10 minute read

PRAKTISCHE INFORMATIE

DE REIS – HOE KOM JE ER?

Auto: De Weerribben-Wieden zijn omsloten door twee noord-zuid snelwegen. De eerste is de A6/N50 die via Heerenveen en Lemmer dwars door de Noordoostpolder loopt en bij Kampen de IJsseldelta ingaat en uiteindelijk aansluit op het knooppunt A50/A28 bij Zwolle. Deze weg vormt min of meer de westgrens van het gebied. De tweede snelweg ligt dicht bij de oostgrens. Het is de A28/A32 die via Zwolle over Staphorst, Meppel, Steenwijk en Wolvega naar Heerenveen loopt. Ten oosten van die weg ligt het Drents plateau, ten westen de laagveengebieden van De Weerribben-Wieden.

Advertisement

Trein: Station Zwolle is het knooppunt tussen de noordelijke provincies en de rest van Nederland. Vanuit hier vertrekken NS-treinen naar Leeuwarden en Groningen die beide halthouden te Meppel. De trein naar (of van) Leeuwarden stopt ook te Steenwijk, Wolvega en Heerenveen – allemaal toegangspunten tot andere delen van het laagveenmoeras. Vanuit Zwolle biedt vervoersbedrijf Keolis een treinverbinding met het station van IJsselmuiden/Kampen (de blauwe treinen).

Station Zwolle: startpunt van routes 3 en 4; op OV-fietsafstand van route 10.

Station Kampen: startpunt van route 2 en 5; alternatief startpunt van route 3; op OV-fietsafstand van route 10.

Station Meppel: startpunt van route 5; op OV-fietsafstand van routes 12, 20 en 21.

De volgende stations zijn startpunten van routes in dit boek of liggen er zo dichtbij dat ze met een huurfiets op het station gemakkelijk te bereiken zijn: Bus: Vanaf de stations rijden er meerdere bussen verder het gebied in. OV-regio IJsselmond is de dienst die het Overijsselse deel en de Noordoostpolder bedient. QBuzz brengt je naar delen in Drenthe en Arriva naar Friesland. Sommige startpunten van routes zijn behoorlijk lastig per bus te bereiken; plan je reis dus goed van tevoren op openbaar vervoerplanner www.9292.nl (ook als app verkrijgbaar).

Station Steenwijk: startpunt van route 7; op OV-fietsafstand van route 9.

Station Wolvega: op OV-fietsafstand van routes 9 en 18.

Station Heerenveen: op OV-fietsafstand van route 19.

OP STAP IN DE WEERRIBBEN-WIEDEN EN OMGEVING

Deze regio heeft grootschalige, open gebieden, die je het beste op de fiets of met de auto kunt verkennen, bossen en moerassen waar je kunt wandelen en uitgestrekte waterrijke gebieden waar kano of fluisterboot het meest ideaal zijn.

Wandelen: Het aandeel wandelpaden in het laagveenmoeras is relatief klein – een logisch gevolg van het drassige terrein. Er zijn een aantal goed aangelegde verharde paden en vlonderpaden. Ze zijn relatief kort (want duur in aanleg en onderhoud), maar geven je een goede indruk van het gebied. Enkele andere paden zijn wat langer en drassiger, en nog weer andere zijn echte laarzenpaden – extreem zompig en soms ook dusdanig slecht begaanbaar dat ze beter niet gelopen kunnen worden. Die laatste gaan door de ruigste en rustigste gebieden en zijn daarom in het broedseizoen afgesloten. Waterdicht schoeisel is sowieso aanbevolen.

In de bossen van de Noordoostpolder, op de heuvelruggen en de dekzanden aan de rand van het Drents plateau zijn de wandelopties veel uitgebreider. Een keur aan paden maken het mogelijk om hier je eigen wandelroute te kiezen. De omgeving is (grotendeels) schaduwrijk en het wandelen aangenaam, met alleen lokaal en in de winter en vroege voorjaar modderige trajecten.

De wandelroutes in dit boek hebben we zo uitgekozen dat ze een aantal voor natuurwaarnemingen aantrekkelijke punten met elkaar verbinden. Je kunt probleemloos zelf varianten op de gekozen routes maken. Houd wel goed rekening met de regels van de lokale beheerders, die zijn ingesteld om de kwetsbare natuur te ontzien (zie ook pag. 288).

Fietsen: De fiets is een ideaal vervoersmiddel om de opener delen van het gebied te verkennen. Je bent traag genoeg om niets te missen van de flora en fauna langs de route, maar snel genoeg om de minder aantrekkelijke stukken vlot door te komen. Bovendien is de natuur van het open land uitstekend te overzien. De kortere wandelpaadjes in het moeras pik je gewoon even mee op je fietsroute. De in deze gids beschreven fietsroutes bevatten veel van deze korte wandelstops om de beste plekken nader te verkennen.

Het gebied heeft een uitgebreid fietspadennet. Veel van de kleine wegen over dijken, die juist voor natuurwaarnemingen erg goed zijn, zijn afgesloten voor autoverkeer, wat de fiets de betere keuze maakt. Een briljante optie is de Ecowaterbus – een bootbus (met ruimte voor de fiets), die dwars door De Wieden vaart tussen bezoekerscentrum De Wieden in Sint-Jansklooster, het centrum van Blokzijl en Giethoorn. Het is een perfecte manier om de natuur van De Wieden zowel per boot als per fiets te bekijken.

Je eigen fiets meenemen is natuurlijk ideaal, maar er zijn ook veel fietsverhuurders in het gebied, waar je terecht kunt wanneer je je eigen fiets niet mee hebt. De stations verhuren allemaal OV-fietsen en in de meeste steden zijn ook fietsverhuurders. Wat ‘dieper’ in het gebied, zijn verhuurders wat dunner gezaaid – hier heb je de keuze uit de volgende bedrijven:

Tjeukemeer: Fietsverhuur Friese Meren www.fietsverhuurfriesemeren.nl

Oldemarkt, Steenwijk, Wolvega: Ten Veen Tweewielers www.tenveentweewielers.nl

Giethoorn: Fietsverhuur Giethoorn – www.fietsverhuur-giethoorn.nl Drenthe – o.a. Ruinen en Frederiksoord: Fietstransferium –www.fietstransferium.com

Autorijden: verplaatsing per auto heeft voor- en nadelen. Om met de laatste te beginnen – auto’s belasten het milieu – uiteraard – en zijn alleen al daarom voor natuurbeleving minder geschikt. Daarnaast mis je grotendeels de ervaring van de elementen (al kan dat op gure dagen ook een voordeel zijn). In de auto is natuurbeleven gereduceerd tot natuurzien – geluiden, geuren en temperatuursensaties zijn grotendeels weggefilterd. Van meer praktische aard is het nadeel van de auto dat veel verharde (doorgaande) paden en wegen voor de auto zijn afgesloten. De Weerribben, de Rottige Meente, het Holtingerveld, de Eese en het grootste deel van het Kampereiland– je kunt er met de auto wel naartoe, maar er niet doorheen. De auto is dan ook vooral het middel om tot een startpunt te komen, om vandaar te wandelen of te fietsen. Toch zijn er gebieden die geschikt zijn om met de auto te ontdekken. Met name de open gebieden lenen zich hiervoor, zoals het Mastenbroek en het Staphorsterveld. Voor fotografen heeft de auto ook het voordeel dat vogels ze niet zo snel als gevaar herkennen wat vogelfotografie vanuit de auto gemakkelijker maakt dan vanaf de fiets.

Kano en fluisterboot: van het totale gebied dat deze gids bestrijkt, is maar een heel beperkt deel met de kano of fluisterboot te ontdekken. Desalniettemin zijn er veel opties en is de ervaring fantastisch. Er zijn weinig plekken in Nederland (en daarbuiten) die zich zo goed lenen om vanaf het water te ontdekken. Er is in De Wieden zelfs een meerdaagse tocht mogelijk, waarbij je midden in het moeras bivakkeert (zie www. visitweerribbenwieden.com/ en zoek op meerdaagse kanotochten). Voor natuurwaarnemingen is de kano- en fluisterboot dé manier om bepaalde watergebonden soorten te zien, maar totaal ongeschikt voor alle andere. Kortom, een tocht met kano of fluisterboot kan eigenlijk niet ontbreken op een bezoek aan Nationaal Park Weerribben-Wieden, náást wandel- en fietstochten.

In deze gids zijn drie watertochten opgenomen. Op pag. 286 geven we meer informatie over kano- en fluisterboottochten, welke van de twee het meest geschikt is en waar je rekening mee moet houden.

Kanoroutes

In dit boek zijn drie kano- / fluisterbootroutes opgenomen, maar er zijn nog wat meer opties. Zo zijn er drie kanoroutes in De Weerribben (waarvan we er één beschrijven) en ook drie routes in De Wieden (waarvan we er twee beschrijven). Daarnaast kun je ook op de Linde gaan kanoën en vast ook wel op de andere riviertjes.

De kano is geweldig, maar ook laag bij het water, wiebelig en voor de wat strammere lezer kan het best wel minder comfortabel zijn. Natuurliefhebbers die de flora en fauna willen ontdekken of fotograferen zitten bovendien met apparatuur – hoe moet je daarmee omgaan? Is een fluisterboot dan niet handiger? Hieronder geven we voor- en nadelen van beide keuzes. Voor zowel kano als fluisterboot geldt het volgende:

• Kies een windvrije dag. Golfslag is erg vervelend (zeker bij de kano) en een spiegelglad wateroppervlak is het mooiste, zeker voor de fotograaf.

• Vertrek vroeg, bij het opengaan van het verhuurbedrijf. Later op de dag kan het best druk worden.

• Vermijd weekenden en als het kan ook schoolvakanties – opnieuw vanwege de drukte.

• Kleed je alsof het kouder is dan het weerbericht aangeeft. Op het water is het altijd frisser dan op land en, zeker in een fluisterboot, zit je lange tijd stil.

Mandemakershut

DE BESTE VOGELKIJKHUTTEN EN -PUNTEN

1 - TWITTERHUT

Locatie: De Weerribben bij Wetering (GPS: 52.770679, 6.000220)

Routes: 9 en 16

Open hut met dak, twee verdiepingen. Kijkt uit over nieuwe rietmoerassen van Wetering Oost. Goede plek voor eenden, steltlopers, roerdomp en soms ook otter. Er ligt een grote oeverzwaluwwand voor de hut. Rolstoeltoegankelijk (onderste verdieping).

Afstand tot vogels: soms van dichtbij te zien. Kijkrichting noord.

2 - DE SKIERE GOES

Locatie: Easterskar (GPS: 52.913669, 5.880288)

Route: 20

Ruime, geheel gesloten hut. Rolstoeltoegankelijk. Op standaardhoogte, strak aan een met bos omgeven meer in het veengebied Easterskar. Goede plek voor lepelaars, zeearend en in trektijd visarend en soms ook steltlopers. Oeverzwaluwwand nabij de hut.

Afstand tot vogels: soms van dichtbij te zien. Kijkrichting noord-oost.

3 - MANDEMAKERSHUT

Locatie: Zwarte Meer (GPS: 52.622890, 5.975098)

Route: 2

Open hut met rieten dak, op verdieping. Kijkt uit over rietmoeras en open water van het Zwarte Meer. Erg goed voor eenden in de winter. Zeearend laat zich regelmatig zien, en soms ook purperreiger, baardmannetje, roerdomp en waterral. Toegang via een vaak blubberig paadje.

Afstand tot vogels: vaak op enige afstand. Een telescoop is aan te raden.

4 - UITZICHTPUNT RAMSPOL / OBSERVATIEPLATFORM JAN RAP

Locatie: Ketelmeer (GPS: 52.610240, 5.841155)

Route: 2

Pier die een stuk uitsteekt in het Ketelmeer op het smalste punt, waar het Zwarte Meer overgaat in het Ketelmeer. Met name in de winter is het een uitstekend punt om eenden, zwanen en zeearend te zien.

Vanaf hier de dijk naar het zuiden aflopend geeft zicht op de aangelegde wilgeneilanden en rietvelden, met snor, blauwborst en grote karekiet. Iets verderop ligt observatieplatform Jan Rap, dat ten tijde van schrijven niet toegankelijk was voor publiek maar vanaf de dijk heb je toch nog goed zicht. Een telescoop is zeer aan te raden. Kijkrichting west tot noord.

5 - VOGELHUT DE AUKEN

Locatie: De Wieden bij Steenwijk (GPS: 52.766954, 6.093192)

Route: 8

Ronde hut met dak op palen. Hut kijkt uit over de gemengde reigerkolonie van De Wieden die zich op wilgeneilandjes in een grote waterplas bevindt. Van half april tot begin augustus heb je zicht op de boomnesten van purper-, grote zilver- en blauwe reiger, lepelaar, aalscholver en sinds kort ook kleine zilverreiger en koereiger. Verschillende soorten eenden en soms ook ijsvogel en cetti’s zanger zijn hier te vinden. Afstand tot vogels: Op enige afstand. Vogels vliegen wel vaak laag over de hut. Nesten met verrekijker zichtbaar, maar telescoop is aan te raden. Kijkrichting noordwest. Als alternatief kijkpunt kun je ook posten langs de Beulakerweg ten westen van het water. Mooi avondlicht op de kolonie (GPS: 52.769590, 6.088672).

Overzicht van de locaties van de vogelkijkhutten (zwart; deze pagina), excursies (groen; pagina 299-301) en musea en dierentuinen (rood; pagina’s 301-302).

123, 125

Krekelzanger 115, 125

Krooneend

Kwartel

Kwartelkoning

Bijzondere Soortenregister

Hier volgt een selectie van bijzondere soorten en de pagina’s waar ze genoemd worden. Cijfers in italic verwijzen naar foto’s en cijfers in bold naar routes waar deze soorten genoemd worden.

Lepelaar 54, 66, 103, 113, 115, 116, 117, 124, 292, 294, 296, 297, 298, 303, 291, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 16, 18, 19, 20

Nachtegaal 125, 2, 3, 9, 11, 15, 16, 19, 23

Nachtzwaluw 28, 114, 123, 125, 300, 22

Nonnetje 115, 117, 124, 298, 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11, 16, 19

Oeverzwaluw 116, 117, 296, 258, 4, 5, 9,10, 16, 19, 20

Ooievaar 31, 34, 40, 61, 114, 121, 122, 124, 129, 291, 39, alle routes

Paapje 91, 92, 115, 123, 121, 6, 7

Pijlstaart 76, 117, 124

Porseleinhoen 55, 59, 65, 115, 119, 116

Purperreiger 11, 45, 51, 52, 55, 91, 107, 113, 114, 117, 117, 296, 303, 115, 158

Roerdomp 52, 51, 56, 59, 66, 69, 72, 73, 74, 91, 98, 115, 116, 117, 119, 124, 290, 292, 296, 298

Roodhalsfuut 117, 124

Slechtvalk 69, 117, 125

Snor 51, 52, 56, 66, 73, 74, 113-117, 125, 291, 296, 298

Spotvogel 114, 122, 125

Sprinkhaanzanger 11, 66, 113, 114, 115, 125, 298

Stelkluut 69, 118, 119, 129

Toendrarietgans 41, 117, 121, 2, 1, 2, 9

Tureluur 39, 41, 61, 65, 70, 92, 113, 118121, 125, 1-10, 16, 22

Veldleeuwerik 30, 39, 41, 92, 120, 123, 125, 6, 7, 21, 22

Visarend 69, 71, 74, 113, 117, 124, 294, 296, 298, 294, 1, 2, 4, 5, 8, 10, 11, 18, 19, 20

Visdief 47, 66, 71, 117, 125, 1, 2, 4, 5, 9, 10, 11, 12,18, 19, 23, 24

Waterral 51, 52, 56, 74, 98, 115, 116, 117, 296, 1, 2, 7, 9, 10, 12, 15, 18, 20, 23

Watersnip 31, 33, 39, 41, 55, 91, 107, 113, 118, 120, 121, 125, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 23

Wespendief 57, 123, 124, 1, 7, 10, 18, 22, 24

Wielewaal 113, 115, 117, 125, alle bosroutes

Wilde zwaan 113, 124, 297, 1, 5

Wintertaling 70, 115, 117, 2, 3, 6, 7, 9, 16

Woudaap 113, 117, 124

Wulp 39, 41, 61, 91, 113, 119, 120, 121, 124, 36, 120, 194, 2, 3, 6, 7, 8, 10, 12, 13

Zeearend 22, 69, 71-74, 76, 113, 117, 119, 124, 290, 292, 294, 295, 296, 298, 299, 303, 172, 258, 1-5, 11, 20, 23

Zwarte stern 11, 42, 51, 66, 68, 69, 71, 112,113, 115, 116, 118, 119, 125, 291, 292, 298, 106, 308, 250, meeste routes

Zwartkopmeeuw 117, 125, 1, 2, 6, 7, 10

Reptielen

Levendbarende hagedis 31, 126, 127, 130, 20, 22

Ringslang 11, 45, 126-130, 129, 8, 14, 15, 18, 20, 22, 23, 25

Vinders

Vroege

Planten

Beemdooievaarsbek 151, 4, 15

Blauwe knoop 39, 145, 146, 16, 21

Brede ereprijs 49, 4, 11

Bosereprijs 51, 15

Brede orchis 184, 4

Dalkruid 29, 53

Duifkruid 64, 2, 149, 3, 22

Draadgentiaan 147 - 14, 18

Gebogen driehoeksvaren 151, 3, 22

Gelobde maanvaren 28, 152, 3, 22

Gevlekte (heide)orchis 28, 151, 152, 151, 3, 21, 22

Grasklokje 151, 152 3, 22

Groenknolorchis 53, 54, 145, 53

Grote boterbloem 40, 144

Kikkerbeet 50, 51, 144, 145

Kleine valeriaan 53, 145, 291

Kleine zonnedauw 151, 153, 6, 15

Klokjesgentiaan

152, 30, 22

145, 147, 3

Valkruid 28, 143, 153, 22

Veenmosorchis 54, 58, 145, 147

Vleeskleurige orchis 39, 145, 212, 3, 9, 13, 15, 23

Wateraardbei 53, 143,145, 153, 144, 264, 12, 13, 22, 24

Waterdrieblad 153, 152, 146, 7, 9, 10, 13, 18, 22, 23

Watergentiaan 50, 71, 75, 144, 294, 154, 1, 18, 23

Waterscheerling 145, 293, 144, 12, 16, 23, 25

Welriekende nachtorchis 28, 54, 145, 146, 152, 146, 12, 21

Wilde averuit 147, 149, 11

Wilde kievitsbloem 22, 63-65, 67, 107, 143, 147, 148, 150,148, 3, 4

Zacht vetkruid 149, 4, 11