7 minute read

Tijd voor pasklare lesstof op basis van algoritmen?

█ tekst: Marjolein Straatman

Automatische feedback op het schoolwerk van een leerling. Pasklare lesstof op basis van algoritmen. En routinetaken die worden uitgevoerd door het systeem, in plaats van door de docent. Het is zomaar een greep uit de potentie van artificial intelligence voor het onderwijs. We spreken hierover met Inge Molenaar en Jeroen Visscher van Werkgroep Onderwijs van de Nederlandse AI Coalitie.

Advertisement

De onderwijssector maakte in de laatste twintig jaar al een flinke digitaliseringsslag. “Er is een hoge mate van integratie van computers en digitaal lesmateriaal is van een aanzienlijk niveau”, zegt Inge Molenaar, universitair hoofddocent bij het Behavioural Science Institute en hoofd van het Adaptive Learning Lab van de Radboud Universiteit. “Op dit moment werkt zestig tot zeventig procent van de basisscholen al met adaptieve leersystemen zoals rekenapplicaties die het niveau van de leerling registreren en de sommen daarop aanpassen. Een eerste stap. De vraag is nu hoe we de systemen nog slimmer kunnen maken. En hoe de beschikbare data kan worden ingezet om nog beter aan te sluiten bij de behoeften van de leerling.”

Coalitie voor kansen

AI kan volgens Inge bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en het beter benutten van talent van leerlingen en docenten. Het is de reden waarom ze zich inzet voor het thema, onder meer via de Nederlandse AI Coalitie. Dit doet ze onder andere met Jeroen Visscher, in het dagelijks leven managing partner van organisatie-adviesbureau Turner, die eveneens is aangeschoven om meer te vertellen over de initiatieven. De Nederlandse AI Coalitie is een publiek-privaat samenwerkingsverband waarbij het bedrijfsleven, de landelijke en regionale overheid en onderwijs- en onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties zich inzetten om AI-ontwikkeling in Nederland te versnellen en

AI-initiatieven te verbinden. Samen verkennen zij de mogelijkheden van AI in verschillende toepassingsgebieden.

Nederland in de voorhoedepositie

Naast het onderwijs zijn bijvoorbeeld de zorg, de financiële en de maritieme sector toepassingsgebieden. De ambitie is om Nederland in een voorhoedepositie te krijgen op het gebied van kennis én toepassing van AI voor welvaart en welzijn met inachtneming van Nederlandse en Europese normen en waarden. Jeroen: “AI biedt ontzettend veel mogelijkheden en innovatie die

Inge: ook enorme economische voordelen heeft en positief kan bijdragen aan het BBP. Er is dan ook niet voor niets geld vrijgemaakt door het Nationaal Groeifonds voor de Nederlandse AI Coalitie.”

Zowel hij als Inge onderstrepen het belang van Nederlandse en Europese investeringen in AI. Afgezien van het nut dat de technologie volgens hen kan hebben, is het een manier om mee te komen in de wereld, zelf regie te houden over de ontwikkelingen en die af te stemmen op onze waarden en normen.

Tegen ongelijkheid

Beiden zetten zich binnen de coalitie in voor de Werkgroep Onderwijs. AI kan volgens hen ook een belangrijke bijdrage leveren aan de aanpak van actuele problematiek in de sector. Het lerarentekort bijvoorbeeld. Al haasten de twee zich erbij te vermelden dat het zeer zeker niet de bedoeling is dat de technologie de docent vervangt. Veel meer is AI bedoeld om de werklast te verlichten, zodat de leekracht zich meer kan richten op kerntaken. Meer en betere interactie tussen docent en leerling, in plaats van het nakijken van schoolwerk. Jeroen: “Daarnaast kan AI helpen om de kansenongelijkheid die in het huidige onderwijssysteem vaak wordt vergroot, te verkleinen. Dankzij slimme systemen kunnen we kinderen meer ondersteunen op hun eigen niveau. AI kan leerlingen helpen met feedback, instructies en opdrachten die aansluiten bij hun kennis. Dat helpt docenten om het onderwijsaanbod af te stemmen op de individuele leerling.”

Ethiek en privacy

Technologieën zoals AI zijn niet zelden onderwerp van discussie. Thema’s zoals ethiek en privacy leveren de nodige vragen op. Het zijn onderwerpen die de Nederlandse AI Coalitie niet uit de weg gaat. Jeroen: “Het gaat toch om een spanningsveld waarover wij zowel met elkaar als met docenten en leerlingen praten. Zo leidt automatische feedback met AI ook tot een ethisch vraagstuk en kun je je afvragen of studenten erop zitten te wachten om ook instructies te krijgen van een algoritme. Daarnaast vinden sommige docenten de komst van technologieën zoals AI spannend. Ze kunnen moeilijk inschatten wat de impact kan zijn op hun werkterrein. Dat zijn belangrijke vraagstukken die niet alleen leven in het onderwijs en die het noodzakelijk maken om met elkaar in gesprek te blijven over de manier waarop AI vorm krijgt in de samenleving.”

BTG en de coalitie

De Werkgroep Onderwijs heeft de laatste tijd vooral goed geluisterd naar docenten en leerlingen en studenten over hun wensen en behoeften, laten de twee weten. Het resulteerde in een aantal pilots waarmee de werkgroep aan de slag gaat. Eén van de thema’s is de verdere ontwikkeling van automatische feedback met behulp van artificial intelligence, die nu nog in de kinderschoenen staat. De Nederlandse AI Coalitie heeft ook contacten met de BTG. Een groot aantal van de organisaties die lid is, is ook partner van de AI Coalitie. BTG’s achterban is cruciaal voor de missie, zo meent Jeroen. “BTG speelt al jaren een belangrijke rol in de digitaliseringstransitie die in Nederland plaatsvindt. Als we Nederland met AI op de wereldkaart willen zetten, zullen we samen moeten experimenteren en opschalen wat werkt.”

Jeroen:

Over Inge Molenaar en Jeroen Visscher

Universitair hoofddocent Inge Molenaar houdt zich al sinds 2000 bezig met technologie in het onderwijs. Ze onderzoekt de inzet van adaptieve leermiddelen in scholen en ze ontwikkelt nieuwe onderwijstechnologieën waarin artificiële intelligentie wordt toegepast. In de Nederlandse AI Coalitie neemt ze zowel zitting in het strategieteam als in het kernteam van de Werkgroep Onderwijs.

Jeroen Visscher is managing partner bij Turner, een organisatieadviesbureau dat is gespecialiseerd in strategie-executie. Hij is in zijn reguliere werk actief in de transities op het snijvlak van digitalisering en onderwijs. Binnen de Nederlandse AI Coalitie is hij voorzitter van de Werkgroep Onderwijs.

Aangenaam, BTG-lid Future Connections stelt zich voor

Waarom besloot je voor jezelf te beginnen?

Julien Beenakkers begon in 1998 in de telecommarkt. Na een mooie carrière komt hij tot de conclusie dat hij meer vrijheid voor het ondernemerschap zoekt en daarom zelfstandig verder wil. Wat in 2017 begint als een businessplan op een servetje, is inmiddels uitgegroeid tot een internationale scale-up met vestigingen in Nederland, Engeland en Spanje.

“Ik zag dat er veel druk zat op de telecommarkt over hoe zij zich in de toekomst zouden gaan positioneren met nieuwe technologieën en met bestaande IT-systemen. Toen bedacht ik: waarom ga ik daar zelf niet iets mee doen? Ik had al een aantal bedrijven opgebouwd en geïnternationaliseerd, maar altijd voor anderen. Ik ben eerst gaan praten met Alejandro Medina, een Spaanse collega waar ik acht jaar lang samen mee in een internationaal managementteam heb gezeten. Hij heeft veel ervaring in en kennis van netwerkoptimalisatie en producten. We hebben onze plannen besproken met Jack Smits, voormalig eigenaar van The Network Factory en voormalig directeur bij Vodafone en T-Mobile Thuis. Hij besloot zich aan te sluiten als aandeel- houder. En zo is Future Connections gestart. In maart 2022 bestaan we vijf jaar.”

Jullie hebben gezamenlijk veel ervaring en ideeën. Waar begin je?

“We zijn in Nederland begonnen met iets wat we nog steeds doen: customer operations. We leveren telecom- en IT-diensten aan consumenten en bedrijven, namens telecomoperators en serviceproviders. We hebben softwaretechnologie toegevoegd om processen en performance te verbeteren, betere inzichten te krijgen en kosten te reduceren. Dat doen we voor de grote operators die beschikken over een mobiel of een vast netwerk. Samen kijken we hoe we met digitale transformatie nieuwe businessmodellen kunnen faciliteren. We beheren geen

IT-systemen, maar bouwen er een laag omheen en gebruiken de data om nieuwe businessmodellen te ontwikkelen.”

Maar jullie doen méér dan automatiseren op basis van data.

“Klopt, we hebben ook twee andere businessunits. Eén daarvan heeft betrekking op het omzetten van videobeelden in data. We hebben patenten lopen op technologie die in staat is om videobeelden op basis van edge computing te analyseren en direct om te zetten in metadata. Met deze gegevens kun je een actie triggeren of een proces aansturen. Denk bijvoorbeeld aan het uitvoeren van een telling, crowd management, of veiligheidsprocedures. Deze technologie wordt toegepast in de smart city, of in industrie 4.0. Onze ambitie is om deze technologie toe te passen in andere marktsegmenten. Uiteindelijk bestaat onze business uit verbinden in de breedste zin van het woord.”

En wat is de andere businessunit?

“Die heeft alles te maken met mobiele identificatie en authenticatie. Telco-operators en serviceproviders hebben vaak te maken met klanten die geïdentificeerd moeten worden, bijvoorbeeld bij nieuwe klanten of als er een nieuw abonnement wordt afgesloten. We zijn hier destijds door Rabobank Identity Services bij betrokken. We ontwikkelen voor hen productmarktcombinaties in de telecommarkt. Daar kwam mobiele authenticatie bij, waar we onder andere met BTG over in gesprek zijn. Als medewerker van bijvoorbeeld een grote industriële productieomgeving moet je geregeld in de fabrieken zijn. Dan heb je te maken met protocollen, zodat je toegang tot de gebouwen en systemen. Hier horen ook securityprotocollen en losse toegangspassen bij. Dat kan ook met een authenticatieprotocol op een mobiele telefoon. Wij zijn overigens niet de uitvinder van de technologie, maar een integrator die de technologie naar de markt brengt.”

Jullie werken dus met name met grote partijen samen?

“Klopt. We werken bijvoorbeeld met een telecomoperator in Nederland die een aantal miljoen huizen gaat voorzien van glasvezel. Die operator wil weten hoe de opbouw van zijn huidige klantaansluitingen eruitziet, in welk gebied hij gaat uitrollen en hoe de capaciteit van het netwerk eruitziet. Zodra de klantvraag komt, moet hij weten hoe hij zo snel en efficiënt mogelijk kan uitrollen en aansluiten. Maar bijvoorbeeld ook wanneer de marketingcampagne opgestart moet worden. Alle aanwezige data zetten we in een intelligence database met een forecast-model. Effectief gevisualiseerd in een overzicht: je moet nu in deze wijk, op die en die plekken, deze werkzaamheden uitvoeren wil je daar over zes weken live kunnen en jouw klanten kunnen aansluiten. Als we naar de lange termijn forecast kijken, betekent dit dat je nog vijf miljoen in deze apparatuur moet investeren in deze gebieden, anders kun je daar over twaalf maanden geen netwerk leveren. Tot een aantal maanden geleden gebeurde dit allemaal handmatig. Wij migreren de data naar een data lake en combineren dit met engineeringdata en de marketing- en commerciële-informatie. Vervolgens bouwen we hier nieuwe business intelligence omheen. Hiermee genereren we een dashboard die voorspellend werkt voor de operator. Dit is volledig tailor made.”

This article is from: