Fluo 5 - Werkboek fietser - inkijk methode

Page 1

Fietser
NAAM KLAS

Veilig op weg: je fiets

1 Omkring op de tekening vier verplichte fietsonderdelen. Verbind met een tekstballon en schrijf daarin waarom het belangrijk is.

Weetje

Hoe groot mag de bagage of lading zijn die je meeneemt op de fiets?

De lading mag niet uitsteken voorbij het voorwiel.

De lading mag 50 centimeter uitsteken voorbij het achterwiel.

De lading mag niet breder zijn dan 100 centimeter.

2 Fietser

?Ik bescherm je tegen diefstal. Soms koop je mij ook los van je fiets.

Ik mag niet te strak gespannen worden. Ook niet te slap. Af en toe heb ik graag een likje olie.

Wij zijn belangrijk voor je fiets: je moet ons profiel goed zien. Blaas ons maar vol lucht, zo fiets je heel vlot.

Wij zorgen dat anderen je zien, vooral als ze van opzij komen. Zo kunnen zij op tijd stoppen en vermijd je gevaar.

??Ik help je als het regent. Ik zorg dat de plassen niet te veel op je spatten.

??Ik moet op de goede hoogte vast zitten. Met een sleutel kan je mij hoger of lager zetten. Nadien zet je mij terug goed vast, zo ga je veilig op weg.

?
3 Fietser
2 Welk fietsonderdeel is het? Vul de juiste naam in bij elk raadsel.

Op weg met de fiets: zo hoort het

Links afslaan

1 De fietser wil links afslaan. Duid op elke tekening aan hoe het hoort.

2 Waarop moet je zeker letten? Noteer.

Rechts afslaan

3 De fietser wil rechts afslaan. Duid aan op de tekening hoe het hoort.

4 Let op voor voetgangers. Wie heeft voorrang? Noteer.

4 Fietser

Inhalen

5 De fietser wil de twee voorliggers inhalen. Duid aan bij elke optie: goed of fout .

Roep naar de fietsers: ‘Pas op!’. Kijk over je schouder naar achter.

Geef met je arm een signaal zodat de mensen achter je weten wat je van plan bent.

Geef een belsignaal.

Kijk of er een tegenligger nadert.

Rijd vlot voorbij de fietsers. Blijf naast de mensen rijden voor een korte babbel.

6 Inhalen? Wat doe je altijd eerst? Noteer.

Een hindernis voorbijrijden

7 De fietser wil de hindernis voorbijrijden. Zet de stappen in de juiste volgorde van 1 tot 5.

Fiets de hindernis voorbij.

Strek je arm naar links en wijk uit.

Wacht als er een tegenligger nadert. Die heeft voorrang.

Neem je plaats opnieuw in.

Kijk naar het verkeer voor je, kijk ook opzij en achterom. Zoek oogcontact.

8 Waarom is het oogcontact met de achterliggers belangrijk? Noteer.

5 Fietser

Je nadert een fietsoversteekplaats. Je hebt geen voorrang op het verkeer voor of achter je.

Je moet rekening houden met de streep het dichtst bij jou. De fietser met de rode helm mag niet oversteken, die met de blauwe helm wel.

Je bent verplicht om voor te sorteren.

Weet jij hoe het moet? Verbind elke tekening met de juiste afspraak.

Je nadert een kruispunt met verkeerslichten. Is het rood, dan mag je plaatsnemen in het opstelvak bedoeld voor fietsers.

Je mag een volle witte streep op de rijbaan niet overschrijden.

Je mag een onderbroken streep overschrijden.

9
6 Fietser

agent

Zij helpen je

Er zijn personen in het verkeer die je helpen. Verbind de tekening met hun naam en met hun taken.

1

Houdt toezicht in de omgeving van de school.

Helpt de mensen waar het kan.

Legt het verkeer stil wanneer bijvoorbeeld een stoet nadert.

Kan je een boete geven wanneer je de verkeersregels niet volgt.

Begeleidt een groep wielertoeristen.

Regelt het verkeer bij een ongeval.

gemachtigd opzichter 7 Fietser

seingever
1 Wie heeft voorrang? Duid aan. 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 8 Fietser
Heb je voorrang of niet?
1 1 1 1 2 1 1 2 2 2 2 3 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 3 1 2 9 Fietser

Problemen en gevaren

De dode hoek

1 Waar schuilt hier het gevaar? Wat doe je best? Bespreek.

2 Wat kan een reden zijn dat de bestuurder jou niet ziet? Bespreek.

3 Bespreek:

- Waar schuilt hier het gevaar?

- Wie gaat voor?

- Wat doe je best als fietser?

10 Fietser

De overweg

4 Markeer wat klopt.

Hier is een overweg met / zonder slagbomen.

Hier is een overweg met / zonder slagbomen.

5 Verbind de uitleg met de juiste tekening.

Overweg voor enkel spoor

Overweg voor twee of meer sporen

6 Wat kan hier verkeerd lopen? Bespreek.

Je mag over. Je moet wachten.

Verkeerslichten

7 Wat doe je hier? Bespreek.

11 Fietser

Fietsen in groep

1 Mag je naast elkaar fietsen in groep?

Markeer bij elke tekening of het mag of niet .

Tip:

Als je overdag in groep fietst, kies dan voor kledij in felle kleuren of lichte tinten met fluorescerende strepen. Fiets je in het donker in groep, zorg dan voor kledij met reflecterende stroken.

Rij je in groep?

Sluit dan goed aan bij elkaar. Zo voorkom je dat andere verkeersdeelnemers tussen jullie in gaan rijden.

12 Fietser

Duid het juiste antwoord op de vragen aan.

Op het fietspad

Je fietst met een groep vrienden naar school. Er is een fietspad. Je mag naast elkaar rijden als het fietspad breed genoeg is.

Let op: wat doe je bij een tweerichtingsfietspad?

Je blijft naast elkaar rijden, jullie hebben voorrang op tegenliggers.

Je rijdt even achter elkaar zodat de tegenligger vlot kan kruisen.

Op de rijbaan

Je fietst met een groep vrienden naar de sportclub. Je moet op de rijbaan rijden.

Binnen de bebouwde kom rijden jullie achter elkaar als een tegenligger moeilijk kan kruisen. Buiten de bebouwde kom rijden jullie achter elkaar als een achterligger moeilijk kan inhalen.

Waar op de rijbaan rijden jullie?

Jullie gebruiken het volledige rijvak.

Jullie rijden rechts.

Met hoeveel mag je naast elkaar? 2 3 4

Aan verkeerslichten

Jullie naderen een kruispunt met verkeerslichten. Het licht is groen. Enkele fietsers rijden het kruispunt op. Plots springt het verkeerslicht op oranje en daarna op rood.

Wie mag verder fietsen?

Iedereen mag verder fietsen. De groep hoort immers samen. Enkel de fietsers die niet meer veilig kunnen stoppen, mogen verder fietsen.

2
13 Fietser

Deze borden helpen mij

Let op: een overweg met slagbomen.

Let op: een overweg zonder slagbomen.

Let op: overweg voor twee of meer sporen.

Vanaf hier rij je op een voorrangsweg.

Hier eindigt de voorrangsweg.

Hier mogen fietsers rechts afslaan en de verkeerslichten voorbij rijden.

Hier is een opstelvak voor fietsers.

Hier begint een fietsstraat.

Hier eindigt de fietsstraat.

De wegwijzer geeft de richting aan, met de afstand in kilometer.

Brugge

Brugge

Hier begint de bebouwde kom.

Hier eindigt de bebouwde kom.

Hier begint een zone waar de maximumsnelheid 30 km per uur is.

ZONE 30

Hier eindigt een zone waar de maximumsnelheid 30 km per uur is.

ZONE 30
14 Fietser

= matig = goed = heel goed

Ik kan rechts op de rijbaan fietsen.

Ik kan kruisen met een tegenligger.

Ik kan ritsen.

Ik kan een hindernis voorbijrijden.

Ik kan iemand inhalen zoals het hoort.

Ik kan afstand houden van andere fietsers.

Ik kan een rotonde oprijden zoals het hoort.

Ik kan rechts afslaan op een kruispunt.

Ik kan links afslaan op een kruispunt.

Ik kan oversteken aan een fietsoversteekplaats.

Ik kan rekening houden met de voorrangsregels aan een kruispunt.

Ik kan rekening houden met de dode hoek van een vracht- of bestelwagen.

Ik kan compact rijden als ik in een groep fiets.

Ik kan communiceren als ik in een groep fiets.

15 Fietser

Ik weet wat mijn plaats is op de weg met de fiets.

Ik weet hoe ik veilig kan oversteken als fietser.

Ik kan veilig fietsen op een kruispunt.

Ik weet waar ik in het verkeer moet fietsen.

Dit kan ik al met mijn fiets:

Ik kan vlot remmen en stoppen.

Ik kan veilig kruisen en inhalen.

Ik weet hoe ik als fietser moet oversteken. Ik kan op een kruispunt fietsen zoals het hoort.

Ik kan een hindernis voorbij rijden.

Ik kan links en rechts afslaan.

Ik kan oversteken op een fietsoversteekplaats.

Dit kan ik al met mijn fiets:

Ik kan de bevelen van een agent opvolgen.

- Ik kan rechts op de rijbaan fietsen.

- Ik kan kruisen en inhalen zoals het hoort.

Ik weet wanneer voetgangers voorrang hebben.

- Ik kan een hindernis voorbijrijden.

Ik weet dat een bus aan de bushalte voorrang heeft.

- Ik kan links en rechts afslaan.

Ik kan de voorrang van rechts uitleggen.

- Ik kan oversteken op een fietsoversteekplaats.

Ik ken de veel voorkomende verkeersborden die ik als fietser kan tegenkomen.

- Ik kan in groep fietsen zoals het hoort.

Ik kan als fietser rekening houden met de dode hoek.

Ik kan de voorrangsregels uitleggen.

Ik ken de meest voorkomende verkeersborden die ik als fietser moet opvolgen.

in samenwerking met

COLOFON Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council 9 789048 640416 Auteurs Annelies Deguffroy, Stef Desodt Illustrator Eric Bouwens • Eerste druk 2021 Bestelnummer 60 1010 941 • ISBN 978 90 4864 041 6 KB D/2021/0147/60 NUR 193 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.