17 minute read

hoofdstuk 7 Financiële informatie

hoofdstuk 7

Financiële informatie

Advertisement

Het beschikbare eigen vermogen ultimo 2011 bedraagt EUR 1.685.177 Hiervan is EUR 1.160.760 geïnvesteerd in materiële vaste activa en EUR 96.764 bestemt voor renovatie van de verwarming en de parkeerplaats in Rotterdam. Het restant van EUR 427.653 wordt, tezamen met de voorzieningen aangehouden in de vorm van spaargelden.

Het saldo liquide middelen nam ten opzichte van voorgaand jaar toe met EUR 258.605 (2010 afname: EUR 134.024). Zie voor de toelichting het kasstroomoverzicht.

Financieel beoordelingskader Inspectie van het

Onderwijs

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in 2009 een commissie vermogensbeheer Onderwijsinstellingen ingesteld. Op basis van het rapport van deze commissie van 29 september 2009 heeft de Inspectie van het Onderwijs een financieel beoordelingskader uitgewerkt waarop de scholen beoordeeld worden. De Inspectie van het Onderwijs heeft dit nieuwe beoordelingskader in februari 2010 aan de scholen bekend gemaakt. In deze paragraaf wordt aan dit financiële beoordelingskader gerefereerd.

Current ratio

De current ratio geeft aan of de vereniging in staat is om op korte termijn aan de financiÎle verplichtingen te voldoen. De current ratio is een kengetal voor de zogenoemde statische liquiditeit. Het geeft antwoord op de vraag of er voldoende liquide middelen zijn om de bestaande verplichtingen op korte termijn na te komen. Een waarde van één (1) geeft aan dat dat precies het geval is. Voor alle zekerheid is het gewenst dat de liquiditeit iets hoger is. Per 31 december 2011 bedraagt voor de vereniging de current ratio 1,70 (2010: 1,35). De Inspectie van het Onderwijs heeft aangegeven dat de ondergrens voor de liquiditeitsratio 0,5

is en de bovengrens 1,5. De current ratio van de GSR is in 2011 boven deze bovengrens gekomen, door toename van de liquide middelen en afname van de kortlopende schulden.

Solvabiliteitsratio

Een maatstaf voor de financiÎle soliditeit van een instelling wordt weergegeven met het kengetal solvabiliteit. Solvabiliteit wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Voor de vereniging is de solvabiliteit per 31 december 2011 0,40. Ultimo 2010 bedroeg deze 0,37. Deze ratio is in 2011 licht hoger door een afname van de kortlopende schulden met EUR 281.440 en een toename van het eigen vermogen met EUR 161.518. De Inspectie van het Onderwijs heeft in haar beoordelingskader aangegeven dat de ondergrens voor de solvabiliteit 0,20 is. Het beoordelingskader bevat geen bovengrens.

Weerstandvermogen

Het rapport van de genoemde commissie vermogensbeheer Onderwijsinstellingen adviseert het begrip weerstandsvermogen niet meer te gebruiken. In plaats daarvan komen een ondergrens aan het eigen vermogen (op basis van de solvabiliteitsratio) en een bovengrens aan de kapitalisatiefactor. Voor de volledigheid en de continuïteit in de jaarverslaggeving wordt de ontwikkeling van het weerstandsvermogen, hier nog wel vermeld. Het weerstandvermogen is het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van alle baten in een jaar inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone baten. Met de VO-raad zijn in het verleden signaleringsgrenzen voor het weerstandsvermogen afgesproken van 10% en 40%. Die signaleringsgrens kan door alle belanghebbenden als een eerste signaal worden gebruikt om de reservepositie van het bevoegd gezag te beoordelen. Een weerstandvermogen <10% kan duiden op een risicovolle situatie in verband met te weinig reserves. Bij een weerstandvermogen >40% is de kans groot dat de financiële reserves te hoog zijn. Het weerstandvermogen van de vereniging bedraagt op

31 december 2011 18%, op 31 december 2010 was dit 16%. De toename wordt veroorzaakt door een kleine toename van het vermogen en een afname van de baten. Gelet op de hoogte van de voorzieningen voor onderhoud en personeel en onze verwachting dat het aantal leerlingen de komende jaren stabiel tot licht dalend zal zijn, mag verondersteld worden dat het weerstandvermogen voldoende is.

Kapitalisatiefactor

De kapitalisatiefactor is een door de commissie vermogensbeheer onderwijsinstellingen geïntroduceerd nieuw kengetal, wat door de Inspectie van het Onderwijs is overgenomen in haar financieel beoordelingskader. Voor de berekening van de kapitalisatiefactor wordt het totaal vermogen exclusief gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten. De kapitalisatiefactor is bedoeld om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal, niet of inefficiÎnt benutten voor de vervulling van hun taken. Volgens de Inspectie van het Onderwijs is de signaleringsgrens voor de GSR op basis van de grootte van de instelling 0,52 (bovengrens). Op 31 december 2011 is de kapitalisatiefactor 0,40 (31 december 2010: 0,37). De kapitalisatiefactor ligt hiermee onder de gestelde bovengrens.

Resultaat

Het exploitatiesaldo over 2011 bedraagt EUR 161.518 positief. Een analyse van de exploitatie ten opzichte van het voorgaand jaar ziet er als volgt uit:

2011

2011 2010

Realisatie Begroting Realisatie

EUR 1.000 % EUR 1.000 % EUR 1.000 %

Subsidieopbrengsten 8.919 98% 8.738 99% 9.077 99%

Ouderbijdragen en

overige opbrengsten 147 2% 113 1% 130 1%

9.066 100% 8.851 100% 9.207 100%

Exploitatiekosten

Personele lasten 6.829 76% 6.854 76% 6.840 74%

Afschrijvingslasten 315 4% 333 4% 313 3%

Huisvestingslasten 609 7% 524 6% 982 11%

Lasten leermiddelen 297 3% 355 4% 341 4%

Overige lasten 916 10% 899 10% 809 9%

8.966 100% 8.965 100% 9.285 100%

Resultaat voor financiële

baten en lasten

Rente- en beleggings-

baten (per saldo)

Saldo exploitatie 100 114- 78-

61

161

34 58

80- 20-

In vergelijking met de begroting is het resultaat van de exploitatie EUR 241.587 positief.

De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn:

De in 2011 ontvangen subsidieopbrengsten betreffen de personele bekostiging voor een bedrag van EUR 7.116.751, dat is EUR 38.676 hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van de niet verwachte en niet begrootte compensatie voor premieverhogingen op de personele bekostiging met 0,49%.

Aan geoormerkte en niet geoormerkte rijksbijdragen is in de rijksbaten EUR 866.076 opgenomen, dit is EUR 95.548 meer dan begroot. Aan bekostiging regeling versterking functiemix is EUR 59.806 meer verantwoord dan begroot, omdat eind 2011 is gebleken dat deze subsidie niet wordt afgerekend op basis van het behaalde functiemixgetal in 2011. Verder is er EUR 18.761 meer ontvangen dan begroot voor bekostiging leerling gebonden financiering en EUR 13.026 voor bekostiging studieverlof voor leraren met een lerarenbeurs.

De overige baten zijn EUR 34.281 hoger dan begroot. Het belangrijkste verschil is een bedrag van EUR 23.574 ontvangen van de Christelijke Hogeschool Ede in verband met samenwerking in het project Identiteit en Kwaliteit.

De personeelslasten zijn EUR 24.771 lager dan begroot, omdat vanaf 1 augustus extra bezuinigd is op de formatie als gevolg van het dalend aantal leerlingen.

De afschrijvingskosten zijn EUR 18.103 lager dan begroot als gevolg van een investeringsstop op verbouwingen.

De overschrijding ten opzichte van de begroting van de huisvestingslasten van EUR 84.563, wordt veroorzaakt door een extra dotatie van EUR 50.000 aan de voorziening groot onderhoud ter voorkoming van het op basis van de meerjarenonderhoudsplanning te verwachten tekort van deze voorziening. Daarnaast zijn extra uitgaven groot onderhoud gedaan van EUR 42.626 (2010:

Marja Hoff-Tempelaar Coördinator vmbo interview

Wat is de rol van een leerlingcoördinator? Ik neem als vmbo coördinator deel aan vier kernteams. Wat voor mij voorop staat is oplettendheid, goed kijken en ik praat veel met de leerlingen. De onderwerpen variëren van hun huisdier tot aan een ruzie binnen een groep meiden. Alles wat langskomt, pak ik op en als ik te weten kom dat er ergens problemen zijn dan vertel ik de leerlingen dat ze hiermee naar de mentor moeten. Dit geef ik zelf dan ook zo snel mogelijk door aan de mentor, zodat deze het zelf op kan pakken. Kinderen moeten zich welkom voelen om hun probleem naar voren te brengen. Onderwerpen die meisjes liever met een vrouw bespreken is mogelijk. Er is voor de meisjes en jongens een vrouw beschikbaar en voor de jongens specifiek een man als dat nodig is. We proberen een zo veilig mogelijk klimaat te creëren zodat ze hun hart te alle tijde kunnen en durven te luchten.

Zijn we op koers? Ja, en elk jaar weer beter. Dit is het vierde jaar dat de kernteams bestaan. Ik begeleid de kids tijdens hun werk achter de computer. Dit is een zeer prettige setting. Tijdens het werken achter de computer krijgen ze de ruimte om hun verhaal te doen. Ik ben daar dan om hun verhalen aan te horen en hun bezigheden te volgen. Met die kennis en door op zaken terug te komen die ze destijds aan mij vertelden, win je hun vertrouwen. In deze werkwijze zal ik niet snel iets veranderen omdat ik merk dat het werkt.

Overleg binnen het klassenteam? Ik heb iedere dag overleg met het klassenteam en speciaal met de mentor zodat deze diezelfde dag er nog op in kan haken als er wat speelt of als er een leerling speciale aandacht nodig heeft. Iedereen werkt op dezelfde afdeling waardoor het overleg soepel gaat. Je moet ook veel contact hebben wil je adequaat kunnen inspringen op een situatie. Naast het dagelijkse overleg hebben we wekelijks overleg met het kernteam.

Spraakmakende situatie welke je bijgebleven is? Wat ik altijd erg leuk vind om te zien is de omslag van de leerlingen die vanuit de basisschoolleerling uitgroeien naar een voorgezetonderwijsleerling. Prachtig om te zien hoe snel ze dit oppakken. Werken met een agenda en al die andere nieuwe dingen. Wat ik ook erg waardeer is dat ze complimenteus zijn en recht door zee. Elke dag kan ik zo om ze lachen en van de gesprekken genieten. Levendige en leuke baan waarin ik mijzelf niet snel zal vervelen.

EUR 98.988) die niet voorzien waren in de meerjarenonderhoudsplanning en is er EUR 28.602 (2010:EUR 274.580) uitgaven gedaan aan groot onderhoud waarvoor in 2012 subsidie zal worden ontvangen van de gemeente Rotterdam. Verder is er een meevaller van EUR 35.200 op gas en elektrakosten door eindafrekeningen over 2010 ontvangen in 2011, die in 2010 hoger waren ingeschat.

Het totaal van de overige lasten is EUR 17.789 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door verschillende meer en minder uitgaven. De grootste verschillen zijn EUR 41.623 meer uitgaven voor deskundigheidsbevordering en EUR 17.525 minder uitgaven voor kosten zorgteam.

Risicobeheersing

De administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing van de GSR zijn zodanig ingericht dat de jaarrekening een juist beeld geeft van de financiële situatie van de GSR en de risico’s op onrechtmatigheden en fraude zijn beheerst.

Het treasurystatuut is er op gericht om de risico’s bij belenen en beleggen te beheersen.

Vanuit het oogpunt van risicobeheersing wordt jaarlijks een meerjarenbegroting voor vijf jaar opgesteld, gekoppeld aan de jaarbegroting met een meerjarenonderhoudsbegroting en een meerjarenliquiditeitsbegroting.

De financiële situatie van de GSR is gezond. De liquiditeit is vrij hoog, met name als gevolg van de gereserveerde middelen in de onderhoudsvoorziening. Deze middelen zullen de komende vijf jaar naar verwachting worden uitgegeven. Daarnaast zijn bezuinigingen doorgevoerd in de investeringen, waardoor het saldo liquide middelen toeneemt. Zodra de ontwikkelingen in leerlingaantallen meer duidelijk zijn en de exploitatie dat toelaat,

kunnen deze middelen weer bestemd worden voor investeringen ten behoeve van het onderwijs.

Het grootste risico voor de GSR is een blijvende daling van de leerlingaantallen. In augustus 2011 is het aantal leerlingen gedaald met 53 leerlingen ten opzichte van 2010. Het public relationsbeleid is er op gericht deze daling om te buigen in een lichte groei van leerlingen, door een betere bekendheid van de school bij betrokken christenen in de regio Rotterdam. De eerste effecten daarvan zijn, dat na een forse daling van instroom in augustus 2010, de instroom in 2011 en de aanmeldingen voor 2012 weer een licht stijgende lijn laten zien.

Besloten is dat een sociaal plan zal worden op gesteld, op het moment dat binnen een periode van twee jaar een forse leerlingdaling en daarmee forse bezuinigingen en gedwongen ontslagen te verwachten zijn. Zowel in augustus 2010, als in augustus 2011 zijn bezuinigingen doorgevoerd in de personele formatie, om deze in lijn te laten lopen met het verloop in leerlingaantal. Dit zal ook in augustus 2012 gebeuren.

Een andere risicofactor is de onduidelijkheid over de ontwikkeling van het bekostigingsniveau door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Zowel in aanpassingen voor loon-, prijs- en premiestijgingen, als in specifieke geoormerkte en niet geoormerkte subsidies. In begrotingen hanteert de GSR daarom het voorzichtigheidsprincipe. Baten worden pas begroot, als deze daadwerkelijk zijn toegekend of toegezegd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot een positiever exploitatiesaldo dan begroot, omdat een deel van de bekostiging pas is toegekend na vaststelling van de begroting.

Toelichting bij balansposten

De post vorderingen verschilt met EUR 281.550 op 31 december 2011 niet significant met het de post vorderingen EUR 299.586 op 31 december 2010 .

Jan-Willem Kassies Coördinator onderbouw

interview

Wat is de rol van een coördinator? Als coördinator wil je grip krijgen op de leerlingen. We zijn verantwoordelijk voor het goed lopen van de klassen. Dan doel ik op het gedrag van de leerlingen zodat de leraren zich kunnen concentreren op het lesgeven. Zodra een leerling zich misdraagt of steken laat vallen dan nemen wij het straffen voor onze rekening. Maar wij zijn als coördinatoren ook het aanspreekpunt in de breedste zin van het woord en ze kunnen bij ons terecht om hun klachten te laten horen. Als coördinator hou ik me ook bezig met het bijeenroepen, voorzitten en de organisatie van het klassenteam overleg. In het wekelijkse overleg hebben we het over de leerlingen en de voortgang. Ook docenten met een hulpvraag kunnen deze kwijt binnen het overleg. Samen bekijken we hoe het in de klas verloopt en als team brainstormen we over wat de beste aanpak is voor de besproken situatie of een voorval.

Wat zijn de toekomstplannen? Dit is het eerste jaar dat ik coördinator ben naast mijn baan als leraar Frans. Om binnen een jaar een groots toekomstperspectief neer te kunnen zetten is wat kort dag. Wat ik wel gezien heb in de tijd dat we bezig zijn is dat ik het erg belangrijk vind dat wij samen goed kijken naar het functioneren van elkaar als collega’s. En elkaar inzetten bij zaken waar we tegenaanlopen.

Wat is je drijfveer voor dit vak? Ik vind het leuk om een gezicht te zijn binnen de school. Wat ik belangrijk vind, is om goed met leerlingen om te gaan waarmee de sfeer bepaald kan worden binnen de klas. Daarnaast is een drijfveer voor mij om voor deze functie te kiezen mijn zelfontplooiing. Je leert veel van elkaar en van de situaties waarin we terechtkomen. Hiermee ontwikkel je samen een visie hoe we met elkaar om moeten gaan. Iedereen is op deze manier continue in beeld. Dat is van een heel ander kaliber als je het vergelijkt met de klassieke vorm uit het verleden. Vroeger zat je als leraar meer op een eilandje en met deze nieuwe manier van samenwerken bundel je elkaars kennis en ervaring en kun je een solide vangnet zijn voor de leerlingen.

Spraakmakende situatie welke je bijgebleven is? Ik zit nog maar te kort in de functie om een groots baanbrekend verhaal af te kunnen steken. Maar wat ik tot nu toe wel leuk vind als ik rondloop als coördinator is dat de leerlingen beginnen te fluisteren als ze mij zien. Daarin zie je toch dat je wat bij ze teweeg brengt en dat ze niet langs je heen kijken omdat je niets voor ze betekent.

De post voorzieningen op de balans is op 31 december 2011 met EUR 723.623, EUR 164.001 hoger ten opzichte van 31 december 2010. De voorziening groot onderhoud is toegenomen met EUR 124.125 door dat het bedrag aan dotatie hoger is dan de onttrekking voor groot onderhoudswerkzaamheden. De grootste post bedraagt EUR 43.988 voor renovatie van de toiletten in de zitkuil in Rotterdam. De voorziening vervanging personeel is toegenomen met EUR 37.084, als gevolg van een toename van het aantal langdurig zieke werknemers. De voorziening voor jubileumgratificaties is toegenomen met EUR 2.792 op basis van de verblijfduur van het personeel dat in dienst is op 31 december 2011.

De post kortlopende schulden op de balans is op 31 december 2011 met EUR 1.787.570, EUR 281.440 lager dan 31 december 2010. Het belangrijkste verschil is een afname van de post crediteuren met EUR 207.147. Dit is veroorzaakt door een grote openstaande post op 31 december 2010 van EUR 83.342 aan productiekosten van lesmateriaal voor het samenwerkingsverband GRIP en een aantal nota’s in verband met groot onderhoud uitgevoerd in en vlak na de kerstvakantie in schooljaar 2010-2011.

In 2011 is voor EUR 224.643 uitgegeven aan investeringen. Daarvan is EUR 80.073 geïnvesteerd inventaris. De grootste uitgaven op gebied van inventaris zijn EUR 23.098 voor de lichtbakken met identiteitsgebonden dichtregel in Rotterdam en Rijswijk, EUR 15.173 voor een nieuwe boiler in Rijswijk zodat de verwarming in de zomer helemaal uit kan, EUR 17.013 voor uitbreiding zitbanken in de zitkuil in Rotterdam en EUR 9.885 voor vervanging van de klimtouwinstallatie in de gymzaal in Rijswijk. EUR 78.028 is besteed aan vervanging van computerhardware.

Verwachtingen 2012

We verwachten de komende jaren een dalend leerlingenaantal. Hierbij is er verschil tussen de vestiging in Rijswijk en de vestiging in Rotterdam. De daling van het leerlingenaantal is te zien in Rotterdam. In Rijswijk is een licht stijgende trend.

De verwachting is dat in september 2012 er meer dan 120 leerlingen zijn ingeschreven op de vestiging Rijswijk. Ook in 2012 zal veel aandacht worden besteed aan de positionering van de school, de waarde van gereformeerd onderwijs en de werving van leerlingen, zodat de dalende tendens weer kan worden omgezet naar een stijgende instroom van nieuwe leerlingen. Er is marketingbeleid ontwikkeld en in 2012 wordt er opnieuw geïnvesteerd in een (pro)actieve PR-campagne. De uitdaging is om ook in Rotterdam een dalende trend om te zetten in een stijging van het leerlingenaantal.

In 2012 is de begroting vastgesteld met een negatief resultaat van EUR 100.000. Dit is aanvaardbaar gezien de ontwikkeling van de kengetallen en het positieve resultaat in 2011. Verdere bezuinigingen zullen ten koste gaan van de kwaliteit. We willen ingrepen uitstellen tot het moment dat duidelijk is dat de daling van de instroom van leerlingen zich voortzet. Het is wel noodzakelijk om ook in 2012 te bezuinigen op de structurele uitgaven.

De begrotingscijfers voor het jaar 2012 zijn als volgt vastgesteld door de bestuurder en goedgekeurd door de Raad van Toezicht:

Rotterdam,

Bestuurder/Directeur

C.A. Klapwijk

More articles from this publication:
This article is from: