Pedagogisch dossier Brussels Short Film Festival 2013

Page 1

16e editie van het Brussels Short Film Festival Brussels Festival van de Kortfilm van 24 april t.e.m. 4 mei 2013 Paleis voor Schone Kunsten

Pedagogische sessie voor kinderen van 8 tot 12 jaar Praktische fiches en mogelijke benaderingen

Un Soir … Un Grain asbl – Mauricelaan 1 – 1050 Brussel – België Tel.: +32 2 248 08 72 – Fax: +32 2 242 67 61 – info@courtmetrage.be – www.bsff.com


Inhoud Inleiding

p. 3

kortfilm

p. 4

Animatiefilms

p. 5

Korte inhoud van de films

p. 7

Mogelijke activiteiten rond de films

p. 8

2


Inleiding Tijdens de schoolsessies van het Brussels Short Film Festival worden de leerlingen in contact gebracht met thema's uit hun leefwereld en waarmee zij zelf rechtstreeks te maken krijgen. Komisch, inspirerend, verrassend … elke film biedt u als leerkracht voldoende stof om samen met uw leerlingen over na te denken. U kunt er dan ook heel wat kanten mee op.

In de klas kunt u bijvoorbeeld het technische aspect van de films belichten door samen met uw leerlingen de belangrijkste kenmerken van de vertoonde films (kortfilms, animatiefilms of klassieke films) of de geschiedenis van de filmkunst te bespreken. Of u kunt een debat organiseren over een thema van één van de films. Tot slot kunt u na één van de films ook een pedagogische activiteit doen.

In dit dossier vindt u alvast voldoende inspiratie voor een leuke activiteit. En … actie!

3


Kortfilm ideale medium voor beeldend onderwijs Het verschil tussen een kortfilm en een langspeelfilm zit hem vooral in de lengte. Kortfilms duren meestal niet langer dan 30 minuten. Maar de emoties die men bij een kortfilm voelt, hoeven daarom niet minder intens te zijn dan bij een langspeelfilm. Zo spreekt het formaat van de kortfilm iedereen aan, jong en oud. Het biedt bijvoorbeeld een unieke kans om jong talent te ontdekken maar ook om de eerste probeersels van inmiddels bekende regisseurs (terug) te zien. Een sessie van 6 of 7 kortfilms maakt het mogelijk uiteenlopende - met name maatschappelijke - onderwerpen aan te snijden en zo een debat aan te wakkeren, vragen op te roepen, reacties los te weken en de weg vrij te maken voor een kennismaking met uiteenlopende genres (animatie, fictie, enz.). Kortfilms zijn dus hĂŠt middel om jonge kinderen te laten kennismaken met een andere, originele filmvorm!

4


Animatiefilms Wat zijn animatiefilms? De tekenfilms van Walt Disney hebben de animatiefilm wereldwijd in de kijker gezet. Een aantal jaren geleden kwamen de animatiefilms echter in een stroomversnelling terecht, niet in het minst dankzij de evolutie van de informatica en de ontwikkeling van computer graphics. Animatiefilms beperken zich echter niet tot de twee realisatiemethodes via tekeningen en informatica. We moeten de definitie van dit genre dan ook opnieuw bekijken zodat het de verdiende aandacht krijgt. Gelijkenissen met ‘klassieke’ films In animatiefilms worden heel wat dezelfde methodes gebruikt als bij fictie. Animatiefilms worden op een gelijkaardige manier verspreid als andere films: via de bioscoopzalen en via een artistieke en commerciële procedure. Bovendien komen er heel wat dezelfde technische aspecten bij aan bod, zoals het gebruik van een camera en montages. Al die kenmerken passen overduidelijk in de wereld van de filmkunst … vandaar ook de naam animatieFILMS. Verschillen met ‘klassieke’ films De meeste mensen denken bij een animatiefilm meteen aan een film zonder acteurs en zonder ‘echte personages’. Het allergrootste verschil ligt echter in de gebruikte techniek die bepalend is voor animatiefilms en ze van andere films onderscheidt. Bij ‘klassieke’ films worden de beelden in één adem opgenomen. Zo zijn de 24 beelden die één seconde lang na elkaar in de film te zien zijn, werkelijk in één seconde opgenomen. Die opnames kunnen echter wel versneld of vertraagd weergegeven worden. Voor animatiefilms doet men echter een beroep op een andere methode. De beelden worden één voor één opgenomen, hangen dus niet aan elkaar vast en worden stukje bij beetje aan elkaar geplakt. In dat geval kan de overgang tussen twee beelden van eenzelfde shot heel lang gerekt worden. Een in real time opgenomen film met poppen hoort dus niet thuis in het rijtje van animatiefilms.

5


Dat verschil in techniek zorgt meteen ook voor een andere interpretatie van een ‘shot’. In de ‘klassieke’ filmkunst is een shot alles wat opgenomen wordt tussen het moment dat de camera gestart wordt en het moment dat de camera uitgezet wordt. Volgens die definitie zijn er bij animatiefilms geen shots, hoewel de kijker wel degelijk shots in de scènes met een absolute continuïteit te zien krijgt. De animatie van objecten, tekeningen of zelfs acteurs duidt op een ander verschil met ‘klassieke’ films: het technische team is anders samengesteld. In beide gevallen zijn er regisseurs en monteurs, maar bij animatiefilms komen er ook nog eens tekenaars, informatici, acteurs voor het inspreken van de stemmen, enz. aan te pas. Al naargelang de gebruikte technieken kunnen we spreken van twee soorten animatiefilms: 2D-films gebaseerd op tekeningen, foto's, verf-op-glasanimatie en zelfs verknipt papier, en 3D-films die gemaakt worden met poppenanimatie, kleianimatie, 3D-computer graphics, enz.

6


Korte inhoud van de films MISSEN Jochem de Vries / Nederland – Fictie – 2009 – 12'35" Een 7-jarig meisje wordt door haar moeder naar school gebracht om met haar klasgenootjes op schoolreis te gaan. Het is duidelijk dat het naar school brengen van haar dochter een ongewone ervaring voor de moeder is. FRIENDSHEEP Jaime Maestro / Spanje – Animatie – 2012 – 7'00" Een wolf komt in een bedrijf vol schapen werken …

ONE WEEK Buster Keaton / Verenigde Staten – Fictie – 1920 – 20'00'' Een pasgetrouwd stel probeert een huis te bouwen uit een bouwpakket. Maar zij weten niet dat een rivaal de nummers van de onderdelen in de war heeft gegooid. AL DENTE Jean-François Barthélémy, Maël François, Carlos Felipe Leon Ortiz / Frankrijk – Animatie – 2007 – 6'00'' Een klein meisje zoekt in de vuilnisbakken naar eten. Ze komt terecht in een keuken waar er eten in overvloed is, maar de kok is wel heel eng …

IL DIECI Daniel Mejía / Italië – Fictie – 2011 – 8'07'' Een voetbalveld. Een team. Antonio is nummer 10 maar hij speelt nooit. Op een dag is er iets mis met het doel, en dan verandert alles. BALBEZIT Willemiek Kluijfhout / Nederland – Fictie – 2007 - 8'11" Einde van een amateurvoetbalwedstrijd. Daar drinken alle spelers er eentje op in het clubhuis. Alleen Willem niet. Hij gaat op zoek naar zijn voetbal.

7


Mogelijke activiteiten rond de films Op de volgende pagina's vindt u een aantal tips voor leuke activiteiten in het kader van de vertoonde films en voor de ontwikkeling van diverse competenties bij uw leerlingen. Transversale vaardigheden, competenties in het Nederlands, het bewustzijn of artistieke ontwikkeling. Aan u de keuze!

1. Overkoepelende activiteit over de volledige sessie 2. Missen : débat de classe 3. Friendsheep : langage médiatique (cinéma d'animation) 4. One week : éveil (histoire du cinéma) 5. Il dieci : compétence transversale relationnelle

8


1. Overkoepelende activiteit over de volledige sessie Dankzij deze overkoepelende activiteit over de volledige sessie kunnen de leerlingen zich de films nog steeds goed herinneren wanneer ze terug in de klas zijn. Hun geheugen wordt gestimuleerd, maar ook hun perceptie van tijd en hun gezond verstand.

Vul onderstaande fiches in door de titel, duur en genre in elk vakje te vervangen. Titels: Balbezit - Friendsheep - Al dente - One week - Il dieci - Missen Genres: animatiefilm of klassieke film Duur: 12 min. – 20 min. – 7 min. – 8 min. – 6 min. - 8 min. 1. 2. Titel: Titel: ………………………………………………. ………………………………………………. Genre: Genre: ………………………………………………. ………………………………………………. Duur: ……………………………………… 3. Titel: ……………………………………………….

Duur: ……………………………………… 4. Titel: ……………………………………………….

Genre: Genre: ………………………………………………. ………………………………………………. Duur: ……………………………………… 5. Titel: ……………………………………………….

Duur: ……………………………………… 6. Titel: ……………………………………………….

Genre: Genre: ………………………………………………. ………………………………………………. Duur: ……………………………………… Duur: ……………………………………… 7. Titel: ………………………………………………. Genre: ………………………………………………. Duur: ………………………………………

9


Na deze oefening is het interessant om samen met uw leerlingen hun antwoorden te analyseren.

Hebben ze moeite gehad om het schema in te vullen? Welke elementen waren het moeilijkst? Uw leerlingen vonden de duur van de films hoogstwaarschijnlijk het moeilijkst. Dat komt doordat de perceptie van tijd sterk persoonsgebonden is. Vliegt de tijd immers niet sneller voorbij als we ons amuseren?

Welke film vonden ze het mooist? Waarom? Laat iedereen aan het woord en laat hen hun keuze staven met argumenten. Zorg ervoor dat ze hun persoonlijke voorkeuren mondeling toelichten.

10


1. Missen

In deze film is het voor het meisje een enorme teleurstelling om het schoolreisje te missen. Ben jij wel eens zo teleurgesteld geweest? Wanneer was dat dan? Ben je deze teleurstelling al vergeten of doet het nog altijd pijn als je eraan denkt? Was het de fout van iemand anders? Heb je het hem of haar al vergeven? Praat erover in de klas ...

11


2. Friendsheep

Jezelf uiten en communiceren via de media. Verschillende taalvormen gebruiken.

Een animatiefilm heeft iets betoverends. Wat denk je ervan om samen met de kinderen een folioscoop of "flipboekje" te maken (tekeningen die tot leven komen door de bladzijden in het boekje heel snel te doorbladeren). Neem zeker een kijkje op de website www.flipbook.info, waar de geschiedenis van het flipboekje wordt uitgelegd en waar talloze links te vinden zijn naar andere websites met schitterende flipboekjes. Hoe maak je zelf een flipboekje? Materiaal: een boekje of een schrift, een potlood, calqueerpapier. 1. Kies het onderwerp van je flipboekje (een raket, een stokmannetje, een vogel...) en bepaal wat je het wil laten doen. 2. Teken op elke bladzijde het onderwerp, en verander het telkens een heel klein beetje, zodat het gaat lijken alsof er iets beweegt (voorbeeld: onderaan de eerste bladzijde wordt een raket afgeschoten die in de loop van het boekje omhoog gaat, omdraait en weer terug omlaag komt). Dankzij het calqueerpapier blijft je onderwerp op elke bladzijde hetzelfde.

12


3. One week

Producers en technologieën identificeren. De gebruikte technologieën evalueren.

Deze kortfilm van Buster Keaton werd in 1920 gedraaid. Het is een stomme zwartwitfilm. 1920, zwart-wit, stom … Hier heb je meteen al 3 elementen aan de hand waarvan je met je leerlingen de geschiedenis van de film kunt bespreken. Hieronder vind je een tijdlijn met de sleutelmomenten uit de filmgeschiedenis (zie bijlage 1). Deze bladzijden komen uit een nummer van het tijdschrift Tremplin (het Franse broertje van Zonneland), een uitgave van Averbode. De bladzijden worden hier met vriendelijke toestemming van de uitgever overgenomen. Stel je leerlingen eerst een paar vragen voor je deze tijdlijn uitdeelt en samen met hen analyseert. Zo krijg je een goed beeld van hun kennis. Je kunt de gelegenheid ook meteen aangrijpen om de tijdlijn van onze hedendaagse geschiedenis te bespreken. 1. Wanneer werd de film uitgevonden? (1895) 2. In welk jaar kwam de eerste geluidsfilm uit? (1927) 3. In welk jaar deed kleur haar intrede in de film? (1935) Geef de kinderen niet het antwoord maar laat ze dit zelf ontdekken op de tijdlijn. Na geschiedenis is het tijd voor techniek. Praat met je leerlingen over de verschillende beroepen in de filmwereld. Welke kennen ze al? Hier zijn de belangrijkste beroepen: producer, scenarist, regisseur, acteur, castingdirecteur,

production

designer,

make-up

artist,

regieassistent,

geluidsingenieur, special effects supervisor, stuntman, monteur … Vraag de leerlingen om de rol van elk van deze specialisten te omschrijven. Corrigeer ze met behulp van bijlage 2. Ook deze bladzijden komen uit een nummer van het tijdschrift Tremplin, van uitgeverij Averbode. Maar pas op, sommige

13


beroepen verschillen naarmate men naar de Amerikaanse of de Europese film kijkt. De gebruikte documenten gaan over de Amerikaanse film.

EXTRA Wie graag nog wat meer informatie wil, zou een bezoek kunnen organiseren aan het Koninklijk Filmarchief (Cinematek) of gebruik kunnen maken van hun speciale workshops voor scholen. INTRO film op verkenning doorheen de zevende kunst in 50 minuten De begeleiders bereiden de leerlingen voor op een van de in de brochure voorgestelde filmprojecties. Zo worden ze op een interactieve en ludieke manier ondergedompeld in de wereld van de film. En ze leren meteen ook wat over de filmgeschiedenis! (workshop van 50 minuten in de klas + vertoning in Cinematek) PARCOURS film 100 jaar film in 100 minuten Aan de hand van talrijke voorbeelden bespreken de begeleiders de geschiedenis van de film vanaf het ontstaan ervan tot vandaag. Dankzij deze brede aanpak kunnen verscheidene perioden worden doorlopen en kan bij een aantal sleutelmomenten worden stilgestaan: de "stomme" film, de eerste film met geluid en de eerste kleurenfilms, speciale effecten ... Vervolgens komen de leerlingen een van de films uit de brochure bekijken. (workshop van 100 minuten in de klas + vertoning in Cinematek) Beide workshops maken zowel gebruik van filmfragmenten in de klas als van kleine regieoefeningen waaraan iedereen kan deelnemen. De oefeningen zijn volledig afgestemd op de leeftijd van de leerlingen. Ze kunnen ook in de klas worden uitgebreid aan de hand van pedagogische fiches. Luisterrijke workshops! Op muziek ... Met de workshop 'Film in de vorm van muziek' krijg je een beeld van de wondere wereld van de animatiefilm, aan de hand van vijf pareltjes van films uit het Filmarchief. Een visuele en esthetische ervaring die zacht kan zijn als fluweel, warm als wol en glad als glas... gevolgd door een duik in een exclusieve muzikale wereld! Na het bekijken van de compilatie luisteren de leerlingen naar een aantal liedjes die geĂŻnspireerd zijn op animatiefilms, en verkennen ze de muziekwereld van de film aan de hand van geluidsfragmenten gekozen door het duo 'GĂźnther und Katy' (StĂŠphane Daubersy

14


en Catherine De Biasio). Op basis van deze fragmenten componeerde het duo liedjes, speciaal voor een heel jong publiek. Workshop "Vóór de film" Alles leren over het begin van de film Deze workshop draait rond de optische uitvindingen die bijdroegen tot de geboorte van de film in 1895, met de cinematograaf van de gebroeders Lumière. De kinderen krijgen eerst een filmselectie uit de beginjaren van de film te zien en ontdekken op interactieve wijze bepaalde voorwerpen uit de tentoonstellingszaal. Uiteindelijk leren ze al doende hoe een bewegend beeld tot stand komt en maken ze zelf een origineel optisch voorwerp dat zij mee naar huis of naar school kunnen nemen! Alle geheimen van de thaumatroop en de zoötroop zullen met hen worden gedeeld ... (vertoning en workshop in Cinematek van 70 of 100 minuten) Workshop "Film maken" Zelf plaats nemen achter de camera ... Samen een scenario schrijven, plaatsnemen achter de camera, afwisselend acteur, regisseur of monteur zijn ... Zo leren de kinderen in de loop van een schooljaar over de verschillende stappen die een film doorloopt, rondom een filmproject dat jullie samen kunnen kiezen op basis van het programma, jouw vak, of gewoon jullie voorkeur! Om jullie hierbij zowel artistiek als technisch bij te staan, stelt de SCC (Franstalige tegenhanger van de VDFC) zijn ervaring ter beschikking in het kader van eenmalige of langlopende samenwerkingen. De projecten vinden altijd plaats in overleg met Cinematek en omvatten altijd een luik waarin de geschiedenis van de film wordt verkend, alsook een praktisch luik. In de workshop "Film maken" kunnen de kinderen dus hun creativiteit de vrije loop laten, experimenteren met film en uitzoeken hoe het werkt. Om deze workshops tot een goed einde te brengen, beschikt de SCC over al het nodige materiaal (camera, microfoonstok, montagesoftware...) en krijgt de dienst financiële steun van de Franse Gemeenschap en de COCOF (Franse Gemeenschapscommissie). En andere …

Informatie: Service de Culture Cinématographique (SCC): Freddy Malonda T +32 (0)2 551 19 47 / scc@cinematek.be

15


4. Il dieci

Transversale relationele en instrumentele vaardigheden.

In deze film moeten de kinderen zelf twee teams vormen. Daarvoor gebruiken ze een bekende methode: 2 teamleiders kiezen om beurten een speler voor hun team. Deze methode biedt het voordeel dat de teams redelijk gelijk verdeeld zijn, maar heeft ook nadelen: wie overblijft, voelt zich behoorlijk gefrustreerd of zelfs uitgesloten, zoals in deze kortfilm. 1. Vraag de leerlingen eerst de voor- en nadelen van deze methode op te sommen (zie hierboven). 2. Vraag ze vervolgens hoe men anders te werk zou kunnen gaan. Vraag de groep

opnieuw

voor-

en

nadelen

op

te

sommen.

Wij danken je voor je belangstelling voor ons festival en wensen je fijne en leerrijke activiteiten met je leerlingen toe.

16


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.