de Weef - februari 2017

Page 1

Een uitgave van De Wever voor alle medewerkers, vrijwilligers en cliënten

JAARGANG 9 - NUMMER 28 - FEBRUARI 2017

#28 Muziek roept herinneringen op Naar de missie als Jezus me vraagt …

Boeken en columns


Nooit te oud om te leren DEZE WEEF LEEST U OVER De redactie worstelt weleens met de vraag of het voor het samenstellen van De Weef prettig is met een rode draad te werken. Soms dient zo’n draad zich vanzelf aan en krijgt de redactie tips voor onderwerpen die wonderwel bij elkaar passen. We zien de samenhang, dat brengt ons op ideeën en De Weef is dan binnen de kortste keren gevuld. De rode draad vormt de invalshoek voor de interviews. Eerlijk gezegd begint de afweging over de noodzaak van zo’n rode draad op het moment dat deze zich niet vanzelf aandient. Want naast voordelen zijn er ook nadelen. Actuele onderwerpen zijn soms erg verschillend, maar wel de moeite waard om over te schrijven. Krampachtig zoeken naar een draad om artikelen met elkaar te verweven laat je dan beter achterwege, je wilt immers niets missen. Voor deze De Weef was er geen rode draad maar nu de artikelen klaar zijn is toch enige samenhang te ontdekken. Leren We leren dagelijks en dat doen we niet altijd bewust. Door bijvoorbeeld oprecht naar elkaar te luisteren steek je al heel wat op. Al is het maar dat een collega je ogen opent door vanuit een andere invalshoek naar de zorg voor een bewoner te kijken. Managers en Raad van Bestuur leren door te praten met medewerkers die rechtstreeks contact hebben met bewoners, mantelzorgers en familie. Leren doe je ook door je open te stellen voor de digitale ontwikkelingen. Soms kies je bewust voor leren. Door zoals Rubina een opleiding te gaan volgen voor verzorgende of, door zoals Adrie, te starten met een promotieonderzoek. Natuurlijk hoeft niet al het leren in het teken te staan van je werk. Leren is altijd verrijkend en je bent er nooit te oud voor … Dienie Joosten

Leancoaches

03

Zorgmedewerkers op Facebook 03 Einde TeamTour

04

Puzzelstukjes zoeken 06 Naar de missie als Jezus me vraagt …

10

Liever iets met dieren 14 De trein is vertrokken 16 Muziek roept herinneringen op

18

En verder Voorgelezen

Column miMakker Loeloe 13 Column Julius Roorda

Vooropgesteld Theresa Ziegler, muziektherapeut, en Karin Mollevanger, medewerker Renoir, maken samen met de bezoekers van Renoir muziek. Renoir is de dagbehandeling voor jonge mensen met dementie op De Hazelaar.

Redactie Inga de Bruijn, Dienie Joosten, Ingeborg Pijnenburg, Troeke van Rijswijk en Johan Zelissen Fotografie Jannie Hummel, Dienie Joosten en Johan Zelissen Ontwerp / opmaak Johan Zelissen / De Wever Communicatie Druk DekoVerdivas Speciale dank aan allen die zich lieten interviewen, fotograferen of ons op een ander manier hielpen. De Wever © februari 2017

02

09

Meedoen met De Weef? Heb je een idee of onderwerp voor de volgende Weef? Stuur een mail naar de redactie: deweef@dewever.nl

20


I

Leancoaches aangesteld

ngrid Goossens en Marie-José Wagemakers zijn aangesteld als leancoach voor De Wever. Marie-José is al ver op weg naar haar Black Belt-certificaat. Ingrid is net begonnen met haar opleiding. Zij zijn als leancoach verantwoordelijk voor het (mede) ontwikkelen, leiden en uitdragen van het leanprogramma binnen De Wever. Het is dan ook mede hun taak om een leancultuur onder alle medewerkers te creëren. Dit doen ze door het trainen, stimuleren, motiveren en coachen van management en medewerkers op het gebied van lean en continu verbeteren. Daarnaast (bege)leiden ze Weverbrede projecten die tot doel hebben processen te verbeteren. Wat doen de leancoaches nog meer? • Inspiratieworkshops en trainingen geven • Inventariseren en concretiseren van de wensen en behoeften van locaties of diensten • Informatie verstrekken over Lean • Begeleiden Yellow en Green belts • Voortgang communiceren

Wil je meer weten? Bel of mail ze. Ingrid 06 288 528 17 Marie-José 06 138 008 46 E-mail leanverlicht@dewever.nl

Zorgmedewerkers Brabant op Facebook Judith Goyaerts en Marie-Thérèse Schaapsmeerders zijn niet alleen medewerker van De Bijsterstede, ze zijn ook redactielid van Zorgmedewerkers Brabant. Zorgmedewerkers Brabant is een Facebookpagina waarop zorgmedewerkers ervaringen, weetjes en tips over de zorg met elkaar delen. De redactieleden werken allemaal in de zorg, ze zijn werkzaam als zorgcoördinator in de ouderenzorg, als wijkverpleegkundige, woonbegeleider op een zorgboerderij of muziektherapeut. Inmiddels heeft de Facebookpagina al meer dan tweeduizend likes. ‘We zijn hier enorm trots op en hebben er hard aan gewerkt. We vullen onze berichten met vaste kijk- en leestips, grappige en voor medewerkers herkenbare situaties, informatie over nieuwe regels of innovaties. Ook de rubriek Vacaturevrijdag is het vermelden waard. Het is een plek waar je op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen en waar je ervaringen kunt uitwisselen.’ Nieuwsgierig? Bezoek dan de Facebookpagina www.facebook.com/zorgmedewerkersbrabant en praat mee over de zorg. Heb je tips of wil je best wel meewerken als redactielid? Stuur dan de redactie een privéberichtje.

03


DOOR DIENIE JOOSTEN

Einde TeamTour in zicht

W

illem Kieboom en Julius Roorda hebben inmiddels bijna alle tachtig teams van De Wever bezocht. ‘We ontvangen daar af en toe het signaal dat medewerkers denken dat het financieel niet zo goed gaat met De Wever. We willen graag aan iedereen duidelijk maken dat we wat financiën betreft een gezonde organisatie zijn. Natuurlijk staan de tarieven voor zorg en verpleging onder druk, het budget is niet ruim. Het is echter toereikend zolang zich niet teveel bijzondere dingen voordoen zoals een extreem hoog ziekteverzuim, veel cliënten met een complexe zorgvraag of pech met de huisvesting. In dat geval vraagt het iets meer van onze creativiteit, maar we kunnen best wat opvangen’, zegt Julius.

AFHANKELIJK ZIJN VAN ZORG MAAKT NIET VROLIJK 04

Zelfstandige medewerkers ‘De participatiemaatschappij gaat uit van wat ouderen nog kunnen, daar moet je als medewerker op inspelen. We zijn in de zorg nog steeds geneigd in de ‘doe-stand’ te schieten, te handelen, maar deze tijd vraagt om medewerkers die het niet alleen doen maar die samen met bewoners en familie de zorg vormgeven. Zelfstandige medewerkers, medewerkers met lef om als het nodig is buiten de lijntjes te kleuren.’ ‘Afhankelijk zijn van zorg maakt niet vrolijk en oud zijn is een kunst, het valt niet altijd mee. Toch is ons streven onze cliënten en bewoners tevreden te stemmen, bij te dragen aan kwaliteit van leven. Dat lukt het best met zelfstandige medewerkers die voortdurend energie steken in het echt kennen van de bewoner, weten wat de werkelijke vraag is.’ Ambassadeurs De laatste paar jaren kregen nieuwe medewerkers van De Wever geen vast

contract. ‘Dat droeg volgens ons ook bij aan een gevoel van ongerustheid, het is geen teken van stabiliteit,’ gaat Willem verder. ‘De reden dat we gedurende een periode medewerkers geen vast dienstverband aanboden was de krimp die we verwachtten door het wegvallen van de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 3. Het aantal plaatsen in onze woonzorgcentra is verminderd, Jozefzorg en Koningsvoorde-Oud zijn gesloten. Door het werken met jaarcontracten hebben we alle boventallige medewerkers als gevolg van die sluitingen binnen De Wever kunnen plaatsen. Echter de krimp gaat langzamer en is minder groot dan verwacht. Achteraf kun je zeggen dat het jammer is dat we, door die jaarcontracten, soms afscheid hebben genomen van medewerkers die we nu hard nodig hebben. Want niet alleen staan er weer ouderen op de wachtlijst, ook de arbeidsmarkt is zeer krap. Dat is een landelijke tendens, het is moeilijk de vacatures in te vullen. Daarom bieden we sinds kort


- TIP VAN DE REDACTIE -

de zorgmedewerkers weer een vast dienstverband. Dat maakt De Wever aantrekkelijker als werkgever. Door het toenemen van de complexiteit van de zorgvraag hebben we medewerkers nodig met andere vaardigheden en competenties, zoals verpleegkundigen niveau 4 en 5 en geriatrisch verpleegkundigen. Dat betekent niet dat we geen medewerkers meer nodig hebben die een opleiding op niveau 2 of 3 hebben, de verhouding tussen de niveaus en competenties verandert.’

Een leven lang leren

Helaas kiezen verpleegkundigen nog vaak voor een baan in het ziekenhuis. ‘We zullen meer uit moeten dragen dat werken in de ouderenzorg uitdagend is. Dat kan ook. We hebben 4500 medewerkers en vrijwilligers, zij zijn onze beste ambassadeurs. Er valt veel te verhalen en er zijn veel mooie momenten vast te leggen die bij kunnen dragen aan een positiever beeld van de ouderenzorg. Laten we daaraan met zijn allen een steentje bijdragen.’

Je bent nooit te oud om te leren. Dat is het idee achter de stichting HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen) Brabant Seniorenacademie. De vier grote instellingen voor hoger onderwijs in Brabant, Avans Hogeschool, Fontys Hogescholen, Technische Universiteit Eindhoven en Tilburg University, hebben hun krachten gebundeld om ‘een leven lang leren’ op hoger onderwijsniveau in Brabant mogelijk te maken. Het hoger onderwijs is primair gericht op 50+’ers maar HOVO is gastvrij voor iedere serieus geïnteresseerde. Blijven leren en studeren is belangrijk voor iedereen zonder onderscheid van leeftijd. Bovendien houd je daarmee je hersenen actief wat aantoonbaar bijdraagt aan de gezondheid en je ontmoet mensen met dezelfde interesse. Het aanbod is divers, van kunstgeschiedenis tot filosofie, van natuurwetenschappen tot psychologie. Deskundige docenten verzorgen de dagcursussen en intensieve winter- of zomercursussen van enkele dagen. De cursusplaatsen zijn Tilburg, Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch en Breda. b www.hovobrabant.nl

05


DOOR DIENIE JOOSTEN

Tijdens zijn sollicitatiegesprek voor functie hoofd Medische Dienst bij De Wever kreeg Adrie Gerritsen de vraag voorgelegd of hij, in de toekomst, bereid was onderzoek te doen. ‘Ik heb in mijn werkzaam bestaan in de ouderenzorg onderzoek altijd interessant gevonden. Onderzoek geeft je antwoord op vragen. Dus mijn antwoord op die vraag was ja. (Promotieonderzoek is belangrijk voor De Wever, als lid van het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON) is ze min of meer verplicht een onderzoeker in huis te hebben.) Toen de kans zich voordeed heb ik er vervolgens nog eens goed over nagedacht. Onderzoek doen is intensief, zeker in combinatie met je werk en je gezin. Je moet het echt willen, en er veel voor opofferen. Het idee dat cliënten er in de toekomst wat aan hebben, heeft geholpen bij mijn besluit.’

E

n dan komt de vraag wat het onderwerp van het promotieonderzoek zal zijn. ’Ik wilde graag een wezenlijk bijdrage leveren aan de ouderengeneeskunde, me bijvoorbeeld bezighouden met medicatie in de ouderenzorg. Dat idee was niet reëel zei mijn begeleider. Het zou beter zijn als ik aan zou kunnen sluiten bij een bestaand onderzoek. Mijn voorkeur ging dan uit naar een onderzoek bij jonge mensen met dementie.

06

Twintig jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met een jong iemand die leed aan een verouderingsziekte en dat beeld is me altijd bijgebleven. Ik kon aansluiten bij NeedYD-II, een onderzoeksgroep van het Radboudumc en Maastricht UMC+ met verbinding naar het UKON, die onderzoek doet naar dementie bij jonge mensen.’ Het onderzoek richt zich op medische aspecten bij deze jonge mensen met dementie en als medicus kijkt Adrie in deze (vervolg)studie met een medische bril naar comorbiditeit en naar factoren die invloed hebben op het beloop van de ernst van de ziekte en de geheugenprestaties. ‘Eerlijk gezegd heb ik wel even moeten wennen aan de gedachte dat mijn onderzoek niet zal leiden tot nieuwe interventies. Ik zorg nu voor een ontbrekend puzzelstukje in een puzzel, niet meteen mijn ambitie. Maar inmiddels heb ik er vrede mee, zonder mijn puzzelstukje is de puzzel immers niet compleet.’ ‘Om te beginnen ben ik gestart met lezen, heel veel lezen over dementie. Om al snel tot de ontdekking te komen dat de wetenschap steeds meer weet, maar dat we tegelijkertijd eigenlijk niets weten. Is dementie erfelijk bepaald? Bij de meeste mensen niet. Maar waarom krijgt de een het wel en een ander niet? En waarom krijgen jonge mensen dementie? Het is voor hen een heftige problematiek, ze zijn vaak verder nog goed gezond, werken nog, staan midden in de maatschappij. Veel mensen hebben het idee dat jonge mensen die de ziekte hebben sneller achteruit gaan. Maar een conclusie is al dat dat niet waar is. Een ander gegeven is dat Alzheimer een progressievere vorm van dementie is dan andere vormen. Om meer feeling te krijgen met de doelgroep ben ik als specialist ouderengeneeskunde op Appel gaan werken, de afdeling voor jonge mensen met dementie. Ik doe daar geen onderzoek. Voor mij studie ben ik nog een keer de bij NeedYD bekende mantelzorgers gaan bevragen. Lees verder op pagina 08 >>


VAKER ZORGT DE DIAGNOSE VOOR OPLUCHTING. ER WAS EEN GEVOEL DAT ER IETS NIET KLOPTE EN HET FIJN ALS JE WEET WAT DAT DAN IS.

DE HEER SAMUELS (APPEL)

07


Vervolg pagina 06 >>

I

k ben vooral op zoek gegaan naar de verschillen tussen het beloop van de dementie bij ouderen en jongeren. We weten dat bij ouderen de mindere conditie van de bloedvaten en diabetes invloed hebben op het beloop. Maar hoe zit dat bij jongeren die vaak in een veel betere lichamelijke conditie zijn? Hebben leeftijd, het gebruik van antipsychotica, bepaalde vormen van gedrag en de ziekteduur invloed op het beloop?’ Artikelen Om te kunnen promoveren moet je een aantal artikelen schrijven. ‘Het eerste artikel is een vergelijkingsstudie over comorbiditeit (het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen). Ik heb de comorbiditeit van jonge mensen met de ziekte van Alzheimer vergeleken met die van oudere mensen met die ziekte. Inmiddels is ook het tweede artikel over de invloed van antipsychotica zo goed als klaar. Dit beschrijft het beloop van de ziekte dementie bij jonge mensen en welke factoren invloed hebben op dat beloop. Bijvoorbeeld psychofarmacagebruik, probleemgedrag of de aard van de dementie.

‘Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft het gebruik van antipsychotica geen invloed op de sterkte van het beloop van de dementie. Jonge mensen gaan door het gebruik niet sneller achteruit. Echter het hebben van een psychose of het vertonen van geagiteerd gedrag vormen een extra belasting voor het brein en hebben wel invloed’. Publiceren ‘Als artikelen klaar zijn beoordeelt mijn promotor ze en als ze zijn goedgekeurd is het zaak dat een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift het artikel publiceert. Die tijdschriften hebben een soort ranking, er zijn punten aan toegekend die de impact van het blad aangeven. Je stuurt je artikel naar een tijdschrift dat het best past bij je onderwerp en dat hoog in de ranking staat. Dat is nog best wel spannend, want het is helemaal niet zeker dat het tijdschrift een artikel zo maar meteen accepteert. Ik heb nu twee artikelen klaar. Het eerste artikel is vlot geplaatst in een tijdschrift van belang. Voor de tweede ga ik hard duimen. Aardige bijkomstigheid is dat zoiets ook indruk maakt op mijn promotor. Ik draag door mijn artikelen bij aan zijn ‘goede naam’. Door de publicatie van je artikel ben je in beeld bij de organisatoren van congressen en krijg je uitnodigingen om over het onderwerp te komen spreken. Bij mijn eerste artikel was er belangstelling uit Amerika. Daar heeft mijn promotor gesproken. De bevindingen van mijn twee artikel waren interessant voor de internationale vereniging voor psychogeriatrie en ik kreeg een uitnodiging voor het Europees Alzheimer Congres in Kopenhagen.’ ‘Ik ben nu vier jaar bezig en ik weet dat ik het niet oplos. Maar het onderzoek verrijkt mijn kennis. Ik kan die kennis meteen toepassen, als specialist ouderengeneeskunde, als manager van de behandelaren en als hoofd Medische Dienst. En het verrijkt me niet alleen op medisch gebied, door mijn interviews met de mantelzorgers hoor ik ook weer eens nadrukkelijk de impact van dementie bij jonge mensen op partners, kinderen en familie. Soms is er sprake van ontkenning, maar vaker zorgt de diagnose voor opluchting. Er was een gevoel dat er iets niet klopte en het fijn als je weet wat dat dan is.’

DE HEER MARTENS (APPEL)

08

‘Ik ga binnenkort, na vier jaar studie, de balans opmaken. Voelt het nog goed, kan ik het nog langer combineren met mijn gezin en mijn werk, dat is voor mij belangrijk. Voor mijn status doe ik het niet, maar terugkijken op de afgelopen vier jaar merk ik wel dat ik het wel erg leuk vind iets bij te dragen aan de wetenschap, aan de kennis over dementie bij jonge mensen.’


Voorgelezengezien VOOR WIE IK HEB LIEFGEHAD MARCEL VAARMEIJER Wanneer de negentigjarige Louise Veldman op een dag een pakketje met haar oude dagboeken bezorgd krijgt in het verpleeghuis waar ze woont, wil ze die weggooien. Maar een bevriende verpleger weet haar ervan te weerhouden en hij leest haar de dagboeken voor. De gruwelen van de oorlog, de mannen die Louise heeft liefgehad en is kwijtgeraakt, alles waar ze al die jaren voor is weggelopen, beleeft ze opnieuw. Als de boeken uit zijn, resten er nog twee vragen. Wie heeft ze gestuurd, en is haar zoektocht naar de liefde echt voorbij? Ingezonden door Ineke Schoones

ELISABETH IS ZOEK EMMA HEALEY Maud is vergeetachtig. Ze maakt een kop thee en vergeet te drinken. Ze gaat naar winkels en vergeet waarom. Soms is haar huis onherkenbaar - of lijkt haar dochter Helen een totale vreemde. Maar Maud weet één ding zeker: haar vriendin Elizabeth is zoek. Het staat op het briefje in haar zak. En

wie haar ook zegt erover op te houden, het erbij te laten, Maud zal niet rusten tot ze heeft uitgezocht hoe het zit. Want Maud heeft eerder te maken gehad met een verdwijning. En ergens in haar beschadigde geest ligt het antwoord op een onopgelost zeventig jaar oud mysterie. Een mysterie dat iedereen vergeten is. Hoe los je een misdaad op als je de feiten vergeet? Het debuut van Emma Healey won diverse prijzen. Ingezonden door Ineke Schoones

ZOLANG ER LEVEN IS HENDRIK GROEN Het nieuwe (tweede) geheime dagboek van Hendrik Groen, 85 jaar. Onder het motto ik schrijf dus ik blijf noteert de vroegere bovenmeester Henk Groen weer een jaar lang elke dag een stukje over zijn leven in het verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Hij is lid van de club Omanido (Oud maar niet dood) die door zijn uitjes de economie helpt, want ‘zorg dat je rood staat als je doodgaat’. De dagboekstukken vertellen over de wereld in het tehuis, met een variatie aan bewoners, ongemakken en ergernissen, met daartussendoor gebeurtenissen uit de wereld van 2015 (bezuinigingen, aanslagen, sport, vluchtelingen, sjoemelsoftware). Gelezen door de redactie van de Weef

HET DOET ZO ZEER - HELEEN VAN ROYEN In Het doet zo zeer schetst Heleen van Royen een portret van haar dementerende moeder. Een portret van zeer dichtbij, want Heleen filmde de gesprekken en belevenissen met haar moeder zelf. In een periode van ruim een jaar volgt ze haar in alledaagse situaties en in de tocht langs artsen, zorginstellingen en klinieken. Moeilijke beslissingen over verhuizen, euthanasie en kostbare, intieme momenten van samenzijn wisselen elkaar af. Het is een liefdevolle, herkenbare, pijnlijke, maar vaak ook bijzonder grappige ode aan het leven geworden, met dank aan Heleens moeder, mevrouw Breed. Het doet zo zeer is een opvallend ingetogen en intiem portret, niet bijzonder opgenomen of uitzonderlijk mooi om naar te kijken. De beelden zijn statisch omdat Heleen haar camerawerk grotendeels zelf verzorgde (soms bijgestaan door haar kinderen of vriend) met de camera op statief.

Heb jij iets gelezen of gezien dat de aansluit bij de ouderenzorg en wil je dat delen met de lezers van De Weef? Laat ons dat dan weten en mail naar deweef@dewever.nl.

09


Ik zal naar de missie gaan als Jezus me vraagt ...

I

Zuster Lidewijde van Doorn werd geboren op 8 juni 1933. Ze is van oorsprong een rasechte Tilburgse, geboren en getogen in ’t Goirke. Het gezin was diep gelovig en zij groeide op als een godvruchtig meisje. Op tienjarige leeftijd zat ze op een dag in de kerk van het Goirke, ‘ik weet nog precies op welk plaatsje ik zat..,’ en bad tot Jezus om iets gedaan te krijgen. Wat dat ‘iets’ was, weet ze niet meer, maar ze weet nog wel dat ze zei ‘als ik het krijg, dan zal ik zuster worden ...’. Ze kon toen nog niet vermoeden hoe oneindig veel groter het nakomen van die belofte haar wereld zou maken. Van het Goirke, via Manilla naar Paramaribo en terug. Het bewogen en boeiende leven van een missiezuster met een roeping en een groot hart.

ging volgen. Maar in de periode n Mater Misericordiae, voor dat moeder haar pols had gehet merendeel bewoond broken en ik, om haar te helpen door leden van de congremet het huishouden elke dag gatie van de Zusters van Liefde naar huis mocht gaan, werden van Onze Lieve Vrouw, Moeder mijn studieresultaten beter dan van Barmhartigheid, word ik ooit ..., alsof ik in het gewone opgewacht door zuster Lidewijgezinsleven toch beter functide. Ze gaat me voor naar haar oneerde.’ Toch bleef het gevoel appartement. ‘Woont u hier dat leven als zuster voor haar allang?’ vraag ik haar terwijl bestemd was rondspoken in het we door de gang lopen. ‘Alweer hoofd van de jonge studente. Er drie jaar,’ antwoordt ze, ‘maar openlijk over spreken deed ze het lijkt of ik gisteren pas ben niet maar in een opstel dat ze teruggekomen uit Suriname.’ voor het vak Nederlands schreef, Dat antwoord zal tekenend DOOR TROEKE VAN RIJSWIJK durfde ze het wel te benoemen. blijken voor de manier waarop Haar docente die zuster was, pikte het op en sprak er met zuster Lidewijde in het leven staat. Ze is en blijft een mishaar over en werd zo een belangrijke coach die Lidewijde besiezuster of, zoals ze het zelf omschrijft ‘een dankbaar en geleidde bij het maken van haar uiteindelijke keuze. bewust lid van de Wereldkerk en de congregatie.’ In haar appartement zie ik overal foto’s. Van familie in Nederland Na haar afstuderen aan de kweekschool, ging ze eerst nog maar ook van haar leerlingen, collega’s, huisgenoten en les geven op een school in de Heikant. Haar jongste broer vrienden die ze achterliet in de Filippijnen en in Suriname. trok bij het gezin in want zijn verloofde was zwanger en er Een vrij recente foto van haar vrolijk lachende nichtje staat moest getrouwd worden, zoals dat ging in die tijd. Moeder tegenover een Filippijnse schoolklas uit 1969 in zwart-wit. wilde na de geboorte van haar kleinzoon het jonge gezinneTussen de foto’s staan flakkerende kaarsjes, alsof zuster tje wat meer ruimte geven en ging wonen in een bejaardenLidewijde daarmee de herinnering aan zoveel liefde en huis in de wijk. Lidewijde ging mee voor een aantal maansaamhorigheid in het licht wil zetten. Of misschien wil ze den. In datzelfde jaar trad ze in. ‘Pas veel later besefte ik hoe God eraan herinneren dat hij niet moet nalaten een oogje zwaar die periode voor mijn moeder geweest moet zijn.’ in het zeil te houden bij al die lieve mensen op die verschilzegt ze daar nu over. ‘Eerst die zorgen over mijn broer en nu lende plekken van de wereld. ‘Ik communiceer echt met ging ik ook nog bij haar weg. Ze heeft me naar het klooster Jezus,’ zegt ze en ze lacht fijntjes, ‘hij houdt me in de gagebracht. Moest me voor de deur letterlijk loslaten. Ik heb ten...’ Dat vertrouwen is voelbaar in alles wat ze zegt zoals daar veel respect voor. En toen begon voor mij het nieuwe de toewijding voor de geliefden die ze achterliet, voelbaar leven. Eerst een half jaar postulaat, dat is echt een proefis in de sfeer van haar nieuwe woning. periode. Daarna twee jaar noviciaat. In deze periode kreeg Na die eerste, nog kinderlijke belofte in de Goirkese kerk, ik enorm veel informatie en we hadden groepsgesprekken om haar leven aan de Heer te gaan wijden, ging Lidewijde over de regels, spiritualiteit, dienstbaarheid, het uitbounaar de mulo en later naar de kweekschool aan de Oude wen van het gemeenschapsgevoel, het zusterschap en het Dijk. ‘Die kweekschool was een interne opleiding en dat charisma van de congregatie. Na het noviciaat worden de vond mijn moeder helemaal niet leuk, want ik was de kandidaten opgenomen in de congregatie en leggen zij de jongste en het enige meisje thuis,’ vertelt ze. ‘Het hoofd zogenaamde kleine geloften af die, gedurende drie jaar elk van de mulo had tegen moeder gezegd dat een baan in het jaar hernieuwd moeten worden. Eigenlijk heb ik nooit twijonderwijs meer was dan een baan alleen, het was een roefels gehad over mijn roeping. Ik werd juist steeds zekerder, ping en ze kon maar beter accepteren dat ik de opleiding

10


mijn roeping sterker. Al heb ik wel geworsteld met sommige consequenties, met name met het besef dat ik nooit zou trouwen. Gelukkig heb ik later wel ontdekt en ervaren dat ik toch openlijk liefde mocht voelen voor een ander mens. Dat houden van mensen werd juist steeds belangrijker.’

EN TOCH, IK KIJK IN DE SPIEGEL EN ZIE DAT IK ER BEN, MAAR MIJN HART IS NOG DAAR ‘Mijn tien jaar oudere broer Fons was, eerder al, ook ingetreden bij de fraters en hij zat in de missie van Suriname. Zijn droom was dat ik daar ook heen zou komen. Toen ze binnen de congregatie vroegen of ik eventueel zo’n post ambieerde, heb ik geantwoord: “Ik zal naar de missie gaan als Jezus het me vraagt”. En inderdaad, niet veel later vroeg hij me. Ik heb dat écht zo ervaren. Ik heb me daar alleen maar gelukkig en dankbaar over gevoeld. Het was nooit, zelfs niet één enkel moment, een opoffering. Ik heb samen met mensen uit verschillende bevolkingsgroepen kunnen meebouwen aan de Wereldkerk. Me één mogen voelen met die samenleving van verschillende culturen, erin opgenomen worden en kunnen

geven en ontvangen ...!’ ‘Mijn eerste uitzending was naar de Filippijnen,’ gaat zuster Lidewijde verder. ‘Ik was daar met vier medezusters en moest gaan lesgeven aan een high school. Mijn leerlingen waren veelal jong-volwassenen die soms hele periodes niet op school kwamen omdat ze aan het werk waren. Ik wende langzaam aan het leven daar en investeerde volhardend in mijn taak als lesgever en adviseur. De straatarme leerlingen hadden niet veel. “May I borrow your pen (mag ik uw pen lenen)?” was dan ook een veelgehoorde vraag. Die pen kwam natuurlijk niet meer terug, dus vroeg ik de volgende dag “Can I borrow back my pen, please (kan ik mijn pen weer terug lenen)?” Zo leerde ik mijn pupillen om niet te nemen maar te delen. En intussen stuurde mijn broer Fons mij foto’s uit Suriname waarop ook een zuster van onze congregatie stond. Bij die zuster zette hij een pijl en schreef ernaast: Hier zou jij moeten zitten ... Vijf jaar later kreeg hij eindelijk zijn zin. In 1970 werd ik met mijn collega-zusters ontboden bij het Generaal Bestuur in Rome. Daar hoorden wij dat het project in de Filippijnen werd opgeheven en dat we terug zouden keren naar Nederland. Kort daarna kreeg ik de vraag of ik iets voelde voor een post in Suriname. In 1971 vertrokken we met twee zusters naar Paramaribo. In 1894 waren de eerste Lees verder op de volgende pagina >>

11


NEDERLAND

PHILIPPIJNEN SURINAME

DE WERELDKAART GEEFT EEN GOED BEELD VAN DE VERRE REIZEN DIE LIDEWIJDE MAAKTE VOOR ‘DE MISSIE’

Vervolg pagina 11 >>

zusters van de congregatie naar deze post gegaan op aandringen van monseigneur Wulfingh die verpleegsters nodig had voor de melaatsenkolonie aldaar. In 1916 financierde de congregatie de bouw van een katholiek ziekenhuis, het nog bestaande Sint Vincentius Ziekenhuis. Vele Surinamers zijn in dit ziekenhuis geboren of liefdevol verpleegd door de Nederlandse zusters. Ikzelf ging aan het werk in de lagere school aan de rand van Paramaribo. Elke dag, 22 jaar lang, op en neer met mijn brommertje ... En ook na mijn pensioen bleef ik actief, vooral op sociaal vlak. We werkten hard en dat waren we ook verplicht. Want we hadden daar wel iets goed te maken, hè! Na de onderdrukking en slavenhandel waaraan Nederland zich in het verleden had schuldig gemaakt, hadden de inwoners van Suriname nu recht op onze hulp en inzet. Ik ben er dan ook nooit meer weggegaan. Telkens wanneer een van mijn medezusters me vroeg of ik daar nog wel nodig was, antwoordde ik: “Ik voel me hier nog steeds zinvol aanwezig ...!” In 2002 keerde mijn broer Fons terug naar Nederland en in 2005 stierf hij.’ ‘Ik had nog heel lang willen blijven maar mijn gezondheid ging achteruit. De congregatie vond dit een goed moment om het hele project in Suriname af te sluiten en vroeg mij om terug te keren. Ik begreep het en stemde in. Maar ik wilde het wel tot de allerlaatste minuut rekken zodat ik op zakelijk gebied alles netjes kon afronden. Op 27 augustus 2013 vertrokken de laatste twee zusters, zuster Corrie Langermans en ik, uit Suriname. Met de KLM, ook al had ik liever met de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij gereisd. Véél gezelliger en kleurrijker ... En ineens was ik hier, in dit mooie appartement. Warm welkom geheten door mijn medezusters. En toch, ik kijk in de spiegel en zie dat ik er ben, maar mijn hart is nog daar.’ Zuster Lidewijde en zuster Corrie

12

hebben uitgebreid afscheid kunnen nemen van ‘hun mensen’ in Suriname. Want ter afsluiting van een periode van bijna 120 jaar, waarin in totaal 187 zusters van de congregatie Zusters van Liefde, hun bijdrage leverden in Suriname, werd er een indrukwekkende en ontroerende plechtigheid georganiseerd door het Surinaamse bisdom, in de prachtige houten Kathedrale Basiliek Petrus en Paulus in Paramaribo. Natuurlijk waren daar ook de Surinaamse vrienden met wie Lidewijde nog steeds contact houdt, meestal per telefoon. Het doet haar telkens weer plezier als ze hoort: ‘Dag zuster, ik ben zo blij je stem te horen.’ Ja, loslaten wie je liefhebt is het moeilijkste wat er is ...

L

idewijde is nu 83 jaar en intens dankbaar voor de kansen die ze kreeg en de passie waarmee ze die kansen heeft kunnen benutten. ‘Mijn leven in de missie heeft me zoveel gegeven,’ zegt ze. En terwijl ik nog eens rond kijk en tussen het kaarslicht al die gezichten uit die verschillende werelden me aankijken, bedenk ik dat het misschien een goed plan zou zijn dat de bestuurders van ons land eens wat vaker rond de tafel zaten met mensen zoals zuster Lidewijde. Wat zijn haar gedachten bij het horen van begrippen als integratie en aanpassing? De vanzelfsprekendheid waarmee zij het woord ‘samen’ gebruikt, daar zit misschien wel het antwoord. In haar wereld is er ruimte voor iedereen die ruimte nodig heeft. No questions asked. Dan buigt ze zich naar me toe en zegt zachtjes: ‘Ik moet wel erg wennen aan de mentaliteit in Nederland, hoor.’ En ik knik een beetje beschaamd want ik denk dat ik precies begrijp wat ze bedoelt.

LOSLATEN WIE JE LIEFHEBT IS HET MOEILIJKSTE WAT ER IS ...


COLUMN MIMAKKER LOELOE

Mag ik een onsje zorg? Of je nu zorgvrager, familie, medewerker of vrijwilliger bent, zodra je bij De Wever betrokken bent is het begrip zorg onlosmakelijk met je verbonden. We wikken en wegen wat af in de zorg. Als zorgvrager is er de behoefte aan zorg, verzorging en zorgzaamheid. Als familie hoop je dat verzorgenden de zorg op een zorgzame en zorgvuldige manier van je overnemen. Zorgen blijven echter bestaan, daar kom je nooit los van. Medewerkers zorgen dat ze de zorg zorginhoudelijk goed verrichten. Mensen die in de zorg werken zijn verantwoordelijk voor de verzorging en verpleging van mensen, jong en oud. En dan heb ik het niet alleen over de verzorgenden, maar over alle medewerkers die nodig zijn voor het totale zorgpakket. Daarnaast leveren vrijwilligers een bijzondere bijdrage aan de zorg. Het is hard werken in de zorg daar hoeft niemand lang over na te denken. Zowel fysiek als mentaal vraagt het de

nodige veerkracht Je moet dus ook goed zorgen voor jezelf, want goed zorgen voor een ander begint bij goed zorgen voor jezelf. Velen hebben naast het werken in de zorg, ook de zorg voor een gezin of voor ouders. De zorgstapel kan zorgwekkend groot zijn. Daarom is zorgdragen voor elkaar zo belangrijk. Laten we allemaal ons steentje bijdragen in de zorg, samen kijken naar wie welke zorgtaak op zich neemt. Op een duidelijke manier samen met in gesprek gaan over het zorgen voor elkaar Soms kan het een zorgje minder zijn. Neem niet alles over, we hoeven niet alle zorg uit handen te nemen. Kunnen soms ook behoorlijk overbezorgd zijn. Laten we met elkaar zorgen voor een jaar waarin we zorg dragen voor elkaar en voor onszelf. Dan voelt het gelijk een zorg lichter, houd je plezier in de zorg en zorg je met plezier. Met vrolijke groet, Neeltje (miMakker Loeloe)

13


Stel, je bent 40 jaar en zit ineens zonder werk. Wat dan? Rubina van Dortmont overkwam dit. Ze heeft in haar leven al een hele zoektocht op werkgebied achter de rug. Na de mavo en havo is ze begonnen aan een opleiding voor tolk. Dit bleek niet de goede keuze waarna ze in het toerisme terecht kwam. Ze werkte in Disneyland Parijs en bij het Land van Ooit. Door de aanslag op het World Trade Center in New York zakte de werkgelegenheid in het toerisme in … Het lukte Rubina steeds weer aan de slag te gaan bij verschillende werkgevers. Als laatste bij een grote woondiscounter, waar na drie jaar haar contract niet werd verlengd. Ik heb met haar afgesproken bij Mater Misericordiae en als we gaan zitten begint ze meteen enthousiast haar verhaal.

Eigenlijk wilde Rubina liever

iets met d

DOOR INGEBORG PIJNENBURG

D

oor een vriendin - die ook zonder baan zit - kwam ze in aanraking met het ‘MotivatieKompas’. Deze is ontwikkeld door Anton Philips, de zoon van Frits Philips en is gebaseerd op zeven positieve levensverhalen, vanuit je eigen leven. Het MotivatieKompas is een tool om je passie, (intrinsieke) motivatie en talenten in kaart te brengen. Bij Rubina kwam hieruit naar voren dat het werken met ouderen wel bij haar past. Iets wat ze zelf nooit had verwacht en ja, hoe pak je dat dan aan? Bovendien heeft ze totaal geen ervaring in ‘de zorg’ en eigenlijk zou ze liever ‘iets’ met dieren willen doen. Ze kwam terecht bij een reïntegratiebureau. Via dit bureau kwam zij in contact met de vrijwilligersadviseur van De Wever. Op de dagbesteding van De Bijsterstede kon ze een maatschappelijke stage beginnen als vrijwilliger. Haar ogen stralen als ze zegt: ‘Ik had het helemaal niet verwacht, maar ik vond het zo ontzettend leuk! Ik werd er helemaal hyper van. Ik mocht drie maanden blijven en wilde graag verlenging, maar de doelstelling was dat ik zo snel mogelijk begeleid zou worden naar een betaalde baan’.

14

Meeloper Ondertussen was ze binnen De Bijsterstede op een positieve manier opgevallen en De Wever wilde haar graag een kans bieden. Zo wil ook de overheid graag dat bedrijven mensen - zoals Rubina - een arbeidsplaats of een leer/ werktraject kunnen aanbieden. Er is hiervoor een ‘potje’ ontwikkeld dat social return on investment (SRI) heet. Het beleid hiervoor is nog volop in ontwikkeling maar er zijn talloze mogelijkheden om op een creatieve manier hieraan invulling te geven. De Wever Thuis heeft de beschikking over zo’n ‘potje’ en zag mogelijkheden voor Rubina om aan de slag te gaan als verzorgende in opleiding. Ze ging praten met een vriendin die werkt voor een thuiszorgorganisatie. Daarnaast kon ze twee dagen meelopen met een verzorgende van De Wever Thuis op De Bijsterstede. Ze zegt: ‘Dat vond ik wel spannend omdat ik me kon voorstellen dat cliënten helemaal niet zitten te wachten op een meeloper of meekijker die ik op dat moment was’. Bovendien wist Rubina niet hoe ze zelf zou reageren op de verschillende situaties die ze zou kunnen aantreffen bij de mensen thuis. Maar in plaats van er onzeker en ongemakkelijk over te zijn, voelde het voor haar juist allemaal heel ‘natuurlijk’. Dat was het moment dat ze besloot deze kans met beide handen aan te grijpen. Ze kreeg een contract en is inmiddels gestart met de opleiding. Ze werkt nu 24 uur in de week bij Mater Misericordiae in de thuiszorg en ze gaat daarnaast twee dagen in de week naar school. Dat zijn pittige weken, maar de energieke Rubina straalt en heeft er enorm veel zin in. Haar ambities zijn groot en haar interesse is breed en stiekem kijkt ze al een beetje verder de toekomst in. Ik denk dat we nog wel meer van haar gaan horen, maar eerst zal ze haar opleiding af gaan maken. Ik neem afscheid van haar en wens haar veel succes met haar studie en baan!


dieren

MOTIVATIEKOMPAS Om te komen tot jouw MotivatieKompas wordt een methode gehanteerd waarmee voor ieder individu een uniek motivatiepatroon vastgesteld kan worden. Als jij wilt weten wat jou motiveert, moet je kijken naar jouw gedrag tijdens het uitoefenen van activiteiten die jij zelf als plezierig hebt ervaren. Jouw motivatiepatroon is dus gebaseerd op jouw gedrag tijdens het uitoefenen van activiteiten die jou voldoening geven. Het patroon is geen optelsom van afzonderlijke delen maar vormt een geheel waarin alle elementen functioneren in relatie tot de rest. Zo kun jij een juiste sectorkeuze of profielkeuze in het voorgezet onderwijs maken of een beroepskeuze dan wel studiekeuze. Hier wordt een - niet te manipuleren - analyse op losgelaten. Zie ook www.myoptions.nl


DOOR DIENIE JOOSTEN

MIJN DIGITAAL DOSSIER, MIJN CARESSPORTAAL, OPLEIDINGSPLEIN, DIGITAAL DICHTERBIJ, DE WEVER IN DE WOLKEN, CLIËNTPORTAAL. ALLEMAAL NAMEN VAN DIGITALE PROJECTEN WAAR DE WEVER OP DIT MOMENT AAN WERKT. SOMMIGE VAN DIE PROJECTEN STAAN NOG IN DE KINDERSCHOENEN, DRAAIEN PROEF OP ENKELE AFDELINGEN. ANDERE ZIJN AL HELEMAAL INGEBURGERD, ZOALS MIJN CARESSPOR-

De trein is vertrokken

TAAL. DAARNAAST IS INFORMATISERING EN AUTOMATISERING BEZIG HET MOGELIJK TE MAKEN DAT JE OP IEDERE PLEK EN OP ELK GEWENST MOMENT TOEGANG HEBT TOT DE INFORMATIE DIE JE NODIG HEBT. BIJ DE CLIËNT, OP JE WERKPLEK OF THUIS.

16


D

e digitale ontwikkelingen zijn niet meer te stoppen. Je kunt het zien als een trein met wagons die nu op sommige trajecten nog langzaam rijdt, maar op een gegeven moment wel vaart krijgt. Je mag die trein niet missen. Stap in en zorg dat je op tijd aan boord bent. Gelukkig hoef je de reis niet alleen te maken, er zijn altijd medereizigers die wat meer ervaring hebben en je graag op weg helpen. Kom je er samen niet uit dan zijn er altijd specialisten van Informatisering en Automatisering in de trein aanwezig. Evelyn Bongers, Marie José Wagemakers en Ingrid van Hoof vertellen enthousiast over de nieuwe ontwikkelingen. Evelyn, manager Informatisering en Automatisering, zorgt er met haar afdeling voor dat alle projecten in het meerjarig beleid passen en dat de technische voorwaarden aanwezig zijn. ‘Daartoe hoort bijvoorbeeld het aanleggen van wifi in de locaties. Ook het toegankelijk maken van alle informatie vanuit iedere gewenste plek is onze taak. Daarbij moeten we rekening houden met de privacygevoeligheid van gegevens. Niet alle informatie is voor iedereen, dat moet je ontzettend goed regelen.’ Sinds dit jaar staat niet alle informatie meer op de servers (opslag van programma’s en van documenten en mailverkeer) van De Wever maar bevindt zich ook een gedeelte in ‘de cloud’. ‘Met het inrichten van Medewerkerportaal kunnen medewerkers thuis via Medewerkerportaal beschikken over hun mail, agenda, SP-Expert, Mijn Digitaal Dossier, Opleidingsplein én MijnCaressPortaal. Marie José is verantwoordelijk voor de programma’s (applicaties) die specifiek voor medewerkers zijn. ‘In oktober is een eind gekomen aan de papieren salarisstrook. Alle medewerkers kunnen nu met Mijn Digitaal Dossier op hun werk en thuis, via internet of een link op de website (Medewerkerportaal), hun loonstrook raadplegen. Ook het personeelsdossier is digitaal beschikbaar. Niet alleen op computer of laptop, maar ook via een app op de telefoon of tablet. Het omgaan met het digitale dossier zal niet voor iedereen even vanzelfsprekend zijn, maar we gaan ervan uit dat collega’s elkaar helpen.’ Een volgende stap zal de digitale ziek- en herstelmelding zijn. Zo komen er steeds meer mogelijkheden om als zelfstandige medewerker zelf zaken te regelen.

i NATUURLIJK IS HET VAN BELANG DAT MEDEWERKERS EN CLIËNTEN OP DE HOOGTE ZIJN VAN ALLE DIGITALE MOGELIJKHEDEN. ER ZIJN INFORMATIEBIJEENKOMSTEN WAAR-

BEGRIPPENLIJST • De Wever in de Wolken (Office 365) Thuis of onderweg beschikbaar zijn van alle programma’s die voor jou belangrijk zijn • Medewerkerportaal Een digitaal portaal, bereikbaar via de website, dat toegang biedt tot applicaties • Mijn Digitale Dossier Hierin vind je je salarisstrook en je personeelsdossier • Cliëntportaal Cliënt is eigenaar van zijn dossier - familie heeft na toestemming ook toegang • Digitaal Dichterbij Met de iPad het zorgdossier altijd bij de hand • Digitale Dosis Medicatie uitdelen met behulp van elektronische toedienlijsten, de medicijninformatie is altijd up-to-date

Ingrid houdt zich vooral bezig met programma’s die de zorg ondersteunen. ‘De overheid wil dat iedereen inzage heeft in zijn zorgdossier, sterker nog, dat iedereen eigenaar is van zijn of haar eigen zorgdossier. Wij zijn daar al mee bezig, een paar afdelingen draaien proef. Via Cliëntportaal kunnen bewoners en cliënten hun zorgdossier inzien en zij kunnen tevens iemand machtigen. Via die toegang kan bijvoorbeeld een dochter thuis ‘even kijken’ hoe het met moeder gaat. Halverwege 2017 is Cliëntportaal voor iedere cliënt van De Wever beschikbaar. Ook breiden we de mogelijkheden uit. Nu kan iedereen nog alleen het dossier inzien, op een later moment zullen familieleden ook kunnen communiceren via Cliëntportaal.’ Dan is er ook Digitaal Dichterbij waarmee medewerkers het zorgdossier door middel van een iPad mee kunnen nemen naar de cliënt. Door het zorgdossier bij en met de cliënt in te vullen is de betrokkenheid en openheid groter. Binnenkort is daarnaast nog de start van Digitale Dosis, een programma waarmee medewerkers door elektronisch toedienlijsten medicatie veilig kunnen toedienen. Doel is het aantal medicatiefouten verminderen. De digitale ontwikkelingen zijn nog niet allemaal toepasbaar bij de cliënt thuis. Privacygevoelige gegevens zijn veilig in een beschermde werkomgeving. Veiligheid waarborgen buiten die omgeving is moeilijk.

BIJ MARIE-JOSÉ EN INGRID SAMEN OPTREKKEN.

17


DOOR INGA DE BRUIJN EN DIENIE JOOSTEN

BIJ MENSEN MET DEMENTIE VERDWIJNT GEVOEL VOOR EN BIJ MUZIEK ALS LAATSTE UIT HET BREIN. CLIËNTEN EN BEWONERS KUNNEN VOLLEDIG OPGAAN IN MUZIEK EN HET ZINGEN VAN LIEDJES VAN VROEGER. MUZIEK BEÏNVLOEDT DE STEMMING POSITIEF, OOK BIJ MENSEN MET DEMENTIE IN EEN VERGEVORDERD STADIUM. DAARNAAST KOMEN NAAR AANLEIDING VAN DE MUZIEK ALLERLEI HERINNERINGEN, VERHALEN EN EMOTIES LOS.

Muziek roept herinnering G een wonder dat muziektherapie voor mensen met dementie zo heilzaam is. Het helpt bij het maken van contact én om eventuele gedragsproblemen te verminderen. De Wever heeft momenteel vier muziektherapeuten Theresa Ziegler, Letty van den Hombergh, Rein van Bedaf en Thirza Sprinkhuizen. ‘We werken niet alleen met mensen met dementie’, zegt Theresa. ‘We zijn er voor alle locaties, voor alle afdelingen. Ook voor mensen die een beroerte hebben gehad en daardoor een spraakstoornis hebben (afasie) is muziektherapie een effectieve behandelmethode.

De muziektherapeuten maken deel uit van het multidisciplinaire team. Het team kijkt samen of muziektherapie van meerwaarde kan zijn voor een cliënt of bewoner. De arts zorgt dan

18

voor een verwijzing.’ Een doel kan ontspanning zijn, maar ook activeren of het verlichten van somberheid. Muziek kan iemand uit een depressie halen. ‘Wat het doel ook is, we kijken steeds of er verbetering optreedt door de muziektherapie. Het heeft geen zin door te gaan als iemand erin vastloopt.’ ‘Als er sprake is van probleemgedrag en wisselende stemmingen,’ vertelt Letty, ‘kan muziek uitkomst bieden. Het kan de juiste manier zijn om iemand te bereiken. In deze situaties zetten we de therapie individueel in. Maar we werken ook in groepen. Dat is afhankelijk van de zorgvraag. Muziek heeft direct een positief effect op het gevoel en het gedrag en dat kan zelfs nog uren na de therapie voortduren. Het is daarom belangrijk om samen met een afdeling te kijken hoe medewerkers muziek kunnen inzetten.’

Bij het werken met groepen maken de deelnemers, die wel een beetje bij elkaar moeten passen, samen muziek. Iedereen mag een instrument uitkiezen en al muziek makend uitvinden of het instrument bij hem of haar past. ‘Mocht het een keer voorkomen dat een gekozen instrument irritatie oproept bij de andere deelnemers dan kiezen we iets anders’, aldus Theresa. Theresa: ‘We werken vaak met mensen met dementie, oud en jong. De benadering bij de twee doelgroepen is niet hetzelfde. We merken dat bij jongeren vaker sprake is van frustratie vanwege hun ziekte.’ ‘En de muzieksmaak is ook anders,’ zegt Rein. ‘Oud-Hollandse muziek is bij jonge mensen niet de juiste keuze. We zien een beweging naar muziek uit de jaren 60 en 70.’


VOOR DE FOTO MUSICEREN DE THERAPEUTEN VOOR HET EERST SAMEN

Steeds meer locaties zetten een vorm van muziek in. Als daarover vragen komen geven de muziektherapeuten graag advies. ‘Voor sommigen is muziektherapie nog een grijs gebied. We raken bekender nu we in de huiskamers werken in bijvoorbeeld Padua, Koningsvoorde, De Vleugel en Satijnhof. Dat maakt ons zichtbaar en benaderbaar,’ zegt Theresa. Betrekkelijk nieuw is Neurologische Muziektherapie, NMT. Het principe van deze methode is gebaseerd op het wetenschappelijk onderzoek naar de activerende werking van muziek op het brein. Ritme en tempo zijn bijvoorbeeld goed inzetbaar om men-

sen met de ziekte van Parkinson of niet-aangeboren hersenletsel (NAH) beter te laten lopen, melodie heeft een gunstig effect op het denkvermogen. Muziek heeft een gunstig effect op de gemoedstoestand en op motoriek, spraak, taal en cognitie. ‘Iedereen is muzikaal’, zegt Rein, ‘en wij ondersteunen dat, maken daar gebruik van. Je ziet effect. We werken ook samen met ander behandelaren, we streven immers hetzelfde doel na. En het positieve effect van muziektherapie is wetenschappelijk aangetoond. Damast maakt voor de geriatrische revalidatiezorg al gebruik van neurologische muziektherapie.’

gen op ‘Muziektherapie is niet alleen gericht op actieve deelname van de bewoner,’ geeft Letty aan. ‘Gewoon naar muziek luisteren mag ook.’ ‘Dan zetten we bijvoorbeeld de cd van ‘Frank Sinatra in Berlijn’ op. Dat geeft gespreksstof, misschien heeft ooit iemand live een artiest gezien,’ vult Rein aan. ‘Door het simpel opzetten de juiste cd voor een jongere met dementie verdwijnt eventuele onrust. Muziektherapie kan de zorg eenvoudiger maken, en soms is door de therapie ook minder medicatie nodig. Overigens is luisteren zo passief niet. Zit maar eens stil als je je favoriet muziek hoort. Dit meebewegen heeft ook een positief effect op de stemming.’ Het is soms niet makkelijk erachter te komen van welke muziek iemand houdt, welke muziek een positieve invloed kan hebben. De familie raadplegen helpt dan.

MEVROUW DE LAAT

MIJNHEER VAN DUIJN

EEN NAAMBADGE IS NIET NODIG, DE MUZIEKTHERAPEUTEN BEWEGEN ZICH DOOR ‘DE WEVER’ MET EEN GITAAR OP HUN RUG. Iedereen herkent ons daaraan. Het is fijn de gitaar altijd bij je te hebben. Je kunt jezelf er goed mee begeleiden en je maakt makkelijk contact. Het warme geluid draagt bij aan een goede sfeer.

19


COLUMN JULIUS ROORDA, RAAD VAN BESTUUR

Systeemwereld versus leefwereld De maatschappelijke opvattingen zorgen dat we anders tegen de ouderenzorg aankijken en die ook anders gaan inrichten, met meer zelfstandigheid voor cliënten, bewoners en medewerkers. Dat is een grote uitdaging. Ouderdom komt namelijk met gebreken. De vrolijke, fitte ouderen die we in het algemeen zien in de reclames op tv en op de websites van zorginstellingen, komen niet overeen met de werkelijkheid. Ik denk dat we in Nederland de werkelijkheid onder ogen moeten durven zien en ons realiseren en leren accepteren dat ouder worden er vaak minder charmant uitziet. Vanuit de participatiemaatschappij verwachten we van elkaar dat ouderen zo veel als mogelijk zelf blijven doen. En als dat niet meer kan, dat ze dan een beroep doen op de familie en als laatste op de formele zorg zoals De Wever die biedt. Dat valt nog niet mee; familie en mantelzorgers zijn vaak al op leeftijd, kinderen wonen niet altijd in de buurt, en de verhoudingen binnen families zijn niet altijd van zo’n kwaliteit dat elkaar helpen er vanzelfsprekend bij hoort. Toch blijven we inzetten op familiezorg, met de cliënt en de mantelzorgers samenwerken om de kwaliteit van leven van de cliënt zo optimaal mogelijk te laten zijn. De kwaliteit van leven van onze cliënten blijft natuurlijk het centrale thema, daar doen we het voor. We komen er steeds meer achter dat dit een individuele benadering en afweging vraagt die soms op gespannen voet staan met de systeemwereld, de wereld van regels en protocollen, die we gecreëerd hebben. We kunnen die wereld niet ontkennen: die is er en die zal er blijven. Maar we zien het als onze opdracht die te vereenvoudigen, om de leefwereld van de cliënt te laten prevaleren boven de systeemwereld. En om in gesprek met de cliënt en zijn familie steeds weer te blijven zoeken naar een passend antwoord op zijn vraag. Samen vinden we de oplossing! Mede namens Willem Kieboom wens ik iedereen een gelukkig en vooral ook gezond 2017.

De Wever Wonen - voor een veilig en beschermd gevoel U hebt recht op thuiszorg maar vindt het moeilijk om thuis te blijven wonen. Bijvoorbeeld omdat de kinderen wat verder weg wonen en niet in staat zijn u op elk moment te ondersteunen. Of omdat u het geen prettig idee vindt, zo alleen in huis. Misschien voelt u zich eenzaam en mist u mensen om u heen? In dat geval is een appartement huren in een woonzorgcentrum van De Wever een goede oplossing. U woont dan tussen mensen, in een veilige en beschermde omgeving. U betaalt huur en servicekosten en u kunt, tegen betaling, gebruik maken van alle diensten en activiteiten van het woonzorgcentrum. Uw recht op thuiszorg garandeert dat u zorg krijgt van De Wever Thuis. Voor meer informatie kunt u mailen naar wonen@dewever.nl of contact opnemen met Bureau Zorgadvies van De Wever. T 0800 3 39 38 37

Wonen met zorg In een veilige omgeving en van alle gemakken voorzien.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.