4 minute read

Meneer Gerrets

Next Article
Boeken rubriek

Boeken rubriek

“Samen lunchen aan de eerste tafel in het Grand Café” Meneer Gerrets vertelt over zijn bijzondere leven

Als u rond een uur of 12 het Grand Café van Landscheiding binnen loopt, is het eerste tafeltje standaard bezet. Hier zit Peter Gerrets, samen met zijn vaste clubje, waar hij geniet van zijn broodje. “Ik zit daar met een echtpaar, dhr. Berendsen en met mw. Van der Hulst. Als 72-jarige ben ik de benjamin van de club. Maar dat merk ik niet. Ondanks het grote leeftijdsverschil ervaar ik echt vriendschap. Ik zou geen andere tafel willen, ik heb zoveel plezier,” vertelt meneer Gerrets enthousiast over het wonen in Landscheiding.

Advertisement

In september 2021 kwam meneer Gerrets wonen in woonzorgcentrum Landscheiding. Hier ging een periode van ziekenhuizen, verpleeghuizen en een hospice aan vooraf. Wat begon met een klein aan zijn teen waarvoor hij in februari 2021 naar de dokter ging, resulteerde in amputatie van zijn twee onderbenen. “Sinds het bezoek aan de huisarts ben ik niet meer thuis geweest. Dat was heftig, maar mijn zus heeft af en toe foto’s meegenomen waardoor ik mijn huis nog wel kon zien,” vertelt meneer Gerrets. Zijn ziekte werd zo erg dat hij na de amputatie voor een volgende keuze werd gesteld; iets wat hij zelf nog altijd moeilijk vindt om te bevatten. “De artsen zeiden tegen me dat mijn andere been verder geamputeerd moest worden. Ik zou dood gaan als ik dat niet zou doen. Maar ik voelde dat ik het niet moest doen. Ik zei tegen God: ‘voordat ik sterf wil ik nog in een tuin liggen’. En dat gebeurde. Want ik werd overgeplaatst naar een hospice waar ik elke dag heerlijk in de tuin kon liggen,” vertelt meneer Gerrets. “Ik had in het hospice een prachtige kamer met een erker, maar ik was graag buiten. Genieten in het zonnetje

Elke dag reed de verzorging patiënten met bed en al de tuin in. Iedereen zocht dan een eigen boom uit waar je onder ging liggen. Ik kon daar de hele dag blijven, het was geweldig. Als het iets te warm was, kreeg je een parasol. Uit een heel menu koos je vervolgens wat je lekker vond om te eten, bijvoorbeeld zelfgemaakte appelmoes en rabarber. en ik kon tot zonsondergang buiten blijven. Heerlijk. In het hospice ging een andere arts naar mijn wonden kijken. Ik kreeg nieuwe medicijnen, en mijn been genas. Ik voelde me beter dan ik me ooit had gevoeld! In juli kwam ik in het hospice terecht en in september was het been helemaal genezen,” vertelt meneer Gerrets. “Het is echt een wonder dat het zo snel is gegaan.”

De trein dwars door de boekenkast

“Ik was beter, dus paste niet meer in het hospice. Mijn zus en zwager zijn toen naar het appartement gaan kijken in Landscheiding. Bij het hospice werd ik uitgezwaaid met een erehaag. Het komt in een hospice natuurlijk niet vaak voor dat iemand weer

“Iedereen had een eigen boom”

“Ik zie Landscheiding echt als een thuis. Ik heb het naar m’n zin met de lunch met ons vaste groepje. Het eten is prima, de verzorging is goed en ik heb fijne vriendschappen.”

beter is geworden. Toen kwam ik hier. Na 32 operaties was ik wel toe aan wat rust. Ik heb goed contact met de andere bewoners en ben erg tevreden over de verzorging en de activiteiten. En mijn appartement is fijn.” Meneer Gerrets kijkt om zich heen. In zijn appartement staat een grote boekenkast met onder andere twee bekende schoolfiguren: Ot en Sien. Aan de andere kant van de boekenkast staat een trein. Het verzamelen en lezen van informatie over treinen en trams is een grote hobby van meneer Gerrets. “Ik heb een grapje uitgehaald,” lacht hij, “Ot en Sien zijn aan het wachten op de trein en de trein gaat dwars door de boekenkast.” Het kruis als symbool

Naast zijn bed hangt een kruis. Het kruis speelt een belangrijke rol in zijn leven. Peter Gerrets is zijn hele leven predikant geweest. Hij volgde een onderwijzersopleiding, maar kreeg al snel de roeping om theologie te studeren. “Het vak interesseerde mij heel erg. Ik houd van dingen eenvoudig uitleggen, daar ligt echt mijn kracht. Ik ga nu ook veel naar de activiteiten van de geestelijk verzorger. Dat vind ik heerlijk om bij te wonen. Hij neemt me bijvoorbeeld mee naar het Mannencafé en naar de kerkdiensten. Ik ga ook veel naar de stoelgym, dat is erg gezellig. Daar ontmoet ik veel andere mensen. Ik heb een fijn groepje, waar ik ook samen mee lunch. En als ik er dan niet ben omdat ik niet in orde ben, hoor ik soms dat dhr. Berendsen naar me vraagt of even naar me toe komt. Dat vind ik zo fijn, ik word echt gezien.”

“Ik was gastheer in de huiskamer”

Meneer Gerrets is een zorgzaam type. Hij heeft veel vriendschappen en zorgt ook graag voor zijn medebewoners. “Toen het hier een tijdje dicht was door corona speelde ik gastheer in de huiskamer. Ik bleef om het hoekje kijken om met mensen te praten. Ik vind het erg belangrijk om te weten waar mensen mee bezig zijn. Daarom probeer ik echt iedereen bij de gesprekken in de huiskamer te betrekken.” Het zorgzame karakter komt ook terug in het privé leven van Peter. “Ik begeleidde een jongen. Hij had een nare jeugd gehad. Zijn ouders negeerden hem en deden eigenlijk nooit iets leuks met hem. Daarom ontfermde ik me over hem. Een paar jaar geleden vroeg hij aan mij: ‘Peter, wil jij mijn vader zijn?’. Dat is nogal een vraag. Ik ben nooit getrouwd geweest en heb geen kinderen, dus dan is dat natuurlijk wel gek. Maar ik wilde dat graag. Als hij nu op bezoek komt, zegt iedereen: ‘Peter, je zoon is er.’ Dan is soms nog wel gek, maar ik ben blij dat iedereen het zo ziet. Ik zie hem ook echt als mijn zoon.”

This article is from: