Tussen 2010 en 2015 is landelijk het aantal voortijdig schoolverlaters bijna gehalveerd van bijna 46.000 tot ruim 24.000. Uitgedrukt als percentage van het aantal deelnemers in VO en MBO is er landelijk sprake van een daling van 3,52% naar 1,82%, eveneens bijna een halvering – een afname van 1,7 procentpunten.
Uitzondering is Meppel, dat in 2015 plaats 55 in de rangorde innam. Vergelijken we beide groepen gemeenten, dan blijkt dat de minste dalers/sterkste stijgers in 2015 gemiddeld rond plaats 219 in de rangorde van 390 gemeenten zaten, terwijl de sterkste dalers gemiddeld rond plek 163 zaten.
In de top-10 van sterkste dalers vinden we overwegend kleinere gemeenten. Laren en Oisterwijk zagen in 2015 ten opzichte van 2010 een afname van meer dan 4 procentpunten. Noord-Beveland, Leudal en Amsterdam kenden een afname van tussen de 3 en 4 procentpunten. In de top-10 van sterkste dalers zitten vier gemeenten die in 2015 een plaats in de top-100 bezetten: Amsterdam, Lelystad, Brunssum en Zandvoort.
0
Top-10 gemeenten ontwikkeling 2010-2015 Sterkste daling
Rangorde 15
% punten
Sterkste stijging
Rangorde 15
% punten
1
Laren
386
-5,26
Pekela
1
+0,31
2
Oisterwijk
214
-4,57
Hattem
58
+0,11
3
Noord-Beveland
115
-3,39
Tubbergen
378
-0,08
4
Leudal
246
-3,10
Meppel
55
-0,10
5
Amsterdam
6
Lelystad
7 8
4
-3,00
Alphen-Chaam
324
-0,11
17
-2,96
Rozendaal
373
-0,12
Landsmeer
153
-2,90
Menameradiel
225
-0,19
Schiermonnikoog
390
-2,86
Zuidhorn
236
-0,20
9
Zandvoort
63
-2,84
Castricum
206
-0,23
10
Brunssum
37
-2,82
Sint Anthonis
331
-0,26
(2) (115)
-2,2 to -1,1 (223)
De gemeente met de sterkste stijging in het percentage voortijdig schoolverlaters is ook de gemeente die plaats nummer 1 in de rangorde van 2015 inneemt: Pekela. Dit is met Hattem de enige gemeente waar het percentage tussen 2010 en 2015 toenam. In de rest van de top-10 met minste dalers/sterkste stijgers zien we overwegend kleinere gemeenten die in 2015 niet bij de hoogst geklasseerde 200 gemeenten zaten.
Rangorde
to 1,1
-1,1 to 0
52
-3,3 to -2,2
(47)
-5,3 to -3,3
(3)