5 minute read

Zijn we er bijnaaa…?

Of je nu samen op tocht bent, een fietsroute uitgestippeld hebt of een actief spel gepland hebt voor je leden, het is belangrijk dat elk lid mee kan. Fysieke grenzen zijn voor iedereen anders. De ene kan zonder problemen enkele kilometers wandelen, terwijl de andere het daar lastig mee heeft. Het is dus belangrijk dat je daarmee rekening houdt als je je activiteiten voorbereidt. Wij geven je graag enkele tips mee zodat jij de grenzen van je leden mee bewaakt.

Door Hannelore

Advertisement

WIE DOET ER MEE?

Bij de voorbereiding van een tocht, spel of andere activiteit is het belangrijk dat je nadenkt over wie er zal meedoen. Daarbij speelt de leeftijd van je leden een grote rol. Een ribbel kan uiteraard niet zoveel kilometers wandelen als een aspi en een speelclubber kan niet zo snel lopen als een keti. Maar daarnaast moet je individueel kijken of er in je groep geen leden zijn die door een fysieke beperking, blessure of iets anders niet zo goed meekunnen. Ook voor hen is het belangrijk dat ze meekunnen en niet het gevoel krijgen dat ze buitengesloten worden. Zo kan je ervoor kiezen om je spel een beetje aan te passen, om het minder hevig te maken of om in groepjes te spelen zodat je leden elkaar kunnen helpen. Op tocht is dat misschien wat moeilijker. In dat geval spreek je het beste af met je lid wat er haalbaar is en wat niet. Bij ribbels kan je dat ook met de ouders bespreken. Vervolgens kan je samen bekijken wat er mogelijk is zodat alle leden op hun eigen manier kunnen deelnemen aan de activiteit.

Wees Alert

Tijdens een heel actieve activiteit of wandeltocht is het van belang dat je tijdig poolshoogte neemt bij je leden of iedereen nog meekan. Zorg ervoor dat je als leiding aanspreekbaar bent en laat aan je leden weten dat ze het mogen aangeven als ze even pauze nodig hebben of als ze echt niet meer verder kunnen. Bij oudere leden gaat dat eenvoudiger dan bij de jongere afdelingen. Hou je leden daarom ook goed in het oog. Als je op wandel bent, is het als leiding aan te raden om niet alleen op kop te lopen om het tempo aan te geven. Denk er ook aan om in het midden en achteraan leiding te laten meelopen. Zo kan je snel ingrijpen als er iets gebeurt, maar zie je het ook meteen als een van je leden moeite heeft. Zorg er daarbij voor dat je als leiding goed in contact staat met elkaar. Spreek gerust fluitsignalen af die aangeven dat er bijvoorbeeld even gestopt moet worden of dat het tempo trager moet.

Sharing Is Caring

Om ervoor te zorgen dat iedereen in je groep kan deelnemen aan de activiteiten, is het soms nodig om elkaar te helpen. Als je bijvoorbeeld op tweedaagse gaat, is het sowieso al belangrijk dat iedereen aangepast materiaal heeft. Denk maar aan goede stapschoenen of een trekkersrugzak waarvan de grootte aangepast is aan je rug. Voor sommige leden is het daarnaast toch niet evident om twee dagen met een overvolle rugzak op pad te gaan. Als een van je leden bijvoorbeeld rugklachten heeft, kan het helpen om de spullen van die persoon te verdelen over de rest van de leden, zodat dat lid geen eigen rugzak hoeft te dragen. Sharing is caring, nietwaar? Wordt het voor de rest van je groep in dat geval toch te zwaar? Vraag dan eventueel aan iemand van de keukenploeg om de rugzak op locatie te komen brengen. Op die manier kan ook dat ene lid met volle teugen van de tocht genieten. Uiteraard kan je dit voorbeeld ook toepassen als je een tocht maakt met jongere leden.

IK ZIE, IK ZIE WAT JIJ NIET ZIET

“Leidster, is het nog ver? Zijn we er bijna? Ik kan niet meer…” Dit is maar een kleine greep uit de meest uitgesproken zinnetjes op tocht, zowel bij jongere als oudere afdelingen. Wil je voorkomen dat je leden beginnen te klagen? Zorg voor afleiding! Niets is zo leuk als tussendoor even een gek Chirolied zingen of het aantal vliegtuigen tellen die je voorbij ziet vliegen.

Of je nu op tocht bent of ter plaatse het uithoudingsvermogen van je leden aan het testen bent, muziek kan wonderen doen. Zing dus op tocht luidkeels de nieuwste hit van Metejoor, K3 of Goldband mee en laat iedereen horen dat jullie eraan komen. Spoor je leden aan om mee te zingen door er een competitie van te maken. Wie zingt het luidst? De koplopers of degenen die achteraan op hun gemakje volgen? Is je groep uitgezongen? Haal je creatieve brein boven en bedenk de zotste spelletjes. Ik-zie-ik-ziewat-jij-niet-ziet en tel de gele auto’s, dat zijn klassiekers. Maar wie zegt dat je geen zin kunt doorfluisteren van de laatste tot de eerste in de rij?

Samen Staan We Sterk

Speel je een groot spel met de hele Chirogroep of ga je met heel de groep op dagtocht? Zorg voor een mooie verdeling tussen oudere en jongere afdelingen. Zo leert iedereen elkaar beter kennen en voorkom je dat er leden achterblijven. Je zorgt voor een leuke groepsdynamiek waar iedereen enthousiast van wordt. Tijdens een dagtocht kan je op die manier ook eens een ribbel met een aspi hand in hand laten lopen en een speelclubber met een keti. Zo kunnen ze elkaar niet alleen leuke verhalen vertellen, maar kan het oudste lid de jongste ook wat ‘meetrekken’ en een extra duwtje geven als dat nodig is. Het is ook de ideale manier om keti’s en aspi’s te laten kennismaken met leiding zijn. Zorg dragen voor elkaar is daarbij namelijk van groot belang. Wie weet maak je hen zo wel extra enthousiast om leiding te worden.

Vandaag ontmoeten de ribbels de luie lama, een heel gekke figuur die de hele dag ligt te luieren. Stiekem mist hij het wel om wat actiever te zijn, maar hij weet helaas niet meer zo goed hoe hij dat moet doen. Daarom vraagt hij de ribbels om hulp. Kunnen zij hem vandaag helpen om weer een gewone in plaats van een luie lama te worden?

In Het Kort

De ribbels gaan vandaag met z’n allen samen op pad om de luie lama weer te leren bewegen. Aan de hand van een getekende kaart, met een pad in de vorm van een lama, zal de hele groep een parcours afleggen in de buurt van de Chirolokalen. Op een aantal plaatsen op de kaart staat een figuurtje: daar moeten ze een opdracht uitvoeren voor de luie lama. Als ze dat goed doen, mogen ze verder op hun tocht. Als ze de tocht uitgewandeld hebben, wordt de lama weer actief en hebben ze hun missie volbracht!

Materiaal

• Knutselmateriaal voor een staartje (papier, touw, lijm, crêpepapier…)

• Knutselmateriaal voor lamaballonnen (ballonnen, stiften, lijm, touw…)

• Spuitjes, bekertjes/flesjes water

• Kartonnen lamabord

Voorbereiding

• Stippel een (niet al te lang) parcours uit dat op de vorm van een lama lijkt. Teken dat op een plannetje dat de ribbels straks kunnen gebruiken om de weg te vinden. Verknip die kaart en verstop de stukjes op twee plaatsen op het terrein (zie verder).

Tip: het kan extra leuk zijn om een app als Strava te gebruiken om het parcours te laten tekenen dat jullie wandelen. Dan zien de ribbels achteraf dat ze echt een lama gewandeld hebben!

• Spreek af wie van de leiding de luie lama zal spelen. Hoe meer je in die rol zit, hoe meer de ribbels zullen meegaan in het verhaal en zullen proberen om de luie lama weer actief te maken.

• Maak een groot kartonnen bord van een lama.

• Zorg dat je het materiaal voor op tocht vooraf apart legt om mee te nemen.