14 minute read

Frans-Baskenland

Advertisement

Rondreis vol nostalgie

FransBaskenland

Het is een uitzonderlijk deel van Frankrijk. Om het eten, de architectuur, de diepgewortelde cultuur en de Pyreneeën en de Atlantische Oceaan die altijd dichtbij zijn. We gingen op zoek naar de Baskische ziel.

TEKST HUIB AFMAN FOTOGRAFIE SERGE STRIPPENTOIR

BASKENLAND

In Bayonne is het gezellig druk op de zaterdagmarkt rondom Les Halles. Biologische wijnen, paté en Porc Gascon worden er luidkeels aangeprijsd. Proeven mag! De markt met streekproducten verplaatst zich door Pays-Basque (Frans-Baskenland). Vandaag in Bayonne, op maandag in Saint-JeanPied-de-Port. Je hoeft maar de Nive stroomopwaarts te volgen en je komt er vanzelf. Dat zegt Christiane Bonnat, al jaren werkzaam in het toerisme in Bayonne. Ze wijst naar de getijdenrivier die de stad in tweeën deelt. Aan onze kant het oude centrum met de 14de-eeuwse kathedraal en een knus winkelgebied. Aan de overkant Petit Bayonne. Minder gepolijst. Het Baskisch uitdrukkelijker op de puien van bars en restaurants. De Lauburu, het vierkoppig kruis, vaker afgebeeld. Doordeweeks een oase van rust, in het weekend studententerritorium. Christiane knikt naar de lantaarns langs de kade. Of ik de blauw-witte vlaggetjes al had gezien. Bayonne is landskampioen rugby geworden. Rugby. In Frankrijk volkssport nummer één. “En hier nummer twee. Ná pelota”, zegt Christiane. De naam zegt me vaag iets. Waarschijnlijk van die keer dat ik voor research aan de andere kant van de Pyreneeën verbleef, in Spaans-Baskenland. Christiane wil het me wel laten zien. We steken de brug over. Aan het eind van een steeg gaat een deur open. Le Trinquet Saint André is een begrip in Bayonne. In de overdekte hal slaan twee damesduo’s met rackets fanatiek een bal tegen een metershoge muur. Aanpalend een brasserie, waar jongeren kaarten. De geur van zweet en wijn. Liefde voor traditie. Dát is typisch Baskisch. Terwijl ik het hardop constateer, valt me ook die

ene herinnering in. Zes jaar geleden, Spaans-Baskenland, een interview met een ex-ETA-gevangene. Anoniem. Uitgesproken. Delen off the record. Het schuurt. Er kleeft een schaduwkant aan Baskenland. Die onafhankelijkheidsdrift, die ongebroken trots, zegt dat niet alles over de Baskische identiteit? Christiane wuift het onderwerp niet weg. “Dertig jaar geleden is er een bom in mijn kantoor ontploft. Maar dat was uitzonderlijk. De ETA was voornamelijk actief in Spanje.”

Beetje Frans, beetje Spaans

Bayonne, de hoofdstad van Frans-Baskenland, zoals het departement Pyrénées-Atlantiques meestal wordt genoemd, is een prima vertrekpunt voor een kennismaking met de Baskische cultuur. De hoge vakwerkhuizen met rode en blauwe balken geven de stad een markant aangezicht. Christophe Fromager, Fransman én Bask, runt er sinds tien jaar een fromagerie met koeletalages vol exquise kazen, waaronder ambachtelijke schapenkaas uit de regio. Zoals Ardi-Gasna, en Tomette d’Alberto en Grande Moho uit Navarra. Een beetje Frans, een beetje Spaans. Die variatie zie je niet alleen terug in de kazen, maar ook in de geschiedenis van de chocolade die van Bayonne een choco-walhalla heeft gemaakt. Dankzij Spaanse Joden, die op de vlucht geslagen voor de Spaanse Inquisitie onder meer in Bayonne neerstreken. Mét hun kennis van chocolade maken. De identiteit van Baskenland zit in de details, weet ook Isabel van stoffenwinkel Tissage de Luz. Het linnen dat ze verkoopt werd in een ander tijdperk gebruikt om het vee voor insectenbeten te behoeden. Solide textuur. Een dessin van zeven strepen. De stijl bayadère. Zeven strepen, gelijk het aantal provincies van Baskenland: drie Franse, vier Spaanse. “Vroeger werden uitsluitend de kleuren van de Baskische vlag in het dessin verwerkt, maar alles verandert. Als bedrijf moet je meegaan met de smaak van de dag.” Het is bijna zoiets als Baskisch worden. Want Baskisch zijn, dat is ook nog zoiets. “Geboren worden in Baskenland maakt je nog geen Bask. Alleen wanneer je Euskara spreekt, ben je Bask”, weet Isabel.

Monolieten in de stilte

Een ander Baskenland ontvouwt zich in het glooiende achterland, waar fraai geconserveerde dorpjes de landelijke rust omarmen. Sare, Ainhoa, Ascain en natuurkijk Espelette, befaamd om het rode pepertje, zijn stuk voor stuk fotogeniek. Een voordeel: met de auto is hier alles binnen het uur ›

Openingspagina’s, links: de ‘sémaphore’ van Guéthary, waar de klok werd geluid als er walvissen in zicht kwamen; rechts: Ainhoa. Linkerpagina: bio-kastanjeboer op de zaterdagmarkt van Bayonne. Hierboven, links: het strand van Biarritz; rechts: terras in de voetgangerszone bij de kathedraal van Bayonne.

Die onafhankelijkheidsdrift, die ongebroken trots, zegt dat niet alles over de Baskische identiteit?

FRANS-BASKENLAND

Frans-Baskenkand maakt deel uit van het departement Pyrénées-Atlantiques en is opgedeeld in drie provincies: Labourd, Basse-Navarre en Soule. Anders dan in Spanje, waar Baskenland een autonome regio is, wordt het Baskisch in Frankrijk niet officieel erkend als taal, hoewel er wel scholen zijn waar les in het Baskisch wordt gegeven. Bayonne is met ongeveer 52.000 inwoners de officieuze hoofdstad van Frans-Baskenland.

bereikbaar. Ik vervolg mijn weg met fotograaf Serge, geboren en getogen in Frans-Baskenland. Het landschap rolt voorbij. Weiden met ezels en Pottock-paardjes, de vakwerkboerderijen monolieten in de stilte. Die prachtige Labourdine-huizen, met hun witgepleisterde muren en rode balkenstructuur. “Vroeger geïmpregneerd met ossenbloed, tegen het vocht, tegenwoordig gebeitst”, vertelt Serge. De invloed van de Atlantische Oceaan heeft ook gevolgen gehad voor hoe de mensen hier hun boerderijen neerzetten. Dingen die je pas ziet als je het weet. De overwegend houten gebouwen staan van de kust afgewend: de voordeur naar het oosten, de achterzijde naar de oceaan. Dan moeten de oude boerderijen ook nog regelmatig worden gelucht, om het vocht buiten de deur te houden. “Een groot verschil tussen de Baskische en de Franse cultuur is het huis”, vervolgt Serge. “Een Fransman bezit een huis, een Bask is bezit van het huis en moet zich aanpassen. En datzelfde geldt hier voor de kerk en een plek op het kerkhof.”

Koninklijk huwelijk

Dan die Baskische kust. Er is natuurlijk Biarritz, met z’n wufte flaneer- en surfcultuur – een hap uit de kaart, een enclave. Dan is Saint-Jean-de-Luz internationaal gezien een stuk minder bekend. Alledaagser, kneuteriger. Waar het strandleven zich afspeelt tegen de achtergrond van neo-Baskische villa’s. Met een intieme haven in het centrum, een erfenis uit de tijd dat de badplaats tussen de 11de en 16de eeuw een belangrijke haven voor de walvisvaart was, samen met San Sebastián en Bayonne. Liever een haven in de luwte dan eentje vol in de wind van die geduchte oceaan, zei het gezond verstand. Tegenwoordig ligt het strand als een bananenschil tegen de dijk geplakt die in de 19de eeuw werd aangelegd na de grote overstroming. De strijd tegen het water. Ook aan de Golf van Biskaje kunnen ze erover meepraten. In de Église Saint-Jean-Baptiste uit 1658 herinnert de vorm van het dak nog aan het ruim van een walvisvaarder. Dezelfde kerk was overigens het toneel voor de huwelijksvoltrekking tussen Louis XIV en MarieThérèse d’Autriche, infante van Spanje. Onofficieel was die verbintenis in de echt de bekroning van de Vrede van de Pyreneeën, die een eind maakte aan de oorlog tussen Frankrijk en Spanje. Een vergeten geschiedenis? Nu staat op het plein bij de haven een muziektent, waar Gilbert Valota al vijftig jaar zijn schilderijen verkoopt. Vierentachtig-en-een-half is hij. “Als je zo oud bent als ik, gaan de halve jaren weer tellen.” Hij spreekt geen Euskara, is geen Bask. Wel iemand die Saint-Jean-de-Luz door en door kent, het nooit zag veranderen. Misschien dat de badplaats daarom zo geliefd is bij Jean Paul Gaultier. Waar de liefde tussen de Zonnekoning en Marie-Thérèse al generatieslang wordt verkocht bij Maison Adam. In de vorm van macarons, gebakken volgens de authentieke receptuur van het Franse hof. Zo ga je vanzelf van dit plaatsje houden. En van de ziel van deze streek. Dit land dat geen land is. “Voorheen was Baskenland een gegeven, tegenwoordig is het een idee.” Woorden van kaasexpert Christophe uit Bayonne. Ze vallen me ineens in als ik bij fotograaf Serge in de auto stap. Wat is die ziel van Baskenland eigenlijk? Een zoektocht naar nostalgie? Dan zijn we volgens mij aardig op weg.

“Een groot verschil tussen de Baskische en de Franse cultuur is het huis. Een Fransman bezit een huis, een Bask is bezit van het huis”

Pelgrimsroute

Twee dagen later. We rijden landinwaarts, richting Irouléguy. Wolken tussen de heuvels. Een strook kleinschalige wijnbouw lost op in het niets. De ›

Vorige pagina’s: de haven van Saint-Jean-de-Luz. Linkerpagina, met de klok mee: Bayonne; Saint-Jean-Pied-de-Port; een producent van jambon de Bayonne op de zaterdagmarkt aldaar. Hieronder: traditionele Baskische boerderij in Sare.

We rijden landinwaarts. Wolken tussen de heuvels. Een strook wijnbouw lost op in het niets. Bergkammen van parelmoer, een halo rond de zon

bergkammen van parelmoer, een halo rond de zon. Als we uitstappen in Saint-Jean-Pied-de-Port is het fris. De vestingmuur rondom het middeleeuwse stadje wordt onderbroken door vier stadspoorten met namen die in de geschiedenis van de grensplaats wortelen: Porte de France, Porte d’Espagne, Porte de Navarre en Porte de Saint-Jacques. De zaterdagmarkt van Bayonne heeft zich verplaatst naar de maandagochtend hier. Op de Rue de la Citadelle in de oude binnenstad is het een komen en gaan van toeristen én pelgrims. Vooral dat laatste geeft een extra dimensie aan dit stadje, dat voor velen het vertrekpunt vormt voor de Camino Francés naar Santiago de Compostella. In het Maison des Pèlerins houden ze de cijfers bij: van mei tot september vertrekken hier dagelijks tussen de 350 en 500 pelgrims.

Links: het grote strand van Saint-Jean-de-Luz; rechts: hôtel Euskadi in Espelette.

Espadrilles

Saint-Jean-Pied-de-Port. Ooit het politieke hart van Basse-Navarre, nu het economische, culturele en sportieve hart van Frans-Baskenland. De middenstand spint er grif garen bij. Neem de espadrilles. In de winkel van dochter Patricia en moeder Albertine liggen de luchtige schoentjes metershoog opgestapeld in de schappen. Authentiek, handgemaakt, al veertig jaar. Met dikke naalden rijgen ze het canvas aan de juten zolen. Maximaal vijftien stuks per dag. Eelt op de vingertoppen. Noeste arbeid. Nostalgie? Iets verderop probeert Catherine Ithurbide in haar bijouterie een nieuwe invulling te geven aan de Baskische identiteit. “Voor de sieraden die ik maak dient het Baskische symbool de Lauburu als uitgangspunt. Er zijn veel theorieën over de betekenis van het kruis, maar het meest plausibel is dat het de zon symboliseert.” De zon die diezelfde middag definitief doorbreekt. Ik loop over het oude bruggetje over de Nive, als er een berichtje wordt afgeleverd op mijn telefoon. Christiane Bonnat. Of ik ben opgeschoten met mijn zoektocht naar de Baskische identiteit. Op dat moment valt mijn oog op een affiche aan de muur. Een zwart-witfoto van een jongen in poloshirt. Erboven de tekst ‘Gabi Askatu, amnistia osoa’. Iets met een demonstratie. Algehele amnestie. Een politieke gevangene in Spaans-Baskenland. De toeristen en de pelgrims ontgaat het. Baskenland spreekt tot de verbeelding, maar er blijft altijd die onzichtbare laag.

Met de klok mee: ambachtelijk gemaakte espadrilles in Saint-Jean-Pied-de-Port; een terras op de Place du Marché in Bayonne; de macarons van Adam in Saint-Jean-de-Luz.

Tips & adressen

SLAPEN

Hôtel-restaurant des Basses-Pyrénées (Bayonne) Charmant viersterrenhotel aan een intiem pleintje. Uitmuntend ontbijt. hotel-bassespyrenees-bayonne.com Hotel Ohartzia (Saint-Jean-de-Luz) Sympathiek hotel in het centrum, gerund door een ouder Frans echtpaar. Riante achtertuin. hotel-ohartzia.com

ETEN

Bar du Marché (Bayonne) Al honderd jaar een begrip. Geliefd bij de locals. Altijd dezelfde eenvoudige kaart. 39, rue des Basques Restaurant Kaïku (Saint-Jean-de-Luz) Restaurant van Nicolas Borombo. De echte Baskische keuken. Michelingids-vermelding. Authentiek, modern, subtiel. 17, rue de la République Restaurant Les Alcyons (Guéthary) Iets boven Saint-Jean-de-Luz, aan de haven. Franse charme. Leuk voor de lunch. Jetée Des Alcyons

WINKELEN

Christophe Fromager (Bayonne) 13, rue Argenterie. christophefromager.com Tissage de Luz Boetieks in Bayonne, Biarritz, Espelette en Saint-Jean-de-Luz. tissagedeluz.com Maison Adam – macarons et chocolaterie fine (Saint-Jean-de-Luz) 4-6, place Louis XIV. maisonadam.fr Lorea – le bijou Basque (Saint-Jean-Pied-de-Port) 31, rue d’Espagne. lorea.fr Deze reportage werd mede mogelijk gemaakt door Pays Basque Tourisme (paysbasque-tourisme.com) en Thalys (thalys.com), dat zich met diverse groene initiatieven inzet voor een beter milieu.

NIEUWE COLUMNIST

Mari

Mari Maris is chef, groenteboerin en boekenmaker. Haar laatste boek heeft de alleszeggende titel Groenten. Ze woont in Picardië en vertelt wat er daar zoal op haar pad komt. Kijk ook op Instagram (@_mari_maris).

Boerenstraf

‘Smerige dieven in het dorp!’ In onhandige, zwabberige letters waarschuwt het gevarenbord niet meer voor een dreigende kruising, maar voor geboefte. Een dag later is er een gemeentelijke vuilniszak over het bord getrokken en daarmee het gevaar uit zicht. Na deze daad van ordeherstel is de communale klusjesman zo te zien bergafwaarts gegaan; heuvelopwaarts blijkt het stopbord ook een nieuwe betekenis te hebben. ‘Stop au salop!’ (Stop de klootzak). Keurig rijm, in dezelfde zwalkende zwarte letters op het knalrode bord. Ik onderschrijf de stelling geheel, maar begin zo onderhand wel nieuwsgierig te worden naar welke specifi eke klootzak er gestopt moet worden. Het mysterie moet nog even wachten, het is lunchtijd. Onderweg naar huis word ik staande gehouden op het dorpsplein – dat klinkt veel levendiger dan de werkelijkheid is: een lege kerk, een plantsoentje, een parkeerplaats waar soms een auto staat en een muziekkiosk. Vanuit haar mottige Renaultje gebaart een buurvrouw van verderop dat ik moet stoppen. Ze draait haar raam open en begint opgewonden te ratelen. Ze slaat zelfs, zeer on-Frans, de ça va-plichtplegingen over. Of ik het al gehoord heb van de borden? Alleen gezien eigenlijk, en er niet veel van begrepen. “Er is een kalf gestolen!” Wie haalt zoiets nou in z’n hoofd, vraag ik me af. In een gemeenschap waar iedereen weet wat voor kleur sokken je aan de lijn hebt, kun je onmogelijk ongezien zo’n halsmisdaad begaan. Een kal e kan vervolgens ook niet zomaar worden weggemoffeld, want het klinkt schattig maar is binnen de kortste keren een kolos van een paar honderd kilo. Met oorbel bovendien, speciaal bedacht om elk rund altijd te kunnen traceren. Maar vooralsnog is het kalf spoorloos. “Zou het niet gewoon onder het prikkeldraad door zijn geglipt, zoals kleine kal es zo vaak doen?” hoop ik de lynch-achtige blik in haar ogen te sussen. Maar nee, “onmogelijk”, weet ze zeker. “Dat doet een pasgeboren kalf niet en de bestolen boer had gisteren duidelijk gezien dat de koe op knappen stond, vanmorgen was ze ‘leeg’, net als de wei.” Nou hebben we dus een dief in ons midden. Toch eerst maar eens

lunchen lijkt me het beste. Hoewel er een vreemd bijsmaakje aan zit. De volgende ochtend ga ik voor het laatste nieuws op de koffi e bij mijn Franse tante Françoise, die ook wel La Gazette genoemd wordt. De dief is gevonden: dezelfde jonge boer die ook al eens beschuldigd is van het leeghalen van konijnenhokken en de slipjesroof van een waslijn. Een bijzonder geval. Iemand heeft hem ’s morgens vroeg gezien (zié je nou?!), met het nog natte kalf in de hooggeheven schepbak van zijn tractor. De dief woont iets verderop, en de bestolen boer is direct verhaal gaan halen. Omdat het pasgeboren kal e nog geen oorbel droeg had de jonge boer gedacht dat niemand het zou missen… Er is inderdaad iets raars met die jongen. De boer heeft hem fl ink gestraft, zegt Françoise. Met het toch wat grimmige sfeertje in het dorp vrees ik het ergste. Het vonnis luidt dat de stelende boer het kal e verzorgt tot het volwassen is en dan goed vetgemest teruggeeft. Een prachtig passende straf, gerechtigheid met boerenverstand.