2
2
Creatief bewegen Activiteit 3
Creatief bewegen Activiteit 3
Expressief bewegen Ballonnen
2
Auteurs Michel De Wael en Geertrui Pattyn
Doelen 1 De kinderen verkennen de bewegingsmogelijkheden van het eigen lichaam en de bewegingsmogelijkheden van een ballon.
2 De kinderen kunnen afwisselend een gespannen en ontspanne houding aannemen en daarbij een aangepaste ademhaling uitvoeren. 3 De kinderen ervaren de eigenheid van een ballon.
4 De kinderen kunnen eigen bewegingen aanpassen in functie va een bewegende ballon.
Materialen
Leskaart Matten Krijt Ballonnen
en
an
1 x 50'
ET
GO!
OVSG
ZILL
1.1 1.17
6.1.1.2
LA-MC-RITM-38.1
MZlb1 IVoz2
1.7
6.1.2.1
LA-MC-RITM-39.1
MZlb3
3.7
6.1.2.16
LA-FG-62.1 LA-ZSF-79.1
IVoc2
1.17
6.2.3.3
LA-MC-BAL-27.1
MZrt4
1
2 1 Instap
Ballonnen in de lucht houden met verschille Klassikaal
Elk kind heeft een ballon en probeert die ballon op verschillende m
Ballonnen ’10 000 luchtballonnen’, K3 ‘Often a bird’, Wim Mertens
Bijsturingsopdrachten: - Gebruik verschillende lichaamsdelen: arm, knie, voet, vinger, ho - Werk vanuit verschillende basishoudingen: staand, zittend, ligg - Raak de ballon op verschillende manieren: slaan, trappen, tikke - Raak de ballon met een verschillende intensiteit: hard en zacht - Stap door de ruimte. - Welke lichaamsdelen heb je gebruikt? - Hoe voel je je bij het zacht tikken en bij het hard slaan? - Wat ervaar je bij het zacht tikken en bij het hard slaan?
- Toon een ballon in een bepaalde kleur. De kinderen met een een opdracht uit met hun ballon. - Namenspel: Eén ballon voor vier tot vijf kinderen. Eén kind en roept de naam van een ander kind. Dit kind moet dan sl roepen. - Groepsspel: Alle kinderen proberen samen zoveel mogelijk te houden. Je mag elke ballon aanraken. De ballonnen die uitgeschakeld. Hoeveel ballonnen blijven er uiteindelijk ove
ende lichaamsdelen
manieren in de lucht te houden.
oofd, rug, neus, oor … gend, steunend op één knie … en, duwen, dragen … t.
n ballon in die kleur voeren
slaat of tikt de ballon omhoog laan en een nieuwe naam
k ballonnen in de lucht de grond raken, zijn er?
2
2 2 Kern 2.1 Dansende ballonnen Klassikaal ‘Mon premier ballon’, Le gros ballon
De kinderen bewegen door de ruimte terwijl de ballon aan hun lic niet aan te raken met de handen. Ze mogen de ballon van het ene doorgeven (bv.van het hoofd naar de schouder, naar de arm, de b
‘Les jours tristes’, Yann Tiersen ‘99 Luftballons’, Nena
- Wat gebeurt er met de ballon als je danst? - Welke oplossingen gebruik je om de ballon niet op de gron - Hoeveel kracht, snelheid heb je nodig?
- Combineer de opdrachten van 2.1 en 2.1 zodat er een dans Bv. • Tik tweemaal met de linkerhand. • Tik tweemaal met de rechterelleboog. • Vang de ballon op je rug en beweeg je zitvlak heen en we - Geef in kleine groepjes de ballon aan elkaar doorgeven op verschillende houdingen en met verschillende lichaamsde
2.2 Bewegen als een ballon Klassikaal Ballonnen
Bespreek. - Hoe bewegen of verplaatsen ballonnen zich?
‘Nuvole bianche’, Ludovico Einaudi
De kinderen bewegen als ballonnen door de ruimte.
‘Flying’, Soundtrack Peter Pan
Bijsturingsopdrachten: - De wind neemt in kracht toe. - Zweef, draai naar alle richtingen. - Zweef omhoog en omlaag. - In het begin ben je goed opgeblazen, groot en opgespannen. L verslap je. - De ballon kan vastzitten, ontploffen of door iemand opgeraapt
chaam ‘kleeft’. Ze proberen de ballon e naar het andere lichaamsdeel buik, de knie).
nd te laten vallen?
szin ontstaat.
eer. verschillende manieren, in elen.
Later loop je stilaan leeg, verklein en
t worden.
3
2
- De kinderen zetten elkaar in beweging. Tijdens het bewege zachtjes met een lichaamsdeel aanraken. De twee kindere ware tegen elkaar en volgen daardoor een andere weg. - Het aanraken gebeurt telkens met een ander lichaamsdeel - Zet een nieuwe beweging in met één bepaald lichaamsdee - Welk gevoel kreeg je als ballon in verschillende situaties? - Hoe voelden je spieren aan? Ontspannen of gespannen? - Hoe adem je tijdens het zweven?
3 Afsluiter Visualisatie Individueel ‘The red dotted balloon’, Pablo Ferrero
De kinderen gaan rustig neerliggen en sluiten de ogen. Vraag hen zich in te beelden dat ze een ballon zijn. - Adem goed in. Je wordt opgeblazen. Adem uit. Je loopt helem Doe dit enkele keren. - Sluit de ogen en adem rustig in en uit. Volg, als in een droom, d
4 Evaluatie
Beoordeel de vaardigheden van de kinderen aan de hand van obs
en mogen ze een ander kind en (ballonnen) botsen als het
l. el.
maal leeg.
de reis die je als ballon maakt.
servatielijst 29 ‘Bewegingsexpressie’.
4