Klassieke cryptografie Substitutieversleuteling Er zijn twee manieren om aan substitutieversleuteling te doen. Men kan enerzijds ervoor kiezen om elke letter te vervangen door een ander symbool, men is hierbij niet beperkt door alfabetten. Deze vorm noemt met “eenvoudige substitutie”. De andere vorm noemt met “polygrafische substitutie”, waarbij men combinaties van letters zal vervangen. Hiernaast kan met ook kiezen om tijdens het versleutelen het substitutie-alfabet gelijk te houden (monoalfabetische substitutie) of om het substitutie-alfabet te laten veranderen (polyalfabetische substitutie). Monoalfabetische substitutie Bij monoalfabetische substitutie wordt elke letter van het origineel bericht vervangen door een vooraf vastgelegd substituut. Caesarcijfer Het Caesarcijfer, of de Caesarrotatie, is genoemd naar Julius Caesar die het zou gebruikt hebben om met zijn veldheren te communiceren. De versleuteling werkt door elke letter van de tekst te vervangen door een vooraf vastgestelde rotatie of verschuiving. Bij Rot3 (een rotatie van drie) wordt de letter A vervangen door de letter D. Een speciaal geval is Rot13, ook wel gekend als het Caesaralfabet. Men schrijft de eerste 13 letters van het alfabet op een rij, daaronder schrijft men de resterende 13 letters. Deze methode noemt men wederkerig, want het versleutelings- en ontsleutelingsmechanisme zijn gelijk, men gebruikt immers dezelfde methode. Deze methode is populair geworden doordat het een zeer eenvoudige manier van versleutelen is. A N
B C D E F G H O P Q R S T U
I V
J W
K X
L M Y Z
In deze moderne tijden is het Caesarcijfer geen veilige codeermethode meer, gezien men deze makkelijk kan breken, want er zijn maar 25 mogelijkheden zijn en men deze op een relatief eenvoudige wijze kan vinden met een computer.