Max-natuur 1B - Module 1 Iedereen wetenschapper?!

Page 1

Iedereen wetenschapper?! B-stroom 1B
Inhoud MODULE 1 Iedereen wetenschappen?! Kick-off 3 Wat is natuurwetenschappen? 4 1.1 Biologie........................................................................................................ 4 1.2 Chemie ........................................................................................................ 11 1.3 Fysica 12 Een wetenschappelijk onderzoek 13 2.1 Oriëntatie 15 2.2 Voorbereiding ............................................................................................. 18 2.3 Uitvoering 19 2.4 Reflectie 22 Meten is weten 24 3.1 Wat kunnen we meten? ............................................................................. 24 3.2 Welke meettoestellen gebruiken we om te meten? 25 3.3 Hoe lezen we een meetresultaat af? 26 Een microscopisch onderzoek 27 4.1 De microscoop 27 4.2 Aan de slag.................................................................................................. 28 Oefeningen ..................................................................................................... 30 Bijlage 35 Finale 37 1 2 3 4

Kick-off

Wetenschappers bestuderen al zeer lang de wereld en het leven om ons heen. Ze voeren hiervoor onderzoeken uit om te begrijpen waarom bepaalde dingen gebeuren. Ze proberen deze gebeurtenissen dan ook te verklaren.

Hieronder zie je een aantal wetenschappers aan het werk.

Schrijf onder elke afbeelding welke wetenschapper je aan het werk ziet.

Kies uit: astronaut – bioloog – ingenieur – archeoloog – technieker – architect.

Steeds meer en meer wordt er ook over STEM gesproken.

Zoek op het internet waarvoor de letters S, T, E en M staan.

In het Nederlands betekent dit:

Schrijf in de cirkel bij elke foto van de beroepen binnen welk domein de wetenschapper past.

Kies uit: S, T, E of M

jij nu al een wetenschapper kan zijn? Scan de QR-code en als klas kan je een steentje bijdragen aan onderzoeken en zo wetenschappers verder helpen.

Wist je dat … M E T S 3 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Wat is natuurwetenschappen?

Het vak natuurwetenschappen bestaat uit 3 verschillende wetenschappen: biologie, chemie en fysica. Je kan ze afzonderlijk bestuderen of combineren.

1.1 Biologie

Wat is een organisme?

organismen

Mensen zijn levende wezens. We noemen levende wezens ook wel een wezen met organen.

Welke kenmerken van het leven kan je op de afbeeldingen hieronder herkennen?

Kies uit: ademen (1) – eten (2) – reageren op omgeving (3) – bewegen (4) – groeien (5) –voortplanten (6) – afvalstoffen uit het lichaam verwijderen (7)

Een organisme is een levend wezen. Naast de mens zijn er nog vele andere organismen. Denk maar aan planten, dieren, insecten, bacteriën … Organismen kunnen groeien, bewegen, reageren op de omgeving, ademen, eten, zich voortplanten en afvalstoffen uit hun lichaam verwijderen. We noemen dit de 7 levenskenmerken.

het grootste levende organisme op aarde een schimmel is?

levende wezens die te klein zijn om te zien met onze ogen micro-organismen worden genoemd?

Wist je dat … 1 4 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

1 De 7 levenskenmerken

Vul aan met een kenmerk van leven. Kies uit: ademen – voeden – afvalstoffen verwijderen – reageren op omgeving – bewegen – groeien –voortplanten

LEVENSKENMERK

Arno drinkt water na het sporten.

Een walvis komt naar lucht happen.

Een hond krijgt een puppy.

Na een paar jaar is onze boom 10 m groot.

Marie voelt de sneeuw op haar huid.

Alex komt te voet naar school.

Als je veel water drinkt, moet je snel naar het toilet.

Wat is levend, levenloos en dood?

Bekijk de afbeeldingen en duid met een kruisje aan als het kenmerk aanwezig is.

KENMERK VAN LEVEN ademen eten afvalstoffen verwijderen reageren op omgeving bewegen groeien voortplanten

Bij welke tekening heb je in elk vakje een kruisje gezet?

Waarom heb je daar in elk vakje een kruisje gezet?

De theepot was ook ooit een levend wezen. Juist of fout?

Hoe noemen we zo’n voorwerp dat nooit geleefd heeft?

5 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Het skelet was ook ooit een levend wezen. Juist of fout?

Hoe noemen we een wezen dat ooit leefde, maar nu niet meer?

Een levend wezen noemen we een organisme

Een levenloos voorwerp heeft nooit geleefd.

Een dood wezen heeft ooit geleefd, maar nu niet meer. Biologie is de wetenschap die onderzoek doet naar de levende natuur

2 Levend, levenloos of dood?

Noteer het correcte begrip onder de foto. Kies uit: levend – levenloos – dood.

Beroepen en biologie

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en biologie?

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en biologie?

6 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Welke organen vinden we in ons lichaam?

Bekijk de inwendige bouw van de mens.

Omcirkel met groen de borstholte.

Omcirkel met rood de buikholte.

De borst- en buikholte worden van elkaar gescheiden door een spier. Deze spier noemen we het middenrif

Teken het middenrif op de afbeelding met blauw.

Het bovenste deel van ons lichaam bestaat uit een borst- en buikholte. De borst- en buikholte worden van elkaar gescheiden met een spier, namelijk het middenrif.

Op de afbeelding werden enkele organen van het menselijk lichaam aangeduid. Noteer het passend nummer.

1 hersenen

2 long

3 hart

4 milt

5 dunne darm

6 dikke darm

7 nier

8 maag

9 lever

10 luchtpijp

11 slokdarm

12 blaas

7 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Welke organen liggen in de borstholte?

Welke organen liggen in de buikholte?

Welke spier zit er tussen borst- en buikholte?

Een orgaan is een deel van een organisme dat een bepaalde taak heeft in het lichaam.

er 79 organen zitten in het menselijk lichaam?

je huid het grootste orgaan is van je lichaam?

Welke taken hebben de organen in ons lichaam?

Markeer de namen van de organen die je gebruikt bij het ademhalen met blauw

Markeer de namen van de organen die je gebruikt om voedsel te verteren met oranje

Markeer de namen van de organen die je gebruikt om bloed door je lichaam te pompen met rood.

Markeer de namen van de organen die je gebruikt om afvalstoffen uit je lichaam te verwijderen met groen

Wist je dat … 8 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

longen maag hart

nieren neus darmen

lever huid bloedvaten

Organen die je gebruikt bij het ademen zijn onderdelen van het stelsel.

Organen die je gebruikt bij het verteren van voedsel zijn onderdelen van het stelsel.

Organen die je gebruikt om bloed door je lichaam te pompen zijn onderdelen van het stelsel.

Organen die je gebruikt om afvalstoffen uit je lichaam te verwijderen zijn onderdelen van het stelsel.

Een stelsel is een groep van organen die samenwerken aan één taak om ons in leven te houden, zoals het ademhalingsstelsel, het spijsverteringsstelsel, het transportstelsel en het uitscheidingsstelsel.

9 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Tekening

Elk stelsel heeft zijn eigen taak.

Verbind de tekening met het juiste stelsel. Doe dit met een lat.

Verbind het stelsel met zijn functie.

Stelsel

ademhalingsstelsel spijsverteringsstelsel transportstelsel voortplantingsstelsel uitscheidingsstelsel

Functie

bloed vervoeren voedsel verteren afvalstoffen verwijderen zorgen voor nageslacht ademen

Er zijn nog meer stelsels in het menselijk lichaam te vinden dan diegene die je hierboven al leerde kennen.

Bekijk de afbeeldingen en probeer de naam van het stelsel te vinden.

10 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

1.2 Chemie

De leraar mengt bakpoeder met azijn in een fles. Daarna wordt een ballon over de fles getrokken.

Wat denk je dat er zal gebeuren?

Wat zie je gebeuren?

Hoe komt het dat dit gebeurt?

Chemie is de wetenschap die onderzoek doet naar de opbouw en reacties van stoffen

Beroepen en chemie

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en chemie?

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en chemie?

11 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

1.3 Fysica

Een vader en zijn zoon zitten op de wipplank in de speeltuin.

Hoe komt het dat de zoon hoger zit dan de vader?

Hoe kan de vader de wipplank laten op en neer bewegen?

Wat zal er gebeuren als de vader van de wipplank stapt?

Hoe komt dit?

Fysica is de wetenschap die onderzoek doet naar de levenloze natuur

Beroepen en fysica

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en fysica?

Wat is de job van deze persoon?

Wat heeft dit te maken met wetenschap en fysica?

12 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Een wetenschappelijk onderzoek

Welke stappen zijn er in een wetenschappelijk onderzoek?

De hond van Lien heeft het recept van haar oma in stukjes gebeten. Deze stukjes blijven over.

1 Breek de eieren en roer ze onder de bloem en de suiker.

Plaats de stappen van het recept in de correcte volgorde.

Wat kan Lien maken met dit recept?

Wat ontbreekt er nog in dit recept?

Wat moet je eerst doen voor je aan dit recept kan beginnen?

Wat doe je nadat je de pannenkoeken hebt gebakken?

Een wetenschappelijke onderzoeksmethode bestaat, net zoals een recept, uit een aantal stappen die je in een bepaalde volgorde moet volgen.

4 Doe de bloem en de suiker in een kom.
2 13 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Resultaten

Besluit

Onderzoeksvraag

Reflectie

Hypothese

Materiaal

De stappen van de wetenschappelijke onderzoeksmethode worden als volgt uitgevoerd: Onderzoeksvraag Hypothese Materiaal Stappenplan Resultaten Besluit Reflectie

3 Stappen van de wetenschappelijk methode

Verbind de omschrijvingen met de correcte stap uit de wetenschappelijke onderzoeksmethode.

onderzoeksvraag

hypothese materiaal stappenplan resultaten besluit reflectie

Wat liep er goed of fout?

Wat gebeurt er tijdens je onderzoek?

Welke materiaal heb je nodig?

Wat is het antwoord op je onderzoek?

Wat denk jij dat het antwoord is?

Hoe ga je dit onderzoeken?

Wat ga je onderzoeken?

14 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

4 Volgorde van de stappen van de wetenschappelijke methode

Plaats de stappen van de wetenschappelijke onderzoeksmethode in de juiste volgorde.

1 hypothese 5 onderzoeksvraag

2 reflectie 6 materiaal

3 stappenplan 7 besluit

4 resultaten

2.1 Oriëntatie

Hoe stel je een goede onderzoeksvraag?

Vorm met de woorden een (goede) onderzoeksvraag. leuk / welke / vinden / leerlingen / natuurwetenschap(pen) / ?

Bekijk de onderzoeksvraag en duid aan.

Een goede onderzoeksvraag begint met een vraagwoord / werkwoord

Een goede onderzoeksvraag eindigt met een uitroepteken / vraagteken

Een goede onderzoeksvraag is een open / ja-nee vraag.

Een goede onderzoeksvraag is kort en beknopt / lang en uitgebreid.

Een goede onderzoeksvraag gaat over een onderzoek dat nuttig / niet nodig is.

Een goede onderzoeksvraag vertelt wel / niet wat je te weten wil komen.

Een goede onderzoeksvraag maakt duidelijk wat je wel / niet moet doen.

Een goede onderzoeksvraag is:

• een open vraag (geen ja- of nee-vraag);

• kort en beknopt;

• nuttig om te onderzoeken;

• kan je echt onderzoeken (= onderzoekbaar);

• duidelijk voor iedereen.

15 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

5 Goede onderzoeksvragen

Lees de onderzoeksvragen en bepaal of ze goed of slecht zijn.

Zet met groen een als de vraag voldoet aan het kenmerk.

Zet met rood een als de vraag niet voldoet aan het kenmerk.

Wat gebeurt er als ik een klontje suiker in warme koffie gooi en vervolgens in mijn koffie roer met een lepel die een beetje krom staat?

open vraag

kort en beknopt

nuttig

onderzoekbaar

duidelijk

onderzoeksvraag.

Is er leven op Mars?

open vraag

kort en beknopt

nuttig

onderzoekbaar

duidelijk

onderzoeksvraag.

Een blikje cola bevat meer suiker dan een blikje fanta.

open vraag

kort en beknopt

nuttig

onderzoekbaar

duidelijk

open vraag

onderzoeksvraag.

In welke leslokalen brandt het licht nog tijdens de speeltijd?

kort en beknopt

nuttig

onderzoekbaar

duidelijk

onderzoeksvraag.

KENMERK GOED OF SLECHTE ONDERZOEKSVRAAG ?
ONDERZOEKSVRAAG
16 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Hoe vorm je een hypothese?

Bekijk de cartoon.

Wat denk je dat er zal gebeuren als de kok op de rode knop duwt?

Vergelijk je antwoord met dat van je klasgenoten. Heeft iedereen hetzelfde antwoord?

Is het antwoord van de andere leerlingen ook correct? Leg uit.

Een hypothese is een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag

Een hypothese vorm je door goed na te denken over de onderzoeksvraag.

De hypothese moet wel bij het onderzoek of de onderzoeksvraag passen!

6 Hypothese

Duid aan of de uitspraken waar of niet waar zijn.

Een hypothese moet altijd juist zijn. waar / niet waar

Een hypothese moet bij iedereen hetzelfde zijn. waar / niet waar

Een hypothese moet passen bij de onderzoeksvraag. waar / niet waar

17 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

2.2 Voorbereiding

Welke materialen heb je nodig?

Lees het stappenplan van de proef.

1 Neem een doorzichtig schaaltje.

2 Vul het schaaltje met watten die volledig nat zijn.

3 Strooi enkele tuinkerszaden over de watjes.

4 Zet het schaaltje in een donkere kast.

5 Wacht 2 weken en kijk dan naar het resultaat.

Omcirkel de materialen die je nodig hebt voor dit onderzoek.

Door de werkwijze te lezen, kan je bepalen welke materialen je nodig hebt voor je onderzoek.

7 Materiaal zoeken

Abel wil onderzoeken wat er gebeurt wanneer hij een stukje papier in de vlam van een kaars houdt. Hij volgt dit stappenplan:

1 Neem een stuk papier en scheur er een stukje van af.

2 Neem een kaars en steek deze aan met een lucifer.

3 Neem een pincet en houd het stuk papier voorzichtig in de vlam.

Markeer in het stappenplan welke materialen Abel nodig heeft. Noteer het materiaal hieronder.

18 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

2.3 Uitvoering

Hoe voer je een stappenplan correct uit?

Voer het stappenplan uit.

1 Knip de figuren op pagina 35 uit. Je knipt op de stippellijnen.

2 Leg de blauwe en groene driehoek onderaan op dit blad zodat ze een vierkant vormen.

3 Leg rechtsonder aan het vierkant het parallellogram. De korte zijde raakt het vierkant.

4 Leg boven het vierkant de oranje driehoek. De top wijst naar boven.

5 Leg het vierkant linksboven aan de oranje driehoek. Je draait het vierkant schuin zodat een hoek naar beneden wijst.

6 Leg aan de twee bovenste zijden van het vierkant de 2 kleine driehoeken. De 2 driehoeken raken elkaar met één hoek en liggen met hun benen aan het vierkant.

7 Kleef alles vast aan dit blad.

19 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Welk dier zie je verschijnen?

Heeft iedereen in de klas hetzelfde dier?

Hoe komt het dat dit soms misloopt?

Een werkwijze is een stappenplan dat je goed moet volgen. Je leest elke stap goed en gaat pas na het uitvoeren van de eerste stap naar de volgende.

Hoe doe je een waarneming?

Steek je hand in de lucht. Wat is de temperatuur van de lucht in dit klaslokaal?

Heeft iedereen hetzelfde antwoord op deze vraag? Waarom wel/niet? Leg kort uit.

Is dit een betrouwbare waarneming? JA NEE

Waarnemingen waarbij je eigen mening of je eigen gevoel gebruikt worden, zijn geen betrouwbare waarnemingen. We noemen dit subjectieve waarnemingen.

Beluister de geluidsfragmenten. Welke dieren hoor je allemaal?

Kan je de vogels niet uit elkaar halen? Gebruik dan de BirdNET-app.

Bekijk de afbeelding en kruis de waarnemingen aan.

Ik zie twee vogels.

De vogels zijn verliefd op elkaar.

De vogels zitten op een tak.

De bessen aan de tak zijn rood.

Het is lente.

Waarnemingen waarbij je feiten meet, zijn betrouwbare waarnemingen. We noemen dit objectieve waarnemingen. Meestal gebruik je voor deze waarnemingen een meettoestel of je zintuigen.

Let op! Je zintuigen kunnen je ook misleiden.

TIP TIP 20 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Een waarneming maakt duidelijk wat je ziet, hoort, voelt … Je mag nooit een eigen betekenis geven aan een waarneming.

8 Subjectief of objectief

Zijn volgende waarnemingen objectief of subjectief? Kruis aan.

Ik hoor een hond blaffen.

Het voelt koud aan buiten.

Ik zie een mooie jas.

Ik ruik dat iemand koffie aan het drinken is.

Ik proef iets lekker.

9 Waarnemen

Bekijk de afbeelding en noteer 2 objectieve waarnemingen.

OBJECTIEF SUBJECTIEF
1 2 21 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

2.4 Reflectie

Hoe neem je een besluit?

Vink een correct antwoord op de onderzoeksvraag aan. Wat gebeurt er als ik een krijtje loslaat?

Hoe komt het dat het krijtje valt?

Het krijtje valt.

Waarom heb ik het krijtje losgelaten?

Het krijtje voelt korrelig aan.

Het krijtje blijft zweven.

Een besluit geeft een antwoord op de onderzoeksvraag.

10 Besluit vormen

Plaats het nummer van de onderzoeksvraag bij het juiste besluit.

1 Wat was de gemiddelde temperatuur in de maand augustus in 2022?

2 Wat is de temperatuur van vandaag?

3 Wanneer was de gemiddelde temperatuur in België het hoogste in 2022?

Het is vandaag 9°C.

De gemiddelde temperatuur in België was in 2022 het hoogst in augustus.

De gemiddelde temperatuur in augustus tijdens 2022 was 21,2°C.

Hoe reflecteer je over je onderzoek?

Nadenken over de resultaten en wat goed en slecht liep in het onderzoek.

Wat zijn goede vragen om te reflecteren over je onderzoek? Vink aan.

Wat liep er mis tijdens mijn onderzoek?

Wat kan ik beter doen volgende keer?

Met hoeveel personen heb ik gebabbeld tijdens mijn onderzoek?

Wat ging er goed tijdens mijn onderzoek?

Stond het raam open tijdens mijn onderzoek?

Hoe komt het dat er iets misliep tijdens mijn onderzoek?

22 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Na een onderzoek is het belangrijk om te reflecteren. Reflecteren betekent dat je gaat nadenken over wat er goed en slecht liep. Denk daarbij ook aan hoe het volgende keer beter kan!

11 Reflecteren

Wanneer je gaat reflecteren, kan je een aantal dingen ontdekken die misliepen. Een aantal van deze dingen kan je vermijden door veilig te werken en je aan bepaalde regels te houden. Op de afbeelding die je ziet, lopen enkele zaken fout af.

Noteer 5 tips om veilig te werken tijdens natuurwetenschappen.

1 2 3 4 5 23 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Meten is weten

3.1 Wat kunnen we meten?

Bekijk de afbeeldingen. Wat wordt hier gemeten?

Een grootheid is iets wat je kan meten. Bijvoorbeeld lengte, inhoud, temperatuur … Een eenheid is de maat waar je een grootheid in meet. Bijvoorbeeld meter, liter, graden Celsius … Je schrijft het na het maatgetal.

Lengte = 140 cm

grootheid eenheid

12 Grootheid of eenheid

Duid aan of het gaat om een grootheid of een eenheid.

GROOTHEID EENHEID

massa (gewicht)

kubieke meter

tijd

gram snelheid

13 Grootheden

en eenheden in het dagelijks leven

Markeer de grootheid met groen en onderstreep de bijhorende eenheid.

In een brik melk zit een volume van 1 liter. De afstand tussen het huis van Amal en de school is 10 kilometer. De gemiddelde temperatuur tijdens de zomer in België is 17,3 °C.

3
maatgetal 24 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

3.2 Welke meettoestellen gebruiken we om te meten?

Verbind de foto van het meettoestel met de correcte naam.

weegschaal maatbeker rolmeter thermometer chronometer

Om een grootheid te meten, gebruiken we een meettoestel.

Voorbeelden: een rolmeter, een thermometer, een chronometer, een weegschaal …

14 Grootheid, eenheid en meettoestel.

Verbind de grootheid met de overeenkomstige eenheid, verbind daarna met het passende meettoestel.

Grootheid

temperatuur

massa

inhoud lengte tijd

15 Meten is weten

Welk meettoestel ga je gebruiken om …

Iemand zijn lengte te meten?

Iemand zijn massa te meten?

Iemand zijn temperatuur te meten?

Iemand zijn looptijd te meten?

Een hoeveelheid water te meten?

Eenheid

seconde centimeter

graden Celsius

milliliter gram

Meettoestel

weegschaal

maatbeker

rolmeter

thermometer

chronometer

25 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

3.3 Hoe lezen we een meettoestel af?

Welke grootheid wordt gemeten op de foto’s?

Noteer de grootheid, het maatgetal en de eenheid.

het woord gewicht vaak fout wordt gebruikt? Als de dokter je gewicht vraagt, bedoelt hij eigenlijk je massa.

gewicht de kracht is waarmee het ene voorwerp tegen een ander voorwerp drukt?

de massa staat voor de hoeveelheid deeltjes waaruit een voorwerp bestaat?

wanneer je jezelf weegt, je jouw eigen massa bepaalt?

FOTO GROOTHEID EENHEID MAATGETAL
Wist je dat … 3 4 1 2 1 2 3 4 26 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Een microscopisch onderzoek

4.1 De microscoop

Hoe werk je met een microscoop?

Scan QR-code en speel met de klas de kahoot-Quiz.

Het is zeer belangrijk om het stappenplan voor het gebruik van de microscoop te volgen. Dit doe je om een goed beeld te krijgen en te voorkomen dat de microscoop stuk gaat.

oculair

revolver

objectief / lens

preparaatklem

diafragma

lamp

powerknop

1 Draai de tafel met de grote schroef tot helemaal beneden.

2 Draai aan de revolver zodat het kleinste objectief naar beneden wijst.

tubus statief

tafel

grote schroef

kleine schroef

voet

3 Leg je preparaat tussen de preparaatklemmen en de tafel. Zorg ervoor dat wat je wil bekijken boven de opening ligt. Zo kan het licht van de lamp erdoor schijnen.

4 Kijk vanop de zijkant naar de microscoop. Draai aan de grote schroef tot de tafel juist voor de lens komt. Let erop dat het preparaat niet tegen de lens komt.

5 Kijk door het oculair en verplaats de tafel naar beneden tot het object ongeveer scherp is. Met de kleine schroef kan je het onderwerp nauwkeurig scherpstellen.

Wees voorzichtig met het preparaat want deze is breekbaar.

Wist je dat …

de eerste microscoop werd uitgevonden aan het einde van de 16e eeuw?

de uitvinder van de eerste microscoop een Nederlander was?

Antoni van Leeuwenhoek als eerste bacteriën ontdekte onder een microscoop?

4 27 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!
TIP

4.2 Aan de slag

ORIËNTATIE

Onderzoeksvraag

Uit wat zijn organen opgebouwd?

Hypothese

Ik denk dat organen uit zijn opgebouwd.

VOORBEREIDING

Materiaal

Microscoop

Spatel / plastic lepel

Kleurstof (methyleenblauw of eosine)

Voorwerpglaasje

Dekglaasje

Keukenpapier

UITVOERING

Stappenplan

1 Wrijf met een spatel of een plastic lepel langs de binnenkant van je wang.

2 Wrijf het slijm uit over het midden van het voorwerpglaasje.

3 Herhaal dit een aantal keer.

4 Voeg één druppel kleurstof toe.

5 Plaats er voorzichtig een dekglaasje op.

6 Haal kleurstof die te veel is voorzichtig weg met een keukenpapiertje.

7 Leg het preparaat onder de microscoop en bestudeer de scherpe afbeelding.

Kleurstof

Methyleenblauw

Om het preparaat onder de microscoop te bekijken volg je het stappenplan vanop de vorige pagina. Zo beschadig je het preparaat niet.

TIP
28 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Resultaat

Welke afbeelding past het beste bij wat je zag onder de microscoop? Kruis aan

REFLECTIE

Besluit

Ons lichaam is opgebouwd uit

Hoeveel cellen zag je onder de microscoop of op de afbeelding? een / meerdere

Organen zijn opgebouwd uit weefsels. Een weefsel is een grote groep van cellen.

Wist

een volwassen mens bestaat uit ongeveer 50 000 miljard cellen? er meer dan 100 verschillende soorten cellen zijn? cellen afsterven en worden vervangen door nieuwe?

16 Bouw van het lichaam

Plaats in de juiste volgorde van klein naar groot.

1 cel

2 stelsel

3 orgaan

4 weefsel

5 organisme

het skelet in ons leven zo’n 12 keer wordt vervangen door nieuwe cellen? je dat … 29 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

17 Woordzoeker

De 7 stappen van het wetenschappelijk onderzoek zitten verborgen in deze woordzoeker. Probeer ze te vinden en in de juiste volgorde te plaatsen.

besluit onderzoeksvraag stappenplan hypothese reflectie materiaal resultaten

M T G T J G N K B N S B S G G N E A C E H G P Q D E V B C N A J A E S E H T O P Y H E H M L W R U C B Q N I Y T T S X A P O V E R N X Z W H J O L W T N T S P L E Q E F Q V X U Q E E G K G N C S J K G W R I F R P M E D F J D U I X E G T D I P X O I D T D O L F S E C O A A H Z S X W Q S L T U L N P A T T R I O D P E I O A W W I L S V E L E V C J U E H T P F R T S D F D T C V P W E M E X I I I N C I I O D V C S B O N D M Y O E Y G P J F X D Y P M J
30 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Over welke grootheid gaat het in volgende situaties? Plaats ze in het kruiswoordraadsel.

horizontaal

2 Mijn moeder kreeg een boete voor te snel rijden.

4 Ik heb een plank nodig van 3 meter.

5 Ik ga elke ochtend op de weegschaal staan.

6 Ik moet lang wachten in de rij aan de kassa.

verticaal

1 Het voelt koud aan vandaag.

3 Hoeveel cola zit er in een blikje?

Welk woord is de oplossing van de rebus?

Wat betekent dit woord?

18 Kruiswoordraadsel
1 2 3 4 5 6
19 Rebus Los de rebus op. - O M = G - S
= 31 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

20 Linken

Schrijf telkens het juiste cijfer bij elke afbeelding.

1 organisme

2 stelsel

3 orgaan

4 weefsel

5 cel

het menselijk oog het verschil kan zien tussen ongeveer 10 miljoen kleuren?

het hartritme verandert als je naar muziek luistert?

organen, weefsels en cellen gebruikt kunnen worden wanneer wij komen te overlijden?

Je bent automatisch een potentiële donor, tenzij je dit uitdrukkelijk hebt geweigerd op papier. Je kan een wilsverklaring opstellen.

ook bekwame minderjarigen (vanaf 12 jaar) een wilsverklaring kunnen afleggen om orgaandonor te worden?

32 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!
Wist
je dat …

21 Meten is weten

ORIËNTATIE

Onderzoeksvragen

1 Hoe lang doe jij erover om de trap op te lopen?

2 Hoeveel is de massa van mijn pennenzak?

3 Hoeveel ml water kan er in een glas?

4 Wat is de kamertemperatuur van het lokaal?

5 Wat is mijn spanwijdte met uitgestrekte armen (van de top van mijn middelvinger links tot de top van mijn middelvinger rechts).

Hypothese

1 Ik denk dat ik er over doe om de trappen op te lopen.

2 Ik denk dat de massa van mijn pennenzak is.

3 Ik denk dat ml water in een glas kan.

4 Ik denk dat de kamertemperatuur in de klas is.

5 Ik denk dat mijn spanwijdte met uitgestrekte armen is.

VOORBEREIDING

Materiaal

Vul het meettoestel in die je nodig hebt om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.

Onderzoeksvraag 1:

Onderzoeksvraag 2:

Onderzoeksvraag 3:

Onderzoeksvraag 4:

Onderzoeksvraag 5:

33 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

UITVOERING

Stappenplan

Noteer de handelingen die je gaat uitvoeren om de meting te maken.

5 Resultaat

Vul de gemeten grootheid in. Noteer het meettoestel waarmee je de grootheid hebt gemeten. Noteer jouw waarneming. Vergeet de eenheid er niet bij te plaatsten.

REFLECTIE Besluit

1 Ik doe er over om de trappen op te lopen.

2 De massa van mijn pennenzak is

3 Er kan ml water in een glas.

4 De kamertemperatuur in de klas is

5 Mijn spanwijdte met uitgestrekte armen is

1 2 3
4
ONDERZOEKSVRAAG GROOTHEID MEETTOESTEL WAARNEMING 1 2 3 4 5
34 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!
Bijlage 35 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!
36 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Finale

Vooraan in het lokaal liggen enkele materialen.

Bekijk ze goed en kies er enkele uit.

Inktbuisje Potje water Koffiefilter

Krijt Lepel Papier

Karton

Watte

ORIËNTATIE

Papieren zakdoekjes Ballon

Wat zou jij willen onderzoeken met dit materiaal?

Geef minstens 2 mogelijkheden.

Onderzoeksvraag 1

Hoe

Controleer je onderzoeksvraag:

Open vraag Kort en beknopt Nuttig

Onderzoekbaar Duidelijk

Onderzoeksvraag 2

Wat

Controleer je onderzoeksvraag:

Open vraag Kort en beknopt Nuttig

Onderzoekbaar Duidelijk

Kies 1 onderzoeksvraag uit. Omcirkel deze hierboven.

37 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Hypothese

Noteer een hypothese voor je gekozen onderzoeksvraag.

Ik denkt dat

VOORBEREIDING

Materiaal

Welke materialen heb je nodig voor je onderzoek?

Leg al het materiaal klaar en voer je onderzoek uit.

UITVOERING

Stappenplan

Schrijf je stappen hieronder neer.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 38 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Resultaat

Wat zie je gebeuren?

REFLECTIE

Besluit

Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?

Wat ging goed tijdens dit onderzoek? Geef minstens 1 zaak die goed ging.

Wat ging minder goed tijdens dit onderzoek? Geef minstens 1 zaak die minder goed ging.

39 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!

Ik kan

het verschil tussen levend, niet-levend en dood uitleggen. de stappen van het wetenschappelijk onderzoek opnoemen. de stappen van het wetenschappelijk onderzoek in volgorde uitvoeren. een goede onderzoeksvraag herkennen. voorbeelden geven van grootheden en hun eenheden. bepalen welk meettoestel ik nodig heb. voorbeelden geven van organen. voorbeelden geven van lichaamsstelsels. uitleggen dat de mens is opgebouwd uit cellen en weefsels.

Woordenlijst

Onderzoeksvraag: een vraag die aangeeft wat je wil onderzoeken

Hypothese: een mogelijk antwoord op een onderzoeksvraag

Waarneming: iets wat jij ziet, hoort, voelt …

Stappenplan: een lijst die je in een bepaalde volgorde moet volgen

Reflectie: het nadenken over wat goed en minder goed liep

Grootheid: iets wat je kan meten

Eenheid: datgene waarin de grootheid wordt uitgedrukt

Meettoestel: een voorwerp dat je gebruikt om te meten

Organisme: een levend wezen

Levenloos: een voorwerp dat nooit zal leven

Stelsel: een groep van organen die samenwerken aan één levenstaak

Cel: het kleinste deeltje van de mens

Weefsel: een groep van cellen

Orgaan: een deel van het lichaam met een bepaalde taak

Colofon

Auteurs Tim Stoelen

Design & Lay-out die Keure

Eerste druk 2023/264

ISBN 978 90 4864 437 7 - KB D/2023/0147/160

Bestelnummer 65 900 0809 - NUR 127 - Thema YPMP5

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

RPR 0405 108 325 - © Copyright by die Keure, Brugge

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

40 MODULE 1 Iedereen wetenschapper?!
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.