De Ingenieur maart 2018

Page 39

niet voor bèta kiezen’ niet voor bèta kiezen. De vraag waar ik steeds maar weer tegenaan loop is: moeten we dat problematiseren? Waarom heerst het idee dat meiden hun keuze laten bepalen door seksisme of discriminatie? Het belang van onze analyse is dat discriminatie en ­seksisme waarschijnlijk helemaal geen factoren van ­belang zijn. Want als dat wel het geval was, dan zou je precies het omgekeerde resultaat verwachten. De mensen die deze discriminatiehypothese expliciet of impliciet hanteren, zullen dus met een andere ­verklaring moeten komen.’

‘Als je hier geld wilt verdienen, moet je geen bètastudie kiezen’

Waarom kiezen meiden in landen met grotere ongelijkheid tussen de seksen dan wel vaker voor een bètastudie? ‘Hier zit een deel van de verklaring van de paradox die ik op grond van de studie niet met grote stelligheid kan poneren; het is een best guess op ­basis van een statistisch model. Een van de redenen om een bètavak te kiezen, is uitzicht op een sociaaleconomisch stabiele toekomst. In een land waar de welvaart minder hoog is, zijn meiden meer geïnteresseerd in en gemotiveerd voor banen waarvan je verwacht dat ze die zekerheid bieden en bètabanen doen dat. Omgekeerd is de welvaart in Nederland en bijvoorbeeld de Scandinavische landen hoger. De druk om vooral voor een ­zeker inkomen te kiezen, speelt dan een minder grote rol. Daar geven ­meiden andere factoren de doorslag bij hun studiekeuze.’ Bijzonder is dat meiden soms beter zijn in exacte vakken dan jongens, maar daar dan toch niet in verder gaan. Hoe kan dat? ‘Omdat ze in andere vakken zoals taal en maatschappijleer nóg beter zijn. Dus vanuit het idee ‘kies waar je goed in bent’ is het dan logisch dat ze

In Nederland wordt gezegd dat een diverse samenstelling van ingenieursteams belangrijk is en dat het daarom een probleem is dat niet meer meiden voor bèta kiezen. ‘Het is inderdaad een van de argumenten die overblijven nu die discriminatie-hypothese niet valide blijkt. Maar recent publiceerde organisatiepsycholoog Katherine Klein van de University of Pennsylvania een groot overzicht van studies naar dat verband. Daaruit blijkt dat de prestaties van bedrijven niet of verwaarloosbaar afhangen van de al dan niet diverse samenstelling van het management. Dat geldt ook voor de prestaties van teams. Een ander argument dat wordt gebruikt om te ­pleiten voor meiden in de techniek is dat het bij de studiekeuze draait om geld verdienen en daarmee om financiële onafhankelijkheid. In landen met minder welvaart speelt dat dus zeker een rol. Maar als je hier in het Verenigd Koninkrijk geld wilt verdienen, en in Nederland zal dat niet anders zijn, moet je een juridische of financiële opleiding volgen en geen ­bètastudie. Dus ook dat argument valt af. ­Bovendien: de jongens die wel voor bèta kiezen, zouden die dat vooral voor het geld doen? Het eerste wat ouders tegen hun zoon zeggen is toch: doe wat je leuk vindt?’ maart 2018 | de ingenieur 3 | 37


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.