Manus 5 - Werkboek 1

Page 1

Werkboek

1 5
5 1
1 Stel
eens voor a
b Ik
. c Sterrenbeeld: d Ik
de stad . e Hobby’s: f Geluksgetal: g Lievelingskleuren: h Ik lees het liefst . i Dit dier vind ik erg schattig: J’ai onze ans. I’m eleven years old. niet lang + niet arm Maak met al de letters een woord. R T I S P S a d f h i g b e c 4 x 4 x 4 = 2 x 2 x 2 x 2 zw = p d = s kr = g ft = l b = r g = d 2
Hallo, ik heet Yara. Aan de hand van enkele raadsels stel ik me voor. Kun jij ze oplossen? Noteer de antwoorden.
je
Leeftijd:
ben geboren in de provincie
woon in

2 Stel jezelf voor aan de hand van acht raadsels. Verdeel de spiegel in vakken en noteer de oplossingen naast de spiegel.

a Voornaam:

b Dit dier vind ik heel schattig:

c Favoriete hapje:

3 Maak met alle letters op het naamkaartje een beroep.

e Hobby’s: f Geluksgetal: g Lievelingskleuren: h Leukste vak op school:

d Mooiste land ter wereld: 3

1 Noteer de juiste bewerking in de gangen van de piramide.

2 Vorm telkens met de drie getallen en twee verschillende bewerkingen het rode getal. Kijk goed naar het voorbeeld.

5
(50 x 10) + 500 = 1 000 2
4
Piramides

De leden van dansclub ‘Move’ bouwen een levende piramide.

3 Noteer in breukvorm welk deel gekleurd is. Herleid indien mogelijk. = • • = • • = • • = • • = • • = • •

4 Met zes personen kun je een levende piramide van drie verdiepingen vormen. Hoeveel personen heb je nodig als je meer verdiepingen wilt? Vul de tabel aan. aantal personen aantal verdiepingen 6 3 4 5 6 36 55

5 Noteer de namen van de leden van de dansclub op de T-shirts.

Zoë staat op de onderste rij tussen Isa en Kim. Nel draagt geen gele, maar ook geen rode T-shirt. Evi staat op dezelfde verdieping als Nel. Kim staat links onder Evi en Liz rechts boven Evi.

5

In het museum

Lees de tekst. Beantwoord de vragen.

Kamiel, de 50-jarige vader van Jade, is suppoost in het Gekke Bekkenmuseum. Een suppoost houdt toezicht in een museum. Hij zorgt ervoor dat de bezoekers de kunstwerken niet aanraken of beschadigen.

1 Aan de ingang van het museum hangt een bord met vijf regels waaraan de bezoekers zich moeten houden. Bedenk en noteer vijf passende regels.

Jade is een grote fan van kunst. Daarom mag ze elke zondag met haar vader mee naar het museum. Op de benedenverdieping hangen enkel schilderijen. Jade kent de titel en de naam van de schilder van elk schilderij uit het hoofd. Op het bovenste verdiep staan beeldhouwwerken uit hout, steen of metaal.

2 Maak een tekening die perfect in het Gekke Bekkenmuseum zou passen. Geef je kunstwerk ook een passende titel.

titel:

5
1 2 3 4 5
3
6

Vandaag is het bloedheet. Om die reden zijn er heel weinig bezoekers in het museum.

Op de bovenverdieping is er zelfs niemand.

Opeens fluit er iemand naar Jade. Ze draait zich met een ruk om, maar ziet niemand.

‘Hé Jade, ik ben het’, fluistert een bronzen beeld. Het beeld stelt een jongedame voor die een vogel in haar linkerhand houdt.

‘Het is hier om te stikken’, jammert het beeld. ‘Kun je alsjeblieft het raam vijf minuten openen?’

‘Je weet toch dat dat absoluut verboden is!’ reageert Jade fel.

‘Ik houd het niet langer vol, ik ga flauwvallen’, overdrijft het beeld.

‘Goed dan, vijf minuten, maar niet langer’, geeft Jade met tegenzin toe.

Jade zet het raam wagenwijd open en gaat eventjes op de benedenverdieping een vieruurtje halen.

Bij haar terugkeer kan ze haar ogen nauwelijks geloven.

3 De schrijver gebruikt in de tekst het werkwoord ‘zeggen’ niet. Hij gebruikt andere werkwoorden die meer informatie geven over hoe iets gezegd wordt. Markeer er vier.

4 Maak in twee tekeningen duidelijk wat Jade ziet en hoe zij erop reageert. Noteer er passende tekstballonnen bij.

‘Het meisje met de vogel is ontsnapt! Ze is uit het raam gesprongen!’ schreeuwt Jade. De directeur van het museum belt onmiddellijk de politie. Twee politieauto’s zetten met loeiende sirenes de achtervolging in. In de verte zien ze het beeld over een hoge omheining klauteren.

5 Schrijf in een vijftal regels het einde van het verhaal. Tip: niet elk verhaal loopt goed af.

7

Een duik in het verleden (1)

Hoe en waarmee schreven de eerste mensen? Hoe rekenden de Egyptenaren en de Romeinen? Hoe ziet het Chinese schrift eruit? We nemen een flinke duik in het verleden.

1 Rotsschilderingen

2 Toen getallen nog niet bestonden … Los op.

Grote Bizon zwemt in een meer van 50 m lang, Kleine Beer in een poel van 25 m lang. Na elke lengte zetten ze een streepje.

Grote Bizon: IIII IIII IIII III Kleine Beer: IIII IIII IIII IIII IIII II

V1 Hoeveel meter zwom Grote Bizon meer of minder dan Kleine Beer? B1 A1

In de prehistorie woonden de mensen in grotten of tenten van dierenhuiden om zich te beschermen tegen wilde dieren, warmte of koude. Op de rotswanden maakten ze prachtige grotschilderingen. Meestal waren het jachttaferelen of afbeeldingen van dieren. Ze tekenden met een hard stuk steen of met houtskool. Ze schilderden met de vingers of met een verfkwast gemaakt van dierenharen.

Teken met houtskool een prehistorisch dier op een blad schuurpapier, behangpapier of ruw tekenpapier.

Ze willen allebei anderhalve kilometer afleggen. Hoeveel lengtes moet elk dan nog zwemmen? B2 A2

V2

5
4
8
rotsschildering in de grotten van Lascaux (Frankrijk)

3 Hoe de Egyptenaren rekenden

Zo’n 4 000 jaar geleden gebruikten de Egyptenaren verschillende symbolen om getallen te schrijven: of 1 10 100 1 000

De getallen werden soms van links naar rechts geschreven, soms van rechts naar links. enkele voorbeelden: 32: of 145: of 4 601: of Noteer deze getallen zoals de Egyptenaren ze schreven. 52: 104: 3 201: Welke getallen zijn hier geschreven? : : :

4 Hoe de Egyptenaren schreven

De Egyptenaren gebruikten het hiërogliefenschrift. Dit schrift bestond uit ruim 700 tekens in de vorm van mensen, dieren of voorwerpen. Elke tekening stelde een woord of een klank voor. Het doet een beetje denken aan pictogrammen. Het is een erg ingewikkeld schrift. Pas in 1822 kon de Fransman Champollion het ontcijferen.

Om ons alfabet om te zetten naar hiërogliefen, kun je de benadering hieronder gebruiken. Schrijf in het kader je naam in hiërogliefen.

A I J E B F/V H C G N O K M L S T P R Q Z U/W Y X D 9

Een duik in het verleden

1 Romeinse cijfers

Ga eerst naar site 1 en los daarna de oefeningen op. Zet de Romeinse getallen om in Arabische getallen en omgekeerd.

VI = 7 = XII = 14 = LIX = 58 = CCLIV = 123 = MDC = 236 = Lees de klokken af en noteer de tijd in woorden.

Het is . Het is .

Welke jaartallen lees je op de afbeeldingen? Noteer in Arabische getallen.

2 Miniaturen

Zo’n 1 000 jaar geleden bestonden nog geen drukpersen. Boeken moesten met de hand worden overgeschreven. Dat geduldige werk gebeurde door monniken in een klooster. Ze schreven met een ganzenveer op perkament. De monniken besteedden veel zorg aan de beginletter van een tekst. Ze versierden die letter, het was een echt kunstwerkje.

Maak met de eerste letter van je voornaam een miniatuur. Versier met kleurpotloden.

5
_____________________________
5
10
(2)

3 Chinese karakters

Het Chinese schrift ontstond ongeveer 2 000 jaar voor Christus. Het schrift bestaat niet uit letters, maar wel uit karakters.

Elk karakter stelt een woord of een idee voor. Om Chinees te kunnen lezen moet je zo’n 2 000 karakters kennen.

Teken met een zwarte stift de karakters over.

moeder

regen

paard

goud

4 Cijfers en letters

Stel je voor dat we de cijfers 0 tot en met 9 niet kenden.

Bedenk voor elk cijfer een ander teken.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Het woord alfabet is afgeleid van twee woorden: alfa en beta. Dat zijn de eerste twee letters van het Griekse alfabet.

Maak een ‘Reis-door-de-wereldalfabet’. Noteer bij elke letter een dorp, gemeente, stad, land of werelddeel. Gebruik je atlas. zië lankenberge anada atar i’an ork

11

1 Bekijk site 2. Welke woorden staan er afgebeeld?

Noteer de woorden en vorm de samenstelling. Maak bij elke samenstelling een passende tekening.

2 Luister naar audio 1. Onthoud de woorden en noteer het gevraagde woord in de juiste kolom.

5
ieuw eeuw oei aai ooi 6
+
+
= +
+
5 2 6 3 7 4
12
Op stap in de natuur
=
= + = +
= + =
= + = 1
8

Op stap in de natuur

1 Welk woord ontbreekt in de reeks? Denk logisch na, kies een woord uit de kaders en noteer. Heb je een tip nodig? Bekijk site 3. paddenstoel salamander caravan koninkrijk sprongetje verstand avonturen ooievaar gevangenis - hengst - visvangst - angstaanjagend - moed - geduldinktvis - plank - stinkzwam - aardkorst - blindelings - - duizendblad houtvuur - dierenhuid - stuifmeel - houthakkers - bomen - bessensappenspreeuw - papegaaien - zilvermeeuw - ijsberen - baardaap - wolschapen -

2 Schrijf de zinnen van het krantenartikel in het meervoud.

Maai Mei Niet

Deze zomer helpt de Vlaming de natuur een handje door de grasmaaier niet uit te halen. De organisator van Maai Mei Niet noemt de maatregel een groot succes. Een gazon dat in mei niet gemaaid wordt, zorgt elke dag voor een maaltijd voor een insect op zoek naar zoetigheid.

Maai Mei Niet toont dat een kleine inspanning een groot verschil voor de natuur kan betekenen.

Maai Mei Niet

Deze zomer de de natuur een handje door de niet uit te halen. De van Maai Mei Niet de een groot succes. die in mei niet gemaaid , elke dag voor veel voor op zoek naar

Als je je grasveld niet maait, is dat een manier om onze tuin in te zetten in de strijd tegen de klimaat- en milieucrisis. Lang gras houdt water en vocht beter vast. Een honingbij en een hommel houden van de nectar uit een wilde paardenbloem.

Als jullie je niet , is dat een manier om onze in te zetten in de strijd tegen de klimaat- en milieucrisis. Lange

water en vocht beter vast. en houden van de nectar uit wilde

Maai Mei Niet toont dat vele kleine ________________________________________________________ grote voor de natuur betekenen.

5
6
_________________________________ _______________________________
13

7 Je kijkt je ogen uit!

1 Kijk naar de afbeeldingen. Kruis aan wat past. Wat is het juiste bovenaanzicht? Wat is het juiste rechterzijaanzicht? 3

2 Zet de juiste letter bij het juiste aanzicht.

5
wat je ziet als je op de pijl
Teken
staat.
• • • •
b
14
a c
d

4 Bekijk de plattegrond van de riviermonding. Is de uitspraak waar of niet waar? Kruis aan.

waar niet waar A kan B zien. C en D kunnen elkaar zien. E kan C niet zien. A ziet C. B kan iedereen zien. C ziet enkel B. Twee personen kunnen iedereen zien. 5 Kleur het raster in. Kijk naar de plattegrond. = ziet = ziet niet

ziet . . .

. . .

A B C D E A B C D E

. . . 15

. . .

6 Er werden boomstronken op elkaar gestapeld. Noteer de juiste aantallen op het grondplan en kleur de gevraagde aanzichten in. grondplan linkerzijaanzicht achteraanzicht

Actie vereist!

zinnen met één werkwoord: zinnen met twee werkwoorden:

Onze planeet is in gevaar. We moeten dringend actie ondernemen om het tij te keren. Voer de opdrachten uit.

ZORG VOOR DE BIJEN!

1 Omkring de werkwoorden in de zinnen.

De laatste jaren is de sterfte bij de bijen in ons land opmerkelijk groot.

Heel wat bijenvolken overleven de winter in ons land niet.

We kennen een aantal oorzaken voor deze sterfte bij de bijen.

Ten eerste legt de varroamijt haar eitjes op de larven van de bij.

Dat Aziatische spinnetje bijt de bij en voedt zich met de lichaamssappen.

Ten tweede kunnen bijen minder voedsel vinden in de natuur.

Mensen willen in hun tuin alle kruiden en wilde planten wieden.

Ten derde moeten we veel minder giftige pesticiden gebruiken!

2 Maak van elke zin een ja-neevraag. Schrijf op.

Imkers geven handige tips om bijen te helpen.

In je tuin kan je bijen een volwaardig menu serveren.

Het is een goed idee om bloeiende kruiden, planten en bomen te combineren.

3 Onderstreep in elke zin het onderwerp enkel en de persoonsvorm dubbel.

Wat is het getal van het onderwerp en de persoonsvorm? Kleur enkelvoud (E) of meervoud (M).

De Belg verbruikt elk jaar meer brandstof met zijn wagen. E M

De uitlaatgassen van die auto’s zijn slecht voor het klimaat. E M

Daar kunnen we samen iets aan doen! E M

Je gezin kan dichter bij het werk of de school gaan wonen. E M

Volwassenen beperken hun snelheid met de auto. E M

Voor een korte afstand nemen jullie best de fiets. E M Geloof jij dat we binnen enkele jaren allemaal elektrisch rijden? E M

4 Onderstreep in elke zin de persoonsvorm dubbel. In welke tijd staat de persoonsvorm? Kleur tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.).

Luchtverontreiniging veroorzaakt de opwarming van het klimaat. t.t. v.t.

Sinds de 19e eeuw warmde de aarde met gemiddeld 0,7 °C op. t.t. v.t.

Het zeewaterpeil steeg met ongeveer 10 tot 25 cm in 100 jaar. t.t. v.t.

De helft van de gletsjers in de Alpen zijn gesmolten sedert 1850. t.t. v.t.

De gevolgen van al die uitlaatgassen kunnen dus rampzalig zijn. t.t. v.t.

5
8
16

VERBRUIK MINDER WATER!

5 Noteer een onderwerp in de gevraagde persoon in onderstaande zinnen.

Op warme dagen verbruiken met z’n allen miljoenen liters water. (1e persoon meervoud)

neemt een douche, vult het zwembad of geeft de planten water. (2e persoon enkelvoud)

Het zou goed zijn dat zuinig omgaan met het drinkwater. (2e persoon meervoud)

Veel mensen weten niet dat eenvoudig water kan besparen. (2e persoon enkelvoud) beseffen niet dat dit de klimaatverandering tegengaat. (3e persoon meervoud)

6 Kies de juiste vorm van het werkwoord en noteer het in de zin. Kijk naar de gevraagde tijd: tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.). geef geeft geven gaf gaven

Daarom (t.t.) ik jullie enkele tips om water te besparen. verbruik verbruikt verbruiken verbruikte verbruikten

Een vaatwasser (t.t.) minder water dan een handwas. weet weten wist wisten (v.t.) jullie dat douchen 50% water kan besparen? kan kunt kunnen kon konden

Om korter te douchen (t.t.) je een wekker gebruiken.

VERKLEIN DE AFVALBERG!

7 Lees de zinnen. De persoonsvorm van elke zin is dubbel onderstreept.

Onderstreep het onderwerp van elke zin enkel.

1 De gemiddelde Belg gooit elke dag 1,4 kilogram goederen weg.

2 Al dat afval moeten we verwerken of recycleren.

3 Vroeger produceerde de mens veel minder afval.

4 In die tijd kweekten ze hun voedsel vaak zelf in de moestuin.

5 Producten uit de kruidenierszaak werden niet verpakt in plastic.

6 Consumenten kunnen heel wat doen om de afvalberg te verkleinen.

7 In de winkel koop je best niet te veel voedsel.

8 Gebruiken jullie bij het winkelen al herbruikbare tassen?

9 Ik let er steeds op geen wegwerpproducten te kopen!

10 Het overblijvende afval probeer je correct te sorteren.

8 Bekijk de zinnen van oefening 7 en kruis aan ...

- in welke persoon het onderwerp staat: 1e, 2e of 3e en enkelvoud of meervoud. - in welke tijd de persoonsvorm staat: tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.).

1e persoon 2e persoon 3e persoon
zin 1 zin 2 zin 3 zin 4 zin 5 zin
zin
zin 8 zin
zin
enkelvoud meervoud t.t. v.t.
6
7
9
10
17

snuifje natuurplezier

1 Bekijk video 1. Hoe bouw je een insectenhotel?

Maak passende zinnen door twee delen met elkaar te verbinden. Nummer de zinnen zodat de tekst bij de instructievideo past.

• Verzamel het benodigde materiaal: met rietstengels die je op maat snijdt.

• Plaats de gevulde bloempotten zodat de gaten bereikbaar zijn voor de insecten.

• Gebruik droge twijgjes en stro en hang het op een zonnige plaats! Welkom!

• Werk het hotel af met een houten dak dwars op de bakstenen zodat de vulling er niet uit kan vallen.

• Hoe bouw je een insectenhotel een houten kist, dennenappels, bakstenen, riet, stro, gaas …

• Span een stuk metalen gaas op met dennenappels en droge takjes.

• Plaats de bakstenen in de kist met een nijptang en maak het stevig vast.

• Vul de overgebleven ruimte rond de bloempot om stenen bloempotjes op te vullen.

• Knip het gaas op maat uit recyclage- en recuperatiematerialen?

• Vul het vak naast de bakstenen op over de losse onderdelen in de houten kist.

2 Ben jij de grootste natuurkenner ter wereld? Zoek de vier verbanden in deze puzzel. Kleur in het rooster telkens vier woorden die bij elkaar horen in dezelfde kleur. Zoek daarna voor elke groep van vier woorden een passend trefwoord. Noteer het in het kader met de overeenkomstige kleur.

elfenbankje dikkopje schubben wortels salamander neemt CO2 op plaatjes kikker snoek giftig of niet giftig bast kieuwspleet paardenkastanje slijmerige huid rugvin sporen

5
9
18
Een
3 Vul
1
5
2
_________________
6
3
7
4
8
4 Wat betekenen de spreekwoorden uit oefening 3? Noteer het nummer van het spreekwoord bij de passende afbeelding. Zoek het spreekwoord op als je de betekenis niet kent. 5 Droedels! Welke ‘natuurlijke’ woorden zoeken we? Noteer. 1 D V = D V + RIE K • • • • • • • • w
19
de spreekwoorden aan door met de letters van het woord tussen haakjes een passend woord te maken.
Het is een land van (klem) en honing.
Zo scheel zien als een (rotte).
Dat is een harde
(toon) om te kraken.
Er is een zee van (muiter).
Er schuilt een (dader) onder het gras.
Zijn barometer staat op (morst).
(uitleners) of het gras groeit.
Als paddenstoelen uit de grond (chineest).
Tip: Je kan spreekwoorden en hun betekenis opzoeken via https://www.spreekwoord.nl/.

(On)bekende natuurbewoners

1 In de natuur leven heel wat vreemde dieren. Bekijk site 4. Noteer het nummer bij de juiste foto: 1 = dwergvleermuis 2 = zee-egel 3 = komodovaraan 4 = bloedcicade 5 = miljoenpoot

Tot welke klasse van dieren behoren deze (on)bekende beesten? Gebruik de determinatietabel en noteer de juiste klasse.

• • • • •

klasse: klasse: klasse: klasse: klasse:

2 In je tuin vind je heel wat kriebeldieren. Bekijk site 4. Gebruik de determinatietabel en noteer bij elk dier de juiste naam.

naam: naam: naam: naam: naam:

5
10
3 Wat bij dieren kan, kan bij bomen ook. Bepaal aan de hand van het blad de juiste naam van de bijhorende boom. Gebruik site 4 en noteer. 20

natuurbewoners

1 Minecraft is een spel waarin je in een virtuele wereld kubusvormige objecten kan plaatsen en aanpassen. In die wereld vind je planten, gebouwen, grotten, bergformaties, vijanden en ook dieren. Volg het stappenplan en teken je eigen dier in minecraft-stijl. Teken je een varken, koe, wolf, schaap, paard of iets anders?

5
10 (On)bekende
21
1 5 2 6 3 7 4 8
5 1 Luister naar audio 2. Noteer de nummers
de juiste
2 Verbind de tien gemeenten/steden met de juiste plaats op de kaart. Gebruik je atlas.
Westouter Herentals Gent Meise Brussel Genk Mechelen De Panne Borgloon • • • • • • • • • • foto: CBBD/Danies Fouss 22
bij
foto.
11 Een reisje door Vlaanderen Maldegem

Kuieren in en rond Brussel

1 Surf op het internet om de zinnen aan te vullen of de vragen te beantwoorden. Noteer je antwoord in het rooster.

a De grootste … van België bevindt zich in Zaventem.

f Het kantoor van onze eerste minister bevindt zich in de Wetstraat te Brussel. Ken je ook het huisnummer? Noteer het in letters.

b Wat is de naam van deze toren uit roestvrij staal die in Tielt-Winge staat?

g De naam van dit monument is de leeuw van … Je kunt het bezoeken in de gemeente Eigenbrakel.

c Het standbeeld van Manneken Pis staat op de hoek van de Eikstraat en de …

h De naam van het monument dat hier geknutseld is ken je zeker en vast!

d Welk Frans monument kun je in Mini-Europa in miniatuur bewonderen?

i Train … is een treinmuseum aan het station van Schaarbeek.

e Welke Brusselse voetbalploeg speelt in paarswitte truitjes?

2 Zet de letters in de gekleurde vakjes achter elkaar en vul het woord in de zin in.

Brussel is de van Europa.

5
11
uslatar - stock.adobe.com 23
©Toerisme Vlaams-Brabant

Het Belgisch kampioenschap

hersengymnastiek

Dit geheugenspel speel je met drie of vier spelers en bestaat uit vier opdrachten. Je verdient telkens één punt per gevonden woord. Noteer je punten onderaan pagina 25. Bij elke opdracht staat er hoeveel tijd je krijgt. Ga naar site 5.

1 Luister naar audio 1. Je hoort zes woorden. Welk woord wordt hier omschreven? Noteer het in het rooster. a klein gebouw om in te bidden b sprookjesfiguur c beroep d sneeuwstorm e dier f gevechtssport

a b c d e f

Als je dit woord juist hebt, krijg je een extra punt! 2 min. 7 min.

2 Kijk naar video 1. Je ziet tien woorden. Markeer ze in het rooster. Zoek van links naar rechts, van boven naar onder en diagonaal. s a l a m a n d e r s w j k r o t r a d i j s j e s g e a a v e a k a p p l a n e e t p v a l l s a m a e o l e h k e i k e i i a b z r l r o i a l j a n n g v i a e a t u n z a n n t e a e k p a n s r j e w a t p a r a l l e l l o g r a m i f n e r a m a d a n l n a h e r k t r a p e z i u m e i s

5
12
24

6 min.

3 Luister naar audio 2. Je hoort achttien woorden.

Schrijf de woorden bij de juiste letter van het alfabet.

4 Luister naar audio 3. Je hoort tien woorden.

/

a
b
h p
j r c k s d l t e m v f n w
spelers opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 totaal 1 / 7 / 10 / 18 / 10 / 45 2 / 7 / 10 / 18 / 10 / 45 3 / 7 / 10 / 18 / 10
45 4 / 7 / 10 / 18 / 10
45
Schrijf de woorden bij de juiste foto. 25
/
3 min.

13 Op bezoek bij de buren

1 Zoek op de kaart van Europa of online de buurlanden van België op. Vul de ontbrekende gegevens aan.

land: hoofdstad: autokenteken: F vlag: land: hoofdstad: autokenteken: vlag: land: hoofdstad: Amsterdam autokenteken: vlag:

land: hoofdstad: autokenteken: vlag: land: Groothertogdom Luxemburg hoofdstad: autokenteken: vlag:

5
26

2 Hangt er aan de koffer een Frans woord, kleur het label blauw. Hangt er aan de koffer een Engels woord, kleur het label rood.

girl cahier dog garçon glass classe book lady frère chien

3 Schrijf onder elke koffer de juiste vertaling. Kies uit: boek glas jongen schrift hond klas dame broer hond meisje

4 Bekijk op site 6 video 1. Vul daarna de zinnen aan met de juiste kleur.

Kies uit: blue, white, red, yellow, green.

The grass is . A banana is .

The snow is . A tomato is .

The sky is .

6 Bekijk op site 6 video 2. Noteer het juiste rugnummer op de truitjes.

5 Kleur elke rij noppen in de juiste kleur. orange black brown pink grey

a b c d e
• •
27

in woord en beeld

1 Schrijf over vijf gemeenten naar keuze een versje dat bestaat uit twee regels. De laatste woorden van elke regel moeten rijmen.

Dit zijn enkele namen van gemeenten die je eventueel kunt gebruiken: Boom, Menen, Paal, Landen, Meer, Borgloon, Perk, Lint, Assen, Dilbeek, Kinrooi, Kasterlee, Maaseik, Oostkamp, Voeren, Schoten, Genk, Bever, Stabroek, Geel …

Marie is een grote, grappige tandarts uit Koningslo en rijdt op zondagen met een citroenkleurige auto.

2 Bedenk twee krantenkoppen over een Belgische gemeente naar keuze. Alle woorden moeten met dezelfde letter beginnen, zoals in het voorbeeld.

5
14
28
België
ZES ZOTTEGEMSE ZANGERESSEN ZINGEN ZEVEN ZATERDAGEN ZOMERLIEDJES

3 Inaya bezoekt een tentoonstelling van de Belgische schilder René Magritte. Luister naar audio 3. Teken en kleur de twee schilderijen die Inaya beschrijft.

4 Het Atomium is wellicht het bekendste monument van België. Noteer of teken in elke bol iets dat typisch Belgisch is. Denk daarbij aan bekende personen, monumenten, producten, toeristische trekpleisters …

1 2
29

1 Sofie woont in Deinze, een gezellige stad aan de Leie gelegen tussen Kortrijk en Gent. Bereken en vul de ontbrekende afstanden op de wegwijzers in.

2 Sofie werkt als vertegenwoordigster voor een erg bekende Belgische modeontwerper. Zij volgt de weg die aangeduid is op de kaart. Ze vertrekt vanuit Deinze. Op het einde van de dag rijdt ze terug naar huis.

V Welke afstand legt Sofie in totaal af? Bereken aan de hand van de tabel.

5
A 15 Is het nog ver? afstanden in km Antwerpen Brussel Deinze Gent Kortrijk Luik Namen A: Antwerpen - 45 76 59 99 119 103 B: Brussel 45 - 68 56 92 97 69 D: Deinze 76 68 - 18 33 166 139 G: Gent 59 56 18 - 47 155 127 K: Kortrijk 99 92 33 47 - 190 156 L: Luik 119 97 166 155 190 - 59 N: Namen 103 69 139 127 156 59A D G B K L N KORTRIJK 33 KM KORTRIJK KM ANTWERPEN 76 KM ANTWERPEN KM BRUSSEL KM GENT 18 KM DEINZE BRUSSEL 56 KM 30
B

3 Duivenmelker Bashir doet met zijn vijf duiven elke week mee aan wedstrijden. Om te oefenen laat hij zijn duiven op verschillende plaatsen los. Ze vliegen allemaal gemiddeld 120 km/u. Bereken hoe snel elke duif zijn afstand aflegt en vul de vijf tabellen aan.

B: de blauwe geschelpte

duiventil O P Z R B 6 km

O: de oranje spurter afstand in km 120 tijd in minuten 60

4 Bilal houdt van veldlopen. Als opwarming loopt hij in het bos een rondje. Bereken de afstand van één ronde in kilometer met behulp van de breukschaal. afstand op de kaart

cm

cm

cm afstand in werkelijkheid

Eén rondje is kilometer lang.

___________________
___________________
___________________
___________________ cm ___________________ cm ___________________ km
afstand in km 120 tijd in minuten 60 P: de paarse duiker afstand in km 120 tijd in minuten 60 Z: de zilveren duivel afstand in km 120 tijd in minuten 60 R: de roze parel afstand in km 120 tijd in minuten 60 31

Markeer wat je moet doen in het blauw. Markeer wat je mag doen in het groen. Kleur ✔ als je klaar bent.

1 / Stel je eens voor p. 2 en 3 ✔

2 / Piramides p. 4 en 5 ✔

3 / In het museum p. 6 en 7 ✔

4 / Een duik in het verleden (1) p. 8 en 9 ✔

5 / Een duik in het verleden (2) p. 10 en 11 ✔

6 Op stap in de natuur p. 12 ✔

6 Op stap in de natuur p. 13 ✔

7 / Je kijkt je ogen uit! p. 14 en 15 ✔

8 / Actie vereist! p. 16 en 17 ✔

9 / Een snuifje natuurplezier p. 18 en 19 ✔

10 (On)bekende natuurbewoners p. 20 ✔

10 (On)bekende natuurbewoners p. 21 ✔

11 Een reisje door Vlaanderen p. 22 ✔

11 Kuieren in en rond Brussel p. 23 ✔

12 / Het Belgisch kampioenschap hersengymnastiek p. 24 en 25 ✔

13 / Op bezoek bij de buren p. 26 en 27 ✔

14 / België in woord en beeld p. 28 en 29 ✔

15 / Is het nog ver? p. 30 en 31 ✔

Wat vindt de juf/meester van mijn werk?

Auteurs Tim Dhuyvetter en Franky Feys • Illustrator Maarten Lenoir • Eerste druk 2022

Bestelnummer WB 1 van 3 van 60 1009 105 • ISBN 978 90 4864 152 9 • KB D/2022/0147/5 • NUR 193

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge • RPR 0405 108 325 - © Copyright die Keure, Brugge

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.