerkend niet dooft. Met dat model spoorde hij zijn medewerleren, binnenklasdifferentiatie, verlengde instructie kers aan tot vertrouwen in de groei van elke jongere, voor risicoleerlingen, effectieve en vooral bevestigende ook van diegenen bij wie ze vooral de problemen en feedback, zorgvuldig omgaan met de onderwijsleerbeperkingen (het geknakte riet…) zagen.” (Opvoetijd… In fase 1 wordt extra ondersteuning gegeven dingsproject, p. 32 en 42) aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften via remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen. In fase 2 komt de externe Kort samengevat bevat het M-decreet een vijftal belangrijke bepalingen. Het definieert (1) de fasen van ondersteuning (o.a. het Centrum voor Leerlingenbegeleiding) in actie en in fase 3 wordt uitgekeken naar een het zorgcontinuüm, (2) de leerlingen met specifieke school of een aanbod op maat. onderwijsbehoeften, (3) de redelijke aanpassingen aan de onderwijsomgeving binnen het gemeenschappelijk curriculum, (4) de disproportionaliteit van die aanpasOok in onze Don Boscoscholen en dan vooral in onze singen en (5) het verankert de principes van het hanbasisscholen, BuSO-school en scholen met bso-aanbod delingsgericht samenwerken. Op twee van die bepalinzal het M-decreet verschuivingen teweegbrengen en gen gaan we hier dieper in. extra inspanningen vergen. We zijn het echter aan ons Allereerst wordt het handelingsgericht samenwerken opvoedingsproject verplicht om het beste van onszelf omschreven als een systematische, planmatige en transte blijven geven voor al onze leerlingen en in het bijparante manier van pedagogisch-didactisch handelen zonder voor de meest kwetsbare onder hen. 15


BROODJE CURSIEF | Tekst: Lieve Pinxten Foto: Eindredactie Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven

Hopelijk… Eind augustus werd onze school danig door elkaar geschud. Een collega van ons raakte betrokken in een zwaar verkeersongeval. Ze stond aan de staart van een file toen een vrachtwagen op haar inreed. De balans: heel veel inwendige bloedingen, tal van breuken en enkele serieuze brandwonden. Haar toestand is kritiek maar ze leeft. Hopelijk komt alles toch weer goed… Meer dan anderhalve maand later ga ik bij die collega op bezoek. Ze is ondertussen thuis en ze herstelt goed. Ze heeft een ongelooflijk groot vertrouwen in de verdere evolutie. Ze is ontzettend positief en energiek en ik denk: “Geef het zijn tijd en ze staat terug voor de klas.” Hoop doet leven! Een dag na het ongeval van onze collega vernemen we het verbijsterende nieuws dat een leerling van ons het slachtoffer werd van een aanrijding met vluchtmisdrijf. Hij overlijdt aan de gevolgen van zijn verwondingen. Twee maanden later heb ik een warm en openhartig gesprek met de vader. Hij beschrijft hoe moeilijk het is om zonder zijn zoon door te gaan maar hij vertelt ook waarvan hij droomt: een foundation ter nagedachtenis van zijn zoon. Zijn zoon wou beroemd worden en de papa wil die wens postuum vervullen. Hij wil dat de dood van zijn zoon niet voor niets is geweest en alsnog tot iets goeds kan worden. Het is bewonderenswaar16

dig hoe zo’n groot verdriet tot zoiets moois kan leiden. Hoe leven toch de dood overstijgt. Hoop doet leven! En op datzelfde moment, eind augustus, wordt ons zoontje alweer een maand. We hebben vurig gehoopt dat we nog ouders mochten worden. We zijn immens dankbaar voor dat kleine wonderlijke wezentje, ook al heeft zijn komst voor ons alles op zijn kop gezet. 49 centimeter groot maar meteen een hoop leven! Leven dat we zo koesteren. Leven waar we zoveel voor dromen. Leven in alle hevigheid, fel gekleurd, puur en krachtig. Hoop doet leven: het is een beetje een clichématige uitspraak… toch is het waar. Waar hoop is, is leven en waar leven is, is er hoop. En die hoop, dat vertrouwen, dat geloof maakt dat we er elke dag voor gaan. Voor een herstel, voor een droom, voor een klein kwetsbaar kind. En als er iemand is die ons anno 2015 zou kunnen aansporen om met deze waarheid in het achterhoofd door het leven te gaan, dan is het Don Bosco wel. Niet omdat hij het zinnetje ergens tegen een muur op een Bond-zonder-Naam-achtige wijze weet opgehangen, maar omdat hij het heeft beleefd en geleefd. En als we hem de eer willen betonen die hem toekomt, dan moeten we voor elke dag voluit gaan en knallen! Vooruit kijken en weten: hoop doet leven, maar enkel en alleen met een hoop leven (in de brouwerij)!


Tekst: Wilfried Wambeke Foto's: Eindredactie

| SPROKKEL

Oud-leerlingen blijven ‘thuis’ bij Don Bosco Feestelijke ontmoetingsdag voor de oud-leerlingenbesturen

Op zaterdag 24 oktober 2015 stond in Haacht de laatste belangrijke activiteit van het jubileumjaar 2015 op het programma: een ontmoetings- en uitwisselingsdag voor de bestuursleden van de oud-leerlingenwerkingen van Don Bosco in Vlaanderen. Het was al heel wat jaren geleden dat er nog een dergelijke bijeenkomst geweest was en het jubileumjaar was een prima aanleiding om de oud-leerlingen van de salesianen nog eens samen te brengen. Ook de oud-leerlingen van de zusters waren goed vertegenwoordigd. Het bestuur van de oud-leerlingen van Haacht had er alles aan gedaan om er een dag van te maken waarop iedereen zich ‘thuis’ mocht voelen bij Don Bosco. Na een hartelijk onthaal in de middenschool van Haacht en een bemoedigend woord van welkom door Wilfried Wambeke, de salesiaans gedelegeerde voor de oudleerlingen, zette hij een aantal activiteiten en evoluties in de Don Boscowereld in Vlaanderen op een rijtje. Ook Eric Haelvoet lichtte verscheidene zaken toe. Dan was het tijd voor de workshops: zes besturen hadden een inbreng voorbereid. Ze stelden ieder een sterke kant van hun werking voor, terwijl de anderen ideeën konden sprokkelen voor hun eigen werking. Een boeiend palet van veel vrijwillige inzet!

In het laatste deel van de voormiddag werd van gedachten gewisseld over de werking van Foldobo (Federatie van de Oud-Leerlingen van Don Bosco). De overkoepelende werking ligt al heel wat jaren stil en uit het gesprek bleek dat niemand zit te wachten op een nieuwe structuur. Toch vond men dat er een aanspreekpunt zou moeten zijn: een klein groepje dat kan gecontacteerd worden als een plaatselijke werking in moeilijkheden verkeert of ondersteuning nodig heeft. Enkele mensen werden daartoe bereid gevonden. Bovendien vond men het een goed idee om een samenkomst als deze, om de twee jaar opnieuw te organiseren, in een blijvende samenwerking tussen de oud-leerlingen van de salesianen en van de zusters. Ten slotte werd het glas geheven op het engagement van vele oud-leerlingen die mee het gedachtegoed van Don Bosco gestalte geven, waar ook in Vlaanderen. Oude verhalen kwamen naar boven en werden gretig verder verteld tijdens een overheerlijke barbecue. Weinigen waren gehaast om naar huis te vertrekken. Het deed deugd om nog eens samen te zijn, met heel veel dank aan de gastheren van Haacht!

17


DE SPREEKSTOEL | Tekst en foto: Steven Pinnoo Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid

Don Bosco voelbaar maken in verbondenheid Salesiaan Adelin Verkerken maakt Don Bosco herkenbaar in het parochieleven Wie Adelin een beetje kent, weet dat hij van nature eerder stil en teruggetrokken is. Ook nu getuigt hij in zijn rustige stijl, maar heel oprecht: waar nodig durft hij spijkers met koppen te slaan…

Een prachtige jeugd op de boerderij Adelins wieg stond in Sint-Martens-Latem – niet in de villa van een van de rijken, maar in de boerderij van een landbouwersgezin met zeven kinderen. Van zijn ouders kreeg hij heel wat karaktertrekken mee: vader was een ‘stille werker’ die heel bekommerd was om zijn gezin, moeder was gevoelig en zorgzaam. Hij groeide op in een tijd waarin de Kerk vanzelfsprekend aanwezig was, ook al was de liturgie met de rug naar het volk helemaal niet aantrekkelijk. Om eerlijk te zijn: de onderwijzers van de gemeenteschool hebben meer invloed gehad op de jonge Adelin dan de pastoor van toen. Een jeugdbeweging bestond er niet in het dorp, maar een boerderij is een fantastische plek om te spelen. Op zondagnamiddag en vooral in de zomervakanties bliezen de kinderen uit de buurt daar verzamelen en werd de boerderij het tafereel van jeugdig geravot. Salesiaanse verantwoordelijkheid vind je op vele plaatsen. Ook in het parochieleven neemt ‘Don Bosco’ zijn verantwoordelijkheid op. We mogen op de koffie bij Adelin Verkerken, salesiaan van Don Bosco en pastoor van de Dominiek Savioparochie in Dilbeek-Groot-Bijgaarden en in Sint-Ulriks-Kapelle.

18

Een man van Don Bosco Na het zesde leerjaar mocht Adelin samen met enkele klasgenoten naar het college, en dat was dan Don Bosco Sint-Denijs-Westrem. De studies gingen vlot, maar het internaatsleven vroeg een hele aanpassing van de wat stille boerenzoon. Dankzij de aanmoediging van de salesianen bloeide hij geleidelijk open: de voordracht van een gedicht op een ‘Vlaams feest’, met het toneel mogen meespelen – het droeg allemaal bij tot een groeiend zelfvertrouwen.


De Kerk is méér dan een sociale beweging: “De Kerk is geen ngo.”

Na de middelbare studies leek de stap naar het noviciaat van de salesianen voor Adelin een haast vanzelfsprekende stap. Hij werd ook heel gelukkig in die roeping, en werd in februari 1966 tot priester gewijd. Volgend jaar mag hij zijn gouden jubileum vieren, een buitengewone gelegenheid om zijn dankbaarheid tot uitdrukking te brengen! Tijdens zijn vormingsjaren had Adelin twee kandidaturen klassieke filologie gestudeerd in Leuven, en al dadelijk na zijn wijding mocht hij daarmee aan de slag in Hechtel. Na vijf jaar in Hechtel zou hij nog ingezet worden in Woluwe, Haacht, Halle en Sint-Pieters-Leeuw. Voor zijn lessen Latijn, Grieks en vooral godsdienst heeft hij vele uren in de voorbereiding gestoken, want een schitterende lesgever was hij niet. Maar na 27 jaar onderwijs en opvoeding zou zijn leven een verrassende wending nemen…

Don Bosco in de parochie In 1992 werd Adelin een onverwachte vraag gesteld: zou hij bereid zijn om Guy Van Haver op te volgen als medepastoor in de Dominiek Savioparochie in Dilbeek? Adelin was heel gelukkig met dit voorstel, want parochiewerk had hem altijd al aangetrokken. Ook in Hechtel en in Haacht had hij zich in het weekend daarvoor ingezet. In zijn engagement in de parochie is Adelin zich altijd op en top salesiaan blijven voelen: voor salesianen is ook de band met de kerkgemeenschap buiten hun ‘werken’ zeer belangrijk. Daarom heeft hij altijd de vinger aan de pols willen houden van het kerkelijke leven, in de parochie maar ook daarbuiten – bijvoorbeeld bij vormingsmomenten die door het bisdom worden ingericht. Al die jaren heeft Adelin zich met veel energie ingezet in de parochie, maar hij beseft heel goed dat hij ook enorm veel heeft teruggekregen. Hij is dankbaar voor het contact met vele mensen die in de verenigingen samenkomen en waardoor hij het leven mag ‘voelen’. Heel openhartig spreekt hij over deugddoende ervaringen waarin hij de dankbaarheid van de mensen voelt. Het bezoeken van een parochiaan in het ziekenhuis kan jaren later nog tot een dankbare ontmoeting leiden. Een rouwbezoek en een doorleefd voorgaan in een uitvaart is vaak een sterke ervaring. Met veel warmte spreekt Adelin over het rusthuis waarin hij soms de eucharistie gaat vieren; zeker het vieren met demente mensen is iets heel bijzonders.

In de parochie is Don Bosco niet zozeer aanwezig door er veel over te spreken – hoewel dat ook gebeurt wanneer een goede gelegenheid zich voordoet. Het salesiaanse accent is vooral herkenbaar in de ontmoeting van mensen en in de manier waarop een gemeenschap eucharistie viert. Wanneer mensen zeggen: “Dit is hier een warme gemeenschap!”, dan is dat omdat een heel eigen, familieklimaat hier voelbaar wordt.

De Kerk is geen ngo In Dilbeek, en sinds enkele jaren ook in Sint-UlriksKapelle, kwam Adelin in een heel actief parochieleven terecht. Je ontmoet er een Kerk die heel sterk is in de ‘diaconie’: vele mensen werken er mee aan allerlei acties. Vooral de jaarlijkse Bouwkermis is tot ver buiten de parochiegrenzen bekend – het gaat niet alleen om een kermis, maar vooral om een gelegenheid tot ontmoeting én samenwerking tussen allerlei mensen, kerkgangers en anderen. Ook in het verenigingsleven en in het verborgene gebeuren er fantastische dingen. Tegelijk blijft Adelin erom bekommerd dat de andere aspecten van het kerkelijk leven niet ondergesneeuwd raken onder de ‘sociale actie’. Want de Kerk is méér dan een sociale beweging – of zoals paus Franciscus het uitdrukt: “De Kerk is geen ngo.” Centraal in het kerkelijk leven staat toch de eucharistie, dat testament van Jezus dat in onze tijd in West-Europa minder gewaardeerd wordt. We leven in een tijd waarin de liturgie en de verkondiging stilaan de ‘zwakke broertjes’ in het parochieleven worden, waarin geloofsverdieping en viering weinig tijd en plaats krijgen. Met veel liefde en zorg wil Adelin daar uitdrukkelijk aandacht voor blijven vragen. Tegelijk droomt Adelin van een open Kerk, die verbondenheid op heel uiteenlopende manieren gestalte durft te geven. Daarom vond hij het pijnlijk dat de samenwerking met de federatie Dilbeek zeer moeilijk verliep. Op aanraden van het bisdom hebben de twee parochies zich nu aangesloten bij de federatie GrootBijgaarden/Zellik, en daar verloopt het contact veel beter. Maar Adelins blik reikt nog verder: verbondenheid moet ook een Europees verhaal worden. Contacten met christenen en moslims die uit het Oosten tot bij ons komen, vormen evenveel gelegenheden tot groeiende verbondenheid. Want daarin ziet Adelin zijn grootste taak: mensen tot verbondenheid brengen, met elkaar en met de God die hun gemeenschap leven geeft. 19


DE BOEKENPLANK | Tekst en foto's: Centrale Propaganda

Voor onze weg naar Kerstmis heeft DON BOSCO VLAANDEREN uitgaven in aanbieding… Onze kalenders als nieuwjaarsgeschenk

“Zalig Kerstmis”

N3 € 2,50

“Voor allen die toebehoren, is Kerstmis het lied van Gods aanwezigheid midden alle menselijke duisternis.” Een kleine brochure met fijne Kersten eindejaarswensen met een verwarmende boodschap. Een eenvoudig en zinvol geschenkje.

Tekst: Charles Singer Vertaling: Marc Dedapper 20 blz.; 21 x 14,8 cm

Gezinskalender 2016 De huiskalender bij uitstek voor de vrienden van Don Bosco. Mooi en nuttig!

DBK € 4,00

(port inbegr.)

Prijs: € 4,00 32 blz.; 21 x 30 cm

Een kunstvol en mooi Don Bosco­geschenk voor 2016: een Don Bosco-reliëf De Don Bosco Centrale beschikt opnieuw over de mooie en kunstvolle Don Bosco-reliëfs van de Duitse kunstenaar Egino G. Weinert uit Keulen. Het zijn bronzen reliëfs in vier formaten, rechthoekig of rond. Het zijn ideale geschenken om een Don Boscovriend(in) aangenaam te verrassen bij gelegenheid van het nieuwe jaar 2016, het Don Boscofeest op 31 januari of een verjaardag. 1. Klein DB-reliëf: 5 x 4,7 cm – rechthoekig Prijs: € 11,00 bestelcode: N041 2. Middelgroot DB-reliëf: 9 x 8,5 cm – rechthoekig Prijs: € 22,00 bestelcode: N042 3. Groot DB-reliëf : 20 x 16 cm – rechthoekig Prijs: € 64,00 bestelcode: N043 4. Groot DB-reliëf: 19 cm – rond Prijs: € 70,00 bestelcode: N045 Voor al deze producten is port inbegrepen. 20

2016 K A L E N D E R

Don Bosco

Wenskaartkalender 2016 Een kleinood voor verzamelaars! Met twaalf onovertroffen tekeningen van Jaklien! Op de keerzijde bedrukt als prentbriefkaart, los te versturen. Januari 2016 Z

M

D

W

D

V 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12 13 14 15 16

Z

17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31

NJ € 6,00

Formaat: 33,5 x 10 cm

Don Bosco Wenskaartkalender

Een kerstengel voor bij de kribbe Deze sierlijke engel wordt vervaardigd door beroepsleerlingen in de school van de salesianen van Don Bosco in Betlehem. Het is een sierlijke kerstengel in geölied olijfN54 hout. Handgesneden en 14 cm hoog.

€ 20,00 (port inbegr.)

Aarzel niet te bestellen! Je kunt deze uitgaven met de juiste referenties bestellen via Centrale Propaganda Don Bosco, Fr. Gaystraat 129, 1150 Brussel of via e-mail: centrale.propaganda@donbosco.be


IN MEMORIAM Zuster Rita Van Aerschot ° 30-04-1944 + 23-10-2015 Rita werd geboren te Leuven. Zij was de oudste van vier kinderen. Haar vader was hoofdonderwijzer en zij volgde zijn voorbeeld. Ze werd regentes huishoudkunde. Haar moeder wou dat haar kinderen stijlvol door het leven zouden gaan. Rita onderwees in Virgo Amabilis te Heverlee en naast haar taak als leerkracht was zij een toegewijde leidster van de Bierbeekse KLJ en later ook gewestleidster. In 1972 begon zij haar vormingstijd. In 1976 sprak zij haar eerste religieuze geloften uit als zuster van Don Bosco en bleef verder onderwijzen. Nadien heeft zij veel verantwoordelijkheden trouw volbracht. Zij was vormingsverantwoordelijke in Heverlee, provinciaal raadslid, studente te Rome, directrice van het CKG te Kortrijk, overste te Maasniel, Groot-Bijgaarden, Brugge en Kortrijk. Gedurende zes jaar heeft zij de taak opgenomen als provinciale verantwoordelijke. Zr. Rita was sereen in het beleven van haar roeping, dit gaf rust en zekerheid aan anderen. Zij bestudeerde met veel liefde onze Constituties. Zij was een vrouw die gelovig en dankbaar in het leven stond, die sereen elke gebeurtenis doorleefde. “De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort”, was de sterke overtuiging in het leven van zuster Rita. Na een korte periode van ernstig ziek zijn heeft zij haar Herder mogen ontmoeten.

‘Meerstemmig opvoeden vandaag’: Nieuw jaarboek Don Bosco Vorming & Animatie Naar jaarlijkse gewoonte publiceert Don Bosco Vorming & Animatie ook in 2015 een jaarboek. In zijn werk ‘Meerstemmig opvoeden vandaag’ graaft auteur Roger Burggraeve, salesiaan van Don Bosco en professor emeritus aan de KU Leuven, naar grondslagen en oriëntaties voor opvoeden vandaag. Een samenleving die opvoeding herleidt tot het gebruik van instrumenten en methodieken is haar geloof in de toekomst kwijt. Méér dan ooit worden we uitgedaagd tot een hernieuwde reflectie op de grondslagen en inspirerende oriëntaties voor een opvoeding die de hele mens beoogt. In dit boek gaat Roger Burggraeve op zoek naar die grondslagen en oriëntaties. Hij brengt er zijn fundamenteel studiewerk als professor aan de KU Leuven en zijn jarenlang engagement als salesiaan van Don Bosco in het jongerenwerk tot een unieke synthese. De zoektocht van de auteur gebeurt in drie bewegingen. In het eerste deel gaat hij loyaal en vrijmoedig

in gesprek met Don Bosco, van wie het tweehonderdste geboortejaar wereldwijd is herdacht (1815– 2015). Zijn pedagogische trits van hartelijkheid, redelijkheid en religie krijgt een eigentijdse hertaling. In het tweede deel worden de ijkpunten voor een educatieve groei-ethiek geschetst tegen de achtergrond van het christelijk denken over barmhartigheid en bevrijding. Daarbij staat het uithouden van de spanning tussen wenselijkheid en haalbaarheid in de zorg voor kwetsbare en gekwetste jongeren centraal. Het derde deel graaft naar de ethische fundamenten van de pedagogische relatie. Daarvoor laat de auteur zich inspireren door de visie van zijn leermeester Emmanuel Levinas. Je kunt het boek aan € 17 per stuk bestellen op de website www.donboscovorming-animatie.be of door een mailtje te sturen naar Vormingenanimatie@donbosco.be. 21


VERBONDEN | Tekst: Jago Kosolosky Foto's: VIA Don Bosco De link tussen Noord- en Zuidwerking

Graag brengen we verslag vanuit Lubumbashi over het VIA Don Bosco programmawerk. Duizenden kinderen leven op straat in Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie Katanga in Congo (DRC). De meesten werden door hun families verstoten nadat dezen door de dood van een of beide ouders versplinterden en het kind als behekst werd bestempeld.

Overdag poetsen de kinderen schoenen of verzamelen ze lege flessen voor het statiegeld. ’s Avonds wordt het geld dat ze verdiend hebben verzameld en wordt er gekookt. Fufu, een vaste brij verkregen uit maniok, staat vaak op het menu. Slapen doen de kinderen in groep, vaak voor winkeltjes met toestemming van de eigenaar. Die weet immers dat de kans op diefstal een pak kleiner wordt wanneer er een hoopje kinderen voor de deur ligt. Lubumbashi vat ’s nachts vuur: brandende afvalbergjes verlichten de straten. Straatkinderen helpen vaak het vuilnis te verzamelen en houden het vuur gaande. Geweld van andere ‘enfants de la rue’ en drugs zijn een deel van het bestaan van de kinderen, sommigen slechts vijf jaar jong. Alcohol en marihuana zijn twee

“La rue, c’

Een leven op stra

populaire genotsmiddelen, al vergrijpen de jongsten zich vooral aan het snuiven van lijm. Dat doen ze om de pijn van het straatleven te verlichten. In het opvangcentrum Bakanja Ville kunnen de jongens onder hen terecht om zich te wassen, een cruciale dienst. De slaapzaal, die overdag dienst doet als ontspanningsruimte, is ’s nachts gevuld met een dertigtal kinderen, een onaangename geur hangt er en dunne lappen isolatieschuim doen dienst als matras.

Met de hulp van het netwerk slagen veel voormalige straatkinderen erin zich op te werken en werk te vinden.

Het netwerk Oeuvres Maman Marguerite dat Bakanja uitbaat probeert steevast de kinderen te herenigen met hun families en de plooien glad te strijken. Het biedt de kinderen een tijdelijk dak boven het hoofd, ontspanning, scholing en helpt hen, als alles goed 22


Slapen doen de kinderen in groep, vaak voor winkeltjes met toestemming van de eigenaar.

kunnen bij iemand aan de slag, al eindigt zeker niet elk verhaal zo positief.

Dit zijn stuk voor stuk realisaties die VIA Don Bosco in zijn meerjarenprogramma steunt. Onze lokale salesianen bewijzen iedere dag de effectiviteit van hun aanpak en elke bijdrage wordt ook integraal doorgestort naar hun goed werk.

’est la vie” at in Lubumbashi loopt, aan een baan en een leven weg van straten die naam onwaardig. Met de hulp van het netwerk slagen veel voormalige straatkinderen erin zich op te werken en werk te vinden. Het gespecialiseerde tewerkstellingsbureau Maïsha draagt hier een grote verantwoordelijkheid. Voormalige straatkinderen worden ondernemer of

De goedlachse en zelfzekere Benoît Mulongo Soni is 37. “Ik ben opgegroeid twintig kilometer buiten Lubumbashi. Mijn familie was erg arm en ik kwam op straat terecht.” Een broeder van VIA Don Bosco geloofde in Benoît en stuurde hem naar Salama, een school waar hij een kwaliteitsvolle opleiding kon volgen. “Ik werd elektricien, maar leerde ook tuinieren. Ons atelier had namelijk nauwelijks stroom in de namiddagen.” Ondertussen kenden veel missieposten Benoît en zijn vakmanschap. Onder impuls van de broeders richtte hij een coöperatie op. “We bestonden uit een groep anciens van Magone en begonnen kleine projecten uit te voeren.” Vijf jaar geleden kwam Benoît in contact met iemand van de universiteit van Grenoble en leerde hij BTC-bakstenen kennen. “Mede dankzij het succes van de BTC-bakstenen evolueren we naar een kleine, sterke onderneming. Met deze bakstenen is de toekomst aan ons,” vertelt Benoît enthousiast. Benoît is niet vergeten waar hij vandaan komt. Vier vijfde van zijn betaalde werknemers komt van projectscholen die voormalige straatkinderen opvangen en hij heeft ook steevast een aantal stagiairs in dienst.

VIA Don Bosco is een erkende ngo, actief op het gebied van onderwijs en opleiding in Afrika en Latijns-Amerika. 23


RUGGESPRAAK | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Jorbasa

In wintertijd is de natuur erg spaarzaam met licht. Neerdwarrelende bladeren kondigden, in voorbije tijd, de donkerste dagen van het jaar aan. Warmte en gezelligheid zoeken we bij het haardvuur. Geloof in de kracht van de natuur wekt bij ons de hoop op het licht van de lente dat alles weer doet openbloeien.

Misschien ligt ergens het kadoosje, het nieuwe pedagogisch project, als geschenk onder de kerstboom. ‘Opvoeden met Don Bosco als gids en tochtgenoot’ roept ook op om hoop te geven en tegelijk de hoop niet op te geven.

Adventskransen symboliseren die groei van het licht, kondigen de komst van ‘het kind’ aan, dat licht, verwachting en hoop brengt. Vanuit de kribbe roept het kerstkind ons op zijn hart en handen te zijn, om perspectief te bieden aan hen die alle hoop dreigen te verliezen.

Het pedagogisch project vraagt aan opvoeders om, in het spoor van Don Bosco, te blijven geloven in de groeikracht van jongeren, ook op de moeilijke momenten van opvoeden. Het vraagt om door middel van het eigen handelen jongeren vol vertrouwen en hoop te leren kijken naar het leven en wat zij daarin kunnen betekenen voor anderen.

Zalig Kerstfeest

Hoop doet leven 24


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.