Methode lichamelijke opvoeding lager onderwijs
Onderwijs doet ertoe
Fysieke vaardigheden Activiteit 8
4
Oriëntatielopen Auteurs Michel De Wael en Geertrui Pattyn
Doelen
1 De kinderen kunnen toestellen of voorwerpen herkennen op hu grondplan en daar snel naar toe lopen.
2 De kinderen kunnen hun looptempo afstemmen op de afstand
3 De kinderen beleven voldoening aan loopopdrachten in spelvo en kunnen het effect op hun gezondheid verwoorden. 4 De kinderen kunnen op een eerlijke wijze hun bewegingsopdrachten uitvoeren. 5 De kinderen kunnen vlot veranderen van richting. 6 De kinderen zijn zelfredzaam bij het aandoen van het gepast schoeisel en sportkledij om buiten te sporten. 7 De kinderen wassen hun handen na het buitensporten.
Materialen
Leskaart Kleuren- en windrooskaartjes Legende Werkbladen met slangen Grondplannen (zie ‘Vooraf’) Nummerkaarten Nummerstroken Memokaarten Dozen Tien voorwerpen of toestellen Tape Krijt Schrijfgerei Kompas
2 x 50'
ET
GO!
OVSG
ZILL
un
1.33
6.2.3.31
LA-MC-ROL-34.2
MZzo2
d.
1.15
6.2.5.2
LA-MC-ATL-18.2
MZrt2 MZrt4
orm
2.3
6.1.2.11 6.1.2.12
LA-MC-ATL-21.2 LA-FG-57.2
IVgv1
3.3
6.1.1.28
LA-ZSF-73.2
SErv3
-
-
-
MZrt2
1.27
6.1.2.6
LA-MC-GYM-12.2
MZkm1
-
6.1.2.7
LA-FG-59.2
IVgv1
1
4 Vooraf
OriĂŤntatieloop is een loopsport waarbij men navigeert met kaart e Een vierkant dat verdeeld is in een oranjerode en een witte helft is Bij de traditionele vorm navigeren de deelnemers te voet, maar er zoals het navigeren per ski of mountainbike. De wedstrijden zijn r opgenomen en de deelnemers een special vervaardigde kaart en divers terrein (vaak bossen) te navigeren. Tijdens het lopen bezoe uitgezette controlepunten die aangegeven zijn op de kaart. De ro de start geheim gehouden voor de deelnemers, op het startmom topografische kaart waarop de route is aangegeven. Deelnemers de tijd wordt opgenomen. Voor de uitslag wordt gekeken wie de j volgorde het snelst heeft aangedaan.
Maak voor iedere groep een grondplan van de schooltuin, speelp voorwerpen of toestellen geplaatst zijn. Integreer elementen uit d bewegen (bv. een bank, een zandbak ‌). Breng ook een nummeri GoogleMaps is een handig middel om een kaartje te maken. Je k werken.
Maak voor elke groep een grondplan van de omgeving. Voorzie twee sets memokaarten. Breng een nummer van 1 tot 10 sets memokaarten.
en kompas. s het symbool van oriĂŤnteringsloop. r zijn ook andere vormen mogelijk, races waarin de looptijd wordt n een kompas gebruiken om door eken de deelnemers van te voren oute van de controlepunten wordt voor ment ontvangen ze een gedetailleerde s starten op verschillend interval en juiste controlepunten in de juiste
plaats, schoolcomplex waarop tien de omgeving die uitnodigen tot ing van 1 tot 10 aan. kunt eventueel ook in de gymzaal
0 aan op de achterkant van een van de
2
4 1 Instap Kleurenreeksen verzamelen Spel In groepjes Dozen Kleurenkaartjes
Teken in het midden van de ruimte vier ploegzones. In elke zone verschillende plaatsen, aan de buitenrand van het terrein, staat d blauwe kaartjes, een doos met zwarte kaartjes ...). Gedurende een bepaalde tijd lopen de kinderen heen en weer naa kaartje en brengen dit naar de ploegzone. Zo proberen ze zoveel te verzamelen. Hierbij mag men niet door de zones van de ander de kinderen aangetikt worden door twee tikkers. Wie aangetikt w Heb je geen kaartje bij, dan moet je in spreidstand staan en wach door onder je benen door te kruipen. De tikkers proberen eveneens kleurreeksen te verzamelen.
- Kan je dit spel strategisch spelen? - Hoe werk je als groep samen om zoveel mogelijk reeksen t Kijk regelmatig welke kleuren er nog nodig zijn om een reek - Kunnen de tikkers ook een strategie toepassen? Duid meer tikkers aan.
2 Kern 2.1 OriĂŤntatie Leergesprek
2.1.1 De kaart: de kleuren en de symbolen Toon een kaart en bespreek deze met de kinderen. - De kaart is een verticale projectie van het terrein. - Laat de kinderen de kaart vergelijken met een satelietkaart van in GoogleMaps. - Overloop de kleuren op de kaart en probeer samen de beteken
staat een groepje kinderen. Op zes doos met kleurkaartjes (een doos met
ar de dozen en nemen telkens ĂŠĂŠn mogelijk reeksen van de zes kleuren re groepen lopen. Onderweg kunnen wordt, moet het kleurkaartje afgeven. hten tot een ploeggenoot je verlost
te verzamelen? ks te vormen.
n het gebied (Bygholm, Denemarken)
nis te achterhalen.
3
4 Spel In groepjes Werkbladen met slangen Legende Schrijfgerei
2.1.2 Aflossingsloop Verdeel de kinderen in groepen. Iedere groep staan aan de buiten heeft een blad met een oriëntatieslang. Het lichaam van de slang verschillende topografische symbolen en kleuren. In het midden legende van een topografische kaart. Hierop staan genummerde De kinderen lopen om de beurt naar het midden om het nummer de kleur dat bij de hokjes van de oriëntatieslang moet staan. Ze w terugkomst noteren ze het nummer in het overeenkomstig hokje volgende. Welke groep is het eerst klaar? Laat de kinderen in groep hun kaa
Gooi met een dobbelsteen om plaatsen vooruit te gaan op de
2.2 Lijnoriëntatie per twee Tien voorwerpen of toestellen Grondplan
Spel Per twee
De kinderen plaatsen samen de tien voorwerpen of toestellen in d brengen de bijhorende nummering aan.
2.2.1 Nummerloop Elk duo krijgt een verschillende nummerstrook met de tien cijfers volgorde van voorwerp naar voorwerp (of van toestel naar toeste
Nummerstroken Grondplannen
- - - - -
Laat de kinderen om de beurt leiden en volgen. Na vijf num De kopman heeft de vrije keuze om het toestel of voorwerp Laat de kinderen lopen met opgelegde verplaatsingsvorme Geef de kinderen een lege cijferstrook en laat ze een eigen De kinderen geven hun strook door aan een ander groepje.
nrand van de loopruimte. Elke groep g is onderverdeeld in hokjes met van de ruimte ligt een blad met e topografische symbolen en kleuren. r te kennen van het symbool of van werken in de juiste volgorde. Bij hun e en geven het potlood door aan de
art controleren.
e slang.
de ruimte volgens het grondplan en
s. Het duo loopt in deze opgelegde el).
mmers wisselt de kopman. p te hanteren. en. cijferreeks invullen. .
4
4 Per twee Grondplannen
2.2.2 Gebruik van een grondplan Opdrachten: - Pijlentraject: Teken om beurt een pijl op het grondplan naar ee Maak hierbij gebruik van de aanwezige elementen. Doorloop z - Lijnloop: Teken een krullijn op het grondplan en loop dit traject partner.
Doe de opdracht vanuit de principes van steroriëntatie: loop v naar een toestel keer terug.
2.3 Windrooslopen In groepjes Tape Krijt Kaartjes
In het midden van speelruimte zijn, met tape, vier zones op de gro loopruimte moet een groot vierkant zijn, opdat de loopafstand vo Aan de vier zijden van de ruimte wordt een windrichting aangebra kinderen, die de naam van een windrichting heeft. Roep woorden waarin ‘noord’, ‘oost’, ‘zuid’ of ‘west’ voorkomt (bv Westerschelde). De kinderen van de geroepen windrichting moet zonder aangetikt te worden door iemand van de andere ploegen. Wie aangetikt wordt, moet een kaartje afgeven. Hoeveel kaartjes kan je als ploeg veroveren?
- Wie getikt wordt, moet aansluiten bij de groep van de tikke - Laat de groepen af en toe eens van startzone en naam wis - Gebruik fopwoorden (bv. w...aterkant, z…andbak).
en volgende post en geef een opdracht. zo enkele keren het parcours. t. Wie de krullijn tekent, volgt de
vanuit ĂŠĂŠn startpunt
ond aangebracht. De volledige oor alle groepen gelijk zou zijn. acht. In elke zone staat een groep
v. Noordpool, Oostenrijk, ten snel naar hun muur (paal) lopen .
N
W
O
Z
er. sselen.
5
4 2.4 Memospel - Oriëntatie in openlucht Per twee Spel
De kinderen vormen groepjes van twee. Elk duo mag een symboo nummer op de keerzijde mag niet zichtbaar zijn.
Grondplannen Memokaarten
Zorg voor een goede spreiding op het terrein.
Nummerkaarten Schrijfgerei
Elk duo krijgt een set ongenummerde kaartjes met symbolen of k verkennen het terrein en memoriseren waar welke symbolen of k
Nu start het memospel. Om beurt draait iemand een memokaart symbool of kleur en onthoudt het nummer dat daar op de keerzij kind het nummer op het grondplan.
Je mag maar naar één of twee posten lopen. Ben je één of tw dan is het de beurt aan je partner.
3 Afsluiter Kennismaking met het kompas Klassikaal Kompas
Tijdens een oriënteringsloop maken de deelnemers gebruik van e verwoorden hoe een kompas werkt. Opdrachten: - Sta met je gezicht gericht naar het reële noorden. - Wandel naar het zuiden, oosten, westen …
4 Evaluatie
Beoordeel de vaardigheden van de kinderen aan de hand van obs
olkaartje hangen of neerleggen. Het
kleuren die ze moeten omkeren. Ze kleuren zich bevinden.
t om, loopt naar post met hetzelfde jde staat. Bij terugkomst noteert het
weemaal fout,
een kompas. Laat de kinderen
servatielijst 10 'Lopen'.
6