2 minute read

Premie voor geconventioneerde zorgverleners

Zorgverleners krijgen dit jaar vanuit de Overheid een premie toegekend die moet helpen bij de stijgende kosten van het afgelopen jaar. Het is – tegen het standpunt van AXXON in – beslist dat dit enkel aan geconventioneerde zorgverleners uitgekeerd zal worden.

De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid wil hiermee een dubbel doel bereiken. Naast hen compenseren voor de sterk stijgende energieprijzen, personeelskosten,... wil hij de zorgverleners ook aanmoedigen om toe te treden tot de akkoorden/ overeenkomsten voor hun sector en zich aan de officiële RIZIV-tarieven te houden en geen kosten door te rekenen aan hun patiënten.

De 100 miljoen euro die in de RIZIV-begroting voor deze steunmaatregel is opzij gezet, wordt verdeeld over 12 zorgberoepen - van artsen tot bandagisten.

Elk geconventioneerde zorgverlener vertrekt met eenzelfde basisbedrag. Daarvoor wordt de helft van de 100 miljoen verdeeld over alle geconventioneerde beroepsbeoefenaars in de 12 sectoren - een arts krijgt hiervan dus evenveel als een kinesitherapeut of een audicien.

De andere helft van het bedrag is afhankelijk van de ‘conventiegraad’ in de sector. Het RIZV verdeelt hier het bedrag over alle zorgverleners in de verschillende sectoren, ongeacht of ze zich houden aan de officiële tarieven of zijn uitgetreden uit het akkoord/de overeenkomst voor hun sector.

Maar het bedrag dat dan bestemd is voor de zorgverleners binnen één sector, bijvoorbeeld de kinesitherapeuten, wordt dan uitsluitend verdeeld over de geconventioneerde zorgverleners in die sector. Zorgverleners in een sector met een lage conventiegraad krijgen daarmee een grotere premie.

Minimumactiviteitsdrempel

Er wordt alleen rekening gehouden met zorgverleners die een minimumactiviteit binnen de ziekteverzekering hebben. Om de premie te kunnen krijgen moet die activiteit in 2023 ook een bepaalde drempel bereiken. Daarom wordt gekeken naar de in 2023 aan het RIZIV gefactureerde bedragen. Die moeten in totaal minstens 20% bedragen van de mediaan van wat zorgverleners tussen 45 en 55 jaar oud in de betreffende sector aan het RIZIV aanrekenen.

Voor verstrekkers die in een forfaitair systeem werken (wijkgezondheidscentra, medische huizen) telt het aantal uren dat ze in de praktijk werken (minstens 20% van een VTE).

Het RIZIV voorziet nu de premie in het tweede semester van 2023 uit te betalen. Enkel voor wie dan nog niet de minimum activiteitsdrempel heeft bereikt zal premie later worden betaald. De uitbetaling gebeurt automatisch. Zorgverleners moeten er alleen voor zorgen dat ze hun juiste rekeningnummer in ProGezondheid hebben opgegeven.

Het RIZIV berekende al een richtbedrag voor de verschillende sectoren, maar het juiste bedrag zal later volgen wanneer de gegevens nodig voor de berekening volledig bekend zullen zijn. Voor artsen zou de premie 1.072,63 euro bedragen. Het laagste bedrag krijgen de audiciens met 967,45 euro. Kinesitherapeuten krijgen 1.197,35. Tandartsen 1.634,62 euro.

Het hoogste bedrag geldt voor de apothekers: 1.790,00 euro. Maar bij apothekers wordt de premie berekend per officina en niet per individuele apotheker.

Standpunt AXXON

AXXON kon zich niet akkoord verklaren met het voorbehouden van de zogenaamde ‘crisispremie’ enkel voor geconventioneerde zorgverleners. Alle kinesitherapeuten die een eigen kabinet uitbaten krijgen te maken met dezelfde hoge energiekosten, ongeacht hun conventiestatus. AXXON heeft daarom voorgesteld om de voor de sector voorziene enveloppe (16 miljoen euro) aan te wenden voor een verhoging van de honoraria, die niet automatisch geïndexeerd worden naargelang de inflatie en daardoor achterop lopen op de gestegen levensduurte. Op deze manier komt het bedrag van de crisispremie ten goede aan alle kinesitherapeuten die hun kosten afgelopen jaar exponentieel zagen stijgen.

De beleidscel en het RIZIV wilden hier echter niet op ingaan en tijdens het laatste Verzekeringscomité van 2022 is het dossier meerderheid tegen minderheid goedgekeurd.

This article is from: