Beeld Express 4/2012

Page 6

4 In Beeld

de toeschouwer onder in een onbekende wereld van beelden en indrukken, waarbij de fantasie het uiteindelijk wint van de objectieve observatie. Hij neemt ook zijn tijd om te fotograferen. “Ik ben absoluut geen veelfotograaf. Denken ‘Het is digitaal dus ik kan gerust 100 foto’s maken en kies er wel de 5 beste uit’, zo werkt het absoluut niet. Ik kan gerust vijftien minuten werken aan een foto. Dat wil zeggen dat ik er vier per uur maak en soms buitenkom op een locatie met maar acht foto’s. Maar het zijn dan wel acht goeie foto’s. Ondertussen weet ik al min of meer op voorhand wat er werkt en wat niet. Ik zal wel eens verschillende standpunten uitproberen om dan achteraf de goeie foto te kiezen. Maar ik denk er echt over na. De essentie moet goed zitten op het moment ik afdruk. Ik denk dat je dat ook ziet aan de foto’s. Er zijn geen toevalstreffers bij, en ik zeg dat niet omdat ik mezelf goed vind. Maar vooraf heel erg nadenken over wat je gaat doen is de enige manier om een goed resultaat te bekomen. Ik kom in zo’n gebouwen binnen en wandel eerst eens rond. Ik ga luisteren naar het gebouw, het gebouw aanvoelen. En het is pas als ik er een half uur binnen ben dat ik in staat ben om de eerste foto te maken. Een gebouw is een beetje zoals een persoonlijkheid. En je moet iemand eerst leren kennen voordat je iets interessant over die persoon kan zeggen. Je kan veel beter op zo’n bankje gaan zitten en naar de stilte luisteren, ruiken, voelen en dan pas foto’s maken, dan daar binnen te stormen, foto’s te maken en weer buiten te gaan. Dat werkt niet.” En soms gebeurt het ook dat het gevoel niet juist zit. “Soms kom ik thuis, zie ik mijn foto’s en blijkt dat ik er niets van begrepen heb. Dat ik het verkeerd ingeschat heb. Dat gebeurt bijvoorbeeld vaak bij grandioze gebouwen, waar je dat waw-gevoel hebt, groot en prachtig. Je maakt dan foto’s waarin je het grandioze benadrukt, maar eigenlijk is het achteraf gezien een heel fragiel gebouw en blijken de foto’s te bombastisch. Dat je de verkeerde toon aanslaat, dat het gebouw eigenlijk veel kwetsbaarder blijkt dan eerst gedacht. Als ik kan ga ik dan wel terug om het opnieuw te doen.” Hij fotografeert het liefst alleen, hoewel hij in het buitenland vaak iemand meeneemt. “Alleen is het beste, met twee is oké, maar als je met vier rondloopt is het eigenlijk te veel.” Toch is hij nog nooit iets luguber tegengekomen. “Ik zorg er ook wel voor dat ik het gevaar uit de weg ga. Ik ga het zeker niet opzoeken. Ik kom wel eens koperdieven of zo tegen, en enkele maanden geleden in Detroit heb ik voor de allereerste keer iets onaangenaams meegemaakt. Daar hebben ze mijn huurauto kort en klein geslagen: banden lek gestoken, ruiten ingegooid, zetels kapot, …” Op zijn foto’s zie je mooi verval, maar toch soms ook spijtig verval. Prachtige gebouwen die staan te verkommeren… “Ik focus niet te zeer op het spijtige, want dat is niet mijn discussie. Alle verval is spijtig, maar het is niet mijn strijd om daar iets over te zeggen of dat tegen te willen houden. Ik ga binnen en ik probeer vooral vast te leggen wat ik daar voel. En ook al staan er nooit mensen op mijn foto’s, toch gaat het eigenlijk over die mensen die daar ooit zijn geweest.” Je ziet zo in zijn foto’s de mensen nog zitten of lopen. “Dat is voor mij een zo veel interessanter verhaal dan te zeggen, spijtig verval. Het hele leven is een cyclus van een gelukkige geboorte en een spijtig verval, dan weer gevolgd door een gelukkige geboorte… Ik wil me niet focussen op het spijtige, maar wel op het mooie wat die mensen daar uiteindelijk hebben achtergelaten. Ik ga op zoek naar het verhaal. En toch is elke foto maar een uitsnede van wat de ervaring is geweest. De kijker kent die ervaring immers niet.” Henk steekt veel tijd in het bewerken van zijn foto’s. “Er kruipt altijd veel werk in om foto’s te tonen 

BE4_12.indd 4

12-10-2012 12:08:39


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.