
1 minute read
3 Representativiteit van een steekproef
Arne wil nagaan hoe de leerlingen naar school komen. Om zichzelf werk te besparen besluit hij slechts één klas te ondervragen, en dan wel die met het minst aantal leerlingen. De kleinste klas telt 9 leerlingen.
Wat denk je? Is dat een goed idee? Waarom (niet)?
Wil een steekproef min of meer een getrouwe weerspiegeling zijn van de volledige populatie, dan moet het aantal waarnemingen voldoende groot zijn.
Arne zag zijn fout gelukkig tijdig in. Hij besluit nu om meer klassen te ondervragen. Hij besluit om er één jaar uit te nemen, bijvoorbeeld de eerstejaars. Is dat een goed idee?
Hoeveel van de eerstejaars komen volgens jou met de bromfiets naar school? Wat is er dus fout?
Elk element van de populatie moet dezelfde kans hebben om geselecteerd te worden. Het is dus nodig dat de objecten of personen die in de steekproef opgenomen worden willekeurig of aselect gekozen worden.
representatief
Een steekproef is representatief als: 1 het aantal waarnemingen voldoende groot is; 2 de elementen ervan willekeurig of aselect gekozen worden.
Als je zou willen weten wat de favoriete vakantiebestemming is van de Vlamingen, dan moet je zowel jongeren, volwassenen als ouderen ondervragen. Ook moet je ervoor zorgen dat alle lagen van de Vlaamse bevolking vertegenwoordigd zijn: arbeiders, bedienden, ambtenaren, werklozen … De steekproef moet ook voldoende groot zijn. Pas dan zal je een betrouwbaar antwoord krijgen op de gestelde vraag en zal de steekproef dus representatief zijn. Een goed opgestelde steekproef vormt de basis van elk statistisch onderzoek.
statistisch onderzoek verloopt in een aantal stappen
1 Voorbereiden van het onderzoek. 2 Verzamelen van de gegevens door het uitvoeren van een (representatieve) steekproef. 3 Verwerken van de gegevens in diagrammen, tabellen, grafieken. 4 Antwoorden op een aantal onderzoeksvragen en trekken van conclusies.