21 minute read

cVVP: Prosumenten verenigen zich om de energievoorziening te verduurzamen - Martijn Leseman en Jasper Kroondijk

Met de ‘community based Virtual Power Plant (cVPP)’ in het Gelderse Loenen wordt lokale afname zoveel mogelijk afgestemd op lokale opwek en kan overtollige productie ingezet worden voor flexibiliteitsdoeleinden. Hierdoor kunnen de bewoners zoveel mogelijk hun eigen elektriciteit gebruiken, de netbelasting verminderen en handelen op de energiemarkten. Deze virtuele centrale is gerealiseerd op initiatief van de bewoners van het dorp.

cVPP Loenen: Prosumenten verenigen zich om de energievoorziening te verduurzamen

DOOR MARTIJN LESEMAN EN JASPER KROONDIJK

We bevinden ons op dit moment midden in een energietransitie. Nog maar zo’n 20 jaar geleden waren we in Nederland afhankelijk van een aantal energie-‘centrales’ voor onze energievoorziening. En er was een duidelijke scheiding tussen producent en consument. Dit is, zeker in de afgelopen jaren, gestaag veranderd naar een stijgend aandeel in ‘decentrale’ energie opwek. Consumenten worden deels ook producenten: prosumenten. De opwek van duurzame energie door huishoudens (prosumenten) en energiecoöperaties is flink in opkomst. Maar terwijl energiecentrales hun productie afstemmen op de actuele vraag naar energie – een must voor ons energiesysteem -, wordt duurzame energie vaak niet opgewekt op de momenten waarop het ook verbruikt wordt.

Om ervoor te zorgen dat dit wel het geval is en om zoveel mogelijk eigen opgewekte energie te gebruiken, hebben sommige prosumenten geïnvesteerd in een slim (vaak domotica-gebaseerd) Energie Management Systeem in hun huis. Daarmee gaat hun elektrische auto laden, en warmtepomp of wasmachine aan als ze op dat moment veel zonne-opwek hebben. Vaak zijn deze systemen gebaseerd op domotica: het automatiseren van processen en handelingen in huis, vaak aangestuurd via een smartphone of een paneel in huis. Een EMS is vooral interessant als de salderings-regeling te zijner tijd afgeschaft wordt. Deze systemen zijn relatief duur en persoonlijke interesse is vaak een voorwaarde voor aanschaf en het verkrijgen van een optimaal gebruik. dit wordt dan een cVPP genoemd: community based Virtual Power Plant. Doordat de gemeenschap zich als collectief organiseert neemt de betrokkenheid van deelnemers toe. De cVPP heeft met de bewoners van de gemeenschap een sociale component, en een technische component met het systeem dat het

De Virtual Power Plant

Een Virtual Power Plant (virtuele energiecentrale) is een cluster van opwekkingsinstallaties, regelbare stroomafname en opslagsystemen, die vanaf een centraal punt kunnen worden aangestuurd.

Deze virtuele energiecentrale gedraagt zich als één centrale naar de elektriciteitsmarkt, waardoor er gehandeld kan worden door bijvoorbeeld piekcapaciteit aan te bieden, maar ook de lokale vraag en aanbod van elektriciteit zo goed mogelijk op elkaar wordt afgestemd.

Er zijn al diverse virtuele energiecentrales gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld Schoonschip (woonboten Amsterdam), Heerhugowaard (koploperproject) en City-zen in Amsterdam. De meeste virtuele energiecentrales zijn gestart door energie- of netwerkbedrijven.

Bron illustratie: Luc van Summeren TU/e)

‘energiemanagement’ regelt. Het voordeel van een cVPP is dat de kosten en investering voor het EMS over de gemeenschap worden verdeeld en het zo interessant wordt om je energie slimmer te gebruiken en als collectief mogelijk extra inkomsten te generen. Daarnaast vraagt dit minder tijd- en kennis van individuele bewoners.

Betrokkenheid gemeenschap

In het Gelderse Loenen is onlangs een cVPP initiatief gestart. Het is de bedoeling dat er eind 2020 100 huishoudens deelnemen aan de cVPP. Een groep enthousiaste bewoners heeft, samen met twee bedrijven die ondersteunen bij de realisatie van de cVPP, in 2019 en 2020 verschillende activiteiten uitgevoerd om de lokale gemeenschap te betrekken.

Verschillende dorpsbewoners zijn geïnterviewd, het doel daarvan was toetsen welke kennis er aanwezig is over de energietransitie, over de mogelijke problemen voor de energie-infrastructuur door deze transitie en wat een cVPP kan bijdragen. Ook is geïnventariseerd of er interesse is om deel te nemen.

Interreg NWE project

Het Interreg NWE ‘community-based Virtual Power Plant (cVPP)’ project is een energiemanagementsysteem dat gebaseerd is op een IT-platform. Dit platform maakt de aggregatie mogelijk van door de gemeenschap beheerde, gedistribueerde energiebronnen, bijvoorbeeld zonnepanelen op daken, en flexibele activa zoals elektrische auto’s warmtepompen en batterijen.

Dankzij de cVPP kunnen prosumenten in een gemeenschap collectief een rol spelen in het energiesysteem. Wat de VPP community-based maakt, is niet alleen de betrokkenheid van een gemeenschap, maar ook de community-logica waaronder deze opereert. Dit betekent dat de gemeenschap het initiatief neemt, eigenaar is van de activa en van het IT-platform, en dat leden gezamenlijk beslissingen nemen en kiezen hoe ze zichzelf organiseren. Naast de realisatie van een cVPP in Loenen, worden er ook in Gent (België) en het Ierse Tipperary cVPP’s ontwikkeld en geïmplementeerd.

Leadpartner Technische Universiteit van Eindhoven heeft als onderdeel voor dit project tevens het MoRemodel ontwikkeld (Mobilisation and Replication), dat gemeenschappen help om keuzes te maken. Andere Nederlandse projectpartners van het cVPP project zijn onder andere, Gemeente Apeldoorn, Alliander, USEF en Duneworks.

De cVPP Loenen wordt gerealiseerd door Translyse en Qirion in opdracht van stichting Duurzame Projecten Loenen.

Samen met Wageningen Universiteit is er een workshop gehouden om te bepalen wat de deelnemers belangrijk vinden in een cVPP. Bijvoorbeeld het maximaal gebruiken van de eigen duurzame opwek, het ontlasten van het elektriciteitsnet, het gebruik maken van flexibele elektriciteitstarieven, of het handelen met overtollige opwek en de inkomsten daarvan investeren in nieuwe duurzame energie-projecten of sociale initiatieven.

“Een belangrijk bijeffect zal energiebesparing zijn.”

De deelnemers van de workshop zijn bevraagd over de waarde van de cVPP, bijvoorbeeld maximale opbrengst, onafhankelijk worden van energieleveranciers, duurzaamheid, voorop lopen in technologie en sociale waarden zoals opbrengsten investeren in lokale sociale initiatieven.

De technische werking van de cVPP

De virtual power plant is een software platform dat gegevens ontvangt van de deelnemers, en apparaten kan aansturen.

Daarnaast is onderzocht of deelnemers gebruiksgegevens willen delen en in hoeverre het cVPP geautomatiseerd dient te worden.

Doelen

Op basis van de verzamelde informatie zijn, tijdens een tweede workshop, doelen voor voor de cVPP in Loenen opgesteld:

Het primaire doel is om lokale vraag en opwek zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, waarbij de impact op het klimaat neutraal is en er zoveel mogelijk eigen energie wordt gebruikt.

Overproductie wordt gebruikt om extra financiële opbrengsten voor de deelnemers te realiseren. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door te handelen in energie of door de energie op te slaan en op een later moment te gebruiken. Een belangrijk bij-effect zal energiebesparing zijn, doordat deelnemers zich meer bewust zijn van hun verbruik en aanwezige opwek, dit heeft positieve effecten voor het klimaat en financiële opbrengsten.

In een laatste workshop zijn deze doelen gepresenteerd aan de gemeenschap en konden de bewoners zich opgeven om deel te nemen aan de cVPP, die vanaf dat moment ‘De Energiecentrale Loenen’ wordt genoemd.

Deze aanpak is vernieuwend doordat de cVPP wordt gerealiseerd op basis van de wensen van de gemeenschap. Het betrekken van een groot gedeelte van de lokale bevolking heeft inzichtelijk gemaakt wat de gemeenschap belangrijk vindt.

In Loenen wordt hierbij gebruikt gemaakt van het EnergyNXT systeem van ICT Group Nederland (zie de schematische weergave hieronder). Het systeem stuurt een selectief aantal warmtepompen (WP), zonnepanelen (zon-PV) en elektrische voertuigen (EV) aan.

De verbruiksgegevens van deelnemers worden uitgelezen door middel van een EARN-e, een energy monitor die de P1 poort van de slimme meter uitleest.

Voor het uitlezen van apparaten wordt er gebruik gemaakt van de software interfaces die omvormers, warmtepompen en elektrisch vervoer laadpunten vaak al in zich hebben, of een externe gateway om de data uit te lezen en naar de cloud te sturen. De data wordt vanuit alle gateways verzameld op het EnergyNXT cloud platform en bij elkaar gevoegd. De gebruikers en de energiecoöperatie hebben dashboards om inzicht te

krijgen in hun eigen en collectieve energie-opwek en -verbruik. Daarnaast is er een dorpsscherm in Loenen waar de belangrijkste inzichten op te zien zijn zoals collectieve duurzame opwek en CO2-besparing.

De aansturing van apparatuur gebeurt centraal vanuit de cloud, op basis van de binnengekomen data. Dit betreft niet alleen gegevens van slimme meters en apparaten, maar ook APX-prijzen. In de cloud draaien algoritmes die op basis van deze data bepalen wat er gebeurt om ervoor zorgen dat de doelen van de cVPP worden behaald: zoveel mogelijk eigen opwek gebruiken en het verkopen overtollige stroom. Elektrische voertuigen laden op, bij voorkeur als er voldoende zonnestroom is. Bij een overschot aan stroom kunnen de zonnepanelen worden afgeregeld. Elektrische warmtepompen worden gestuurd om hun buffervaten te verwarmen - en eventueel op wens van bewoner(s) ook daadwerkelijk hun huis met één of twee graden te verwarmen - als er een overschot is aan lokale duurzame opwek. Warmteboilers warmen hun buffervaten overdag op bij voldoende zonnestroom, in plaats van in de nacht. Ook batterijen kunnen in het systeem goed worden aangestuurd.

“Zoveel mogelijk eigen opwek gebruiken en overtollige stroom verkopen.”

De aansturing van apparaten is onder andere door een gebrek aan één gedragen protocol wel vaak een uitdaging.

De groei van duurzame energie-opwek in Loenen staat niet stil. Energie Coöperatie Loenen heeft recentelijk een nieuw zonnedak gerealiseerd van bijna 1 megawatt. Dit zonnedak is ook opgenomen in de cVPP.

Toekomstplannen

Deelnemers van de cVPP willen vanaf 2021 ook de industrie laten aanhaken bij de Virtual Power Plant. Ze willen meer deelnemers werven en het aantal apparaten dat aangestuurd kan worden verder uitbreiden. Daarnaast wordt er onderzocht of er nog meer cVPP’s kunnen worden gerealiseerd.

Contactpersoon Jasper Kroondijk jasper.kroondijk@qirion.nl

Het cVPP project wint Europese prijs!

Onlangs is tijdens de European Sustainability Week (EUSEW) de Citizens Award 2020 uitgereikt aan het Interreg NWE project ‘community-based Virtual Power Plant (cVPP) van het consortium waar de Gelderse partijen Qirion en Translyse hard aan hebben gewerkt.

Uit negen genomineerde projecten is het cVPP-project als winnaar gekozen door het publiek, een mooie erkenning voor dit innovatieve sociaal-technische project.

Meer info

Duurzame Projecten Loenen www.duurzaamloenen.nl

Translyse www.translyse.nl Qirion www.qirion.nl

BELANGRIJK NIEUWS VOOR ABONNEES

Beste abonnee,

Voor u ligt de eerste uitgave van ons vernieuwde vakblad. WindNieuws is nu Wind & Zon | Vakblad Duurzame Energie. We hopen dat u er net zo enthousiast van wordt als wij!

De vernieuwing heeft alles te maken met de verbreding op het gebied van duurzame energie die de energietransitie nu nodig heeft. Windenergie is een volwassen sector geworden. Dat is mogelijk gemaakt door de windpioniers uit de jaren ’80, die in 1983 ook het blad WindNieuws zijn gestart.

Nu de energietransitie op stoom is en zonne-energie en andere technieken net zo belangrijk zijn voor een volledig duurzaam energiesysteem als windenergie, willen wij als blad ook onze blik verbreden.

Wij hopen daarmee u ook breder te interesseren voor de verschillende duurzame technieken, als u dat niet al was, natuurlijk! We willen daarnaast een nieuwe lezersgroep bereiken en zo als blad onze interessante en relevante content duurzaam aan kunnen bieden aan iedereen die zich bezighoudt met de energietransitie.

De redactie bestaat als altijd uit professionals op het gebied van windenergie, aangevuld met professionals uit de wereld van zonne-energie, en energietransitie-brede vakmensen. Daarnaast werken we nauw samen met kennis- en opleidingsinstituut Berghauser Pont.

Wat er verandert voor u naast de bredere focus van het blad?

Wind & Zon en een deel van het archief van WindNieuws komt, tegen betaling, vanaf 2021 digitaal en goed doorzoekbaar beschikbaar.

Wind & Zon verschijnt in plaats van zes keer, vier keer per jaar met meer pagina’s, en met een exclusief juridisch katern.

De tarieven voor de abonnementen gaan vanaf 2021 omhoog. Dat is nodig om het blad in de lucht te houden en de kwaliteit net zo hoog en onafhankelijk te houden als u al sinds 1983 van ons gewend bent. Wij informeren u zo snel mogelijk over de exacte tarieven op energiesamen.nu/pagina/47/

vakblad-windzon-

De administratie en facturatie van de abonnees van Wind & Zon worden vanaf 2021 uitgevoerd door Berghauser Pont

Hartelijke groet, namens de redactie van Wind & Zon Titia van Leeuwen, hoofdredacteur

Flitsen Buitenland

DOOR TITIA VAN LEEUWEN

Europa gaat zonnepanelen duurzamer ontwikkelen

Negen onderzoeksinstituten en acht bedrijven gaan in het nieuwe Europese project High Lite samenwerken aan innovatieve oplossingen om zonnepanelen te produceren die goedkoper, efficiënter en milieuvriendelijker zijn dan de modules die nu op de markt zijn. De afgelopen jaren is de productie van zonnecellen en -modules voor namelijk naar Azië verschoven.

Van de modules die momenteel wel binnen de EU worden gemaakt, is het overgrote deel gebaseerd op geïmporteerde zonnecellen. Het gaat bij de zonnecellen die vooral uit Aziatische landen worden geïmporteerd om kristallijne silicium zonnecellen met een hoge CO2voetafdruk. Het driejarige Europese project heeft als doel een duurzamere toeleveringsketen te creëren en tegelijk een eigen markt op te bouwen. Om zonnepanelen zowel kostefficiënter als milieuvriendelijker (lagere CO2-voetafdruk, duurzamer, beter recycleerbaar) te maken, moet voor de volledige productieketen nieuwe technologie ontwikkeld worden.

Het project richt zich daartoe op uiterst dunne (tot 100 μm) kristallijne silicium zonnecellen. Het HighLite-project wordt gefinancierd binnen het Horizon 2020-programma van de Europese Commissie.

Grootste Europese onshore windpark in Noorwegen

IOnlangs is de laatste van in totaal 278 windturbines geplaatst in het Fosen Vind windpark complex in Midden-Noorwegen. Het project bestaat uit 6 windparken op het schiereiland Fosen en de eilanden

Hitra en Snillfjord in het noorden en westen van Trondheim. Dit wordt met 1000 MW het grootste onshore windpark-project in

Europa.

De ontwikkeling van Fosen Vind omvat de windparken Harbaksfjellet (126,0 MW), Roan (255,6 MW), Storheia (288,0 MW) en Kvenndalsfjellet (113,4 MW) aan de noordkant van de Trondheimfjord, en de windparken Geitfjellet (180,6 MW) en Hitra 2 (93,6 MW) ten zuiden van de Trondheimfjord. In totaal zijn hier 277 Vestas windturbines met een ashoogte van 87 m geplaatst. Er zijn drie verschillende Vestas turbine types gebruikt: V117-4.2, V117-3.6 en V136-4.2. In het voorjaar van 2017 werden de eerste windturbines gebouwd. De laatste turbines werden afgelopen zomer opgeleverd.

Na een uitgebreid testprogramma zal het complex nog dit jaar geheel operationeel zijn. Het windregime in het gebied behoort tot een van de beste van Europa, met gemiddeld rond de 9 m/s. Verwacht wordt een opbrengst van 3,6 TWh (3.400 vollasturen). Voor een derde van deze opbrengst is een PPA (Power Purchase Agreement) afgesloten met Norsk Hydro, één van de wereldwijd grootste producenten van aluminium.

Tegen het project was veel weerstand onder lokale rendierherders. Zij zien de windturbines als een bedreiging voor hun traditionele manier van leven en van hun weidegronden.

WWW.WINDENERGIENIEUWS

26 AUGUSTUS 2020

Verenigde Arabische Emiraten investeert in duurzame energie en opslag in de VS

De in de Verenigde Arabische Emiraten gevestigde projectontwikkelaar Masdar gaat een belang van 50 procent werven in een 1,6 GW project van EDF Renewables North America in de Verenigde Staten. De portefeuille omvat drie in aanbouw zijnde onshore windparken met een gecombineerde capaciteit van 815 MW, 689 MW aan zonne-PV-projecten en 75 MW aan opslagcapaciteit voor lithium-ionbatterijen. De transactie zal in het vierde kwartaal van 2020 worden afgerond.

Wind en zonne-energie zorgen voor een groeiend aandeel in de wereldwijde elektriciteitsopwek, maar analisten waarschuwen dat de energietransitie nog steeds te traag gaat. Volgens nieuwe analyses waren wind- en zonne-energie in de eerste helft van het jaar goed voor bijna 10 procent van de wereldwijde elektriciteitsopwek. Er zijn echter een aantal belangrijke uitzonderingen, waaronder Rusland (0,2 procent), Canada (5,3 procent) en Zuid-Korea (4,0 procent).

Sinds 2015 - het jaar dat het Klimaatakkoord van Parijs werd ondertekend - hebben wind- en zonne-energie een marktaandeel van vijf procentpunten gewonnen op steenkool. Ondanks dat het marktaandeel van wind- en zonneenergie met 1,7 procentpunt is gestegen ten opzichte van vorig jaar, verloopt de energietransitie niet snel genoeg om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 ° C boven het pre-industriële de wereldwijde elek triciteitsvraag met 3 procent als gevolg van de coronapandemie, en in mindere mate aan de toenemende opwek van hernieuwbare energie.

Wind en zon leveren mondiaal in eerste helft 2020 10% van de energieproductie

niveau. De productie van steenkool daalde met 8,3 procent in de eerste helft van 2020 - de sterkste daling ooit. De onderzoekers schreven dit vooral toe aan een afname van

WWW.WINDPOWERMONTHLY.COM

13 AUGUSTUS 2020

Enercon herstructureert productieproces in Duitsland

Enercon heeft vanwege de terugval in de Duitse windmarkt, plannen aangekondigd om de productie in Duitsland te herstructureren door de productie van gondels en generatoren te stroomlijnen. Het doel is om ‘centres of excellence’ op te zetten voor de productie van gondels in Aurich en de productie van generatoren in Maagdenburg. Momenteel produceren beide locaties zowel gondels als generatoren. Maar nu worden in Aurich alle fabricageprocessen en specialistische kennis voor het produceren van machinehuizen, hubs en elektrische componenten gebundeld. En in Maagdenburg alles rond de generatoren. Ook wil Enercon haar externe leveranciers in eenheden integreren om rond de twee locaties de expertise te behouden. Het bedrijf richt zich momenteel vooral op internationale markten en wacht tot de Duitse onshore windmarkt zich

gaat herstellen. WWW.WINDPOWERMONTHLY.COM 14 AUGUSTUS 2020

Foto: Menno Mulder. Transport van een Enercon gondel voor Windpark Krammer

Europese windenergie-

capaciteit in de eerste helft van 2020

“De eerste helft van 2020 was allesbehalve business as usual. Europa heeft ongekende maatregelen genomen om de gezondheidscrisis, die alle sectoren van de economie trof, het hoofd te bieden. Maar de wind bleek veerkrachtig. De turbines produceerden een recordhoeveelheid elektriciteit. Nationale regeringen hielden concurrerende veilingen.

En de industrie bleef nieuwe windparken bouwen met strikte gezondheids en veiligheidsprotocollen”, zegt Pierre Tardieu,

Chief Policy Officer bij WindEurope.

Europa heeft in de eerste zes maanden van 2020 een vermogen van 5,1 GW geïnstalleerd, 3,9 GW onshore en 1,2 GW offshore. De installaties op het land lagen iets boven het gemiddelde van de voorgaande drie jaar (3,7 GW). Offshore-installaties waren lager dan het driejarig gemiddelde (1,5 GW). Duitsland bouwde de meeste installaties op het land (587 MW), maar bleef ver onder het historische niveau, gevolgd door Frankrijk (494 MW). Voor offshore wind ziet het klassement er anders uit: het VK heeft de meeste nieuwe offshore capaciteit geïnstalleerd (483 MW), gevolgd door België (235 MW), Nederland (224 MW) en

Duitsland (213 MW). Cruciaal is dat Europa 20 GW per jaar moet installeren om op schema te blijven voor de Europese

Green Deal.

Hoewel de tweede helft van het jaar meestal met meer installaties komt, is het nu onwaarschijnlijk dat WindEurope's oorspronkelijke voorspelling voor 2020 van 17,7 GW voor 2020 wordt gehaald. WindEurope verwacht dat installaties circa 20 procent tekort zullen schieten.

Ondanks de uitdagende economische omgeving in verband met de Coronacrisis werd in de eerste helft van 2020 een recordbedrag van € 14,3 miljard opgehaald voor de financiering van nieuwe windparken. Offshore windenergie kende een bijzonder sterk halfjaar met € 11 miljard van de aangetrokken financiering. Belangrijke projecten om tot een definitief investeringsbesluit te komen, waren de 1,4 GW Hollandse Kust Zuid (Nederland) of de 1,1 GW Seagreen Alpha en Bravo (Schotland), evenals de Franse offshore windparken Saint Brieuc en Fécamp. De financiering van windenergie op land daalde van € 4,9 miljard in de eerste helft van 2019 naar € 3,3 miljard in de eerste helft van 2019.

De Europese Raad heeft overeenstemming bereikt over een herstelplan van 750 miljard euro in overeenstemming met de doelstellingen van de Green Deal. 30 procent van alle uitgaven zal worden gereserveerd voor groene investeringen in elektrificatie, hernieuwbare energiebronnen, opslag, waterstofproductie en andere activiteiten. Europa moet daarmee leider worden op het gebied van groene technologieën en klimaatbescherming. Om toegang te krijgen tot het herstelfonds, moeten de lidstaten tegen april 2021 nationale herstel- en veerkrachtplannen indienen bij de Europese Commissie. In de plannen moeten investerings- en hervormingsprioriteiten worden uiteengezet in overeenstemming met de langetermijndoelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050.

Offshore Wind H20 H20

Elektrolyse

Abwärme GewerbegebietGasnetze

Gas Benzin

Grünstrom

O2 H2

Zementproduktion O O2 :Oxyfuel CO2 : AbspaltungCO2

In Sleeswijk Holstein kan gestart worden met het project Westküste 100: een offshore windpark en het daaraan gekoppelde groene waterstof project. Het Duitse Ministerie van

Economische Zaken en Energie heeft goedkeuring gegeven voor 30 miljoen euro. Voor het project is 89 miljoen nodig. Met de energie van het windpark wordt groene waterstof geproduceerd waarmee de, in de regio aanwezige, energieintensieve industrieën en het transport meer duurzaam worden

Kavernen-betrieb

MeOH Synthetische Treibstoffe(Kohlenwasserstoffe) (Kohlenwasserstoffe)Raffinerie

Methanol-Synthese

Kerosin

Flughafen Hamburg

gemaakt. Een nieuw opgerichte joint venture, “H2 Westküste GmbH”, met EDF Duitsland, Ørsted en de raffinaderij van Heide, is van plan een elektrolyser van 30 MW te bouwen. De integratie van groene waterstof uit wind op zee vervangt daarmee een deel van de productie van grijze waterstof in het bestaande proces. Daarnaast wordt een deel van de opgewekte waterstof via een nieuw aangelegde waterstofleiding naar het gemeentelijk nutsbedrijf van Heide getransporteerd voor overdracht aan het aardgasnet. In de toekomst zijn er plannen om een waterstofvulstation te realiseren. Verdere plannen zijn onder meer de productie van klimaatvriendelijke vliegtuigbrandstoffen en grootschalige levering aan gasnetten.

WWW.WINDENERGIENIEUWS

4 AUGUSTUS 2020

De onderzoekslocatie in Cherbourg

Tussen 85 en 90 procent van de totale massa van een windturbine kan vandaag worden gerecycled. Een nieuwe onderzoeksgroep hoopt nu een van ’s werelds eerste volledig recyclebare bladen te kunnen ontwerpen en produceren. Bladenfabrikant LM Wind Power zal twee prototype bladen ontwerpen en bouwen met behulp van

Volledig recyclebare rotorbladen in de maak

thermoplastische hars van het Franse chemiebedrijf Arkema. Leden van het nieuw gevormde Zebra-project (zero waste blade-onderzoek) zijn van plan om de prototypes van 60-80 meter binnen drieënhalf jaar te produceren. Ze hopen fabricageprocessen te ontwikkelen om het energieverbruik en afval van de productie te verminderen en de ecologische en economische levensvatbaarheid van het thermoplastische blad te beoordelen. glasvezel (voor oudere bladen) of koolstofvezel (voor nieuwere).

Andere Zebra-leden zijn Engie, glasvezel- en composietproducent Owens Corning en polymeerbedrijf Canoe. Het project van € 18,5 miljoen zal worden geleid door het Franse onderzoekscentrum IRT Jules Verne en gefinancierd via het toekomstige investeringsprogramma van de Franse afdeling hoger onderwijs, onderzoek en innovatie.

Volgens de IAE zullen projecten voor hernieuwbare energie gecombineerd met opslag in de VS tegen eind 2023 meer dan verdrievoudingen.De meeste projecten die zijn geanalyseerd in het rapport Battery Storage in de Verenigde Staten combineren zonne-PV en lithium-ion batterij-opslag.

Dalende kosten voor opslag zorgen voor een toenemende trend om hernieuwbare opwek en energieopslag te combineren. Tussen 2016 en 2019 is het aantal projecten voor zonne- en windenergie met batterijen meer dan verdubbeld, van 19 gekoppelde locaties in 2016 tot 53 in 2019. De EIA voorspelt dat duurzame energieprojecten plus opslagcapaciteit zal toenemen van iets meer dan 2 GW in 2020 tot iets meer dan 8 GW in 2023.

Texas had de meeste operationele capaciteit met 886 MW, gevolgd door Illinois, Florida, Hawaii, Californië en New Mexico.

Operating and planned renewable plus storage capacity by state

Texas Nevada California Florida New Mexico Arizona Georgia Hawaii Illinois Oklahoma all other Operating capacity (feb 2020)

Renewables

Batteries

Planned capacity (by end 2023)

Renewables

Batteries

WWW.WINDPOWERMONTHLY.COM

26 AUGUSTUS 2020

Europese Commissie: uitbreiding van windenergie cruciaal voor banen

Windenergie is volgens de Europese Commissie een sleuteltechnologie voor het herstel van Europa van de coronacrisis. Nieuwe windprojecten zijn volgens de Commissie kostenconcurrerend. Om de Green Deal-doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 te halen, heeft Europa vijf keer meer windenergie nodig dan er nu is.

In haar herstelstrategie moedigt de Europese Commissie de lidstaten aan om te investeren in groene en toekomstbestendige technologieën zoals wind. Met het juiste regelgevingskader kan windenergie onmiddellijke en duurzame banen scheppen om de economie van de EU te stimuleren. Tijdens de corona pandemie is wind veerkrachtig gebleken, zowel voor wat betreft de elektriciteitsproductie van bestaande windparken als voor de installatie van nieuwe turbines. Dit blijkt uit cijfers van WindEurope.

Dat is echter wel afhankelijk van gericht overheidsbeleid en regelgeving. De twee belangrijkste parameters voor het scheppen van banen zijn overheidstoezeggingen voor de verdere uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen met duidelijke volumes en veilingschema's, en eenvoudige regels en procedures voor het toelaten van nieuwe windparken. De Nationale Energie- en Klimaatplannen (NECP's) zijn bedoeld om deze te realiseren. Ze zijn volgens de Commissie goed op de volumes. Maar ze schieten ver te kort bij het vergunnen van projecten. En dit brengt banen in gevaar.

Giles Dickson, CEO van WindEurope: “De NECP's zijn een grote stap voorwaarts voor de zichtbaarheid van toekomstige duurzame energieprojecten. En de meeste plannen en veilingschema's zijn positief. Indien geïmplementeerd zoals ingediend, zal de EU in 2030 33 procent hernieuwbare energiebronnen in finale energie bereiken. Nu moeten de nationale regeringen actief worden en beginnen met het vertalen van de NECP's in concrete wetgeving. Ze moeten de veilingschema's repareren en er zich aan houden. Ze moeten het juiste veilingontwerp kiezen. Maar als regeringen het niet regelen, zullen ze deze volumes niet halen en zullen hun ambitieuze doelstellingen puur academisch blijven.”

De les is duidelijk. Beleidsmakers moeten zorgen voor maximale duidelijkheid over veilingontwerp en -schema's, vooral nu tijdens de herstelfase. Door de veilingen goed te krijgen, zal Europa sneller herstellen.