merin m o k m O K 6.2. Begeleiden in de Chiro Als Chiroleid(st)er heb je een eigen plaatsje in het leven van je leden. Ze zien je als hun grote vriend of vriendin, maar toch ietsje anders dan hun vrienden van op school of in de buurt. Net als hun leerkrachten of ouders ben je een volwassene, maar toch anders. Ze kijken naar je op, vertrouwen je. Je hebt een speciale rol, die je best koestert. In de Chiro willen we kinderen op een goeie manier begeleiden. Dat is niet evident. Het lukt niet altijd om een goeie begeleidingshouding te vinden in elke situatie. Je moet hierin groeien en eraan werken. Doe dat liefst stap voor stap. Probeer uit, maak die keuzes waar je je goed bij voelt. Jezelf blijven is de boodschap. Denk ook niet dat je alles tegelijk moet kunnen. Een goeie begeleidingshouding vinden, lukt met vallen en opstaan. Ontdek je sterke en zwakke kanten en vraag ook aan anderen hoe ze jou ervaren als begeleid(st)er. Speel je sterke kanten uit. Denk eraan dat er altijd situaties zullen zijn waar je moeilijker mee om kunt gaan. Wees je daarbij goed bewust van je eigen achtergrond. Je bent zelf in een bepaalde situatie opgegroeid, komt uit die bepaalde familie, hebt die bepaalde vrienden. Bij je leden zie of ervaar je misschien dingen die je minder goed begrijpt. Wees je er goed van bewust dat jouw kijk op je leden wordt beïnvloed door je eigen achtergrond. Je zult je hierbij wat moeten aanpassen aan je leden. Elke groep, elk individu vraagt soms een andere aanpak. De volgende vuistregels kunnen je al op weg helpen.
x
Veiligheid
Je leden moeten zich kunnen thuisvoelen in de Chirogroep. Bouw daarom elke week mee aan een herkenbare plek waar ze zichzelf mogen zijn, zich veilig voelen en graag gezien worden. Dat noemen we ‘psychische’ veiligheid. Let ook op de ‘fysieke’ veiligheid. Zorg ervoor dat je spelen en je materiaal zo veilig mogelijk zijn. Voorkom gevaarlijke situaties en ongelukken. Laat je tito’s bijvoorbeeld geen hangbrug oversteken op 7 meter hoogte. Geef je leden structuur, ook dat geeft hen veiligheid. Als ze weten wat er zal komen, zijn ze rustiger. Ze genieten van wat nu gebeurt, zonder bezig te zijn met wat nog komt. Een goeie manier om moeilijk gedrag te voorkomen!
32
Praat de leefregels goed door, zodat iedereen er hetzelfde onder begrijpt. Maak goede afspraken met je medebegeleiding en zorg dat je op dezelfde lijn staat. Wees consequent en duidelijk. Stel zelf geen gedrag dat je bij je leden zou afkeuren. Denk eraan dat je voor hen een rolmodel bent. Als je afspreekt dat er niet gesnoept mag worden voor vier uur, haal dan ook zelf je kauwgom uit je mond. Laat het blijken als een kind of jongere je teleurstelt. Zeg het als er