4 minute read

Van directietafel naar delicatessenzaak

Next Article
Na de uren van

Na de uren van

Raphael Delicatessen

Raphaël Boudolf ruilde zijn topjob als manager in voor een kleine delicatessenwinkel in zijn thuishaven Brugge. En daar heeft hij nog geen minuut spijt van gehad: “In een groot bedrijf zie je altijd maar een stukje van de koek. Nu doe ik alles zelf van a tot z, en dat totaalplaatje geeft me voldoening”, vertelt hij.

Met een diploma Toegepaste Economische Wetenschappen op zak, maakt Raphaël Boudolf al snel carrière in de bedrijfswereld. Vanuit een job bij PricewaterhouseCoopers start hij als controller bij afvalverwerker Van Gansewinkel – nu Renewi – in Oost- en West-Vlaanderen. In2010 groeit hij door tot operationeel manager. Na een tussenstap bij een dochteronderneming in Frankrijk, Duitsland en Nederland komt hij in 2017 terug als operationeel directeur van de twaalf Renewi-vestigen in Vlaanderen.

Tegelijk is Raphaël al van jongs af aan gepassioneerd door lekker eten en koken. En hoewel hij zijn job graag doet, speelt hij met het idee om iets te doen met die passie. Op zijn 44ste kiest hij voor zijn droom en opent hij speciaalzaak Raphaël Delicatessen op de Gistelse Steenweg in Brugge.

Verrassende ontdekkingen

“In januari van vorig jaar heb ik de knoop doorgehakt en ben ik mijn zoektocht naar leveranciers gestart”, begint hij zijn verhaal. “Ik heb heel veel stalen opgevraagd, getest en telkens gewoon de beste gekozen.”

“Verrassend genoeg blijken mijn beste ontdekkingen net Belgische producten te zijn.”

De grote krijtlijnen van wat hij wilde aanbieden, waren snel duidelijk, maar zijn zoektocht leverde toch nog bijzondere ontdekkingen op. “Je start met enkele leveranciers, dan maak je een shortlist en via de ene leverancier kom je in contact met de andere. Zo heb ik via een Frans product de Brusselse coöperatieve Terroirist ontdekt. Daar heb ik enkele authentieke Belgische producenten gevonden zoals Chocolatier Eugène in Brussel. En mijn gamma ravioli, dat zeer goed verkoopt, komt van een klein familiebedrijfje uit Charleroi.” Verrassend genoeg blijken zijn beste ontdekkingen dus Belgische producten te zijn.

“Ik wil goede en artisanale producten aanbieden maar wél toegankelijk voor iedereen.”

Ook West-Vlaamse specialiteiten zoals garnaalkroketten uit Zeebrugge en charcuterie van de Belgasconne-varkens uit Pittem, liggen op zijn schappen. Toevallig uit de regio, maar Raphaël selecteerde ze voornamelijk om hun bijzondere kwaliteit.

“Mijn plan was altijd om goede en artisanale producten aan te bieden maar wél toegankelijk voor iedereen. Sommige zaken zijn wat duurder, dat klopt. Maar ik heb ook een aanbod van topproducten die betaalbaar zijn.” Bij Raphaël Delicatessen vind je ook enkele producten die niet overal te krijgen zijn, zoals een ‘jambon persillé’ bijvoorbeeld. “Niet iedereen kent dat, maar er is een publiek dat dergelijke producten heel sterk apprecieert.”

Inspireren en variëren

Hij zal zijn klanten nooit producten opdringen. Maar hij gelooft wel dat het zijn rol is om te inspireren en te helpen. “Ik zag bijvoorbeeld dat de beaufortkaas nog niet goed verkocht. Men kent dat hier ook wat minder. Ik ben er over beginnen te vertellen aan mijn klanten en nu is de helft er al door. Hetzelfde geldt voor kazen die op ‘affinage’ zijn, die moet je dan ook durven verkopen.”

Raphaël wil in de toekomst nog meer variëren in zijn aanbod, maar zonder daarin te overdrijven. “Een goed basisaanbod is belangrijk. Sommige klanten komen naar hier voor specifieke producten, dan moet je die ook altijd kunnen aanbieden.”

Twee weken na de opening van zijn zaak is hij alleszins tevreden over het assortiment. “Nu zal ik wel evalueren wat verkoopt en wat niet. Ik wil ook liever iets meer verkopen in plaats van met hoge marges te werken”, vervolgt hij. “Want er is meer dan marge alleen, je moet naar je totaalaanbod kijken. Wijn en champagne vind je hier bijvoorbeeld ook. Ik ga daar niet aan verdienen — de marge is niet groot — maar ik vind wel dat ik het moet aanbieden.”

Buikgevoel

Over de vraag of hij blij is met de carrièreswitch hoeft hij niet lang na te denken. “In een groot bedrijf zie je altijd maar een stukje van de koek: je bent bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het financiële gedeelte of je maakt deel uit van de directie. Nu doe ik alles zelf van a tot z. Leveranciers zoeken, in de winkel staan en verkopen, het contact met de klanten, mensen opleiden … alles vind ik leuk. Dat totaalplaatje geeft me voldoening.”

“Dankzij mijn ervaring in het bedrijfsleven weet ik maar al te goed dat het grootste gevaar je personeelskosten zijn.”

Aan het aanwerven is hij trouwens nog niet toe. “Dankzij mijn ervaring in het bedrijfsleven weet ik maar al te goed dat het grootste gevaar je personeelskosten zijn. Ik werk daarom met flexi-jobbers op vrijdag en zaterdag. De andere dagen doe ik het voorlopig alleen.” De ervaringen uit zijn vorige professionele leven zijn sowieso een grote meerwaarde. “Mocht ik dit op mijn 23ste gedaan hebben, dan zou ik het helemaal anders aangepakt hebben. Zeer analytisch kijken naar je kostprijs, bijvoorbeeld, is zeker iets wat ik heb meegenomen.” En toch pakt hij sommige zaken ook anders aan. “Waar je in een groot bedrijf vooral beslissingen neemt op basis van cijfers, ga ik nu wel meer op mijn buikgevoel af”, geeft hij toe.

En wat brengt de toekomst? “Dat zien we wel. Vijf jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik nu een delicatessenwinkel zou openen. Op dit moment ligt de prioriteit op een mooi cliënteel uitbouwen, zien dat de zaak goed draait, af en toe iets nieuws in het assortiment opnemen en dan zien we wel … Het belangrijkste is dat de klanten komen én terugkomen. En dat gebeurt gelukkig wel. Ik heb zelfs een klant die er een wekelijkse uitstap met de bus van maakt!”

This article is from: