Verrekijker Taal 4 - Kijker 3 - Werkboek

Page 1

educatieve uitgaven 4
Naam Klas
DE LEUKSTE WEETJES OVER DE VREEMDSTE DIEREN TER WERELD KIJKER 3
VREEMDE DIEREN

In deze Kijker vind je informatie over vreemde dieren.

Ik ben benieuwd wat jij ervan vindt!

Er zijn heel veel diersoorten op de wereld!

We kennen meer dan 1,5 miljoen verschillende diersoorten, in alle maten en vormen. Deze dieren worden door wetenschappers onderverdeeld in groepen. Ze doen dat op basis van gemeenschappelijke kenmerken.

Ongewervelde dieren

Ongeveer twee derde van alle diersoorten is ongewerveld.

Dat betekent dat deze dieren geen wervelkolom of ruggengraat hebben.

Dit zijn wormen, geleedpotigen (zoals insecten), krabben, spinnen en weekdieren (zoals slakken).

Gewervelde dieren

De dieren die we het best kennen, zijn meestal gewerveld. Dat betekent dat deze dieren wel een wervelkolom of ruggengraat hebben. De ruggengraat is het belangrijkste gedeelte van het skelet en wordt door spieren bewogen.

Er zijn vijf klassen:

amfibie (zoals kikker)

vis (zoals paling)

vogel (zoals vink)

reptiel (zoals krokodil)

zoogdier (zoals hond)

2

Trefwoordenlijst

aardvarken 7 14-15 Charles Darwin 16 hengelvis 6 ijsvogel 4-5 jak 31 kameleon 22 koekoek 24 luiaard 11 neusaap 12-13 nijlpaard 18-19 prieelvogel 10 rode reuzenkangoeroe 20-21 stokstaartje 26 torenvalk 17 vogelbekdier 25 vingerdier 8 wandelende tak 23 zeepaardje 9 mijn vreemdste dier 28-29, 35-36

Bij elk dier vind je dit houten bord. Noteer in elk bord of het ongewerveld of gewerveld is. Noteer bij gewervelde dieren ook de klasse: amfibie, vis, vogel, reptiel of zoogdier.

illustratie uit Springende pinguïns en lachende hyena’s, Jesse Goossens & Marije Tolman, Lemniscaat, 2013

3

Les 1 Ik kan aandachtig luisteren en de informatie correct noteren.

Noteer het antwoord op de vragen. Gebruik sleutelwoorden.

1 Dit is een .

Ik kan de informatie die ik hoor, gebruiken in een gesprek.

4
2 Welke kleur heeft de vogel? 3 Waar vind je deze vogel? ______________________________________ 4 Wat kun je vertellen over zijn voeding? ___________________________________________ ___________________________________________ ___________________________________________ ___________________________________________ ___________________________________________ Les 1
5 © H.J. de Groot
5 Wat zie je op deze foto? ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ 6 Wat hoorde je over hun nest? _________________________________ _________________________________ _________________________________ _________________________________ _________________________________ 7 Wat wil je nog te weten komen? Les 1
© René Smiths

Les 2 Ik kan antwoorden op vragen zoeken in teksten.

Hengelvis

In het pikkedonker van de diepzee zwemmen monsters rond waar we niks van weten. Ze hebben enorme ogen, buitensporig grote kaken en tanden als zwaarden. Eén van die monsters is de hengelvis. Het vrouwtje heeft op haar kop een spriet. Aan het eind van die spriet zit een lichtje. In de waanzinnige duisternis zwemmen andere diepzeedieren erheen en zien ze niet dat achter dat gezellige lampje een muil zit die hapt. Hengelvissen kunnen vissen opslokken die tweemaal zo groot zijn als zij zelf. Doordat het voedsel zo schaars is, moeten ze soms meerdere dagen toekomen met een kleine maaltijd. uit Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006

1 Wat bedoelt de schrijver hiermee? Noteer. buitensporig grote kaken de waanzinnige duisternis

HENGELVIS

grootte 3 tot 20 centimeter leefgebied de diepere wateren van de Atlantische, Grote en Indische Oceaan menu andere diepzeevissen

2 Wat is er niet juist aan onderstaande prent? Noteer.

6
Les 2

Aardvarken

Dit is het eenzaamste zoogdier ter wereld. Hij is geen familie van het varken en eigenlijk loopt er nergens familie rond van dit verloren beestje. Alsof dat nog niet genoeg is, scharrelt hij ook nog eens moederziel alleen over het veld.

Overdag schuilt het aardvarken in een hol onder de grond, soms wel 13 meter diep. Pas als de maan hoog aan de Afrikaanse hemel staat, kruipt hij naar buiten. Daar trippelt hij over de nachtelijke vlakte op zoek naar mieren. Als hij die gevonden heeft, graaft hij de harde grond open en laat hij zijn kleverige en lange tong naar beneden zakken en zo vist hij zijn maaltijd op.

3 Waar leeft het aardvarken? Onderstreep. Wanneer zie je hem? Markeer.

AARDVARKEN

Hij is niet alleen eenzaam, maar ook geheimzinnig. We weten dat hij sneller kan graven dan alle andere dieren en dat er borsteltjes in zijn neus zitten die ervoor zorgen dat er geen aarde mee naar binnen komt. We weten ook dat hij niet zo goed kan zien. Als hij op de vlucht slaat, botst hij namelijk tegen struiken en bomen. uit Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006 4 Schrijf bij elke foto een passende zin. Zoek de informatie in de tekst.

7
grootte 60 centimeter leefgebied Afrika, ten zuiden van de Sahara menu termieten en mieren, zachte insecten en vruchten _______________________________ Les 2

Vingerdier

Het vingerdier (of aye-aye) uit Madagaskar is verzot op sappige larven, maar de lekkerste insecten leven verborgen in bomen. Het vingerdier gebruikt zijn trommelkunst en zijn bijzonder goede oren om ze te vinden. Hij klopt op de schors en luistert of er een holle gang is. Als dat zo is, maakt hij een gat en gebruikt hij zijn speciale, takachtige vinger om de larven eruit te halen.

Dit kleine nachtdier heeft grote ogen en oren om zijn weg te vinden in het donkere woud. Soms springt hij van boom naar boom. Overdag rust hij hoog in de bomen in een nest van bladeren en twijgen.

uit Super Nature, Derek Harvey, Dorling Kindersley, 2013

VINGERDIER

grootte 40 centimeter leefgebied regenwoud menu larven, zaden, fruit en nectar kloptempo 8 keer per seconde

Onderstreep in de tekst waar dit dier woont.

Markeer de grootte van het beest.

Waarvoor gebruikt het dier zijn lange vinger? Noteer.

8
8
___________
Les 2
5
6
7
Hoeveel keer kun jij met je vinger op je bank trommelen?
keer per seconde

Zeepaardje

Zeepaardjes zwemmen rechtop, hebben een beweeglijke nek en hun kop staat in een rechte hoek ten opzichte van de rest van hun lijf. In plaats van schubben hebben ze beenplaatjes onder hun huid. Ze hebben een kleine bek en eten daardoor alleen kleine diertjes die tussen het wier leven.

Een zeepaardje is een vis die niet zo goed kan zwemmen, daarom grijpt hij zich met zijn staart vast aan een stukje wier. Op die manier kan de stroom hem niet meesleuren.

Als het volle maan is, zoeken de mannetjes en de vrouwtjes elkaar op. Ze strengelen hun staarten om elkaar heen. Daarna gooit het vrouwtje haar eitjes in het buideltje van het mannetje. Als de eitjes goed geland zijn, gaat het vrouwtje ervandoor. Het mannetje zorgt goed voor de eitjes. Hij doet er meteen wat zaadjes bij en na een paar weken worden er kleine zeepaardjes geboren. Die zwemmen zo zijn buidel uit, de wijde zee in.

9 Welk dier heeft ook een buidel? Noteer.

De rugvin van het zeepaardje zorgt ervoor dat het dier vooruitgaat. De vin beweegt ongeveer 40 keer per seconde heen en weer. Toch haalt het dier nauwelijks snelheid. uit Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006

10 Markeer de zin die bij deze foto past.

11 Wat betekent ‘nauwelijks’? Kruis aan. ❒ helemaal geen ❒ bijna geen ❒ heel veel

ZEEPAARDJE

grootte 3 tot 35 centimeter leefgebied ondiepe kustwateren menu kleine zwemmende diertjes

12 Wie zorgt voor de eitjes?

Kruis aan en onderstreep de zin die je dat vertelt.

❒ het mannetje ❒ het vrouwtje

9
© Hans Hillewaert
Les 2

Prieelvogel

Aan de andere kant van de wereld woont de prieelvogel. Een prieelvogel bouwt nesten zo mooi als tuinhuisjes. Ze staan in het bos op de grond. Er liggen spullen in, die de vogel in het bos vindt en daar verzamelt.

13 Zoek op wat ‘prieel’ betekent. Omkring in de tekst het synoniem.

De prieelvogel houdt van versieren. Eerst bouwt hij een nest waar hijzelf wel honderd keer in past. Daarna gaat hij op zoek naar stukjes slangenvel, slakkenhuisjes, steentjes die glimmen, bloempjes, blaadjes … Besjes kauwt hij kapot en met het sap verft hij de takjes van zijn kamer rood of blauw. Als hij klaar is met zijn nest, wacht hij op een vrouwtje.

Als er een vrouwtje komt, moet de prieelvogel dansen en fluiten. Het is een heel karwei! Soms voor niks, want vaak gaat het vrouwtje na een rondje kijken gewoon weer weg. Dan moet het mannetje weer wachten … en intussen de verdorde bloemen verversen. Hij blijft versieren. Niet alleen zijn nest, maar ook de vrouwtjes. Prieelvogels zijn blauw en ook hun lievelingskleur is blauw. Als ze geen blauwe bloemen of bessen kunnen vinden, gebruiken ze afval als decoratie uit Super Nature, Derek Harvey, Dorling Kindersley, 2013

14 Kleur met een blauw kleurpotlood wat de prieelvogel verzamelt om zijn nest te versieren.

15 Het werkwoord ‘versieren’ heeft twee betekenissen. Wat versiert de prieelvogel? Noteer.

-

PRIEELVOGEL

grootte 25 centimeter leefgebied regenwoud (Oost-Australië)

menu fruit, zaden, bladeren, nectar en kleine dieren

10
Les 2

Luiaard

Een luiaard doet er een dag over om van de ene boom naar de volgende te verhuizen, maar hij kan er ook voor kiezen om bijna niet te bewegen. Luiaards hoeven zich niet te haasten, want ze zijn omringd door voedsel (bladeren) en zijn goed gecamoufleerd. Ondersteboven hangend in een boom met hun lange klauwen om een tak gekromd, zijn ze hoog in het gebladerte bijna niet te onderscheiden.

De vacht van een luiaard heeft vaak een groene tint, afkomstig van de algen die in het vochtige regenwoud voorkomen.

Luiaards vermijden de grond. Ze zijn er erg kwetsbaar. Ze kunnen alleen onhandig kruipen. Soms klimmen ze naar beneden om van boom te wisselen of om bijvoorbeeld te plassen.

uit Super Nature, Derek Harvey, Dorling Kindersley, 2013

16 Vul aan. Een luiaard is goed gecamoufleerd want …

17 Onderstreep een zin in deze tekst die bij deze foto hoort.

LUIAARD

grootte 40 tot 75 centimeter leefgebied regenwoud (Middenen Zuid-Amerika) menu bladeren en scheuten van bomen camoufleren

onzichtbaar of onopvallend maken de decoratie versiering de diepzee deel van de oceaan zonder zonlicht (dieper dan 500 tot 1000 meter) de larve eerste levensfase van een diertje, zoals een rups voordat hij een vlinder wordt moederziel alleen helemaal alleen opslokken gulzig opeten schaars zeldzaam, moeilijk te vinden de scheut nieuwe stengel van een plant de termiet soort insect dat in grote groepen leeft

11 Les 2
uit Springende pinguïns en lachende hyena’s, Jesse Goossens en Marije Tolman, Lemniscaat, 2013

Les 3 Ik kan vragen stellen om een infofiche op te stellen. Ik kan informatie selecteren om de vragen te beantwoorden.

Neusaap

Deze aap uit Borneo is in gevaar. Het is een bedreigd dier en dan ook verboden om zo’n dier te kopen of verkopen.

De mannetjesneusaap heeft altijd een harem vrouwtjes rond zich! Elk mannetje kan 2 tot 7 wijfjes en hun jongen hebben. De neus van het mannetje is langer dan die van de wijfjes: met die neus lijkt hij aantrekkelijker en kan hij harder roepen. Hoogtevrees? Nooit! Hij leeft in de kruinen van dikke onbuigzame bomen in de mangrovewouden. Hij brengt er de nacht en een groot deel van de dag door. Hij is erg behendig en dankzij zijn lange staart rent en springt hij moeiteloos. ’n Echte acrobaat!

NEUSAAP

grootte 65 cm en 65 cm staart gewicht 21 kg leefgebied Borneo (Indonesië, Azië) menu bladeren en scheuten, vruchten en bloemen

De neusaap laat zich vallen om van boom tot boom te springen.

Jonge neusapen hebben een blauw gezicht en hun neus is nog niet groot. Die groeit pas later!

12 Les 3
© Wapiticlub.nl

1 Een infofiche bevat vaste onderdelen. Schrijf het nummer van elk onderdeel op de juiste plaats op de fiche (pagina 12).

1 titel 4 informatie over het dier 2 inleidend stukje 5 extra weetje(s) 3 steekkaart 6 foto met beschrijvende zin

2

Een infofiche geeft je informatie over het dier. Op welke vragen over de neusaap vind je het antwoord op de infofiche (pagina 12)? Kruis aan.

❒ Wat eet de neusaap?

❒ Waar leeft de neusaap?

❒ Waarom is de neusaap beschermd?

❒ Hoe zie je het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes?

❒ Hoe oud kan de neusaap worden?

❒ Hoe beweegt de neusaap zich voort?

❒ Wat is het verschil tussen een babyneusaap en een volwassen neusaap?

3 Bedenk een vraag over de neusaap waarop je graag het antwoord wil.

13 Les 3

4 Zoek het vreemde dier op en schrijf de naam in het titelvak.

5 Kleef hier een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

6 Schrijf twee weetjes over het dier. ______________________________________________________________

7 Stel vijf vragen over het dier waarop je een antwoord wil. Schrijf de vragen in de kleefblaadjes (pagina 15).

8 Lees het bronnenmateriaal en verzamel informatie om een antwoord op de vragen te geven. Schrijf de antwoorden naast de kleefblaadjes. Gebruik eventueel sleutelwoorden.

14 Les 3
______________________________________________________________
Het lelijkste dier ter wereld! (september 2013)
15 Les 3

Les 4 Ik kan zelfstandige naamwoorden en eigennamen aanduiden in een tekst. Ik kan zeggen of ze in het meervoud of in het enkelvoud staan. Ik weet wat een verkleinwoord is.

1 Lees de tekst. Onderstreep de zelfstandige naamwoorden. Markeer de eigennamen.

Charles Darwin was een heel beroemde wetenschapper. Hij werd geboren in 1809 in Engeland. Toen hij 22 jaar was, ging hij op reis met een schip dat HMS Beagle heette.

Vijf jaar lang reisde hij de wereld rond, langs Zuid-Amerika, Australië en het zuiden van Afrika.

Hij deed onderzoek naar de natuur. Zo ontdekte hij planten en dieren die hij nog nooit eerder had gezien. Op het Galapagoseiland leefde bijvoorbeeld een reuzenschildpad die Darwin meenam en die 170 jaar werd. Na vijf jaar kwam Darwin terug in Engeland. Hij schreef al zijn ontdekkingen in een boek.

2 Vul aan met een kleine letter of hoofdletter. Schrijf de woorden over. aterdag va ntwerpen rka amson rootvader ierenarts elgië asen ijlpaard useum erkstraat

16 Les 4
9

3

Schrijf de woorden in het meervoud in de tekst.

Torenvalk

De torenvalk jaagt vanop een hoogte van 10 tot 40 meter.

muis vleugel klauw mol rat – kikker hagedis worm – insect

Hij blijft hangen op eenzelfde plaats en bidt. zijn de belangrijkste prooi.

Zodra hij een prooi ziet, houdt de torenvalk zijn tegen zich aan en laat zich als een steentje naar beneden vallen.

Hij remt zijn val net voor de grond. Met zijn scherpe grijpt hij het diertje.

Hij jaagt naast muisjes ook op , , en Soms zoekt hij naar of Na de jacht brengt hij zijn buit naar een rustig plekje.

4 Omkring de vier verkleinwoorden in de tekst over de torenvalk.

5 Zoek in dit werkkatern telkens drie voorbeelden. meervoud enkelvoud eigennaam verkleinwoord

6 Schrijf een zin waarin je twee eigennamen gebruikt.

17 Les 4 9 12

Les 5 Ik kan informatie uit een filmpje en liedje halen.

Ik kan informatie ordenen en vragen naar ontbrekende informatie.

3 Vul aan. Zo’n 16 uur per dag vind je nijlpaarden in

.

4 Van wie is het nijlpaard familie? Kruis aan. ❒ de neushoorn ❒ de walvis ❒ de olifant ❒ de zeehond

1 Vul in en kruis aan. gewicht bij de geboorte kilogram gewicht maximum kilogram grootte maximum meter leefgebied ❒ woestijn ❒ steppe ❒ savanne ❒ regenwoud menu kilogram per dag 2 Vooral het mannetjesnijlpaard is levensgevaarlijk. Wat doe je beter niet? 5 Wat doen nijlpaarden om hun huid te beschermen? Noteer.

18 Les 5
-
___________________________

6 Vul aan.

Nijlpaarden kunnen niet zwemmen. Wat doen ze wel?

Hoelang kunnen ze hun adem inhouden?

uit Springende pinguïns en lachende hyena’s, Jesse Goossens & Marije Tolman, Lemniscaat, 2013

7 Welke delen van het nijlpaard zie je meestal boven water? Waarom is dit handig? Noteer.

8 Duid aan wat bij je past.

Vragen beantwoorden

Ik kan vragen beantwoorden, maar kan het antwoord niet beknopt geven. Het is ook nog moeilijk om het met eigen woorden uit te leggen.

Ik kan vragen beantwoorden, maar kan het antwoord niet beknopt geven. Ik kan het meestal met eigen woorden uitleggen.

Ik kan vragen beknopt beantwoorden.

Informatie navertellen

Ik kan nog niet zo goed vertellen over het nijlpaard.

Ik kan goed vertellen over het nijlpaard, maar ik wil dat mijn leerkracht me vragen stelt. Ik kan goed vertellen over het nijlpaard. Mijn leerkracht moet me geen extra vragen stellen.

Vragen stellen

Ik kan geen vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren.

Ik kan een aantal vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren. Ik weet soms niet welke vraag ik moet stellen of durf niet goed. Ik kan vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren.

19 Les 5
_____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________

Les 6 en 7 Ik kan voorspellen waarover een verhaal zal gaan.

Rode reuzenkangoeroe

De zwangerschap van een kangoeroe duurt 33 dagen. Wanneer een jong geboren wordt, vindt het vanzelf zijn weg naar de buidel. Daar ontwikkelt het verder. Een kangoeroe kan een jong hebben dat groot genoeg is om de buidel te verlaten terwijl een tweede jong in de buidel groeit en de derde wacht om geboren te worden.

1 Welk dier uit de vorige leesles heeft ook een buidel?

De tepels van de moeder produceren verschillende soorten melk om aan de behoeften van alle joeys te voldoen. Na een jaar beginnen ze gras te eten.

2 Wat is een joey?

Een joey zit lang in de buidel van zijn moeder. Na 190 dagen komt hij voor de eerste keer naar buiten, maar hij keert terug om sterker te worden. Hij krijgt een vacht zodat hij buiten de buidel kan leven.

uit Super Nature, Derek Harvey, Dorling Kindersley, 2013

RODE REUZENKANGOEROE

grootte 100 tot 140 centimeter leefgebied Australië menu planten © Getty Images

20 Les 6 en 7

Feiten en cijfers

levensduur

jaar

TIJD 33 (draagtijd)

190 (1e keer uit de buidel)

(voorgoed 235 uit de buidel) dagen 100 200 300

GROEITEMPO

3 Bekijk bovenstaande grafieken en vul de ontbrekende informatie aan. eerste dag De minikangoeroe weegt gram. na dagen De joey wordt geboren en vindt zijn weg naar de buidel. na 190 dagen na 200 dagen De kleine kangoeroe weegt ongeveer gram. na dagen De kangoeroe verlaat definitief de buidel.

21 Les 6 en 7
1 gram geboortegewich t 27
1 g 238 g 2250 g 6230 g dagen 100 200 300

Kameleon

Volgens sommige mensen zijn kameleons net minidraakjes. Alleen, draken bestaan niet, maar kameleons wel. Het zijn hagedissen. Ze hebben een stevig lijf, bedekt met harde schubben, een groot hoofd met uitpuilende ogen en ze hebben meestal een staart die net zo lang is als hun lijf.

Ze hebben meestal een gespikkelde, gestreepte of gevlekte huid die ervoor zorgt dat ze niet opvallen in hun leefomgeving. Dat heet camouflage. Kameleons staan erom bekend dat ze van kleur kunnen veranderen. In minder dan twintig seconden kunnen ze er totaal anders uitzien! uit Waarom veranderen kameleons van kleur?, Melissa Stewart, Ars Scribendi Uitgeverij BV, 2010

4

Vind jij de kameleon op de foto? Omkring. KAMELEON

Een zwangere vrouwtjeskameleon legt na een maand haar eieren in ondiepe kuiltjes in de bodem. De kleintjes blijven lang in het ei zitten, soms wel tot 12 maanden. Nadat ze uit het ei zijn, gaan ze er snel alleen op uit.

22
grootte 3 tot 65 centimeter leefgebied Afrika en Zuid-Europa menu insecten en kleine dieren
5 Welk groot voordeel heeft het kunnen veranderen van kleur denk je? Noteer. Les 6 en 7
6 Als onze huid zou kunnen veranderen van kleur, welke kleur zou jij dan willen hebben?

Wandelende tak

Wandelende takken zijn heel bijzondere insecten. Ze hebben een kleine kop 1 met twee grote ogen 2 waarmee ze tegelijk naar boven, naar beneden, naar achteren en naar voren kunnen kijken. Ze hebben twee voelsprieten 3 waarmee ze voelen en ruiken. Ze hebben zes poten 4 met op het einde kleine klauwtjes 5 . De meeste zijn vrouwtjes, want mannetjes zijn heel zeldzaam!

7 Schrijf de cijfers op de juiste plaats.

Wanneer een jonge wandelende tak met zijn poot vast komt te zitten, kan hij ontsnappen door zijn poot af te breken. Hij zal rondlopen tot er een nieuwe aangroeit. uit Wandelende tak, Karen Hartley, Chris Macro & Philip Taylor, Ars Scribendi Uitgeverij BV, 2010

8 Op hoeveel poten trippelt hij dan?

Vrouwtjes hebben niet altijd mannetjes nodig. Ze leggen honderden eitjes, waarin de jongen een lange tijd kunnen blijven zitten. De eitjes zijn zeer klein en lijken op uitwerpselen en plantenzaden. De eitjes hebben een klein dopje bovenaan. Als het jong geboren wordt, komt dit los en kruipt het daarlangs naar buiten.

9 Hoe zien de eitjes eruit denk je? Teken een eitje alsof je het onder een vergrootglas zou zien.

WANDELENDE TAK

grootte 15 centimeter leefgebied tropische landen menu bladeren

23
Les 6 en 7

Koekoek

Een koekoeksvrouwtje legt haar ei in het nest van een ander vogeltje. Een onschuldig zangvogeltje. Als dat vogeltje even niet thuis is, kiepert de koekoek eerst een eitje over de rand van het nest en legt er vlug één van haarzelf in de plaats. Een gruwelijke misdaad, maar de zangvogelouders merken er niets van.

10 Duid met een pijl het koekoeksei aan.

Als het koekoeksjong uit het ei kruipt, is het meteen net zo slecht als zijn moeder. Een pasgeboren koekoeksjong verwoest de andere eitjes in het nest. Hij neemt ze op zijn kale ruggetje en duwt ze zo het nest uit.

De kleine zangvogelouders weten niet wat er aan de hand is. In hun nest groeit een reus van een kind. Ze zoeken heel veel voer voor dat jong. Als het jong niet meer in het nestje past, vliegt het uit.

KOEKOEK

grootte 35 centimeter leefgebied van West-Europa en Noord-Afrika tot Kamtsjatka en Japan menu insecten (rupsen, kevers, krekels, sprinkhanen …)

uit Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006

11 Wat betekent het woord ‘voer’?

12 Schrijf bij elke foto een passende zin. Zoek de informatie in de tekst.

Les 6 en 7 24 _________________________________

Vogelbekdier

Het vogelbekdier is een heel eigenaardig dier. Het ziet eruit alsof het uit delen van andere dieren is geknutseld: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Met zijn beverachtige staart en poten met zwemvliezen kan het dier uitstekend zwemmen. Met zijn soepele snavel zoekt hij voedsel in modderig water en tussen steentjes. Zijn dikke bruine vacht houdt hem warm.

13 Het vogelbekdier lijkt een mix van drie dieren. Onderstreep in de tekst de dieren.

Het vogelbekdier is een zoogdier, maar legt eieren zoals een vogel. Het vrouwtje graaft in de oever een lange nesttunnel met aan het einde een broedkamer. Deze gang kan wel twintig meter diep zijn. Ze zoekt dan gras en bladeren bijeen. Het nestmateriaal brengt ze naar de broedkamer en maakt er een warm nest. Daar worden dan twee witte eieren met zachte schalen gelegd, die zij voorzichtig tussen staart en buik uitbroedt. Elk ei is ongeveer zo groot als een knikker. Na één tot twee weken komen de jongen uit en worden ze door de moeder gezoogd. Ze blijven vier tot vijf maanden in het hol.

VOGELBEKDIER

grootte 60 centimeter leefgebied Oost-Australië en Tasmanië menu ongewervelde dieren in het water

uit Super Nature, Derek Harvey, Dorling Kindersley, 2013

14 Dit maakt het dier zo vreemd. Vul aan.

- De moeder legt zoals een .

- Wanneer de jongen uitkomen, drinken ze bij hun moeder.

Dat heet zogen.

Wist je dat het vogelbekdier en de mierenegel de enige zoogdieren zijn die eieren leggen?

25
Les 6 en 7

Stokstaartje

Stokstaartjes zijn erg lief voor elkaar. Bijna alle stokstaartouders zorgen voor de stokstaartjongen. En ook stokstaartbroertjes zorgen voor hun stokstaartzusjes. Stokstaartjes helpen elkaar, of ze nu familie zijn of niet. Lief! Om de beurt staan ze op de uitkijk om elkaar te waarschuwen voor vijanden. Ook lief! Stokstaartvrouwtjes geven melk aan de jonkies van hun vrienden, ook al hebben ze zelf geen kinderen. Dat is meer dan lief!

15 Vul aan. Jonkies zijn .

Stokstaartjongens geven rondrennende stokstaartkleuters een heerlijk hapje van hun pas gevangen schorpioen. Liefst!

Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006

STOKSTAARTJE

grootte 25 tot 35 centimeter leefgebied Zuid-Afrika menu slakken, spinnen en insecten, knaagdieren en eieren van vogels

16 Waarom is deze tekst anders dan de andere teksten?

voor altijd, voorgoed eigenaardig vreemd, niet alledaags kieperen gooien, smijten onschuldig zonder besef van goed en kwaad produceren aanmaken uitpuilen bol naar buiten uitsteken zogen met moedermelk voeden

definitief

26 Les 6 en 7

17

Vul de tabel aan met de namen van de dieren.

Wie zorgt voor de kinderen? moeder vader (ook) anderen niemand

Hoe worden de dieren geboren? in een ei levend geboren en gezoogd

18 Wil je nog meer te weten komen over de dieren? Maak goede vragen en schrijf ze op een kleefbriefje. Kleef het bij het dier en zoek de informatie op.

19 Noteer jouw top 5 van vreemde dieren. 1

27 Les 6 en 7
2 3 4 5

Les 8 Ik kan een infofiche samenstellen over mijn favoriete vreemde dier.

1 Noteer op elk kleefbriefje een vraag over jouw vreemde dier en beantwoord ze.

Wat eet mijn dier?

Hoe ziet mijn dier eruit?

Welke weetjes zijn leuk om te vertellen?

Waar leeft mijn dier?

28 Les 8
29 Les 8 grootte ________________ (centi)meter gewicht ________________ (kilo)gram leefgebied __________________________ menu __________________________ Extra weetje(s) _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ Informatie over het dier Inleidend stukje _______________________________ _______________________________ _______________________________ Kleef
eronder
zin. mijn vreemdste dier
hier een foto en noteer
een beschrijvende

2 Duid aan wat bij je past.

Ideeën uitschrijven

Ik kan weinig correcte info schrijven over een vreemd dier.

Ik kan belangrijke en correcte info schrijven over een vreemd dier.

De leerkracht of een klasgenoot helpt me soms.

Ik kan veel belangrijke en correcte info schrijven over een vreemd dier.

De leerkracht of een klasgenoot moet me niet helpen.

Structuur

Ik kan geen schikking in een tekst aanbrengen.

Ik kan met behulp van de leerkracht een schikking in een tekst aanbrengen.

Ik kan een schikking in een tekst aanbrengen.

Leestekens

Ik maak weinig gebruik van leestekens achteraan een zin.

Ik maak soms gebruik van leestekens achteraan een zin.

Ik maak vaak gebruik van leestekens achteraan een zin.

30 Les 8
Best moeilijk, zo nadenken over jezelf …

Les 9 Ik kan lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden aanduiden en noteren.

1 Kleur de onderstreepte woorden: de lidwoorden kleur je oranje, de zelfstandige naamwoorden geel en de bijvoeglijke naamwoorden groen.

In de hoge bergen woont de wilde jak. Het is een ruig beest met machtige hoorns. Zijn vacht lijkt een slordige jas van zwarte wol. De wilde jak is ongeveer het hoogste dier op aarde. Hij loopt op paadjes boven de wolken en zijn hoorns raken bijna de hemel.

Hij ademt de lucht op zes kilometer hoogte in. Zijn poten zakken weg in de sneeuw. De wilde jak heeft scherpe rotsen om zich heen, venijnige hagel, schurende wind en de krakende stilte van ijs. De smaak van sappige paardenbloemen kent hij niet. Tussen zijn kiezen maalt hij liever het droge mos dat op de stenen groeit. uit Bibi’s bijzondere beestenboek, Bibi Dumon Tak, Querido, 2006

2 Vul een passend bijvoeglijk naamwoord in. een ijsvogel de luiaard het vogelbekdier een neusaap de hengelvis de kangoeroe het nijlpaard de koekoek

3 Vul een passend lidwoord in. de – het – een torenvalk jaagt het liefst boven vrije veld. Vanuit lucht zoekt hij muizen op grond. Je ziet torenvalk boven groene weiland of akker, maar ook in buurt van snelweg zie je hem jagen.

31 Les 9
9 13
Jak
32 Les 9 4
De
. De
. De
. Kleine
Het
is Het winterkoninkje
Het
__________________ De 10 lelijkste dieren op aarde 7 nummer 6 nummer 2 nummer De neusaap is Het wrattenzwijn is De kalkoengier is het 5 In
9
Vergelijk de dieren. Vul aan. Grote zoogdieren in de zee grootte: 15 m grootte: 18 m grootte: 33 m
bultrug is
potvis is
blauwe vinvis is het
vogels in de tuin grootte: 14 cm grootte: 9,5 cm grootte: 8,5 cm
roodborstje
is
goudhaantje is het
elke medaille schrijf je waarom je een dier bekroont. Denk hierbij aan oefening 4 (de grootste, kleinste, lelijkste, knapste, snelste …).

Les 10 Ik kan vertellen over mijn vreemde dier.

Ik kan vragen stellen over andere vreemde dieren waarover ik informatie hoor.

1 Vul aan.

Mijn spreektaak gaat over mijn favoriete vreemde dier:

Ik kan verslag uitbrengen van mijn opzoekwerk.

2 Duid aan wat bij je past.

Informatie navertellen

Ik kan nog niet zo goed vertellen over mijn vreemde dier. Ik kan goed vertellen over mijn vreemde dier, maar ik wil dat mijn leerkracht me vragen stelt. Ik kan goed vertellen over mijn vreemde dier. Mijn leerkracht moet me geen extra vragen stellen.

Vragen beantwoorden

Ik kan vragen beantwoorden, maar kan het antwoord niet beknopt geven. Het is ook nog moeilijk om het met eigen woorden uit te leggen. Ik kan vragen beantwoorden, maar kan het antwoord niet beknopt geven. Ik kan het meestal met eigen woorden uitleggen. Ik kan vragen beknopt beantwoorden.

Verslag uitbrengen

Ik kan nog niet zo goed verslag uitbrengen over mijn opzoekwerk. Ik kan verslag uitbrengen over mijn opzoekwerk, maar ik vind het moeilijk om de informatie in eigen woorden te vertellen. Ik kan goed verslag uitbrengen over mijn opzoekwerk. Mijn presentatie is goed opgebouwd.

3 Kruis aan wat bij je past.

Mijn gevoel bij mijn spreektaak is …

33
Les 10
❒ ❒ ❒ ❒ ❒

4 Luister naar een spreektaak van een andere leerling. Duid aan wat bij je past.

Vragen stellen

Ik kan geen vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren.

Ik kan een aantal vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren.

Ik weet soms niet welke vraag ik moet stellen of durf niet goed.

Ik kan vragen stellen die gewenste of ontbrekende informatie opleveren.

5 Vul aan en kruis aan.

Mijn klasgenoot vertelde over een .

De informatie was goed geordend. Ik kon goed volgen.

Mijn klasgenoot kon over het vreemde dier veel vertellen.

De presentatie was duidelijk opgebouwd.

Op de gestelde vragen werd een goed en beknopt antwoord gegeven.

Dit wil ik nog weten:

Mijn klasgenoot vertelde over een

De informatie was goed geordend. Ik kon goed volgen.

Mijn klasgenoot kon over het vreemde dier veel vertellen.

De presentatie was duidelijk opgebouwd.

Op de gestelde vragen werd een goed en beknopt antwoord gegeven.

Dit wil ik nog weten:

34 Les 10

Les 11 Ik kan de infofiche van mijn vreemde dier afwerken en verzorgen.

35 Les 11
_________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ Informatie over het dier Inleidend stukje _______________________________ _______________________________ _______________________________
grootte ________________ (centi)meter gewicht ________________ (kilo)gram leefgebied __________________________ menu __________________________ mijn vreemdste dier
Extra weetje(s)
Kleef hier een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

Kleef hier een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

Kleef hier een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

Kleef hier een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

Kleef een foto en noteer eronder een beschrijvende zin.

36 Les 11 ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ______________________________ ______________________________
______________________________ ______________________________

Les 12 Ik kan de twee delen van een zin benoemen. Ik kan het onderwerp in een zin aanduiden.

1 Kleef de delen van de zin in de juiste kolom. Onderstreep de persoonsvorm tweemaal.

het onderwerp wat er over het onderwerp gezegd wordt

Alle wandelende takken hebben een heel lang lichaam.

37 Les 12
16 17

2 Over wie of wat wordt er iets gezegd? Markeer het onderwerp met groen. Wat wordt er over het onderwerp gezegd? Markeer de rest van de zin met blauw.

Een prieelvogel heeft een felle kleur.

Hij houdt van versieren. Eerst bouwt het mannetje een groot nest. Door bloemetjes, blaadjes en besjes schittert het nest.

3 Schrijf de persoonsvorm van de zinnen van oefening 2 in het meervoud. prieelvogels zij ________________________ van de mannetjes de nesten

4 Verander de zinnen van getal. Pas het onderwerp en de persoonsvorm aan. Een houtduif komt vaak voor. In oktober trekken de meerkoeten naar warmere gebieden.

De reiger zie je vaak bij plassen en sloten.

Een pad eet kevers en wormen.

16 17 18 38 Les 12
Nog niet genoeg van vreemde dieren? Top 25 vreemde dieren 1 blobvis 2 reuzenpissebed 3 glaskikker 4 Filipijns spookdier 5 Yetikrab 6 angorakonijn 7 zeevarken 8 vingerdier 9 komondor 10 keizertamarin 11 axolotl 12 Chinese gekuifde naakthond 13 neusaap 14 alpaca 15 dombo octopus 16 kraaghagedis 17 narwal 18 watusirund 19 dwergzijdeaapje 20 vogelbekdier 21 luiaard 22 gordelmol 23 stermol 24 witgezichtsaki 25 grote rafelvis Filipijns spookdier axolotl komondor 39

Informatie

– veel vreemde dieren

zender spreker schrijver fotograaf iemand die veel weet over vreemde dieren bedoeling

Ik wil de luisteraar of lezer informeren over vreemde dieren.

– gewervelde en ongewervelde dieren – de informatie is juist

– gegevens over grootte, voeding, voortplanting …

– meer tekst en weetjes

– meer foto’s dan tekeningen

boodschap informatie in weetjesboeken, tijdschriften, op internet …

luisteraar lezer iemand die informatie wil over vreemde dieren bedoeling Ik wil wat te weten komen over vreemde dieren.

Ik heb geleerd ...

– om teksten, infofiches en steekkaarten over dieren grondig te lezen en te bekijken; – om informatie over een dier op te zoeken in meerdere teksten; – om een infofiche rond een dier uit te schrijven; – om in zinnen zelfstandige naamwoorden en eigennamen, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden aan te duiden; – om in zinnen aan te duiden over wie of wat er iets gezegd wordt en wat er over dat onderwerp gezegd wordt en om de persoonsvorm aan te duiden;

– om met woorden te werken die dieren met elkaar vergelijken;

– om na te denken over mijn eigen presentatie en over die van anderen.

Herdruk 2022/1198 - Bestelnummer 60 1021 333 ISBN 978 90 4862 571 0 - KB D/2016/0147/143 - NUR 191 - Thema YPCA Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325 9 789048 625710
ontvanger
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.