kennis Tiktakding Ach, die arme componist! Het wás al zo’n frustratie toen hij aan de piano zat en de vlucht van zijn inspiratie met louter noten moest bijhouden! Met moeite greep hij enkele bontgekleurde vogels nog net bij de pootjes, maar al die andere vlogen al kwinkelerend verder en lieten geen spoor na… Wat staat er nu eigenlijk van zijn idee op papier? En hoe wordt dat straks overgebracht? Aan de toonhoogte kunnen de uitvoerenden goddank niets veranderen... Maar snappen ze hóe kort die achtste noot moet? Toch een zestiende noot dan. Of zet ik er dan maar marcato, of nee staccato, bij – maar betekenen die woorden over een paar eeuwen nog wel wat ze nu betekenen? Het blijft piekeren. ‘Allegro’ schrijf je bijvoor beeld boven een stuk. Muzikantentaal voor ‘snel’. Maar eigenlijk betekent het ‘opgewekt’. Wat is snel? Wat is opgewekt? ‘Noteert u dan toch metronoomtijden!’, zeggen musici soms boos. Dat vervelende tiktakding dat de tijd hermetisch in gelijke stukjes deelt. Maar hoe snel je iets moet spelen hangt af van het moment, van de zaal, van de stemming in die zaal, van… En als je goed musiceert
duurt geen enkele maat even lang: het is de metronoom die uit de pas loopt, niet de musicus. Beethoven zei het al: ‘Naar de duivel met al die mechanische apparaten!’ Maar meneer de componist, dat andere technische hulpstukje dan: de geluidsopname? – ‘Dat ga ik mooi niet doen! Van fonograaf tot mp3, knap hoor, maar weet u wie de slechtste opnamen maakte van de muziek van Stravinsky? Stravinsky. Houterig, saai en ongeïnspireerd. Dat klinkt niet. Eerder een momentopname dan een geluidsopname.’
Klemgezet En zo blijft de componist niets anders over dan steeds preciezer te noteren wat hij wil. In een Mahler-maat staat vaak meer tekst en teken dan noot, deze neuroot blééf maar ‘verduidelijken’. Tegenwoordig zijn tempoen sfeeraanduidingen kleine novelles. Steeds meer tekens bedenk je om uit te leggen wat je wil. Een partituur begint met een handleiding om uit te leggen wat die tekentjes uitleggen... Helpt het? We lijken wel weer terug bij die arme Chinees van twintig eeuwen geleden… En hoe meer je erbij zet, hoe meer de persoon die van notatie muziek moet maken, de musicus, zich voelt klemgezet:
dit is geen schrift meer, maar voorschrift en aan musiceren, aan ademend musiceren, komt hij niet meer toe… Je zou er haast vanaf willen, van dat notatie systeem. Gewoon een boze knoedel op papier smijten – {}!!!!@@4%$hrrrww^^ – als het daar gewoon boos moet klinken. De experimentele Amerikaan John Cage ging op zeker moment zoiets doen (z.g. grafische notatie , afb. 4). Zijn partituren lezen als een stripboek. Er staan haast geen noten meer in. Misschien moeten we onze hele westerse drang tot behouden en vastleggen domweg vergeten. Hou toch op met al dat noteren, denken de Hindoes hoofdschuddend als ze onze partituren zien. Het verlamt alleen maar. Het leidt af van wat zij het wezenlijke van muziek vinden: geleide improvisatie. Zijn wij eigenlijk niet ook zo begonnen? •
2. Pagina10uithetmanuscriptvande Tweede Ballade (1853) van Franz Liszt (wordt op 14 maart uitgevoerd door Joseph Moog, zie p. 58).
1. DemelodievanhetgregoriaansegezangVideruntomneswordtmetneumenaangeduid. CodexSangallensis359(ca.925),kloosterbibliotheekvanSanktGallen,Zwitserland.
39
3. DehymneUtqueantlaxiswaarvanelke regel een toon hoger begint.
4. PartituurvanhetPianoconcert(1958)van JohnCage(1912-1992)metpuurgrafische elementen (op 22 maart speelt Ralph van Raat muziek van o.a. John Cage, zie p. 61).