Kortrijkrijwoning

Page 18

We volgen de IJzerkaai tot het uiterste, ja, zelfs over de brug aan de Skate Bowl (waar we negen kansen op tien een gratis spontane show kunnen meemaken) tot we rechts de Minister Liebaertlaan vinden, die wij langs de rechterwand bewandelen. pp Deze laan staat (quasi) vol met rijwoningen voor de betere bourgeoisie, ook wel burgerhuizen genoemd. Aan de overzijde (nummer 78-80 en 58-70) werden cottages (1925) ontworpen door de architecten-broers Moumal. Wat op nummer 66 gebeurde moet met een heel dikke mantel der liefde bedekt worden. Aan onze zijde bouwde Richard Acke (ja, hij weeral) een nieuwe zakelijke maar niet overtuigende dubbelwoning (1928) op nummer 55-57. Pronkstuk van de laan is wel het als monument beschermde complex (1928) met fabriek, burelen en woning op nummer 53: ‘den BST’ (Belgian Seading Trading) in geometrische Art Deco. Het gebouw heeft een schitterende inkomhal met bas-reliëfs, die de verschillende stappen van de vlasverwerking weergeven.

In nummer 37 van de Minister Liebaertlaan vinden we een pri­ vate doorgang naar het Guido Gezellepad langs de Leie maar we draaien pas achter de mooie burgerwoning (1932) op num­ mer 35 naar rechts, richting hetzelfde pad. Wat eerst lijkt op een even private lange dreef tussen bomen en parkeerplaatsen leidt ons voor de gevel van een meubelwinkel naar rechts, richting pad, Leie en rijwoonboten. Aan de Leie aangekomen volgen we het water naar links, richting centrum. Na honderd meter, net na een houten brug, kunnen we links de Kleine Leiestraat ne­ men, draaien we bijna onmiddellijk rechts en wandelen we (langs Delvaux, Magritte, Spilliaert, Ensor en tenslotte Servaes) rond het 16

Guldenbergplantsoen, dat we letterlijk constant links laten liggen. bb Rond deze stedelijke oase (in lang vervlogen jaren een vluchtoord voor de nonnen van de Wevelgemse Guldenbergabdij) met een superbe romantische tuin (inclusief een gietijzeren bruggetje) ligt het onvolprezen wooncomplex ‘Leieboorden’ (1998-2004), ontworpen door de eerste Vlaamse bouwmeester, bOb Van Reeth, en zijn AWG Architecten.

Onze kaartleeskunde wordt beloond met Benoits Poortje, onderaan een grote witte achtergevel. De naam van de door­ gang zoeken we tevergeefs. pp Deze doorgang dankt zijn naam aan de vroegere eigenaar van Hotel Messeyne in de Groeningestraat.

Groeningestraat. Links. pp Op nummer 17 vinden we inderdaad Hotel Messeyne, een beschermd monument met een 14de eeuwse kern, dat in 1846 het woonhuis en de ververij werd van textielfabrikant Benoit. Het hotel (2004-2005) werd uiterst smaakvol ingericht door architecten Didier Degezelle, Piet Sileghem en Stéphanie Laporte. Op nummer 19 staat het ‘Vlaams Huis’ (1912), het clubhuis van een kunstenaarsgenootschap en een ontwerp van (opnieuw) architect Richard Acke, die samen met zijn broer en meubelontwerper Victor de artisanale Arts & Crafts probeerde te verzoenen met de sobere lijn van Berlage.

bb Op nummer 31 vinden we een uiterst boeiende en smalle rijwoning in postmoderne stijl.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.