15 minute read

Albi

Nazomeren in Albi

Oude druiven, jonge kunstenaars en middeleeuwse straten

Advertisement

Albi is de ideale bestemming voor de nazomer en herfst, als la ville rouge en de wijngaarden eromheen in de milde zon zachtrood kleuren. Het is de streek waar jonge Parijzenaren ecologische bedrijfjes beginnen en waar de geschiedenis van de katharen nog voelbaar is.

TEKST REBECCA MARSHALL VERTALING FABIAN TAKX FOTO’S REBECCA MARSHALL/SCHUTTERSTOCK

ALBI

Deze en openingspagina’s: Albi. De hitte van de zomer heeft in Occitanië, het landelijke zuidwesten van Frankrijk, plaatsgemaakt voor een behaaglijk zonnetje. Albi heeft de bijnaam ‘La Rouge’ en nu in de vroege herfst de rode baksteen en de bruine balken van de vakwerkhuizen zachtrood en oranje kleuren, begrijp je waarom. Dit is de tijd dat de vruchtbare grond rond dit plattelandsstadje zijn weldadige overvloed prijsgeeft. De marktkramen puilen uit van de pompoenen, pruimen en paddenstoelen en ik ruik vaag de zoete roze knoflook die karakteristiek is voor deze streek. Het is ook de tijd van de voorbereiding van de foie gras, het bekendste culinaire exportproduct, en de ovens gaan aan om hartige gerechten als cassoulet te bereiden. En in de frisser wordende ochtend voert de traagstromende Tarn een magisch spektakel op in de optrekkende mist. Er is geen betere tijd om dit gebied te bezoeken. Maar dat geldt eigenlijk voor heel Zuid-Frankrijk. Albi is een provinciestadje van minder dan 50.000 inwoners dat je met gemak te voet kunt verkennen. De middeleeuwse binnenstad is zo bijzonder dat Unesco Albi in 2010 tot Werelderfgoed heeft uitgeroepen. Dat trekt veel toeristen, maar als het seizoen voorbij is, kun je in alle rust genieten van de stille sluipweggetjes en overkoepelde middeleeuwse straatjes. Een kennis had me aangeraden gewoon tegen de deuren van de middeleeuwse huizen met colombage (vakwerk) te duwen, dat zou aangename verrassingen kunnen opleveren. Zo kom ik ineens terecht in de kloostergang van de kerk van Saint-Salvi, een van de oudste gebouwen van Albi. Bij het Hôtel de Gorsse moedigt een bord op een grote, oude houten deur zelf al aan: ‘Duwen om naar binnen te gaan.’ Binnen wacht een sprookjesachtige tuin. Zo kom ik in de oude stad meerdere hôtels op het spoor, de voorname herenhuizen waar ooit de adel van Albi resideerde. Hun vernuftig versierde torens, gebeeldhouwde stenen lateien en andere gotische details laten zien dat Albi ooit een rijke stad was.

Koningsblauw

Oud is Albi ook. De stad is zelfs al bewoond sinds de bronstijd. In de Romeinse tijd heette het Albiga, en al vanaf de 3de eeuw is het een bisschopsstad. Omdat het op het hoogst bevaarbare punt van de Tarn ligt, kon Albi zich in de Middeleeuwen ontwikkelen tot een belangrijke handelspost. Het rivierwater dreef molens aan waardoor glaswerk, leer, kleden en wijn konden worden geproduceerd en zo kwam de stad tot grote bloei. Maar van de 14de tot de 17de eeuw was er nog iets anders dat de kooplieden uit Albi rijk maakte: wede. Van de geplette, gefermenteerde bladeren van deze plant, die tegenwoordig in de vergetelheid is geraakt, kon je pastel maken, een kleurstof van een tint die iedereen in Europa indertijd wilde: het blauw van koningen oftewel le bleu. Deze zeldzame kleurstof die niet bleekt in het zonlicht, werd wijd en zijd geëxporteerd, voordat indigo uit de tropen een einde maakte aan het sprookje. Maar in het Europa van de Renaissance vormde Albi met Toulouse en

Carcassonne nog de gouden driehoek van de wedeproductie. Wede werd overigens ook in Holland verbouwd, maar dat blauw had een net iets minder uitgesproken kleur, omdat de bladeren minder zonlicht kregen.

Reusachtig sprookjeskasteel

Midden in Albi staat een gebouw dat je niet mag missen, de kathedraal Sainte-Cécile. Een 13deeeuws gotisch meesterwerk dat iedereen die eronderdoor loopt een nietig gevoel geeft. En dat was ook precies de bedoeling. Aan de rode baksteen waaruit hij is opgetrokken zou Albi de bijnaam ‘la ville rouge’ danken. De kerk zou zelfs de grootste bakstenen kathedraal ter wereld zijn. En dan heeft hij ook nog een klokkentoren die hoger is dan die van de Nôtre-Dame in Parijs. Deze werd gebouwd om de overwinning van de katholieken op de katharen te vieren, als een niet te missen waarschuwing aan iedereen die nog steeds twijfelde welke religie hij moest kiezen. Daarvoor, in de 12de en 13de eeuw, was Albi deel van de kathaarse ›

De deuren van de middeleeuwse vakwerkhuizen in Albi nodigen uit om open te duwen. Zo sta ik ineens in een sprookjesachtige tuin

beweging. Voordat ze definitief werden weggevaagd, hadden de katharen, die ook ‘Albigeois’ werden genoemd, generatieslang geleden onder de gewelddadige, brute onderdrukking door de rooms-katholieke kerk. Maar laat morele afkeuring je niet weerhouden de kathedraal in te gaan. Binnen zal de enorme overvloed aan middeleeuwse tempera, fresco’s en decoraties je de adem benemen. Schuin tegenover de kerk staat het Palais de la Berbie, waar de bisschoppen woonden. In dit reusachtige sprookjeskasteel zit nu een museum dat is gewijd aan het werk van de bekendste zoon van Albi, de kunstenaar Henri de Toulouse-Lautrec. En dat terwijl hij enorm de pest had aan Albi en naar Parijs vluchtte. Het kasteel heeft een verrassende landschapstuin die lijkt op een gigantisch borduurwerk van vegetatie. Terwijl ik me koester in de behaaglijke middagzon op het met gouden wijnranken overdekte wandelpad, geniet ik van het uitzicht op de Tarn en de Pont Vieux. De oude brug is gebouwd in 1040 en een van de oudste nog in gebruik zijnde bruggen van Frankrijk. Vroeger was het een tolbrug, met een kapel en huizen erop.

Onneembare vesting

Vanuit Albi ben je zo in een heerlijke middle of nowhere. De streek wordt doorkruist door fiets- en wandelpaden, zoals de GR46 over de oude weg naar Santiago de Compostella, en buiten de hete zomer is het bijzonder aangenaam om er te wandelen. Zo kun je onderweg ook een handvol dorpen bij Albi bezoeken die op de officiële lijst van de ‘Mooiste Dorpen van Frankrijk’ staan, zoals Castelnau-deMontmiral. In dit stille middeleeuwse stadje komt je verbeelding los, als je door de bochtige, nauwe straatjes zwerft en de 13de-eeuwse vestingwerken bekijkt. Boven op een rotsige uitwas gepropt, met uitzichten zo ver het oog reikt, werd Castelnau-deMontmiral in 1222 gesticht als bastide. De bastides werden na de kruistochten gebouwd als ‘nieuwe steden’, met als voorwaarde dat de markt in het centrum zou komen, en niet de kerk. De markt is hier de mooie Place aux Arcades, compleet met schandpaal die ooit diende voor dieven en overspelige vrouwen. Castelnau-de-Montmiral heeft een heldhaftig verleden. Tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) werd het stadje belegerd door de Engelse Zwarte Prins, maar de inwoners hielden stug stand, tot de belagers het opgaven. Ook later, tijdens de Franse godsdienstoorlogen, weerstonden de dorpelingen belegeraars, waardoor de stad de reputatie kreeg absoluut onneembaar te zijn. Daarmee werd het ook een uitzonderlijk goed bewaard voorbeeld van deze bastides, die typisch zijn voor Zuidwest-Frankrijk.

2400 jaar wijnbouw

De streek rond Albi staat ook bekend om zijn wijn. Het wijngebied ten westen van Albi, met in het hart het dorp Gaillac, wordt ‘klein Toscane’ genoemd, en niet voor niets. De zachtglooiende heuvels met cipressen, schilderachtige pigeonniers en eenbaanswegen die tussen de wijngaarden door lopen, vormen het decor voor een van de oudste appellations van Frankrijk. Hier wordt al 2400 jaar wijn verbouwd, en de wijn van Gaillac was al populair in Europa lang voordat de wijnen van Bordeaux dat werden. De monniken van de Abbaye Saint Michel produceerden en distribueerden in de Middeleeuwen als eersten Gaillac-wijn, en ze richtten al in de › Uiterst links: de binnenstad van Albi. Overige foto’s: lokale lekkernijen, onder andere op de zondagmarkt in Saint-Antonin-Noble-Val, die bekendstaat als de beste van de streek.

De streek wordt doorkruist door fiets- en wandelpaden, en buiten de hete zomer is het bijzonder aangenaam om er te wandelen

Boven: ook de kat zomert na, in Bruniquel. Onder en rechterpagina: Saint-Antonin-Noble-Val.

14de eeuw een wijnmakersgilde op. Om de wijnstokken te voeden stelde dat gilde het gebruik van duivenmest verplicht, wat deels het grote aantal duiventillen in dit gebied verklaart. Maar volgens Duncan Geddes van de wijngaard van Château de Mayragues is de trend in de wijnbouw tegenwoordig om minder nadruk te leggen op het keurmerk AOP (Appellation d’Origine Protégée) en meer op de manier waarop de wijn wordt verbouwd. Zijn familiedomein is weliswaar een gevestigde naam als Gaillac AOP-wijngaard (de oudste wijnstokken zijn negentig jaar oud), maar het is ook een van de weinige die biodynamische wijn maken. “Slechts vier procent van de hedendaagse wijnmarkt is biodynamisch”, zegt Duncan. Zijn ouders restaureerden het 12de-eeuwse château in de jaren tachtig (met twee slaapkamers voor B&B-gasten) en sindsdien zijn ze altijd pioniers gebleven in de productie van ecologische wijn. “We waren al volledig biodynamisch bezig voordat iemand het er over had.” Het verbouwen en verwerken van de druiven op hun twaalf hectare grond wordt helemaal met de hand gedaan, want tractoren zouden de bodem beschadigen volgens Duncan. Bovendien wordt bij het ploegen en de druivenpluk gelet op de omloop van de planeten. Zo is het op Château de Mayragues volstrekt normaal om koeienhoorns gevuld met koeienpoep te begraven bij afnemende maan en ze zes maanden later weer op te graven. Wat je daar ook van mag denken, de resultaten mogen er zijn. Na een uitgebreide proefsessie in hun cave besluit ik dat mijn favoriete wijn Les Mages 2018 is. Hij bevat zeventig procent braucol, de oude Gaillac-druif die op grote schaal werd verspreid door ondernemende monniken op weg naar Santiago de Compostella. De wijn rijpt in eikenhouten vaten en wordt als volgt beschreven: ›

Op Château de Mayragues is het volstrekt normaal om bij afnemende maan koeienhoorns gevuld met koeienpoep te begraven

Links en boven: Saint-Antonin-Noble-Val.

Ook de kat zomert na, in Bruniquel. ‘Complex en krachtig, met een neus van zwarte bes, geroosterde peper, pruimen en blonde tabak.’ En dat alles voor maar veertien euro per fles.

Bruisende gemeenschap

Ten noorden van Gaillac schurkt het kleine plaatsje Saint-Antonin-Noble-Val tegen de witte kliffen van de Gorges de l’Aveyron. In de zomer is dit een populaire bestemming om te kanoën en het pittoreske centrum wordt dan overlopen, maar begin oktober is het lekker rustig. Het Maison Romane, gebouwd in 1125, zou het oudste civiele gebouw van Frankrijk zijn en in de Middeleeuwen werden hier kleine kanalen aangelegd voor de leerlooierij. De voedselmarkt op zondagochtend staat bekend als een van de beste van de streek. Maar dit fotogenieke plaatsje is niet stil blijven staan in de tijd. Er zijn veel jongeren uit andere delen van Frankrijk verhuisd naar Saint-AntoninNoble-Val. Parijzenaars en Toulousianen onder anderen, die worden aangetrokken door de lage vastgoedprijzen en een bruisende gemeenschap. Er zijn veel kunstenaars en ambachtslieden en er worden allerlei groene en sociale projecten opgestart, van ecologische woningen tot regenwateropvang, gedeelde groentetuinen en cafés. In plaats van een gratis bibliotheek kom ik een grainothèque (zadenbibliotheek) tegen, met pakjes pompoenzaden en happiness seeds, gratis voor iedere geïnteresseerde voorbijganger. Ik maak ook een fascinerende natuurwandeling met een gids die me leert welke medicinale planten je in het wild kunt aantreffen. En ’s middags verken ik de vele boetiekjes en galeries, die samen een verrassend levendige kunstenaarsscene vormen voor een klein stadje als dit. Dan is het alweer tijd om deze streek te verlaten, waar de aarde gul geeft als de herfst de bladeren goud kleurt en waar je zo heerlijk kunt onhaasten. Gelukkig heb ik mijn fles Les Mages nog.

Château de Mayragues

Graine de Pastel

Tips & adressen

SLAPEN

L’Autre Rives (Albi) Dit luxe maison d’hôtes is een karakteristiek huis uit de jaren dertig aan de rivier. Prachtig ingericht met ultrachic antiek, van samoeraizwaarden tot gesigneerde meubelstukken van Charles Eames & Inga Sempé. Vijf suites, een grote tuin, zwembad en sauna. Kamers vanaf €110. lautrerives.com Le Château de Mayragues (Castelnau-de-Montmiral) Een mooi gerestaureerd 12deeeuws château met adembenemende panorama’s vanuit de twee gastenkamers. Je ontbijt in de banketzaal, met de permanente geur van houtrook die je eeuwen terug in de tijd voert. Kamers vanaf €130. chateau-de-mayragues.com Les Vents Bleus (Donnazac) Vijf slaapkamersuites, zwembad (21 graden in oktober) en rust. Kamers vanaf €100. lesventsbleus.com

ETEN

Amapola Kitchen (Albi) De slogan ‘creatief hedonistisch eten’ maakt de jonge chef volledig waar. Seizoensgerechten met een twist: ik nam de herfstige pompoenkokossoep met hazelnootolie en wilde kruiden met een gougère van geitenkaas, en het chocowasabiganachedessert was net zo geweldig als het klinkt. Lunchmenu €14, 100, rue Porta. facebook.com/amapola.kitchen Natura Café (Albi) Dit gezellige café aan de voet van het 12deeeuwse Hôtel de Fenasse is perfect om even op te warmen. Grote keus, van een chili warme chocolademelk, een ‘sunshine latte’ (kurkuma, gember en vanille) tot een thé de l’amour (rooibos, groene maté en rozenblaadjes) en snacks gemaakt van producten van organische landbouw. 1, rue des Foissants. fr-fr.facebook.com/naturaalbi Chez Pigassou (Bruniquel) Bruniquel is een van de mooiste dorpen van Frankrijk, maar een bezoek is alleen al de moeite waard vanwege dit restaurant in een interieurwinkel. De salade de foie gras XXL (met truffelzout en zelfgemaakte jam, à €20) is een knockout. 8, rue de l’Hopital. chezpigassou.com

SHOPPEN

L’Alternative Française (Albi) In deze conceptstore is alles made in France. Zoals een skateboard bedrukt met beelden uit de kathedraal van Albi of de handgestikte kwaliteitsespadrilles. alternative-francaise.fr Graine de Pastel (Albi) Heerlijke, organische huidverzorgingsproducten 38, rue Mariès. grainedepastel.com Trésors d’Occitanie (Saint-Antonin-Noble-Val) Acht ambachtslieden werken hier samen, met natuurlijke producten en waar mogelijk met oude, nietgemechaniseerde technieken. Onder andere te koop: fraaie sjaals gekleurd met plantaardige verfstoffen en gemaakt van zelfgekweekte planten als wede en rabarber. 19, place du Buoc. facebook.com/tresorsdoccitanie82

DOEN

Musée Toulouse-Lautrec (Albi) Kunstenaar Henri de ToulouseLautrec is geboren in Albi en zijn karakteristieke affiches betoverden het Frankrijk van de belle époque. In het sprookjesachtige 13deeeuwse Palais de la Berbie bevindt zich de grootste verzameling van zijn werk ter wereld. Toegang €10. Gesloten tijdens lunch en op maandag. musee-toulouse-lautrec.com La Maison des Vins (Gaillac) De monniken van deze abdij waren de eersten die in de Middeleeuwen Gaillacwijn maakten en distribueerden. Nu zit in hetzelfde gebouw het Maison des Vins, waar je meer dan 100 lokale wijnen kunt kopen. Abbaye Saint Michel. vins-gaillac.com/venir-nous-voir/ la-maison-des-vins Ferme Équestre de Saint-Gauzy (La Rouquette) Interactieve sessies tussen paard en mens om je welzijn en zelfvertrouwen te verbeteren. Individuele sessie van 1,5 uur: €57. Saint-Gauzy. equigauzy12.fr

Gastcolumnist Leven in Frankrijk

Paul

Cabaretier en schrijver Paul van Vliet heeft een huis Zuid-Frankrijk waar hij de zomermaanden doorbrengt. Voor Leven in Frankrijk beschrijft hij nu en dan kleine avonturen en mooie ervaringen uit zijn Franse dorp.

De dorpsdokter

Onze Franse dorpsdokter Frédéric houdt ’s morgens spreekuur van 9.00 tot 12.00 uur en ’s middags van 14.00 tot 17.00 uur. Na vijven mag je ook nog naar binnen en je hoeft geen afspraak te maken. De voordeur staat altijd open en daarachter is een tussendeur met een vrolijk rinkelend belletje. Daardoor weet de dokter dat er iemand in de wachtkamer zit. Daar staan een doorgezakte leren bank en acht stoelen in acht verschillende stijlen. Van wit plastic tot donker mahoniehout. De tijdschriften zijn beduimeld en van twee jaar geleden. Dokter Frédéric heeft altijd alle tijd en praat graag over muziek en kunst en kijkt nooit op zijn computer maar naar mij. “Je ogen staan anders dan vorig jaar”, zegt hij als ik hem bezoek voor keelpijn. “Onrustig en een beetje droevig. Hoe komt dat?” Ik zeg dat ik me zorgen maak over de wereld en moeite heb met ouder worden. “Aan geen van beide kan je iets veranderen, dus neem een groot glas wijn of ga een paar uur wandelen”, zegt dokter Frédéric.

Soms is hij er niet. Dan is hij op stap met zijn grote bas en een jazztrio. Op donderdagavond speelt hij in het dorpscafé. Hij vindt het leuk als wij dan komen luisteren. Een consult kost dertig euro, contant te betalen. Het geld gaat in een doosje op zijn bureau. Zijn diagnoses zijn tot nu toe altijd juist geweest. Medisch inzicht met veel intuïtie, denk ik. Dokter Frédéric doet mij denken aan onze huisarts toen ik nog een kind was: dokter van Hilten. Die heeft ons allemaal ter wereld geholpen en kende de hele familie. Als je ziek was, kwam hij op huisbezoek, ging gezellig op je bed zitten en vertelde verhalen over gekke ooms en tantes en mijn grootouders, die hij als jonge dokter ook al had genezen. Een dokter, maar ook een huisvriend, een vader en een psychiater.

Bij mijn huisartsenpraktijk in Rijswijk hoor je nu al tweeënhalf jaar een boodschap als je belt: ‘Wegens extreme drukte en onderbezetting ben je alleen welkom als spoedgeval.’ Als ik me als zodanig naar binnen heb gelogen, mag ik in de lege wachtkamer plaatsnemen. Mijn eigen dokter is er niet. Ik word geholpen door een vervangster. Zij kijkt op haar computer om te zien wie ik ben. Dan wordt ze weggeroepen. Haar man kan de kinderen niet van school halen want hij staat in de file achter boze boeren. Met haar jas al half aan schrijft ze een recept voor een pil om te kalmeren en vertrekt dan haastig naar een basisschool elders in de stad.

De apothekersassistente zegt dat het voorgeschreven middel niet beschikbaar is omdat de levering uit India stagneert. Ik kan wel een zelftest krijgen voor apenpokken. Ik zeg dat ik geen wisselende contacten met heren onderhoud. “Maar u zit onder de bulten”, zegt zij. Ik zeg: “Dat komt omdat ik gisteren in het Uddelermeer heb gezwommen. Daar stikt het van de muggen.”

Ontregeld en een beetje kribbig rij ik naar huis. Het regent en ik kan mijn auto niet kwijt. Ik verlang naar mijn Franse dorp. Ze zeggen dat de Fransen best iets willen veranderen, als er maar niets verandert. Ik denk aan mijn dorpsdokter Frédéric en zeg hardop: “Dat wil ik óók niet!”

“NEEM EEN GROOT GLAS WIJN OF GA EEN PAAR UUR WANDELEN”, ZEGT DOKTER FRÉDÉRIC