6 minute read

Themadossier ...

Next Article
Mobiliteit ...

Mobiliteit ...

Dag van de Zorg

Op zondag 19 maart is het Dag van de Zorg, en zetten verschillende zorg -en welzijnsorganisaties de deuren open voor het grote publiek. In dit themanummer warmen we alvast op! We laten drie inwoners of lokale organisaties aan het woord die actief zijn in de brede zorgsector. Het resultaat? Stuk voor stuk boeiende, warme babbels!

Advertisement

Els Matthysen, leidinggevende bij Woonhuis Niel: “Dat mensen hier hun hele leven lang een thuis vinden, is fantastisch”

Hoe hebben uw team en de bewoners de coronacrisis beleefd?

“Dat was een zeer pittige periode: we moesten erover waken dat de bewoners voldoende afstand hielden in de gemeenschappelijke ruimtes, coronazieken verzorgen en vermijden dat het virus zich verder verspreidde. Er mocht ook geen bezoek komen en de bewoners konden niet gaan werken. Dat zorgde voor stress bij ons allemaal.”

“Met onze zorg proberen we zoveel als mogelijk te beantwoorden aan de individuele noden van iedere bewoner. Bijvoorbeeld: wie graag creatief bezig is, kan dat doen. Sportfanaten krijgen de kans om hun lievelingssport te volgen. We zijn er, ondanks alle coronamaatregelen, wel in geslaagd om die zorg op maat te blijven bieden.”

Els (tweede van links), met een collega en enkele bewoners

Els, hoe ziet uw werkdag er gewoonlijk uit?

“Als leidinggevende moet ik vooral zorgen dat alles vlot verloopt voor de bewoners en de begeleiders. Momenteel wonen hier twaalf mensen met een verstandelijke beperking of autisme. De jongste bewoner is 28 jaar, de oudste 67 jaar. Als hun gezondheid het toelaat, kunnen ze hun hele leven hier wonen.”

“Daarnaast hebben we een logeerkamer waar andere cliënten van Pegode vzw, waar wij deel van zijn, tijdelijk kunnen verblijven. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die bij hun ouders wonen, maar eens willen ontdekken hoe het is om zelfstandiger te leven. Of cliënten van wie de ouders op vakantie zijn.”

Was het een bewuste keuze om in deze specifieke tak van de zorg aan de slag te gaan?

“Ik ben hier eerder toevallig terechtgekomen en blijven plakken, uit engagement om dit project verder uit te bouwen. Dat ik in de Rupelstreek de liefde vond, zal er ook wel iets mee te maken hebben (lacht).”

Is werken in de zorg dan toch een roeping?

“Zover zou ik niet gaan, maar dat zorgende is wel iets dat in jou zit. Als kind en tiener kwam ik graag onder de mensen en was ik sociaal geëngageerd.”

Hoe ziet u uw toekomst in de zorgsector?

“Ik werk hier intussen 38 jaar, eerst als begeleider en nu als leidinggevende, en blijf hier zeker. We hebben nog enkele mooie plannen die ik graag wil realiseren!”

Monique Van Acoleyen, chauffeur bij de Minder Mobielen Centrale:

“Terug een uitstapje kunnen maken, familie bezoeken of een hobby uitoefenen is soms nog het beste medicijn”

Wat doet de Minder Mobielen Centrale precies?

“Onze Minder Mobielen Centrale vervoert mensen uit de Rupelstreek en Aartselaar die minder mobiel zijn. De bestemmingen lopen heel erg uit elkaar: dat gaat van het ziekenhuis, de supermarkt of familiefeesten tot uitstapjes zoals naar een restaurant, de markt of zelfs sportlessen. We rijden eigenlijk overal naartoe, zolang het in België ligt (lacht). Onze chauffeurs zijn 7 dagen op 7 beschikbaar, ook op feestdagen. Vooraf een rit reserveren is wel nodig.”

“We vervoeren ook heel diverse mensen: personen met een beperking, mensen die slecht ter been zijn of die hun partner verloren en zelf niet (meer) met de auto kunnen rijden, … . Iedereen die hulpbehoevend is, kan bij de Minder Mobielen Centrale aankloppen.”

Hoe bent u erin gerold?

“Via mijn dochter, die al langer chauffeur was. Ik twijfelde eerst om zelf de stap te zetten, omdat ik geen lange afstanden wilde rijden. Maar toen het voor Vlotter oké was om enkel korte ritten te doen, ben ik in 2016 gestart.

Naast mensen vervoeren help ik ook bij de inschrijvingen van nieuwe cliënten. Ik doe dat allebei met ontzettend veel plezier!”

Wat vindt u het fijnste aan werken voor de Minder Mobielen Centrale?

“Mensen kunnen helpen en hen weer een stukje van hun vrijheid bieden. Een bezoek aan de kapper brengen, een terrasje doen of terug een hobby kunnen uitoefenen, doet zoveel deugd. Het tovert keer op keer een glimlach op het gezicht van onze cliënten, en daar doe je het voor.”

Nele Van Broekhoven, directeur woonzorgcentrum Maria Boodschap:

“Ouderenzorg is al lang veel meer dan alleen medische zorg bieden. Mensen leven hier”

Het woord zegt het zelf: we zijn een woon + zorg + centrum. We moeten dat ook duidelijker maken aan de buitenwereld.”

“Verder moeten we erop toezien dat de zorg toegankelijk blijft, in de ruime zin van het woord: er hangt vandaag een stevig prijskaartje aan verblijven in een woonzorgcentrum. Hierdoor kunnen mensen het zich soms niet veroorloven om naar een woonzorgcentrum te gaan of kiezen ze noodgedwongen een goedkopere plek waar ze zich minder goed voelen. Daarnaast moeten de andere types ouderenzorg gepromoot worden. We hebben bijvoorbeeld assistentiewoningen, een dagverzorgingscentrum, een kortverblijf, … en die zijn niet zo bekend. En zoals het spreekwoord zegt: ‘onbekend is onbemind’!”

Een woonzorgcentrum klinkt als een bijzondere plek om te werken, vertel!

“Met 134 bewoners is het hier zeker boeiend én uitdagend. Als woonzorgcentrum willen voor hen zoveel mogelijk een thuisgevoel creëren, met nadruk op het ‘gevoel’: wat onze bewoners thuis hadden, kunnen we natuurlijk nooit nabootsen. Daarnaast bieden we zorg, zoals wassen, aankleden, … . De balans vinden tussen wonen en zorgen is niet eenvoudig.”

“Dat zie je ook in de perceptie die mensen hebben van woonzorgcentra: ze denken nog vaak dat er enkel zorg wordt verleend. Maar mensen wonen hier echt, en kunnen nog altijd een hobby uitoefenen of lid blijven van een vereniging. Iedereen is hier trouwens welkom om een tasje koffie te drinken in de cafetaria.”

Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst in de ouderenzorg?

“Vooral blijven inzetten op de ommezwaai maken van louter zorg verlenen naar meer aandacht voor wonen en leven.

“We merken trouwens dat al eens proeven van die tussenvormen de drempel verlaagt om permanent te verhuizen naar een woonzorgcentrum. Uiteraard blijft je huis verlaten een ingrijpende gebeurtenis. Je moet afscheid nemen van wat je daar allemaal had en beleefde, het duidt aan dat je in je laatste levensfase zit en je moet weer leren samenleven met anderen. Nieuwe bewoners doorlopen vaak een niet te onderschatten rouwproces.”

U hebt zelf een diploma rechten, maar met de zorg koos u voor een heel andere wereld. Waarom?

“Ik wilde eigenlijk advocaat worden. Maar tijdens mijn studies besefte ik dat het niets voor mij was; ik wilde écht iets kunnen doen voor anderen. Uiteindelijk ben ik bij een mutualiteit gestart en er tien jaar met veel plezier als leidinggevende gewerkt. Toen kwam deze functie op mijn pad. Wat mij vooral aantrekt is dat ik als directeur moet zorgen voor zij die zorgen (red. de zorg -en verpleegkundigen). Dat zie ik als mijn hoofdtaak.”

Hoe kijkt u persoonlijk naar ouder worden?

Ik ben er eigenlijk helemaal nog niet mee bezig (lacht)! Als het ooit zover komt, zal ik misschien minder moeite hebben om hulp te zoeken. Waarschijnlijk zal ik wel kritischer zijn dan de doorsnee bewoner.

Themadossier: Dag van de Zorg

Welzijnsloket in Niel

Heeft u hulp nodig om uw pensioen, een parkeerkaart of een mantelzorgpremie aan te vragen? Wil u meer weten over een tegemoetkoming bij ziekte of een beperking van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid of de Vlaamse Zorgkas? Zoekt u thuishulp, een klusjesdienst, gratis juridisch advies, …? Bent u minder mobiel en heeft u vervoer nodig? Of voelt u zich niet goed in uw vel?

Bij het Welzijnsloket luisteren we naar u, geven we u raad en verwijzen we u eventueel door. U kan ons contacteren op welzijn@niel.be of 03 451 11 45. Of kom langs! Een afspraak maken is nodig, en kan via afspraak.niel.be of 03 451 11 10.

Gratis levensreddende “Gele Doos” voor 70-plussers

Wanneer u in nood bent is het belangrijk dat de hulpdiensten over de juiste gegevens beschikken om u gepaste hulp te bieden. Denk maar aan persoonlijke informatie, een overzicht van medicatie of allergieën. Daarom is er de “Gele Doos”: een bewaardoos die deze info over u bevat. U zet die in uw koelkast, zodat de hulpdiensten ze snel kunnen vinden in noodsituaties.

Ons lokaal bestuur biedt, in samenwerking met de Eerstelijnszone Rupelaar en Vlotter, alle 70- tot 75-jarigen in Niel een gratis exemplaar aan. Vorig jaar werden alle 75-plussers al uitgenodigd.

In maart krijgen daarom alle Nielenaren tussen 70 en 75 jaar een persoonlijke uitnodiging om hun Gele Doos op te halen. Dat kan alleen op een van de afhaalmomenten die in de brief staan én na afgifte van het bijgevoegde afhaalstrookje. Andere geïnteresseerden kunnen vanaf 1 juni een Gele Doos aankopen (€ 3 per stuk).

Info: www.niel.be/gele-doos

Tele-Onthaal zoekt Luisterhelden

Wil u een luisterend oor bieden aan mensen die het moeilijk hebben, en zo een verschil maken in iemands leven? Word dan telefoon- of chatvrijwilliger bij de hulplijn van TeleOnthaal, waar mensen anoniem en gratis terecht kunnen voor emotionele steun en een oprechte babbel. Een nieuwe vrijwilligerstraining start op zaterdag 25 maart in Antwerpen.

Meer informatie: www.tele-onthaal.be/word-vrijwilliger

This article is from: