Tegentijd april 2019

Page 1

TEGENTIJD de tijd tegen hebben

tegen de tijdgeest in

tijd voor tegenzin

achtergronden bij het Brussels Brecht-Eislerkoor - april 2019

de vijf torens van Babel, met dank aan Pieter Breugel

deze Tegentijd zag het licht dankzij de medewerking van Cathy, Erica, Erik, Karim, Karel, Kris, Raf, Rose, Ruth, Toon, Walter en het wereldwijde web


TEGENTIJD EDITO

EEN FENIKS OF EEN ORIGAMI KWIKSTAARTJE … De beslissing is gevallen / La décision est tombée. Op een wijze van huiscomponiste Kaat. Er komt een nieuwe Tegentijd. Voor nieuwere koorleden: Tegentijd is jarenlang het blaadje van het Koor geweest. Op een dag, zo’n twee jaar geleden, hield het op te bestaan. Mensen door wie er wel eens werd beweerd dat sommigen het blad slechts oppervlakkig of helemaal niet lazen, riepen tijdens de algemene ledenvergadering van 2018 uit dat het zo jammer was dat het Koor geen magazine meer had, dat de communicatie/educatie niet verliep zoals het hoorde., etc. En zo viel er een tijdje geleden een kleine bom in de mailbox van de voormalige redactieleden: Herrijst Tegentijd uit zijn as?, zo vroeg hoofdredacteur Karim zichzelf af – en meteen ons erbij.

Toch niet weer die mythologische vogel, de Feniks, die nog glanzender dan voordien uit zijn as herrijst? Nu we al een poosje bezig zijn aan een Geuzenproject (onverdraagzaamheid, godsdienstvrijheid, vrij onderzoek, vluchtelingen, …) lijkt me een associatie tussen het vuur en de “boekskes” sowieso wat aangebrand. Boekenverbrandingen zijn van alle tijden, ook van de onze. Een mens denkt dan gauw aan de talloze brandstapels, van de inquisitie, via het Derde Rijk tot een hele resem landen van nu die hun heil zien in de doodstraf. Wat dreef de Hoofdredacteur en de gewone redacteurs ertoe te willen voldoen aan een verzuchting van een Algemene Vergadering? Was er meer info nodig over het Koor en onze producties? Vielen er misverstanden uit de weg te ruimen? Hadden de redactieleden plots last van een schrijfkriebel (het tegenovergestelde van de fameuze writer’s block)? Misschien al die dingen tegelijk. In het lopende koorjaar, waar verschillende projecten tegelijk worden voorbereid die veelal als moeilijk worden ervaren, willen onze mensen het opnieuw zwart op wit kunnen lezen, en hoe dan ook op papier, en niet digitaal! We hadden al “de Vijf Blokken” die stilletjes aan vorm kregen en toen zouden we in september 2018 met “De Geuzen” een bijdrage leveren aan het Bruegel Jaar, een initiatief van de VGC. Niet moeilijk, volgens Lieve: we hadden immers jaren terug geuzenliederen op straat – en in de regen – gebracht. Maar een aantal zangers waren er toen nog niet bij. En wie of wat waren die fameuze Geuzen? In de huidige Tegentijd krijgen jullie een antwoord op de vragen die jullie nooit durfden te stellen. En daarbij nog enkele pareltjes over Rosa Luxemburg en de totstandkoming van het Vijf Blokkenproject, een bijdrage van onze correspondent in Spanje, plus de gebruikelijke weetjes die de ronde doen binnen het koor. Veel leesplezier!

2


WAT WIJ ZINGEN

De geuzenliederen

De geuzenliederen kennen hun oorsprong in de loop van de 16e eeuw, toen het calvinistische noorden een oorlog voerde tegen het katholieke Spanje. Het waren liederen die vaak de historische ontwikkelingen schetsten en voor propaganda dienden. Tevens hadden ze een troostende of klagende inhoud, verheerlijkten de heldendaden der geuzen, hadden soms een meer geestelijke inspiratie, of dienden om de tegenpartij te beschimpen of bespotten. Ze waren geënt op oude en populaire melodieën en werden in het begin gedrukt op losse blaadjes die goedkoop aan de man werden gebracht. Sommige van deze liedjes werden na een tijd gebundeld, naar het voorbeeld van de martelaarsliederen. De bekendste van deze uitgaven is Een nieu Geusen Lieden Boecxken, met als ondertitel: Waarinne begrepen is – den gantschen Handel der Nederlantschen Geschiedenissen – dees voorleden Jaeren tot noch toe ghedraegen – eensdeels onderwylen in Druck uitghegaen – eensdeels nu nieu bygheuoecht. Nu nieulick vermeerdert ende verbetert (1581).

Liederen vanuit katholieke zijde werden vaak geplaatst op een melodie uit protestantse zijde, om alzo de tegenpartij bijkomend te kleineren. In de zestiende eeuw was de praktijk van lied en tegen-lied aan weerszijden zeer populair. Het bekendste voorbeeld hiervan is het “Wilhelmus". De oorspronkelijke melodie was die van het soldatenlied Chartres, een Frans anti-protestants spotlied, dat de auteur van het Wilhelmus omvormde tot een lofzang aan Willem van Oranje en de protestanten. Waar het Wilhelmus de lof bezingt van Willem van Oranje, zo wordt in het oorspronkelijke lied Chartres, de Prins van Condé bespot omwille van het mislukken van zijn offensief tegen Chartres.

Een Vlaamse sociale geus

Eerst behandelden de geuzenliederen de gevechten tegen Spanje, het plaatselijk verzet van de geuzen (bv tegen de ‘tiendenpenning’), maar ook de rouw om de dood van Willem van Oranje en de terechtstelling van de graven Egmont en Hoorne. Een weerkerend thema was de hekeling van de katholieken. Ze werden bespot omwille van de heiligenverering, de verdorvenheid van priesters en pausen, de aflaten, de katholieke mis met daarin de stelling van de transsubstantiatie (brood en wijn zijnde het lichaam en bloed van Christus) en katholieke leerstellingen die niet zouden stroken met de bijbel. Anderzijds hekelden de katholieken in hun liederen de opstandige protestanten, hun incoherentie en de onreinheid van de gehuwde predikanten. Systematische druksels van liederen gemaakt door de katholieken bestonden niet en ze zijn nooit gebundeld in een liedboek.

In Korsele, een gehucht van Sint-Maria-Horebeke (nu fusiegemeente Horebeke) bevindt zich de zogenaamde ‘Geuzenhoek’. Korsele is waarschijnlijk het enige protestantse dorp in Vlaanderen dat zich onafhankelijk handhaafde sinds de 16de eeuw (oorspronkelijk hoorden meer gehuchten bij deze Geuzenhoek). In de omgeving van Oudenaarde sloten veel mensen zich aan bij de hervormingsgezinden waaronder velen die werkzaam waren in de tapijt- en wolnijverheid. De ligging aan grote verbindingswegen en de Schelde en de invloed van gevluchte protestanten uit Frankrijk, kunnen een stimulerende werking hebben gehad op de ontwikkeling van het protestantisme aldaar. Rond 1530 kwamen er verschillende bevelschriften tegen deze 'ketters' uit en werden ze vervolgd en vermoord. Maar onder invloed van

3


noteert hij dat in Brussel de eerste protestantse martelaren op de Grote Markt levend verbrand werden. Het begon met de beeldenstorm in het wonderjaar 1566. De nederlaag van deze grote volksopstand kon de opgang van de revolutie niet stoppen. Alle lagen van de maatschappij kwamen in opstand. Ook een deel van de adel en een groot aantal intellectuelen. De opstand draaide uit op een tachtig jaar durende oorlog (1568-1648), waarin de Geuzen vooraan stonden. Een hoogtepunt van die strijd was zeker de Geuzenrepubliek van Brussel (1576-1585). De Hollanders zongen toen `een nieuw Liedt van de couragieuse Brusselaers´ (op de wijze van ‘Wilhelmus van Nassouwe’). In de vierde strofe (die we niet zingen) heet het met veel sympathie voor de Brusselaars :

het toenemende calvinistische gedachtengoed, dat zich rond 1540 vanuit Picardië in de streek verspreidde, nam het protestantisme steeds meer toe. Ze probeerden hun diensten in het geheim te houden dit wil zeggen ’s nachts en zonder zang. Vanaf 1544 weken reeds protestanten uit naar het buitenland. In 1553 werden er in Oudenaarde verschillende 'ketters' veroordeeld en als straf gegeseld, onthoofd of verbrand. Nergens in Vlaanderen waren de nieuwe denkbeelden op het platteland zo intensief verspreid als in de omgeving Oudenaarde-Ronse. Rond 1565 werd het percentage protestanten geschat, in de stad zou dit 85% zijn en op het platteland 90%. Omstreeks 1525 al kwam in Nieuwkerke (nu een deelgemeente van Heuvelland) een zekere Willem Cousture toe met de hoop op een beter leven. Nieuwkerke produceerde in 1550 ruim 17000 stuks laken. Veel meer dan in Brugge, Ieper of Antwerpen. Veel mensen kwamen hier wonen en werken. Enkele jaren later echter liep het verkeerd. De wol toevoer werd heel duur en de werkmensen konden niet meer uitbetaald worden. Armoede, honger en kou verdeelde het dorp. Het volk kwam in opstand, de opstandelingen werden “geuzen” genoemd afgeleid van het Franse woord “les gueux” wat armoezaaiers of bedelaars betekent. Zij bedachten heel wat manieren om hun protest te uiten. Onder meer door het schrijven en zingen van geuzenliederen of protestliederen. In de 16de eeuw was dit gevaarlijk. Ene Willem Cousture reageerde heel fel tegen de machthebbers in zijn liedjesteksten. Hij werd aangehouden, gemarteld en op 16 juli 1530 als eerste terechtgestelde op de Ravensberg onthoofd. De Ravensberg, ook wel Gravenberg of Ravelsberg stond hierdoor toen bekend als Galgenberg omdat de top namelijk bekroond werd door de executieplaats. De lijken werden als afschrikkingsmiddel tentoon gesteld tot de raven geen honger meer hadden.

Dit hebben wy verdraghen, Wel thien jaren lanck, Dat wy laghen beslaghen In des Spangiaerts bedwanck, En ghehoort de spaensche sprake Die ons verdriet den tijt, Nu is Brussel d’oorsake, Dat wy die worden quijt.

Sympathiseerde Bruegel ? Dat is niet zeker, gaat Lucas Catherine voort. Maar toch zijn er een aantal aanwijzingen. Pieter Bruegel de Oude verhuisde in 1563 van Antwerpen naar Brussel en vestigde zich in de Hoogstraat. Vermoedelijk in het Bruegel Huis … In een reeks schilderijen die dateren uit deze periode geeft hij kritiek op de politieke gebeurtenissen in de Nederlanden. De Prediking van Johannes de Doper uit 1565, stelt eigenlijk een protestantse clandestiene hagenpreek voor. Bruegel schildert zichzelf (rechts bovenaan) als toehoorder, leunend tegen een boom, in gezelschap van zijn vrouw Marijke Coecke en zijn schoonmoeder Maaike Verhulst-Bessemers. In De Moord op de Onnozele Kinderen (1567) zien we dat de troepen onder leiding staan van Alva. De Triomf van de Dood (1568) kan men zien als een scherpe aanklacht tegen de meedogenloze repressie. (BRON: LUCAS CATHERINE)

Brusselse Geuzenrepubliek Ten slotte mogen de Brusselse Geuzenrepubliek en Bruegel niet in dit TT-stukje ontbreken. En bij wie kunnen we daarvoor beter terecht dan bij Lucas Catherine. In een van zijn stukjes

4


BRUEGEL, BRUSSEL EN BRRRR... DE GEUZEN Woede over onrecht

Noot vooraf : In deze tijd van instant cultuur en instant consumptie heeft een blad als Tegentijd enkele nadelen, al was het maar omdat het driemaandelijks verschijnt. Begrijpelijk dus dat het niet bepaald geschikt is voor een verhaal in verschillende afleveringen. Want eer je het goed beseft, is de bruegel-en-de-geuzencyclus pas afgerond eind 2025, jaar waaraan nog heel wat andere doelstellingen zijn verbonden. Daarom volgt hierna een ratjetoe met allerlei weetjes over: BRUEGEL, BRUSSEL EN BRRRR ‌. DE GEUZEN (dit is de echte titel)

maar vooral om vrijheid, inclusief de zijn, schreef Bertolt vrijheid van Brecht. Een uitstekend gedachte. ongeBijbelkenner, overigens. Om lijkheid, verstedelijking, overgang naar het kapitalisme, absolutisme, fundamentalisme, massale migratie. Met een arsenaal van vuurwapens, economische blokkades, terreur, plundering en verklikking, propaganda en vervolging. Een oorlog van lange adem, met wisselende allianties, met meer verliezers dan overwinnaars. Hiphiphoera voor Pieter Bruegel de Oude (1525-1569) moet van lange adem

De periode waarover we het vandaag willen hebben met onze Geuzenliederen, is niet enkel de tijd van Pieter Bruegel. We hebben het hier grofweg over de tweede helft van de 16de eeuw tot een stuk in de 17de eeuw. De tijd van de 80-jarige Oorlog, de moeder van alle moderne oorlogen. Oorlogen waarbij het niet enkel om veroveringszucht draait,

Heel veel is niet geweten over Pieter Bruegel, die geboren werd in Noord-Brabant en in de Brusselse Hoogstraat stierf op 9 september 1569. Hij kreeg zijn opleiding in Antwerpen bij Pieter Coecke

5


van Aelst, met wiens dochter Mayken hij in 1563 zou trouwen. Hij schiep er een gigantisch oeuvre aan tekeningen en etsen. Anders dan schilderijen waren zijn gravures toegankelijk voor een groot publiek ( een prent kostte het equivalent van een dagloon!) en geraakten ze ook buiten de grenzen van de Spaanse Nederlanden bekend. Een groot deel van Bruegels grafisch werk stak de draak met het wereldlijk en kerkelijk gezag, met de vele zonden van zijn tijdgenoten, met geldgier en andere onfraaie trekjes. Kort voor zijn dood zou Bruegel zijn vrouw Maaike vragen om enkele prenten die al te seer bijtigh oft schimplich wesende te verbranden. Men kent Bruegel nog beter om het veertigtal doeken die hij tijdens zijn laatste levensjaren in Brussel schilderde. Zij werden gretig aangekocht door de meester Bruegel hoge adel en geraakten in de loop der eeuwen verspreid over musea in de hele wereld. bont gezelschap van boeren, monniken, mannen en vrouwen, tot Arabieren en Chinezen toe: Bruegel was in de eerste plaats een humanist, een beeld van een universele kerk. En in een een typische man van de Renaissance en trok boom zit Bruegel te luisteren in het gezelschap via Frankrijk naar Italië waar hij natuur- en van zijn vrouw Mayken en zijn schoonmoeder. berglandschappen ontdekte, elementen die overal in zijn werk opduiken. Hij verkeerde met Het wonderjaar 1566 de grote humanisten en artiesten van zijn tijd. Niet iedereen is ervan overtuigd dat hij protestant Niets fraais aan dat wonderjaar. Het is een jaar werd, vermits hij katholiek begraven werd in de van armoe, wanorde, vervolging, tirannie. Vuur Brusselse Kapellekerk. Ook rooms-katholieke en ijs tegelijk. Raven op de Galg. tijdgenoten verfoeiden de uitwassen van de Het is de tijd van het Verbond van Edelen toen Roomse kerk en de bloedige Spaanse bezetting, de de edellieden door Berlaymont, raadsheer van vervolging door de Inquisitie, de terechtstelling landvoogdes Margaretha van Parma, werden van andersdenkenden. Al die gebeurtenissen afgedaan als “Geuzen” (oftewel armoezaaiers). verschijnen in Bruegels schilderijen. Zo wordt “N’ayez crainte Madame: ce ne sont que des de Kindermoord te Bethlehem een afgrijselijke gueux”. Twee dagen later tijdens een banmoordpartij door Spaanse soldaten met op de ket in het Brusselse Paleis van Culemborg, achtergrond de afbeelding van de hertog van dronk Hendrik van Brederode uit een houten Alva op zijn paard. kom, schoof een bedelzak over zijn hals en De hunkering naar een zuivere vorm van riep uit "ik heb gedronken op het goed geluk christelijk geloof blijkt dan weer uit De preek van de geuzen, leve de Geuzen!". Zo ontvan Johannes de Doper, beter bekend als de stond het herkenningsteken van de geuzen. Hagenpreek. Johannes is er omgeven door een De “Beeldenstorm” (of “iconoclasme” om het

6


met een geleerd woord te zeggen) geeft het eigenlijk signaal tot de volksopstand. Volgens de hervormde leer was Christus de enige bemiddelaar tussen de gelovigen en God. Bij de Rooms-katholieken bestonden naast Christus heel wat andere bemiddelaars/bemiddelaressen zoals Maria en de vele heiligen van wie zelfs de stenen of gouden afbeeldingen wonderlijke krachten zouden hebben. Wij kennen het fameuze “Mayken” van het geuzenlied Com nu

Ghy Romanisten koen dat de bedevaart naar Scherpenheuvel hekelt. In drie maanden tijd trok een woedende menigte vanuit Steenvoorde, het huidige Frans-Vlaanderen, door de Spaanse Nederlanden. Ze sloegen alles kort en klein. De geplunderde kerken werden Calvinistische gebedshuizen die geleid werden door democratisch verkozen predikanten. En weg met de Paus van Rome, dus.

Anekdote Willem van Oranje Willem van Nassouwe, Willem van Oranje-Nassau, Vader des Vaderlands Willem van Oranje en ten slotte Willem de Zwijger: één en dezelfde persoon! In 2012 ging men in Nederland op zoek naar de Grootste Nederlander aller Tijden. Als eerste kwam Willem van Oranje uit de bus (met 20,5% der stemmen), gevolgd door Willem Drees , een voormalig minister-president van de PvdA (met 12,6%) en Anne Frank (11,7%). De beslissing stootte op heel wat ongenoegen: veel Nederlanders wilden liever Pim Fortuyn als grootste; Anne Frank die wel in het Nederlands schreef, had de Nederlandse nationaliteit niet, en de fameuze Willem van Oranje sprak geen Nederlands. Hoezo geen Nederlands: wel hij werd geboren uit een Protestantse Duitse familie, werd vanaf zijn elfde jaar in Brussel opgevoed aan Hof van Karel V, waar hij zich moest bekeren tot katholiek en Frans moest leren. Dat was namelijk de voorwaarde om de titel van Hertog van Oranje (Orange in Frankrijk) te kunnen aannemen. Frans was de taal van de adel. Boze tongen beweren dat hij in de omgang met Nederlandstaligen zweeg, omdat hij niet vlot kon meepraten. Voor anderen was zwijgzaamheid en doordachtzaamheid dan weer zijn grootste deugd, vandaar. Van hem zijn bijvoorbeeld volgende uitspraken : Je ne peux pas admettre que les souverains veuillent régner sur la conscience de leurs sujets et qu’ils leur enlèvent la liberté de croyance et de religion. Nul besoin d’espérer pour entreprendre, nul besoin de réussir pour persévérer. Je maintiendrai. (nog altijd de wapenspreuk van Nederland). En tot slot zijn laatste woorden: ‘Mon Dieu, Mon Dieu, aie pitié de moi et de ce pauvre peuple.’ Vernederlanst tot : God, wees mijn ziel genadig [...] God, ontferm u over dit arme volk.

7


WAT WIJ PLANNEN

Genese 5 blokken Over de commons in de ‘5 blokken’ Het brandje deed de vensters springen van een lokaal op het gelijkvloers dat al jaren schijnt leeg te staan. Binnen liggen scherven, wat blikjes. Het is het eerste dat Mimoun ervan hoort. Het incident is dagen oud. Maar het boeltje wordt niet opgekuist.

De 5 blokken', het project waarmee het BBEK voorjaar 2020 wil uitpakken, heeft al wat waters doorzwommen sinds we er ruim twee jaar geleden aan begonnen. Daarom is het nuttig eens terug te blikken naar hoe dit koorproject ontstond en waar het ons na al die tijd brengt. 'De 5 blokken' gaat over de transformatie van de stad. Ten kwade of ten goede ? Dat hangt ook van ons af.

Van onderop en collectief Zo te zien zijn de 5 blokken aan de Papenvest in Brussel een sociale wijk als een andere. Toch niet. Waar andere sociale woningen worden opgeknapt, zoals aan de Nieuwbrug of de Pacheco-laan, zullen de torens worden gesloopt. Er komt gemengde bewoning in de plaats met een instroom van de middenklasse, dat is het objectief. Dat maakt de 5 blokken uniek. Wie kan zich anno 2019 nog voorstellen dat een sociale woningmaatschappij appartementen likwideert, 110 sociale flats in dit geval. En toch is dat hier geprogrammeerd.

Nisrine had eens als jonge bewoonster van de 5 blokken in de krant gestaan en zo wist ik dat ze theater speelde. 'Bij Ras-El-Hanout in Molenbeek', zei ze toen ze eindelijk voor me zat. Ze bracht haar oudere zus mee naar onze afspraak. En ja, 'wij wonen niet meer aan de Papenvest, wij wonen nu aan de Marollen, maar als ik kan meedoen aan jullie voorstelling, dan graag'. De blokken liggen haar na aan het hart. 'Ons nieuwe adres is onpersoonlijk. Terwijl, de Papenvest, daar woonde ik graag. We hingen goed aan elkaar'. Een andere bewoner, D, stond laatst voor me in de krantenwinkel. Vroeger was hij camionchauffeur; hij mist een vingerkoot, afgerukt toen hij lading ongelukkig aanpakte. Voor het eerst zie ik hem met een pet van Italia. Dus vraag ik : 'bonjour D. Comment va l'Italie ?' Hij: 'je suis Italien, je ne suis pas hybride'. Ik weer: 'cosmopolite alors ?', en D die antwoordt: 'cosmopolite, ça n'existe pas'. Zo is D.

In 2016 stak ik het 5 blokken-project in gang, als tenor in het Brussels Brecht-Eislerkoor (BBEK) maar evenzeer als buurman van de 5 blokken en als journalist begaan met leven in Brussel. Het was tijdens onze jaarlijkse algemene vergadering waar we mogelijke toekomstprojecten bespraken die we konden aanpakken van zodra Waanvlucht, het koorproject dat toen nog liep, afgerond zou zijn. Ik stelde voor te werken rond de stad als commons, als gemeengoed dat onder druk staat maar waar wij wel wonen, werken, leven en waarvoor we daarom zorg moeten dragen. Er woog toen zware druk op Brussel. Het stadsbestuur wilde bezoekers naar het centrum halen waar luidruchtige evenementen werden gepland, ervan uitgaand dat de bewoners en de gebruikers van de stad dringend om die drukte vragen. In de werkgroep Plan-B-XL dachten we echter na over menselijke prioriteiten, over hoe je de stad leefbaar maakt op mensenschaal. We keken naar de essentiële functies van de stad en vulden die met verbeelding in zonder toe te

Ik hoop dat het botert tussen D en Mimoun. Ze zijn naaste buren. Mimoun komt uit de Rif, die opstandige streek in het Noorden van Marokko. Hij neemt taallles, 'een mens moet vooruit', hij geeft karate-training, hij zit dikwijls te tekenen in het lokaal van het Projet de Cohésion Sociale. Hij tekent stadsgezichten van Hoceima, de stad waar hij vandaan komt. Mimoun is altijd bezig, maar niet zo met de 5 blokken. Ik vertelt hem dat er een moto in brand is gestoken aan de oranje toren, dat is de middelste van de 5 torens.

8


hoorzitting voor de bewoners van de vijf blokken in de sporthal geven aan commercialisering en 'Disneyficatie'. Voorjaar 2016 rondden we het werk af. De conclusies waren ĂŠĂŠn bron van inspiratie voor mijn voorstel aan de algemene vergadering van het koor dat vond dat we inderdaad met de commons konden voortwerken

moet vechten. Het koor zou daarom aansluiting zoeken bij een bestaande groep die zich dagelijks inspande om leven en werken in de stad te verbeteren en we zouden trachten in co-creatie een muziektheatervoorstelling te maken. We dachten even dat de fietskoeriers die groep konden belichamen. Toen kwamen de 5 blokken in het nieuws. Gesprekken met architekten, de technisch directeur van de woningmaatschappij en andere experts deden me beseffen hoezeer dit dossier de kwalen van Brussel samenbalde : hoe politiek en business verweven zijn, hoe de politiek met diktaten regeert, dat hier de opvatting heerst dat de economische motor kost wat kost moet draaien en dat wie de motor remt maar beter kan opkramen.

Een andere bron van inspiratie was Silvia Federici. Deze Italiaans-Amerikaanse feministe maakte furore met haar boek over de heksenvervolging. Die had in Europa massaal toegeslagen tijdens de lange transitie van de middeleeuwse feodaliteit naar het vroeg-kapitalisme. Federici stelt dat daar de gender-kloof ontstond die maakt dat de maatschappij van vrouwen verwacht dat ze de reproductie van de arbeid garanderen. Federici had vormen van collectief verzet gevonden, in de boerenopstanden van toen, maar ook in hedendaagse ervaringen met de commons, van de stadstuinen in de Amerikaanse steden tot de protesten tegen het seksueel geweld in Zuid-Amerika. Ook over Federici spraken we meermaals tijdens de bijeenkomsten van het koor, zoals tijdens het koorweekend van oktober 2016 in Couvin.

perceel met strategische waarde

Er wonen ongeveer 800 mensen in de 5 blokken. Het zijn kansarme, koopzwakke mensen. Hun huurflats zijn in erbarmelijke staat. Maar ze liggen op een strategisch perceel dat projectmakelaars doet kwijlen. De eigenaar laat de 5 blokken al bijna 30 jaar verkommeren. En uiteindelijk blijkt slopen nu de enige overblijvende optie te zijn. Dat maakt de mensen kwaad, maar ze blijven ook voorzichtig. Ze willen erbij zijn als er nieuwe appartementen worden toegekend.

Het nieuwe project moest volgens mij gaan over hoe je van onderop en collectief sleutelt aan de stad en daar bij momenten, nee continu voor

9


they have the money... en op de duur halen ze hun slag thuis. Dan worden de zwaksten naar de marge geduwd en nemen sterkeren hun plaats in.

De sloop-en-nieuwbouw passen in het Kanaalplan dat de hele kanaalzone, van Vilvoorde tot Drogenbos, wil revitaliseren. In dat plan staan de drijfveer van de economische groei en het aantrekken van investeerders voorop en niet een sociale bekommernis. Die trend treft alle metropolen. Overal wordt wonen duur èn voor hele klassen van bewoners gewoon onbetaalbaar. Het toppunt is dan dat een sociale woningmaatschappij samen met het stadsbestuur van Brussel de huurders van de 5 blokken verjaagt.

Dat ik nu zo'n situatie aantref, letterlijk vlak naast mijn deur, dat voelt vreemd aan. Ik heb in Afrika en Zuid-Amerika reportages gemaakt bij gemeenschappen die bittere gevechten leveren voor hun rechten en hun waardigheid. Nu observeer ik hoe een kleine stadsgemeenschap wordt verjaagd. Ik zie overeenkomsten maar ook verschillen. De bewoners van de 5 blokken rebelleren niet, ze hangen niet als een protestbeweging aan elkaar. Wie zou het hen ook geleerd hebben ? De huurders van de 5 blokken handelen niet voor het groepsbelang, ze handelen uit zelfbehoud. En toch, dat wringt. Jouw wijk gaat plat, je weet dat jij de dupe bent, en toch regel je jouw belang, onderhands of in een achterkamer van de politiek. Maar : dat klopt toch niet, dat weet je toch van jezelf. Ook dat heb ik aan de 5 blokken gevonden. Die innerlijke tweestrijd, die ambiguïteit, die in mijn ogen juist de essentie uitmaakt van de melancholie. Als mensen natte ogen krijgen, dan zie je dat daar gemis zit, dat ze zich vermannen, dat ze zwijgen onder het onrecht dat hen wordt aangedaan.

De situatie aan de 5 blokken is verre van uniek. Dat maakt haar ook zo stuitend. In juni 2017 schoot in Londen de Grenfell Tower in brand. De buitenwand was met goedkoop brandbaar materiaal bekleed. In géén tijd was de toren een fakkel, 72 bewoners gingen dood. Omdat de mensen razend waren (ze hadden lang, en tevergeefs, voor een ramp gewaarschuwd) volgden er publieke hearings. Tijdens één van die zittingen maakte een vrouw uit de wijk haar analyse die me voor altijd bijblijft. Ze vertelde hoe iedereen in de wijk ogenblikkelijk iedereen hielp die dat nodig had. Maar ze duidde ook de cynici aan die katastrofes zoals die van Grenfell veroorzaken. Ze zei : They have the power and

Pluche

10


Onszelf onder de loupe

gewoon al gearriveerd zijn. Dan denk ik altijd aan dit zinnetje van Richard Thompson : And there is no rest for the ones God blessed, het motto van mijn eerste boek Blinde Cargo, en weet ik meteen weer welke kant te kiezen, die van, archaïsche term, de verworpenen die nooit rust kennen. Het 5 blokken-project dwingt onder ogen te zien dat mensen in weerwil van zichzelf gelaten achterblijven. Maar het trekt het perspectief ook open. Het dwingt ook om te fantaseren, al is het met beide voeten op de grond, over hoe het echt vooruit kan gaan ; het dwingt op te zoeken wat in het Frans zo mooi les imaginaires heet. Marcher sur l'eau, éviter les péages (uit : Osez osez Joséphine, Alain Bashung), over water lopen om niet langs de betaalmuren te hoeven en durven bedenken hoe voor ons, hieronder, de commons eruitzien en hoe we hen realiseren. Een andere optie is er niet. Twee van mijn artikels over de 5 blokken van de Papenvest staan online :

Zo verdiept deze Brusselse ervaring wat ik eerder heb gezien, in de favela's in Rio de Janeiro, in het hartland van de Argentijnse agro-industrie, bij de Congolese schoffelaars die zich in het slijk staan krom te werken omdat de technologische industrie in het Noorden hun ertsen nodig heeft. Hier wordt alles concreter, maar daarom niet minder complex. We hebben dat in het koor besproken. Twee zéér verschillende groepen zoeken aansluiting bij elkaar, of beter : buitenstaanders zoeken aansluiting bij een groep met een probleem. Welke intenties hebben wij ? zijn onze intenties legitiem ? Waarom revolteren zij niet ? waarom revolteren wij niet ? Bij momenten staan we dicht, te dicht bij hen en riskeren we begrip op te brengen voor onciviel gedrag. Dat de publieke ruimte wordt gevandaliseerd en de liften gesaboteerd - dat gebeurt er ook aan de 5 blokken - dat valt toch niet goed te praten. Deze lokale ervaring doet ons naar onze eigen praktijken kijken, naar onze eigen twijfels en disputen maar ook naar onze dynamieken en zoals Karel me terugfietsend vanuit Cadzandië eens zei - naar wat voor rijkdom er in het koor aanwezig is. Ze doet ook beseffen hoe de mondiale scheidslijnen lopen, tussen de verworpenen en zij die spoedig hopen binnen te zijn of daar

8 augustus 2017, https://www.apache.be/gastbijdragen/2017/08/08/met-brusselse-papenvest-verdwijnt-hele-sociale-woonwijk/

• 6 maart 2019, https://www.apache.be/2019/03/06/ van-renoveren-naar-slopen-de-brusselse-papenvest-speelbal-van-de-politiek/?sh=29231a152f9afc6e294d9-2036238817

optreden van het BBEK tijdens het wijkfeest van Papenvest 2017

11


EXPATS AAN HET WOORD

Las mamás belgas – Belgische verpleegsters en de Spaanse burgeroorlog

Zondagmorgen 3 maart 2019, geleid bezoek aan de schuilkelders uit de burgeroorlog in Ontinyent, Spanje. We bezoeken twee van de zeven schuilkelders die in 1938-1939 uit de kalkrots zijn gehouwen in het centrum van dit stadje. De ene kelder door de arbeiders van de textielfabriek Tortosa-Delgado, vanuit de achterkant van de fabriek die tegen de rots aanlag naast de Clariano-rivier. De andere schuilkelder is gekapt hogerop in de stad, onder het oude hooggelegen centrum. De ene toegankelijk vanuit de fabriek, de andere vanop straat in een dichtbevolkte wijk vlakbij een schooltje. Nu is er wat didactisch materiaal in de schuiloorden aangebracht, o.a. uitvergrote foto’s over de Belgische steun aan de Spaanse republikeinse strijders. De eerste affiche die we zien, roept op “Help de kinderen van Spanje”, in het Nederlands. De volgende toont een groepje verpleegsters, las mamás belgas. Over die mamás belgas heeft journalist Sven Tuytens een paar jaar geleden een documentaire gemaakt en een boek geschreven. Over een dertigtal jonge Belgische vrouwen die in 1936 naar Ontinyent trokken en er als verpleegster deel uitmaakten van de internationale socialistische en communistische steun aan de Tweede Spaanse Republiek tegen de nationalisten en fascisten in die burgeroorlog die leidde tot de moordende dictatuur van generalisimo Franco. Tuytens vertelt het verhaal van die jonge vrouwen als aanvulling op de veel ruimere geschiedschrijving vanuit mannelijke hoek.

Een groepje Belgische verpleegsters voor het hospitaal van Ontinyent op een uitvergrote foto in een van de schuilkelders in de kalkrots van Ontinyent (met vermelding: foto AMSAB)

en socialistische en communistische solidariteit uit België (partijen die samenwerkten maar ook rivaliseerden) het grootste en modernste hospitaal van Spanje van dat moment ingericht. 1200 bedden, de meest moderne medische uitrusting, een caravaan ambulances, dokters en verpleegsters werden hoofdzakelijk uit België overgebracht. Het hospitaal werd ingericht in het Franciscanerklooster van Ontinyent. De paters werden verjaagd (sommige gedood), het klooster werd omgebouwd.

Ontinyent (Onteniente in het tot voor een paar decennia verplichte Castiliaans) is een kleine stad zo’n 90 kilometer ten zuiden van Valencia en 400 km ten oosten van Madrid. Het lag tot vlak voor het einde van de burgeroorlog ver van het front, van de fronten. Daar werd met steun

Het hospitaal behandelde een onophoudelijke stroom oorlogsslachtoffers. Tuytens beschrijft het leven in het hospitaal en de inzet en de levens

12


van de verpleegsters (mamás genoemd) jonge vrouwen, een flink aantal onder hen Joodse vrouwen uit Antwerpen en Brussel van wie de families in Oost-Europa pogroms waren ontvlucht. En het leven in de kleine stad. In de documentaire getuigde nog één overlevende, een vrouw uit Ontinyent.

steden werd deze gebombardeerd, niet door de Spaanse nationalisten, maar door de Italiaanse vliegtuigen van Mussolini die vanuit Mallorca raids uitvoerden over republikeins gebied. Elders deden Duitse vliegtuigen hun ding. Net zoals voor de Duitsers in Guernica en andere plaatsen, waren de bombardementen van de Italianen zowel steun voor de Spaanse fascisten als oefeningen in de nieuwste bombardementstechnieken, voorbereidingen voor de veel grotere oorlog die vanaf 1939 heel Europa zou teisteren.

Sven Tuytens beschrijft, vooral in het boek, ook zijn zoektocht, zijn interviews, de archieven in België en Spanje. Ook hoe hij, als buitenlander/ buitenstaander, toegang heeft gekregen tot het archief van het klooster – toegang die geweigerd werd aan een Spaanse historicus die voor de paters ‘van de verkeerde kant’ is. Nog altijd, beschrijft Tuytens, wordt op de achtergrond zwijgzaam nagegaan uit welk kamp, uit welke familie je afstamt.

Sven Tuytens vertelt ook hoe hij (en de afgewezen historicus) de documentaire presenteerden in een theaterzaal in Ontinyent. De nervositeit, de onzekerheid rond de eerste keer dat in dit stadje de oude geschiedenis in het openbaar werd verteld. Tuytens heeft veel lof en erkenning gekregen, met mondjesmaat, niet meteen. Ook nu, begin maart 2019, bij de publicatie van zijn boek in het Spaans, zijn de kritieken lovend.

Zo’n drie jaar lang bleef het hospitaal actief. Het front kwam steeds dichterbij, tot ook Ontinyent overweldigd werd. Net zoals zoveel andere

Het Franciscanerklooster van Ontinyent en de ingangspoort met I O S gevlochten in het smeedwerk van de toegangspoort. Op de trappen: twee Belgen, recente inwijkelingen

13


Tijdens de rondleiding in de schuilkelders gaf de gids verschillende verwijzingen naar las mamás belgas. Samen met de uitvergrote foto’s (die ook in documentaire en boek voorkomen) geven zij aan dat tenminste dat deeltje van de lokale geschiedenis aan de oude stilte is ontsnapt. Sven Tuytens heeft hier in Ontinyent een paar bakens verzet.

ingedeeld (er staat ook een eerste editie van Mein Kampf, schrijft Tuytens). En in de smeedijzeren boog boven de poort van het Franciscaner klooster staat een ovaal logo I O S, afkorting van Internacional Obrera Socialista.

Las mamás belgas

- boek

Toen Greta en ik in 2018 ons Spaans huis in Ontinyent vonden en kochten, hadden wij nog geen benul van een Belgische en linkse link met dat behoorlijk onbekend stadje. Niemand die we in België spraken, kende Ontinyent, waarom zouden ze. Behalve Lieve en Erica, die meteen met “Oh, bij las mamás belgas” reageerden. Zo leerden wij dat verhaal en het boek kennen. Einde mei 2018, op het vliegtuig naar Spanje om de aankoopakte te gaan tekenen, begon ik het boek te lezen. En ’s avonds in het hotel in Ontinyent, geloof het of niet, vielen we tv-zappend in de documentaire van Sven Tuytens, die toen werd uitgezonden op een lokaal kanaal, in het Valenciaans gesproken. De Belgische link was ineens zeer tastbaar.

Er zijn nog weinig fysieke sporen van dit verhaal. Op het kerkhof van Ontinyent zijn nog een dozijn graven van slachtoffers van de burgeroorlog. Het oude kerkhof van de parochie van het klooster is ontruimd. En verder waren er alleen massagraven. Op een plaque bij de ingang van het klooster wordt wel de renovatie in 1939 vermeld, niet waarom de renovatie nodig was, niet wat er in de drie jaren voordien het klooster had veranderd. Maar er zijn toch nog een paar fysieke sporen. In de bibliotheek van het klooster is er een oude collectie Nederlandstalige boeken, die tot Sven Tuytens langskwam verkeerd bij Duits waren

EEN NIEUWE STEM

website

Wie is …

uit Chicken Run, een animatiefilm uit 2000 (zoek onder “final battle”).

Erik Indensteege is in september 2018 de gelederen van de tenors komen versterken. Hij is dus al bijna een oude bekende in ons koor maar leverde – ter nadere kennismaking – de volgende bijdrage voor Tegentijd : “Trap voor jullie leven”, zo luidt de aanmaning aan de kippen, de honderden kippen in het zelfgemaakte trapfiets-vliegtuig dat klapperend en kreunend uitstijgt boven de prikkeldraad van het concentratiekamp. Met vereende kracht, en dankzij een vernuftig ontworpen mechanisch tuig, ontsnappen de kippen, trappend en peddelend voor hun leven, aan een wreed bestaan als braadkip, op weg naar een betere toekomst. Het is één van de slotscènes

Trappen voor je leven, fietsen, bewegen, in beweging blijven en in beweging brengen, beweging maken samen met en voor de anderen, kan een leidraad zijn. Zelf ben ik de afgelopen - laten we zeggen - dertig jaar vooral in beweging gebleven met werk en gezin, en het minste wat je kan zeggen is dat we samen, mijn vrouw en ik, geen kleine kroost hebben grootgebracht. Uiteindelijk blijken het allemaal creatieve wereldburgers te worden die graag in het leven staan. Nu zoons en dochters bijna allemaal groot zijn of het huis uit - maar ook dat is relatief want ze blijven terugkomen en je nodig hebben, of ze zijn er gewoon graag bij - is er uiteindelijk meer tijd gekomen voor beweging en engagement. Zingen is zo een van die middelen om in bewe-

14


ging te komen! Als je buiten komt, rondloopt, gaan. Zoals ook wanneer vrouw en kinderen, op de fiets stapt en rondrijdt, zit er altijd een voor studie of uit eigen beweging, met alle bedeuntje in mijn hoofd, en zing ik. Lang geleden schikbare middelen aan het ontwerpen en het heb ik zo een jaartje zangles gevolgd, dat was creëren slaan, al tekenend, schilderend, filmend, plezant, en nog langer geleden moest ik naar de fotograferend. Wie mij dan vraagt wat ik thuis muziekles, theorie (die mysterieuze Italiaanse doe, in die creatieve maalstroom, krijgt het muziektermen!), zang, hele, halve, vierde, achtste en zestiende noten, ritmisch en melodisch antwoord: “Niks!”, waarmee ik niet bedoel dat dictee, allemaal veel minder plezant, soms zelfs ik thuis niets in het huishouden aanvang of twee een ware marteling voor een kind… Blijkbaar linkse handen heb (misschien). Wel dat ik rustig heb ik er toch wat van overgehouden maar lang blijf te midden van die bruisende creativiteit, ben ik blijven denken dat de fa-sleutel alleen dat ik niks creatiefs doe, tenzij… maar bedoeld was om kinderen in de solfège te zingen, lezen, studeren, Talen studeren fascipesten. Tot de dag dat ik toevallig en onschulneert me, beroepshalve dig een partituur van maar ook uit eigen Debussy (La fille aux ERIK SAMENGEVAT: interesse, voor zover cheveux de lin) onder het drukke gezinsleven ogen kreeg, van ons sinds jaar en dag Jettenaar, elektronisch pianootje, buurtbewoner van Leopold I, maar me daarvoor tijd laat. en besefte dat de lage Zo was ik jaren bezig noten, in de fa-sleutel afkomstig uit Limburg (Genk) met de Romaanse talen onderaan, gewoon in beroepshalve vertaler maar maar heb ik al snel de sol-sleutel bovenaan in mijn vrije tijd vader en huisvader, en uitbreiding gezocht overvloeien. Zo kan mijn coördinator van naar het oosten. De vrij beperkte kennis van muziek misschien dagelijks fietser, zo raak ik overal snel jongste jaren heb ik ergens van pas komen. op zolder ligt nog ergens, omgekeerd, me vooral gebogen over het zuiden en heb Ooit heb ik nog in ons een oude soldatenhelm waar een ik me toegelegd op de vierstemmig faculteitsstudie van het Turks koortje gezongen en toen bloem uit groeit ik in Brussel arriveerde eet graag fruit maar en nog recenter, het in de jaren tachtig, ben drink graag granen Arabisch. Ik zou bijna ik enkele keren komen durven zeggen dat het kijken op het toenmalige me bloed, zweet en traBBE-koor (toen in Sint-Gillis voor zover ik me nen kost, maar toch is het plezant. Wie me dan herinner), alvorens me op het drukke gezinsvraagt waarom ik het doe, krijgt als antwoord en familieleven te gooien. Die herinnering is jaren blijven sluimeren tot de dag dat ik een “Nergens goed voor!” Tenzij… als je een taal telefoontje kreeg van koorlid Erik Meerschaut, grondig studeert, gaat een hele nieuwe wereld die zich nog mijn naam herinnerde van vroeger. voor je open, van muziek, cultuur, levensstijlen, Weer gingen enkele jaren voorbij voordat ik in actie, tegenwoordig via het internet maar ook september vorig jaar lid ben geworden. in de stad Brussel zelf, waar zoveel beweegt. Zingen, muziek maken en beluisteren, creati- Jammer dat een mens maar 24 uur in een dag viteit en beweging vormen dus een van de rode heeft. Gevaarlijk wordt het pas wanneer ik draden die door ons gezinsleven lopen. Zoals uiteindelijk besluit een degelijke grammatica die keren dat we op zaterdagavond alles opzij- aan te schaffen: tijd om alles op te bergen, te schuiven, muziek opzetten en aan het dansen archiveren, en verder te gaan!?

15


KOOR BUSINESS

drie fotootjes van de drie musketiers

Het verdronken meisje Drie musketiers (en ze waren die avond ook effectief met vier) waagden zich aan het Verdronken Meisje op 2 februari 2019 op de Brecht-ontmoeting van PVDA en ter herdenking van de moord op Rosa Luxemburg 100 jaar geleden. Van musketiers Karim en Raf vind je gemakkelijk een konterfeit op het internet. Van musketier Jos is dat heel wat moeilijker. De auteur en cabaretier Carl Zuckmayer zag Brecht ooit op een feest in München in 1923. Brecht pakte zijn gitaar en de gesprekken verstomden. Iedereen zette zich als betoverd op de grond om hem heen. “Met een rauwe en snijdende stem en de gitaar tegen zich aan geklemd zette Brecht Erinnerung an die Marie A. in en daarna het wrede Ballade von den Seeräubern". En dan volgde het schrijnende Ballade vom Ertrunkenen Mädchen. Zuckmayer schrijft dat hij zich gehypnotiseerd voelde en dat “zijn gedachten tolden”. Op 1 januari 1919 speechte Rosa Luxemburg nog : “Vandaag kunnen we het kapitalisme voor eens en voor altijd vernietigen. Niet alleen zijn we vandaag hiertoe in staat, niet alleen is het onze plicht tegenover het proletariaat, maar onze oplossing is de enige uitweg om de menselijke samenleving voor vernietiging te behoeden.” Het klinkt o zo actueel vandaag.

dit schreef Rosa Luxemburg vanuit de gevangenis aan haar levensgezel Leo Jogiches en later nog eens aan Sonja Liebknecht

geknuppeld en neergeschoten door soldaten van het zogenaamde Freikorps die vervolgens haar lichaam in het Landwehr-kanaal dumpten. Pas vier maanden later werd het lijk gevonden en schrijft Brecht zijn Ballade. Het gedicht is

15 januari 1919 werd Rosa Luxemburg dood-

16


Het is niet duidelijk welke melodie Brecht dan op het caféconcertje van 1923 gezongen heeft. Weill schreef dat hij wilde uitdrukken wat “de stedelijke mens van onze tijd te zeggen heeft over het fenomeen van de dood”. Ook het magistrale Legende van de Dode Soldaat is erin opgenomen: er is zoveel kanonnenvlees nodig dat zelfs een soldaat die de heldendood sterft, moet opgelapt worden om opnieuw de keizer te dienen. Er is geen troost ten aanzien van de dood, geen god, geen hiernamaals. De sterveling wacht niets anders dan dood en verrotting en in de Van het verdronken Meisje beelden die de muToen zij verdronken was en naar het dal zwom ziek en het gedicht van de beken tot in de grotere stromen oproepen, klinken leek het opaal van de wereld zeer wonderbaar de gruweldaden van alsof het lijk moest intomen. de Eerste Wereldoorlog door. Ook Wieren en algen woekerden over haar heen op de oorlogsakkers zodat zij langzaam veel zwaarder werd lagen de lijken te koel zwommen de vissen tegen haar been rotten en werden planten en dieren bezwaarden nog hier haar laatste vaart. ze godvergeten aas.

geen revolutionaire lof- of treurige klaagzang. Uit Brechts geschriften blijkt dat er een eerste – verloren – versie bestond, getiteld Vom erschlagenen Mädchen. Een expliciete verwijzing naar de moord op Rode Rosa verdwijnt in de definitieve versie. Brecht beschrijft bijna liefdevol de langzame ontbinding van het lichaam, terwijl het in het water dobbert en het wier haar lichaam verzwaart. Kleine visjes doen zich te goed aan haar vlees tot ze de toestand bereikt dat 'God haar vergeten is’.

En de hemel werd ‘s avonds zo donker als rook en hield ‘s nachts met de sterren het licht in evenwicht. Maar vroeg werd het klaar, zodat er ook voor haar een morgen en een avond was.

Dit en nog veel meer schreef ons aller Erica in de TT van maart 2006. Lezen we even mee. Als Toen haar bleke lijf in het water vergaan was twintiger gooide Brecht de bourgeogebeurde het (zonder haast) dat God haar gaandeweg vergat eerst haar gezicht, dan de handen en pas op het laatste haar haar. ismoraal overboord. Hij maakt komaf Daarna werd ze aas in stromen vol aas. met de heilige huis(vertaling Geert Istendael) jes van zijn tijd: de godsdienst, het leger Brecht nam de ballade op in zijn theaterstuk en zelfs de romantische liefde. In de Hauspostille Baal (1922). De held reciteert het, terwijl hij staan twee gedichten die het bekende motief van door het bos stapt (scène 15). Een meisje dat Ophelia hernemen, de afgewezen verloofde van door Baal werd verleid, heeft zichzelf gedood, Hamlet die eeuwig mooi op het water drijft (cf. en het Verdronken Meisje is Baals griezelig Shakespeare). eerbetoon aan haar. Het eerste stuk heet Von den verführten MädIn 1927 neemt Brecht het gedicht op in zijn chen (Over de verleide meisjes). Ladykiller bundel Hauspostille en in 1928 werd het op Brecht ziet zich als oude man die door de duivel muziek gezet door Kurt Weill voor zijn Berliner gedwongen wordt te kijken naar wat er overblijft van de waterlijken, die hij op zijn geweten heeft. Requiem, een cantate voor koor en orkest.

17


John Everett Millais verbeeldt hier een tragische scene uit Hamlet, van William Shakespeare (1564-1616)

oorspronkelijk van Martin Luther die een aantal preken bundelde voor huisgebruik. Logisch dus dat Brechts bundel in het Frans Sermons domestiques heet.

Het zijn al die meisjes die hij ontgoocheld liet vallen na een kortstondige liefdesaffaire en die uit wanhoop kiezen voor de verdrinkingsdood. Maar anders dan bij Shakespeare zijn het bij Brecht onappetijtelijke, verrotte lichaamsdelen. Misschien liet Brecht zich wel inspireren door Rimbauds Ophélie (1870, eerst strofe) :

Hoewel Brechts verzen ver van stichtelijk zijn, moesten ze van de dichter uitgegeven worden als een kerkboek, met lederen band, met goudsnede en in twee kolommen. Het is Sur l’onde calme et noire où dorment les étoiles een soort getijdenboek met exercitiën en La blanche Ophélia flotte comme un grand lys, andere katholieke indelingen. Flotte très lentement, couchée en ses longs voiles... Aan het eind van het boek zijn verklarende - On entend dans les bois lointains des hallalis. noten opgenomen. In Brechts Anleitung Veel van de ballades uit zijn Hauspostille date- zum Gebrauch der einzelnen Lektionen der ren uit de periode toen Brecht met zijn gitaar Hauspostille staat dat het gedicht „mit geflüsteroptrad in de café’s van Augsburg. De vroegste ten Lippenlauten“ moet gelezen worden. Zoals gedichten dateren uit 1918, maar perfectionist steeds is Brecht niet voor één gat te vangen. Brecht herwerkte ze voortdurend, zodat de bundel Laten we het Verdronken Meisje dan ook lezen pas in 1927 verscheen. De titel Hauspostille is “met gefluisterde lippenklanken” …

18


KOOR GERITSEL

Aardbeien en Mouchettes

pen zij terug naar 2015, toen wij in het kader van ons Waanvlucht-project onder meer deze prachtige zestiende-eeuwse tekst van Etienne la Boétie mochten vertolken op speciaal voor de gelegenheid geschreven muziek van Frédéric Rzewski. Heel bijzonder was het om nu vanuit het publiek te kunnen luisteren naar dit lied dat het avondvullende programma inluidde en omkaderde. Eens te meer apprecieerde ik de bezadigde dirigeerstijl van Francis die, samen met de onberispelijke articulatie van het koor, ervoor zorgde dat de toch niet zo voor de hand liggende tekst goed verstaanbaar was. In alle andere liederen en sketches kwam het thema van Ne Servir Plus - burgerlijke ongehoorzaamheid, geweldloos verzet, kortom Say No - aan bod. Actueel, pertinent, dikwijls schrijnend maar ook met humor gebracht. Regisseur Simon Verjans zorgde met een minimum aan middelen voor een interessante en energieke presentatie, Francis Danloy dirigeerde en begeleidde op de accordeon en de Canailles, die zongen alles van buiten, wablief! Deze zomer komen ze met dit optreden naar Brussel. Allen daarheen!

Op 23 februari traden La Chorale Rue de la Victoire en The Strawberry Thieves Socialist Choir apart en gezamenlijk op in Sint-Gillis. Het zaaltje van Blanches et Noires zat afgeladen vol om naar Resistance is Fertile te luisteren. Inkom was 5€ en een pintje kostte 1€. De Aardbeiendieven brachten een gevarieerd programma met kaskrakers als Joe Hill en Einheitsfrontlied, maar ook verrassende bewerkingen van The Slime (Frank Zappa) en een eigen compositie van dirigent en duizendpoot John Hamilton (In the Movies). Het Overwinningsstraatkoor, bij de sopranen versterkt door Katlijn, bracht mooie vierstemmige interpretaties van bv Gorizia en La rue des Lilas, die we nog uit de SayNo!-campagne kennen. Het Jiddisch was vertegenwoordigd met Tumbalalaïka en Gèfiltè Fish. Beide koren samen brachten Ca chauffe (en vielen niet door de mand), Only our Rivers run free en Andaluces de Jaen. Uitsmijter ten slotte was ... De Internationale (in drie talen). Toen we achteraf over de Vijf Blokken vertelden begon het Socialist Choir spontaan enkele liederen uit hun repertoire over de woningnood in Londen te zingen. En John Hamilton wist dat Resolution der Kommunarden van onze vrienden Brecht/Eisler daar ook over gaat. Ten slotte riep Mouchette dat het koor nieuwe zangers zoekt ... en vanuit de linkerachterhoek werd surtout des ténors geroepen …

Alsof BBEK het niet al druk genoeg had met het Geuzenspektakel, het 5-blokkenproject en de nodige manifestaties op straat, doen we ook nog mee aan Singing Brussels. Een groots opgezet zangfestijn op 5 mei in Bozar. Enkele leden hebben zich individueel ingeschreven voor het zangprogramma maar in een speciaal onderdeel voor koren heeft de leiding in haar wijsheid besloten ons koor te koppelen aan het Brussels Sunshine Choir. Waarover hieronder meer.

Wees niet langer onderdanig Ne Servir Plus !

Met alle Chinezen, maar niet …

vooral als ze de lieflijke naam Brussels Sunshine Choir dragen. Bozar waar Sunshine al in 2018 optrad, beschrijft ze als volgt: Het Belgium Sunshine Choir zag in 2009 het levenslicht en staat onder de leiding van Miss Sihong Liang. Het brengt liefhebbers van Chinese muziek samen, en heeft slechts één doel: een zonnestraaltje

Ikzelf grijp ieder excuus voor een bezoek aan la Cité Ardente met beide handen aan, maar op zaterdag, 2 maart was de lokroep sterk genoeg om wel tien BBEK-kers met aanhang richting Luik te sturen. Aanleiding was de nieuwe creatie van ons bevriende koor C’est des Canailles. Met de titel Ne Servir Plus gre-

19


kinderen liet maken waarvan de fa en de si ontbraken. Dus bleven er maar vijf tonen over. En al speelde iedereen door elkaar, “vals” klonk het nooit. Dat had ik als vijftienjarige geleerd tijdens een workshop met volks- en protestzanger John Lundstrom, die waarschijnlijk niemand van jullie nog kent, behalve de heel oude koorleden.

planten in het hart van de luisteraars.

KOOR JUBILATE

’t Klinkt wel wat bescheidener dan wat wij, met Brecht-Eisler, beogen: Ändere die Welt, sie braucht es! We wagen ons dus met Sunshine aan het Drakenlied. Pentatonisch, zoals Lieve ons uitlegde. Dit doet me eraan denken dat Carl Orff speciale xylofonen voor Samen met velen anderen vierden we de zevenstigste (sic) verjaardag van Lieve. Uiteraard hoorden daar ook liederen bij, zoals het liedje hieronder, gezongen zonder dirigente, tja, maar het lukte ons toch redelijk. Al is de conclusie, we kunnen Lieve eigenlijk niet missen!

Sur l’air de « Auprès de ma blonde »

Lieve al 70 jaar strijdbaar

Pas même les projets fous. Auprès de Lieve Auprès de Lieve Qu’il fait bon, fait bon, fait bon, ... Auprès de Lieve Rien ne la décourage, Qu’il fait bon chanter. Pas même les projets fous. D’puis quarante ans qu’ça dure Protester sans ambages Tous les dimanches soir Pour ça elle compte sur nous. Par beau temps, par froidure Toujours elle tient la route, Elle ne perd pas espoir. Ensemble on chante bien. Après les vocalises Auprès de Lieve Elle nous fait répéter. ..... Auprès de Lieve Toujours elle tient la route, ... Ensemble on chante bien. Sous les ponts d’autoroute, Après les vocalises D’Palestine à Berlin. Elle nous fait répéter. Et elle nous dirige Un projet après l’autre Sans jamais s’énerver. Rien ne peut l’arrêter. Rien ne la décourage, Auprès de Lieve

20

... Et elle nous dirige Sans jamais s’énerver. Tous les dimanches soir Elle nous fait évader. Exercer not’ mémoire Elle peut y arriver. Auprès de Lieve .... Sans se couvrir de gloire Elle sait nous faire chanter. C’est une belle histoire Qui ne peut s’arrêter. Dans quarante ans j’espère On se retrouvera. Auprès de Lieve Qu’il fait bon, fait bon, fait bon, Auprès de Lieve Qu’il fait bon rêver.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.