Vooruit 2018-4

Page 1

VOORUIT!

04 2018

Kwartaalmagazine van De Heus

Het succes van

HET BETER LEVENKEURMERK

Kalkoenbedrijf

MET TOEKOMSTPLANNEN

Efficiënt VLEESVARKENS

HOUDEN


even voorstellen René Brummelhuis Vleesvarkenshouder

R

ené Brummelhuis (59) is ondernemer in het Overijsselse Haaksbergen. Hij is getrouwd met Agnes en samen hebben ze drie kinderen: Bart, Tim en Elke.

Met behulp van zijn gezin en vaste medewerker Raymond houden ze 10.500 vleesvarkens en 400 rosékalveren. Ook hebben ze nog 45 hectare land. Tot 2006 had ’t bedrijf nog melk­koeien, maar die zijn vervangen door de rosékalveren. René is een echte ondernemer. Hij stelt heldere doelen voor zijn bedrijf en werkt gestructureerd aan het realiseren daarvan. Om de continuïteit van zijn bedrijf te waarborgen houdt hij zijn bedrijf helemaal up-to-date en heeft hij altijd een oog op de toekomst gericht.

12

René en zijn gezin werken hard om goede resultaten neer te zetten. Toch zijn die resultaten eigenlijk maar een middel om te bereiken waar het écht om gaat en dat is plezier houden in het werk dat ze doen!


Vooruitgang is onmogelijk zonder innovatie OPTIMALE STROOISELKWALITEIT BEHOUDEN IN DE WINTER

VOORUIT!

inhoud

32 42

Zelf mengende legpluimveehouders Stoppen of overdragen van je legpluimveebedrijf

16 36

Kalkoenbedrijf met volop plannen voor de toekomst Werken aan een gezond imago van de pluimveesector

14 20 28 38

Schapen houden in de winter Houd rekening met nieuwe emmissie-eisen bij bouwplannen Hoe haal je meer uit je eigen ruwvoer Nieuw opfokprogramma KalfGarant

46

Investeren in duurzame varkenshouderij

10 30 41 50

24/7 voerbestelling doorgeven via mijndeheus Achter de schermen bij De Heus Column: Twee weten meer dan één Brokjes

24

48 04

AAN DE KEUKENTAFEL

26 DE HEUS KIDZZ

44

Hoeveel fosfaatrecht

HEB JE NODIG VOOR 2019

MAKKELIJK BIGGEN BIJVOEREN IN DE KRAAMSTAL

Wil je als onderneming vooruit, dan moet je innoveren. Innovatie als motor voor waar­ de creatie vraagt het vermogen om je te kunnen aanpassen aan de snel veranderende wereld om je heen. Digitale en technologische ontwikkelingen gaan zo hard, dat wij nog maar aan de vooravond staan van het ontdekken van de mogelijkheden die dit voor onze bedrijven kan hebben. Mogelijkheden die processen binnen het bedrijf kunnen verbeteren of meerwaarde creëren voor afnemers. Maar je moet die nieuwe mogelijk­ heden wel willen zien en omarmen. Aan de andere kant vragen de overheid, NGO’s en de burgerij om een bepaalde manier van werken. Ook dit leidt tot een nieuwe werkelijk­ heid. En hier binnen zullen we op zoek moeten gaan naar nieuwe wegen voor innovatie. Binnen De Heus zoeken we ook voortdurend naar nieuwe wegen voor innovatie. Recentelijk zijn wij bijvoorbeeld gestart met de bouw van een cen­ trum voor praktijkonderzoek varkensvoeding. Via individueel aangestuurde voerstations kun­ nen meerdere voeronderzoeken parallel worden uitgevoerd. Van alle stappen in de varkenslevens­ cyclus, van big tot en met slachtrijpe varkens, kan er, via intelligente technieken, data tot op in­ dividueel dierniveau verzameld en geanalyseerd worden. De hierdoor verkregen inzichten bieden extra voeding voor innovatie. Innoveren kan ook in communicatie. Inmiddels hebben al enkele tienduizenden kinderen de speciale De Heus Kidzz website bezocht. Spelen­ derwijs krijgen kinderen hierdoor meer kennis van de veehouderij. Innovatie vindt ook plaats in onze orderprocessen. Meer en meer veehouders ontdekken het gemak van de nieuwe versie van mijndeheus.nl. Maar ook op andere gebieden blijven wij innoveren. In deze Vooruit! komen enkele voorbeelden verder aan bod.

Joost Belt, Marketing & Communicatie jbelt@deheus.com


Aan de keukentafel

04


Het onverwacht grote succes van het Beter Leven-keurmerk

SAMEN­WERKING

MET HET BEDRIJFS­LEVEN HEEFT VEEL OPGELEVERD Twintig jaar geleden legde de Dierenbescherming in samenwerking met het bedrijfsleven het fundament voor het Beter Leven-keurmerk. “Nu is dit het meest bekende keurmerk met een omzet van € 2 miljard”, zegt programmaleider Marijke de Jong. “Goed voor het dierenwelzijn en goed voor de sectoren.” Het interview met Marijke de Jong vindt plaats op het kantoor van de Dierenbescherming in Voorburg.

” 05


Aan de keukentafel

Contact met consumenten “Wij zijn bij de Dierenbescherming lang bezig geweest – en nu nog – om dieren­ welzijn te verbeteren door met lobbywerk wettelijke regelgeving in Den Haag en in Brussel tot stand te brengen”, vertelt De Jong. “Daarnaast hadden we altijd veel contacten met het bedrijfsleven. Dat geldt voor de hele keten, van de mengvoerbedrijven tot en met de supermarkten. We hebben lang nagedacht hoe wij direct consumenten kunnen bereiken om meer aandacht te hebben voor dierenwelzijn.

M

arijke de Jong studeerde biologie en ethologie aan de landbouwuniversiteit in Wageningen. Sinds ruim 25 jaar werkt ze bij de Dierenbescherming. Ze stond aan de wieg van het in ons land meest bekende duurzaamheidslabel Beter Leven waar ze nu programmamanager van is. De Jong vertelt over het ontstaan van het keurmerk, de samenwerking met het bedrijfsleven en wat de Dierenbescherming nog verder wil bereiken. Het Beter Leven-keurmerk heeft een grote impact op de vleessector en ook de veehouderij. “Het keurmerk toont onomstotelijk aan dat er aandacht wordt besteed aan verbetering van het dierenwelzijn. Boeren zijn weer trots op hun bedrijven en supermarkten kunnen met het label laten zien dat het goed zit met het dierenwelzijn”, aldus Marijke de Jong. 1.600 veehouders nemen momenteel deel. “Een mijlpaal is dat in 2015 Albert Heijn besloot alleen nog maar één-ster Beter Leven-varkensvlees te verkopen (ook vleeswaren) en dat een jaar later andere supermarkten volgden. Daarmee was de grootste vleessector helemaal om”, geeft Marijke de Jong aan.

06

supermarkten. “Er waren toen al veel welzijnsproblemen bij de vleeskuikens, waar de overheid met regelgeving niets aan deed”, zegt De Jong. “Wij gingen in dat project op zoek naar een houderijmethode met een beter dierenwelzijn. Dat hield in een trager groeiend ras en een stalconcept met een overdekte uitloop.” Het ras werd gevonden in Frankrijk, de Hubertkip. Een belangrijk onderdeel van het project was het vaststellen of het dierenwelzijn inderdaad verbeterde. “Of dierenwelzijn objectief vast te stellen

Een mijlpaal is dat in 2015 Albert Heijn besloot alleen nog maar één-ster Beter Leven-varkens­vlees te verkopen Een voorbeeld was onze Engelse zusterorganisatie RSPCA, die als eerste een eigen keurmerk introduceerde dat redelijk succesvol was. Wettelijke regelgeving is mooi, maar als dat niet lukt, kun je voor een andere aanpak kiezen. Daarom sprak het Engelse voorbeeld wel aan.”

Kans In 2000 deed zich een kans voor met een proefproject in de vleeskuikenhouderij, gefinancierd door de overheid en in samenwerking met een diervoederbedrijf en twee

is, hoeven we niet te discussiëren. Daar is voldoende wetenschappelijke kennis en literatuur over. Tijdens het project werden proeven met dieren gedaan. Een bekende proef is de gatescore, waarmee je het loopvermogen van dieren meet. Daarnaast kun je beoordelen hoe dieren zich over de stal verspreiden. Er zijn ook andere criteria. Tegenwoordig wordt bijvoorbeeld voetzoolleasies standaard in slachterijen beoordeeld.” Na afloop van het proefproject werd op basis van wetenschappelijke kennis


bepaald aan welke normen een concept met een verbeterd welzijn moest voldoen. Dit concept werd de Volwaard-kip. Vier supermarkten waren in 2007 bereid een jaar lang deze kip in het schap te leggen. De Jong: “Wij grepen toen de kans om een eigen keurmerk namens de Dierenbescherming er aan te verbinden. We noemden dit het Beter Leven-keurmerk en hebben vanaf het begin het drie sterrensysteem gehanteerd met een oplopend niveau van welzijn.”

Meerdere dierensoorten De proef met de Volwaard één-ster Betere Leven-kip verliep goed. Iedereen was tevreden. “De vleeskuikenhouders waren zelfs supertevreden”, zegt De Jong. “Ook onze ledenvergadering ging er mee akkoord dat we op deze weg verder zouden gaan. Dat was niet helemaal zo vanzelfsprekend, want een deel van de leden vindt dat we dieren moeten beschermen en niet opeten. Het doel van de Dierenbescherming met het Beter Leven-keurmerk is het verbeteren van het welzijn van zoveel mogelijk dieren. Daar kan de meerderheid van de leden zich wel in vinden.” Het succes van het keurmerk bij de vleeskuikens bleef niet onopgemerkt. Verscheidene organisaties uit andere sectoren zoals de vleeskalverhouderij, legpluimvee en varkenshouderij meldden zich bij de Dierenbescherming om een samenwerking voor een keurmerk aan te gaan. “De achterliggende reden was de grote maatschappelijke druk”, legt De Jong uit. “Er was veel kritiek op vlees en eiproducten in de supermarkten, aangewakkerd door onder andere Wakker Dier. Die organisatie heeft een andere rol dan wij. Wij communiceren niet zo hard en zoeken de nuance. Wij proberen door middel van samenwerking het welzijn van dieren te verbeteren. Dat is meer op

de achtergrond en soms een weg die jaren in beslag neemt. De supermarkten kozen massaal voor ons keurmerk om aan de kritiek tegemoet te komen met gecontroleerd welzijnsvriendelijke producten. Een andere reden was soms dat zij hiermee ook een betere concurrentiepositie probeerden te veroveren.”

Normering Voor elke diersoort hanteert de Dierenbescherming een uitgebreide normering waaraan de huisvesting en verzorging moeten voldoen om in aanmerking te komen voor één of meerdere sterren. “Elke twee jaar bekijken we of we de normen kunnen aanpassen om het dierenwelzijn te verbeteren. Als we iets aanpassen doen we dat afgewogen zodat het haalbaar is voor de deelnemers. Als het nodig is geldt er een overgangstermijn. Dat kan bij verbouwingen wel eens vijf of tien jaar zijn. Ook stemmen we nieuwe normen met de LTO en de betrokken veehouders af. Sinds kort doen we dat door bijeenkomsten te organiseren want we willen graag meer contact met de deelnemende veehouders.” Een groep ketenregisseurs, vaak slachterijen en eierpakstations, is een vast aanspreekpunt voor de Dierenbescherming. Zij praten mee over de toepassing van nieuwe normen. Vanaf volgend jaar maakt de Dierenbescherming bekend wat de plannen zijn op langere termijn, zodat veehouders daar al vast rekening mee kunnen houden bij plannen of bouwen van nieuwe stallen. “Sommigen spelen daar nu al op in”, zegt De Jong. “Ik las kortgeleden een verhaal van een varkenshouder die een stal bouwt voor gangbare varkens. Hij laat de stal voorzien van ramen, zodat hij voorbereid is op een eventuele overschakeling op het Beter Leven-keurmerk. Dat is leuk om te lezen.”

ZO WERKT HET BETER LEVEN-KEURMERK De Dierenbescherming hanteert criteria voor het mogen vermelden van het Beter Leven-logo met één of meer sterren op consumentenverpakkingen. Er zijn criteria voor varkens, vleeskuikens, leghennen, vleesrunderen, vleeskalveren en kalkoenen. De Dierenbescherming beheert het logo en de criteria. De deelnemers worden gecontroleerd door de Stichting Beter Leven-keurmerk. Deze besteedt de feitelijke controle uit aan certificeringsinstellingen die de bedrijven beoordelen, meestal gecombineerd met een ander kwaliteitssysteem zoals IKB. Veehouders betalen geen bijdrage aan de stichting, de overige deelnemers als slachterijen, eierpakstations en vervoerders wel. De controle geldt ook de verwerkte producten. Momenteel zijn er 4.500 recepten onder controle met Beter Leven-producten, waarbij de eis geldt dat het product minimaal voor 95 uit grondstoffen moet bestaan, afkomstig van bedrijven met een Beter Leven-keurmerk. De kracht van het keurmerk is dat normering in handen is van een onafhankelijke organisatie die zich inzet voor het bevorderen van dierenwelzijn, dat de organisatie transparant is en de controles deskundig worden uitgevoerd. Uitgebreide informatie over het Beter Leven-keurmerk vindt u op de website van de dierenbescherming: beterleven. dierenbescherming.nl/zakelijk

07


Aan de keukentafel


De weg naar beter Met het Beter Leven-keurmerk legt de Dierenbescherming een weg af om het dierenwelzijn stapje voor stapje verder te verbeteren. “Met het invoeren van het één-ster-keurmerk hebben we de excessen teruggebracht”, legt De Jong uit. “Het vervolg is dat we nu een positieve bijdrage aan welzijn realiseren door dieren meer ruimte te geven, meer afleidingsmateriaal en een goed stalklimaat. Uiteindelijk willen we toe naar diergericht ontworpen stallen. Deze stallen worden specifiek gebouwd aan de hand van

de behoeften van de dieren. Ze hoeven niet zozeer veel meer ruimte te hebben, als de omgeving maar tegemoet komt aan wat de dieren nodig hebben.” Een discussiepunt is vaak hoe welzijn zich verhoudt tot duurzaam. De Jong stelt zich op het standpunt dat er veel regels voor het milieu zijn en nog maar weinig voor dierenwelzijn. De Dierenbescherming werkt aan een project waarbij milieuaspecten worden meegenomen. “Ons uitganspunt is dat milieu niet ten koste mag gaan van het dierenwelzijn,” zegt zij. Overigens heeft de Dierenbescherming

vragen en ze is ook graag bereid om te vertellen hoe het bij ons werkt. “We zijn met Duitse organisaties in gesprek”, zegt De Jong. “We vergelijken criteria en misschien dat we in de toekomst de normen kunnen harmoniseren. Het is trouwens niet ons doel om onze werkwijze te exporteren. Wij willen graag dat in andere landen ook aandacht is voor dierenwelzijn zodat de dieren daar eveneens een beter leven krijgen.”

Elke twee jaar bekijken we of we de normen kunnen aanpassen om het dieren­ welzijn te verbeteren geen invloed op de prijsvorming of toeslagen die gelden voor Beter Leven-dieren. “We zorgen alleen voor het keurmerk, hoewel we voorstander zijn van een eerlijke prijs voor de veehouders”, zegt De Jong.

Buitenlandse belangstelling Vanuit het buitenland wordt er met bewondering gekeken naar Nederland waar een organisatie als de Dierenbescherming met het bedrijfsleven een succesvolle formule hebben ontwikkeld. De Jong krijgt veel

Voorlopig vallen er in eigen land ook nog zieltjes te winnen. “Er zijn nog voldoende mensen, waaronder voorlichters en andere adviseurs, die een negatief vooroordeel hebben over dierenwelzijn,” zegt De Jong. “Dat is jammer omdat er veel voorbeelden zijn van veehouders die hun plezier terugkregen in het werk en goede resultaten boeken. Mijn advies aan adviseurs en veehouders is: sta open voor geluiden uit de maatschappij, probeer er wat aan te doen en doe dat vooral samen met ons.”

09


24/7 IN EEN HANDOMDRAAI VOERBESTELLING DOORGEVEN VIA MIJNDEHEUS Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?

Meer en meer veehouders ervaren het gemak van MijnDeHeus. Bestellingen plaatsen op de momenten die u het beste passen, met daarin de historische bestelgegevens direct beschikbaar als geheugen­ steuntje. Recentelijk hebben we een nieuwe versie van MijnDeHeus geïntroduceerd, die nog meer comfort en bestelgemak biedt.

M

Bestel met gemak et de nieuwe versie van MijnDeHeus wordt bestellen nog gemakkelijker. Rechtstreeks vanuit de stal via de MijnDeHeus-app op uw mobiele telefoon of tablet. Of gewoon aan de keukentafel via uw laptop of vanachter uw bureau op uw desktop. Ongeacht waar u voor kiest, vanaf nu bent u zich met MijnDeHeus altijd en overal verzekerd van dezelfde schermindeling en het-

10

en om uw eigen losmethodes en silomogelijkheden online te beheren. Kortom, MijnDeHeus biedt dezelfde mogelijkheden als die aangeboden worden via de order-entry afdeling.

Altijd inzicht in uw bestelhistorie zelfde bestelgemak. Via de overzichtelijke schermen plaatst u uw bestellingen in een handomdraai.

Nog meer slimme bestelopties Met de nieuwe versie van MijnDeHeus kunt u niet alleen snel en eenvoudig uw veevoeders bestellen. Ook zijn er diverse handige functies aan toegevoegd. Vanaf nu is het bijvoorbeeld mogelijk om één of meerdere toevoegingen aan uw voeders te koppelen

Voordat u een bestelling plaatst, is het altijd handig om even terug te kijken wat en hoeveel u de vorige keer heeft besteld. Wij hebben er daarom voor gezorgd dat u uw bestelhistorie nu ook in MijnDeHeus kunt raadplegen. In één oogopslag ziet u welke producten u heeft afgenomen, in welke volumes en in welke silo’s ze bij u zijn afgeleverd. Waardevolle informatie die u in staat stelt om uw volgende bestelling nauwkeurig af te stemmen op actuele voorraden.


Altijd direct een bestelbevestiging

Praktische management informatie

Als u een bestelling plaatst via MijnDeHeus, ontvangt u per omgaande een bestelbevestiging op artikelniveau, zowel per mail als binnen uw persoonlijke pagina binnen MijnDeHeus.nl. Zeer handig als u, bijvoorbeeld bij de productie van VLOG-merk, moet kunnen aantonen dat u ook Vlog-voeders heeft besteld.

Via MijnDeHeus heeft u direct toegang tot diverse management tools. Melkveehouders kunnen bijvoorbeeld rechstreeks vanuit hun persoonlijke pagina naar hun gegevens binnen Dairy Compas.

Uw facturen overzichtelijk gerangschikt In het nieuwe MijnDeHeus kunt u, indien gewenst, al uw facturen op uw persoonlijke pagina digitaal weergeven. Een papieren archief is hierdoor niet meer nodig. Bovendien zijn de digitale facturen (in PDF-vorm) ook eenvoudig met zakelijke relaties, bijvoorbeeld uw accountant, te delen.

WIJ HELPEN U GRAAG VERDER MET MIJNDEHEUS Ervaar nu zelf de voordelen van online bestellen. Wij melden u hiervoor graag aan als gebruiker. Het enige dat u hiervoor hoeft te doen, is contact opnemen met één van onze medewerkers van onze verkoopbinnendienst (telefoon 0318 675430). Zij maken graag uw ‘Gebruikersprofiel’ aan. Vervolgens ontvangt u van ons uw persoonlijke inloggegevens. Hiermee heeft u direct toegang tot uw persoonlijke omgeving binnen MijnDeHeus.

Meer weten? Informeer bij uw specialist Wilt u meer weten over de vele voordelen van MijnDeHeus? Laat u dan uitgebreid informeren door uw specialist van De Heus.

MijnDeHeus via web of app De keuze is aan u! MijnDeHeus kunt u op elk apparaat met een webbrowser gebruiken. De schermen passen zich automatisch aan de omvang van het apparaat aan. Wilt u liever gebruik maken van een app, dan kunt u de MijnDeHeus-app downloaden via de Apple- dan wel Google Play store.


EFFICIËNT VLEESVARKENS HOUDEN VOLGENS BRUMMELHUIS Hoe realiseer je de hoogste voerwinst per vierkante meter? Ondernemer René Brummelhuis probeert op een zo efficiënt mogelijke manier 10.000 vleesvarkens te houden en een zo hoog mogelijke voerwinst per vierkante meter te realiseren. Er worden heldere doelen gesteld op het gebied van management, gezondheid en voeding.

AUTEUR Ronald Tibbe Verkoopleider varkens rtibbe@deheus.com

12

Management

O

Drie rondes per jaar

m de beoogde doelen te behalen is management voor het bedrijf erg belangrijk. Er wordt gewerkt met een strakke planning. Voordat de week begint is het duidelijk wat er op maandag tot en met zondag moet gebeuren. De reden voor de strakke planning is efficiëntie. Zo veel mogelijk werk verrichten met zo weinig mogelijk arbeid.

Het bedrijf streeft ernaar om minimaal drie rondes per jaar te draaien. Hierdoor mag een ronde niet langer duren dan 112 dagen. Het streven is dus dat er met 112 dagen weer nieuwe biggen in de afdeling liggen. Om dit te halen, in combinatie met een hoog aflevergewicht, is het belangrijk dat de dieren goed groeien. In deze opzet is er gekozen om te werken met Tempo’s.

Uniforme koppels

Hoge bezettingsgraad

Om koppels vleesvarkens af te kunnen leveren met zo weinig mogelijk spreiding, wordt per afdeling geprobeerd uniforme koppels biggen op te leggen van dezelfde leeftijd. De beren en de gelten worden gescheiden opgelegd. De reden hiervoor is dat de beren en de gelten dan apart gevoerd kunnen worden. Daarnaast scheelt het uitzoeken met het afleveren van de vleesvarkens.

Brummelhuis wil een zo hoog mogelijke bezettingsgraad hebben om de vierkante meters zo goed mogelijk te benutten binnen de wettelijke normen. Om deze reden is het belangrijk dat de koppels zo uniform mogelijk worden opgelegd en zo uniform mogelijk blijven groeien. Als dat lukt, hoeft er maar een minimale hoeveelheid kop worden geladen waardoor de bezettingsgraad hoog blijft.


Bedrijfsmonitoring Om de uniformiteit in de koppel te houden is het van groot belang dat de dieren gezond blijven. Dit is een van de redenen dat er op het bedrijf structureel drie keer per jaar mest- en bloedmonsters worden genomen om de gezondheidsstatus te volgen. De resultaten van de onderzoeken zorgen ervoor dat er alleen entingen worden ingezet die daadwerkelijk nodig zijn. Dit verlaagt in de kosten en is arbeidsbesparend voor de vaste vermeerderaar. Ook worden de slachtlijnresultaten na elke afgeleverde koppel beoordeeld om zo snel mogelijk te kunnen schakelen als dat nodig is.

Gezondheid Om de gezondheid op een zo goed mogelijke manier in de hand te houden, maar wel efficiĂŤnt te kunnen blijven werken, worden er op het bedrijf verschillende maatregelen genomen. Vaste vermeerderaar Er wordt gewerkt met een vaste vermeerderaar per locatie, zodat er op de bedrijven alleen maar dieren binnenkomen die drager zijn van dezelfde bedrijfseigen ziektes. All-in-all-out Ook wordt er gewerkt met all-in all-out per afdeling zodat er alleen maar dieren van dezelfde leeftijd in een afdeling liggen. Van jong naar oud Om het overdragen van ziektes tussen afdelingen zoveel mogelijk te voorkomen wordt er gewerkt van jong naar oud en worden laarzen, als er een hok is betreden, ontsmet in een voetenbak voordat er een andere afdeling wordt betreden. Ook wordt er, voordat een controleronde wordt gelopen, eerst een schone overal aangetrokken.

Reiniging in drie stappen Om de ziektedruk zo laag mogelijk te houden wordt de afdeling na afleveren gereinigd in drie stappen. Eerst wordt gereinigd, daarna ontvet en ten slotte ontsmet. Gecoate vloeren Daarnaast zijn de vloeren van de hokken op het bedrijf gecoat. Voor het coaten van de vloeren waren meerdere redenen. De eerste reden was slijtagevermindering van de betonnen vloeren waardoor de stallen langer mee kunnen. De tweede reden was het verlagen van de ziektedruk doordat er na het coaten minder poriĂŤn en daardoor minder kiemen aanwezig zijn. De derde reden was arbeidsbesparing doordat een afdeling sneller kan worden schoongespoten omdat de aangekoekte mest sneller loslaat van de vloer. En ten slotte de reden waterbesparing en daardoor lagere mestafzetkosten doordat het reinigen sneller gaat.

Voeding Alle vleesvarkens op het bedrijf worden gevoerd met droogvoer omdat de samenstelling van droogvoer over een langere periode constant is. Dit wordt ook verwacht van de voerleverancier. Er wordt gebruik gemaakt van driefasenvoeding die is afgestemd op het dierbehoefteprogramma (GPS) van De Heus. De beren en gelten op het bedrijf worden gevoerd aan de hand van een voercurve waarbij rekening wordt gehouden met de gewenste groei en voederconversie. Door het inzetten van een combinatie van voersoorten met verschillende EW- en DV-lysinewaardes in de voercurve wordt het optimum gezocht. Om het optimum te vinden worden er met regelmaat groepen dieren gewogen om het gewicht en de groei te bepalen op verschillende leeftijden.


EXTRA AANDACHT VOOR VOEDING Zo houd je schapen in de winter in perfecte conditie AUTEUR Jeroen van de Brink Specialist rundvee jbrink@deheus.com

14

Wat betreft schapenvoeding is 2018 een roerig jaar geweest. Dit kwam met name doordat de zomer en de herfst erg droog waren. Hierdoor stond de grasgroei op veel plekken wekenlang stil en is de groei na deze droge periode heel verschillend geweest. Dit heeft ertoe geleid dat de conditie van de schapen momenteel erg wisselend is. Om de schapen goed de winter door te krijgen, is het belangrijk om daar met het voeren rekening mee te houden.


het oog op controle en bijvoeding. Als ze worden geschoren is de voeropname en de controle maximaal.

De zoogperiode

De drachtperiode Het is belangrijk om tijdens de laatste vier weken van de dracht het ruwvoer aan te vullen met krachtvoer. De behoefte aan energie en eiwit is in deze periode groter doordat de ongeboren lammeren dan het hardst groeien. De opnamecapaciteit van de dieren is echter afgenomen als gevolg van een kleiner pensvolume. Het ongeboren lam neemt namelijk voor een deel de ruimte van de buikholte in.

Voeren op maat Door de dieren in te delen op de verwachte worpgrootte en conditie, kan er gericht krachtvoer gevoerd worden op basis van het aantal verwachte lammeren.

D

Drachtige schapen e voeding van de drachtige schapen is niet alleen belangrijk voor het schaap zelf, maar zeker ook voor het drachtproces. Op dit moment zijn bijna alle schapen in Nederland gedekt. Sommige staan zelfs al kort voor het aflammeren. Het is belangrijk om al ruim voor het aflammeren extra alert te zijn op de conditie van uw ooien, zodat u op tijd kunt bijsturen.

Eenling dracht: 0 - 0,2 kilogram per dier per dag Tweeling dracht: 0,2 - 0,5 kilogram per dier per dag Drieling dracht: 0,5 - 0,8 kilogram per dier per dag

Dit advies is afhankelijk van het ras, de conditie van de dieren en de ruwvoerkwaliteit. Als een goede kwaliteit kuilvoer gevoerd wordt, dan gelden de laagste adviezen. De laatste vier weken kunnen de dieren het beste binnengehouden worden met

Na het aflammeren komt de melkproductie snel op gang en moet er naast goed ruwvoer ook goed krachtvoer gevoerd worden (1 Ă 1,5 kilogram krachtvoer per dier per dag). Uiteraard is het beschikbaar zijn van vers schoon drinkwater noodzakelijk tijdens de gehele drachtperiode. Dus ook met vorst en sneeuw in de weide. Krachtvoerverstrekking is een kilogram per dier per dag extra ten opzichte van de laatste drachtperiode (zie voerschema). Dit is weer afhankelijk van de ruwvoerkwaliteit en de conditie. Voor meer informatie kunt u natuurlijk altijd terecht bij uw handelaar of specialist.

Hoe bepaal je de conditie van een fokschaap? Het bepalen van de conditie van een fokschaap is iets waar nog weleens misvattingen over ontstaan. De conditie en vitaliteit wordt op de volgende manier bepaald:

Bekijk de wol, wolkleur, wollengte en egaliteit van de wol. Is het schaap erg dik in de onderbuik en/of drachtig van een meerling? Pak het schaap vast en voel echt door de wol heen op de rug. Voel je goed het ruggenmerg of juist niet?

Als u dit bij meerdere schapen achter elkaar doet dan merk je verschillen op. Zijn de verschillen te groot en moeten de schapen binnen zes weken aflammeren? Maak dan verschillende koppels en voer de schapen die niet zo goed op conditie zijn en schapen die drachtig zijn van een meerling extra brok bij.

15



KALKOENBEDRIJF MET VOLOP PLANNEN VOOR DE TOEKOMST een succesvolle historie Twan en Janneke Jenniskens vierden dit jaar met de opening van een nieuwe stal het vijftigjarig bestaan van het kalkoenbedrijf. De onderneming heeft zich in de loop van de jaren succesvol ontwikkeld en nog steeds zien Twan en Janneke volop kansen voor de sector en hun bedrijf.

AUTEUR Paul van Hoof Specialist vleeskuikens phoof@deheus.com

17


T

Ondernemers wan Jenniskens is een ondernemend type. Op 22-jarige leeftijd had hij al met zijn broer een vleeskuikenbedrijf gehuurd. Nu, 25 jaar later, is hij met zijn vrouw eigenaar van het grootste kalkoenbedrijf in de Benelux met 65.000 dieren.

Op het bedrijf van Twan en Janneke waren van oudsher naast kalkoenen ook varkens. Met zijn vader, en later zelfstandig, ontwikkelde Twan het bedrijf steeds verder. In 2014, toen zijn broer Henk om gezond-

Kalkoenhouders zijn in Nederland dun gezaaid. Er zijn er momenteel 29. “Hierdoor zijn we qua kennis en slachterijen aangewezen op het buitenland”, zegt Twan. “Een deel van de kennis komt uit Duitsland. Daarnaast zijn er in ons land goede dierenartsenpraktijken. De Heus is een van de weinige organisaties die eigen onderzoek doet.”

Consumptie kalkoenvlees stimuleren Twan en Janneke bemoeien zich nadruk­ kelijk met de afzet van het kalkoenvlees aan consumenten. “Momenteel komt een groot deel van in ons land verkocht kalkoenvlees uit het buitenland en exporteren wij naar Duitsland. Wij zien liever dat het vlees van Nederlandse bedrijven ook in Nederland wordt gegeten. Als Neder­

Duitsers eten drie keer zoveel kalkoen als Nederlanders heidsredenen moest stoppen, nam Twan het naastliggende bedrijf van zijn broer over. Hij specialiseerde zich in kalkoenen en verdubbelde tegelijkertijd het aantal dieren. Hij houdt ze nu op drie locaties: een opfokbedrijf en twee afmestbedrijven.

18

landers twee kilogram eten per hoofd komt dat precies overeen met de productie. De afzet van kalkoenvlees kan vergroot worden. Duitsers bijvoorbeeld eten drie keer zoveel kalkoen als Nederlanders. Er zijn dus volop kansen.”

Om de kansen ook te grijpen, ondernemen Twan en Janneke actie. Ze hebben met andere kalkoenhouders het merk ‘De slanke Bourgondiër’ in het leven geroepen om via internetbestellingen consumenten te bedienen. “Niet dat wij er zo veel aan verdienen, maar je moet het meer als een promotie zien van ons product,” legt Janneke uit.

Beter Leven-kalkoenen keurmerk Een nieuwe kans heeft zich aangediend in de vorm van het Beter Leven-keurmerk. Slachterij Esbro klopte twee jaar geleden bij de Nederlandse kalkoenhouders aan met de vraag of dit iets voor hen was.


Twan voldeed al voor een deel aan de eisen, bijvoorbeeld met een buitenuitloop, maar ontving daar geen extra bijdrage voor, en hapte meteen toe. Na enig rekenwerk kwam er een meerprijs uit, die deze slachterij bereid was te betalen. Twan begon in september vorig jaar met twee collega’s te leveren. Nu reguleert de vereniging Bevordering Afzet Vleeskalkoen, waar alle 29 kalkoenhouders lid van zijn, de afzet van Beter Leven-kalkoenen. “We zorgen ervoor dat de levering wordt afgestemd op de vraag. Alleen zo houd je de prijs aantrekkelijk”, zegt Twan. Esbro is de enige afnemer van Beter Leven-kalkoenen die bij het moederbedrijf in Duitsland worden geslacht. Net zoals in andere sectoren is de Dierenbescherming bij het Beter Levenkeurmerk betrokken.

Enthousiast Twan en Janneke zijn enthousiaste kalkoenhouders pur sang. “Ik vind het prettige dieren om mee om te gaan. Ze zijn veel levendiger dan bijvoorbeeld vleeskuikens”, zegt Twan. Met de nieuwe stal komt er voorlopig een einde aan de groei van het bedrijf. Maar dat wil niet zeggen dat Twan geen plannen meer heeft voor de toekomst. “Ik ga me toeleggen op het optimaliseren van de technische resultaten en blijf tijd besteden aan de afzet. Ook hebben we een nieuwe tak erbij: we hadden al zonnepanelen en ik ben bezig met een nieuw project voor nog meer panelen.” Daarmee lijken Janneke en Twan wel een beetje op kalkoenen; die zitten ook niet graag stil.



Heeft u bouwplannen?

HOUD REKENING MET DE NIEUWE EMISSIE-EISEN

SNELLE ACTIE VOORKOMT EXTRA INVESTERINGEN Vanaf 2020 wordt een aantal normen die beschreven staan in het Besluit emissiearme huisvesting (Beh) aangescherpt. Voor bedrijven met bouwplannen kan dit een hogere investering met zich meebrengen. Tijdig actie ondernemen kan dit voorkomen.

D

Ammoniak en fijnstof e aanscherping houdt in dat de maximale emissiewaarden voor dieren­ verblijven wat betreft ammoniak en fijnstof voor een aantal diercategorieÍn omlaaggaan. Dit geldt voor alle sectoren, behalve de biologische. De maximale waarden zijn afhankelijk van het moment van ingebruikname van een stal.

IPP AUTEUR Guus ten Hove Adviseur ghove@agra-matic.nl

Voor varkens- en pluimveestallen die na 1 januari 2020 in gebruik worden genomen, gelden strengere eisen op het onderdeel ammoniak indien het dierenverblijf onderdeel is van een IPPCinstallatie (installatie voor industrieel bedrijf).

Van een IPPC-installatie is sprake als er meer dan 750 zeugen, 2.000 vleesvarkens of 40.000 stuks pluimvee op het bedrijf aanwezig zijn.

Tijdig vergunning aanvragen Voor ondernemers die plannen hebben om een nieuwe stal te bouwen, is het dus raadzaam om tijdig een vergunning aan te vragen en te bouwen. Er kan dan namelijk nog gerekend worden met de huidige emissienormen, waardoor extra investeringen voorkomen kunnen worden. Het Besluit emissiearme huisvesting geldt voor heel Nederland. Naast dit landelijke kader zijn er provincies (bijvoorbeeld Noord-Brabant en Limburg) die nog een aanvullend ammoniakbeleid hebben.

21


Het aanvragen en verkrijgen van van vergunningen kan heel wat tijd in beslag nemen

Varkenshouderij In de varkenshouderij worden voor nagenoeg alle diercategorieën de ammoniak-­ eisen aangescherpt. Alleen de norm voor gespeende biggen blijft gelijk. Vleesvarkens stallen die na 1 januari 2020 in gebruik worden genomen, moeten voldoen aan een maximale emissiewaarde van 1,1 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. Guste en dragende zeugen gaan van 2,6 naar 1,3 kilogram ammoniak. De emissie van kraamzeugen moet zakken van 2,9 naar 2,5 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar.

tabel 1: Ammoniakemissie per dierplaats per jaar

Pluimveehouderij Diercategorie

Momenteel

Vanaf 1 januari 2020

Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

8,6

8,6

Vleeskalveren tot de leeftijd van circa 8 maanden

2,5

Biggenopfok (gespeende biggen)

0,21

0,21

Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)

2,9

2,5

Guste en dragende zeugen

2,6

1,3

Vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking

1,5

1,1

batterijhuisvesting

0,006

0,006

niet-batterijhuisvesting

0,110

0,051

Legkippen

0,068

0,068

(groot)Ouderdieren van legrassen

0,150

0,150

(groot)Ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken

0,183

0,183

(groot)Ouderdieren van vleeskuikens

0,435

0,250

Vleeskuikens

0,035

0,024

Vleeskalkoenen

0,49

0,49

Opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

22

Vanaf 1 januari 2020 geldt voor vleeskuikens een norm van 0,024 kilogram ammoniak per dier. Deze norm ligt nu op 0,035. Ook voor (groot)ouderdieren van vleeskuikens gaat de norm fors omlaag, van 0,435 naar 0,250 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. Voor opfokhennen en hanen van legrassen daalt de norm van 0,110 naar 0,051 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar.

Melkveehouderij al vanaf 2018 Voor de melkveehouderij gelden de lagere normen al vanaf 1 januari 2018, ongeacht de bedrijfsomvang. Stallen voor melk- en kalfkoeien ouder dan twee jaar moeten voldoen aan een maximale ammoniakemissie van 8,6 kilogram per dier per jaar. Vanaf 2020 is ook de vleeskalverhouderij aan de beurt. Vanaf dat moment geldt voor nieuwe stallen een maximale emissiewaarde van 2,5 kilogram ammoniak per


dier per jaar. Een stal die wordt gebouwd na 1 januari 2020 moet dus worden voorzien van een emissiereducerend systeem. Bestaande stallen hoeven niet te worden aangepast, tenzij ze (drastisch) verbouwd worden.

Bestaande, nog niet gerea­liseerde, vergunningen of lopende aanvragen Voor nog niet gerealiseerde vergunningen of lopende aanvragen geldt dat mag worden gerekend met de huidige emissie eisen. Het is wel

van belang dat de stal uiteindelijk voor 1 januari 2020 is opgericht. Voor stallen waar al een milieu vergunning maar nog geen bouwvergunning voor verleend is, kan het verstandig zijn om snel aan de slag te gaan met bouwvergunning en met de werkelijke bouw. Wij hebben ervaren dat het aanvragen en het verkrijgen van vergunningen heel wat tijd in beslag kan nemen. Het is dan ook verstandig om hier tijdig naar te kijken en in actie te komen.

23


Gemakkelijk en hygiënisch voer verstrekken

ZO KUN JE BIGGEN MAKKELIJK BIJVOEREN IN DE KRAAMSTAL Om kwaliteitsbiggen te produceren, dienen verschillende fases in het leven van een big optimaal te verlopen. Zo is het in de kraamstalperiode van groot belang om op de juiste manier bij te voeren. Maatschepjes kunnen ervoor zorgen dat dit makkelijk en hygiënisch gebeurt.

Waarom bijvoeren? Waarom is het belangrijk om biggen bij te voeren in de kraamstal?

1 1.

Leren eten: De opname van vast voer voor het spenen leert biggen eten. Ze nemen hierdoor meer voer op na het spenen en hebben een hogere groei.

2 2. Leren verteren: Om plantaardige grondstoffen in speenvoer te kunnen verteren moeten specifieke enzymen actief zijn. Bijvoeren voor het spenen stimuleert enzymproductie en -activiteit en traint het verteringssysteem voor een optimale prestatie na het spenen.

3 3. Leren drinken door een nippel: De opname van vast voer voor het spenen stimuleert biggen om water te drinken uit de nippel. Als ze gewend zijn aan het drinken uit een nippel zullen ze dit na het spenen ook sneller doen.

4 4. Verhoogde groei: Het bijvoeren van biggen levert ze extra energie en nutriënten. Dit maakt de biggen minder afhankelijk van zeugenmelk en ondersteunt de groei. AUTEUR Michel Ogink Specialist zeugen en biggen mogink@deheus.com

24

5 5. Verhoogde overleving: In grote tomen krijgen de biggen aan de achterste spenen en de overtallige biggen vaak minder kans om genoeg zeugenmelk op te nemen, met een hogere uitval als gevolg. Het bijvoeren kan de kleinere en zwakkere biggen in de toom ondersteunen en uitval reduceren.


GRATIS RVS MAATSCHEPJES Mede door de ervaringen met maatschepjes op het bedrijf van Van der Pasch, heeft De Heus roestvrijstalen maatschepjes met verschillende maatvoeringen laten ontwikkelen. Daarmee wordt het voor zeugenhouders makkelijker om goed en hygiënisch voer van hoge kwaliteit te verstrekken in de kraamstal. Vraag ernaar bij uw specialist.

Maatschepjes zijn handig

De praktijk Op het bedrijf van Eugene van der Pasch worden 870 zeugen gehouden op brij. Ook de zogende en gespeende biggen krijgen brijvoer. Verantwoordelijk voor de gang van zaken in de kraamafdeling is Laurens Gunnink. In de kraamafdelingen wordt al snel begonnen met het bijvoeren van de biggen. De reden hiervoor is dat Laurens graag zware biggen speent die al goed

gewend zijn aan de opname van vloeibaar voer. Door de biggen snel te laten wennen aan brij is de groei hoog en wordt een zwaar en vitaal big gespeend dat al gewend is aan de opname van plantaardige voedingsstoffen. Als gevolg hiervan is de opname van brij gelijk in de eerste dagen na het spenen al hoog genoeg, waardoor er weinig speenproblemen zijn en er nauwelijks speendiarree gezien wordt.

Laurens voert de biggen in de kraamstal tweemaal daags: om 8.00 uur en om 17.00 uur. Hij werkt daarbij met maatschepjes. “Het voordeel is dat je altijd precies dezelfde hoeveelheid verstrekt en duidelijke instructies kunt geven aan personeel.” Hierdoor wordt voorkomen dat er teveel gegeven wordt, waardoor de smaak en de kwaliteit van het voer achter uitgaan en de bakjes niet leegkomen. Bakjes die bij de volgende voerbeurt niet leeg zijn, worden altijd schoongemaakt ondanks dat dat veel werk is. Door gebruik te maken maatschepjes wordt veel onaangenaam werk voorkomen. De levensgroei op het bedrijf bedraagt 350 gram per dag, waarbij de uitval na het spenen slechts 1,4% is. Bij de gespeende biggen wordt maar weinig antibiotica ingezet waardoor het aantal dierdagdoseringen bij de gespeende biggen laag is. De voerkosten zijn € 10,53 voor een big van 25 kilogram.

25


Goed voor het

MILIEU!

De chef-koks van De Heus maken elke dag gigantische hoeveel­heden diervoer. Daarvoor gebruiken ze ingrediÍnten als tarwe, mais, soja en gerst. Maar wist je dat onze koks ook heel slim gebruik maken van restjes van andere fabrikanten? Van suikerbieten wordt bijvoorbeeld suiker gemaakt. En wat gebeurt er met de bietenpulp die over blijft nadat de suiker eruit is gehaald? Dat gebruikt De Heus! Bietenpulp is een prima grondstof voor diervoer. Ook maakt De Heus gebruik van 100% duurzaam geteelde soja voor haar diervoeders en dat is goed voor het milieu. Zo zorgen we dat er minder voedsel wordt

WEES ER ALS DE KIPPEN BIJ!

verspild en dat is goed voor het milieu!

Op onze kidzzwebsite kun je al van alles te weten komen over diervoer, varkens en koeien. Goed nieuws: binnenkort komen daar ook de kippen bij! Want weet jij waarom kippen elke dag een ei leggen? Of wat een kip het allerlekkerste hapje vindt? Wij zijn erg benieuwd naar wat jij zou willen weten over kippen. Vertel het ons! De leukste of origineelste vraag wint de enige echte Anna en Daan lunchtrommel en drinkbeker met eigen naam. Ga naar www.deheuskidzz.nl/vraag en stel je vraag aan Anna en Daan.

Ko ek nu(broetsr enelzus)s

Senn en Nine hebben samen met vriendje Dex hard gewerkt aan deze prachtige koeien


KEEP IT COOL!

Jonkies!

Zóóó schattig die kalfjes, kuikentjes en biggetjes. Daan en Anna hebben een kijkje genomen op een boerderij en leren tijdens hun bezoek alles over het opfokken van jongvee. Binnenkort zie je het filmpje hiervan op deheuskidzz.nl.

Een spreekbeurt houden voor de klas is best spannend! Daan en Anna weten er alles van. Daarom helpen ze je graag. Op deh euskidzz.nl staan handige tips voor het maken van een goede spreekbeurt. Superhandig! Maar wat doe je tegen de zenuwen? Het kan best eng zijn om je verhaal te houden voo r de juf of meester en al je klasgenootjes. Wij geven je daarom hierbij wat trucjes:

1.

2.

Als je goed bent

Oefen eerst thuis voor

voorbereid, heb je

de spiegel of vraag je familie

meer zelfvertrouwen.

of zij je publiek willen zijn. Hoe meer je oefent, hoe minder spannend het op

3.

de dag zelf is.

Als je zenuwachtig bent, ga je vaak te snel praten. Probeer langzaam

5.

uit te ademen en praat

Aan het einde van je spreekbeurt zou je ook een kleurplaat of informatieplaat kunnen uitdelen aan de klas. Je kunt deze vinden in de ‘Bieb’ op : deheuskidzz.nl

Zorg dat je de belangrijkste

rustig.

woorden van je spreekbeurt

4.

op een spiekbriefje hebt staan: zo houd je je verhaal

Draag kleren

goed vast.

waar je je prettig in voelt.

6. Toch nog een beetje zenuwachtig? Geeft niets. Zelfs de grootste bazen en

premiers zijn nog wel eens nerveus als ze een belangrijke toespraak moeten houden. En jouw klasgenootjes kennen dat gevoel ook van hun eigen spreekbeurt!


HOE HAAL JE MEER MELK UIT JE EIGEN RUWVOER? AUTEUR Gert Anker Accountmanager meststoffen & ruwvoerteelt ganker@deheus.com

Een hogere voederwaarde van de graskuil werkt aan twee kanten positief: meer melk vanwege de VEM-dichtheid en een hogere opname van drogestof per koe. Dit zorgt al snel voor twee tot vier kilogram meer melk uit ruwvoer per koe per dag. Gelukkig is de kwaliteit van het kuilgras goed dit jaar, al is de hoeveelheid vanwege de droogte beperkt.


D

Eiwit van eigen grond

AGRA-MATIC MINERAAL:

e komende jaren krijgen rundveehouders er een uitdaging bij, namelijk 65% van het benodigde eiwit van eigen grond halen. Ruwvoermanagement en bemesting zijn dan van wezenlijk belang voor de kwaliteit van het eiwit. De verhouding SDVE - SOEB heeft daarbij nadrukkelijk invloed op een efficiënte omzetting van ruw eiwit naar melkeiwit en de hoogte van het ureumgehalte in de melk. Voor de benutting van het ruwe eiwit is het ook van belang om voldoende suikers te hebben als voeding voor de pensbacteriën. Daarbij helpt het om de eerst snede wat droger in te kuilen. Dit zou richting de 45% drogestof mogen.

Agra-matic Mineraal kan u helpen bij het opstellen van een bemestingsplan dat helemaal is afgestemd op uw situatie. Daarnaast kunnen ze ondersteuning bieden bij bij het beoordelen van uw grasmat, of bodem en het interpreteren van bodemanalyses, zodat u uw bemesting kunt optimaliseren.

Ruwvoerdagen De Heus gaat het komend jaar weer zes ruwvoerdagen organiseren. Er zullen dan wederom een aantal bemestingsobjecten te zien zijn. Diverse soorten uit ons GrasPlus-assortiment worden dan vergeleken met betrekking tot opbrengst en (eiwit)kwaliteit. Ook worden diverse vloeibare meststoffen beoordeeld en is er extra aandacht voor drijfmestaanwending en het effect van producten die de benutting en kwaliteit van de drijfmest beïnvloeden. Ook onze partner Barenbrug zal met hun specialisten aanwezig zijn en nieuwe ontwikkelingen van grassen, klavers en kruiden presenteren. Er wordt onder andere

aandacht besteed aan de toepassingen van Bonsilage en aan verdichting. Daarmee wordt namelijk een snelle conservering en broeiremming gerealiseerd om de kwaliteit van de graskuil goed te houden.

Kringloopcijfers Met de Kringloopcijfers die onze collega’s van Agra-Matic op een groot aantal bedrijven verzameld hebben, zijn resultaten zichtbaar van het ruwvoermanagement. Een goed resultaat biedt mogelijk in de toekomst ruimte om meer drijfmest op het eigen bedrijf te plaatsen. Door nadrukkelijker bezig te zijn met bodem, bemesting en teelt geeft u de specialisten van De Heus en Agra-Matic meer handvatten om u als melkveehouder aan een beter resultaat te helpen.

Planning meststoffen 2019 De maanden januari en februari zijn bij uitstek geschikt om met bodem- en

kuilanalyses een plan te maken voor een goede start van het groeiseizoen. Voor een goede eerste snede is 120 tot 130 kilogram stikstof nodig. Met 30 kuub, liefst verdunde, drijfmest wordt 40 tot 50 kilogram werkzame stikstof verstrekt. De gewenste aanvulling kunt u met GrasPlus-meststof medio maart verstrekken. Als u het helemaal goed wilt doen, dan spreidt u het door begin maart een deel te verstrekken en dat begin april nogmaals te doen. Bespreek het een en ander met uw adviseur om tot het beste resultaat te komen voor uw bedrijfssituatie.

Vroegkoopkorting Zoals gebruikelijk ontvangt u van ons een aantrekkelijke korting op meststoffen. Om de korting te verkrijgen moet de bestelling uiterlijk week acht bij ons binnen zijn. De specialisten van De Heus en Agra-Matic wensen u alvast een vruchtbaar 2019.

29


Achter de schermen bij De Heus

Wij houden ontwikkelingen van over de hele wereld in de gaten

Paul Spoelder

INKOPER VAN GRANEN BIJ DE HEUS


Als inkoper van grondstoffen staat Paul Spoelder (43) aan de basis van de producten van De Heus. Om op het juiste moment de juiste beslissingen te kunnen nemen, moet hij de markt van haver tot gort kennen. Juist de complexiteit van die markt zorgt ervoor dat hij zijn werk zo leuk vindt.

Z

Kennis is alles ijn functie is inkoper, maar inkopen doet hij eigenlijk niet zo vaak. Al zijn werkzaamheden zijn erop gericht om kennis te vergaren. Alle berichten, rapporten en gesprekken die hem aanwijzingen kunnen geven over marktbewegingen neem hij tot zich, zodat hij op het juiste moment kan toeslaan. De beste partij voor de beste prijs.

Dynamische wereldeconomie De Heus koopt haar grondstoffen bijna altijd via handelaren en producenten in Europa. Toch is het voor Paul belangrijk om ontwikkelingen van over de hele wereld in de gaten te houden. De buitenlandse vestigingen van De Heus zijn daarbij erg waardevol. “Door vraag en aanbod is er van nature een wereldwijde flow van grondstoffen.” Door handelsoorlogen, heffingen, weersinvloeden en vele andere factoren worden die stromen verstoord. “Ik vind het prachtig om al die ontwikkelingen in kaart te brengen, zodat we toch de beste deal kunnen sluiten.”

Risico’s De afdeling inkoop doet het goed bij De Heus. Volgens Paul zit ‘m dat niet alleen in de mensen die hun vak verstaan, maar ook in de organisatievorm van De Heus. In tegenstelling tot andere mengvoerle-

veranciers is De Heus een familiebedrijf. Ondernemerschap zit in de genen van het bedrijf. Dat betekent dat het management bereid is om risico’s te nemen. En die bereidheid is anders dan bij andere bedrijven, omdat daar aandeelhouders bepaalde eisen stellen. “Grotere risico’s nemen kan natuurlijk slecht uitpakken, maar met de juiste aanpak kan het ook grote voordelen opleveren. En daar profiteren onze klanten van”, aldus Paul.

“Iets kan goedkoop lijken, maar in werkelijkheid rotzooi zijn waar je niets mee kunt.” Daarnaast noemt hij ook leverbetrouwbaarheid. “Krijg je precies waar je om vraagt en wanneer je erom vraagt?” Het lijken misschien vragen die voor de hand liggen, maar voor De Heus zijn die vragen elke dag weer van grote waarde.

Veehouderij In Dronten heeft Paul aan de HAS de opleiding veehouderij gedaan. Maar tijdens het laatste jaar van zijn studie kwam hij er echter achter dat de wereld van de toeleveranciers hem meer aansprak. Vooral het dynamische karakter sprak tot de verbeelding. Wat dat betreft zit hij nu op de goede plek, want tijdens het interview gaat continu de telefoon. Aan de andere kant van de lijn wordt druk gesproken, maar Paul blijft er rustig onder en geeft met weinig woorden zijn instructies door.

De inkooptip van Paul Als inkoper voor De Heus is het moeilijk om individuele veehouders advies te geven. Toch heeft Paul wel een tip. “Laat je keus niet alleen maar afhangen van de prijs. Er zijn meer zaken die belangrijk zijn.” Hij noemt daarbij uiteraard de kwaliteit.

31


De Heus stelt expertise beschikbaar

UNIEKE SAMENWERKING MET ZELF MENGENDE LEGPLUIMVEEHOUDERS Een deel van de legpluimveehouders in Nederland en België legt zich toe op het zelf inkopen en mengen van grondstoffen. De Heus staat positief tegenover die ontwikkeling. Ze stelt haar kennis en ervaring ter beschikking. “We gaan een unieke samenwerking aan met als doel het technische en financiële rendement van deze pluimveehouders te verhogen’, zegt productmanager Marleen van Hoof.”

32



L

egpluimveehouders die eigen grondstoffen inkopen en verwerken hebben hiermee een extra bedrijfsonderdeel erbij, dat aandacht, maar ook kennis vraagt. “We merken dat deze pluimveehouders behoefte hebben aan een sparringpartner die met hen meedenkt”, zegt Van Hoof. “Dan gaat het verder dan nutritionele of vaktechnische kennis. Zij hebben ook belang bij kennis van de grondstoffenmarkt, zoals prijsont­ wikkeling of voederwaardewaardering. Wij stellen onze kennis en faciliteiten beschikbaar om met deze pluimvee­houders optimaal samen te werken.” De Heus beschikt over veel expertise op het gebied van de voeding van legpluimvee. Ze voert onderzoek uit en staat ook met twee benen in de praktijk. Als enige mengvoederproducent produceert De Heus, naast kernvoeders en complete mengvoeders, ook concentraten. Verder heeft De Heus een wereldwijd netwerk voor het verzamelen van kennis en informatie over grondstoffen, zoals prijzen en voorraden.

34

Marleen van Hoof

Nutritionist aan tafel

Beslissingen over inkoop

De zelf mengende legpluimveehouder kan een beroep doen op de brede kennis en ervaring van De Heus. Op verzoek van de pluimveehouder komt behalve de specialist, ook de nutritionist op het bedrijf, deze kijkt mee in de stal en is het aanspreekpunt voor grondstoffen en rantsoenen. “Op deze manier stellen wij onze kennis beschikbaar voor pluimveehouders die zelf voer mengen,” zegt Van Hoof. Ongeveer 15 procent van de leghennen in Nederland en België krijgt zelfgemengd voer. Dit voer bestaat gemiddeld voor 65 procent uit zelf ingekochte grondstoffen, voornamelijk mais, tarwe en kalksteentjes. Een klein aantal zelf mengende legpluimveehouders koopt 95 procent of meer van de grondstoffen zelf in en voegt daar alleen nog concentraat aan toe.

Pluimveehouders die zelf mengen moeten goed thuis zijn in de grondstoffenmarkt. Om tot een zo gunstig mogelijk rantsoen te komen nemen zij in elke fase van het proces beslissingen. Zij bepalen de inkoop van grondstoffen, van wie en tegen welke prijs. Ook moeten ze de kwaliteit op waarde kunnen schatten. Het streven is de kostprijs zo laag mogelijk te houden door zo gunstig mogelijk te kopen. Er zijn echter ook risico’s. De prijs kan hoger zijn dan gedacht of de voederwaarde ongunstiger. Van Hoof: “Wij geven persoonlijk advies. Dit doen wij door het bedrijf te bezoeken en rantsoenen te berekenen. Daarnaast organiseren we volgend jaar een masterclass om deze pluimveehouders van kennis te voorzien, zodat zij nog succesvoller zijn in het inkopen en toepassen van grond-


MASTERCLASS ZELF MENGEN Als u belangstelling hebt voor een gesprek met de productmanager of wilt deelnemen aan de masterclass dan kunt u dit melden bij uw specialist.

grondstoffen en veevoeders. Van Hoof: “In de masterclass besteden we aandacht aan de verschillende certificeringen en borgingen. Echter, in de praktijk blijkt dat zelf mengende pluimveehouders hiervan relatief goed op de hoogte zijn. Daarnaast zien we regelmatig dat pluimveehouders neigen naar gebruik van een vast patroon van grondstoffen. Het is goed om eens te kijken naar voerprijzen op basis van de inkoopprijzen van de verschillende grondstoffen en marktwerkingen. Daar valt vaak veel mee te verdienen.”

stoffen.” In deze masterclass stelt De Heus de brede kennis beschikbaar die ze heeft over grondstoffen en het toepassen van voeders. De Heus wil niet alleen een voerleverancier zijn, maar vooral de partner van legpluimveehouders op alle aspecten van de diervoeding.

Risicobeheersing Een belangrijk onderdeel van de masterclass is risicobeheersing. Er komen veel vraagstukken aan bod zoals wanneer je voer koopt: direct of op termijn. Hoe ga je om met voederwaarde: laat je grondstoffen onderzoeken of het samengestelde voer? Voor het onderzoeken van grondstoffen of voeders kunnen pluimveehouders terecht bij het laboratorium van De Heus in Veghel. Dit is een modern laboratorium dat gespecialiseerd is in onderzoek van



AUTEUR Merlijn Kense Dierenarts pluimvee mkense@deheus.com

WERKEN AAN EEN GEZOND IMAGO VAN DE SECTOR Wat kun je zelf doen tegen besmettelijke pluimveeziekten?

Dit jaar is de pluimveehouderij in Nederland en in de landen om ons heen weer een aantal keer geconfronteerd met uitbraken van verschillende dierziekten. Deze ziekten kunnen bedrijven en de sector flinke schade berokkenen. Niet alleen financieel en emotioneel, maar ook wat betreft imago. Veel dingen hebben we niet in de hand, maar we kunnen wel iets doen om uitbraken zoveel mogelijk te voorkomen.

G

Pseudovogelpest NCD elukkig is de uitbraak van NewCastle Disease (NCD), ofwel pseudovogelpest, in België niet de grens overgekomen. Toch zijn er in België 20 gevallen geconstateerd. Drie bij commercieel gehouden pluimvee en bij hobbymatig gehouden pluimvee 17. Deze uitbraken in België hebben in Nederland echter wel geleid tot een aangescherpt vaccinatieadvies voor vleeskui-

kens, opfok leg en opfok vleeskuikenouderdieren. Begin september zijn in België, na het laatste geval van 31 juli, de aanvullende maatregelen ten gevolge van de NCDbesmetting komen te vervallen. Hiermee zijn ook de aangescherpte vaccinatiead­ viezen in Nederland komen te vervallen.

Vogelpest (AI) Ook Aviaire Influenza (AI), ofwel vogelpest, ligt nog steeds op de loer. Naast de uitbra-

ken van hoog pathogene AI eind vorig jaar, is er dit jaar in West-Europa op meerdere locaties hoog pathogene AI gevonden bij wilde vogels. In Oost-Europa en Rusland waart het virus nog steeds rond. En met het trekseizoen van wilde vogels in volle gang liggen nieuwe uitbraken weer op de loer.

ILT Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT) is een andere ziekte die eind vorig jaar en dit jaar weer meer gezien werd. De ziekte werd gevonden bij vleeskuikens, (opfok) legdieren, vleesvermeerdering en hobbypluimvee. Deze ziekte heeft gelukkig geen gevolgen voor de export maar kan wel aanzienlijk schade geven.

Wat kunnen we doen? De genoemde gevallen geven helaas aan dat het een illusie is dat we dierziektenuitbraken in de commerciële pluimveehouderij helemaal kunnen voorkomen. Maar door onze verantwoordelijkheid te nemen en zorgvuldig om te gaan met vaccinaties biosecurity, kunnen we het ontstaan en de verspreiding zo veel mogelijk tegengaan. Zo voorkomen goed uitgevoerde vaccinaties het aanslaan van ziekten. Als er ondanks alle maatregelen toch uitbraken zijn, dan is het zaak om deze op tijd te identificeren. Door vroegtijdig elkaar op de hoogte te stellen, kunnen we als sector in een vroeg stadium aanvullende maatregelen nemen. Hierdoor kunnen we het aantal uitbraken en de schade die gepaard gaat met deze uitbraken, voor de sector tot een minimum beperken. Dit is voor de hele Nederlandse veehouderij van groot belang. Niet alleen voor onze eigen financiële positie en onze exportpositie, maar ook voor het imago van de sector.

37


Hoe fok je een kalf in 12 weken op naar 110 kilo?

NIEUW OPFOKPROGRAMMA KALFGARANT Begin oktober introduceerde De Heus, in unieke samenwerking met Alpuro Breeding, KalfGarant. Een concept dat Simple, Safe en Secure als kenmerken heeft. Simple: keuze uit drie melkpoeders en een broksoort; Safe: in melkpoeder, zorg rondom het kalf en van 37 kilogram melk per aanwezige koe. in de brokkeuze; Secure: in opfok Op het melkveebedrijf worden de droge met een gewicht van 110 kilo op 12 koeien gevoerd volgens het Premium weken leeftijd. Transitie-concept.

M

Extra begeleiding et het KalfGarant-concept kiest u voor extra begeleiding vanuit Alpuro Breeding. Kalveren kunnen worden gemeten, er is extra advies rondom ventilatie en huisvesting en er wordt gewerkt met een flexibel schema dat aan te passen is aan de stalsituatie, het dier en de ondernemer.

Veehouder Koepon

AUTEUR Edwin van Werven Verkoopleider rundvee ewerven@deheus.com

38

Op het bedrijf van Koepon in Garnwerd wordt sinds deze zomer gevoerd volgens het KalfGarant-concept. Op het melkveebedrijf in Garnwerd staan 365 melk- en kalfkoeien. Het rollend jaargemiddelde ligt tegen de 12.000 kilogram met een gemiddelde dagproductie over het laatste jaar

Jonge kalveren Er is op het bedrijf veel aandacht voor de jongste kalveren. Biestmanagement is het afgelopen jaar herzien en de vaarskalveren worden alleen gevoerd met de beste biest. Stiertjes moeten het doen met kunstbiest vanwege IBR-vrije opfok. De jonge dieren liggen in eenlingboxjes in mooie afgezonderde kalverafdelingen met maximaal acht dieren in een afdeling. Op deze manier kunnen afdelingen altijd volledig schoongemaakt en ontsmet worden voordat de volgende dieren er gehuisvest worden. Zo wordt geprobeerd de ziektedruk laag te houden. Dieren krijgen onbeperkt biest op dag een tot en met drie. Het is namelijk gebleken dat dieren die ook de tweede en de derde dag biest krijgen, een beter verteringsapparaat ontwikkelen.



De melkpoeder die vervolgens gevoerd wordt is de Fok Top, een rijke poeder met 100% zuivelgrondstoffen. Volgens de medewerkers van Koepon drinken de dieren de melk graag en zijn er weinig problemen in de eerste fase.

Verhuizen op drie weken Op drie weken leeftijd verhuizen de dieren naar een nabijgelegen opfokbedrijf van Koepon. Hier worden ze gehuisvest in iglo’s, al wordt op dit moment ook buitenhuisvesting van Alpuro Breeding getest. Wat opvalt is dat de overgang van het ene naar het andere bedrijf wel eens lastig is. Dieren gaan vanuit een beschermd klimaat naar buiten en dit levert soms dunne mest op. Er wordt geprobeerd dit protocolmatig op te lossen. Overgangen geven stress en met name het temperatuurverschil speelt hierin mee. Ook de stiertjes worden in de iglo’s gehuisvest. Deze dieren, met kunstbiest opgefokt, zorgen voor extra ziektedruk op deze leeftijd. De dieren worden tot na het spenen in de iglo’s gehuisvest. In deze periode wordt er dan nog melk verstrekt via een melktaxi en krijgen ze water en de KalfGarantbrok. Opvallend is de groei in combinatie met de schone hokken. De vertering blijft heel mooi, ook zonder de extra ruwvoerverstrekking.

Knallen Na het spenen gaan de dieren naar binnen, in ruime strohokken, om daar op een menu van onbeperkt KalfGarant en gehamerd stro door te groeien tot vijf maanden, waarna de dieren naar het ander bedrijf gaan en op ligboxen komen. De groep binnen ziet er goed uit, al is er coccidiose­druk. Tot medio oktober was hier geen spoor van, maar op dit moment worden er kalveren behandeld. Het blijft een kwestie van weerstand en infectiedruk. Met KalfGarant proberen we bescherming te bieden tegen coccidiose door Eimericox toe te voegen. Maar de parasiet blijft lastig te bestrijden. Na behandeling zien we de dieren gelukkig goed terugkomen en de groei zit er op het moment van schrijven weer goed in. De

40

dierenarts van Koepon is erg te spreken over het herstel van de kalveren na de coccidiose uitbraak.

Stagiaires De Heus heeft tot nu toe twee stagiaires op het bedrijf van Koepon gehad dit jaar. Jurrien Hummel is het eerste halfjaar bezig geweest met de optimalisatie van de jongvee opfok op het bedrijf. Hij heeft onder andere het biestmanagement in kaart gebracht en dit samen met de medewerkers van Koepon sterk verbeterd. Jurrien heeft inmiddels een baan bij De Heus als rundveespecialist in team Noord-Oost. Op dit moment loopt Marrytha Reijne stage en haar opdracht kwam voort uit de eerdere opdracht van Jurrien. Marrytha weegt alle dieren wekelijks en brengt de groei en de opname van voeders in kaart.

Resultaten Vanuit De Heus is Aukje Geurtsen en vanuit Alpuro Breeding is Herbert Bouwers nauw betrokken bij Koepon. Samen doen zij een stukje monitoring en begeleiding. De wegingen van de stagiaires helpen hierbij de richting te bepalen, of soms wat bij te stellen.


column

Twee weten meer dan één Volgens Schumpeter (1939) is innovatie de enige bron van economische groei. Technologische innovatie is er daar een van. Tegenwoordig krijg je met een blik op je smartphone inzicht in ondere andere voer- en wateropname, temperatuur en diergewichten. Op zich allemaal niet meer zo opzienbarend, maar deze digitale technieken, cloud, early warning en kunstmatige intelligentie maken wel dat je meer, sneller en efficiënter aan kunt sturen. Maar wat zijn de financiële consequenties? Meerdere stallen kunnen uitgroeien tot meerdere bedrijven, maar ook minder mensen en minder bedrijfsbezoeken. Het systeem waarschuwt je vroegtijdig bij afwijkend gedrag in bijvoorbeeld voeropname en regelt het klimaat niet alleen op temperatuur en luchtvochtigheid, maar ook op de beweging van de dieren door de stal. Je specialist of accountmanager kan meekijken via de cloud, zodat hem een douchebeurt bespaart blijft. En alleen als het noodzakelijk is, vindt er een stalbezoek plaats. Je maakt foto’s van zieke dieren en de database geeft aan hoe u dit het beste kunt behandelen. Data van meerdere ronden, stallen, bedrijven en ondernemers worden gekoppeld en een kunstmatig intellegent systeem is je bedrijfsleider. De toekomst is dichterbij dan je denkt. Is het al zinvol om in zulke innovaties te investeren? Past het bij je bedrijf? Levert het ook wat op? Wat kun je ermee? Misschien loop je tegen zulke vragen aan voor je bedrijf. Ik denk dan graag met je mee, want twee weten meer dan één! Harold Veugen Accountmanager legpluimvee hveugen@deheus.com


Wat wil je straks doen?

STOPPEN MET JE LEGPLUIMVEEBEDRIJF OF OVERDRAGEN? sverband mogelijke oplossing Samenwerking

In de pluimveesector was het altijd heel normaal dat kinderen het bedrijf van hun ouders overnamen. Maar jongeren hebben tegenwoordig veel meer keus. Het is dus niet vanzelfsprekend dat zij het bedrijf overnemen. Een samenwerkingsverband aangaan met een andere partij kan een oplossing zijn.

E

Ingrijpende beslissing

Overdragen

lke onderneming gaat in haar bestaan door een aantal fases (zie figuur 1). Hoe lang de fases duren verschilt per bedrijf, maar er komt altijd een moment dat de eigenaren moeten beslissen of ze het bedrijf willen overdragen of dat ze het bedrijf beĂŤindinen. Dat zijn ingrijpende beslissingen waarbij ondernemers vaak hulp kunnen gebruiken.

Wanneer je zelf wilt stoppen met werken, maar de kinderen willen het niet overnemen, dan kan een bedrijfsbeĂŤindiging best pijnlijk zijn. Het is vaak veel prettiger wanneer iemand anders het opgebouwde bedrijf voortzet. Gelukkig zijn er diverse manieren om dit te realiseren. Er zijn ruwweg vier mogelijkheden. Deze komen voor in allerlei variaties en kunnen ook naast elkaar worden toegepast:

figuur 1: Fases onderneming Voortzetting

Verhuur van het bedrijf Een samenwerkingsverband Verkoop bedrijf

AUTEUR Harald van Veugen Accountmanager legpluimvee hveugen@deheus.com

42

Verkoop van de productierechten

Start

Snelle groei

Volwassenheid

Krimp

Stoppen


Een samenwerkingsverband

Bedrijfsopvolgingsregling

Wanneer partijen in het kader van een bedrijfsoverdracht een samenwerkingsverband aangaan, dan heeft dat vaak voordelen voor zowel koper als verkoper. Enkele van deze voordelen zijn:

Om gebruik te mogen maken van het fiscaal doorschuiven en/of de BOR moet het samenwerkingsverband minimaal drie jaar hebben bestaan. Medewerkers en kinderen mogen ook als ze minder dan drie jaar op de loonlijst hebben gestaan, gebruik maken van deze regeling.

De verkoper kan nog enkele jaren een inkomen genieten uit het bedrijf terwijl de koper alvast vermogen op kan bouwen. Aan het einde van een samenwerking kan het bedrijf fiscaal worden doorgeschoven. Dit levert een belastingvoordeel op voor zowel koper als verkoper. Bij het beĂŤindigen van een samenwerking in de vorm van een maatschap, vof of commanditaire vennootschap, mag je gebruik maken van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Dit geeft met name voor de koper een voordeel.

Wilt u eens met mij sparren? Speelt u met de gedachte om een bedrijf over te dragen of over te nemen? Neem dan gerust contact met mij op. Ik sta voor u klaar om met u van gedachten te wisselen en te sparren. De uiteindelijke uitvoering ligt uiteraard bij uw accountant en fiscalist.

STAPPENPLAN BIJ HET AANGAAN VAN EEN SAMENWERKINGSVERBAND: 1

Zet op een rij welke samenwerking je in het verleden al hebt gehad en wat hierin goed of minder goed verliep;

2

Breng de gezamenlijke voordelen en verdeling ervan in kaart;

3

Bepaal de toekomstvisie van beide partijen en kijk of een samenwerking en welke samenwerking daarin past;

4

Breng de samenwerking in beeld op basis van een toekomstige balans en winst- en verliesrekening;

5

Stel een conceptovereenkomst op en schenk daarbij ook aandacht aan hoe jullie uit elkaar gaan;

6

Leg het een en ander vast bij de Kamer van koophandel, de Rijksdienst voor ondernemend Nederland en de belastingdienst;

7

Zorg voor extra ondersteuning en evalueer op gezette tijden.


HOEVEEL FOSFAATRECHTEN HEB JE VOOR 2019 NODIG? AUTEUR Bart van Ree Specialist bree@agra-matic.nl

44

Door het fosfaatrechtenstelsel en een lager fosforniveau in mengvoer zit de agrarische sector al een aantal jaar onder het fosfaatplafond. Of dat in 2018 ook zo is moet nog blijken, maar willen we met zijn allen ook in 2019 onder het maximum blijven, dan is het in ieder geval verstandig om alvast na te denken over de fosfaatrechten voor 2019.


W

Hoeveel vee?

Waar kun je op letten?

anneer de beschikking fosfaatrechten op de mat valt kun je berekenen hoeveel vee je mag houden dat jaar. Toch valt dat niet overal mee. Niet bij bedrijven die willen uitbreiden en ook niet bij de bedrijven die 8,3% gekort werden op hun fosfaatrechten omdat ze niet grondgebonden waren op 2 juli 2015.

Om een juist beeld te krijgen van de fosfaatproductie van het melkvee kun je op het volgende letten: at is de gemiddelde melkproductie W per koe. Een hoge productie heeft meer fosfaat nodig en een lage melkproductie minder fosfaat. oud rekening met de droogstand, H omdat koeien in deze periode geen melk geven. Het uitscharen van droge koeien betekent dat de gemiddelde melkproductie van de overige melkkoeien stijgt (zie bovenstaande punt).

Grondgebonden? Voor de fosfaatrechten is het vervolgens belangrijk of het bedrijf grondgebonden is. Maar wat houdt dat precies in? Grondgebonden betekent dat de volledige fosfaatproductie van melkvee in 2015 (diercode 100, 101, 102) op de grond geplaatst kon worden die was ingetekend bij de gecombineerde opgave van 2015. Dat is dus niet hetzelfde als de Grondgebonden Groei Melkveehouderij.

Hoeveel jongvee heeft u jaarlijks nodig? Kan het met (nog) minder? Zo ja, dan kunt u er wellicht een koe extra door melken. De 10% afroming bij handel en lease blijft van kracht, behalve binnen familie tot en met de derde graad.

Blik kort terug, maar plan uw route ver vooruit Om goed uit te komen met de fosfaatrechten is het belangrijk om te kijken hoe u het afgelopen jaar uit bent gekomen, maar ook om te kijken wat uw doel wordt voor 2019. Bekijk hoeveel vee u het komend jaar wilt gaan houden en hoeveel extra fosfaatrechten u dan nodig heeft. Plan hoe u deze rechten wilt verwerven, zodat u weet waar u aan toe bent, zodat u in 2019 niet voor verassingen komt te staan. Voor vragen kunt u bij uw Agra-Matic Mineraal specialist terecht.

45


Investering in duurzame varkenshouderij

ONDERZOEKSCENTRUM TOONT VERTROUWEN IN DE TOEKOMST De Heus realiseert in de loop van 2019 een geheel nieuw centrum voor praktijkonderzoek varkensvoeding: De Elsenpas. Op het onderzoekscentrum wordt voedingsonderzoek gedaan dat voor een groot deel gericht is op de dagelijkse praktijkomstandigheden op het varkensbedrijf. De Heus laat met deze investering zien dat ze vertrouwen heeft in de toekomst van de varkenssector in Nederland.

D

Overheid trekt zich terug

AUTEUR Henk van Kuyk Sectorhoofd varkens hkuyk@deheus.com

AUTEUR Johan Zonderland Teamleider conceptontwikkeling & onderzoek varkens jzonderland@deheus.com

46

e Nederlandse varkenssector is mede groot geworden door de goede onderzoeksfaciliteiten die in het verleden voorhanden waren. De overheid speelde daarin een belangrijke rol. De laatste jaren trekt de overheid zich echter steeds meer terug. Zo zijn de productschappen opgeheven en wordt het Varkens Innovatie Centrum (VIC) eind van dit jaar gesloten. Er komt nu via de Producenten­organisatie Varkenshouderij (POV) weliswaar geld voor onderzoek vrij, maar minder in vergelijking met de vroegere onderzoeksinvesteringen van de productschappen.

Duurzame varkenssector In het nieuwe landbouwbeleid, dat uitgaat van de

kringloopgedachte, is het varken een onmis­­­­­­bare schakel. Degelijk onderzoek en de daaruit voortvloeiende innovaties zijn voorwaarden voor een gezonde en duurzame varkenshouderij. De Heus wil met het nieuwe onderzoekscentrum De Elsenpas haar positie in de varkenssector verstevigen en daarmee tevens bijdragen aan de wereldwijde voortrekkersrol van de Nederlandse varkenssector.

Markt ondersteunend onderzoek Het onderzoek richt zich met name op vraagstukken die een bijdrage leveren aan het verbeteren van het rendement bij de klanten van De Heus. Dat wordt gerealiseerd door het ontwikkelen van bijvoorbeeld voedingsconcepten die de kostprijs verlagen, de voederconversie verbeteren en de


V.l.n.r.: Wilfried Goldewijk, Kees Janssen, Martin Rijnen, Johan Zonderland

groei verhogen. Daarnaast wordt er onder­zoek gedaan naar concepten die gericht zijn op het verbeteren van de gezondheid van de varkens, de vitaliteit van de geboren biggen, de biest- en melkproductie van de zeugen en naar concepten van retailers die gericht zijn op een duurzamere productie.

Markttrends Het onderzoek zal zich in belangrijke mate ook richten op zaken die te maken hebben met markttrends of wettelijke regelgeving. Denk hierbij aan de verlaging van de koper- en zinkgehaltes, maar ook aan het produceren van varkens zonder antibiotica of varkens met lange staarten.

Toekomst Voor een deel van het onderzoek kijken we wat verder vooruit. Zo gaan we bijvoorbeeld onderzoek doen naar de individuele voedingsbehoefte van de dieren, zodat de productie efficiĂŤnter en de milieubelasting minder wordt. Ook smart farming wordt steeds belangrijker. Het toenemend aantal slimme sensoren in de stal en de complexer wordende datastromen vragen om praktijkgerichte oplossingen. Op het onderzoekscentrum gaan we daar zorgvuldig naar kijken.

Voedingsproeven Om al deze uitdagingen het hoofd te bieden is veel onderzoek nodig.

Op De Elsenpas zijn we in staat om snel en veel voedingsproeven te doen. Zo kunnen we nieuwe ingrediĂŤnten, vitamines, mineralen, aminozuren, grondstoffen en recepturen testen en op waarde met elkaar vergelijken. En omdat het onderzoek onder praktijkomstandigheden plaatsvindt, kunnen de positieve resultaten uit de proeven snel ingepast worden in het voerassortiment en de voedingsadviezen van De Heus. Al met al zullen de onderzoeksresultaten van De Elsenpas niet alleen van grote waarde zijn voor de individuele Nederlandse varkenshouders, maar zullen ze ook bijdragen aan het verstevigen van de concurrentiepositie van de hele Nederlandse varkenssector.

47



Droge bodem zorgt voor gezonde leghennen

HOE HOU JE EEN OPTIMALE STROOISELKWALITEIT IN DE WINTER? In de winterperiode is de kwaliteit van strooisel altijd een aandachtspunt in leghennenstallen. De lage temperaturen en de hoge luchtvochtigheid leveren extra problemen op. Toch is het belangrijk de strooiselkwaliteit goed in de gaten te houden. Het zorgt er namelijk voor dat de dieren zich natuurlijk kunnen gedragen en gezond blijven.

N

Voorkom nat strooisel at strooisel veroorzaakt verschillende soorten problemen zoals voetzoollaesies, hogere kans op wormen en schadelijke bacteriĂŤn. Ook kunnen de dieren minder goed hun natuurlijke gedrag vertonen, waardoor ze eerder geneigd zijn om op elkaar te gaan pikken. De strooiselkwaliteit is sterk afhankelijk van factoren als darmgezondheid en waterverbruik. Daarnaast heeft ventilatie een grote invloed op de hoeveelheid vocht die uit het strooisel kan worden afgevoerd.

Voeding AUTEUR Jan van den Brink Internationaal specialist pluimvee janbrink@deheus.com

Met betrekking tot de kwaliteit van voer en water zijn er stoffen die kunnen leiden tot een slechtere vertering of een verhoogde wateropname. Beide kunnen leiden tot nattere mest. Een te hoog niveau aan mineralen (calcium, natrium en kalium) of te veel

49


te krijgen van de kwaliteit van het strooisel. Afhankelijk van de meting kan er dan meer of minder geventileerd worden.

Dikte van de strooisellaag Het is verstandig om ook de dikte van de strooisellaag in de gaten te houden. Te veel strooisel kan meer grondeieren veroorzaken, maar met te weinig strooisel wordt de kans op nat strooisel vergroot. Er wordt dan namelijk minder vocht opgenomen door het strooisel. Dit geldt vooral in de winter wanneer de luchtvochtigheid buiten erg hoog is. U kunt daarom overwegen om gebruik te maken van een automatisch strooiselverwijderaar om de dikte van de strooisellaag optimaal te houden.

Drinknippels eiwit of energie kan ook leiden tot een te hoge wateropname en nattere mest. Daarnaast kunnen ziektes tot een verstoring van de darmwerking en/of een verminderde werking van de nieren leiden en dus nattere mest veroorzaken.

Factoren in de stal Natte plekken of vochtig strooisel kan verschillende oorzaken hebben. De ventilatie heeft een grote invloed op de vochtigheid in de stal. Als de luchtvochtigheid buiten erg hoog is, is het erg lastig om voldoende vocht af te voeren uit de stal. Bij lage buitentemperaturen en hoge luchtvochtigheid is het daarom belangrijk om de temperatuur in de stal op te schroeven zodat de lucht meer vocht kan opnemen.

Dode hoeken Ook dode hoeken en condensvorming kunnen problemen veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er zo min mogelijk dode

50

hoeken in de stal zitten. Hiervoor moet je de openingen van de luchtinlaatventielen op minimaal vier centimeter staan en de

Als laatste belangrijke factor moet ook de drinklijn genoemd worden. Een goede afstelling van de druk in de waterlijnen kan voorkomen dat er grote hoeveelheden water vermorst worden. Dit kan maar zo

Warme lucht in de stal kan meer vocht opnemen openingen goed verdeeld zijn over de lengte van de stal. Let hier vooral op in het voorjaar en in de herfst, omdat er in deze periode grote verschillen zijn tussen dagen nachttemperaturen. Het meten van de relatieve vochtigheid helpt om een indicatie

10% verschil opleveren. Meet de doorstroming van de nippels om er zeker van te zijn dat ze de juiste hoeveelheid afgeven. Zeker niet teveel maar ook zeker niet te weinig. Vraag de specialist van De Heus om u hierbij te helpen.


CHAUFFEURS

GEZOCHT!

brokjes

De Heus heeft recentelijk weer nieuwe vrachtwagens in bedrijf genomen. Uiteraard voldoen deze aan de strengste milieu-eisen (Euro 6). We zijn nog steeds op zoek naar goede chauffeurs om onze vrachtauto’s te besturen. Heb je interesse? Kijk snel op www.de-heus.nl/chauffeurs.

DE HEUS KIDZZ

Al enkele tienduizenden kinderen zijn op www.deheuskidzz.nl geweest. Ze zijn er allerlei leuke dingen te weten gekomen over onze koeien en varkens. Binnenkort is er ook van alles te lezen over kippen. Kijk ook maar eens op pagina 26 en 27 van deze Vooruit! Veel plezier!

FABRIEK IN INDONESIË Indonesië is een van de grootste consumptiemarkten in Zuidoost-Azië. De omvang van de diervoermarkt zal de komende jaren groeien tot wel 22 miljoen ton. De Heus heeft recent een voerfabriek in Indonesië overgenomen. Daar wordt momenteel voornamelijk voer gemaakt voor pluimvee, vis en garnalen. Met de overname van dit bedrijf hoopt De Heus de basis te leggen van een toonaangevende positie op de Indonesische markt.

LAGE BTW-TARIEF NAAR 9% Let op! Het lage BTW-tarief wordt met ingang van 1 januari 2019 verhoogd van 6% naar 9%. Deze verhoging zal invloed hebben op uw voerrekening.

VOORUIT! 04 - 2018 Vooruit! is het relatiemagazine van De Heus

Uitgever De Heus Voeders B.V. Redactieraad Godfried Groenland, Nico Woudenberg, Gerald Top, Joost Belt, Kees Janssen en Jos Amsing

Redactieadres Postbus 396 6710 BJ Ede, telefoon 0318-675 497 e-mail vooruit@de-heus.nl Productie KR communicatie B.V. Dordrecht Druk GVO drukkers & vormgevers B.V. Fotografie Jaap Schuurman, Ingrid Sweers Fotografie, Martine Berendsen Photography, Marcel Berendsen Tekst De Heus Voeders

Vooruit! wordt gedrukt op FSC gecertificeerd houtvrij offset papier.


Voor een voorspelbaar resultaat

En een hoog rendement

Kenmerken premium voeders: • Geschoonde granen • Specifieke vezels • Visolie met Omega-3 • Smakelijk Neem contact op met één van onze specialisten of kijk op WWW.DEHEUSPREMIUM.NL

Premium zeugen- én biggenvoer voor een gezond resultaat WWW.DE-HEUS.NL


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.