3 minute read

OPBOUW VAN HET LERARENDOSSIER

In dit lerarendossier vind je:

1 het overzicht met coöperatieve werkvormen die naar eigen voorkeur kunnen ingezet worden tijdens de les;

2 de inleiding op de module waar de essentie wordt toegelicht;

3 het overzicht van de leerdoelen van de module, onderverdeeld volgens de taxonomie van Bloom;

4 de lessuggesties bij de module.

De lessuggesties zijn opgedeeld per hoofdstuk en worden weergegeven in twee kolommen. De eerste kolom bevat de informatie die nodig is om de lessen te geven. De tweede kolom bevat het (extra) lesmateriaal dat bij een hoofdstuk hoort en kan bestaan uit de volgende onderdelen:

- een verwijzing naar de bijhorende pagina in de module en de bijhorende oefeningen

- een overzicht van het lesmateriaal:

• handleiding (lerarendossier, concordantielijst)

• correctiesleutel (correctiesleutel van de module, oplossing van de oefenbestanden)

• bijlagen (oefenbestanden, websites over de lesinhoud …)

• linken (algemene linken zoals de startpagina van Google, Wikipedia, YouTube, Scratch …)

• video (instructievideo’s, YouTube linken naar een videofragment)

Al het lesmateriaal is beschikbaar op POLPO, het digitaal leerplatform van die Keure. Je vindt er ook de bordboeken van de modules. Voor meer informatie over POLPO of om te zien hoe je een bundel maakt, zie https://www.polpo.be/veelgestelde-vragen.

Legende afkortingen van modules

- Basismodule 1, 2, 3 en 4

- Tekstverwerking module 1 en 2

- Algoritmisch denken module 1 en 2

- Algoritmisch denken met Python

- Boeiend presenteren

- Creatief met beeld, geluid en video

- De kracht van cijfers

- Op weg met digitale systemen en data

- Sprekende teksten ontwerpen

- Module Foto- en videobewerking

- Module Presenteren

- Module Spelen met cijfers

- Module Samen sterk

- Module Verstaan we elkaar?

Legende pictogrammen

Deze pictogrammen zul je doorheen de modules terugvinden.

Pictogrammen in de theorie van de module Leerdoelen/studiewijzer

Mediawijsheid

Informaticataal

Verwijzing in de theorie naar de oefeningen die je achteraan de module terugvindt

Instructievideo

Tip bij de besproken leerstof

Dagelijks leven Nadenken Ontwerpen Uitvoeren Testen

Doe de test: de leerlingen gaan zelf aan de slag, testen iets uit of maken een oefening

Instructie bij een doe de test oefening

Typ of druk op een toets op het toetsenbord

Pictogrammen muisklikken

Klik op de linkermuisknop Klik op de rechtermuisknop Dubbelklikken Slepen/verslepen Scrollen

Pictogrammen in de oefeningen van de module

Oefeningen Makkelijk Gemiddeld Moeilijk

Moeilijkheidsgraad van een oefening

Pictogrammen oefenbestanden map Word-bestand pdf-bestand png-bestand jpg-bestand mov-bestand mp4-bestand mp3-bestand Excelbestand PowerPointpresentatie

Scratch-bestand een oefenbestand bewaren of opslaan

1 Co Peratieve Werkvormen

Denken – delen – uitwisselen

- De leerlingen vormen duo’s.

- De leerkracht geeft een opdracht.

- De leerlingen werken eerst apart de mogelijke oplossing uit.

- Beide leerlingen delen hun oplossingen met elkaar.

- De leerlingen overleggen en komen tot een gezamenlijke oplossing. Ook andere oplossingen zijn daarbij mogelijk.

- De leerkracht laat enkele leerlingen aan het woord en stimuleert daarbij dat leerlingen reageren op elkaars oplossing.

Bij deze werkvorm hoeft niet elk duo dezelfde oefeningen te maken. Geef de leerlingen oefeningen of opdrachten die aangepast zijn aan hun niveau.

Check-in duo’s

- De leerlingen vormen duo’s.

- De leerkracht geeft een opdracht of opdrachten.

- De leerlingen werken eerst apart de mogelijke oplossing(en) uit.

- Beide leerlingen delen hun oplossingen met elkaar.

- De leerlingen overleggen en komen tot een gezamenlijke oplossing. Ook andere oplossingen zijn daarbij mogelijk.

- Eventueel vindt deze stap nog eens plaats met een ander duo.

- Daarna volgt de laatste stap, de check-in-de-klas. Hierbij worden alleen de vragen beantwoord waarover binnen de duo’s geen overeenstemming is bereikt. De andere leerlingen worden daarbij ook aangesproken.

Mentor en leerling

- De leerlingen vormen heterogene duo’s.

- De leerkracht geeft een doe-opdracht of oefening aan de leerling.

- Een andere leerling (‘mentor’) krijgt de opdracht om de leerling te observeren en raad te geven zodat die zijn doe-opdracht of oefening (beter) kan uitvoeren.

Deze werkvorm is geschikt als je over heterogene klassen beschikt. De leerlingen kunnen elkaar dan helpen bij het maken van de oefeningen. Let er op dat de mentor de opdracht niet uitwerkt maar wel de leerling. De mentor mag enkel raad geven.

Pair programming

- De leerlingen vormen heterogene of homogene duo’s.

- De leerkracht geeft een opdracht bv. het maken van een algoritme op de computer.

- Beide leerlingen werken de opdracht op papier uit.

- De leerlingen zitten vervolgens samen aan de computer.

- De ene leerling krijgt de rol van navigator, de ander de rol van bestuurder.

- De bestuurder voert uit wat de navigator zegt.

- De navigator geeft instructies aan de bestuurder voor de uitwerking van de oefening. Hierbij stelt hij ook vragen en stemt af met de bestuurder. Hij wijst op eventuele fouten in de uitvoering.

- Er wordt na 15 minuten van rol gewisseld ofwel bij de volgende opdracht.

Het eindresultaat is de juiste oplossing van de opdracht.

Als leerkracht bepaal je of je met homogene of heterogene duo’s werkt, rekening houdend met de opdracht en de doelen die je wilt bereiken. Belangrijk is dat elke leerling beide rollen heeft opgenomen.

Fouten opsporen

- De leerlingen vormen heterogene duo’s.

- De leerkracht geeft de leerlingen een aantal uitgewerkte oefeningen.

- De leerlingen bestuderen de oplossingen zorgvuldig en omcirkelen de fouten.

- De leerlingen verbeteren de fouten.

Daarna worden de gevonden fouten en de oplossing klassikaal besproken. Je kunt deze werkmethode ook individueel laten uitvoeren.

Slang

- De leerlingen vormen heterogene duo’s.

- De leerkracht geeft de oplossing van een opdracht in verschillende stappen, bv. een algoritme wordt op aparte strookjes papier geplaatst.

- De leerlingen leggen deze strookjes in de juiste volgorde om tot de oplossing te komen.

Dit kan uiteraard ook digitaal gebeuren door de leerlingen een sorteervraag te laten oplossen.