2 minute read

‘Mijn Sober Oktober’, met Karel Van Velthoven

Next Article

‘Mijn Sober Oktober’, met Karel Van Velthoven

Een vervolg op ‘Mijn Sober Oktober’, met Karel Van Velthoven uit het vorige Pipetje…

Advertisement

Ookal hield ik van Stella, ik kon het destructieve spoor dat ze achterliet niet blijven negeren. De eerste paar maanden probeerde ik het te steeds te vermijden, maar het werd snel duidelijk dat ik moest ingrijpen. Mensen keken me anders aan, ze spraken me niet langer aan met Karel maar met ‘Sjarel’. Men zegt dat woorden zeer doen, maar mij raakten ze niet. Mogelijks omdat ik met mijn gedachten elders zat: bij de stekende pijn ter hoogte van mijn lever. Naarmate de pijn aansterkte werd ik steeds bewuster van mijn situatie. Het duurde echter nog enkele maanden voor ik definitief overging tot actie…

‘Mijn kampf’5 begon pas écht op 20 april 2018, na het gesprek met Nonkel Kenny op een familiefeest. Ik vertelde hem alles, terwijl hij me met levensmoeë ogen aanstaarde. Toen ik klaar was, zuchtte hij en merkte ik een glans van begrip op in zijn ogen. “De komende jaren zullen lastig zijn”, mompelde hij. Hij vertelde dat hij jarenlang lid is geweest van een anonieme groep genaamd de AA. Hij ging er niet echt diep op in maar zei dat ik hen best eens contacteerde.

Zo gezegd, zo gedaan. Niet veel later had ik A.G. (initialen om anonimiteit van deze persoon te vrijwaren) aan de lijn. Voor iemand die anoniem wenst te blijven deelde deze man toch bijzonder veel informatie over zijn persoonlijk leven. Hij wist me

5 Duits voor ‘Mijn strijd’

‘Mijn Sober Oktober’, met Karel Van Velthoven

te vertellen dat hij een vogelspin had genaamd Pluisje en op het moment Cursus was bij Chemica, een studentenvereniging die in zijn ogen niet veel meer voorstelde dan een sekte Stellaaanbidders. Toen de naam Stella viel sloeg mijn hart over en moest ik even naar adem snakken, het was immers al zeker twee uur geleden dat ik Stella nog in mijn handen genomen had. Terwijl ik mij naar de koelkast begaf voor een refill, vertelde A.G. dat hij volgend jaar voor Penning zou gaan om zo zijn geheime coke-handel te financieren. Ondanks dat ik A.G. toen nog niet in het echt ontmoet had, leek hij me al bij al een sympathieke gast. Na een half uur gebeld te hebben zei de mondige A.G. dat hij het kort ging houden, waarna hij het gesprek afsloot met een uur en een locatie, gevolgd door een korte, holle, ijzige piep van een afgelegde telefoon.

Het was stipt 22:00u toen de trein tot stilstand kwam. “Dernier arrêt: Bruxelles – Si vous avez un gilet pare-balles avec vous, il est recommandé de le mettre avant l’ouverture des portes” . Daar verstond ik uiteraard niets van, wie spreekt er tegenwoordig ook nog Frans?! Ik stapte uit en merkte wat guur volk op, ik was opgelucht dat Stella was thuisgebleven zodat ik niet te veel aandacht trok. Ik haalde mijn gsm boven en tikte het adres ‘Rue d’Alcoholistes 69’ in. Ik wandelde door het donkere Brussel en naderde mijn bestemming, enkel nog de hoek om en ik zou op de afgesproken locatie aankomen. Tot plots een stem vanuit een donker steegje de ijzige stilte van de avond doorbrak. “Pssst, tis hier te doen bbi”. Ik stopte en merkte een silhouet op in de duisternis.

Wordt vervolgd…

This article is from: