Wouw 1 - Thema 5 - Handleiding - inkijk methode

Page 1

Thema

5

Klas vol talent!

Themaoverzicht

WOUW-moment: maak je keuze uit het aanbod minimaal 50 minuten

Les 1 Een klas vol talent

Les 2 Basket of ballet?

Les 3 Speel je mee?

Les 4 Zo hoort het bij ons

Les 5 Maak van je talent je job

Les 6 Een raam naar buiten

Les 7 Evaluatiemoment

50 minuten 100 minuten 75 minuten 50 minuten 50 minuten 50 minuten 25 minuten

WOUW-actie: maak je keuze uit het aanbod minimaal 100 minuten

Thema 5: Klas vol talent! 2

Inleiding

In dit thema gaan we samen aan de slag met professor Tiptop. Die heeft een goedgevoelmachine gebouwd. Aan de hand van hun eigen talenten en attitudes tegenover beweging en vrije tijd raken de leerlingen vertrouwd met het aanbod aan hobby’s en vrijetijdsbestedingen waaruit ze kunnen kiezen.

Je begint met het geschikte WOUW-moment te kiezen. Ga voor het WOUW-moment dat het beste past bij de intresses van de leerlingen, de mogelijkheden van de schoolomgeving en de klemtonen die de school legt … Kies je voor een ijsbreker en laat je de leerlingen ontdekken dat afspraken nodig zijn om opdrachten goed uit te voeren? Of prikkel je de leerlingen door het zoeken naar de juiste beroepen? Je kunt ze ook kennis laten maken met reclame en/of hobby's.

Na het WOUW-moment ga je aan de slag met de opties en onderzoeken de leerlingen hoe zij zich voelen wanneer ze zich ontspannen of aan het sporten gaan. Daarnaast leren ze in overleg te gaan met elkaar en hoe je in een groep op democratische wijze afspraken maakt. Ten slotte halen we de maatschappij ook in de klas door kinderen bewust te maken van de boodschappen die ze via de (sociale) media dagelijks te verwerken krijgen en hoe ze daarmee om kunnen gaan.

De focus in dit thema ligt op het domein maatschappij. Daarnaast komt ook de bewegingscultuur aan bod. De leerlingen krijgen talloze kansen om zichzelf beter te leren kennen, hun talenten te ontplooien en hun eigen kunnen in te schatten.

Tijdens de WOUW-actie gaan de leerlingen zelf aan de slag met hun nieuw verworven kennis. Je kunt opnieuw kiezen voor de optie die het beste bij de specifieke situatie van jouw klasgroep aansluit. Maak een trotsdoos die toont waar je goed in bent of ligt een talentenbeurs beter voor de hand? Of wat dacht je van een een goed-gevoel-machine?

Het thema biedt ook heel wat kansen om een leer- of ervaringsmoment buiten de muren van de school te houden: ga eens op bezoek bij de tekenschool, of vraag een sportieve ouder die wel eens wil komen vertellen, of beter nog, die wil demonstreren in jouw klas?

Thema 5: Klas vol talent! 3

Overzicht opties WOUW-moment

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

50' Niets zo leuk als ijsbrekers spelen. Hoe goed vullen jullie elkaar aan? Kunnen jullie perfect opdrachten uitvoeren? Zijn er afspraken nodig om opdrachten te doen? We weten het na dit toffe WOUW-moment.

100' Blindemannetje, maar dan onder een laken en met hobbyvoorwerpen. Wie raadt het juist en weet waarvoor het voorwerp dient? Is het voor een rustige hobby of eerder iets sportief?

50' Je hebt ja-knikkers en nee-knikkers. In dit WOUW-moment heb je beide en mogen de leerlingen enkel ja en nee knikken. Beroepen over heel de wereld, keuze te over, maar wie weet over welk beroep het gaat?

50' Elke week krijg je ze in verschillende maten en kleuren in de brievenbus, tenzij je een 'geen reclame'-sticker hebt. Ze komen van winkels die sportmateriaal aanbieden of schildergerief. Andere bieden het nieuwste paardrijkamp aan en nog andere geven je zin in een dagje speelpleinwerking. Tijd om die folders eens van dichtbij te bestuderen en te onderzoeken wat daar allemaal instaat.

Thema 5: Klas vol talent! 4
1
IJsbrekers 1
2 Wat zit er onder het laken? 2
3 Later word ik … 3
4 Folders vol hobby's 4

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Thema 5: Klas vol talent! 5

Les 1 Een klas vol talent

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen verwoorden welke activiteiten ze wel en niet graag doen, en waar ze sterk en minder sterk in zijn.

2. De kinderen kunnen waardering opbrengen voor de talenten van klasgenoten.

3. De kinderen kunnen zelfvertrouwen tonen en kunnen trots zijn op hun eigen kunnen.

Lesmateriaal

- werkboek p. 2 - 5

- bijlage 1: Professor Tiptop deel 1 - voorwerpen voor de talentenbeurs - timer

Vooraf

Vraag de leerlingen een spel, een voorwerp of iets anders waar ze goed in zijn, mee te brengen naar school.

Thema 5: Klas vol talent! 6

Lesverloop

1 Instap

Vertel deel 1 van het verhaal van Professor Tiptop aan de hand van de vertelplaten (bijlage 1a-d). Stel dat wij professor Tiptop waren? Wat zou er dan op ons briefje staan? Wat zouden wij in onze machine ingeven? Dat is wat wij nu eerst samen eens gaan onderzoeken.

2 Kern

2.1

Talentenbeurs

Laat de leerlingen het werkboek pagina 2 en 3 nemen. Geef geen commentaar. Laat hen het voorwerp of de voorwerpen aankruisen waar ze straks misschien iets over te vertellen hebben.

Kijk nu samen naar de collage in het werkboek. Bespreek samen:

- Wat zie je?

- Waaraan doen deze foto's je denken?

- Welke activiteiten kan je allemaal doen buiten school?

- Wat voor hobby’s bestaan er?

- Doet iedereen dezelfde hobby’s (graag)?

- Hoe heet het wanneer je iets heel goed kunt? Is dat voor iedereen hetzelfde?

Geef de leerlingen de kans om hun talent aan elkaar voor te stellen, want iedereen heeft talenten. Leg het woord talent uit voor de leerlingen die het nog niet kennen. Laat de link verwoorden tussen iets heel graag doen en het ook goed kunnen. Vraag ook wat er gebeurt als je iets graag wil doen maar dat eigenlijk (nog) niet zo goed kan.

Verander de klasoptelling zo dat de kinderen in duo tegenover elkaar kunnen zitten en vlotjes kunnen switchen.

Laat de leerlingen tegenover elkaar zitten met de spullen die ze hebben meegebracht. Zeg je ‘start’ dan mag de ene kant dertig seconden lang vertellen over zijn talent. Wissel daarna en laat de leerling aan de overkant aan de beurt. Na de tweede keer dertig seconden, schuiven de leerlingen van één kant een bank verder. Zo maak je een speeddate.

2.2 Geloven in jezelf

Neem pagina 4 - 5 in het werkboek en overloop samen de vragen:

- Selfie: teken in het kader waar je je goed bij voelt.

- Mijn talenten: ik ben goed in, ik wil nog groeien in …

- Welk talent beoefenen ze als hobby? Teken je hobby in het kader.

Laat de kinderen even aan het werk. Tussendoor kun je hen helpen met oefening 3 door moeilijkere woorden voor te schrijven op het bord. De tekeningen van deze en de volgende oefening kun je laten afwerken op vrije momenten in een andere les.

2.3 Je talent als hobby’s

Vaak beoefen je je talent als hobby. Dat is voor iedereen anders. Sommige kiezen een hobby omdat ze graag sportief bezig zijn. Voor anderen is de groep het belangrijkst. Soms ben je gewoon graag rustig in je eentje bezig en kun je creatief aan de slag te gaan.

Thema 5: Klas vol talent! 7

Keer terug naar de collage pagina 2 - 3 in het werkboek en bespreek samen:

- Wat zijn rustige hobby’s?

- Wat zijn creatieve hobby’s?

- Wat zijn sportieve hobby’s?

- Wat zijn sociale hobby’s?

Laat de leerlingen in het werkboek op pagina 5 oefening 4 hun hobby tekenen. Bij oefening 5 omkringen ze wat voor een soort hobby dit is: een creatieve, een sportieve, een sociale of een rustige hobby?

2.4 Wat als …

Soms moet je iets doen wat je minder ligt, wat je minder leuk vindt.

Bespreek samen: wat kan helpen als je iets moet doen waar je niet zo goed in bent?

- Hoe voel je je dan?

- Is dat een fijn gevoel?

- Hoe kan je dat gevoel verminderen / tot rust komen?

Som samen enkele strategieën op (rustig plekje opzoeken, opnieuw proberen, hulp vragen …).

Doe samen een ademhalingsoefening. Dit is een oefening die je kan helpen om rustig te worden als je je niet goed voelt of als iets niet goed lukt.

Laat de leerlingen rechtop zitten op hun stoel, met hun voeten op de grond. Laat ze hun beide handen op hun buik leggen, zodat ze die goed kunnen voelen. Zeg dat ze hun aandacht richten op wat jij gaat vertellen. Adem diep door je neus in. Een, twee, drie, vier. Voel hoe je buik omhoog komt. Adem nu rustig uit, net als het gesis van een slang. Probeer dit zo lang mogelijk vol te houden.

Doe dit een aantal keren. Vraag hierna hoe ze zich voelen en wat het verschil is met hoe ze zich voelden voor de oefening.

3 Slot

Vertel het einde van deel 1 van het verhaal van Professor Tiptop (bijlage 1e en 1f).

Bespreek met de kinderen: waar worden ze blij van? Wat kunnen ze goed? Wat zouden zij ingeven in de machine van professor Tiptop?

Thema 5: Klas vol talent! 8

Les 2 Basket of ballet?

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen verschillende vrijetijdsbestedingen opsommen.

2.. De kinderen kunnen illustreren met voorbeelden dat sommige mensen fysieke en mentale beperkingen hebben.

3. De kinderen kunnen mogelijkheden en bewegingsredenen opsommen om deel te nemen aan de bewegingscultuur.

4. De kinderen kunnen verwoorden hoe ze zich voelen na het sporten.

Lesmateriaal

- werkboek p 6 - 7 - bijlage 2: Professor Tiptop deel 2 - video 1: mijn sport en ik - parcoursmateriaal - voorwerpen van de leerlingen in verband met hun sport of hobby

Vooraf

Zet een klein sportparcours klaar op de speelplaats, in de turnzaal … Zorg dat het een parcours is waarbij de hartslag van de leerlingen de hoogte in gaat: een stukje lopen, in en uit hoepels springen, ergens op- en weer afklauteren …

Vraag op voorhand aan de leerlingen om een voorwerp mee te brengen van een sportclub of vereniging waar ze lid van zijn.

Thema 5: Klas vol talent! 9

Lesverloop

1 Instap

Vertel deel 2 van het verhaal van Professor Tiptop aan de hand van de vertelplaten (bijlage 2). Stel dat jij langsgaat bij professor Tiptop. Welke talenten zou jij hem in de machine laten stoppen?

Laat de kinderen even in stilte nadenken. Laat ze dan om de beurt een van talenten beschrijven. Besluit samen: er zijn heel veel verschillende talenten. Niemand heeft die allemaal samen maar we hebben er wel allemaal!

Vandaag gaan we verder in deze les met onze sportieve talenten.

2 Kern

2.1 Sportgala

Laat de leerlingen hun talenten van vorige les nog eens benoemen.

- Wie beoefent zijn talent als hobby? - Wie heeft een sportieve hobby? - Waarom doe je deze hobby zo graag?

Vat hun antwoorden samen. Een sport kun je doen omdat: - je hem leuk vindt. - je er goed in bent. - het gezond is. - je je zo goed voelt terwijl je aan het sporten bent.

Laat de leerlingen kijken naar vijf filmpjes (video 1) van kinderen die hun sport voorstellen. Neem na de filmpjes pagina 6 in het werkboek. Laat de leerlingen aankruisen om welke reden de personages aan sport doen. Bekijk de volgende sporten op pagina 7 in het werkboek. Laat de leerlingen aankruisen welke sport ze doen en met welke reden ze die sport doen. Staat hun sport er niet bij, dan tekenen ze een attribuut van hun sport in het kader.

2.2 Parcours

Ga naar de sportzaal en neem het materiaal dat de leerlingen meebrachten mee. Laat de leerlingen het parcours uitvoeren. Zorg dat hun hartslag even flink de hoogte in gaat. Spreek daarna over de lengte van de sporthal een lijn af of kies er eentje op de grond. Het ene uiteinde staat voor 'heel erg', het ander voor 'helemaal niet'.

- Voelt hun lijf anders na het sporten?

- Ben je meer of minder ontspannen?

- Hoe leuk vind je het om te sporten?

- Hoe goed voel je je na het sporten?

Geef de leerlingen na elke vraag even de tijd om hun plaatsje op de lijn te zoeken. Laat enkele leerlingen verwoorden waarom ze dit plaatsje kozen.

Laat de leerlingen een vrije plaats uitzoeken in de zaal en op de grond een houding aannemen waarin ze zich comfortabel voelen. Laat ze hun ogen sluiten als ze dit willen. Doof de lichten en lees volgende oefening voor:

Thema 5: Klas vol talent! 10

Leg je handen op je buik. Stel je voor dat er een ballon in je buik zit, die wordt opgeblazen als je inademt en loopt leeg als je uitademt. Adem diep in door je neus, met je mond dicht. Je buik duwt je handen nu naar voren. De ballon in je buik wordt groot. Houd je adem even vast en adem dan lang uit door je mond. De ballon loopt helemaal leeg, alle lucht gaat eruit.

Herhaal dit in- en uitademen een aantal keer. Laat ze na de oefening opnieuw op de lijn plaatsnemen.

- Voelt hun lijf anders na de oefening?

- Ben je meer of minder ontspannen?

- Hoe leuk vind je het om zo een oefening te doen?

- Hoe goed voel je je na deze oefening?

Geef enkele leerlingen na elke vraag even de tijd om hun plaatsje in de lijn te zoeken. Laat enkele leerlingen verwoorden waarom ze dit plaatsje kozen.

3 Slot

Maak duo’s of groepjes. Laat ze hun meegebrachte spullen nemen. Laat de leerlingen hun voorwerp aan elkaar tonen en voorstellen:

- Waarom doen ze hun hobby graag?

- Wat houdt die hobby in?

- Wat is er makkelijk en moeilijk aan?

Laat de groepjes één voor één naar voren komen. Laat leerling 1 aan de klasgroep vertellen over de sport of hobby van leerling 2 en wissel daarna om. Zorg dat alle leerlingen aan bod komen.

Sluit af met de volgende opdracht. Verspreid de voorwerpen over de zaal. Geef volgende opdracht:

We leerden heel wat hobby's kennen door voorwerpen die we misschien nog nooit zagen. Dit bracht je misschien op ideeën. Ik klap straks in mijn handen. Ga dan bij een voorwerp staan van een hobby die je nu niet doet maar wel interessant vindt.

Herhaal dit enkele keren. Laat telkens enkele leerlingen hun keuze verantwoorden. Verzamel de voorwerpen terug op de demotafel in klas en maak er nog even een mooie expo mee.

Thema 5: Klas vol talent! 11

Les 3 Speel je mee?

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen eigen wensen en mogelijkheden, en die van anderen, linken aan het passende aanbod.

2. De kinderen kunnen daartoe informatie over hobby’s en sporten gericht interpreteren.

3. De kinderen kunnen illustreren dat hobby’s en sporten verschillende, materiële voorwaarden hebben zoals de locatie, de kledij, de materialen, de kostprijs, het tijdstip …

4. De kinderen kunnen de eigen tijdsbesteding en die van anderen inzake hobby’s en sport aanvullen op een weekrooster en op elkaar afstemmen.

Lesmateriaal

- werkboek p. 8 - 12 - audio 1: Vik en Sam - voorwerpen die bij verschillende hobby’s horen

Vooraf

Je kunt dezelfde voorwerpen gebruiken als in les 2. Eventueel vul je nog aan met extra voorwerpen.

Thema 5: Klas vol talent! 12

Lesverloop

1 Instap

Bekijk en lees samen de reclameposters voor hobby’s in het werkboek pagina 8 - 9. Lees voor wat de leerlingen zelf niet kunnen lezen. Bespreek:

- Wat spreekt aan?

- Welke info vind je op elke affiche terug?

- Welke info heb je nodig om een nieuwe hobby te kunnen beginnen?

Stel volgend lijstje op:

- Wat is de hobby?

- Wanneer gaat het door?

- Waar gaat het door?

- Wat heb je nodig?

- Hoeveel kost het?

- Waarom is het leuk?

Laat de link leggen met de omstandigheden die ze kunnen ervaren in hun eigen hobby's.

2 Kern

2.1 Posters koppelen

Overloop in het werkboek pagina 8 - 9 de omschrijving van de kinderen die op zoek zijn naar een hobby. Laat de leerlingen ze aan de posters koppelen. Welke hobby past bij welk kind?

2.2 Wat heb ik nodig?

Hobby’s en sporten hebben allemaal materiële voorwaarden: de plaats waar je ze kan beoefenen, de materialen die je ervoor nodig hebt, de tijd die het vraagt …

Soms kun je die niet invullen: is de afstand naar een oefenplaats te ver, kosten de materialen te duur of vraagt het meer tijd dan je hebt … Maar dan valt alles toch op zijn plaats en dan heb je je eigen hobby of sport gevonden.

Zet deze drie vraagwoorden op het bord: waar? hoeveel? wanneer?

Laat de leerlingen reageren vanuit hun eigen sport of hobby. Laat ze vertellen:

- Waar kun je die beoefenen?

- Wat heb je ervoor nodig en hoe duur is het?

- Wanneer kun je die beoefenen?

Bespreek samen en kom tot enkele conclusies.

Rond af met de twee opdrachten in het werkboek op pagina 12.

Thema 5: Klas vol talent! 13

2.3 Wanneer lukt het om eens samen te spelen?

Kom terug op de laatste vraag op het bord.

Voor je hobby of sport moet je ook tijd maken. Dat is vaak toch even puzzelen. Verschillende agenda’s moeten in elkaar passen. Wanneer gaat het door? Ben jij dan vrij? Kan mama of papa je ophalen?

Als dat eenmaal is gelukt, blijven er nog enkele momenten over dat je vrij bent. Dat is ook zo voor Vik en en Sam. Zij willen nu eens afspreken om samen te kunnen spelen. We gaan na aan de hand van hun weekrooster wanneer dit mogelijk is. We oefenen het puzzelen in ons werkboek met twee weekroosters.

Neem het werkboek pagina 10. Luister tweemaal naar de audio 1 Na de eerste luisterbeurt vullen we het schema van Vik aan, na de tweede luisterbeurt dat van Sam.

- De momenten waarop het school is, zijn bezet. Die kleuren we rood.

- De momenten waarop ze zelf een hobby beoefenen zijn ook benomen, die kleuren we oranje.

- De moment waarop het wel lukt kleuren we groen.

Neem werkboek pagina 11. We doen nu dezelfde oefening onder twee vrienden. We luisteren naar elkaar en vullen aan op het weekrooster.

3 Slot

Zet de tafels aan de kant of voorzie genoeg plaats om te bewegen. Leg alle voorwerpen van de hobby’s in een grote bak. Verdeel de leerlingen in groepjes van vier of vijf en laat ze op rijtjes staan. Op het einde van het speelveld liggen drie grote hoepels: - creatieve hobby’s - sportieve hobby’s - rustige hobby’s

Laat een leerling van elke groep een voorwerp uit de bak nemen, het voorwerp in de juiste hoepel leggen en teruglopen naar de rij. Leerling 1 tikt leerling 2 aan, die hetzelfde doet. De groep die eerst klaar is, is gewonnen.

Overloop de voorwerpen samen met de leerlingen. Is alles juist gesorteerd? Zijn er voorwerpen die in meer dan één groep thuishoren?

Thema 5: Klas vol talent! 14

Les 4 Zo hoort het bij ons

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen vertellen hoe een groep mensen samen een beslissing kan nemen.

2. De kinderen kunnen rekening houden met de klasafspraken en zien hiervan het nut in.

3. De kinderen kennen de klasafspraken.

4. De kinderen kunnen verwoorden dat in elke groep of vereniging afspraken gelden en dat die het functioneren ervan ondersteunen.

5. De kinderen kunnen gemaakte afspraken evalueren en bijstellen indien nodig.

6. De kinderen kunnen zichzelf evalueren in het naleven van klasafspraken.

Lesmateriaal

- werkboek p. 13 - 15 - bijlage 3: zoekprent hobby’s - tekengerief - dobbelsteen

Vooraf

Knip de ‘zoekprent hobby’s’ (bijlage 3) in stukken. Verstop de puzzelstukken op een goed bereikbare plaats in de klas.

Thema 5: Klas vol talent! 15

Lesverloop

1 Instap

Professor Tiptop heeft mij een spel doorgestuurd. Tijd om dat spel te spelen.

Straks komt iemand naar voor, die moet een hobby uitbeelden. De anderen raden over welke hobby het gaat. Wie als eerste de hobby juist heeft, mag naar voren komen om een andere hobby uit te beelden.

2 Kern

2.1 Uitbeeldertje

Zet het spel verder zoals in de instap, maar deze keer noemen de leerlingen niet enkel de hobby, maar ook een afspraak die daarbij hoort. Laat zeker hobby’s aan bod komen waarbij … - je alleen bent, bv. thuis een boek lezen. - je met vrienden samen bent, bv. kampen bouwen in de tuin. - je in een georganiseerd verband bent, bv. de academie.

Bespreek samen het verschil.

Welke afspraken gelden op school en ook bij een hobby?

Welke afspraken gelden op school, maar niet ergens anders? Waarom zou dat zo zijn? Zijn er ook afspraken als je alleen bent en een tekening maakt? Wie maakt de afspraken als jullie met vrienden samen spelen? Wat doe je dan als iemand zich er niet aan houdt?

2.2 Wat als?

Vertel aan de leerlingen dat jullie een spel gaan spelen. Zeg dat er drie afspraken zijn, nummer deze op het bord. Vertel verder niets en laat de leerlingen even speculeren.

Schrijf, na even te wachten, een eerste afspraak op het bord en zeg: Verzamel de puzzelstukken. Laat de leerlingen die halen. Zeg dat dit niet de bedoeling is en laat hen de stukken terugleggen. Laat hen weer even speculeren.

Schrijf de tweede afspraak op het bord en zeg: Je mag ze niet aanraken met je handen. Laat de leerlingen de stukken verzamelen volgens deze nieuwe afspraak. Leg de dobbelsteen in het zicht.

Laat de leerlingen nu heel even puzzelen. Zeg opnieuw dat dit niet de bedoeling is. Schrijf de derde afspraak op het bord: Enkel wie een vier gooit, mag puzzelen. Los samen de puzzel op volgens de nieuwe afspraak.

Stel volgende vragen bij de nabespreking:

Wat vond je dat goed ging?

Wat vond je dat niet goed ging?

Zou het spel gelukt zijn zonder de afspraken?

Waren er meer afspraken nodig?

Hoe ging het samenwerken?

Waarom hebben we afspraken nodig? Waartoe dienen ze?

Kom samen tot de conclusie dat het meestal beter is om eerst de afspraken te kennen voor je met een spel of hobby begint.

Thema 5: Klas vol talent! 16

2.3 Vind ik het goed? Vind ik het moeilijk?

Afspraken maken is één ding, ze kunnen volgen is soms wat lastiger. Dat vraagt een inspanning. Daarbij is het ook belangrijk dat je jezelf ook een beetje kent. Dat oefenen wij in WOUW in elk thema met de selfie op het einde. Nu oefenen we dat even samen.

Verdeel de klas in vier zones, wellicht de vier hoeken in je klas. Bespreek waar elke hoek voor staat:

- hoek 1: ik vind van mezelf dat ik die afspraak goed opvolg.

- hoek 2: ik vind van mezelf dat ik die afspraak vaak goed opvolg, maar zeker niet altijd.

- hoek 3: ik vind van mezelf dat ik die afspraak zelden of nooit goed opvolg.

- hoek 4: ik twijfel.

Noem eerst zelf enkele afspraken. Geef de leerlingen een halve minuut bedenktijd. Geef die aan met een start- en stopteken. Daarna nemen ze hun plaats in. Laat enkele leerlingen hun keuze verwoorden. Laat ze ook elkaar beoordelen. Vinden zij dat bepaalde leerlingen niet op hun plaats staan?

Bespreek ook de ‘klasscore’:

- Waar staan de meeste leerlingen?

- Is dat ok of niet?

- Wat moet er blijven of veranderen?

Laat nu ook enkele leerlingen een afspraak noemen.

Neem werkboek pagina 13 - 15.

Bespreek de tekeningen en kleur de bollen in de passende kleur.

- Verzamelen bij het fluitsignaal.

- Vinger opsteken.

- Luisteren naar de trainer.

- Huiswerk maken.

- Douchen na het sporten.

- Na de bel in de rij staan.

- Sportspullen netjes opbergen

- Niet te lang op de tablet spelen.

- De juiste kleren aandoen. - Boekentassen mooi op een rij.

We nemen terug even de tijd voor een rustig moment zelfstandig werk. We tekenen een afspraak uit de klas en van onze hobby of sport en evalueren.

Laat de leerlingen dit verder afwerken op een vrij moment.

3 Slot

Laat de leerlingen zonder te praten van groot naar klein gaan staan. Laat de groep van tevoren drie afspraken bedenken die de oefening makkelijker kunnen maken. Probeer uit.

Thema 5: Klas vol talent! 17

Les 5 Maak van je talent je job

Lesdoelen

1. De kinderen drukken waardering uit voor beroepen van mensen in hun omgeving.

2. De kinderen kunnen beroepen benoemen en beschrijven.

3. De kinderen kunnen hun gevoelens omtrent beroepen verwoorden.

4. De kinderen kunnen hun talenten verwoorden.

Lesmateriaal

- werkboek p. 16 - 19

- video 2: intro 'Iedereen beroemd'

Vooraf

Vraag de ouders om een foto van zichtzelf te maken op hun werk. De leerlingen brengen die mee naar de klas of sturen die digitaal door.

Thema 5: Klas vol talent! 18

Lesverloop

1 Instap

Bekijk samen de intro van Iedereen Beroemd (video 2).

Welke hobby’s zien ze?

Wat moet je daarvoor goed kunnen?

Kun je deze hobby’s ook als beroepen uitoefenen?

Welke beroepen hebben ze in het filmpje allemaal gezien?

2 Kern

2.1 Mijn mama is bij de politie

Laat de leerlingen de foto’s van hun ouders nemen en projecteer die. Overloop kort welke beroepen er allemaal vertegenwoordigd zijn. Zorg dat iedereen begrijpt wat elk beroep min of meer inhoudt. Laat de leerlingen verduidelijken wat hun ouders doen.

Laat de leerlingen rondwandelen in de klas. Wanneer je in je handen klapt, gaan ze per twee staan. Laat ze de foto’s aan elkaar tonen en bedenken wat je goed moet kunnen om dat beroep uit te voeren. Herhaal dit enkele keren.

2.2 Talenten en beroepen

Een hobby is iets wat je graag doet.

Vaak is een hobby ook een talent: iets waarin je uitblinkt. Veel mensen maken van hun talent een beroep.

Laat de leerlingen een talent van hun buur noemen en samen bedenken welk beroep daarbij zou kunnen passen. Daarna wisselen de rollen om.

Kijk samen naar de collage op pagina 16 - 17 in het werkboek. Wat is er allemaal te zien?

- Zijn er beroepen bij die iemands ouder ook uitoefent?

- Zijn er beroepen bij die je zelf graag zou uitoefenen?

- Welke talenten heb je nodig voor deze beroepen?

- Waarvoor zijn deze beroepen belangrijk?

Maak samen oefening 2 pagina 18: verbind het talent met de hobby en het beroep. De talenten die aan bod komen: zorgen voor anderen en samenwerken, creatief verhalen bedenken, verbaal sterk zijn, wiskundig en technisch denken, fysiek sterk zijn.

Maak samen oefening 3 pagina 19: welk beroep hebben we hiervoor nodig?

Sluit in het werkboek af met de volgende oefening. Op pagina 16 tot 19 staan heel wat beroepen. Laat de leerlingen een groen kruisje plaatsen bij de beroepen die hen aanspreken. Laat hen een rood kruisje plaatsen bij deze die hen helemaal niet aanspreken. Rond dit af met de vraag of deze keuzes later nog kunnen veranderen.

3 Slot

Professor Tiptop heeft een uitdaging voor de klas: maak een zo lang mogelijke woordenslang met beroepen. Het eerste beroep geeft hij alvast cadeau: leerkracht. Maak samen de woordenslang.

Thema 5: Klas vol talent! 19

Les 6

Een raam naar buiten

Lesdoelen

1. De kinderen kennen het onderscheid tussen fictie en non-fictie in de media bij eenvoudige voorbeelden.

2. De kinderen kunnen verwoorden dat fictieve films en computergames de wereld anders voorstellen dan ze in werkelijkheid is en kunnen dit illusteren.

3. De kinderen kunnen verwoorden wat ze kunnen doen als ze ongewild met schokkende beelden geconfronteerd worden.

4. De kinderen kunnen inzien dat hun gedrag beïnvloed wordt door reclame en kunnen dit eenvoudig illustreren.

Lesmateriaal

- werkboek p. 20 – 24 - bijlage 4: Professor Tiptop deel 3 - Kahoot!-quiz (herhaling)

Thema 5: Klas vol talent! 20

Lesverloop

1 Instap

Begin de les met een debat. Laat alle leerlingen aan één kant van de klas staan. Baken twee zones af: akkoord en niet akkoord. Geef volgende stellingen:

- Ik speel graag op de computer.

- Gamen is ook een hobby.

- Bij gamen horen ook afspraken.

Laat de leerlingen telkens kort hun standpunt toelichten. Synthetiseer: Gamen is ook een hobby, maar ook daarbij zijn er afspraken. Je moet zorgen dat je het veilig doet. We gaan het daar vandaag over hebben. Geef nu een volgende reeks stellingen:

- Ik kijk graag naar reclame.

- Als ik reclame zie, dan wil ik dat product meteen kopen.

- Reclame is altijd waar.

- Voor een hobby heb je altijd veel spullen nodig.

Laat de leerlingen telkens kort hun standpunt toelichten. Synthetiseer: Reclame wordt gemaakt om te verkopen. Er wordt dus vaak in overdreven en is zeker niet altijd waar. Je hebt vaak spullen nodig voor een hobby, maar niet altijd. Soms kan je ook een goedkoper of gratis alternatief vinden.

2 Kern

2.1 Veilig online

Kijk samen in het werkboek op pagina 20 naar de logo’s van apps. Licht de apps toe die de leerlingen niet kennen.

- Welke logo's kennen jullie?

- Wat doen jullie daarop?

- Doen jullie dat alleen of samen?

Bekijk oefening 2:

- Welke afspraken gelden er bij jullie thuis in verband met gamen of schermtijd?

- Hoeveel schermtijd krijgen jullie?

- Waar moeten jullie op letten?

Laat hen één afspraak tekenen in het werkboek pagina 21.

Laat enkele leerlingen de afspraak benoemen. Bedenk samen waarom die afspraak er zou zijn. Verzamel de afspraken kort op het bord.

Bekijk en bespreek samen pagina 22 in het werkboek.

Thema 5: Klas vol talent! 21

2.2 Gratis penselen!

Verdeel de leerlingen in groepjes van drie. Geef elk groepje een hobby, bijvoorbeeld: - puzzelen - tekenen - voetballen - skateboarden - zwemmen

Laat hen voor die hobby één voorwerp bedenken dat je nodig hebt en er een auditieve reclamespot over maken. Geef mee dat die spot volgende informatie moet bevatten:

- Wat is het?

- Waarom heb je het nodig?

- Hoeveel kost het?

- Waar kan je het vinden?

Zet die vraagwoorden op het bord. Geef de leerlingen even de tijd om hun spot voor te bereiden. Laat ze om beurt die spot voor de klas brengen.

3 Slot

3.1 Slot

Tijd voor het laatste deel van onze professor.

Vertel het einde van het verhaal van professor Tiptop (bijlage 4).

3.2 Herhalingsmoment

We ronden deze lessenreeks af met een herhalingsmoment. In het werkboek zie je een aantal herhalingsoefeningen die de inhoud van een aantal lessen herhalen. Op Kabas vind je aanvullend een Kahoot!-quiz. Het is een aanleiding om het thema even opnieuw te overlopen en de lessen te bekijken en te bespreken. Daarbij kunnen de kinderen het blanco bolletje bij het nummer van elke opdracht inkleuren volgens de eenvoudige legende:

- dit wist ik al.

- dit weet ik nu.

De bedoeling is vooral om de kinderen nog even te laten nadenken over wat we in dit thema allemaal hebben leren kennen en hebben geleerd. Je kan de herhalingsoefeningen en de kleuropdracht zowel individueel (contractwerk, huistaak …) als klassikaal laten uitvoeren. Het is evenwel nooit de bedoeling om alle leerstof nog eens te gaan herhalen en uitleggen in detail.

Verwijs de leerlingen ook naar het online aanbod op Kabas: - de digitale oefeningen; - de oefentoets, die ze kunnen maken wanneer ze denken klaar te zijn voor de toets.

Thema 5: Klas vol talent! 22

Les 7 Evaluatiemoment

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen talenten en beroepen benoemen en beschrijven.

2. De kinderen kunnen reclame herkennen.

3. De kinderen kunnen hobby’s onderverdelen.

Lesmateriaal

- kopieerblad 1: toets - kopieerblad 2: correctiesleutel toets - kopieerblad 3: selfie - powerpoint 1: selfie - video 3: waarom doe ik aan sport?

Thema 5: Klas vol talent! 23

Lesverloop

Deel de toetsbladen uit. De leerlingen noteren hun naam en klas. Overloop alle vragen, lees voor waar nodig. De leerlingen duiden met een markeerstift de belangrijkste begrippen in iedere vraag aan.

Vraag 1: Welke van deze artikels is reclame?

Hierbij kruisen de leerlingen het juiste antwoord aan.

Vraag 2: Wat is een klasafspraak waar jij akkoord mee bent en die je goed vindt? Hierbij schrijven de leerlingen hun antwoord op.

Vraag 3: We kijken naar een filmpje. Speel video 3 af. De leerlingen kruisen aan waarom deze kinderen aan sport doen.

Vraag 4: Verbind de hobby met de plaats waar je hem uitvoert. Hierbij verbinden de leerlingen wat samen hoort.

Vraag 5: Verbind de hobby met het materiaal dat je ervoor nodig hebt. Hierbij verbinden de leerlingen wat samen hoort.

Vraag 6: Welke soort hobby’s zijn dit? Hierbij verbinden de leerlingen wat samen hoort.

Vraag 7: Wanneer doet Nelle wat?

Hierbij duiden de leerlingen aan op het weekschema wanneer Nelle gaat basketten en wanneer ze naar de tekenschool gaat.

Vraag de leerlingen om even heel aandachtig te luisteren. Je vertelt wanneer de activiteiten van Nel doorgaan: Nel gaat op dinsdagavond basketten. Dat moment kleuren de leerlingen blauw op het weekschema. Nel gaat op zaterdagochtend naar de tekenschool. Dat moment kleuren de leerlingen groen op het schema.

Vraag 8: Wat moet je goed kunnen om deze beroepen uit te voeren?

Hierbij verbinden de leerlingen wat samen hoort.

Thema 5: Klas vol talent! 24

Beoordeling:

Opdracht 1: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 1 punt

Opdracht 2: 1 punt per correct antwoord Totaal: 1 punt

Opdracht 3: 1 punt per correct antwoord Totaal: 2 punten

Opdracht 4: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 2 punten

Opdracht 5: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten

Opdracht 6: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 2,5 punten

Opdracht 7: 1 punt per correct antwoord Totaal: 2 punt

Opdracht 8: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 1,5 punt

Totaal: 15 punten

De selfie

Bezorg alle leerlingen de selfie (kopieerblad 3) van dit thema. Leid kort in. We hebben het thema afgerond. We sluiten zoals steeds af met een momentje waarop we het even stil maken en een selfie maken van wat we er zelf van vinden.

Start de powerpoint met de eerste dia. Lees zelf de vraag voor. Herhaal die nog eens en verduidelijk indien nodig ook de mogelijke antwoorden.

Kruis nu het antwoord aan dat het best bij jou past, volgens jou. Wanneer je klaar bent, vouw je het blad en kleef je het dicht.

De leerlingen houden het bij op de afgesproken plaats. Dat kan een eigen envelop zijn, of een ringmapje of …

Thema 5: Klas vol talent! 25

Overzicht opties WOUW-actie

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

100' Jezelf in een mini-wereld, ja dat kan! Met onze trotsdoos tonen we waar we goed in zijn, wat we fijn vinden en waar we ons goed voelen. Je zou er bijna zelf in willen wonen!

100' Ieder zijn talent! Tijdens een heuse talentbeurs, toon je waar jij expert in bent. Misschien ben je de nieuwe Mozart, heb je het dribbeltalent van Hazard of schilder je als een Piccasso? Toon aan de andere en wie weet steek je ze zelf aan om nieuwe talenten te ontwikkelen.

100' Beebot-beloela… Elvis, die kon een partijtje zingen. En van zingen krijg je een goed gevoel! Hij maakte van zijn talent zijn beroep. Stel de goed-gevoelmachine in en zoek het beroep naar het juiste talent of de juiste hobby.

Thema 5: Klas vol talent! 26
1
Trotsdoos 1
2
Talentenbeurs 2
3 Goed gevoel-machine 3

J'aime le sport et la musique !

50' Ook in deze les taalinitiatie Frans hebben de leerlingen het over wat ze graag en minder graag doen in hun vrije tijd. We leggen daarbij de focus op sport en muziek!

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Thema 5: Klas vol talent! 27

Begrippen- en namenlijst

Les 1 talent

rustige hobby sociale hobby sportieve hobby creatieve hobby activiteit vrije tijd

Les 2 sport goed zijn in goed voelen gezond

Les 3 weekrooster dagen van de week ochtend middag avond locatie kostprijs materialen tijdstip

Les 4 afspraken opvolgen

Les 5 job beroep hobby talent Les 6 veilig online reclame logo gamen schermtijd

Thema 5: Klas vol talent! 28

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.