
4 minute read
Kaasmakerij Catharinadal
from SuperMAG juni 2022
150 soorten kaas
Al op zijn dertiende maakte Peter Boonen zijn eerstekaas. Enkele decennia later runt hij samen met zijn broerBert en hun echtgenotes Riet en Carine Hoevewinkel enKaasmakerij Catharinadal. Meer dan 200 zelfgemaakte zuivelproducten vind je in hun hoevewinkel, waarvan maar liefst 150 soorten kaas.

We ontmoeten Peter in een prachtige, historische hoeve dicht bij het centrum van het Limburgse Achel. De groot ouders van Peter en Bert gingen hier in 1935 wonen. Zij maakten kaas en boter. Een generatie later kozen hun ouders om enkel boter te maken. “Ik ben opnieuw kaas beginnen maken op mijn 13e”, vertelt Peter. “In plaats van zakgeld kreeg ik melk van mijn pa. En als de kaas goed gelukt was, mocht ik hem verkopen.”
De broers nemen de boerderij over in 1990. Peter krijgt de kaas makerij, Bert de boerderij die nog 90 koeien telt. “Mijn broer speelde het slimmer”, glimlacht Peter. “We mochten van onze vader geen landbouw volgen. Maar Bert deed zijn zin en volgde gewoon de lessen in de landbouwklas mee. Mijn ouders zijn dat pas te weten gekomen bij het kerstverlof toen ze zijn rapport gingen halen.”
Experimenteren met smaken
Hun echtgenotes werken ook mee. Riet, de vrouw van Peter, helpt zowel mee in de productie als in de verkoop van de kazen. “Dat is mijn geluk geweest”, vervolgt hij. “Anders waren we nooit zo groot geworden.” In hun hoevewinkel vind je een assortiment van 200 zuivelproducten, allemaal zelf gemaakt: yoghurt, ijs, boter, kaaskroketten … En 150 verschillende soorten kaas: harde, zachte, jonge tot brokkelige kaas, met of zonder kruiden, pittig zuur of zoet ...
“We experimenteren ook voortdurend met nieuwe smaken, bereidingswijzen, kruiden en andere natuurlijke toevoegingen. Tja, dat is de hobby. Soms maken we tot zes à zeven verschillende kazen op een dag. Daar maken we echt het verschil mee. Ik zou het ook niet fijn vinden om elke dag hetzelfde te doen.”

Kaasmaker uit Syrië
Gelukkig heeft Peter hulp van drie kaasmakers. Een van zijn kaasmakers vluchtte twee jaar geleden uit Syrië en vond bij Peter en zijn familie onderdak. Syriërs zijn kaasmakers, weet Peter, maar meer de Haloumi-achtige kazen waarbij ze vaak zwarte komijn gebruiken. “Elke keer als hij slaagt voor een module Nederlands, krijg hij opslag”, lacht Peter.
“Taal is belangrijk, we doen niet aan bandwerk. Dus moet je met elkaar kunnen communiceren.” Kaasmaker Willem is zijn rechterhand. Ook hij had de kaasmicrobe vroeg te pakken; als dertienjarige maakte hij kaas op de verwarming thuis.

Luisteren naar je klanten
De meeste kazen verkopen Peter en Riet in de hoevewinkel van Catharinadal. Heel wat restaurants – inclusief sterrenzaken – komen hier ook hun kazen halen. Slechts 20% vertrekt naar de groothandel. “Enkel onze blauwe schimmelkaas wordt verkocht in speciaalzaken die de kaas zelf versnijden. Dan kan je ook het verhaal erachter vertellen en dat is belangrijk.”
“Als je als producent je producten zelf verkoopt, kijk je je klanten elke dag in de ogen. Zo horen we ze vaak vragen stellen over antibiotica, bomen die gekapt worden in Zuid-Amerika omdat er soja op gezaaid wordt …”, besluit Peter. “Dat inspireert je. Een mooi voorbeeld zijn de zoutloze kazen. Omdat je het nergens kan vinden, kregen we veel vragen daarover. Daar speelden we op in en nu hebben we wel twintig zoutloze kazen in ons assortiment. Ook lactosevrij of zonder kleurstoffen … we maken het allemaal. Dat nauw contact met je klanten doet je anders boeren. Net dat maakt het zo mooi.”
